neDerlanDs
49
Zorgdatkinderen,bezoekersofdierennietindebuurtvande
werkomgeving komen of het gereedschap of de stroomkabel aanraken.
4. Draag geschikte kleding.
Draaggeenloszittendekledingofsierraden,omdatdezedoor
de bewegende onderdelen kunnen worden gegrepen. Draag
beschermende haarbedekking om lang haar uit de buurt te houden.
Draag als u buitenshuis werkt bij voorkeur geschikte handschoenen en
antislip schoeisel.
5. Persoonlijke bescherming.
Draagaltijdeenveiligheidsbril.Gebruikeengezicht-ofstofmaskerals
deomstandighedenstofofrondvliegendedeeltjesveroorzaken.Als
dezedeeltjesbehoorlijkheetkunnenzijn,dientuookeenhittebestendig
schort te dragen. Draag altijd oorbescherming. Draag altijd een
veiligheidshelm.
6. Wees bedacht op een elektrische schok.
Vermijdlichamelijkcontactmetgeaardeoppervlaktes(bv.buizen,
radiatoren,fornuizenofijskasten).Alsuhetgereedschaponderextreme
omstandigheden gebruikt (bv. hoge luchtvochtigheid, als metaalslijpsel
vrijkomt,enz.)kandeelektrischeveiligheidwordenverbeterddooreen
isolerendetransformatorofeen(FI)aardlekkagestroomonderbrekerte
gebruiken.
7. Rek u niet te ver uit.
Blijf altijd stevig en in balans op de grond staan.
8. Blijf alert.
Letopwatuaanhetdoenbent.Gebruikuwgezondeverstand.Bedien
het gereedschap niet als u moe bent.
9. Beveilig het werkstuk.
Gebruikklemmenofeenbankschroefomhetwerkstukvasttezetten.
Dit is veiliger en houdt beide handen vrij om het gereedschap te
bedienen.
10. Sluit stofverwijderende apparatuur aan.
Alserinapparatenwordtvoorzienvoorhetaansluitenvan
stofverwijdering-ofstofverzamelapparatuur,zorgerdanvoordatdeze
correct worden aangesloten en gebruikt.
11. Verwijder aanpassingsleutels en moersleutels.
Controleer altijd dat de aanpassingssleutels en moersleutels uit het
gereedschapzijnverwijderdvoordatuhetgebruikt.
12. Verlengsnoeren.
Controleer voor het gebruik het verlengsnoer en vervang dit indien
het is beschadigd. Als het gereedschap buitenshuis wordt gebruikt,
dient u uitsluitend een verlengsnoer voor buitenshuis te gebruiken dat
dienovereenkomstig is gemarkeerd.
13. Gebruik het geschikte gereedschap.
Hetbedoeldegebruikstaatbeschrevenindezegebruiksaanwijzing.
Probeernietmetkleingereedschapwerkzaamhedenuittevoerendie
eenzwaargereedschapnodighebben.Hetgereedschaplevertbetere
en veiligere prestaties als u het voor het doel gebruikt waarvoor het is
bedoeld. Forceer het gereedschap niet.
WAARSCHUWING: Het gebruik van enig accessoire
of bevestiging of bediening van enige handeling met dit
gereedschapdatandersisdanwordtaanbevolenindeze
gebruiksaanwijzingkaneenrisicooppersoonlijkletselopleveren.
14. Controleer op beschadigde onderdelen.
Controleer het gereedschap en het stroomsnoer voor gebruik
nauwkeurig op schade. Controleer op verkeerde uitlijning en het
grijpen van bewegende onderdelen, breuk van onderdelen, schade
aan beveiligingen en schakelaars en andere omstandigheden die
dewerkingnadeligkunnenbeïnvloeden.Verzekeruervandathet
gereedschap correct werkt en de bedoelde functie uitvoert. Gebruik het
gereedschap niet als een onderdeel beschadigd of defect is. Gebruik
hetgereedschapnietalsudeschakelaarhetnietaanenuitkanzetten.
Zorg dat ieder beschadigd of defect onderdeel wordt vervangen door
een geautoriseerde DeWA LTreparateur.Probeernooitzelfreparatiesuit
te voeren.
15. Neem de stekker uit het stopcontact.
Schakel het apparaat uit en wacht tot het gereedschap volledig tot
stilstand is gekomen voordat u het onbewaakt achterlaat. Neem de
stekker uit het stopcontact als het gereedschap niet in gebruikt is, of
voordat u onderdelen, accessoires of aanvullende hulpmiddelen van
hetgereedschapvervangt,ofvoordatuonderhoudswerkzaamheden
uitvoert.
