De Dietrich PSS200 Handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

29
WAARSCHUWINGEN EN BELANGRIJKE ADVIEZEN
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat behorende instructieboekje bewaard blijft. Zou het
apparaat door u aan iemand anders gegeven of verkocht worden, of zou het apparaat in het huis van
waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de nieuwe gebruik(st)er over het instructieboekje en de
daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen beschikken.
Indien dit apparaat in de plaats van een oud model met haak- of veersluiting opgesteld wordt, dan is
het raadzaam de sluiting van het oude apparaat, dat terzijde gezet wordt, onbruikbaar te maken.
Hiermee wordt voorkomen dat spelende kinderen zich erin opsluiten, hetgeen levensgevaarlijk is.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te
hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door
kinderen, personen met verminderde
lichamelijke, zintuigelijke of geestelijke
capaciteiten of een gebrek aan kennis en
ervaring, tenzij er toezicht is ingesteld door de
persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid of tenzij zij van deze persoon
instructies hebben gekregen over het gebruik.
Laat kinderen niet zonder toezicht in de buurt van
het apparaat.
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit
apparaat of de eigenschappen daarvan te
veranderen.
Neem vóór u aan onderhouds- of
schoonmaakwerkzaamheden begint altijd de
stekker uit het stopcontact.
Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig bij het tillen.
Het direct vanuit een vriesvak, vriesgedeelte of
vriezer consumeren van ijslolly’s en dergelijke, kan
verbranding van de mondhuid tot gevolg hebben;
Heel goed oppassen, tijdens het verplaatsen,
dat de delen van het koelcircuit niet zodanig
worden beschadigd, dat de koelvloeistof naar
buiten zou kunnen lekken.
Plaats het apparaat niet in de nabijheid van
een centrale verwarming of een gasfornuis.
Vermijd een installatieplaats met
rechtstreekse zoninval.
Zorg dat er voldoende lucht aan de achterkant
van het apparaat kan circuleren. Vermijd
schade aan de koelkringloop.
Alléén voor diepvrieskasten (uitgezonderd
ingebouwde): het apparaat kan zeer goed in
de kelder geplaatst worden.
Plaats elektrische apparaten (bijv.
ijsmachines) nooit in het apparaat.
Onderhoud / Reparatie
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de
elektrische huisinstallatie ten behoeve van de
installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door
een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden.
Laat inspectie- en/of herstelwerkzaamheden
uitvoeren door een erkend servicecentrum en
laat geen andere dan originele
reserveonderdelen plaatsen.
Tracht, in geval van storing of een defect, dit
apparaat niet zelf te repareren. Reparaties welke
door niet-deskundige personen uitgevoerd
worden, kunnen tot schade of een ernstigere
storing leiden. Raadpleeg het plaatselijke
servicecentrum en vraag altijd om originele
reserveonderdelen.
Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in de
koudekringloop; het onderhoud en het bijvullen
dient daarom uitsluitend door deskundig
personeel uitgevoerd te worden.
Gebruik
Huishoudelijke koel- en/of vriesapparaten zijn
uitsluitend bedoeld voor het bewaren en/of
invriezen van eet- of drinkbare producten.
De beste resultaten worden bereikt bij een
omgevingstemperatuur tussen +18°C en +43°C
(klasse T); tussen +18°C en 38°C (klasse ST);
tussen +16°C en 32°C (klasse N); +10°C en
32°C (klasse SN); de klasse staat op het
typeplaatje vermeld.
Attentie: u dient niet alleen rekening te houden
met de omgevingstemperatuur voor dit type
product, maar tevens met de volgende
aanwijzingen: wanneer de
omgevingstemperatuur onder de aangeduide
minimum waarde daalt, wordt de
bewaartemperatuur in het vriesvak niet meer
gegarandeerd; u kunt de bewaarde
levensmiddelen dan het beste zo snel mogelijk
nuttigen.
Ontdooide diepvriesproducten mogen niet
wederom ingevroren worden.
Volg de raadgevingen van de fabrikant op met
betrekking tot waar en hoe u spijzen en dranken
bewaart of invriest.
De vriezende binnenwanden of -vlakken in het
30
apparaat bevatten koelmiddel. Plaats geen
scherpe voorwerpen tegen zo’n wand of vlak .
Lekkage kan het gevolg zijn, hetgeen een
onherstelbare schade aan het apparaat en
bederf van de levensmiddelen veroorzaakt.
SCHRAAP EVENMIN MET SCHERPE
VOORWERPEN rijp of ijs af Rijp kan verwijderd
worden met een kunststof spatel. Verwijder ijs
niet met geweld. IJs wordt alleen verwijderd bij
het ontdooien van het apparaat.
Plaats geen koolzuurhoudende of mousserende
dranken in het vriesvak, het vriesgedeelte of de
vriezer, omdat de blikjes of flessen onder druk
komen te staan; Hierdoor kunnen deze
exploderen, waardoor het apparaat beschadigd
wordt. Gebruik geen andere mechanische
toestellen of kunstmatige middelen om het
ontdooiingsproces te versnellen dan die, die door
de fabrikant aanbevolen worden. Gebruik geen
metalen voorwerpen om uw apparaat schoon te
maken, omdat het hierdoor beschadigd kan
worden.
Installatie
Tijdens de normale werking worden de
condensator en de compressor aan de
achterkant behoorlijk warm. Uit
veiligheidsoverwegingen dient voor een minimum
aan ventilatie te worden gezorgd, zoals
aangeduid wordt in de instructies.
Let op: Zorg ervoor dat de
ventilatieopeningen niet bedekt worden.
Kijk uit dat het apparaat niet op het aansluitsnoer
staat.
Belangrijk: Als het aansluitsnoer beschadigd
raakt, moet het snoer, eventueel met stekkers,
vervangen worden; deze onderdelen zijn
verkrijgbaar bij de fabrikant of onze
serviceafdeling.
Indien het apparaat horizontaal vervoerd wordt
kan olie vanuit de compressor in het koelcircuit
vloeien. Wacht, na het plaatsen van het apparaat,
ten minste twee uur alvorens de stekker in het
stopcontact te steken, zodat de olie terug kan
vloeien naar de compressor.
Er zijn werkende delen die warm worden. Zorg
altijd voor een goede ventilatie, omdat anders
onderdelen kapot kunnen gaan en de inhoud van
de diepvriezer verloren kan gaan. Zie de
installatie-instructies.
Delen die heet worden mogen niet toegankelijk
zijn. Plaats het apparaat waar mogelijk tegen een
muur.
Milieubescherming
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in de
isolatie, geen ozononvriendelijke stoffen.
Het apparaat mag niet samen met huisvuil of
gesloopte apparaten weggegooid worden. Vermijd
dat het koelcircuit wordt beschadigd, vooral aan de
achterkant in de buurt van de warmtewisselaar.
Informeer bij uw gemeente naar de dumpgebieden
in uw woonplaats. De materialen in dit apparaat die
voorzien zijn van het symbool zijn geschikt voor
recycling.
Weggooien van oude apparaten
Het symbool op het product of op de
verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudafval mag worden behandeld, maar moet
worden afgegeven bij een verzamelpunt waar
elektrische en elektronische apparatuur wordt
gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de
juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk
negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich
zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie
over het recyclen van dit product, kunt u contact
opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging
of de winkel waar u het product hebt gekoch.
31
INHOUD
AANWIJZINGZN VOOR HET WEGWERPEN VAN
VERPAKKINGSMATERIAAL
Het verpakkingsmateriaal van onze grote elektische
huishoudelijke apparaten kan met uitzondering van
houten onderdelen, gerecycled worden en dus bij
het kringloopafval worden gezet.
