Electrolux EVL6E40X Handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
Handleiding
Voor snelle toegang tot handleidingen, gidsen met
uitleg, ondersteuning en meer door onze
fotoregistratie bezoekt u electrolux.com/register
Optimaal gebruik
van uw apparaat
COM700CV
COM700CX
EVL6E40X
OOM700CZ
NL
Combimagnetron Gebruiksaanwijzing
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE............................................................................... 2
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN...................................................................... 6
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT..............................................................9
4. BEDIENINGSPANEEL....................................................................................... 9
5. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT.........10
6. DAGELIJKS GEBRUIK.....................................................................................10
7. KLOKFUNCTIES.............................................................................................. 12
8. GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES................................................................ 14
9. EXTRA FUNCTIES...........................................................................................15
10. AANWIJZINGEN EN TIPS..............................................................................16
11. ONDERHOUD EN REINIGING...................................................................... 36
12. PROBLEEMOPLOSSING...............................................................................37
13. ENERGIEZUINIGHEID...................................................................................38
WE DENKEN AAN U
Bedankt voor uw aankoop van een Electrolux-apparaat. U koos voor een product
dat jaren professionele ervaring en innovatie bevat. Ingenieus en stijlvol en
ontworpen met u in het achterhoofd. Wanneer u het gebruikt, kunt u er op
vertrouwen dat u keer op keer fantastische resultaten zult krijgen.
Welkom bij Electrolux.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en
reparatie-informatie:
www.electrolux.com/support
Registreer uw product voor een betere service:
www.registerelectrolux.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.electrolux.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: Model, productnummer, serienummer.
De informatie staat op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu‑informatie
Wijzigingen voorbehouden.
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
www.electrolux.com2
niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die
voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste
gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige,
toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.
1.1 De veiligheid van kinderen en kwetsbare
personen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met
zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de
buurt van het apparaat te worden gehouden, tenzij ze
voortdurend onder toezicht staan.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij
voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit
de buurt te worden gehouden.
Laat kinderen niet spelen met het apparaat.
Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en
verwijder ze op gepaste wijze.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als het in werking is of afkoelt. Makkelijk
toegankelijke onderdelen kunnen heet worden tijdens
gebruik.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient
dit te worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat
uitvoeren.
1.2 Algemene veiligheid
Alleen een erkende installatietechnicus mag het
apparaat en de kabel vervangen.
NEDERLANDS 3
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient
te voorkomen de verwarmingselementen aan te raken.
Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of
kookgerei te plaatsen of verwijderen.
Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook
verricht, dient u de stekker van het apparaat uit het
stopcontact te trekken.
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het apparaat is
uitgeschakeld voordat u de lamp vervangt om
elektrische schokken te voorkomen.
Gebruik het apparaat niet voordat u het in de
ingebouwde structuur installeert.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of
scherpe metalen schrapers om de glazen deur schoon
te maken, deze kunnen krassen veroorzaken op het
oppervlak, waardoor het glas zou kunnen breken.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties
te voorkomen.
Schakel het apparaat niet in als het leeg is. Metalen
delen in de ovenruimte kunnen elektrische vonken
veroorzaken.
Tijdens bereiding in de magnetron zijn geen metalen
voedselbakjes en drinkbekers toegestaan. Deze
vereiste is niet van toepassing als de fabrikant heeft
aangegeven dat het formaat en de vorm van het
metalen voorwerp geschikt is voor bereiding in de
magnetron.
WAARSCHUWING: Als de deur, scharnieren/
handgrepen of deurafdichtingen zijn beschadigd, mag
het apparaat niet worden gebruikt tot hij is
gerepareerd door een vakkundig persoon.
WAARSCHUWING: Alleen een vakkundig persoon
kan onderhouds- of reparatiewerkzaamheden
www.electrolux.com4
uitvoeren waarvoor de afdekking moet worden
verwijderd die beschermd tegen blootstelling aan
magnetronenergie.
WAARSCHUWING: Verwarm geen vloeistoffen of
andere levensmiddelen in afgesloten houders. Deze
kunnen dan ontploffen.
Gebruik alleen hulpstukken die geschikt zijn voor
gebruik in de magnetron.
Let bij het opwarmen van voedsel in plastic of
papieren houders op het apparaat vanwege de
mogelijkheid tot zelfontbranding.
Het apparaat is bedoeld voor het opwarmen van
voedsel en dranken. Het drogen van levensmiddelen
of kleding en het opwarmen van warmhoudpads,
slippers, sponzen, vochtige doekjes en dergelijke kan
leiden tot letsel, zelfontbranding of brand.
Als rook wordt waargenomen, zet dan het apparaat uit
of trek de stekker uit het stopcontact en houd de deur
gesloten om vlammen te doven.
Het in de magnetron opwarmen van dranken kan
ertoe leiden dat het langer duurt voordat het kookpunt
wordt bereikt. Pas op als u de houder uit de
magnetron haalt.
De inhoud van melkflesjes en potjes babyvoeding
moet worden geroerd of geschud en de temperatuur
moet voor consumptie worden gecontroleerd om
brandwonden te voorkomen.
Eieren in de schaal en hele hardgekookte eieren
mogen niet in het apparaat worden opgewarmd omdat
ze dan kunnen ontploffen, zelfs nadat de
magnetronverwarming is beëindigd.
Het apparaat moet regelmatig worden gereinigd en
voedselresten dienen te worden verwijderd.
Het niet schoonhouden van het apparaat kan leiden
tot beschadigingen aan het oppervlak hetgeen weer
een negatief effect kan hebben op de levensduur van
het apparaat wat weer kan leiden tot een gevaarlijke
situatie.
NEDERLANDS 5
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Installatie
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
Trek het apparaat nooit aan de
handgreep van zijn plaats.
Installeer het apparaat op een veilige
en geschikte plaats die aan alle
installatie-eisen voldoet.
Houd de minimumafstand naar
andere apparaten en units in acht.
Controleer voordat u het apparaat
monteert of de ovendeur
onbelemmerd opent.
Het apparaat is uitgerust met een
elektrisch koelsysteem. Het heeft
elektrische stroom nodig.
De stevigheid van de inbouwkast
moet voldoen aan de DIN 68930-
norm.
Minimumhoogte
kast (Minimumhoog‐
te kast onder werk‐
blad)
444 (460) mm
Kastbreedte 560 mm
Kastdiepte 550 (550) mm
Hoogte van de voor‐
kant van het appa‐
raat
455 mm
Hoogte van de ach‐
terkant van het ap‐
paraat
440 mm
Breedte van de
voorkant van het
apparaat
595 mm
Breedte van de ach‐
terkant van het ap‐
paraat
559 mm
Diepte van het ap‐
paraat
567 mm
Ingebouwde diepte
van het apparaat
546 mm
Diepte met open
deur
882 mm
Minimumgrootte
ventilatieopening.
Opening geplaatst
aan de onderkant
van de achterzijde
560x20 mm
Lengte netvoedings‐
kabel. Kabel wordt
in de rechterhoek
van de achterzijde
geplaatst
1500 mm
Bevestigingsschroe‐
ven
3.5x25 mm
2.2 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd
elektromonteur worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker en kabel
niet beschadigt. Indien de
voedingskabel moet worden
vervangen, dan moet dit gebeuren
door onze Klantenservice.
www.electrolux.com6
Laat de stroomkabel niet in aanraking
komen met de deur van het apparaat
of de niche onder het apparaat, met
name niet als deze werkt of als de
deur heet is.
De schokbescherming van delen
onder stroom en geïsoleerde delen
moet op zo'n manier worden
bevestigd dat het niet zonder
gereedschap kan worden verplaatst.
Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer
na installatie bereikbaar is.
Sluit de stroomstekker niet aan op
een losse stroomaansluiting.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Gebruik enkel correcte
isolatievoorzieningen:
stroomonderbrekers, zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de
houder worden verwijderd),
aardlekschakelaars en contactgevers.
De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor
het apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een
contactopening hebben met een
minimale breedte van 3 mm.
Dit apparaat wordt geleverd met
stekker en netsnoer.
