Indesit DSIC 3M19 Daily Reference Guide

Type
Daily Reference Guide
1
NL
Lees voordat u het apparaat gaat gebruiken zorgvuldig de gids voor Gezondheid en Veiligheid.
APPARAAT
PRODUCTBESCHRIJVING
1. Bovenste rek
2. Opvouwbare kleppen
3. Afsteller hoogte bovenste rek
4. Bovenste sproeierarm
5. Onderste rek
6. Bestekkorf
7. Onderste sproeierarm
8. Filtersysteem
9. Zoutreservoir
10. Doseerbakjes vaatwasmiddel en glansspoelmiddel
11. Typeplaatje
12. Bedieningspaneel
SNELLE REFERENTIEGIDS
HANDLEIDING
BEDIENINGSPANEEL
1. Aan-Uit/Reset-toets met controlelampje
2. Programmakeuzetoets
3. Controlelampje zout bijvullen
4. Controlelampje bijvullen glansspoelmiddel
5. Nummer programma en controlelampje tijd van uitstel
6. Controlelampje tablet (tab)
7. Display
8. Controlelampje Halve Lading
9. Halve Lading toets
10. Uitstel toets
11. Start/Pauze-toets met controlelampje/ Tablet (Tab)
DANK U WEL VOOR UW AANKOOP VAN EEN INDESIT
PRODUCT.
Voor verdere assistentie kunt u het apparaat registeren op:
www.indesit.com
U kunt de Veiligheidsinstructies en de Gids voor Gebruik
en Onderhoud downloaden van onze website
docs.indesit.eu en de instructies aan de achterzijde
van dit boekje opvolgen.
0000 000 00000
Service:
1
2
3
4
5
6
7
9
8
1011
12
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
2
EERSTE GEBRUIK
ZOUT, GLANSSPOELMIDDEL EN VAATWASMIDDEL
ADVIES MET BETREKKING TOT HET EERSTE GEBRUIK
Verwijder na het installeren de stoppen uit de rekken en de elastische
borgelementen uit het bovenste rek.
HET ZOUTRESERVOIR BIJVULLEN
Het gebruik van zout voorkomt de vorming van KALKAANSLAG op het
vaatwerk en op de functionele onderdelen van de machine.
• Het is belangrijk dat het zoutreservoir nooit leeg is.
• Het is belangrijk dat de hardheid van het water wordt ingesteld.
Het zoutreservoir bevindt zich in het onderste deel van de afwasmachine
(zie BESCHRIJVING PROGRAMMA) en moet worden gevuld wanneer het
controlelampje ZOUT BIJVULLEN in het bedieningspaneel brandt.
1. Verwijder het onderste rek en draai de dop
van het reservoir los (linksom).
2. Alleen de eerste maal dat u dit doet: vul het
zoutreservoir met water.
3. Plaats de trechter (zie afbeelding) en vul het
zoutreservoir tot aan de rand (ongeveer 1
kg); het is niet ongebruikelijk dat er een be-
etje water uit lekt.
4. Verwijder de trechter en veeg alle zoutresten
weg van de opening.
Zorg ervoor dat de dop strak is aangedraaid, zodat geen vaatwasmiddel
in de container kan komen tijdens het wasprogramma (dit kan de wate-
rontharder onherstelbaar beschadigen).
Wanneer u zout moet toevoegen, is u verplicht om de procedure he-
lemaal uit te voeren alvorens de wascyclus te starten.
DE WATERHARDHEID INSTELLEN
Als u de waterontharder perfect wilt laten werken is het essentieel dat
de instelling van de waterhardheid is gebaseerd op de werkelijke wa-
terhardheid in uw huis. Deze informatie kan bij uw lokale waterleve-
rancier worden opgevraagd.
De fabrieksinstelling is voor gemiddelde (3) waterhardheid.
• Het apparaat inschakelen door op de toets AAN/UIT te drukken.
• Het apparaat uitschakelen door op de toets AAN/UIT te drukken.
• De toets P 5 seconden ingedrukt houden totdat u een piep hoort.
• Het apparaat inschakelen door op de toets AAN/UIT te drukken.
• Het huidige niveaunummer van de selectie en het controlelampje van
het zout knipperen allebei.