Wij bevelen u aan om:
Papier, karton en golfkarton in de speciale
papierbakken te werpen.
Plastik verpakkingsmateriaal in de speciaal
daarvoor bestemde plastic-containers te gooien.
Indien dit soort bakken in uw buurt nog niet
voorkomen mag u hat materiaal aan de
vuilnisman meegeven.
Als verpakkingsmateriaal gebruiken wij slechts
recycleerbare kunststoffen, zoals bijv.:
In de voorbeelden staatt
PE voor Polyethyleen** 02 = ^ PE-HD; 04 = ^ PE-LD
PP voor Polypropyleen
PS voor Polystyrol
PLASTIC BESTANDDELEN
Om er gemakkelijker achter te komen hoe u het
materiaal van dit apparaat moet wegwerpen en /of
recycleren zijn er op verschillende punten
herkenbare symbolen op aangebracht.
PS
SAN
ABS
02**
PE
05
PP
06
PS
Waarschuwingen en Belangrijke adviezen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Aanwijzingzn voor het wegwerpen van verpakkingsmateriaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Het gebruik - Reiniging van de binnenkant - Bedienings- en kontroleinrichting . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Het gebruik - In werkingstelling en tempertuurregeling - Koelen van levensmiddelen- . . . . . . . . . . . . . . . . .
De bescherming van voedingsmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Het gebruik - Verplaatsbare platen - Het verplaatsen van deurvakken - Luchtcirculatie . . . . . . . . . . . . . . . 34
Bedienings- en kontroleinrichting Vrieskast . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Tips - Tips het koelen - Tips het invriezen - Tips het diepvriesprodukten - Onderhoud . . . . . . . . . . . . .
Schoonmaken - Geprolongeerd stilstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Onderhoud - Vervangen ven de lamp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Het ontdooien - Storing - Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Installatie - Plaats van opstelling - Elektrische aansluiting - Nismaten - Scapblokkering . . . . . . . . . . . . . . 40
32
Reiniging van de binnenkant
Voor u de kast in gebruik neemt, dient u de
binnenkant met lauw water en een neutraal
schoonmaakmiddel te reinigen om de typische geur
van een nieuw apparaat weg te nemen. Droog
vervolgens de wanden goed af.
HET GEBRUIK
Het bedieningspaneel
Gebruik geen schurende
schoonmaakmiddelen, waarmee u de
afwerkingen van het apparaat zou kunnen
beschadigen.
A. Controlelampje AAN/UIT
B. Toets AAN/UIT
C. Toetsen om te temperatuur te regelen (warmer)
D. Temperatuuraanduiding van de koelkast
A. Controlelampje AAN/UIT
B.Toets AAN/UIT
AAN: Druk op toets (B). Het controlelampje (A)
gaat branden.
UIT: Druk net zolang op toets (B) tot het
controlelampje (A) en de temperatuuraanduiding
uitgaan.
C.– E. Toetsen om de temperatuur
te regelen
De temperatuur kan tussen de +2°C en +8°C worden
ingesteld.
Door op de toets (C of E) te drukken, verschijnt de
temperatuur knipperend op de aanduiding (B). Het is
uitsluitend mogelijk de temperatuur door middel van
de knipperende aanduiding te wijzigen. Om een
hogere temperatuur in te stellen, dient men op toets
(C) te drukken, om een lagere temperatuur in te
stellen op toets (E). De aanduiding toont nog
gedurende enkele seconden de zojuist
geselecteerde temperatuur om vervolgens de
temperatuur in de koelkast aan te duiden.
De ingestelde tempratuur zaal binnen 24 uur bereikt
worden.
C
A
B
D
E
F
G
Let op!
Gedurende de stabiliseringperiode bij de eerste
inwerkingstelling kan het zijn dat de aangeduide
temperatuur niet overeenkomt met de ingestelde
temperatuur. Gedurende deze periode is het
mogelijk dat de aangeduide temperatuur lager is
dan de ingestelde temperatuur.
D.Temperatuuraanduiding
Gedurende de normale werking wordt de
gemiddelde temperatuur van de koelkast aangeduid.
Let op!
Het is normaal dat er verschil is tussen de
aangeduide en de ingestelde temperatuur. Vooral
wanneer:
- de ingestelde temperatuur kort geleden is
veranderd.
- de deur gedurende lange tijd open heeft gestaan.
- warm voedsel in de koelkast is gezet.
E. Toetsen om te temperatuur te regelen (kouder)
F. Controlelampje Coolmatic
G. Toets van de functie Coolmatic
33
F. Controlelampje Coolmatic
G.Toets van de functie Coolmatic
Met de functie Supercooling wordt de koelkast op de
maximum koelprestatie ingesteld. Dit wordt
aangeraden voor wanneer er grote hoeveelheden
voedsel in gezet worden.
Druk op de toets voor de functie Supercooling (G).
Het controlelampje Supercooling (F) gaat branden.
De interne temperatuur daalt tot +2°C.
Na ongeveer 6 uur wordt de functie Supercooling
automatisch uitgeschakeld.
In werkingstelling en
temperatuurregeling
Steek de stekker in het stopcontact. Druk op toets
(B). De koelkast is ingeschakeld.
De koelkast is ingesteld op een temperatuur van
+5°C. Deze temperatuur wordt na enkele uren
bereikt.
Zodra de koelkast ingeschakeld is, verschijnt de
temperatuur va1n de koelkast op de aanduiding (D).
Koelen van levensmiddelen
Voor een optimaal gebruik van de koelruimte
adviseren wij u de volgende eenvoudige regels in
acht te nemen:
Plaats geen warme of dampende spijzen of
dranken in de koelruimte;
dek vooral sterk geurend voedsel af of verpak
het;
plaats de levensmiddelen zo, dat de lucht vrij
eromheen kan cirkuleren.
Uitleg van de symbolische tekens van het koude gebied
Het symbool hiernaast duidt de plaats aan van het koudste gedeelte van ijskast.
K
oudste gebied:
lager of gelijk aan +4°C
Vlees, pluimvee, vis, vleeswaren, kant en klare gerechten, gemengde salades, gerechten en gebak gemaakt
van eieren of slagroom, verse pasta, taartdeeg, pizza/quiche, verse producten en kaas gemaakt van verse
melk, groenten klaar voor gebruik verpakt in plastic zakjes en meer in het algemeen alle verse producten,
waarvan de vervaldatum in verband staat met een conserveringtemperatuur die lager is dan of gelijk aan +4°C.
Temperatuuraanduiding
Thermostaat die afgesteld moet worden Goede temperatuur
De temperatuuraanduiding maakt het mogelijk de goede werking van uw ijskast te controleren.
Op de aanduiding verschijnt het opschrift "OK", wanneer het koudste gebied een temperatuur bereikt die lager
is dan, of gelijk aan 4°C.
Indien de temperatuur hoger is dan 4°C blijft de aanduiding zwart. De gebruiker dient de temperatuur van de
ijskast in dit geval dus te verlagen door de thermostaat af te stellen.
LET OP: Als de deur van de ijskast lang open blijft staan, wordt de interne temperatuur verhoogd. Om de
temperatuur op de juiste manier te meten, dient de aanduiding binnen 30 seconden afgelezen te worden.
DE BESCHERMING VAN VOEDINGSMIDDELEN
34
D338
Verplaatsbare platen
De koelkastwanden zijn van richels voorzien, zodat
u de platen naar wens op verschillende hoogten
kunt plaatsen.
U krijgt meer ruimte in de koeler, wanneer u het
voorste deel van de rekjes omklapt.
Het verplaatsen van deurvakken
De ruimte tussen deurvakken kan naar behoefte
aangepast worden. Ga daartoe als volgt te werk:
Trek het vak geleidelijk naar de door de pijlen
aangegeven richting totdat het loskomt. Daarna
verplaats het vak naar de gewenste hoogte.
