Kenwood KDC-2031SA, KDC-2031SA/G, KDC-2031SG de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Kenwood KDC-2031SA de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
42
|
Nederlands
Inhoud
Toebehoren/ Handelingen voor
het installeren 54
Verbinden van kabels met
aansluitingen 55
Installeren 57
Verwijderen van het toestel 58
Oplossen van problemen 59
Technische gegevens 61
Veiligheidsvoorschriften 43
Opmerkingen 44
Informatie over CD’s 45
Algemene kenmerken 46
Spanning
Kiezen van de geluidsbron
Volume
Demping
System Q
Klankkleurregeling
Audio-instelling
Luidspreker instelling
Klokdisplay
Instellen van de klok
Helderheidsregeling
DSI (Disabled System Indicator)
Anti-diefstal voorpaneel
Telefoondemping
Functies van de tuner 50
Afstemmen
Afstemfunctie
Mono ontvangst
Voorkeurzendergeheugen
Automatisch vastleggen van zenders in het
geheugen
Afstemmen op voorkeurzenders
Kenmerken van de CD-speler 52
Weergeven van CD’s
Versnelde weergave in voor- of achterwaartse
richting
Fragmentzoeken
Herhalen van een fragment
Weergave met aftasten
Weergave in willekeurige volgorde
Nederlands
|
43
Veiligheidsvoorschriften
Kondens op de lens
Nadat u de autoverwarming aanzet bij lage
temperaturen wordt er mogelijk kondens op de
lens van de CD-speler gevormd. De lens "beslaat"
en CD’s kunnen niet worden afgespeeld. Verwijder
in zo’n geval de CD en wacht totdat de kondens
is verdampt. Raadpleeg uw Kenwood handelaar
indien het toestel na een tijdje nog niet normaal
functioneert.
2WAARSCHUWING
Voorkom persoonlijk letsel en/of
brand en let derhalve op de volgende
voorzorgen:
• Voorkom kortsluiting en steek derhalve
nooit metalen voorwerpen (zoals munten en
gereedschap) in het toestel.
2LET OP
Voorkom beschadiging van het toestel en
let derhalve op de volgende voorzorgen:
• Zorg dat het toestel op een negatief 12 Volt
gelijkstroomsysteem is geaard.
• Installeer het toestel niet op plaatsen die aan het
direkte zonlicht, hitte of extreme vochtigheid
blootstaan. Vermijd tevens zeer stoffige plaatsen
of plaatsen waar het toestel nat zou kunnen
worden.
• Leg het verwijderde voorpaneel of de houder
voor het voorpaneel niet op plaatsen die aan
het direkte zonlicht, hitte of extreme vochtigheid
blootstaan. Vermijd tevens zeer stoffige plaatsen
of plaatsen waar het paneel of de houder nat zou
kunnen worden.
• Het voorpaneel bestaat uit precisie-onderdelen.
Stel het voorpaneel derhalve niet aan zware
schokken bloot.
• Voorkom een onjuist functioneren en raak
de aansluitingen op het toestel of van het
voorpaneel niet met uw vingers aan.
• Bij het vervangen van een zekering moet u altijd
een nieuwe zekering van hetzelfde ampèrage
gebruiken. Het gebruik van een andere zekering
veroorzaakt mogelijk een onjuiste werking van het
toestel.
• Gebruik bij het installeren uitsluitend de
bijgeleverde schroeven. Het toestel wordt
mogelijk beschadigd door gebruik van andere
schroeven.
Plaats geen 8-cm CD’s ("singles") in de
CD-houder
Indien u probeert een 8-cm CD met adapter in het
toestel te steken, zal de adapter mogelijk van de CD
losschieten en het toestel beschadigen.
Batterij niet
weggooien, maar
inleveren als KCA.
44
|
Nederlands
Opmerkingen
• Raadpleeg uw Kenwood handelaar indien u
problemen of vragen over het installeren heeft.
• Druk op de resettoets wanneer het toestel niet
juist functioneert. Het toestel wordt naar de
fabrieksinstellingen teruggesteld wanneer u op de
terugsteltoets drukt.
Resettoets
MONO
• De afbeeldingen van de display en het
voorpaneel in deze gebruiksaanwijzing zijn slechts
voorbeelden en zijn bedoeld om het gebruik
van de bedieningsorganen te verduidelijken.
Derhalve kan het voorkomen dat datgene wat
op de afgebeelde display afwijkt van wat in
werkelijkheid op de display kan verschijnen.
Reinigen van het toestel
Als het voorpaneel van dit toestel vuil is, moet u
het met een droge zachte doek, bijvoorbeeld een
siliconendoek, schoonvegen. Als het voorpaneel
erg vuil is, veegt u het vuil weg met een doek die is
bevochtigd met een neutraal reinigingsmiddel en
veegt u vervolgens het reinigingsmiddel weg.