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel,
brandwonden, elektrische
schokken of een explosie.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik.
De specificatie van dit apparaat niet
wijzigen.
Zorg ervoor dat de
ventilatieopeningen niet geblokkeerd
zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
Schakel het apparaat telkens na
gebruik uit.
Wees voorzichtig met het openen van
de deur van het apparaat als het
apparaat aan staat. Er kan hete lucht
ontsnappen.
Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
Oefen geen kracht uit op een
geopende deur.
Het apparaat mag niet worden
gebruikt als werkblad of aanrecht.
Open de deur van het apparaat
voorzichtig. Als u alcoholische
toevoegingen gebruikt, kan er alcohol-
luchtmengsel ontstaan.
Houd vonken of open vlammen uit de
buurt van het apparaat bij het openen
van de deur.
Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door
ontvlambare producten in, bij of op
het apparaat.
De magnetronfunctie mag niet worden
gebruikt om de oven voor te
verwarmen.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het
apparaat.
Om schade of verkleuring van het
email te voorkomen:
leg geen aluminiumfolie op de
bodem van de ruimte in het
apparaat.
plaats geen water direct in het
hete apparaat.
haal vochthoudende schotels en
eten uit het apparaat als u klaar
bent met koken.
wees voorzichtig bij het
verwijderen of bevestigen van
accessoires.
Verkleuring van het email of roestvrij
staal is niet van invloed op de werking
van het apparaat.
Gebruik een diepe pan voor vochtige
taarten. Fruitsappen kunnen
permanente vlekken maken.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
om mee te koken. Het mag niet
worden gebruikt voor andere
doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
Alle bereidingen moeten worden
uitgevoerd met gesloten ovendeur.
Als het apparaat achter een
meubelpaneel gemonteerd is (bijv.
een deur), zorg er dan voor dat de
NEDERLANDS 7
deur nooit gesloten is als het apparaat
in werking is. Warmte en vocht
kunnen achter een gesloten
meubelpaneel ophopen en schade
aan het apparaat, de behuizing of de
vloer veroorzaken. Sluit het
meubelpaneel niet tot het apparaat
volledig afgekoeld is na gebruik.
2.4 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en
schade aan het apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Zorg ervoor dat het apparaat is
afgekoeld. Er bestaat een risico dat
de glasplaten kunnen breken.
Vervang direct de glazen deurpanelen
als deze beschadigd zijn. Neem
contact op met een erkend
servicecentrum.
Wees voorzichtig als u de deur van
het apparaat verwijdert. De deur is
zwaar!
Zorg ervoor dat de ovenruimte en de
deur na elk gebruik worden
afgeveegd. Stoom geproduceerd
tijdens de werking van het apparaat
condenseert op de wanden en kan
roest veroorzaken.
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
Vet en voedsel dat in het apparaat
achterblijft, kan brand en elektrische
vonken veroorzaken wanneer de
magnetronfunctie werkt.
Maak het apparaat schoon met een
vochtige zachte doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen,
schuursponsjes, oplosmiddelen of
metalen voorwerpen.
Volg als u een ovenspray gebruikt de
aanwijzingen op de verpakking.
Reinig niet het katalytische email
(indien van toepassing) met
schoonmaakmiddelen.
2.5 Binnenverlichting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische
schokken.
Het type gloeilampje of
halogeenlampje dat voor dit apparaat
wordt gebruikt, is alleen geschikt voor
huishoudelijke apparaten. Gebruik het
niet voor de verlichting in huis.
Voordat u het lampje vervangt, dient u
de stekker van het apparaat uit het
stopcontact te halen.
Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
2.6 Service
Neem contact op met de erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
2.7 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer vlak bij het
apparaat af en gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren
binnen in het apparaat vast komen te
zitten.
www.electrolux.com8
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Algemeen overzicht
1 3 642 5
12
4
3
1
2
10
11
7
8
9
1
Bedieningspaneel
2
Stroomlampje/symbool
3
Knop voor verwarmingsfuncties
4
Scherm
5
Temperatuurlampje en
magnetronstroomlampje/symbool
6
Bedieningsknop
7
Verwarmingselement
8
Magnetrongenerator
9
Lamp
10
Ventilator
11
Verwijderbare inschuifrail
12
Roosterhoogtes
3.2 Accessoires
Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
4. BEDIENINGSPANEEL
4.1 Toetsen
Sensorveld / Knop Functie Beschrijving
MAGNETRON De magnetronfunctie instellen. Houd
deze langer dan 3 seconden vast om
de ovenlamp aan of uit te zetten. Het
licht kan ook gebruikt worden als de
oven is uitgeschakeld.
KLOK Om een klokfunctie in te stellen.
Temperatuur De oventemperatuur of de temperatuur
van de kerntemperatuursensor contro‐
leren (indien van toepassing). Uitslui‐
tend gebruiken als een verwarmings‐
functie in werking is.
NEDERLANDS 9
4.2 Display
A B C
EH FG D
A. Timer / Temperatuur /
Magnetronvermogen
B. Opwarmen en restwarmte-indicatie
C. Magnetronstand
D. Vleesthermometer (alleen
geselecteerde modellen)
E. Deurslot (alleen geselecteerde
modellen)
F. Uren/minuten
G. Demomodus (alleen geselecteerde
modellen)
H. Klokfuncties
5. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE
KEER GEBRUIKT
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Raadpleeg voor het instellen
van de dagtijd het hoofdstuk
"Klokfuncties".
5.1 Eerste reiniging
Verwijder all accessoires en
verwijderbare inschuifrails uit de oven.
Zie het hoofdstuk 'Onderhoud en
reiniging'.
Reinig de oven en accessoires voor het
eerste gebruik.
Zet de accessoires en verwijderbare
inschuifrails terug in de beginstand.
6. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Verzonken knoppen
Om het apparaat te bedienen, moet u de
bedieningsknop indrukken. De knop
komt dan naar buiten.
6.2 Verhittingsfuncties
Ovenfunctie Applicatie
Uit-stand
De oven is uitgescha‐
keld.
Ovenfunctie Applicatie
Snel opwar‐
men
Om de opwarmtijd te
verkorten.
Magnetron
Creëert de warmte di‐
rect in het eten. Gebruik
de magnetron voor het
verwarmen van kant-
en-klare maaltijden en
drankjes, het ontdooien
van vlees of fruit en het
bereiden van groenten
en vis.
www.electrolux.com10
Ovenfunctie Applicatie
Hetelucht
Bakken op maximaal
twee rekstanden tegelij‐
kertijd en voedsel dro‐
gen.
Stel de temperatuur
20 °C tot 40 °C lager in
dan voor Boven + on‐
derwarmte.
Pizza-functie
Voor het bakken van
pizza. Voor intensieve
bruining en een knap‐
perige bodem.
Boven + on‐
derwarmte
Voor het bakken en
roosteren op één oven‐
niveau.
Onderwarmte
Voor het bakken van
taarten met een knap‐
perige bodem en het in‐
maken van voedsel.
Ontdooien
Om voedsel te ontdooi‐
en (groenten en fruit).
De ontdooitijd hangt af
van de hoeveelheid en
dikte van het voedsel.
Grillen
Om dunne stukken
voedsel te grillen en
brood te roosteren.
Circulaviegrill
Voor het braden van
grote stukken vlees of
gevogelte met bot op
één niveau. Voor grati‐
neren en bruinen.
De lamp kan tijdens
bepaalde ovenfuncties
automatisch uitgaan bij een
temperatuur die lager is dan
60° C.
6.3 Een verwarmingsfunctie
instellen
1. Draai aan de knop van de
verwarmingsfuncties om een
verwarmingsfunctie te selecteren.
2. Draai aan de regelknop om de
temperatuur / het
magnetronvermogen te kiezen.
Het lampje gaat aan wanneer de oven in
werking is.
3. Om de oven uit te schakelen, draait u
de knop voor de verwarmingsfuncties
naar de uitstand.
6.4 De magnetronfunctie
instellen
1. Verwijder alle accessoires.
2. Draai aan de
verwarmingsfunctieknop om een
functie te selecteren: Magnetron
Stel de oven nooit in werking als er zich
geen voedsel in bevindt.