• De toets P indrukken om het gewenste hardheidsniveau te selecte-
ren (zie TABEL WATERHARDHEID).
Het apparaat uitschakelen door op de toets AAN/UIT te drukken.
Instellen is voltooid!
Zodra deze procedure voltooid is voert u een programma zonder lading uit.
Gebruik alleen zout dat speciaal voor afwasmachines is bestemd.
Wanneer het zout in de machine is gestrooid wordt het lampje ZOUT
BIJVULLEN uitgeschakeld.
Als de zoutcontainer niet gevuld is kunnen de waterontharder en
het verwarmingselement daardoor beschadigd raken.
Tabel waterhardheid
Niveau
°dH
Duitse graden
°fH
Franse graden
1 Zacht 0 - 6 0 - 10
2 Medium 7 - 11 11 - 20
3 Gemiddeld 12 - 17 21 - 30
4 Hard 18 - 34 31 - 60
5 Zeer hard 35 - 50 61 - 90
HET GLANSSPOELMIDDELRESERVOIR BIJVULLEN
Glansspoelmiddel maakt het DROGEN van de vaat gemakkelijker.
Het glansspoelmiddelreservoir A moet worden gevuld wanneer
het controlelampje GLANSSPOELMIDDEL BIJVULLEN op het
display brandt.
1. Open het doseerbakje B door de tab op het deksel in te drukken en
omhoog te trekken.
2. Het glansspoelmiddel zorgvuldig inbrengen tot aan de maximum
(110 ml) insteekgleuf van de vulruimte - voorkom morsen. Wanneer
dit gebeurt het gemorste glansspoelmiddel onmiddellijk met een
droge doek reinigen.
3. Om het te sluiten het deksel naar beneden drukken totdat u een klik hoort.
Het glansspoelmiddel NOOIT rechtstreeks in de kuip gieten.
DE DOSERING GLANSSPOELMIDDEL AANPASSEN
Als u niet volledig tevreden bent over de droogresultaten kunt u de
gebruikte hoeveelheid glansspoelmiddel aanpassen.
• De afwasmachine inschakelen met de toets AAN/UIT.
• Uitschakelen met de toets AAN/UIT.
• Driemaal op de toets P drukken - er klinkt een pieptoon.
• Inschakelen met de toets AAN/UIT.
• Het huidige niveaunummer van de selectie en het controlelampje
van het glansspoelmiddel knipperen.
• De toets P indrukken om het niveau van het te leveren glansspoel-
middel te selecteren.
• Uitschakelen met de toets AAN/UIT
Instellen is voltooid!
Als het niveau van het glansspoelmiddel is ingesteld op NUL (ECO), zal
geen glansspoelmiddel worden afgegeven. Het controlelampje LAAG
GLANSSPOELMIDDEL zal niet branden als het glansspoelmiddel op is.
Er kan een maximum van 4 niveaus worden ingesteld, afhankelijk van
het model afwasmachine. De fabrieksinstelling is speciek voor het
model. Volg de bovenstaande instructies om te controleren of dat ook
voor uw machine geldt.
• Als u blauwe strepen op het vaatwerk ziet stel dan een laag getal in (1-2).
• Als er druppels water of kalkaanslag op het vaatwerk zijn stel dan
een hoog getal in (3-4).
HET VAATWASMIDDELDOSEERBAKJE VULLEN
Gebruik de opening apparaat A om het vaatwasmiddeldoseerba-
kje te openen. Het vaatwasmiddel alleen in het droge doseerbakje
B invoeren. Plaats de hoeveelheid vaatwasmiddel voor voorspo-
elen direct in de kuip.
1. Raadpleeg bij het afmeten van het
vaatwasmiddel de eerder vermelde
informatie om de juiste hoeveelhe-
id toe te voegen. In het doseerbakje
B vindt u de aanwijzingen voor het
doseren van het vaatwasmiddel.
2. Verwijder de resten vaatwasmiddel
van de randen van het doseerbakje
en sluit het deksel totdat het klikt.
3. Sluit het deksel van het vaatwa-
smiddeldoseerbakje door het
omhoog te trekken tot het sluiting-
smechanisme is vastgezet.