16. Vermijd onbedoeld starten.
Zorgervoordathetgereedschapzichinde“off”(uit)positiebevindt
voordat u de stekker in het stopcontact steekt.
17. Behandel het stroomsnoer voorzichtig.
Trek nooit aan het snoer om de stekker uit het stopcontact te halen.
Houd het snoer uit de buurt van hitte, olie, en scherpe randen.
18. Berg niet-gebruikt gereedschap op.
Als het gereedschap niet in gebruik is, dient het op een droge en veilig
afgesloten plaats te worden bewaard, buiten het bereik van kinderen.
19. Onderhoud het gereedschap met zorg.
Houd het gereedschap in goede conditie en schoon voor betere en
veiligere prestaties. Volg de instructies voor het onderhoud aan en
verwisselen van accessoires op. Houd alle handgrepen en schakelaars
droog, schoon, en vrij van olie en vet.
20. Reparaties.
Dit gereedschap voldoet aan de relevante veiligheidsvoorschriften.
Laat uw gereedschap repareren door een geautoriseerde DeWALT
reparateur. Reparaties dienen uitsluitend door erkende vaklieden te
worden uitgevoerd met behulp van originele reserveonderdelen; anders
kandittoteenaanzienlijkgevaarvoordegebruikerleiden.
Aanvullende veiligheidsvoorschriften voor
verstekzagen
• Zorgervoordatdemachineisbevestigdaaneenwerkbankineen
stabiele positie.
• DezemachineiseenKlasse1apparaat;daaromishetgeaard(een
geaardeverbindingisnoodzakelijk).
• Staniettoedatongetraindemensendezemachinebedienen.
• Forceerhetgereedschapniet.Hetgereedschaplevertbetereen
veiligere prestaties als u het voor het doel gebruikt waarvoor het is
bedoeld.
• Gebruikhetgeschiktegereedschap.Hetbedoeldegebruikstaat
beschrevenindezegebruiksaanwijzing.Probeernietmetklein
gereedschapwerkzaamhedenuittevoerendieeenzwaargereedschap
nodig hebben. Gebruik gereedschap niet voor doeleinden waarvoor
hetnietisbedoeld,bijvoorbeeld:gebruikgeenlintzaagombomenof
stronkentezagen.
• Houdhetzaagbladscherp.
• Demax.toegestanesnelheidvanhetzaagbladdientaltijdgelijkaanof
groterdandeniet-geladensnelheidvanhetgereedschaptezijn,zoals
aangegeven op het naamplaatje.
• Gebruikgeentussenstukkenomhetzaagbladopdeastelatenpassen.
• Gebruikdezaagnietvoorhetsnijdenvanenigmateriaalandersdan
hout en plastic.
• Sluitdezaagaanopeenstofverzamelapparaatalsuhoutzaagt.
• Meldalsudemachinegebruiktiederetekortkomingaandemachine
zodraudezeontdekt.
ZAGEN IN DE MODUS VERSTEKZAGEN
• Pasalsurechteverticaledoorsnedenuitvoertdeglijdafscheiding
correctaanomerzekervantezijndatereenruimtevanmax.5mm
tussenhetzaagbladendeafscheidingontstaat(fig.O).
• Pasalsuverstekzaagt,schuinehoekenofsamengestelde
versteksnedenuitvoertdeglijdafscheidingaanomerzekervantezijn
de correcte afscheiding voor die toepassing ontstaat (fig. P).
• Zorgervoordatdebovenkantvanhetzaagbladzichvolledigdoorde
verstekzaagmodusisomgeven.
• Vermijdhetverwijderenvanafgesnedendelenofanderedelenvanhet
werkstukuithetsnijdgebiedterwijldezaaginwerkingisendezaagkop
niet tot stilstand is gekomen.
ZAGEN IN DE MODUS WERKBANK
• Pasaltijddeglijdafscheidingcorrectaanomcontactmetdeonderste
beveiliging te voorkomen.
• Gebruikgeenzaagbladenmeteendiktediegroterisofeentandbreedte
die kleiner is dan de dikte van het splijtmes.
• Zorgervoordatdetafelveiligisvastgemaakt.
• Houddedrukhendel(58)altijdopzijnplaatsalshetapparaatnietin
gebruik is (fig. A2).