PRXXX
A
Luchtcirculatie
De binnenruimte van de koelkast is voorzien van een
speciale ventilator, die door mid-del van een
schakelaar A wordt ingeschakeld. Wanneer het groe-
ne lampje brandt, betekent dit dat de ventilator loopt.
Aangeraden wordt de ventilator te gebruiken,
wanneer de omgevingstemperatuur de 25°C over-
schrijdt.
Deze inrichting staat een snelle koeling van de
levensmiddelen toe en een betere gelijkvormigheid
van de temperatuur binnenin de koelkast.
35
A. Controlelampje AAN/UIT
B.Toets AAN/UIT
AAN: Als u knop (B) indrukt, functioneert het apparaat in
zijn geheel. Het controlelampje (A) gaat branden.
UIT: Druk net zolang op toets (B) tot het
controlelampje (A) en de temperatuuraanduiding
uitgaan.
C.–E.Toetsen om de temperatuur
te regelen
De temperatuur kan tussen de -15°C en -24°C
worden ingesteld.
Door op de toets (C of E) te drukken, verschijnt de
temperatuur knipperend op de aanduiding (D). Het is
uitsluitend mogelijk de temperatuur door middel van
de knipperende aanduiding te wijzigen. Om een
hogere temperatuur in te stellen, dient men op toets
(C) te drukken, om een lagere temperatuur in te
stellen op toets (E). De aanduiding toont nog
gedurende enkele seconden de zojuist
geselecteerde temperatuur om vervolgens de
temperatuur in de diepvriezer aan te duiden.
De ingestelde tempratuur zal binnen 24 uur beriekt
worden.
Let op!
Gedurende de stabiliseringperiode bij de eerste
inwerkingstelling kan het zijn dat de aangeduide
temperatuur niet overeenkomt met de ingestelde
temperatuur. Gedurende deze periode is het mogelijk
dat de aangeduide temperatuur lager is dan de
ingestelde temperatuur.
Bedienings- en kontroleinrichting Vrieskast
A. Controlelampje AAN/UIT
B. Toets AAN/UIT van de apparat
C. Toets om te temperatuur te regelen (warmer)
D. Temperatuuraanduiding van de diepvriezer
E. Toets om te temperatuur te regelen (kouder)
A
B
D
EF
CGI
H
D.Temperatuuraanduiding
Gedurende de normale werking wordt de
gemiddelde temperatuur van de koelkast aangeduid.
Let op!
Het is normaal dat er verschil is tussen de
aangeduide en de ingestelde temperatuur. Vooral
wanneer:
- de ingestelde temperatuur kort geleden is
veranderd.
- de deur gedurende lange tijd open heeft gestaan.
- warm voedsel in de diepvriezer is gezet.
Verschillen tot 5°C in de diepvriezer zijn in ieder
geval normaal.
F. Controlelampje Frostmatic
G.Toets van de functie Frostmatic
Om vers voedsel in te vriezen is het noodzakelijk de
functie Frostmatic in te schakelen.
Druk op toets (G). Het controlelampje (F) gaat
branden.
Indien men de functie voor snel invriezen wil
onderbreken, dient men opnieuw op toets (G) te
drukken, anders wordt deze functie automatisch
schakeld
na 54 uur uit.
Het controlelampje (F) gaat uit.
F. Controlelampje Frostmatic
G. Toets van de functie Frostmatic
H. Alarmcontrolelampje
I. Toets om het alarm uit te schakelen
Let op!
Wanneer wordt de functie Frostmatic gebruikt
Ongeveer 6
uur tevoren
Ongeveer 24
uur tevoren
Niet nodig
Niet nodig
Kleine hoeveelheden vers voedsel in de
diepvriezer leggen (ongeveer 5 kg)
Maximum hoeveelheid vers voedsel in de
diepvriezer leggen (zie plaatje
serienummer)
Diepvriesproducten in de diepvriezer
leggen
Dagelijks tot 2 kg kleine hoeveelheden vers
voedsel in de diepvriezer leggen
H. Alarmcontrolelampje
I. Toets om het alarm uit te
schakelen
Een abnormale verhoging van de temperatuur in de
diepvries (bijv. uitvallen van de elektriciteit) wordt
aangeduid door het knipperen van het
controlelampje (H) en door een geluidsignaal.
Wanneer de normale omstandigheden hersteld
worden, gaat het geluidsalarm uit, terwijl het
alarmcontrolelampje blijft knipperen.
Door op alarmtoets (I) te drukken, verschijnt op de
aanduiding (D) gedurende enkele seconden de
hoogste temperatuur die in de diepvriezer ontstaan is.
In werkingstelling en
temperatuurregeling
Steek de stekker in het stopcontact. Druk op toets
(G). De diepvriezer is ingeschakeld. De
diepvriezer is ingesteld op een temperatuur van -
18°C. Deze temperatuur wordt na enkele uren
bereikt.
Zodra de diepvriezer ingeschakeld is, verschijnt
de temperatuur van de diepvriezer op de
aanduiding (I). Het alarmcontrolelampje (M)
knippert en een geluidsignaal wordt
ingeschakeld.
Druk op de alarmtoets.
Het geluidsalarm wordt uitgeschakeld, terwijl het
alarmcontrolelampje (M) blijft branden, tot de
ingestelde temperatuur bereikt wordt.
Het invriezen van levensmiddelen
Het vriesvak is geschikt om verse
levensmiddelen in te vriezen en om bevroren en
diepgevroren levensmiddelen gedurende lange tijd
te bewaren.
Druk minstens 24 uur tevoren op de Frostmatic toets
(G), om verse levensmiddelen in te vriezen.
Plaats de in te vriezen levensmiddelen in het figur;
daar is de temperatuur het laagst.
Het ontdooien van ingevroren
produkten
De diepvriesprodukten moet u vóór gebruik in de
koelkast of bij kamertemperatuur laten ontdooien, al
naar gelang de beschikbare tijd.
Kleine of in stukken ingevroren produkten kunnen
onmiddellijk gekookt of gebakken worden. De kook-
of baktijd zal dan natuurlijk iets langer zijn.
Jslaatjes
Bij het apparaat worden 1 of meerdere ijslaatjes
voor het maken van ijsblokjes geleverd. Vul ze met
drinkwater en plaats ze in het vriesvak.
Gebruik geen metalen voorwerpen om de laatjes
los te wrikken!
Bewaren van diepvriesprodukten
Indien u de koelkast voor het eerst in gebruik neemt
of haar weer gebruikt na een periode van stilstand,
dient u de thermostaatknop op de koudste stand te
draaien. Plaats vervolgens de diepvriesprodukten na
twee uur in de kast en draai de thermostaat terug
naar de gebruikelijke stand.
Belangrijk
Open de vriesvakdeur niet tijdens stroomuitval.
Wij adviseren u om na een stroomuitval de
diepvries-produkten in korte tijd te konsumeren
(een temperatuurstijging verkort de
houdbaarheidsduur van de produkten). De
normale houdbaarheid wordt niet aangetast
indien de stroomuitval kort was (minder dan 6-8
uur) en het vriesvak vol is.
Koude-accu’s
In één van de laden van de vriesruimte bevinden zich
één of meer koude-accu’s.
Als de stroom uitvalt of bij een storing aan het apparaat
verlengen de koude-accu’s de tijd tot de diepvriesartikelen
te warm worden met meerdere uren.
De koude-accu’s kunen dit echter alleen optimaal doen
als ze in de bovenste lade vooraan boven op de
diepvriesartikelen gelegd worden. De koude-accu’s
kunnen tijdelijk ook als koelelement voor koeltassen
gebruikt worden.