Het vaatwasmiddeldoseerbakje opent automatisch op het juiste mo-
ment, volgens het programma. Bij gebruik van alles-in-één vaatwa-
smiddelen is het raadzaam om de toets TABLET te gebruiken, omdat
het programma dan zodanig wordt aangepast dat de beste was- en
droogresultaten worden bereikt.
A
B
A
B
3
NL
PROGRAMMATABEL
De gegevens van het ECO-programma worden gemeten onder laboratoriumomstandigheden, volgens de Europese norm EN 50242.
Aanwijzing voor de Proeaboratoria: Voor gedetailleerde informatie over de omstandigheden van de EN-vergelijkingsproef kunt u contact opnemen
met: assistenza_en_lvs@indesitcompany.com
Voorbehandeling van het vaatwerk vóór de programma’s is niet nodig.
*) Niet alle opties kunnen tegelijkertijd gebruikt worden.
**) De duur van het programma die op het scherm of in het boekje staat is een schatting, berekend onder normale omstandigheden. De werkelijke tijd is
afhankelijk van vele factoren, zoals de temperatuur en de druk van het toevoerwater, de kamertemperatuur, hoeveelheid vaatwasmiddel, de hoeveelheid
en soort lading, evenwicht van de lading, extra gekozen opties en de kalibratie van de sensor. De kalibratie van de sensor kan de duur van het programma
met max. 20 min. verlengen.
Stand-by verbruik: Ingeschakelde modus verbruik: 5 W - Uitgeschakelde modus: 0,5 W
BESCHRIJVING PROGRAMMA'S
Instructies over het selecteren van het wasprogramma.
1 ECO
Normaal vervuild serviesgoed. Standaardprogramma, het meest eci-
ënt met betrekking tot het gecombineerde energie- en waterverbruik.
2 INTENSIEF
Aanbevolen programma voor sterk vervuild serviesgoed, met name
geschikt voor pannen en koekenpannen (mag niet gebruikt worden
voor kwetsbare stukken).
3 NORMAAL
Gemengde vervuiling. Voor normaal vervuilde vaat met opgedroogde
etensresten.
4 DAGELIJKS
Normaal vervuild serviesgoed. Dagelijkse cyclus, die een optimale rei-
nigende en drogende werking in kortere tijd garandeert.
5 FIJN
Programma voor kwetsbare stukken die gevoeliger zijn voor hoge tem-
peraturen, bijvoorbeeld glazen en kopjes.
6 SNEL 30’
Programma dat kan worden gebruikt voor licht vervuilde vaat zonder
opgedroogde etensresten.
7 WEKEN
Gebruikt om servies vochtig te houden dat later gewassen moet wor-
den. Met dit programma wordt er geen vaatwasmiddel gebruikt.
Opmerkingen:
Merk op dat programma's zoals Fast of Snel het meest eectief zijn voor
licht verontreinigd vaatwerk. Om het verbruik nog verder te verlagen
de afwasmachine alleen laten draaien wanneer deze vol is.
Programma
Droogfase
Beschikbare functies
*)
Vaatwasmid-
delbakje
Duur van
waspro-
gramma
(h:min)
**)
Water
verbruik
(liters/cyclus)
Energie
verbruik
(kWh/
cyclus)
Kuip
B
1
Eco 50°
04:00 11,5 0,83
2
Intensief 65°
-
02:30 15,0 1,50
3
Normaal 55°
-
02:30 15,0 1,30
4
Dagelijks 50°
-
01:20 11,5 1,10
5
Fijn 45°
-
01:40 11,5 1,00
6
Snel 30’ 50°
-
-
00:30 8,5 0,50
7
Weken
- -
- -
00:10 4,5 0,01
4
OPTIES EN FUNCTIE
OPTIES kunnen direct worden geselecteerd door het indrukken van de daarbij behorende toets (zie BEDIENINGSPANEEL).
Als een optie niet compatibel is met het geselecteerde programma (zie PROGRAMMATABEL) gaat de bijbehorende LED 3 keer
snel knipperen en klinken er pieptonen. De optie wordt niet ingeschakeld.
HALVE LADING
Als er niet veel vaatwerk is kan er een programma «halve lading»
worden gebruikt, om water, elektriciteit en vaatwasmiddel te
besparen. Selecteer het programma en druk op de toets
«HALVE LADING»: het controlelampje gaat branden. Druk op
de toets HALVE LADING om deze optie uit te schakelen.