Spuit geen reinigingsmiddel rechtstreeks op het toestel,
want dit kan de mechanische onderdelen beschadigen.
Veeg het voorpaneel niet schoon met een harde doek of
met een vluchtig middel als verdunner of alcohol, want
dit kan leiden tot krassen of het verdwijnen van letters.
Reinigen van de aansluitpunten van het
voorpaneel
Veeg de aansluitpunten op het toestel zelf of het
voorpaneel indien nodig met een droge, zachte
doek schoon.
Dit product wordt niet geïnstalleerd door de
fabrikant van een voertuig op de productielijn,
noch door de professionele invoerder van een
voertuig in EU-lidstaten.
Markering op produkten die laserstralen
gebruiken (Uitgezonderd voor bepaalde
gebieden)
CLASS 1
LASER PRODUCT
Dit label is aangebracht op de behuizing/houder en
toont dat het komponent een laserstraal gebruikt
die als Klasse 1 is geclassificeerd. Dit betekent dat
de laserstraal relatief zwak is en er geen gevaar van
straling buiten het toestel is.
Nederlands
|
45
Hanteren van CD’s
• Raak het opgenomen oppervlak van de CD niet
aan.
• Opneembare CD’s (CD-R) en herschrijfbare CD’s
(CD-RW) beschadigen sneller dan gewone
muziek-CD’sGebruik een CD-R of een CD-RW niet
voordat u de waarschuwingen op de verpakking
gelezen heeft.
• Plak geen plakband e.d. op de CD.
Gebruik ook geen CD’s waar plakband e.d. op
geplakt is.
Bij gebruik van een nieuwe CD
Verwijder voor gebruik eventuele bramen in het
middengat of de rand m.b.v. een balpen, e.d.
Bramen
Bramen
CD-accessoires
Gebruik geen accessoires voor disktypes, e.d.
Reinigen van CD’s
Veeg vanuit het midden van de disk naar de rand.
Informatie over CD’s
Verwijderen van CD’s
Neem de CD’s horizontaal uit het toestel.
CD’s die niet gebruikt kunnen worden
• CD’s die niet rond zijn kunnen niet worden
gebruikt
• CD’s met kleuren op het opgenomen oppervlak
kunnen niet worden gebruikt.
• Deze eenheid kan alleen cd’s met
weergeven.
Het is mogelijk dat disks zonder dit kenteken niet
foutloos worden weergegeven.
• Een niet afgewerkte CD-R of CD-RW kan
niet worden weergegeven. (Raadpleeg de
instructies van de CD-brander software en de
gebruiksaanwijzing van uw CD-brander voor
details over het afwerkingsproces.)
Bewaren van CD’s
• Stel de CD’s niet bloot aan direct zonlicht (op
de zitting of het dashboard, enz.) en hoge
temperaturen.
• Bewaar de CD’s in de daarvoor bestemde doosjes.
46
|
Nederlands
Algemene kenmerken
Spanning
Inschakelen van het toestel
Druk op de [SRC] toets.
Uitschakelen van het toestel
Houd de [SRC] toets tenminste 1 seconde
ingedrukt.
Kiezen van de geluidsbron
Druk op de [SRC] toets.
Geluidsbron is vereist Display
Tuner "TUnE"
CD "CD"
Stand-by (alleen verlichting) "STBY"
Volume
Verhogen van het volume
Draai de [VOL] knop naar rechts.
Verlagen van het volume
Draai de [VOL] knop naar links.
Demping
Dempen van het volume.
Druk op de [ATT] toets.
Elke keer dat de toets wordt ingedrukt, wordt de
dempingsfunctie aan- en uitgezet.
Wanneer ingeschakeld, knippert de "ATT"
indicator.
MONO
SRC 1
3
VOL
ATT/DIM
Q
CLK
Ontgrendeltoets Regelknop
ATT indicator
LOUD indicator
Nederlands
|
47
System Q
U kunt voor verschillende soorten van muziek de
optimale geluidsinstellingen programmeren en
weer oproepen.
1 Kies de in te stellen geluidsbron
Druk op de [SRC] toets.
2 Kies het soort van muziek
Druk op de [Q] toets.
Elke keer dat de toets wordt ingedrukt, verandert
de geluidsinstelling.
Geluidsinstelling Display
Natuurlijk "FLAT"
Rock "ROCK"
Pop "POPS"
Easy-listening "EASY"
Top 40 "TP40"
Jazz "JAzz"
"USER": De volgens <Klankkleurregeling> (blz. 47)
ingestelde waarden. Wanneer de System
Q instelling wordt veranderd, worden de
System Q waarden vervangen door de met
klankkleurregeling ingestelde lage, midden en
hoge tonen.
Elke instelling wordt veranderd door de <Luidspreker
instelling> (blz. 48).
Kies eerst het type luidspreker met luidspreker
instelling.
Klankkleurregeling
1
Kies de in te stellen geluidsbron
Druk op de [SRC] toets.