36
X
37
Tips het diepvriesprodukten
Neem de volgende regels in acht:
kontroleer dat de diepvrieprodukten in de winkel
op de juiste wijze bewaard worden;
breng de diepvriesprodukten na aankoop zo snel
mogelijk over naar het vriesvak;
open de deur altijd zo weinig en zo kort mogelijk.
Wees heel voorzichtig bij aankoop van
diepvriesprodukten, want gedeeltelijk ontdooide
waren mag u niet opnieuw invriezen.
Noteer de fabrikatiedatum en respekteer de
vervaldatum van de fabrikant.
TIPS
Tips het koelen
Enkele praktische tips:
Vlees (alle soorten): wordt in plastic zakjes op de
glazen plaat boven de groentelade geplaatst.
Bewaar vlees niet langer dan één of twee dagen.
Gekookt voedsel, koude schotels enz.: kunnen,
goed afgedekt, op elk rooster geplaatst worden.
Fruit en groente: worden schoongemaakt in de
groentelade(n) gelegd.
Boter en kaas: worden, om blootstelling aan de
lucht te voorkomen, in speciale koeldozen bewaard
of in plastic- of alluminiumfolie vepakt .
Flessen melk: worden, goed gesloten, in het
flessenrek geplaatst.
Bewaar niet-luchtdicht verpakte bananen,
aardappelen, uien of knoflook niet in de koelkast.
Tips het invriezen
Enkele belangrijke tips:
de max. hoeveelheid levensmiddelen die u kunt
invriezen in 24 uur staat aangegeven op het
“typeplaatje”;
het invriezen duurt 24 uur. Voeg gedurende deze
tijd geen andere in te vriezen levensmiddelen toe;
vries uitsluitend verse, goed schoongemaakte en
eerste kwaliteit levensmiddelen in;
verdeel de levensmiddelen in handzame porties.
Deze vriezen sneller in en bij later gebruik hoeft u
slechts de benodigde hoeveelheid te ontdooien:
verpak de levensmiddelen in handzame porties.
Deze vriezen sneller in en bij later gebruik hoeft u
slechts de benodigde hoeveelheid te ontdooie;
zorg ervoor dat in te vriezen pakjes niet in
aanraking komen met reeds ingevroren
produkten; de temperatuur van deze laatste zou
daardoor kunnen stijgen;
mager voedsel is ingevroren langer houdbaar
dan vet voedsel; ook zout verkort de
houdbaarheid;
vermijd rechtstreekse konsumptie van ijslollies uit
het vriesvak; u zou uw mondhuid kunnen
verbranden;
schrijf de invriesdatum op de pakjes zodat u de
houdbaarheidsduur kunt kontroleren;
De symbolen geven de diverse soorten diep-
vriesproducten aan.
De getallen geven voor iedere soort
diepvriesproduct de opslagtijd in maanden aan.
Of de hoogste of de laagste waarde van de
aangegeven opslagtijd geldt, hangt af van de
kwaliteit van de levensmiddelen en de
behandeling voorafgaand aan het invriezen.
plaats geen koolzuurhoudende of
mousserende dranken in het vriesvak; de
blikjes of flessen zouden kunnen ontploffen.
38
Schoonmaken
Gebruik nooit metalen voorwerpen voor het
schoonmaken van het apparaat; dit zou
beschadigingen tot gevolg kunnen hebben.
Reinig de binnenkant van de kast regelmatig met
lauw sodawater. Lap de wanden na met schoon
water en droog ze zorgvuldig.
Stop op de condensor verhoogt het energieverbruk.
Daarom eenmaal per jaar de condensor aan de
achterkant van het apparaat met een zachte borstel
of met de stopzuiger voorzichtig schoonmaken.
Geprolongeerd stilstand
Wij adviseren u vóór de periode dat de koelkast niet
gebruikt wordt de volgende handelingen uit te
voeren:
neem de steker uit de wandkontaktdoos;
verwijder alle spijzen en dranken uit de kast;
laat de kast geheel ontdooien en maak de
binnenwanden, rekken, korven en dergelijke
goed schoon;
laat de deuren open staan, teneinde het ontstaan
van onaangename geur te voorkomen.
Neem vóór iedere handeling altijd eerst de
steker uit de wandkontaktdoos.
Belangrijk: Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in de
koudekringloop; het onderhoud en het bijvullen dient
daarom uitsluitend door door het bedrijf aangewezen
deskundig personeel uitgevoerd te worden.
ONDERHOUD
Vervangen van de lamp
Koelkast
Om de lampe eventueel te vervangen, dient men op
de achterste vasthechting te drukken en tegelijkertijd
het dekseltje in de richting van de pijltjes weg te
nemen.
Vervang de lamp met een exemplaar van
gelijke sterkte (het maximum vermogen staat op
de lichtverspreider aangegeven)
39
Het ontdooien
Het ontdooien van de koelkast heeft automatisch
plaats elke keer dat de kompressor stopt. Het
dooiwater wordt via een afvoerkanaaltje opgevangen
in een bakje dat zich aan de achterkant van het
apparaat boven de kompressor bevindt. Hier
verdampt het water.
Wij raden u aan het gaatje in het afvoerkanaal
regelmatig schoon te maken, teneinde te
voorkomen dat het dooiwater de levensmiddelen
nat maakt. Gebruik voor het doorprikken het
staafje dat zich in het gaatje bevindt.
Het vriesvak van dit model daarentegen is van het
type "no frost"; Dit betekent dat zich tijdens de
werking totaal geen rijp vormt, noch op de
binnenwanden van het vriesvak, noch op de
voedingsmiddelen.
De afwezigheid van rijp komt door de voortdurende
circulatie van koude lucht in het vriesvak,
veroorzaakt door een automatisch bestuurde
ventilator.
D037
STORING
Indien het apparaat niet of niet goed funkioneert,
kontroleer dan:
of de steker goed in het stopkontakt zit;
of de elektriciteit soms uitgevallen is;
of de thermostaatknop op de juiste stand staat;
en indien er water op de bodem van de koeler
ligt, of het afvoerkanaaltje soms verstopt is (zie
hoofdstuk “Het ontdooien”).
Kunt u de storing niet zelf lokaliseren en
verhelpen,raadpleeg dan de dichtsbijzijnde
servicedienst.
Geef daarbij altijd het model en het typenummer
van de kast op. Deze gegevens vindt u op het
garantiebewijs of op het typeplaatje dat zich
linksonder aan de binnenzijde van het apparaat
bevindt.
TECHNISCHE GEGEVENS
Deze gegevens vindt u op het garantiebewijs of op het typeplaatje van het apparaat.
40
A
C
B
Plaatblokkering
Uw apparatuur is voorzien van blokkeringen,
waardoor de platen tijdens het transport op hun
plaats blijven.
Handel als volgt om deze te verwijderen:
Beweeg de blokkeringen in de richting van de pijl, til
de glasplaat aan de achterkant op en duw deze in
de richting van de pijl tot deze los raakt en verwijder
de blokkeringen.
Elektrische aansluiting
Overtuig u ervan dat de netspanning en de
netfrekwentie, welke op het typeplaatje in de kast
staan aangegeven, overeenkomen met de netspan-
ning en de netfrekwentie in uw woning. Een afwijking
op de netspanning tot plus of minus 6% is
toegestaan.
Bij aansluiting op een andere spanning dient u een
geschikte transformator te gebruiken.
De steker mag alleen geplaatst worden in een
geaard stopkontakt.
De kast is daarom voorzien van een speciaal drie-
aderig snoer, geschikt voor een geaard stopkontakt.
Mocht het stopkontakt in uw woning niet geaard zijn,
dan dient een erkend installateur het apparaat
volgens de geldende normen te aarden.