Vergeet niet om de hoeveelheid vaatwasmiddel te
halveren.
TABLET (Tab)
Met deze instelling kan de prestatie van het programma
geoptimaliseerd worden, aan de hand van het afwasmiddel
dat gebruikt wordt.
Druk de toets START/PAUSE gedurende 3 seconden in (het
bijbehorende symbool gaat branden) als u gecombineerde vaa-
twasmiddelen in tabletvorm gebruikt (glansspoelmiddel, zout
en wasmiddel in 1 dosis).
Als u poeder of vloeibaar afwasmiddel gebruikt moet deze
optie worden uitgeschakeld.
UITSTE
De starttijd van het programma kan worden uitgesteld voor
een periode tussen 1 en 12 uur.
1. De UITSTEL-toets indrukken: het overeenkomstige symbool
«h» verschijnt op het display; telkens wanneer u de toets
indrukt zal de tijd (1u, 2u, enz. tot max. 12 u) vanaf het begin
van het geselecteerde wasprogramma worden verhoogd.
2. Kies het wasprogramma, druk op de toets START/PAUZE
en sluit binnen 4 seconden de deur: de timer begint met
aftellen.
3. Wanneer de tijd verstreken is, wordt het controlelampje «h»
uitgeschakeld en begint het wasprogramma.
Druk op de UITSTEL-toets om de uitsteltijd aan te passen en
een kortere periode te selecteren. Om te wissen, druk de toets
herhaaldelijk in totdat het controlelampje «h» van de gekozen
uitstelstart wordt uitgeschakeld.
Wanneer er een wasprogramma is gestart, kan de UITSTEL-
functie niet meer worden ingesteld.
5
NL
REKKEN VULLEN
BOVENSTE REK
Laden van kwetsbaar en licht vaatwerk: gla-
zen, kopjes, schoteltjes, lage saladekommen.
(laadvoorbeeld voor het bovenste rek)
DE HOOGTE VAN HET BOVENSTE REK AFSTELLEN
De hoogte van het bovenste rek kan worden
afgesteld: hoge stand voor groot serviesgoed in
de onderste mand en lage stand om optimaal
gebruik te maken van de opklapbare steunen,
door het creëren van meer ruimte naar boven
en botsen met de items die in het onderste rek
zijn geladen te voorkomen.
Het bovenste rek is uitgerust met een hoogte-
versteller bovenste rek (zie afbeelding) , zonder
op de hefbomen te hoeven drukken, opheen
door gewoon de zijkanten van het rek vast te
houden, zodra het rek stabiel in de bovenste positie staat.
Voor herstellen naar de lagere positie op de hefbomen A aan de
zijkanten van het rek drukken en de mand naar beneden verplaatsen.
Het is raadzaam de hoogte van het rek niet aan te passen wanne-
er het is geladen.
NOOIT de mand slechts aan één kant verhogen of verlagen.
OPVOUWBARE KLEPPEN MET VERSTELBARE STAND
De opvouwbare kleppen aan de zijkant kun-
nen worden opgevouwen of opengevouwen
voor een optimale rangschikking van het
serviesgoed in het rek.
Wijnglazen kunnen veilig in de opvouwbare
kleppen worden geplaatst door de steel van
elk glas in de overeenkomstige sleuven in te
voeren.
Afhankelijk van het model:
- om de kleppen open te vouwen moet u ze
omhoog schuiven en roteren of ze losmaken
van de klemmen en omlaag trekken.
- om de kleppen op te vouwen moet u ze
roteren en omlaag schuiven of ze omhoog
trekken en aan de klemmen vastmaken.
ONDERSTE REK
Voor potten, deksels, platen, saladekom-
men, bestek enz. Grote platen en deksels
moeten idealiter aan de zijkanten worden
geplaatst, om aanraking met de sproeie-
rarmen te voorkomen.
(laadvoorbeeld voor het onderste rek)
BESTEKKORF
Het is uitgerust met rasters aan de bovenkant, om het bestek beter te
kunnen rangschikken. Het mag alleen aan de voorkant van het onder-
ste rek worden geplaatst.