2 Activeer de audio controle functie
Druk op de [VOL]-knop.
3 Kies de in te stellen functie
Druk op de [VOL]-knop.
Elke keer dat de knop wordt ingedrukt,
veranderen de instelbare items zoals hieronder
wordt getoond.
4 Stel de functie in
Draai aan de [VOL]-knop.
Functie
Display
Bereik
Niveau van de lage tonen
"BAS"
–8 — +8
Niveau van de middentonen "MID" –8 — +8
Niveau van de hoge tonen "TRE" –8 — +8
Balans "BL" Linkerkant 15
— Rechterkant 15
Fader "FD" Achteraan 15
— Vooraan 15
5 Sluit de audio controle functie af
Druk op een willekeurige toets.
Druk op om het even welke toets, behalve de
[VOL]-knop en de [ATT]-toets.
48
|
Nederlands
Algemene kenmerken
Audio-instelling
Instelling van het geluidssysteem, zoals
bijvoorbeeld volume-offset en toonversterking.
1 Kies de in te stellen geluidsbron
Druk op de [SRC] toets.
2 Schakel de audio-instelmodus in
Houd de [VOL]-knop ten minste 1 seconde
ingedrukt.
3 Kies het in te stellen audio-instelitem
Druk op de [VOL]-knop.
Elke keer dat de knop wordt ingedrukt,
veranderen de instelbare items zoals hieronder
wordt getoond.
4 Stel het audio-instelitem in
Draai aan de [VOL]-knop.
Functie
Display Bereik
Volumecompensatie
"V-OF" –8 — ±0
Toonversterking "LOUD" AAN/UIT
• Volumecompensatie:
Het volume van elke geluidsbron kan worden
gecompenseerd en aan het standaard volume worden
aangepast.
• Toonversterking:
Versterken van de lage en hoge tonen bij weergave
met een laag volume.
Wanneer ingeschakeld, licht de "LOUD" indicator op.
5 Sluit de audio-instelmodus af
Houd de [VOL]-knop ten minste 1 seconde
ingedrukt.
Luidspreker instelling
Fijnafstemmen zodat de System Q waarde bij
instelling van het luidsprekertype optimaal is.
1 Schakel het toestel in stand-by
Druk op de [SRC] toets.
Kies de "STBY" display.
2 Activeer de luidspreker instellingsfunctie
Druk op de [VOL]-knop.
3 Kies het luidsprekertype
Draai aan de [VOL]-knop.
Elke keer dat aan de knop wordt gedraaid,
verandert de instelling zoals hieronder wordt
getoond.
Luidsprekertype Display
UIT "SP-F"
Voor 5 & 4 in. luidspreker "SP-5"
Voor 6 & 6x9 in. luidspreker "SP-6"
Voor de OEM luidspreker "SP-O"
4 Sluit de luidspreker instellingsfunctie af
Druk op de [VOL]-knop.
Klokdisplay
Druk op de [CLK] toets.
Elke keer dat de toets wordt ingedrukt, wordt de
klok aan- en uitgezet.
Instellen van de klok
1 Schakel het toestel in stand-by
Druk op de [SRC] toets.
Kies de "STBY" display.
2 Kies de klokdisplay
Druk op de [CLK] toets.
3 Activeer de functie voor het instellen de
klok
Houd de [CLK] toets tenminste 2 seconden
ingedrukt.
De klokdisplay knippert.
4 Stel de uren in
Druk de regelknop naar [FM] of [AM].
Stel de minuten in
Druk de regelknop naar [4] of [¢].
5 Sluit de functie voor het instellen van de
klok af
Druk op de [CLK] toets.
Nederlands
|
49
Helderheidsregeling
U kunt de helderheid van het display van het
toestel aanpassen.
Houd de [DIM] toets tenminste 1 seconde
ingedrukt.
Elke keer dat de toets wordt ingedrukt
gedurende 1 seconde, wordt de
helderheidsregeling in- of uitgeschakeld.
Wanneer ingeschakeld, wordt "on DI" getoond.
DSI (Disabled System Indicator)
Om potentiele dieven af te schrikken knippert
er een rode indicator op de eenheid nadat u het
voorpaneel heeft verwijderd.
1 Schakel de spanning uit
Houd de [SRC] toets tenminste 1 seconde
ingedrukt.
2 Stel de DSI-functie in
Houd de [1] en [3] toets ingedrukt en druk op
de [SRC] toets.
Laat de toets los nadat het display is verschenen.
Elke keer dat de stappen 1 en 2 worden
uitgevoerd, wordt de DSI-functie aan- of uitgezet.
Anti-diefstal voorpaneel
U kunt het voorpaneel van de eenheid
verwijderen en meenemen om de eenheid
minder aantrekkelijk voor dieven te maken.
Verwijderen van het voorpaneel
Druk op de ontgrendeltoets.