INSTALLATIE
Attentie
Het apparaat moet van het elektriciteitsnet
afgehaald kunnen worden; de stekker moet dus ook
na de installatie bereikbaar blijven.
Wij wijzen u er op dat schade of letsel,
veroorzaakt door het niet voldoen aan dit
veiligheidsvoorschrift, niet onder de
verantwoordelijkheid van de fabrikant valt.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-
richtlijnen:
- 87/308 EG-richtlijnvan 2.6.87 met betrekking
tot de radio-ontstoring.
- 73/23 EG-richtlijn van 19/02/73
(Laagspanning) en opeenvolgende wijzingen;
- 89/336 EG-richtlijn van 03/05/89
(Elektromagnetische compatibiliteit) en
opeenvolgende wijzingen.
Plaats van opstelling
Plaats het apparaat uit de buurt van
warmtebronnen: centrale verwarming, kachels, felle
zonnestralen enz.
Zie voor inbouw de betreffende aanwijzingen.

Documenttranscriptie

WAARSCHUWINGEN EN BELANGRIJKE ADVIEZEN Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat behorende instructieboekje bewaard blijft. Zou het apparaat door u aan iemand anders gegeven of verkocht worden, of zou het apparaat in het huis van waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de nieuwe gebruik(st)er over het instructieboekje en de daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen beschikken. Indien dit apparaat in de plaats van een oud model met haak- of veersluiting opgesteld wordt, dan is het raadzaam de sluiting van het oude apparaat, dat terzijde gezet wordt, onbruikbaar te maken. Hiermee wordt voorkomen dat spelende kinderen zich erin opsluiten, hetgeen levensgevaarlijk is. Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt. Algemene veiligheid • • Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen, personen met verminderde lichamelijke, zintuigelijke of geestelijke capaciteiten of een gebrek aan kennis en ervaring, tenzij er toezicht is ingesteld door de persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of tenzij zij van deze persoon instructies hebben gekregen over het gebruik. Laat kinderen niet zonder toezicht in de buurt van het apparaat. Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit apparaat of de eigenschappen daarvan te veranderen. installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden. • Laat inspectie- en/of herstelwerkzaamheden uitvoeren door een erkend servicecentrum en laat geen andere dan originele reserveonderdelen plaatsen. • Tracht, in geval van storing of een defect, dit apparaat niet zelf te repareren. Reparaties welke door niet-deskundige personen uitgevoerd worden, kunnen tot schade of een ernstigere storing leiden. Raadpleeg het plaatselijke servicecentrum en vraag altijd om originele reserveonderdelen. Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in de koudekringloop; het onderhoud en het bijvullen dient daarom uitsluitend door deskundig personeel uitgevoerd te worden. • • Neem vóór u aan onderhouds- of schoonmaakwerkzaamheden begint altijd de stekker uit het stopcontact. • Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig bij het tillen. • Het direct vanuit een vriesvak, vriesgedeelte of vriezer consumeren van ijslolly’s en dergelijke, kan verbranding van de mondhuid tot gevolg hebben; • Huishoudelijke koel- en/of vriesapparaten zijn uitsluitend bedoeld voor het bewaren en/of invriezen van eet- of drinkbare producten. • Heel goed oppassen, tijdens het verplaatsen, dat de delen van het koelcircuit niet zodanig worden beschadigd, dat de koelvloeistof naar buiten zou kunnen lekken. • • Plaats het apparaat niet in de nabijheid van een centrale verwarming of een gasfornuis. De beste resultaten worden bereikt bij een omgevingstemperatuur tussen +18°C en +43°C (klasse T); tussen +18°C en 38°C (klasse ST); tussen +16°C en 32°C (klasse N); +10°C en 32°C (klasse SN); de klasse staat op het typeplaatje vermeld. • Vermijd een installatieplaats met rechtstreekse zoninval. • Zorg dat er voldoende lucht aan de achterkant van het apparaat kan circuleren. Vermijd schade aan de koelkringloop. • Alléén voor diepvrieskasten (uitgezonderd ingebouwde): het apparaat kan zeer goed in de kelder geplaatst worden. • Plaats elektrische apparaten (bijv. ijsmachines) nooit in het apparaat. Onderhoud / Reparatie • Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de elektrische huisinstallatie ten behoeve van de Gebruik Attentie: u dient niet alleen rekening te houden met de omgevingstemperatuur voor dit type product, maar tevens met de volgende aanwijzingen: wanneer de omgevingstemperatuur onder de aangeduide minimum waarde daalt, wordt de bewaartemperatuur in het vriesvak niet meer gegarandeerd; u kunt de bewaarde levensmiddelen dan het beste zo snel mogelijk nuttigen. • Ontdooide diepvriesproducten mogen niet wederom ingevroren worden. • Volg de raadgevingen van de fabrikant op met betrekking tot waar en hoe u spijzen en dranken bewaart of invriest. • De vriezende binnenwanden of -vlakken in het 29 apparaat bevatten koelmiddel. Plaats geen scherpe voorwerpen tegen zo’n wand of vlak . Lekkage kan het gevolg zijn, hetgeen een onherstelbare schade aan het apparaat en bederf van de levensmiddelen veroorzaakt. SCHRAAP EVENMIN MET SCHERPE VOORWERPEN rijp of ijs af Rijp kan verwijderd worden met een kunststof spatel. Verwijder ijs niet met geweld. IJs wordt alleen verwijderd bij het ontdooien van het apparaat. • Plaats geen koolzuurhoudende of mousserende dranken in het vriesvak, het vriesgedeelte of de vriezer, omdat de blikjes of flessen onder druk komen te staan; Hierdoor kunnen deze exploderen, waardoor het apparaat beschadigd wordt. Gebruik geen andere mechanische toestellen of kunstmatige middelen om het ontdooiingsproces te versnellen dan die, die door de fabrikant aanbevolen worden. Gebruik geen metalen voorwerpen om uw apparaat schoon te maken, omdat het hierdoor beschadigd kan worden. Installatie • Tijdens de normale werking worden de condensator en de compressor aan de achterkant behoorlijk warm. Uit veiligheidsoverwegingen dient voor een minimum aan ventilatie te worden gezorgd, zoals aangeduid wordt in de instructies. Let op: Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet bedekt worden. • Kijk uit dat het apparaat niet op het aansluitsnoer staat. Belangrijk: Als het aansluitsnoer beschadigd raakt, moet het snoer, eventueel met stekkers, vervangen worden; deze onderdelen zijn verkrijgbaar bij de fabrikant of onze serviceafdeling. • Indien het apparaat horizontaal vervoerd wordt kan olie vanuit de compressor in het koelcircuit vloeien. Wacht, na het plaatsen van het apparaat, ten minste twee uur alvorens de stekker in het stopcontact te steken, zodat de olie terug kan vloeien naar de compressor. • Er zijn werkende delen die warm worden. Zorg altijd voor een goede ventilatie, omdat anders onderdelen kapot kunnen gaan en de inhoud van de diepvriezer verloren kan gaan. Zie de installatie-instructies. • Delen die heet worden mogen niet toegankelijk zijn. Plaats het apparaat waar mogelijk tegen een muur. 30 Milieubescherming Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in de isolatie, geen ozononvriendelijke stoffen. Het apparaat mag niet samen met huisvuil of gesloopte apparaten weggegooid worden. Vermijd dat het koelcircuit wordt beschadigd, vooral