Eerst toont het display de
standaardinstelling voor
magnetronvermogen en vervolgens de
standaardinstelling voor: Duur.
Druk op
om te beginnen met de
standaardinstellingen. U kunt ook een
aantal seconden wachten totdat de oven
automatisch start zonder de knop in te
drukken.
3. Draai de bedieningsknop om het
magnetronvermogen te wijzigen. Het
vermogen kan worden gewijzigd in
stappen van 100 W.
4. Druk op en draai vervolgens de
bedieningsknop voor wijziging van:
Duur. Blijf drukken op om te
schakelen tussen de instellingen
voor: Duur en magnetronvermogen.
Draai aan de regelknop om de
waarde in te stellen en druk op
om te bevestigen.
5. Druk op .
U kunt de instelling van het
magnetronvermogen wijzigen of
controleren terwijl de functie Magnetron
bezig is.
Het signaal klinkt en de oven stopt
wanneer de bereidingstijd is afgelopen.
6. Draai de knop voor de
verwarmingsfuncties naar de uit-
stand om de oven uit te schakelen.
Als u de deur van de oven opent, stopt
de oven. Om het opnieuw te laten starten
sluit u de deur en drukt u op
.
NEDERLANDS 11
De maximale tijd van de
magnetronfuncties is afhankelijk van het
door u ingestelde magnetronvermogen:
MAGNETRON‐
VERMOGEN
MAXIMUMTIJD
100 - 600 W -
Meer dan 600 W 7 minuten
6.5 De functie instellen:
Combinatiemagnetron
U kunt de magnetronfunctie combineren
met iedere willekeurige
verwarmingsfunctie.
1. Draai aan de knop voor de
verwarmingsfuncties om de functie te
selecteren.
In het display verschijnt de
standaardtemperatuur.
2. Draai de bedieningsknop om de
temperatuur te wijzigen.
3. Druk op om de verwarmfunctie te
combineren met de magnetronstand.
4. Draai de bedieningsknop om de
instellingen voor het
magnetronvermogen te wijzigen. Het
vermogen kan worden gewijzigd in
stappen van 100 W.
Ongeveer 5 graden voordat de
ingestelde temperatuur is bereikt klinkt er
een geluidsignaal. Als de ingestelde tijd
eindigt, klinkt het geluidssignaal weer en
stopt de oven.
5. Draai de knop voor de
verwarmingsfuncties naar de uit-
stand.
Het magnetronvermogen is beperkt
tot 600 W wanneer u gebruik maakt
van de functie:
Combinatiemagnetron.
De oven kan geluiden maken
wanneer er gebruik wordt gemaakt
van de functie:
Combinatiemagnetron. Dit is normaal
voor deze functie.
6.6 Snel opwarmen
De functie Snel opwarmen verkort de
opwarmtijd.
Leg geen voedsel in de oven
wanneer de functie Snel
opwarmen is ingeschakeld.
1. Draai de knop voor de ovenfuncties
om de functie Snel opwarmen in te
stellen.
2. Draai de knop voor de temperatuur
om de temperatuur in te stellen.
Wanneer de oven op de ingestelde
temperatuur is, hoort u een
geluidssignaal.
3. Ovenfunctie instellen.
6.7 Indicatielampje bij
voorverwarmen
Wanneer de ovenfunctie actief is,
verschijnen de balkjes in het display
één voor één wanneer de temperatuur in
de oven stijgt en verdwijnen ze wanneer
de temperatuur daalt.
7. KLOKFUNCTIES
7.1 Tabel met klokfuncties
Klokfunctie Applicatie
DAGTIJD
Met deze functie kunt u
de dagtijd weergeven of
veranderen. U kunt de
dagtijd alleen wijzigen
als de oven uitstaat.
Klokfunctie Applicatie
DUUR
Instellen hoe lang de
oven in werking is. Ge‐
bruik dit alleen wanneer
de verwarmingsfunctie
is ingesteld.
www.electrolux.com12
Klokfunctie Applicatie
EINDE
Instellen als de oven uit‐
staat. Gebruik dit alleen
wanneer de verwar‐
mingsfunctie is inge‐
steld.
VERTRA‐
GINGSTIJD
Combinatie van de
functies DUUR en EIN‐
DE.
KOOKWEK‐
KER
Gebruik de kookwekker
voor het instellen van
een afteltijd. Deze func‐
tie heeft geen invloed
op de werking van de
oven. U kunt de KOOK‐
WEKKER op elk ge‐
wenst moment instellen,
ook als de oven uitstaat.
7.2 Instellen en wijzigen van de
tijd
Wacht na de eerste aansluiting op het
stopcontact totdat het display en
"12:00" weergeeft. "12" knippert.
1. Draai aan de knop voor de
temperatuur om de uren in te stellen.
2. Druk op om te bevestigen en de
minuten in te stellen.
Het display toont en het ingestelde
uur. "00" knippert.
3. Draai aan de knop voor de
temperatuur om de huidige minuten
in te stellen.
4. Druk op om te bevestigen of de
ingestelde dagtijd zal na vijf
seconden automatisch worden
opgeslagen.
Op het display verschijnt de nieuwe tijd.
Druk om de dagtijd te wijzigen
herhaaldelijk op tot het
indicatielampje voor de dagtijd
knippert op het display.
7.3 De DUUR instellen
1. Stel de verwarmingsfunctie in.
2. Blijf op drukken totdat begint
te knipperen.
3. Draai de de temperatuurknop om de
minuten in te stellen en bevestig met
. Draai de temperatuurknop om de
uren in te stellen en bevestig met .
Wanneer de ingestelde tijdsduur eindigt,
klinkt er gedurende 2 minuten een
geluidssignaal en knipperen en de
tijd in het display. De oven wordt
automatisch uitgeschakeld
4. Druk op een willekeurige knop of
open de deur van de oven om het
geluid te stoppen.
5. Draai de knop voor de
verwarmingsfuncties naar de uit-
stand.
7.4 Het EINDE instellen
1. Stel de verwarmingsfunctie in.
2. Blijf op
drukken totdat begint
te knipperen.
3. Draai de de temperatuurknop om de
uren in te stellen en bevestig met .
Draai de temperatuurknop om de
minuten in te stellen en bevestig met
.
Op de ingestelde eindtijd klinkt er
gedurende 2 minuten een geluidssignaal
en knipperen en de tijd in het display.
De oven wordt automatisch
uitgeschakeld
4. Druk op een willekeurige knop of
open de deur van de oven om het
geluid te stoppen.
5. Draai de knop voor de
verwarmingsfuncties naar de uit-
stand.
7.5 De functie
VERTRAGINGSTIJD instellen
1. Stel de verwarmingsfunctie in.
2. Blijf op drukken totdat begint
te knipperen.
3. Druk op de temperatuurknop om de
minuten voor de DUUR in te stellen
en bevestig met . Druk op de
temperatuurknop om de uren voor
DUUR in te stellen en bevestig met
.
Op het display knippert
.
NEDERLANDS 13
4. Draai de de temperatuurknop om de
uren voor het BEREIDINGSEINDE in
te stellen en bevestig met . Draai
de temperatuurknop om de minuten
voor EINDE in te stellen en bevestig
met . Het display toont en
de ingestelde temperatuur.
De oven gaat later automatisch aan,
werkt voor de ingestelde tijds DUUR en
stopt op de ingestelde EINDE.
Op de ingestelde EINDE klinkt er
gedurende 2 minuten een geluidssignaal
en knipperen en de tijd in het display.
De oven gaat uit.
5. Druk op een willekeurige knop of
open de deur van de oven om het
geluid te stoppen.
6. Draai de knop voor de
verwarmingsfuncties naar de uit-
stand.
7.6 De KOOKWEKKER
instellen
De kookwekker kan zowel worden
ingesteld bij een ingeschakelde of
uitgeschakelde oven.
1. Blijf op
drukken totdat begint te
knipperen.
2. Draai aan de knop voor de
temperatuur om de seconden en
daarna de minuten in te stellen.
Als de ingestelde tijd langer is dan 60
minuten knippert op het display.
3. Stel de uren in.
4. De KOOKWEKKER start
automatisch na vijf seconden.
Na 90% van de ingestelde tijd klinkt
er een geluidssignaal.
5. Wanneer de ingestelde tijd is
verlopen, klinkt er gedurende 2
minuten een geluidssignaal. "00:00"
en knipperen op het display. Druk
op een willekeurige toets om het
signaal uit te zetten.
8. GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
8.1 De accessoires plaatsen
Gebruik uitsluitend geschikt kookgerei en
materiaal.
WAARSCHUWING!
Raadpleeg hoofdstuk 'Hints
en tips', kookgerei en
materiaal geschikt voor de
magnetron.
Bakrooster:
Plaats het rooster tussen de
geleidestangen van de roostersteun en
zorg ervoor dat de pootjes omlaag staan.
Bakplaat:
Schuif de bakplaat tussen de
geleidestangen van de roostersteun.
www.electrolux.com14
Bakrooster en bakplaatsamen:
Plaats de bakplaat tussen de geleiders
van de inschuifrails en het bakrooster op
de geleiders erboven.
Kleine inkepingen bovenaan
verhogen de veiligheid.
Deze inkepingen zorgen er
ook voor dat ze niet
omkantelen. De hoge rand
rond het rooster voorkomt
dat het kookgerei van het
rooster afglijdt.
9. EXTRA FUNCTIES
9.1 Gebruik van het Kinderslot
Als het kinderslot is ingeschakeld, kan de
oven niet per ongeluk worden aangezet.
1. Zorg dat de knop voor de
ovenfuncties in de uit-stand staat.
2. Druk 2 seconden lang
en
tegelijkertijd in.
Er klinkt een geluidsignaal. SAFE en
verschijnt op het display.
Herhaal stap 2 om het kinderslot uit te
schakelen.
9.2 Gebruik van de
Functievergrendeling
U kunt de functievergrendeling alleen
inschakelen als het apparaat in werking
is.
Als de functievergrendeling is
ingeschakeld, kunnen de instellingen
voor de temperatuur en tijd van een
werkende oven niet per ongeluk worden
gewijzigd.
1. Selecteer een ovenfunctie en stel het
in volgens uw voorkeur.
2. Houd
en gedurende ten
minste 2 seconden samen ingedrukt.
Er klinkt een geluidsignaal. Loc en
verschijnt gedurende 5 seconden op het
display.
Loc verschijnt op het display
als u de aan de
temperatuurknop draait of op
een willekeurige knop drukt
en de functievergrendeling is
ingeschakeld.
Als u aan de knop voor de ovenfuncties
draait, gaat de oven uit.
Als u het apparaat uitschakelt terwijl de
functievergrendeling aan is, schakelt de
functievergrendeling automatisch over
naar het kinderslot. Raadpleeg 'Het
kinderslot gebruiken'.
Herhaal stap 2 om de
functievergrendeling uit te schakelen.
9.3 Restwarmte-indicatie
Als u de oven uitschakelt, toont het
display de restwarmte-indicator
bij
een oventemperatuur van boven de
40 °C.Draai de temperatuurknopnaar
links of rechts om de oventemperatuur te
controleren.
NEDERLANDS 15
9.4 Automatische uitschakeling
Om veiligheidsredenen schakelt de oven
na bepaalde tijd automatisch uit als er
een ovenfunctie in werking is en u geen
instellingen wijzigt.
(°C) (u)
30 - 115 12,5
120 - 195 8,5
200 - 230 5,5
De automatische uitschakeling werkt niet
met de functies: Binnenverlichting, Duur,
Eindtijd.
9.5 Koelventilator
Als de oven in werking is, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld
om de oppervlakken van de oven koel te
houden. Na het uitschakelen van de
oven blijft de ventilatie doorgaan totdat
de oven is afgekoeld.
10. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
De temperaturen en
baktijden in de tabellen zijn
slechts als richtlijn bedoeld.
Deze zijn afhankelijk van de
recepten en de kwaliteit en
de hoeveelheid van de
gebruikte ingrediënten.
10.1 Kookadviezen
Uw oven kan anders bakken of roosteren
dan de oven die u tot nu toe gebruikt
heeft. De onderstaande tabellen tonen
aanbevolen instellingen voor
temperatuur, kooktijd en rekstand voor
specifieke soorten voedsel.
Als u voor een speciaal recept de
instelling niet kunt vinden, zoek dan naar
een soortgelijk recept.
10.2 Magnetronaanbevelingen
Plaats het voedsel op een bord onderin
de ruimte.
Draai het voedsel halverwege de
ontdooi- en bereidingstijd om of roer het
door.
Dek het voedsel voor bereiding en
opwarming af.
Zet tijdens het verwarmen van dranken
de lepel in de fles of het glas om de
warmte beter te verdelen.
Plaats het voedsel in de oven zonder
enig verpakkingsmateriaal. De verpakte
kant-en-klaar-maaltijden kunnen alleen in
de oven worden geplaatst als de
verpakking magnetronbestendig is
(raadpleeg de informatie op de
verpakking).
Bereiding met magnetron
Bereid voedsel afgedekt. Bereid voedsel
slechts zonder het te bedekken als u een
korst wilt behouden.
Zorg dat u de gerechten niet te lang
kookt, door het vermogen en de tijd te
hoog in te stellen. Het voedsel kan
uitdrogen, aanbranden of brand
veroorzaken.
Gebruik de oven niet om eieren in hun
schaal en slakken met huisje te
bereiden, omdat deze kunnen barsten.
Prik het eigeel van gebakken eieren in
voordat ze worden opgewarmd.
Prik voedsel met huid of schil diverse
malen in met een vork voordat u het
bereidt.
Snij groenten in stukjes van gelijke
grootte.
Roer vloeibare gerechten zo nu en dan
door.
Roer het voedsel voor het opdienen
door.
Nadat u de oven uitschakelt, neemt u het
voedsel uit en laat u het een aantal
minuten staan.
www.electrolux.com16
Ontdooien in de magnetron
Plaats het bevroren, uitgepakte voedsel
op een klein omgekeerd bord met een
bakje eronder of op een ontdooirek of
plastic zeef, zodat de dooivloeistof kan
weglopen.
Verwijder telkens de stukken die zijn
ontdooid.
U kunt een hoger magnetronvermogen
gebruiken om fruit en groenten te
bereiden zonder ze eerst te ontdooien.
10.3 Kookgerei en materialen geschikt voor de magnetron
Gebruik in de magnetron alleen kookgerei en materiaal dat hiervoor bestemd is.
Gebruik onderstaande tabel als referentie.
Materiaal van de pannen Magnetronfunctie Combimagnetron‐
functie
Bezig
met ont‐
dooien
Verwarmen,
Koken
Ovenbestendig glas en porselein
zonder metalen onderdelen, bijv.
hittebestendig glas
Niet-ovenbestendig glas en porse‐
lein onder zilveren, gouden, platina
of metalen laag/versieringen
X X
Glas en glaskeramiek van ovenbe‐
stendig / diepvriesbestendig materi‐
aal
Keramiek en aardewerk zonder
kwartz of metalen onderdelen en
metaalhoudend glazuur
X
Keramiek, porselein en aardewerk
met ongeglazuurde onderkant of
met kleine gaatjes, bijv. op handva‐
ten
X X X
Hittebestendig kunststof tot 200 °C
(controleer altijd de specificatie van
de kunststof schaal voordat u deze
gebruikt)
X
Karton, papier X X
Huishoudfolie X X
Roosterfolie met magnetronbesten‐
dige sluiting (controleer altijd de
specificatie van de folie voor ge‐
bruik)
X
Ovenschotels gemaakt van metaal,
d.w.z. emaille, gietijzer
X X
NEDERLANDS 17
Materiaal van de pannen Magnetronfunctie Combimagnetron‐
functie
Bezig
met ont‐
dooien
Verwarmen,
Koken
Bakblikken, met zwarte lak of silico‐
nen laag (controleer altijd de speci‐
ficatie van de bakblikken voor ge‐
bruik)
X X
Bakplaat X X X
Bakrooster X X
Kookgerei voor magnetrongebruik,
bijv. pan voor knapperige gerech‐
ten
X X
10.4 Bakken
Gebruik de eerste keer de laagste
temperatuur.
Bij het bereiden van cake op meerdere
niveaus kan de baktijd ca. 10 - 15
minuten langer zijn.
Als de cake niet overal even hoog is,
wordt de cake niet overal even bruin. Als
de cake niet overal even bruin wordt,
hoeft u de temperatuurinstelling niet te
wijzigen. De verschillen verminderen
tijdens het bakken.
Tijdens het bakken kunnen bakplaten in
de oven vervormen. Wanneer de
bakplaten afkoelen, verdwijnt de
vervorming.
10.5 Baktips
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de
cake is niet voldoende
gebakken.
De rekstand is incorrect. Plaats de cake op een lagere
rekstand.
De cake zakt in en
wordt klef, of streperig.
De oventemperatuur is te
hoog.
Stel de volgende keer de oven‐
temperatuur iets lager in.
Te korte baktijd. Stel volgende keer een langere
baktijd en een lagere oventem‐
peratuur in.
De cake is te droog. De oventemperatuur is te
laag.
Stel de volgende keer de oven‐
temperatuur hoger in.
Te lange baktijd. Stel volgende keer een kortere
baktijd in.
De cake wordt onge‐
lijkmatig gebakken.
De oventemperatuur is te
hoog en de baktijd te kort.
De oventemperatuur lager in‐
stellen en de baktijd verlengen.
Het cakebeslag is niet ge‐
lijkmatig verdeeld.
Verspreid de volgende keer het
cakebeslag gelijkmatig over de
bakplaat.
www.electrolux.com18
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De cake wordt niet
gaar binnen de in het
recept aangegeven
baktijd.
De oventemperatuur is te
laag.
Stel de volgende keer de oven‐
temperatuur iets hoger in.
10.6 Bakken op één ovenniveau
BAKKEN IN BAKVORMEN
Gebruik de eerste rekstand.
Gebruik de functie: Hetelucht.
(°C) (min)
Taartbodem - zandtaartdeeg, verwarm de oven
voor
170 - 180 10 - 25
Taartbodem - zacht cakedeeg 150 - 170 20 - 25
Biscuitgebak 140 - 150 35 - 50
Tulband / Brioche 150 - 160 50 - 70
Appeltaart, 2 blikken Ø20 cm 160 70 - 90
Zandgebak / Fruitgebak 140 - 160 70 - 90
BAKKEN IN BAKVORMEN
Gebruik de functie: Boven + onderwarmte.
(°C) (min)
Biscuitgebak 160 35 - 50 2
Kwarktaart, gebruik een die‐
pe pan
160 - 170 60 - 90 1
Appeltaart, 2 blikken Ø20 cm 180 70 - 90 1
NEDERLANDS 19
CAKE/GEBAK
Gebruik de eerste rekstand.
Gebruik de functie: Hetelucht.
Gebruik de bakplaat.
(°C) (min)
Kruimeltaart, droog 150 - 160 20 - 40
Vruchtentaart (gemaakt van gistdeeg/zacht cake‐
deeg), gebruik een diepe pan
150 - 160 35 - 55
Vruchtencake van zanddeeg 160 - 170 40 - 80
CAKE/GEBAK/BROOD
Verwarm de lege oven voor, tenzij anders aangegeven.
Gebruik de functie: Boven + onderwarmte.
Gebruik de bakplaat.
(°C) (min)
Koninginnenbrood (opgerolde cake met jam) 180 - 200 10 - 20 2
Roggebrood eerst: 230 eerst: 20 2
dan: 160 - 180 dan: 30 - 60
Beboterde amandeltaart / Suikerkoek 190 - 210 20 - 30 2
Roomsoezen / Eclairs, voorverwarming is
niet nodig
190 - 210 20 - 35 2
Plaatbrood / Broodkrans, voorverwarming is
niet nodig
170 - 190 30 - 40 2
Vruchtentaart (gemaakt van gistdeeg/zacht
cakedeeg)
170 35 - 55 1
www.electrolux.com20
CAKE/GEBAK/BROOD
Verwarm de lege oven voor, tenzij anders aangegeven.
Gebruik de functie: Boven + onderwarmte.
Gebruik de bakplaat.
(°C) (min)
Plaatkoek met delicate garnering (bijvoor‐
beeld kwark, room, puddingvulling)
160 - 180 40 - 80 2
Christstollen 160 - 180 50 - 70 2
KOEKJES EN BISCUITS
Gebruik de functie: Hetelucht.
(°C) (min)
Zandkoekjes 150 - 160 10 - 20 1
Koekjes gemaakt van sponsdeeg 150 - 160 15 - 20 1
Koekjes van bladerdeeg, verwarm de oven
voor
170 - 180 20 - 30 1
Zandtaartdeeg / Deegreepjes voor op vlaai‐
en/taarten
140 20 - 35 1
Cakejes, verwarm de oven voor 160 20 - 35 3
Koekjes gemaakt van gistdeeg 150 - 160 20 - 40 1
Makarons 100 - 120 30 - 50 1
Eiwitgebak/schuimgebak / Schuimgebakjes 80 - 100 120 - 150 1
NEDERLANDS 21
KOEKJES EN BISCUITS
Verwarm de lege oven voor.
Gebruik de tweede rekstand.
Gebruik de functie: Boven + onderwarmte.
(°C) (min)
Broodjes 190 - 210 10 - 25
Zandtaartdeeg / Deegreepjes voor op vlaaien/taar‐
ten
160 20 - 30
Cakejes 170 20 - 35
10.7 Ovenschotels en gegratineerde gerechten
Gebruik de eerste rekstand.
(°C) (min)
Stokbroden bedekt
met gesmolten kaas
Hetelucht 160 - 170 15 - 30
Groentegratin, ver‐
warm de oven voor
Circulaviegrill 160 - 170 15 - 30
Lasagne Boven + onderwarmte 180 - 200 25 - 40
Visschotels Boven + onderwarmte 180 - 200 30 - 60
Gevulde groente Hetelucht 160 - 170 30 - 60
Zoete ovenschotels Boven + onderwarmte 180 - 200 40 - 60
Pasta gebakken Boven + onderwarmte 180 - 200 45 - 60
10.8 Bakken op meerdere
niveaus
Gebruik de eerste/derde rekstand.
www.electrolux.com22
CAKE/GEBAK/BROOD
Hetelucht.
Gebruik de bakplaten.
(°C) (min)
Roomsoezen /
Eclairs, verwarm
de oven voor
160 - 180 25 - 45
Kruimeltaart 150 - 160 30 - 45
Zandkoekjes 150 - 160 20 - 40
Koekjes ge‐
maakt van
sponsdeeg
160 - 170 25 - 40
Zandtaartdeeg /
Deegreepjes
voor op vlaaien/
taarten
140 25 - 45
Koekjes ge‐
maakt van gist‐
deeg
160 - 170 30 - 60
Makarons 100 - 120 40 - 80
CAKE/GEBAK/BROOD
Hetelucht.
Gebruik de bakplaten.
(°C) (min)
Eiwitgebak/
schuimgebak /
Schuimgebakjes
80 - 100 130 -
170
10.9 Tips voor braden
Gebruik hittebestendig kookgerei.
Braad mager vlees afgedekt.
Braad grote vleesstukken direct in de
diepe bakplaat of op een bakrooster
boven de bakplaat.
Doe wat water in de bakplaat om te
voorkomen dat druipend vet verbrandt.
Draai het braadstuk na 1/2 - 2/3 van de
gaartijd.
Rooster vlees en vis in grote stukken (1
kg of meer).
Bedruip vleesstukken meerdere malen
met hun eigen sap tijdens het roosteren.
10.10 Braden
Gebruik de eerste rekstand.
RUNDVLEES
Gebruik de functie: Boven + onderwarmte.
(kg)
(W) (°C) (min)
Stoofvlees 1 - 1,5 200 230 60 - 80
NEDERLANDS 23
VARKENSVLEES
Gebruik de functie: Circulaviegrill.