Het voorpaneel wordt ontgrendeld, zodat u het
kunt verwijderen.
Het voorpaneel bestaat uit nauwkeurig luisterend
onderdelen en kan gemakkelijk beschadigd worden
door schokken en stoten. Bewaar het voorpaneel
derhalve in de speciale houder wanneer het van het
toestel is verwijderd.
Stel het voorpaneel en de houder niet bloot aan direct
zonlicht, hitte of extreme vochtigheid. Vermijd tevens
zeer stoffige plaatsen en plaatsen waar het voorpaneel
of de houder nat kunnen worden.
Bevestigen van het voorpaneel
1 Breng de groeven van het voorpaneel op één
lijn met de uitstekende delen van de eenheid.
Uitsparingen
Groeven
2 Klik het voorpaneel vast.
Het voorpaneel wordt vergrendeld, zodat u de
eenheid kunt bedienen.
Telefoondemping
Het audiosysteem wordt automatisch gedempt
wanneer u opgebeld wordt.
Wanneer de telefoon overgaat
"CALL" wordt getoond.
Het audiosysteem wordt tijdelijk onderbroken.
Luisteren naar audio tijdens een telefoongesprek
Druk op de [SRC] toets.
De "CALL" display verdwijnt en het audiosysteem
wordt weer aangezet.
Wanneer het telefoongesprek wordt beeindigd
Leg de telefoon op de haak.
De "CALL" display verdwijnt en het audiosysteem
wordt weer aangezet.
50
|
Nederlands
Functies van de tuner
Afstemmen
Kiezen van de zender.
1 Kies de tuner als geluidsbron
Druk op de [SRC] toets.
Kies de "TUnE" display.
2 Kies de golfband
Druk de regelknop naar [FM] of [AM].
Elke keer dat de knop wordt ingedrukt in de
stand [FM], wordt overgeschakeld tussen de
golfbanden FM1, FM2 en FM3.
3 Stem op de golfband af op een hogere of
lagere frequentie
Druk de regelknop naar [4] of [¢].
Tijdens ontvangst van een stereo uitzending licht de
"ST" indicator op.
Afstemfunctie
Kies de afstemfunctie.
Druk de regelknop in.
Elke keer dat de knop wordt ingedrukt, verandert
de afstemfunctie in onderstaande volgorde.
Afstemfunctie Display Werking
Automatisch zoeken "AUTO 1"
indicator
Automatisch zoeken naar een
zender.
Voorkeurzender zoeken "AUTO 2"
indicator
Op volgorde zoeken langs de
voorkeurgeheugen opgeslagen
zenders.
Handmatig Handmatig op een zender
afstemmen.
MONO
SRC
MONO
1 – 6
Regelknop
AUTO indicatorGolfbanddisplay
Voorkeurzendernummer Frequenctiedisplay ST indicator
Nederlands
|
51
Mono ontvangst
Houd de [MONO] toets tenminste 1 seconde
ingedrukt.
Elke keer dat de toets gedurende ten minste
1 seconde ingedrukt blijft, wordt de mono-
ontvangst aan- en uitgezet.
Wanneer ingeschakeld, wordt "on MONO"
getoond.
Voorkeurzendergeheugen
Vastleggen van zenders in het geheugen.
1 Kies de golfband
Druk de regelknop naar [FM] of [AM].
2 Kies de in het geheugen vast te leggen
frequentie
Druk de regelknop naar [4] of [¢].
3 PLeg de frequentie vast in het geheugen
Druk ten minste 2 seconden op de gewenste
[1] — [6] toets.
Het voorkeurnummer knippert 1 keer op de
display.
Er kan onder elk van de [1] — [6] toetsen 1
zender van elke golfband in het geheugen
worden vastgelegd.
Automatisch vastleggen van
zenders in het geheugen
Automatisch vastleggen van zenders die goed
ontvangen worden.
1 Kies de golfband waarvan de zenders
automatisch moeten worden vastgelegd
Druk de regelknop naar [FM] of [AM].
2 Activeer het automatisch vastleggen van
zenders
Houd de regelknop ten minste 2 seconden
ingedrukt.
Wanneer er 6 zenders die goed ontvangen
worden in het geheugen zijn opgeslagen, wordt
de functie voor het automatisch vastleggen
afgesloten.
Afstemmen op voorkeurzenders
Oproepen van in het geheugen opgeslagen
zenders.
1 Kies de golfband
Druk de regelknop naar [FM] of [AM].
2 Roep de zender op
Druk op de gewenste [1] — [6] toets.
52
|
Nederlands
Kenmerken van de CD-speler
Weergeven van CD’s
Wanneer er een CD geplaatst is
Druk op de [SRC] toets.
Kies de "CD" display.
Wanneer er een CD geplaatst is, licht de "IN" indicator
op.
Tijdelijk onderbreken en hervatten van de
weergave
Druk de regelknop in.