aan de achterkant in de buurt van de warmtewisselaar. Informeer bij uw gemeente naar de dumpgebieden in uw woonplaats. De materialen in dit apparaat die voorzien zijn van het symbool zijn geschikt voor recycling. Weggooien van oude apparaten Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekoch. AANWIJZINGZN VOOR HET WEGWERPEN VAN VERPAKKINGSMATERIAAL Het verpakkingsmateriaal van onze grote elektische huishoudelijke apparaten kan met uitzondering van houten onderdelen, gerecycled worden en dus bij het kringloopafval worden gezet. Wij bevelen u aan om: • Papier, karton en golfkarton in de speciale papierbakken te werpen. • Plastik verpakkingsmateriaal in de speciaal daarvoor bestemde plastic-containers te gooien. Indien dit soort bakken in uw buurt nog niet voorkomen mag u hat materiaal aan de vuilnisman meegeven. Als verpakkingsmateriaal gebruiken wij slechts recycleerbare kunststoffen, zoals bijv.: In de voorbeelden staatt 02** 05 06 PE PP PS PE voor Polyethyleen** 02 = ^ PE-HD; 04 = ^ PE-LD PP voor Polypropyleen PS voor Polystyrol PLASTIC BESTANDDELEN Om er gemakkelijker achter te komen hoe u het materiaal van dit apparaat moet wegwerpen en /of recycleren zijn er op verschillende punten herkenbare symbolen op aangebracht. PS SAN ABS INHOUD Waarschuwingen en Belangrijke adviezen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Aanwijzingzn voor het wegwerpen van verpakkingsmateriaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 Het gebruik - Reiniging van de binnenkant - Bedienings- en kontroleinrichting . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 Het gebruik - In werkingstelling en tempertuurregeling - Koelen van levensmiddelen- . . . . . . . . . . . . . . . . . De bescherming van voedingsmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Het gebruik - Verplaatsbare platen - Het verplaatsen van deurvakken - Luchtcirculatie . . . . . . . . . . . . . . . 34 Bedienings- en kontroleinrichting Vrieskast . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Tips - Tips het koelen - Tips het invriezen - Tips het diepvriesprodukten - Onderhoud . . . . . . . . . . . . . Schoonmaken - Geprolongeerd stilstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Onderhoud - Vervangen ven de lamp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Het ontdooien - Storing - Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 Installatie - Plaats van opstelling - Elektrische aansluiting - Nismaten - Scapblokkering . . . . . . . . . . . . . . 40 31 HET GEBRUIK Reiniging van de binnenkant Voor u de kast in gebruik neemt, dient u de binnenkant met lauw water en een neutraal schoonmaakmiddel te reinigen om de typische geur van een nieuw apparaat weg te nemen. Droog vervolgens de wanden goed af. Gebruik geen schurende schoonmaakmiddelen, waarmee u de afwerkingen van het apparaat zou kunnen beschadigen. Het bedieningspaneel AB C D E FG A. Controlelampje AAN/UIT E. Toetsen om te temperatuur te regelen (kouder) B. Toets AAN/UIT F. Controlelampje Coolmatic C. Toetsen om te temperatuur te regelen (warmer) G. Toets van de functie Coolmatic D. Temperatuuraanduiding van de koelkast A. Controlelampje AAN/UIT B. Toets AAN/UIT AAN: Druk op toets (B). Het controlelampje (A) gaat branden. UIT: Druk net zolang op toets (B) tot het controlelampje (A) en de temperatuuraanduiding uitgaan. C.– E. Toetsen om de temperatuur te regelen De temperatuur kan tussen de +2°C en +8°C worden ingesteld. Door op de toets (C of E) te drukken, verschijnt de temperatuur knipperend op de aanduiding (B). Het is uitsluitend mogelijk de temperatuur door middel van de knipperende aanduiding te wijzigen. Om een hogere temperatuur in te stellen, dient men op toets (C) te drukken, om een lagere temperatuur in te stellen op toets (E). De aanduiding toont nog gedurende enkele seconden de zojuist geselecteerde temperatuur om vervolgens de temperatuur in de koelkast aan te duiden. De ingestelde tempratuur zaal binnen 24 uur bereikt worden. 32 Let op! Gedurende de stabiliseringperiode bij de eerste inwerkingstelling kan het zijn dat de aangeduide temperatuur niet overeenkomt met de ingestelde temperatuur. Gedurende deze periode is het mogelijk dat de aangeduide temperatuur lager is dan de ingestelde temperatuur. D. Temperatuuraanduiding Gedurende de normale werking wordt de gemiddelde temperatuur van de koelkast aangeduid. Let op! Het is normaal dat er verschil is tussen de aangeduide en de ingestelde temperatuur. Vooral wanneer: - de ingestelde temperatuur kort geleden is veranderd. - de deur gedurende lange tijd open heeft gestaan. - warm voedsel in de koelkast is gezet. F. Controlelampje Coolmatic Koelen van levensmiddelen G. Toets van de functie Coolmatic Voor een optimaal gebruik van de koelruimte adviseren wij u de volgende eenvoudige regels in acht te nemen: Met de functie Supercooling wordt de koelkast op de maximum koelprestatie ingesteld. Dit wordt aangeraden voor wanneer er grote hoeveelheden voedsel in gezet worden. Druk op de toets voor de functie Supercooling (G). Het controlelampje Supercooling (F) gaat branden. De interne temperatuur daalt tot +2°C. • Plaats geen warme of dampende spijzen of dranken in de koelruimte; • dek vooral sterk geurend voedsel af of verpak het; • plaats de levensmiddelen zo, dat de lucht vrij eromheen kan cirkuleren. Na ongeveer 6 uur wordt de functie Supercooling automatisch uitgeschakeld. In werkingstelling en temperatuurregeling Steek de stekker in het stopcontact. Druk op toets (B). De koelkast is ingeschakeld. De koelkast is ingesteld op een temperatuur van +5°C. Deze temperatuur wordt na enkele uren bereikt. Zodra de koelkast ingeschakeld is, verschijnt de temperatuur va1n de koelkast op de aanduiding (D). DE BESCHERMING VAN VOEDINGSMIDDELEN Uitleg van de symbolische tekens van het koude gebied Het symbool hiernaast duidt de plaats aan van het koudste gedeelte van ijskast. Koudste gebied: lager of gelijk aan +4°C Vlees, pluimvee, vis, vleeswaren, kant en klare gerechten, gemengde salades, gerechten en gebak gemaakt van eieren of slagroom, verse pasta, taartdeeg, pizza/quiche, verse producten en kaas gemaakt van verse melk, groenten klaar voor gebruik verpakt in plastic zakjes en meer in het algemeen alle verse producten, waarvan de vervaldatum in verband staat met een conserveringtemperatuur die lager is dan of gelijk aan +4°C. Temperatuuraanduiding Thermostaat die afgesteld moet worden Goede temperatuur De temperatuuraanduiding maakt het mogelijk de goede werking van uw ijskast te controleren. Op de aanduiding verschijnt het opschrift "OK", wanneer het koudste gebied een temperatuur bereikt die lager is dan, of gelijk aan 4°C. Indien de temperatuur hoger is dan 4°C blijft de aanduiding zwart. De gebruiker dient de temperatuur van de ijskast in dit geval dus te verlagen door de thermostaat af te stellen. LET OP: Als de deur van de ijskast lang open blijft staan, wordt de interne temperatuur verhoogd. Om de temperatuur op de juiste manier te meten, dient de aanduiding binnen 30 seconden afgelezen te worden. 