Messen en andere gebruiksvoorwerpen met scherpe randen moeten
in de bestekmand worden gezet met de punten naar beneden ge-
richt of horizontaal geplaatst in de opklapbare compartimenten op
het bovenste rek.
6
ADVIEZEN EN TIPS
ADVIEZEN
Verwijder alvorens de manden te laden alle voedselresten uit het
serviesgoed en leeg de glazen. Het serviesgoed hoeft niet tevoren
onder stromend water afgespoeld te worden.
Het serviesgoed zo rangschikken dat het stevig op zijn plaats staat en
niet omslaat; rangschik de containers met de openingen naar bene-
den gericht en de holle/bolle onderdelen schuin geplaatst, waardoor
het water elk oppervlak kan bereiken en vrij kan stromen.
Waarschuwing: zorg ervoor dat deksels, grepen, platen en koeken-
pannen de sproeierarmen niet belemmeren bij het draaien.
Plaats geen kleine voorwerpen in de bestekmand.
Erg vervuild vaatwerk en pannen moeten in de onderste mand
worden geplaatst, omdat in deze ruimte de watersproeiers sterker
zijn en hogere wasprestaties hebben.
Zorg ervoor dat na het laden van het apparaat de sproeierarmen vrij
kunnen draaien.
HYGIËNE
Om te voorkomen dat zich geur en afzetting ophoopt in de afwasma-
chine moet u ten minste één per maand een programma met hoge
temperatuur laten draaien. Gebruik een theelepel vaatwasmiddel en
laat het apparaat zonder lading draaien.
ONGESCHIKT SERVIESGOED
• Houten servies en bestek.
• Kwetsbare gedecoreerde glazen, artistiek handwerk en antiek ser-
viesgoed. Hun decoraties zijn hier niet tegen bestand.
• Delen van synthetisch materiaal die niet bestand zijn tegen hoge
temperaturen.
• Koperen en tinnen serviesgoed.
• Serviesgoed bevuild met as, was, smeervet of inkt.
De kleuren van glasdecoraties en aluminium/zilveren stukken kunnen
wijzigen en vervagen tijdens het wasproces. Sommige soorten glas
(bv. kristallen voorwerpen) kunnen na een aantal wascyclussen ook
dof worden.
SCHADE AAN GLASWERK EN SERVIESGOED
• Gebruik alleen glas en porselein waarvan de fabrikant garandeert
dat het veilig is voor de afwasmachine.
• Gebruik een zacht vaatwasmiddel dat geschikt is voor serviesgoed
• Haal glazen en bestek uit de afwasmachine zodra het waspro-
gramma afgelopen is.
1. WATERAANSLUITING CONTROLEREN
Controleer of de wasmachine is aangesloten op de waterleiding
en of de waterkraan open is.
2. DE AFWASMACHINE INSCHAKELEN
Open de deur en druk op de toets AAN/UIT.
3. DE REKKEN VULLEN
(zie REKKEN VULLEN)
4. HET VAATWASMIDDELMIDDELDOSEERBAKJE VULLEN
(zie PROGRAMMATABEL).
5. HET PROGRAMMA KIEZEN EN DE CYCLUS AANPASSEN
Selecteer het meest geschikte programma in overeenstemming
met het soort serviesgoed en het niveau van vervuiling
(zie BESCHRIJVING PROGRAMMA) door de P-toets in te drukken.
Selecteer de gewenste opties (zie OPTIES EN FUNCTIES).
6. START
Start het de wascyclus door op de START/PAUZE-toets (het
ledlampje brandt) te drukken en de deur binnen 4 seconden te
sluiten. U hoort een enkele piep wanneer het programma start.
Als de deur niet binnen 4 seconden is gesloten, hoort u een geluid
ter waarschuwing. Open in dat geval de deur, druk op de
START/PAUZE-toets en sluit de deur weer binnen 4 seconden.
7. EINDE VAN HET WASPROGRAMMA
Het einde van de wascyclus wordt aangegeven door pieptonen en
door knipperen van het nummer van de wascyclus op het display.
De deur openen en het apparaat uitschakelen door op de toets
AAN/UIT te drukken.
Een paar minuten wachten voordat het serviesgoed wordt ver-
wijderd - om brandwonden te voorkomen. De rekken uitladen, te
beginnen met het onderste rek
DAGELIJKS GEBRUIK
De machine wordt tijdens bepaalde langere perioden van inactiv-
iteit automatisch uitgeschakeld, om het elektriciteitsverbruik te
minimaliseren. Als het serviesgoed slechts licht bevuild is of als
het voordat het in de afwasmachine wordt geplaatst met water is
afgespoeld kan de hoeveelheid vaatwasmiddel dienovereenkom-
stig worden verminderd.
WIJZIGEN VAN EEN LOPEND PROGRAMMA
Als u een verkeerd programma heeft gekozen, kunt u het programma
wijzigen mits het net is begonnen: open de deur en houd de
AAN/UIT-toets ingedrukt. De machine wordt uitgeschakeld.
Schakel de machine weer in met de AAN/UIT-toets en selecteer
het nieuwe wasprogramma en eventuele gewenste opties; start de
wascyclus door de START/PAUZE-toets in te drukken en de deur te
sluiten binnen 4 seconden.
EXTRA SERVIESGOED TOEVOEGEN
Open de deur (START/PAUZE-ledlampje begint te knipperen) zonder
de machine uit te schakelen (pas op voor hete stoom!) en plaats het
serviesgoed in de afwasmachine. Druk op de START/PAUZE-toets en
sluit de deur binnen 4 seconden. Het programma gaat verder vanaf
het punt waarop het was onderbroken.
ONGEWENSTE ONDERBREKINGEN
Als de deur geopend wordt tijdens de wascyclus, of als er sprake is
van een stroomonderbreking, stopt het programma. Om de cyclus te
hernemen vanaf het punt waarop het was onderbroken, drukt u op
de START/PAUZE-toets-knop en sluit u de deur binnen 4 seconden.
Voor meer informatie over de functies kunt u een Gids voor Gebruik en
Verzorging downloaden van de WEBSITE, volgens de instructies op de
laatste pagina.
7
NL
HET FILTERSYSTEEM REINIGEN
Reinig het ltersysteem regelmatig, zodat de lters niet verstoppen en
het afvalwater correct weg stroomt.
Het ltersysteem bestaat uit drie lters die voedselresten uit het afwa-
swater verwijderen en vervolgens het water opnieuw laten circuleren:
houd ze goed schoon, voor de beste wasresultaten.
De afwasmachine mag niet worden gebruikt zonder lters of als
het lter is losgeraakt.
Controleer het ltersysteem na meerdere wasbeurten en reinig het
eventueel grondig onder stromend water, met een niet-metalen bor-
stel en volgens de onderstaande instructies:
1. Draai het cilindrische lter A linksom en trek het uit (Afb. 1).
2. Verwijder het houderlter B door licht op de zijkleppen te drukken
(Afb. 2).
3. Schuif de roestvrij stalen plaat lter C er uit (Afb. 3) .
4. Inspecteer de sifon en verwijder eventuele voedselresten. VERWIJ-
DER NOOIT de pompbescherming van het wasprogramma (zwart
detail) (Afb. 4).
Na het schoonmaken van het lter het ltersysteem opnieuw plaatsen
en goed op zijn plaats zetten; dit is essentieel voor het behoud van de
eciënte werking van de afwasmachine.
A
A
B
C
DE SPROEIERARMEN REINIGEN
Af en toe kunnen er voedselresten op de sproeierarmen vastzitten en
worden de openingen voor het water sproeien geblokkeerd. Het is da-
arom raadzaam dat u de armen van tijd tot tijd controleert en ze met
een kleine niet-metalen borstel schoonmaakt.
Voor het verwijderen van de bovenste sproeierarm de kunststof bor-
gring linksom draaien. De bovenste sproeierarm moet worden vervan-
gen, zodat de zijde met het grotere aantal openingen naar boven is
gericht.
De onderste sproeierarm kan worden verwijderd door het omhoog te
trekken.
DE TOEVOERSLANG REINIGEN
Als de waterslangen nieuw zijn of een langere periode niet zijn gebruikt
laat dan, voordat de benodigde aansluitingen worden uitgevoerd, het
water lopen, om ervoor te zorgen het helder is en vrij van onzuiverheden.
Als deze voorzorgsmaatregel niet wordt genomen kan de waterinlaat
geblokkeerd worden en kan de afwasmachine beschadigd raken.
REINIGING EN ONDERHOUD
1 2
3 4
8
Uw afwasmachine werkt mogelijk niet goed.
Controleer of het probleem opgelost kan worden door de onderstaande lijst na te lopen voordat u contact opneemt met het servicecenter.
PROBLEMEN OPLOSSEN
PROBLEMEN MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSINGEN
De afwasmachi-
ne start niet of
reageert niet op
opdrachten.
Het apparaat is niet goed aangesloten. Steek de stekker in het stopcontact.
Stroomuitval. De afwasmachine start automatisch wanneer er weer stroom is.
De deur van de afwasmachine is niet goed
gesloten.
De deur krachtig aanduwen totdat u de "klik" hoort.
Het reageert niet op opdrachten.
Het toestel uitschakelen door de knop AAN/UIT in te drukken, na ongeveer
een minuut weer inschakelen en het programma resetten.
De afwasmachine
pompt niet af.
Het wasprogramma is nog niet klaar. Wacht totdat het wasprogramma klaar is.
Er zit een knik in de afvoerslang. Controleer of er geen knik zit in de afvoerslang (zie INSTALLATIEGIDS).
De pijp van de gootsteenafvoer is geblok-
keerd.
Reinig de pijp van de gootsteenafvoer.
Het lter is verstopt met voedselresten Reinig het lter (zie HET FILTERSYSTEEM REINIGEN).
De afwasmachine
maakt veel lawaai.
Het vaatwerk rammelt tegen elkaar. Rangschik het serviesgoed goed (zie REKKEN VULLEN).
Er is een bovenmatige hoeveelheid schuim
geproduceerd.
Het vaatwasmiddel is niet goed afgemeten of het is niet geschikt voor
gebruik in afwasmachines (zie REKKEN VULLEN) . De afwasmachine resetten
door op de toets AFVOER te drukken (zie OPTIES EN FUNCTIES) en een nieuw
programma zonder vaatwasmiddel laten lopen.
Het vaatwerk is
niet schoon.
Het serviesgoed is niet goed gerangschikt. Rangschik het serviesgoed goed (zie REKKEN VULLEN).
De sproeierarmen kunnen niet vrij draaien,
ze worden door het vaatwerk belemmerd.
Rangschik het serviesgoed goed (zie REKKEN VULLEN).
Het wasprogramma is te zacht. Selecteer een geschikt wasprogramma (zie PROGRAMMATABEL).
Er is een bovenmatige hoeveelheid schuim
geproduceerd.
Het vaatwasmiddel is niet goed afgemeten of het is niet geschikt voor gebru-
ik in afwasmachines .
De dop op het glansspoelmiddelcomparti-
ment is niet correct afgesloten.
Zorg ervoor dat de dop van het glansspoelmiddelbakje is gesloten.
Het lter is bevuild of verstopt. Reinig het ltersysteem (zie VERZORGING EN ONDERHOUD).
Er is geen zout. Vul het zoutreservoir (zie HET ZOUTRESERVOIR BIJVULLEN).
ONDERHOUD EN HANDLEIDING VOOR PROBLE-
EMOPLOSSING
Zie voor informatie, onderhoudsprocedures en probleemoplossing de
Gids voor Gebruik en Verzorging.
De Gids voor Gebruik en Verzorging kan worden verkregen bij:
• Consumentenservice; kijk voor het telefoonnummer in het garan-
tieboekje.
• downloaden van website: docs.indesit.eu
• gebruik QRcode:
TECHNISCH GEGEVENSBLAD
De technische gegevens over het energieverbruik kunnen worden
gedownload van de website:
docs.indesit.eu
CONTACT OPNEMEN MET DE CONSUMENTENSERVICE
Wanneer u contact opneemt met de consumentenservice moet u de
codes vermelden die staan aangegeven op het typeplaatje aan de
linker- of rechterkant in de deur van de
afwasmachine. Het telefoonnummer dat
wordt vermeld in het Garantieboekje of op
de website:
www.indesit.com
IEC 436
:
400011361170
04/2019 jk - Xerox Fabriano
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8

Indesit DSIC 3M19 Daily Reference Guide

Type
Daily Reference Guide