Elke keer dat de knop wordt ingedrukt, wordt de
weergave onderbroken of hervat.
Werp de CD uit
Druk op de [0] toets.
Versnelde weergave in voor- of
achterwaartse richting
Versnelde weergave in voorwaartse richting
Houd [¢] van de regelknop ingedrukt.
Laat de toets los op het punt waar u de normale
weergave wilt hervatten.
Versnelde weergave in achterwaartse richting
Houd [4] van de regelknop ingedrukt.
Laat de toets los op het punt waar u de normale
weergave wilt hervatten.
MONO
SRC
0
SCAN
RDM
REP
Regelknop
SCN indicator
REP indicator
RDM indicator Tracknummer IN indicator
Nederlands
|
53
Fragmentzoeken
Kiezen van het fragment waarnaar u wilt luisteren.
Druk de regelknop naar [4] of [¢].
Herhalen van een fragment
Herhalen van het huidige fragment.
Druk op de [REP] toets.
Elke keer dat de toets wordt ingedrukt, wordt het
herhalen van een fragment aan- of uitgezet.
Wanneer ingeschakeld, licht de "REP" indicator
op.
Weergave met aftasten
Weergeven van het eerste gedeelte van elk
fragment op de huidige disk om snel het
gewenste fragment op te zoeken.
1 Starten van het weergeven met aftasten
Druk op de [SCAN] toets.
De "SCN" indicator licht op.
2 Laat de toets los wanneer het gewenste
fragment wordt weergegeven
Druk op de [SCAN] toets.
Weergave in willekeurige volgorde
Weergeven van alle fragmenten op de disk in
willekeurige volgorde.
Druk op de [RDM] toets.
Elke keer dat de toets wordt ingedrukt, wordt de
functie voor weergave in willekeurige volgorde
aan- of uitgezet.
Wanneer ingeschakeld, licht de "RDM" indicator
op.
Wanneer u de regelknop naar [¢] drukt, start de
keuze van het volgende liedje.
54
|
Nederlands
Toebehoren/ Handelingen voor het installeren
Toebehoren
1
..........1
2
..........2
3
..........1
Handelingen voor het installeren
1. Voorkom kortsluiting of ongelukken - Haal
de sleutel uit het kontakt en ontkoppel de min
(negatieve) kabel.
2. Verbind de juiste in- en uitgangskabels van ieder
toestel.
3. Verbind de kabel met de bedradingsbundel.
4. Neem stekker B van de bedradingsbundel en
verbind met de luidsprekeraansluiting van uw
auto.
5. Neem stekker A van de bedradingsbundel en
verbind met de externe spanningsaansluiting
van de auto.
6. Neem de kabelboom en verbind deze met het
toestel.
7. Monteer het toestel in de auto.
8. Sluit de - pool van de accu weer aan.
9. Druk op de terugsteltoets.
Als de spanning niet wordt ingeschakeld (of wel wordt
ingeschakeld, maar meteen wordt uitgeschakeld), is
het luidsprekersnoer mogelijk kortgesloten of heeft het
snoer het voertuigchassis geraakt en is daardoor de
beveiligingsfunctie in werking getreden. Controleer het
luidsprekersnoer.
Als uw wagen niet voorbereid is op dit speciale
aansluitingssysteem, raadpleeg dan uw KENWOOD
dealer.
Gebruik uitsluitend antenneconversie-adapters (ISO-
JASO) wanneer de antennekabel een ISO stekker heeft.
Kontroleer dat alle verbindingen juist zijn en de stekkers
goed in de aansluitingen zijn vergrendeld.
Indien het kontakt van uw auto geen ACCESSOIRES
(ACC) stand heeft of de ontstekingskabel (kontaktkabel)
met een spanningsbron is verbonden waar constant
spanning op staat zoals bijvoorbeeld een accukabel,
zal de spanning van het toestel niet overeenkomstig
het kontakt worden in- en uitgeschakeld (met andere
woorden, de spanning van het toestel wordt niet
gelijk met het kontakt in- en uitgeschakeld). Indien
u de spanning van het toestel overeenkomstig het
kontakt van de auto wilt in- en uitschakelen, moet u de
ontstekingskabel met een spanningsbron verbinden
die middels het kontakt van de auto wordt in- en
uitgeschakeld.
Kontroleer wanneer een zekering doorbrandt eerst of de
kabels geen kortsluiting maken. Vervang vervolgens de
doorgebrande zekering door een van hetzelfde type.
Isoleer niet-aangesloten kabels met isolatieband of ander
geschikt materiaal. Voorkom korstluiting en verwijder niet
de kappen of doppen van de uiteinden van kabels of
aansluitingen die niet worden verbonden.
Sluit de luidsprekerkabels juist met de overeenkomende
aansluitingen aan. Het toestel wordt mogelijk beschadigd
of functioneert niet indien de - kabels gezamelijk
worden aangesloten en/of gezamelijk op een metalen
onderdeel van de auto worden geaard.