33 Verplaatsbare platen De koelkastwanden zijn van richels voorzien, zodat u de platen naar wens op verschillende hoogten kunt plaatsen. U krijgt meer ruimte in de koeler, wanneer u het voorste deel van de rekjes omklapt. D338 Het verplaatsen van deurvakken De ruimte tussen deurvakken kan naar behoefte aangepast worden. Ga daartoe als volgt te werk: Trek het vak geleidelijk naar de door de pijlen aangegeven richting totdat het loskomt. Daarna verplaats het vak naar de gewenste hoogte. Luchtcirculatie De binnenruimte van de koelkast is voorzien van een speciale ventilator, die door mid-del van een schakelaar A wordt ingeschakeld. Wanneer het groene lampje brandt, betekent dit dat de ventilator loopt. Aangeraden wordt de ventilator te gebruiken, wanneer de omgevingstemperatuur de 25°C overschrijdt. Deze inrichting staat een snelle koeling van de levensmiddelen toe en een betere gelijkvormigheid van de temperatuur binnenin de koelkast. 34 PRXXX A Bedienings- en kontroleinrichting Vrieskast AB C D A. Controlelampje AAN/UIT B. Toets AAN/UIT van de apparat C. Toets om te temperatuur te regelen (warmer) D. Temperatuuraanduiding van de diepvriezer E F GH I F. Controlelampje Frostmatic G. Toets van de functie Frostmatic H. Alarmcontrolelampje I. Toets om het alarm uit te schakelen E. Toets om te temperatuur te regelen (kouder) A. Controlelampje AAN/UIT D. Temperatuuraanduiding B. Toets AAN/UIT Gedurende de normale werking wordt de gemiddelde temperatuur van de koelkast aangeduid. AAN: Als u knop (B) indrukt, functioneert het apparaat in zijn geheel. Het controlelampje (A) gaat branden. UIT: Druk net zolang op toets (B) tot het controlelampje (A) en de temperatuuraanduiding uitgaan. C.–E. Toetsen om de temperatuur te regelen Let op! Het is normaal dat er verschil is tussen de aangeduide en de ingestelde temperatuur. Vooral wanneer: - de ingestelde temperatuur kort geleden is veranderd. De temperatuur kan tussen de -15°C en -24°C worden ingesteld. - de deur gedurende lange tijd open heeft gestaan. - warm voedsel in de diepvriezer is gezet. Door op de toets (C of E) te drukken, verschijnt de temperatuur knipperend op de aanduiding (D). Het is uitsluitend mogelijk de temperatuur door middel van de knipperende aanduiding te wijzigen. Om een hogere temperatuur in te stellen, dient men op toets (C) te drukken, om een lagere temperatuur in te stellen op toets (E). De aanduiding toont nog gedurende enkele seconden de zojuist geselecteerde temperatuur om vervolgens de temperatuur in de diepvriezer aan te duiden. Verschillen tot 5°C in de diepvriezer zijn in ieder geval normaal. De ingestelde tempratuur zal binnen 24 uur beriekt worden. Let op! F. Controlelampje Frostmatic G. Toets van de functie Frostmatic Om vers voedsel in te vriezen is het noodzakelijk de functie Frostmatic in te schakelen. Druk op toets (G). Het controlelampje (F) gaat branden. Indien men de functie voor snel invriezen wil onderbreken, dient men opnieuw op toets (G) te drukken, anders wordt deze functie automatisch schakeld na 54 uur uit. Het controlelampje (F) gaat uit. Gedurende de stabiliseringperiode bij de eerste inwerkingstelling kan het zijn dat de aangeduide temperatuur niet overeenkomt met de ingestelde temperatuur. Gedurende deze periode is het mogelijk dat de aangeduide temperatuur lager is dan de ingestelde temperatuur. 35 Let op! Wanneer wordt de functie Frostmatic gebruikt Ongeveer 6 uur tevoren Kleine hoeveelheden vers voedsel in de diepvriezer leggen (ongeveer 5 kg) Maximum hoeveelheid vers voedsel in de Ongeveer 24 diepvriezer leggen (zie plaatje uur tevoren serienummer) Niet nodig Diepvriesproducten in de diepvriezer leggen Niet nodig Dagelijks tot 2 kg kleine hoeveelheden vers voedsel in de diepvriezer leggen X Bewaren van diepvriesprodukten H. I. Alarmcontrolelampje Toets om het alarm uit te schakelen Een abnormale verhoging van de temperatuur in de diepvries (bijv. uitvallen van de elektriciteit) wordt aangeduid door het knipperen van het controlelampje (H) en door een geluidsignaal. Wanneer de normale omstandigheden hersteld worden, gaat het geluidsalarm uit, terwijl het alarmcontrolelampje blijft knipperen. Door op alarmtoets (I) te drukken, verschijnt op de aanduiding (D) gedurende enkele seconden de hoogste temperatuur die in de diepvriezer ontstaan is. In werkingstelling en temperatuurregeling • • • • Steek de stekker in het stopcontact. Druk op toets (G). De diepvriezer is ingeschakeld. De diepvriezer is ingesteld op een temperatuur van 18°C. Deze temperatuur wordt na enkele uren bereikt. Zodra de diepvriezer ingeschakeld is, verschijnt de temperatuur van de diepvriezer op de aanduiding (I). Het alarmcontrolelampje (M) knippert en een geluidsignaal wordt ingeschakeld. Druk op de alarmtoets. Het geluidsalarm wordt uitgeschakeld, terwijl het alarmcontrolelampje (M) blijft branden, tot de ingestelde temperatuur bereikt wordt. Het invriezen van levensmiddelen Het vriesvak is geschikt om verse levensmiddelen in te vriezen en om bevroren en diepgevroren levensmiddelen gedurende lange tijd te bewaren. Druk minstens 24 uur tevoren op de Frostmatic toets (G), om verse levensmiddelen in te vriezen. Plaats de in te vriezen levensmiddelen in het figur; daar is de temperatuur het laagst. 36 Indien u de koelkast voor het eerst in gebruik neemt of haar weer gebruikt na een periode van stilstand, dient u de thermostaatknop op de koudste stand te draaien. Plaats vervolgens de diepvriesprodukten na twee uur in de kast en draai de thermostaat terug naar de gebruikelijke stand. Belangrijk Open de vriesvakdeur niet tijdens stroomuitval. Wij adviseren u om na een stroomuitval de diepvries-produkten in korte tijd te konsumeren (een temperatuurstijging verkort de houdbaarheidsduur van de produkten). De normale houdbaarheid wordt niet aangetast indien de stroomuitval kort was (minder dan 6-8 uur) en het vriesvak vol is. Het ontdooien van ingevroren produkten De diepvriesprodukten moet u vóór gebruik in de koelkast of bij kamertemperatuur laten ontdooien, al naar gelang de beschikbare tijd. Kleine of in stukken ingevroren produkten kunnen onmiddellijk gekookt of gebakken worden. De kookof baktijd zal dan natuurlijk iets langer zijn. Jslaatjes Bij het apparaat worden 1 of meerdere ijslaatjes voor het maken van ijsblokjes geleverd. Vul ze met drinkwater en plaats ze in het vriesvak. Gebruik geen metalen voorwerpen om de laatjes los te wrikken! Koude-accu’s In één van de laden van de vriesruimte bevinden zich één of meer koude-accu’s. Als de stroom uitvalt of bij een storing aan het apparaat verlengen de koude-accu’s de tijd tot de diepvriesartikelen te warm worden met meerdere uren. De koude-accu’s kunen dit echter alleen optimaal doen als ze in de bovenste lade vooraan boven op de diepvriesartikelen gelegd worden. De koude-accu’s kunnen tijdelijk ook als koelelement voor koeltassen gebruikt worden. TIPS Tips het koelen Enkele praktische tips: Vlees (alle soorten): wordt in plastic zakjes op de glazen plaat boven de groentelade geplaatst. Bewaar vlees niet langer dan één of twee dagen. Gekookt voedsel, koude schotels enz.: kunnen, goed afgedekt, op elk rooster geplaatst worden. Fruit en groente: worden schoongemaakt in de groentelade(n) gelegd. Boter en kaas: worden, om blootstelling aan de lucht te voorkomen, in speciale koeldozen