(kg)
(W) (°C) (min)
Schouder /
Nek / Hamlap
1 - 1,5 200 160 - 180 50 - 70
Gehaktbrood 0,75 - 1 200 160 - 170 35 - 50
Varkens‐
schenkel,
voorgekookt
0,75 - 1 200 150 - 170 60 - 75
KALFSVLEES
Gebruik de functie: Circulaviegrill.
(kg)
(W) (°C) (min)
Geroosterd
kalfsvlees
1 200 160 - 180 50 - 70
Kalfsschenkel 1,5 - 2 200 160 - 180 75 - 100
LAMSVLEES
Gebruik de functie: Circulaviegrill.
(kg)
(W) (°C) (min)
Lamsbout /
Geroosterd
lamsvlees
1 - 1,5 200 150 - 170 50 - 70
www.electrolux.com24
GEVOGELTE
Gebruik de functie: Circulaviegrill.
(kg)
(W) (°C) (min)
Gevogelte,
porties
0,2 - 0,25 elk 200 200 - 220 20 - 35
Halve kip 0,4 - 0,5 elk 200 190 - 210 25 - 40
Kip, haantje 1 - 1,5 200 190 - 210 60 - 80
Eend 1,5 - 2 200 180 - 200 80 - 110
VIS
Gebruik de functie: Boven + onderwarmte.
(kg)
(W) (°C) (min)
Hele vis 1 - 1,5 200 210 - 220 30 - 45
GERECHTEN
Gebruik de functie: Hetelucht.
(kg)
(W) (°C) (min)
Zoet gerecht 200 160 - 180 20 - 35 1
Gekruide gerech‐
ten met gekookte
ingrediënten
(noodles, groen‐
te)
400 - 600 160 - 180 20 - 45 1
Gekruide gerech‐
ten met rauwe in‐
grediënten (aard‐
appelen, groente)
400 - 600 160 - 180 30 - 45 2
NEDERLANDS 25
10.11 Knapperig bakken met
Pizza-functie
PIZZA
Warm de lege oven voor het ko‐
ken voor.
Gebruik de derde rekstand.
(°C) (min)
Pizza, dunne
korst
200 - 230 15 - 20
Pizza, dikke
korst, gebruik
een diepe
pan
180 - 200 20 - 30
Taarten 180 - 200 40 - 55
Spinazietaart 160 - 180 45 - 60
Quiche Lor‐
raine / Zwit‐
serse flan
170 - 190 45 - 55
Kwarktaart 140 - 160 60 - 90
Appeltaart,
bedekt
150 - 170 50 - 60
PIZZA
Warm de lege oven voor het ko‐
ken voor.
Gebruik de derde rekstand.
(°C) (min)
Groentetaart 160 - 180 50 - 60
Ongedesemd
brood
230 10 - 20
Bladerdeeg‐
taart
160 - 180 45 - 55
Flammkuchen 230 12 - 20
Pierogi 180 - 200 15 - 25
10.12 Grillen
Warm de lege oven voor het koken voor.
Alleen dunne stukken vlees of vis grillen.
Plaats een pan op de eerste rekstand om
vet op te vangen.
GRILLEN
Gebruik de eerste rekstand.
Gebruik de functie: Grillen.
(°C) (min) (min)
1e kant 2e kant
Rosbief, medium 210 - 230 30 - 40 30 - 40
www.electrolux.com26
GRILLEN
Gebruik de eerste rekstand.
Gebruik de functie: Grillen.
(°C) (min) (min)
1e kant 2e kant
Runderfilet, medium 230 20 - 30 20 - 30
Varkenshaas 210 - 230 30 - 40 30 - 40
Kalfsvlees 210 - 230 30 - 40 30 - 40
Lamsrugfilet 210 - 230 25 - 35 20 - 35
Hele vis, 0,5 kg - 1 kg 210 - 230 15 - 30 15 - 30
10.13 Brood bakken
Voorverwarmen wordt niet aanbevolen.
BROOD
Gebruik de tweede rekstand.
(°C) (min)
Witbrood 180 -
200
40 - 60
Stokbrood 200 -
220
35 - 45
Brioche 160 -
180
40 - 60
Ciabatta 200 -
220
35 - 45
Roggebrood 180 -
200
50 - 70
Volkoren brood 180 -
200
50 - 70
BROOD
Gebruik de tweede rekstand.
(°C) (min)
Volkorenbrood 170 -
190
60 - 90
10.14 Lage temperatuur garen
Met deze functie bereidt u vlees en vis
op magere wijze mals. De functie is niet
van toepassing op gevogelte, vet
varkensgebraad, gebraad.
1. Bak het vlees 1 - 2 minuten aan
beide zijden aan in een pan op een
hoog vuur.
2. Plaats het vlees in de braadslede of
direct op het bakrooster. Zet een
plaat onder het rooster om vet op te
vangen.
Kook altijd zonder deksel terwijl u
deze functie gebruikt.
NEDERLANDS 27
3. Selecteer de functie: Lage
temperatuur garen. U kunt
gedurende de eerste 10 minuten de
temperatuur instellen op een
temperatuur tussen de 80 °C en
150 °C. De standaard is 90 °C.
4. Na 10 minuten verlaagt de oven
automatisch de temperatuur tot
80 °C.
Gebruik de eerste rekstand.
(kg)
(°C) (min)
Rosbief 1 - 1,5 150 120 - 150
Runderfilet 1 - 1,5 150 90 - 110
Geroosterd kalfsvlees 1 - 1,5 150 120 - 150
Steak 0,2 - 0,3 120 20 - 40
10.15 Bevroren gerechten
Haal het voedsel uit de verpakking. Doe
het voedsel op een bord.
Dek het voedsel niet af, want dat kan de
ontdooitijd verlengen.
ONTDOOIEN
Gebruik de derde rekstand ten‐
zij anders aangegeven.
Gebruik de functie: Hetelucht.
(°C) (min)
Pizza, bevroren 200 -
220
15 - 25
American pizza,
bevroren
190 -
210
20 - 25
Pizza, gekoeld 210 -
230
13 - 25
Pizzasnacks, be‐
vroren
180 -
200
15 - 30
ONTDOOIEN
Gebruik de derde rekstand ten‐
zij anders aangegeven.
Gebruik de functie: Hetelucht.
(°C) (min)
Frietjes, dun, tus‐
sen het bakken
door 2 tot 3 keer
omdraaien
210 -
230
20 - 30
Frietjes, dik, tus‐
sen het bakken
door 2 tot 3 keer
omdraaien
210 -
230
25 - 35
Aardappelschijf‐
jes / Kroketjes, tus‐
sen het bakken
door 2 tot 3 keer
omdraaien
210 -
230
20 - 35
Rösties 210 -
230
20 - 30
www.electrolux.com28
ONTDOOIEN
Gebruik de derde rekstand ten‐
zij anders aangegeven.
Gebruik de functie: Hetelucht.
(°C) (min)
Lasagne / Cannel‐
loni, vers, gebruik
de tweede rek‐
stand
170 -
190
35 - 45
Lasagne / Cannel‐
loni, bevroren, ge‐
bruik de tweede
rekstand
160 -
180
40 - 60
ONTDOOIEN
Gebruik de derde rekstand ten‐
zij anders aangegeven.
Gebruik de functie: Hetelucht.
(°C) (min)
Vleugels van kip‐
pen
190 -
210
20 - 30
10.16 Ontdooien
Haal het gerecht uit de verpakking en
plaats het op een bord.
Dek het voedsel niet af, want dat kan de
ontdooitijd verlengen.
Plaats voor grote porties voedsel een
omgedraaid bord op de bodem van de
ovenruimte. Leg het voedsel op een
diepe schaal en zet deze bovenop het
bord in de oven. Verwijder indien nodig
de bakplaatsteunen.
Gebruik de eerste rekstand.
(kg)
(min)
Ontdooitijd
(min)
Verdere ont‐
dooitijd
Kip 1 100 - 140 20 - 30 Halverwege de
bereidingstijd om‐
draaien.
Vlees, halver‐
wege de berei‐
dingstijd om‐
draaien
1 100 - 140 20 - 30 Halverwege de
bereidingstijd om‐
draaien.
Forel 0,15 25 - 35 10 - 15 -
Aardbeien 0,3 30 - 40 10 - 20 -
NEDERLANDS 29
Gebruik de eerste rekstand.
(kg)
(min)
Ontdooitijd
(min)
Verdere ont‐
dooitijd
Boter 0,25 30 - 40 10 - 15 -
Room, klop de
nog licht bevro‐
ren slagroom
2 x 0,2 80 - 100 10 - 15 Klop de nog licht
bevroren slag‐
room.
Taart 1,4 60 60 -
10.17 Inmaken
Gebruik alleen weckpotten van dezelfde
afmetingen.
Gebruik geen weckpotten met een draai-
of bajonetsluiting en metalen bakken.
Gebruik de eerste rekstand.
Zet niet meer dan zes weckflessen van 1
liter op het bakrooster.
Vul de glazen potten gelijkmatig en sluit
ze af met een klem.
De weckpotten mogen elkaar niet raken.
Vul ca. 1/2 liter water op de plaat, zodat
er voldoende vocht in de oven ontstaat.
Als de vloeistof in de weckpotten begint
te borrelen (na ca. 35 - 60 minuten bij
weckpotten van 1 liter), stop de oven of
verlaag de temperatuur tot 100 °C
(raadpleeg de tabel).
Stel de temperatuur in op 160 - 170 °C.
ZACHTE VRUCHTEN
(min)
Kooktijd tot het
sudderen begint
Aardbeien / Bos‐
bessen / Frambo‐
zen / rijpe kruisbes‐
sen
35 - 45
STEENVRUCHTEN
(min)
Kooktijd
tot het
sudderen
begint
(min)
Door blij‐
ven koken
op 100 °C
Perziken /
Kweeperen /
Pruimen
35 - 45 10 - 15
GROENTEN
(min)
Kooktijd
tot het
sudderen
begint
(min)
Door blij‐
ven koken
op 100 °C
Wortelen 50 - 60 5 - 10
Komkom‐
mers
50 - 60 -
Gemengde
augurken
50 - 60 5 - 10
www.electrolux.com30
GROENTEN
(min)
Kooktijd
tot het
sudderen
begint
(min)
Door blij‐
ven koken
op 100 °C
Koolrabi /
Erwten / As‐
perge
50 - 60 15 - 20
10.18 Drogen - Hetelucht
Gebruik de derde rekstand.
(°C) (u)
Bonen 60 - 70 6 - 8
Gebruik de derde rekstand.
(°C) (u)
Paprika’s 60 - 70 5 - 6
Soepgroen‐
ten
60 - 70 5 - 6
Champig‐
nons
50 - 60 6 - 8
Kruiden 40 - 50 2 - 3
Pruimen 60 - 70 8 - 10
Abrikozen 60 - 70 8 - 10
Schijfjes ap‐
pel
60 - 70 6 - 8
Peren 60 - 70 6 - 9
10.19 Bereiding met magnetron
Tips voor de magnetron
Bereidings-/ontdooiresul‐
taten
Mogelijke oorzaak Oplossing
Het eten is te droog. Het vermogen was te
hoog.
De kooktijd was te lang.
Zet lager vermogen of/en
kortere kooktijd.
Het eten is nog steeds niet
ontdooid, heet of gekookt
nadat de bereidingstijd is
verstreken.
De kooktijd was te kort. Stel langere kooktijd in.
Het magnetronvermogen
niet verhogen.
Het eten is oververhit aan
de randen, maar nog niet
voldoende gekookt in het
midden.
Het magnetronvermogen
was te hoog.
Zet lager vermogen en een
langere kooktijd.
NEDERLANDS 31
ONTDOOIEN
Stel het vermogen in op 100 W,
tenzij anders aangegeven.
(kg)
(min) Rusttijd
(min)
Steak 0.2 5 - 7 5 - 10
Gehakt, ingesteld op 200 W 0.5 7 - 8 5 - 10
Kip 1 30 - 35 10 - 20
Kippenborst 0.15 5 - 9 10 - 15
Dijen van kippen 0.15 5 - 9 10 - 15
Hele vis 0.5 10 - 15 5 - 10
Visfilet 0.5 12 - 15 5 - 10
Zet het vermogen op 100 W.
(kg)
(min) Rusttijd
(min)
Boter 0.25 4 - 6 5 - 10
Geraspte kaas 0.2 2 - 4 10 - 15
Stel het vermogen in op 200 W,
tenzij anders aangegeven.
(min) Rusttijd
(min)
Plaatkoek 1 stuk 2 - 3 15 - 20
Kwarktaart, ingesteld op 100 W 1 stuk 2 - 4 15 - 20
Droge cake 1 stuk 2 - 4 15 - 20
Brood 1 kg 15 - 18 5 - 10
Gesneden brood 0,2 kg 3 - 5 5 - 10
Broodjes 4 stuks 2 - 4 2 - 5
(kg)
(W) (min) Rusttijd
(min)
Fruit 0.25 100 5 - 10 10 - 15
www.electrolux.com32
OPNIEUW VERWARMEN
(W) (min) Rusttijd
(min)
Babyvoeding in potjes 0,2 kg 300 1 - 2 -
Babymelk, doe een lepel in de fles 180 ml 600 0:20 -
0:40
-
Melk 200 ml 1000 1 - 1:30 -
Water 200 ml 1000 1:30 - 2 -
Saus 200 ml 600 1 - 3 -
Soep 300 ml 600 3 - 5 -
Ingevroren kant-en-klaar-maaltijden 0,5 kg 400 10 - 15 2 - 5
Kant-en-klaargerecht 0,5 kg 600 6 - 9 2 - 5
SMELTEN
(kg)
(W) (min) Rusttijd
(min)
Chocolade / Chocoladeglazuur 0.15 300 2 - 4 1 - 2
Boter 0.1 400 0:30 -
1:30
-
BEREIDEN
(W) (min) Rusttijd
(min)
Hele vis 0,5 kg 500 8 - 10 2 - 5
Visfilet 0,5 kg 400 4 - 7 2 - 5
Verse groenten 0,5 kg + 50 ml
water
600 5 - 15 -
Groenten, ingevroren 0,5 kg + 50 ml
water
600 10 - 20 -
Gepofte aardappelen 0,5 kg 600 7 - 10 -
Rijst 0,2 kg + 400 ml
water
600 15 - 18 -
Popcorn - 1000 1:30 - 3 -
NEDERLANDS 33
Combimagnetronfunctie
Stel de functie in: Magnetron grillen.
(kg)
(W) (°C) (min) Rust‐
tijd
(min)
Halve kip, gebruik
de tweede rek‐
stand
0,55 x 2
stuks
Ronde glazen
schotel, Ø 26 cm
300 220 40 5
Gegratineerde
aardappelen, ge‐
bruik de tweede
rekstand
1 Ronde glazen
schotel
300 200 40 10
Gebraden var‐
kensnek, gebruik
de eerste rek‐
stand
1 Glazen schotel met
zeef
300 200 70 10
10.20 Aanbevolen vermogensinstellingen voor verschillende
soorten voedsel
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
700 - 1000 W
Koken van groenten
Dichtschroeien aan het be‐
gin van het kookproces
Verwarmen van vloeistof
500 - 600 W
Eiergerechten ko‐
ken
Stoofpot sudderen
Een maaltijd op een
bord verwarmen
Ontdooien en ver‐
warmen van bevro‐
ren maaltijden
300 - 400 W
Smelten van
kaas, chocola‐
de, boter
Rijst laten
sudderen
Babyvoeding
verwarmen
Koken/verwar‐
men van delicaat
voedsel
Doorgaan met
koken
www.electrolux.com34
100 - 200 W
Ontdooien van
brood
Ontdooien van fruit
en gebak
Kaas, room en bo‐
ter ontdooien
Ontdooien van
vlees, vis
10.21 Aanwijzingen voor
testinstituten
Testen volgens IEC 60705.
Gebruik het rooster mits anders aangegeven.
MAGNETRON‐
FUNCTIE
(W)
(kg)
(min)
Biscuitgebak 600 0.475 Onderaan 7 - 9 Draai halverwege
de bereidingstijd
de container 1/4
om.
Gehaktbrood 400 0.9 2 25 - 32 Draai halverwege
de bereidingstijd
de container 1/4
om.
Eiervla 500 1 Onderaan 18 -
Ontdooien van
vlees
200 0.5 Onderaan 7 - 8 Draai het vlees
halverwege de
bereidingstijd om.
Maak gebruik van het bakrooster.
COMBI‐
MAGNE‐
TRON‐
FUNC‐
TIE
(W) (°C) (min)
Cake, 0,7
kg
Hetelucht +
magnetron
100 180 2 29 - 31 Draai halverwege
de bereidingstijd
de container 1/4
om.
Aardap‐
pelgratin,
1,1 kg
Grill + mag‐
netron
400 160 1 40 - 45 Draai halverwege
de bereidingstijd
de container 1/4
om.
NEDERLANDS 35
Maak gebruik van het bakrooster.
COMBI‐
MAGNE‐
TRON‐
FUNC‐
TIE
(W) (°C) (min)
Kip, 1,1
kg
Grill + mag‐
netron
400 230 1 45 - 55 Doe het vlees in
een ronde glazen
kom en draai het
na 20 minuten
bereidingstijd
om.
11. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
11.1 Opmerkingen over schoonmaken
Reinigings‐
middelen
Maak de voorkant van de oven schoon met een zachte doek, warm
water en een mild reinigingsmiddel.
Gebruik voor metalen oppervlakken een specifiek reinigingsmiddel.
Verwijder hardnekkige vlekken met een speciale ovenreiniger.
Dagelijks ge‐
bruik
Reinig de uitsparing in de oven na elk gebruik. Vetophoping of ande‐
re voedingsresten kunnen brand veroorzaken.
Droog de uitsparing na elk gebruik met een zachte doek.
Verwijder voedselresten en vetten voorzichtig van de bovenkant van
de ovenruimte.
Accessoires
Reinig alle accessoires na elk gebruik en laat ze drogen. Gebruik een
zachte doek met een warm sopje en een reinigingsmiddel. De acces‐
soires niet in de afwasmachine reinigen.
Reinig de antiaanbakaccessoires niet met agressieve middelen,
scherpe voorwerpen of in een vaatwasser.
11.2 Verwijderen: inschuifrails
Zorg ervoor dat de oven is afgekoeld
voordat u onderhoud verricht. Gevaar
voor brandwonden.
Om de oven te reinigen, verwijdert u de
inschuifrails.
1. Inschuifrails voorzichtig naar boven
toe uit de voorste ophanging trekken.
www.electrolux.com36
2
3
1
2. Trek de inschuifrail bij de voorkant uit
de zijwand.
3. Geleiders uit de achterste ophanging
trekken.
Installeer de inschuifrails in de
omgekeerde volgorde.
11.3 Hoe vervangt u: Lamp
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische
schokken.
Het lampje kan heet zijn.
1. Oven uitschakelen. Wacht tot de
oven afgekoeld is.
2. Trek de oven uit het stopcontact.
3. Leg een doek op de bodem van de
ovenruimte.
LET OP!
Houd de halogeenlamp altijd
met een doek vast om te
voorkomen dat er vetrestjes
op de ovenlamp verbranden.
Het bovenste lampje
1. Draai het afdekglas van de lamp en
verwijder het.
2. Reinig de glasafdekking.
3. Vervang de lamp door een geschikte
300°C hittebestendige lamp.
4. Plaats het afdekglas terug.
12. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
12.1 Wat moet u doen als...
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
U kunt de oven niet in‐
schakelen of bedienen.
De oven is niet aangeslo‐
ten op een stopcontact of
is niet goed geïnstalleerd.
Controleer of de oven
goed is aangesloten op het
stopcontact (zie het aan‐
sluitdiagram indien be‐
schikbaar).
De oven wordt niet warm. De oven is uitgeschakeld. Schakel de oven in.
De oven wordt niet warm. De klok is niet ingesteld. Stel de klok in.
De oven wordt niet warm. De benodigde kookstan‐
den zijn niet ingesteld.
Zorg ervoor dat de instel‐
lingen correct zijn.
De oven wordt niet warm. De automatische uitscha‐
keling is actief.
Raadpleeg 'Automatisch
uitschakelen'.
De oven wordt niet warm. Het kinderslot is geacti‐
veerd.
Raadpleeg "Het kinderslot
gebruiken".
NEDERLANDS 37
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De oven wordt niet warm. De zekering is doorgesla‐
gen.
Ga na of de zekering de
oorzaak van de storing is.
Als de zekeringen keer op
keer doorslaan, neemt u
contact op met een erken‐
de installateur.
Het lampje brandt niet. Het lampje is stuk. Vervang het lampje.
Stoom en condens slaan
neer op de gerechten en in
de ovenruimte.
Het gerecht heeft te lang in
de oven gestaan.
Laat gerechten na het be‐
reiden niet langer dan 15 -
20 minuten in de oven
staan.
Het display toont een fout‐
code die niet in deze tabel
staat.
Er is een elektrische fout. Schakel de oven uit via
de huiszekering of de
veiligheidsschakelaar in
de zekeringkast en
schakel deze weer in.
Neem contact op met
de klantenservice wan‐
neer de foutcode op‐
nieuw wordt weergege‐
ven.
12.2 Onderhoudsgegevens
Als u niet zelf het probleem kunt
verhelpen, neem dan contact op met uw
verkoper ofeen erkende serviceafdeling.
De contactgegevens van het
servicecentrum staan op het typeplaatje.
Het typeplaatje bevindt zich aan de
voorkant van de binnenkant van de oven.
Verwijder het typeplaatje niet uit de
ovenruimte.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
13. ENERGIEZUINIGHEID
13.1 Energiebesparing
Deze oven bevat functies die
u helpen energie te
besparen tijdens het
dagelijks koken.
Zorg ervoor dat de ovendeur goed
gesloten is als u de oven in werking stelt.
De deur niet openen tijdens de bereiding
met stoom. Houd het deurrubber schoon
en zorg ervoor dat het goed op zijn
plaats vastzit.
Gebruik metalen kookgerei om meer
energie te besparen(alleen als u geen
magnetronfunctie gebruikt).
Verwarm de oven indien mogelijk niet
voor het koken voor.
www.electrolux.com38
Houd de onderbrekingen tussen het
bakken zo kort mogelijk als u een aantal
gerechten tegelijkertijd bereidt.
Bereiding met hete lucht
Gebruik indien mogelijk de
bereidingsfuncties met hete lucht om
energie te besparen.
Restwarmte
Bij sommige ovenfuncties worden, als
een programma met tijdselectie (Duur of
Einde) in werking is en de bereidingstijd
langer is dan 30 minuten, de
verwarmingselementen automatisch
eerder uitgeschakeld.
De lamp en ventilator blijven wel werken.
Wanneer u de oven uitschakelt, geeft het
display de restwarmte aan. U kunt die
warmte gebruiken om het eten warm te
houden.
Wanneer de kookduur langer is dan 30
minuten, verlaag dan de
oventemperatuur tot minimaal 3-10
minuten voor het einde van het koken.
De restwarmte in de oven zorgt ervoor
dat het gerecht wordt voltooid.
U kunt de restwarmte gebruiken om
andere maaltijden op te warmen.
Eten warm houden
Kies de laagst mogelijke
temperatuurinstelling om de restwarmte
te gebruiken en een maaltijd warm te
houden. Het indicatielampje van de
restwarmte of temperatuur verschijnt op
het display.
14. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het
symbool . Gooi de verpakking in een
geschikte afvalcontainer om het te
recycleren. Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een
correcte manier het afval van elektrische
en elektronische apparaten. Gooi
apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation
bij u in de buurt of neem contact op met
de gemeente.
*
NEDERLANDS 39
www.electrolux.com/shop
867362225-A-342020
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

Electrolux EVL6E40X Handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
Handleiding