Kontroleer na het installeren van het toestel dat de
remlichten, richtingaanwijzers, ruitewissers, etc. van de
auto juist functioneren.
Als de console voorzien is van een klep, dient u het
toestel zodanig te installeren dat het voorpaneel bij het
openen en sluiten de klep niet raakt.
Installeer het toestel zodanig, dat een maximale hoek van
30˚ wordt bereikt.
Nederlands
|
55
Verbinden van kabels met aansluitingen
1
2
3
4
5
6
7
8
1
2
3
4
5
6
7
8
P.CONT
ANT.CONT
REAR
L
R
MUTE
Rechterachteruitgang (rood)
Accukabel (geel)
Ontstekingskabel (rood)
FM/AM antenne-
ingang
Antennekabel (ISO)
Antenneconversie-adapter
(ISO–JASO) (toebehoren3)
Bedradingsbundel
(toebehoren1)
Zorg dat de kabel niet uit het
lipje komt wanneer u geen
verbindingen heeft gemaakt.
Spanning-/
motorantennekabel
(blauw/wit)
Verbind ofwel met de
spanningsaansluiting
wanneer u de los verkrijgbare
eindversterker gebruikt, ofwel
met de antenne-aansluiting
van het voertuig.
A–7 Pen (rood)
A–4 Pen (geel)
Aansluiting A
Aansluiting B
Zekering (10A)
Zie de volgende
bladzijde
Verbind met de aansluiting
die is geaard tijdens
ontvangst van of gedurende
een telefoongesprek.
TEL-dempingskabel (bruin)
Linkerachteruitgang (wit)
56
|
Nederlands
Verbinden van kabels met aansluitingen
Aansluitfunctie gids
Pennummers voor
ISO aansluitingen
Kleur van
kabel
Functies
Externe
spanningsaansluiting
A-4 Geel Accu
A-5 Blauw/wit Spanningsregelaar
A-7 Rood Kontakt
(ACCESSOIRES
(ACC))
A-8 Zwart Aardeverbinding
Luidsprekers-
aansluiting
B-1 Paars Rechtsachter (+)
B-2 Paars/zwart Rechtsachter (–)
B-3 Grijs Rechtsvoor (+)
B-4 Grijs/zwart Rechtsvoor (–)
B-5 Wit Linksvoor (+)
B-6 Wit/zwart Linksvoor (–)
B-7 Groen Linksachter (+)
B-8 Groen/zwart Linksachter (–)
2WAARSCHUWING
Verbinden van de ISO aansluiting
De penopstelling van de ISO aansluitingen is afhankelijk
van het type van uw auto. Voorkom beschadiging en
kontroleer dat de juiste verbindingen worden gemaakt.
De basisverbinding van de bedradingsbundel is in stap 1
hieronder beschreven. Maak de getoonde verbindingen
indien de penopstelling van de ISO aansluiting
overeenkomt met de beschrijving in 2 of 3.
De kabel moet opnieuw worden aangesloten zoals
getoond in 2 hieronder voor het monteren van deze
eenheid in Volkswagen-modellen.
1 (Basisverbinding) De A-7 pen (rood) van de ISO
aansluiting van de auto is verbonden met het
kontakt en de A-4 pen (geel) is verbonden met
de spanningsbron waar constant spanning op
staat.
Toestel Auto
A –7 Pen (rood)
A–4 Pen (geel)
Ontstekingskabel (rood)
Accukabel (geel)
2 De A-7 pen (rood) van de ISO aansluiting van de
auto is verbonden met de spanninsbron waar
constant spanning op staat en de A-4 pen (geel)
is verbonden met het kontakt.
Toestel Auto
A –7 Pen (rood)
A–4 Pen (geel)
Ontstekingskabel
(rood)
Accukabel
(geel)
3 De A-4 pen (geel) van de ISO aansluiting van de
auto is niet verbonden en de A-7 pen (rood) is
verbonden met de spanningsbron waar constant
spanning op staat (of zowel de A-7 (rood) en
A-4 (geel) pennen zijn verbonden met de
spanningsbron waar constant spanning op staat.
Toestel Auto
A –7 Pen (rood)
A–4 Pen (geel)
Ontstekingskabel (rood)
Accukabel (geel)
Wanneer u een verbinding volgens 3 heeft
gemaakt, wordt de spanning van het toestel niet in
overeenstemming met het kontakt in- en uitgeschakeld.
U moet in dit geval zelf de spanning uitschakelen
wanneer het kontakt van de auto is uitgeschakeld.
Voor het in- en uitschakelen in overeenstemming met
het kontakt moet u de ontstekingskabel (ACCESSOIRES
(ACC) ...rood) met een spanningsbron verbinden die
middels het kontakt wordt in- en uitgeschakeld.
Nederlands
|
57
Installeren
Kontroleer dat het toestel goed op zijn plaats is
geïnstalleerd. Het toestel zal niet juist functioneren indien
het niet goed is geplaatst (het geluid zal bijvoorbeeld
overslaan).
Installeren
Hitteschild of metalen steun
Schroef (M4X8)
(in de handel verkrijgbaar)
Zelf-tappende schroef
(in de handel verkrijgbaar)
Metalen bevestigingsriem
(in de handel verkrijgbaar)
Buig de lipjes van de
bevestigingshuls met een
schroevedraaier of dergelijk
en bevestig op zijn plaats.
58
|
Nederlands
Verwijderen van het toestel
Verwijderen van het harde
rubberframe
1
Laat de pennen van het uitneemhulpstuk
aangrijpen en verwijder de twee vergrendelingen
op het bovenste niveau.
Duw het frame naar boven en trek het naar voor
zoals aangegeven op de afbeelding.
2 Wanneer het bovenste niveau verwijderd is,
verwijdert u de onderste twee plaatsen.
Het frame kan op dezelfde wijze van onder af aan
worden verwijderd.
Verwijderen van het toestel
1
Zie het gedeelte <Verwijderen van het harde
rubberframe> (blz. 58) en verwijder het harde
rubberframe.
2 Verwijder de schroef (M4 x 8) van het
achterpaneel.
3 Steek het gereedschap voor het verwijderen (2
stuks) in de openingen aan beide kanten zoals
afgebeeld.
4 Breng het gereedschap voor het verwijderen
omlaag en trek het toestel half naar voren terwijl
u het naar het midden drukt.
Wees voorzichtig zodat u geen wonden van de
klempennen op het gereedschap voor het verwijderen
krijgt.
5 Trek het toestel met uw handen geheel naar
voren en let op het toestel niet te laten vallen.
Toebehoren2
Gereedschap voor het verwijderen
Toebehoren2
Gereedschap voor
het verwijderen
Schroef (M4X8)
(in de handel verkrijgbaar)
Klem
Vergrendeling
Nederlands
|
59
Oplossen van problemen
Vele problemen worden slechts veroorzaakt
door een verkeerde bediening of verkeerde
verbindingen. Kontroleer voordat u uw handelaar
raadpleegt eerst de volgende lijst voor een
mogelijke oplossing van uw probleem.
Algemeen
? Spanning wordt niet ingeschakeld.
De zekering is doorgebrand.
Nadat u de kabels op kortsluiting heeft
gekontroleerd moet u de zekering door een
van hetzelfde type vervangen.
De luidsprekerkabel is kortgesloten of raakt
het chassis van het voertuig waardoor de
beveiligingsfunctie wordt geactiveerd.
De luidsprekerkabel goed aansluiten of
isoleren en op de resettoets drukken.
? Er is een geluidsbron waarnaar u niet kunt
overschakelen.
Er zit geen drager in het toestel.
Plaats de geluidsdrager waarnaar u wilt
luisteren. Wanneer er in dit toestel geen
geluidsdrager is geplaatst, kunt u niet
overschakelen naar elke geluidsbron.
? Het geheugen wordt gewist wanneer het kontakt
wordt uitgeschakeld.
De kabel van het kontakt en de accu zijn niet juist
verbonden.
Sluit de kabels juist aan de hand van
het gedeelte 'Verbinden van kabels met
aansluitingen' aan.
? De telefoondempingfunctie werkt niet.
De telefoondempingkabel is niet juist verbonden.
Sluit de kabels juist aan de hand van
het gedeelte 'Verbinden van kabels met
aansluitingen' aan.
? De telefoondempingfunctie wordt geaktiveerd
maar de telefoondempingkabel is niet
aangesloten.
De telefoondempingkabel raakt een metalen deel
van de auto.
Zorg dat de telefoondempingkabel geen
kontakt met een metalen deel maakt.
? Zelfs als Toonversterking ingeschakeld is,
kunnen schelle tonen niet gecompenseerd
worden.
De Tuner is als geluidsbron geselecteerd.
Schelle tonen kunnen niet gecompenseerd
worden in de functie met Tuner als
geluidsbron.
? Geen geluidsweergave of zeer laag volume.
De instellingen van de Fader of Balans zijn altijd
naar één kant ingesteld.
Centreer de instellingen van de Fader en de
Balans.
De in- en uitgangskabels of bedradingsbundel
is/zijn niet juist verbonden.
Sluit de in- en uitgangskabels en/of
bedradingsbundel opnieuw juist aan. Zie
het gedeelte <Verbinden van kabels met
aansluitingen>.
De waarden van de volumeafwijking zijn laag.
Zet het volume hoger, zoals beschreven in de
sectie over <Audio-instelling> (blz. 48).
? Slechte geluidskwaliteit of vervormd geluid.
Een luidsprekerkabel wordt mogelijk afgekneld
door een schroef in de auto.
Kontroleer de bedrading van de luidsprekers.
De luidsprekers zijn niet juist aangesloten.
Sluit de luidsprekerkabels opnieuw juist aan
zodat iedere uitgangsaansluiting met een
andere luidspreker is verbonden.
Tuner als geluidsbron
? Ontvangst van radio-uitzendingen is slecht.
De auto-antenne is niet uitgetrokken.
Trek de antenne geheel uit.
De antennekabel is niet aangesloten.
Sluit de kabels juist aan de hand van
het gedeelte 'Verbinden van kabels met
aansluitingen' aan.
60
|
Nederlands
Oplossen van problemen
Disk als geluidsbron
? Niet de gekozen disk maar een andere wordt
weergegeven.
De gekozen CD is vuil.
Reinig de CD.
De disk heeft krassen.
Probeer een andere disk.
? CD wordt direkt na het plaatsen uitgeworpen.
De CD is vuil.
Reinig de cd zoals aangegeven onder Reinigen
van cd’s in de sectie <Informatie over CD’s>
(blz. 45).
? Kan de disc niet verwijderen.
De reden is dat u het contactslot van de auto
meer dan 10 minuten geleden op OFF hebt gezet.
U kunt de disc alleen verwijderen binnen de
10 minuten nadat u het contactslot op OFF
hebt gezet. Als u langer dan 10 minuten hebt
gewacht, moet u het contactslot opnieuw
op ON zetten en dan op de Uitwerptoets
drukken.
? De disk kan niet geplaatst worden.
Er is al een andere disk geplaatst.
Druk op de [0] toets en verwijder de disk.
De onderstaande berichten geven de
toestand van uw systeem weer.
E-04: De CD is vuil. De CD is omgekeerd
geplaatst. De CD heeft krassen.
Reinig de CD en plaats juist.
E-99: Het toestel functioneert om een andere
reden niet juist.
Druk op de terugsteltoets van
het toestel. Raadpleeg een
onderhoudscentrum indien "E-99"
wordt getoond.
IN (Knipperend): Het gedeelte van de CD-weergave
functioneert niet goed.
Plaats de CD opnieuw. Als de CD niet
uitgevoerd kan worden of de display
blijft knipperen zelfs als de CD op
een juiste wijze opnieuw geplaatst is,
schakel dan de spanning uit en neem
contact op met het dichtstbijzijnde
service center.
Nederlands
|
61
FM tunergedeelt
Frekwentiebereik (50 kHz afstand)
: 87,5 MHz – 108,0 MHz
Bruikbare gevoeligheid (S/R = 26dB)
: 0,7 µV /75 Ω
Onderdrukkinggevoeligheid (S/R = 46dB)
: 1,6 µV /75 Ω
Frequentieweergave (±3,0 dB)
: 30 Hz – 15 kHz
Signaal/ruisverhouding (MONO)
: 65 dB
Selektiviteit (DIN) (±400 kHz)
: ≥ 80 dB
Stereo-scheiding (1 kHz)
: 35 dB
MW tunergedeelt
Frekwentiebereik (9 kHz afstand)
: 531 kHz – 1611 kHz
Bruikbare gevoeligheid (S/R = 20dB)
: 25 µV
LW tunergedeelte
Frekwentiebereik
: 153 kHz – 281 kHz
Bruikbare gevoeligheid (S/R = 20dB)
: 45 µV
CD-spelergedeelte
Laserdiode
: GaAlAs
Digitaal filter (D/A)
: 8 keer oversampling
D/A Converter
: 1 Bit
Rotatiesnelheid
: 500 – 200 rpm (CLV)
Wow & Flutter
: Onder meetbare limiet
Frequentieweergave (±1 dB)
: 10 Hz – 20 kHz
Totale harmonische vervorming (1 kHz)
: 0,01 %
Signaal/ruisverhouding (1 kHz)
: 93 dB
Dynamisch bereik
: 93 dB
Kanaalscheiding
: 85 dB
Audiogedeelte
Maximaal uitgangsvermogen
: 45 W x 4
Uitgangsvermogen (DIN 45324, +B=14,4V)
: 28 W x 4
Toonbereik
Lage tonen : 100 Hz ±10 dB
Middentonen : 1 kHz ±10 dB
Hoge tonen : 10 kHz ±10 dB
Vooruitgangsniveau/belasting
(Tijdens de CD-weergave)
: 2000 mV/10 kΩ
Vooruitgangsimpedantie
(Tijdens de CD-weergave)
: ≤ 600 Ω
Algemeen
Bedrijfsvoltage (11 – 16V toelaatbaar)
: 14,4 V
Stroomverbruik
: 10 A
Installatie-afmetingen (B x H x D)
: 182 x 53 x 155 mm
Gewicht
: 1,4 kg
Technische gegevens zijn zonder voorafgaande kennisgeving wijzigbaar.
Technische gegevens
/