bewaard of in plastic- of alluminiumfolie vepakt . Flessen melk: worden, goed gesloten, in het flessenrek geplaatst. Bewaar niet-luchtdicht verpakte bananen, aardappelen, uien of knoflook niet in de koelkast. • De getallen geven voor iedere soort diepvriesproduct de opslagtijd in maanden aan. Of de hoogste of de laagste waarde van de aangegeven opslagtijd geldt, hangt af van de kwaliteit van de levensmiddelen en de behandeling voorafgaand aan het invriezen. plaats geen koolzuurhoudende of mousserende dranken in het vriesvak; de blikjes of flessen zouden kunnen ontploffen. Tips het diepvriesprodukten Neem de volgende regels in acht: • kontroleer dat de diepvrieprodukten in de winkel op de juiste wijze bewaard worden; • breng de diepvriesprodukten na aankoop zo snel mogelijk over naar het vriesvak; Enkele belangrijke tips: • open de deur altijd zo weinig en zo kort mogelijk. • de max. hoeveelheid levensmiddelen die u kunt invriezen in 24 uur staat aangegeven op het “typeplaatje”; • Wees heel voorzichtig bij aankoop van diepvriesprodukten, want gedeeltelijk ontdooide waren mag u niet opnieuw invriezen. • het invriezen duurt 24 uur. Voeg gedurende deze tijd geen andere in te vriezen levensmiddelen toe; • Noteer de fabrikatiedatum en respekteer de vervaldatum van de fabrikant. • vries uitsluitend verse, goed schoongemaakte en eerste kwaliteit levensmiddelen in; • verdeel de levensmiddelen in handzame porties. Deze vriezen sneller in en bij later gebruik hoeft u slechts de benodigde hoeveelheid te ontdooien: • verpak de levensmiddelen in handzame porties. Deze vriezen sneller in en bij later gebruik hoeft u slechts de benodigde hoeveelheid te ontdooie; • zorg ervoor dat in te vriezen pakjes niet in aanraking komen met reeds ingevroren produkten; de temperatuur van deze laatste zou daardoor kunnen stijgen; • mager voedsel is ingevroren langer houdbaar dan vet voedsel; ook zout verkort de houdbaarheid; • vermijd rechtstreekse konsumptie van ijslollies uit het vriesvak; u zou uw mondhuid kunnen verbranden; • schrijf de invriesdatum op de pakjes zodat u de houdbaarheidsduur kunt kontroleren; • De symbolen geven de diverse soorten diepvriesproducten aan. Tips het invriezen 37 ONDERHOUD Neem vóór iedere handeling altijd eerst de steker uit de wandkontaktdoos. Belangrijk: Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in de koudekringloop; het onderhoud en het bijvullen dient daarom uitsluitend door door het bedrijf aangewezen deskundig personeel uitgevoerd te worden. Schoonmaken Gebruik nooit metalen voorwerpen voor het schoonmaken van het apparaat; dit zou beschadigingen tot gevolg kunnen hebben. Reinig de binnenkant van de kast regelmatig met lauw sodawater. Lap de wanden na met schoon water en droog ze zorgvuldig. Stop op de condensor verhoogt het energieverbruk. Daarom eenmaal per jaar de condensor aan de achterkant van het apparaat met een zachte borstel of met de stopzuiger voorzichtig schoonmaken. Vervangen van de lamp Koelkast Om de lampe eventueel te vervangen, dient men op de achterste vasthechting te drukken en tegelijkertijd het dekseltje in de richting van de pijltjes weg te nemen. Vervang de lamp met een exemplaar van gelijke sterkte (het maximum vermogen staat op de lichtverspreider aangegeven) 38 Geprolongeerd stilstand Wij adviseren u vóór de periode dat de koelkast niet gebruikt wordt de volgende handelingen uit te voeren: • neem de steker uit de wandkontaktdoos; • verwijder alle spijzen en dranken uit de kast; • laat de kast geheel ontdooien en maak de binnenwanden, rekken, korven en dergelijke goed schoon; • laat de deuren open staan, teneinde het ontstaan van onaangename geur te voorkomen. Het ontdooien Het ontdooien van de koelkast heeft automatisch plaats elke keer dat de kompressor stopt. Het dooiwater wordt via een afvoerkanaaltje opgevangen in een bakje dat zich aan de achterkant van het apparaat boven de kompressor bevindt. Hier verdampt het water. Wij raden u aan het gaatje in het afvoerkanaal regelmatig schoon te maken, teneinde te voorkomen dat het dooiwater de levensmiddelen nat maakt. Gebruik voor het doorprikken het staafje dat zich in het gaatje bevindt. D037 Het vriesvak van dit model daarentegen is van het type "no frost"; Dit betekent dat zich tijdens de werking totaal geen rijp vormt, noch op de binnenwanden van het vriesvak, noch op de voedingsmiddelen. De afwezigheid van rijp komt door de voortdurende circulatie van koude lucht in het vriesvak, veroorzaakt door een automatisch bestuurde ventilator. STORING Indien het apparaat niet of niet goed funkioneert, kontroleer dan: • of de steker goed in het stopkontakt zit; • of de elektriciteit soms uitgevallen is; • of de thermostaatknop op de juiste stand staat; • en indien er water op de bodem van de koeler ligt, of het afvoerkanaaltje soms verstopt is (zie hoofdstuk “Het ontdooien”). Kunt u de storing niet zelf lokaliseren en verhelpen,raadpleeg dan de dichtsbijzijnde servicedienst. Geef daarbij altijd het model en het typenummer van de kast op. Deze gegevens vindt u op het garantiebewijs of op het typeplaatje dat zich linksonder aan de binnenzijde van het apparaat bevindt. TECHNISCHE GEGEVENS Deze gegevens vindt u op het garantiebewijs of op het typeplaatje van het apparaat. 39 INSTALLATIE Plaats van opstelling Plaats het apparaat uit de buurt van warmtebronnen: centrale verwarming, kachels, felle zonnestralen enz. Attentie Het apparaat moet van het elektriciteitsnet afgehaald kunnen worden; de stekker moet dus ook na de installatie bereikbaar blijven. Zie voor inbouw de betreffende aanwijzingen. Elektrische aansluiting Overtuig u ervan dat de netspanning en de netfrekwentie, welke op het typeplaatje in de kast staan aangegeven, overeenkomen met de netspanning en de netfrekwentie in uw woning. Een afwijking op de netspanning tot plus of minus 6% is toegestaan. Bij aansluiting op een andere spanning dient u een geschikte transformator te gebruiken. De steker mag alleen geplaatst worden in een geaard stopkontakt. De kast is daarom voorzien van een speciaal drieaderig snoer, geschikt voor een geaard stopkontakt. Mocht het stopkontakt in uw woning niet geaard zijn, dan dient een erkend installateur het apparaat volgens de geldende normen te aarden. Plaatblokkering Uw apparatuur is voorzien van blokkeringen, waardoor de platen tijdens het transport op hun plaats blijven. Handel als volgt om deze te verwijderen: Beweeg de blokkeringen in de richting van de pijl, til de glasplaat aan de achterkant op en duw deze in de richting van de pijl tot deze los raakt en verwijder de blokkeringen. 40 Wij wijzen u er op dat schade of letsel, veroorzaakt door het niet voldoen aan dit veiligheidsvoorschrift, niet onder de verantwoordelijkheid van de fabrikant valt. Dit apparaat voldoet aan de volgende EGrichtlijnen: - 87/308 EG-richtlijnvan 2.6.87 met betrekking tot de radio-ontstoring. 73/23 EG-richtlijn van 19/02/73 (Laagspanning) en opeenvolgende wijzingen; 89/336 EG-richtlijn van 03/05/89 (Elektromagnetische compatibiliteit) en opeenvolgende wijzingen. A B C
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56

De Dietrich PSS200 Handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor