Brandt WFH1573D de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Gebruiksaanwijzing
Automatische wasmachine
WFH 1673 D
WFH 1573 D
WFH 1373 D
WB0008920510U1.FM
C'est bon de pouvoir compter sur Brandt
1
H
Wij verzoeken u eerst deze
handleiding te lezen!
Geachte klant,
Met de aanschaf van dit toestel, heeft u
gekozen voor moderne wastechniek, ho-
ge kwaliteit, lange levensduur, grote be-
drijfszekerheid en optimaal bedienings-
comfort.
Controleert u eerst of de machine in
onbeschadigde toestand werd gele-
verd.
Meld eventuele transportschade on-
middellijk bij uw leverancier resp. uw
verkooppunt en neem de machine
niet in gebruik!
Deze handleiding…
…is bedoeld om u te helpen de machine
snel en veilig te leren bedienen.
Lees deze handleiding voor u de ma-
chine installeert en in gebruikt neemt.
Volg steeds de veiligheidsaanwijzin-
gen.
Bewaar de handleiding voor later ge-
bruik.
Geef deze handleiding door aan een
eventuele nieuwe eigenaar van de ma-
chine.
Verklaring van de symbolen
In deze handleiding worden de volgende
symbolen gebruikt:
B
Waarschuwing voor elektrische span-
ning. Levensgevaar!
A
Waarschuwing voor andere materiële
of persoonlijke schade.
3
Belangrijke informatie of nuttige tip.
INHOUD
Overzicht van de machine.............................2
Veiligheid voor alles ......................................3
Verwijdering ..................................................3
Installatie .......................................................4
Transportbeveiligingen verwijderen ............4
De juiste installatieplaats.............................4
Deurrichting wijzigen .................................4
Onderbouw................................................4
Machine waterpas stellen ...........................5
Watertoevoer aansluiten .............................5
Waterafvoer aansluiten ...............................5
Elektrische aansluiting.................................6
De eerste wasbeurt.....................................6
Wasvoorbereidingen .....................................7
Wasgoed sorteren.......................................7
Wasgoed voorbereiden...............................7
De juiste lading ..........................................8
De deur......................................................8
Wasmiddelen en wasverzachters ..................8
De wasmiddellade.......................................8
Hulpmiddelen voor het doseren van wasmiddel. 8
Vloeibare wasmiddelen ................................8
Keuze van het wasmiddel.............................8
Dosering van het wasmiddel ........................8
Wasverzachter ............................................9
Stijfsel.........................................................9
Programma's..................................................9
De programmakeuzeschakelaar ..................9
Hoofdprogramma's ....................................9
Speciale programma's ..............................10
Extra functies ...............................................10
De knoppen .............................................10
Voorwas ...................................................10
Intensief ...................................................10
Extra Spoelen ...........................................10
Kort..........................................................10
surfliss (kreukbescherming) .......................10
Inweken ...................................................11
Spoelstop .................................................11
Programmablokkering ..............................11
Centrifugeertoerental .................................11
Display .........................................................11
Tijd instellen .............................................12
Tijdsaanduiding wijzigen ..........................12
Uitgestelde start ..........................................12
Uitgestelde starttijd wijzigen.....................13
Uitgestelde start annuleren.......................13
Weergave van het programmaverloop.......13
Controlelampjes ..........................................13
IN ÉÉN OOGOPSLAG ...................................14
Voorbereiden en starten ...........................14
Programma wijzigen.................................14
Programma annuleren..............................14
Extra wasgoed toevoegen.........................14
Programma gestopt door spoelstop..........14
Wasgoed nogmaals centrifugeren.............14
Na beëindiging van het programma.........14
Programmatabel .........................................15
Reiniging en verzorging..............................16
Problemen en storingen .............................18
Technische gegevens en verbruiksgegevens.19
XW0021H.FM
2
H
Overzicht van de machine
95˚C
50˚
40˚
40˚
60˚
30˚
40˚
30˚
60˚
50˚
40˚
30˚
30˚
Stop
Koud
W
i
t
t
e
-
B
o
n
t
e
W
a
s
K
r
e
u
k
h
e
r
s
t
e
l
l
e
n
d
W
o
l
F
i
j
n
e
W
a
s
Stop
Pauze
1600
1200
900
600
Voorwas
Intensief
Extra Spoelen
Kort
Inweken
Spoelstop
Bedieningspaneel
Onderhoudsklep met In de hoogte Transportbeveiligingen
Stroomkabel
verontreinigingsfilter verstelbare voeten
Deuropener
Programmakeuzeschakelaar Display Programma-
Controlelampjes Centrifugeertoerental Indicatielampje gesloten
Uitgestelde start
Wasmiddellade Afvoerslang
Wateraansluiting
verloopaanduiding
Tijd instellen
Start/Pauze
Extra functies
Typeplaatje
deur
3
H
Veiligheid voor alles
Volgt u absoluut de volgende aanwijzin-
gen, anders loopt u kans op persoonlijk
letsel of materiële schade en vervalt elke
garantie en aansprakelijkheid.
Gebruik
Deze machine mag alleen worden ge-
bruikt voor het wassen, spoelen en
centrifugeren van textiel dat geschikt
is om te worden gewassen in de was-
machine.
Gebruik alleen was- en verzorgings-
middelen die geschikt zijn voor de
wasmachine.
Volg absoluut de verzorgingsaanwij-
zingen op de kledingstukken en de
aanwijzingen van de wasmiddelfabri-
kant.
Veiligheidsaanwijzingen
De machine mag alleen worden aan-
gesloten op een deskundig geïnstal-
leerde en geaarde contactdoos, die
beveiligd is met een zekering van de
juiste capaciteit.
B
De watertoevoerslang met Aquastop
PLUS (afhankelijk van het model) be-
vat delen die onder spanning staan.
Toevoerslang en Aquastop PLUS
niet beschadigen! Elektrocutiegevaar!
De toe- en afvoerslangen moeten
steeds goed bevestigd en in onberis-
pelijke staat zijn.
A
Een wastafel resp. badkuip waarin de
afvoerslang geplaatst is mag niet wor-
den gebruikt terwijl de wasmachine
loopt. Verbrandingsgevaar bij hoge
wastemperaturen!
A
Raak de glazen deur niet aan als u op
hoge temperaturen wast! Verbran-
dingsgevaar door hete delen!
A
Open nooit de glazen deur en verwij-
der de opvangfilter niet als er nog wa-
ter in de trommel staat. Overstro-
mings- en eventueel
verbrandingsgevaar door heet sop!
Houd kinderen uit de buurt van de
machine! Elektrische toestellen zijn
geen speelgoed.
A
Gebruik deze machine in geen geval
om kleren chemisch te reinigen!
Brand- en explosiegevaar!
Spoel voorbehandelde kledingstukken
(wasbenzine, vlekkenverwijderaar e.d.)
voor het wassen met zuiver water.
B
Spuit de machine nooit schoon met
een waterslang! Elektrocutiegevaar!
Trek steeds de stekker van de stroom-
kabel uit de wandcontactdoos voor u
de machine reinigt.
Raak de stekker nooit aan met vochti-
ge handen! Trek nooit aan de kabel,
alleen aan de stekker.
B
Gebruik de machine niet als de
stroomkabel of de stekker defect zijn
of de machine op een andere manier
beschadigd is! Elektrocutiegevaar!
In geval van een storing die niet kan
worden verholpen aan de hand van de
aanwijzingen in deze handleiding:
Schakel de machine uit, trek de stek-
ker uit de wandcontactdoos, draai de
waterkraan dicht en neem contact op
met onze servicedienst.
B
Probeer de machine nooit zelf te repa-
reren! Daardoor kunt u uw eigen leven
en het leven van andere personen in
gevaar brengen!
Alleen bevoegde en geschoolde elek-
tromonteurs, zoals onze servicedienst,
mogen de machine repareren.
Verwijdering
Waarheen met de verpakking?
De verpakking bestaat uit recycleerbaar
materiaal.
Sorteer de verpakking naar materiaal-
soort:
piepschuim en folie gaan naar een
inzamelpunt voor afvalstoffen;
houten latten naar het grof huisvuil.
3
De verpakking hoort niet bij het nor-
male huisvuil!
Wat doet u met de oude machine?
Verwijder uw oude machine op een milieu-
vriendelijke manier.
4
H
Vraag uw handelaar of de plaatselijke
vuilnisophaaldienst hoe u uw oude
machine het best kunt verwijderen.
A
Voor u de machine bij het grof huisvuil
plaatst, snijdt u de stroomkabel af en
maakt u het deurslot onbruikbaar, zo-
dat de machine geen gevaar kan ople-
veren voor kinderen.
Installatie
Transportbeveiligingen verwijderen
A
Voor u de machine in gebruikt neemt,
moet u absoluut de transportbeveili-
gingen verwijderen! Anders wordt de
machine tijdens het gebruik bescha-
digd.
Vereist gereedschap:
Ring- of dopsleutel van 13 mm.
1. Draai met de sleutel de drie schroeven
A los tot deze vrij kunnen draaien.
2. Duw de schroeven A opzij en trek ze
samen met de afstandsbusjes naar bui-
ten; verwijder de stang B (indien aan-
wezig).
3. Plaats de drie afdekkappen C (uit het
zakje met onderdelen) op de openin-
A
B
A A
A C
gen in het achterpaneel en duw ze
met behulp van een stuk gereedschap
(bijv. een schroevendraaier) naar bin-
nen.
Bewaar de transportbeveiligingen.
Als de machine later wordt getrans-
porteerd (bijv. verhuis), moeten de
transportbeveiligingen absoluut op-
nieuw worden aangebracht!
A
Transporteer de machine nooit zonder
de transportbeveiligingen!
De juiste installatieplaats
Installeer de machine op een stabiele, vlak-
ke plaats in een vorstvrije ruimte.
A
Als er vorstgevaar bestaat, moet u ab-
soluut het resterende water aftappen
(zie Reiniging en verzorging).
A
De vloer moet voldoende draagver-
mogen hebben!
Als u bijv. de wasmachine en een
droogautomaat op elkaar plaatst, kan
deze combinatie in beladen toestand
een totaal gewicht van 160 kg heb-
ben.
3
Installatie op een sokkel:
Een sokkel (voetstuk) om de machi-
ne hoger te plaatsen is verkrijgbaar
bij onze afdeling onderdelen onder ar-
tikelnr. 99X4002.
Belangrijk:
Plaats de machine niet op de stroom-
kabel.
Bewaar tenminste 1 cm afstand tussen
de machine en wanden of meubel-
stukken.
Plaats de machine alleen op een vaste
ondergrond, niet op hoogpolig tapijt
of andere vloerbekledingen.
Deurrichting wijzigen
Als u wilt dat de deur naar de andere kant
opengaat, kunt u de openingsrichting
door onze servicedienst laten wijzigen.
Onderbouw
De machine kan onder een werkblad wor-
den geïnstalleerd. Voor de onderbouwinst-
allatie is een afdekplaat nodig (artikelnr.
51X0096 bij onze afdeling onderdelen).
5
H
A
De onderbouwinstallatie mag alleen
worden uitgevoerd door bevoegde
monteurs.
Bovendien bevelen wij aan onder de voet-
jes twee glijplaten aan te brengen.
Machine waterpas stellen
Vereist gereedschap:
Steeksleutel van 17 mm, waterpas.
1. Draai met de sleutel de borgmoeren
van de voetjes los.
2. Stel de voetjes in tot de machine wa-
terpas staat en niet meer wiebelt.
3. Belangrijk: draai met de sleutel alle
borgmoeren opnieuw vast.
Watertoevoer aansluiten
De machine kan worden aangesloten op
waterkranen met 3/4" B.S.P.-schroefdraad.
Belangrijk:
Houd rekening met de toegestane wa-
terdruk (zie Technische gegevens).
Als de waterdruk hoger is, moet u een
drukregelventiel monteren.
Sluit de machine niet aan op een gei-
ser of een drukloze boiler omdat de
waterdruk dan niet toereikend is.
Slangverlengstukken zijn verkrijgbaar
bij onze afdeling onderdelen. Gebruik
geen zelfgemaakte verlengstukken
met klemmen e.d.!
Gebruik alleen de meegeleverde nieu-
we slangen, geen nog aanwezige ou-
de exemplaren!
Plaats de slang zonder knikken!
Vereist gereedschap:
geen. (Geen buistang gebruiken!)
1. Als de toevoerslang nog niet gemon-
teerd is, schroeft u het gebogen uit-
einde met de hand stevig in het ach-
terpaneel van de machine.
2. Het andere uiteinde van de toevoer-
slang schroeft u met de hand stevig
aan de waterkraan.
3
De Aquastop resp. Aquastop PLUS
(afhankelijk van het model) sluit de
watertoevoer af als er een lek mocht
optreden.
3. Draai de waterkraan helemaal open en
controleer of de aansluitingen lekvrij
zijn; draai de waterkraan opnieuw
dicht. Indien nodig sluiting en koppe-
ling corrigeren.
Waterafvoer aansluiten
U kunt de afvoerleiding aan de rand van
een was- resp. afwasbak aanbrengen of
vast aan een afvoerpijp (sifon) aansluiten.
Belangrijk:
Plaats de slang niet meer dan 100 cm
boven de vloer, anders kan de machi-
ne het sop niet meer wegpompen.
Het water moet ongehinderd kunnen
weglopen. Wastafels met een kleine
afvoer zijn niet geschikt.
Het uiteinde van de slang mag niet in
ondergedompeld zijn in het wegge-
pompte water.
Slangverlengstukken zijn verkrijgbaar
bij onze afdeling onderdelen. Gebruik
geen zelfgemaakte verlengstukken
met klemmen e.d.!
Aquastop /
Aquastop PLUS
6
H
Gebruik alleen de meegeleverde nieu-
we slangen, geen nog aanwezige oude
exemplaren!
Plaats de slang zonder knikken!
Bevestiging van de slanghouder:
1. Trek de meegeleverde slanghouder op
het uiteinde van de slang.
2. De afvoerslang met de slanghouder
over de bak- of badrand hangen en te-
gen wegglijden beveiligen bv met
een ketting aan de waterkraan bevesti-
gen.
Vaste aansluiting aan een sifon:
A
De aansluiting dient door een sanitaire
vakman te worden uitgevoerd, om
een wegglijden van de slang te voor-
komen. Gevaar van overstroming!
De meegeleverde rubberen slang tus-
sen afvoerslang en sifon bevestigen en
met twee slangklemmen beveiligen.
Slangklemmen zijn in de vakhandel
verkrijgbaar.
Elektrische aansluiting
Sluit de machine aan op een deskundig
geïnstalleerde en geaarde contactdoos, die
beveiligd is met een zekering van de juiste
capaciteit.
Belangrijk:
De aansluiting moet beantwoorden
aan de voorschriften in uw land en
van het plaatselijke energiebedrijf.
afhankelijk
van het model
De netstekker moet na de installatie
vrij toegankelijk zijn.
Bij een vaste aansluiting moet een
hoofdschakelaar met een contactaf-
stand van tenminste 3 mm worden
gebruikt.
De spanning en het zekeringstype zijn
vermeld op het typeplaatje op het
achterpaneel.
3
Noteer het op het typeplaatje vermel-
de model en het serienummer van de
machine voor eventuele aanvragen
aan onze servicedienst.
De aangegeven spanning moet over-
eenstemmen met uw netspanning.
De machine mag niet worden aange-
sloten met behulp van verlengkabels
of stekkerdozen.
Als u de machine aansluit op het
stroomnet, moet de programmakeu-
zeschakelaar op »Stop« staan.
B
Als de stroomkabel beschadigd is,
moet deze door een erkend elektro-
monteur worden vervangen.
De machine mag niet worden ge-
bruikt totdat deze gerepareerd is! Elek-
trocutiegevaar!
De eerste wasbeurt
3
Zie het hoofdstuk Problemen en sto-
ringen als u een signaal hoort of de
machine niet kan worden ingescha-
keld.
Zodra de machine is aangesloten, stelt
u de tijd in, zie Tijd instellen.
Om eventueel achtergebleven testwater
weg te spoelen, moet de eerste wasbeurt
worden uitgevoerd zonder wasgoed.
1. Draai de waterkraan helemaal open.
Controleer of de slangen vastzitten.
2. Controleer of de trommel helemaal
leeg is; sluit de deur.
3. Doe een kleine hoeveelheid wasmid-
del in vakje II; sluit de wasmiddellade.
4. Draai de programmakeuzeschakelaar
op »Witte/Bonte Was 60 °C«. Het
maximale centrifugeertoerental moet
ingesteld zijn druk evt. op de knop
»Centrifugeren« .
5. Druk op de knop »Start/Pauze« .
7
H
A
Indien u vreemde geluiden hoort of
water uit de machine loopt: draai de
programmakeuzeschakelaar op »Stop«,
sluit de waterkraan. Controleer of alle
transportbeveiligingen verwijderd en
de slangen correct aangesloten zijn.
Na beëindiging van het programma:
3
Zodra het indicatielampje »Deur«
dooft, kan de deur worden ge-
opend.
1. Draai de programmakeuzeschakelaar
op »Stop«.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Laat de deur en de wasmiddellade
open zodat deze kunnen drogen.
Wasvoorbereidingen
Wasgoed sorteren
Sorteer het wasgoed volgens materi-
aal, kleur, mate van vervuiling en toe-
gestane wastemperatuur.
A
Let steeds op labels in de kledingstuk-
ken!
Witte en bonte was niet samen was-
sen! Nieuwe donkere kledingstukken
geven sterk af.
Wasprogramma's en
verzorgingssymbolen
Witte was / Bonte was: katoen, linnen
Kreukherstellend: synthetische stoffen
(polyester, polyamide); gemengde
stoffen (met katoen)
Fijne was: gevoelige stoffen (viscose,
zijde e.d.); gordijnen
Wol: alleen met wollabel en gemerkt met
machinewas
machine-
was
Handwas: Niet wassen:
koud
Wasgoed voorbereiden
A
Wasgoed met metalen delen (BH's
met vormbeugels, ceinturen, metalen
knopen, enz.) wordt de machine be-
schadigd.
Verwijder metalen delen of steek het
wasgoed in een wasgoedzak of iets
dergelijks!
Maak de zakken leeg, verwijder alle
vreemde voorwerpen (munten, pen-
nen, paper clips). Kleine stukken was-
goed (babysokjes, panty's) steekt u in
een wasgoedzak of iets dergelijks.
Gordijnen moeten extra voorzichtig
worden behandeld! Verwijder niet-
roestvrije runners of losse loodveters.
Steek runners die niet kunnen worden
verwijderd in een wasgoedzak of iets
dergelijks.
Sluit ritssluitingen, naai losse knopen
vast en herstel losse naden en scheur-
tjes.
Was alleen wollen kledingstukken die
gemerkt zijn met geschikt voor de
wasmachine of handwas, en uit-
sluitend met het passende program-
ma.
Nieuwe bonte kledingstukken moe-
ten afzonderlijk worden gewassen
daar deze sterk kunnen afgeven.
Sterk vervuilde kledingstukken moeten
voor het wassen worden behandeld.
In geval van twijfel raadpleegt u een
drogist of een wasserette.
Gebruik alleen kleur- resp. ontkleur-
middelen en ontkalker die geschikt
zijn voor de wasmachine. Volg de aan-
wijzingen op de verpakking!
8
H
De juiste lading
De maximale lading is afhankelijk van
het soort wasgoed, de mate van vervui-
ling en het gewenste wasprogramma.
A
Volg de aanwijzingen in de Program-
matabel!
Een te volle trommel heeft een nega-
tieve invloed op het wasresultaat.
3
Probeer steeds de maximale lading te
benutten.
De deur
3
Terwijl het wasprogramma loopt, is de
deur vergrendeld; het indicatielampje
»Deur« brandt.
Zodra het indicatielampje »Deur«
dooft, kan de deur worden geopend.
Druk op de deuropener boven de deur
om deze te openen.
Leg het wasgoed losjes in de trommel;
voeg evt. wasmiddel (in wasmiddel-
zakje of doseerballetje) toe.
Duw de deur goed dicht tot u het slot
hoort vastklikken. Zorg ervoor dat er
geen kledingstukken geklemd zitten.
Wasmiddelen en wasver-
zachters
De wasmiddellade
De wasmiddellade bestaat uit drie vakjes:
Vakje I voor voorwas
Vakje II voor de hoofdwas of stijfsel
(opgelost poederstijfsel)
Vakje III voor wasverzachter of stijfsel
(vloeibaar stijfsel)
Doe het wasmiddel en de wasverzach-
ter altijd voor de programmastart in
de machine.
A
Open de wasmiddellade nooit terwijl
er een wasprogramma loopt!
Hulpmiddelen voor het doseren van
wasmiddel
Met wasmiddelzakjes of doseerballetjes
kunt u het wasmiddel ook rechtstreeks in
de trommel leggen.
3
Dit is natuurlijk alleen mogelijk bij pro-
gramma's zonder voorwas.
Vloeibare wasmiddelen
Houd bij het gebruik van vloeibare of gel-
vormige wasmiddelen rekening met het
volgende.
Gebruik geen vloeibaar wasmiddel als
u gebruikt wilt maken van de functie
uitgestelde start.
Gebruik vloeibare wasmiddelen niet
voor de voorwas, alleen voor de
hoofdwas.
A
Als vloeibaar wasmiddel gebruikt bij
uitgestelde start of voorwas, kunnen
er vlekken ontstaan op uw wasgoed.
Gebruik het doseerschepje van de
wasmiddelfabrikant en volg de aanwij-
zingen op de verpakking.
Keuze van het wasmiddel
De keuze van het wasmiddel is afhankelijk
van het soort wasgoed, de kleur en de ge-
wenste wastemperatuur.
Gebruik een normaal wasmiddel voor
witte/bonte was van 60 tot 95 °C, an-
ders bij voorkeur een color- of een fijn-
wasmiddel.
Wol mag alleen met een wolwasmid-
del worden gewassen.
Wasmiddelen volgens het modulaire
principe maken een individuele toe-
voeging van bleekmiddel en onthar-
der mogelijk.
Gebruik alleen wasmiddelen die ge-
schikt zijn voor wasmachines.
Dosering van het wasmiddel
De hoeveelheid wasmiddel is afhankelijk
van de hoeveelheid wasgoed, de mate van
vervuiling en de waterhardheid.
9
H
3
Informeer bij uw waterleidingsmaat-
schappij naar de hardheid van het wa-
ter in uw woonplaats.
Volg bij de dosering de aanwijzingen
op de verpakking!
Bij een kleine hoeveelheid wasgoed of
lichte vervuiling kunt u minder was-
middel gebruiken.
A
Geconcentreerde compactwasmidde-
len moeten zeer precies worden gedo-
seerd!
Te veel wasmiddel veroorzaakt:
sterke schuimvorming, slechte was- en
spoelresultaten, sterke belasting van
het milieu.
Te weinig wasmiddel veroorzaakt:
wasgoed dat er grauw uitziet, kalkaf-
zettingen in de machine.
Wasverzachter
Wasverzachter doet u in vakje III van de
wasmiddellade.
Volg bij de dosering de aanwijzingen
op de verpakking!
Vul niet verder dan de rode markering.
Dikke wasverzachter moet u eerst met
water verdunnen.
3
Als u het wasgoed in een droger of
buiten droogt, hoeft u geen wasver-
zachter te gebruiken.
Stijfsel
Vloeibaar stijfsel en afwerkmiddel doet
u net als wasverzachter (zie hierboven)
in vakje III.
Poedervormig stijfsel moet u mengen
zoals beschreven op de verpakking,
daarna doet u het vakje II.
3
Gebruik nooit wasverzachter en stijfsel
tijdens één wasbeurt.
Veeg de trommel schoon nadat u met
stijfsel heeft gewassen.
Waterhardheidsniveaus
1
2
3
4
zacht
middelhard
hard
zeer hard
01,3
1,32,5
2,53,8
> 3,8
0 7
714
1421
> 21
m
mol/l °dH
Programma's
De programmakeuzeschakelaar
De programmakeuzeschakelaar kan naar
links of naar rechts worden gedraaid.
3
Met de programmakeuzeschakelaar
kiest u het programma; het begint
echter pas zodra u op de knop »Start/
Pauze« drukt.
Een overzicht van de programma's vindt u
in de Programmatabel.
Hoofdprogramma's
Afhankelijk van het soort wasgoed zijn de
volgende hoofdprogramma's beschikbaar:
Witte/Bonte Was
Kreukherstellend
Fijne Was
Wol / Handwas
Elk van deze hoofdprogramma's bestaat
uit een volledig wasproces wassen, spoe-
len en evt. centrifugeren.
A
Kies steeds het programma dat ge-
schikt is voor het soort textiel, de kleur
van het wasgoed, de mate van vervui-
ling en de toegestane watertempera-
tuur.
Let op labels in de kledingstukken!
Bij elk hoofdprogramma kunt u verschil-
lende temperaturen instellen.
3
Stel de temperatuur niet hoger in dan
absoluut nodig.
Hoge temperatuur betekent een hoog
stroomverbruik.
95˚C
50˚
40˚
40˚
60˚
30˚
40˚
30˚
60˚
50˚
40˚
30˚
30˚
Stop
Koud
W
i
t
t
e
-
B
o
n
t
e
W
a
s
K
r
e
u
k
h
e
r
s
t
e
l
l
e
n
d
W
o
l
F
i
j
n
e
W
a
s
10
H
Speciale programma's
Voor bepaalde toepassingen heeft u de
keuze tussen de volgende speciale pro-
gramma's:
Spoelen
Dit gebruikt u ook voor het stijven.
Centrifugeren/Pompen
Dit programma centrifugeert het was-
goed met het maximale toerental.
A
Voor teer wasgoed moet u een lager
toerental instellen!
Dit programma kunt u ook gebruiken
als de machine gestopt is voor een
spoelstop en u water wilt wegpompen
(zie Spoelstop).
FLASH 30'
Dit programma gebruikt u bijv. om
kleine hoeveelheden katoen/gemeng-
de stoffen even snel wilt wassen.
Extra functies
De knoppen
3
Afhankelijk van het gekozen program-
ma (zie Programmatabel) kunnen
bepaalde extra functies worden inge-
schakeld met een druk op de knop.
De gewenste knoppen moeten voor
het begin van het programma worden
ingedrukt.
Zinloze combinaties zijn geblokkeerd;
in dat geval hoort u een signaal.
Voorwas
Intensief
Extra Spoelen
Kort
Inweken
Spoelstop
Voorwas
Met deze knop schakelt u een voorwaspro-
gramma in; het programma wordt uitge-
voerd op 40 °C graden.
Een voorwas is alleen zinvol als het
wasgoed sterk vervuild is.
Zonder voorwas spaart u energie, wa-
ter, wasmiddel en tijd.
Intensief
Deze knop verlengt de hoofdwas. Het was-
middel kan intensiever inwerken waardoor
u op een lagere temperatuur kunt wassen
zo kunt u wel 35% energie besparen.
Normaal vervuild wasgoed wast u met
deze knop op 60 °C i.p.v. op 95 °C.
Normaal vervuild kreukherstellend
wasgoed wast u met deze knop op
40 °C i.p.v. op 60 °C.
Extra Spoelen
Met deze knop voegt u een extra spoel-
beurt toe aan het programma.
Gebruik deze knop alleen als u bijv.
gevoelig bent voor wasmiddelresten.
Het hogere waterverbruik belast het
milieu en uw portemonnee.
Als het schuimdetectiesysteem een te
hoge dosis wasmiddel opmerkt, wordt
automatisch een extra spoelbeurt uit-
gevoerd.
Kort
Met deze knop wordt de wastijd verkort.
Gebruik deze knop hoofdzakelijk voor
kleine hoeveelheden wasgoed of bij
geringe vervuiling.
surfliss (kreukbescherming)
Als u deze knop indrukt, worden de bewe-
gingen van de trommel verminderd en de
duur van het centrifugeren beperkt om de
vorming van kreuken te reduceren. Boven-
dien wordt met een hoger waterniveau ge-
wassen.
Gebruik deze knop daarom alleen
voor stoffen die makkelijk kreuken.
A
De maximale lading bedraagt in dit
geval:
bij witte was, bonte was: ..... 3,0 kg
bij kreukherstellende was: .... 1,5 kg
bij fijne was: ........................ 1,0 kg
11
H
Inweken
Als u deze knop indrukt, wordt het was-
goed ongeveer een uur geweekt voor het
wasprogramma wordt gestart.
Gebruik deze knop bij sterke vervuiling
en bijv. eiwitvlekken, bloed of cacao.
Spoelstop
Als u deze knop indrukt, stopt het pro-
gramma na de laatste spoelbeurt. Het was-
goed blijft in het water liggen (kreukbe-
scherming).
Zodra de spoelstop is bereikt, begint
het indicatielampje te knipperen.
Wat u dan moet doen, kunt u nalezen
in het hoofdstuk In één oogopslag.
Programmablokkering
Met de programmablokkering kunt u de
machine veilig maken voor kinderen.
Programmablokkering inschakelen:
Houd de beide gemarkeerde knoppen
tegelijkertijd ong. 2 seconden inge-
drukt tot het indicatielampje »Pro-
grammablokkering« gaat branden.
3
Een lopend programma kan dan niet
meer worden gewijzigd.
3
Als de programmakeuzeschakelaar op
»Stop« wordt gedraaid, stopt het pro-
gramma. Let op: De deur kan na
2 minuten geopend worden!
Om het programma voort te zetten,
draait u de programmakeuzeschake-
laar opnieuw op het oorspronkelijke
programma.
Programmablokkering uitschakelen:
Houd de beide gemarkeerde knoppen
tegelijkertijd ong. 2 seconden inge-
drukt tot het indicatielampje »Pro-
grammablokkering« dooft.
Centrifugeertoerental
3
Het zinvolle maximale centrifugeer-
toerental wordt in elk programma
automatisch ingesteld (zie Program-
matabel). De actuele waarde wordt
aangegeven (toerentalwaarden afhan-
kelijk van het model).
Voor bijzonder gevoelige stoffen, moet u
het toerental verlagen.
Door meermaals op de knop »Centri-
fugeren« te drukken, kunt u het
toerental wijzigen of het centrifuge-
ren helemaal uitschakelen.
Met het instelling »niet centrifugeren«
wordt het wasgoed helemaal niet
gecentrifugeerd; alleen het water
wordt weggepompt.
3
Hoe hoger het centrifugeertoerental,
des te minder vocht er in het wasgoed
achterblijft. Als u het wasgoed na het
wassen wilt drogen in een droger, kiest
u het maximale centrifugeertoerental,
dat spaart energie bij het drogen.
Display
Afhankelijk van de ingestelde modus, ziet
u op het display
de actuele tijd,
de tijd voor het programmaeinde.
3
Als u geen programma heeft gekozen,
wordt het display na ong. 1 minuut
donker (om energie te sparen).
12
H
Zodra u de programmakeuzeschake-
laar, de knop »Start/Pauze« of
»Tijd« gebruikt, licht het display
opnieuw op.
Tijd instellen
Stel de tijd in
als de machine wordt aangesloten op
het lichtnet,
na een stroomuitval,
bij de omschakeling zomer-/wintertijd.
3
Als de tijd niet is ingesteld, ziet u op
het display 00.00.
Zo werkt het:
1. Draai de programmakeuzeschakelaar
op »Stop«.
2. Druk op de knop »Tijd« . Het
display knippert.
3. Draai aan de knop »Uitgestelde start-
tijd« tot de juiste tijd is ingesteld.
Het display houdt op te knipperen.
3
Als er een programma loopt of inge-
steld is, ziet u op het display de tijd
voor het programmaeinde.
Tijdsaanduiding wijzigen
De tijd voor een programma kan op twee
verschillende manieren worden weergege-
ven:
Weergave van de tijd voor het pro-
gramma-einde, bijv. "20:30".
Deze aanduidingswijze is standaard in-
gesteld. Alle afgebeelde voorbeelden
hebben betrekking op deze aandui-
dingswijze.
Weergave van de programmaduur
resp. resterende tijd van een pro-
gramma, bijv. "1:30".
Om de tijdsaanduiding te wijzigen, voert u
de volgende stappen uit:
Houd de beide gemarkeerde toetsen
ong. 2 seconden ingedrukt.
Op het display verschijnt de nieuwe
aanduidingswijze, bijv.:
"20:30" (Programma-einde) of
"1:30" (Resterende programmaduur).
Uitgestelde start
Met deze functie kunt u het begin van het
programma naar believen uitstellen.
A
Gebruik bij deze functie geen vloeiba-
re wasmiddelen! Vlekkenvorming op
het wasgoed mogelijk.
3
U stelt in wanneer het programma
beeindigd moet zijn; de machine be-
rekent zelf het programmabegin.
Belangrijk: De tijd moet correct inge-
steld zijn (zie boven).
Zo werkt het:
1. Draai de waterkraan open en doe het
wasgoed en wasmiddel in de machine.
2. Kies het programma en eventuele ex-
tra functies en stel het toerental in.
3. Draai aan de knop »Uitgestelde start-
tijd« tot de gewenste eindtijd inge-
steld is.
Druk niet op de knop »Start/Pauze«
. Het programma start automa-
tisch. Dit wordt aangegeven door het
symbool »Uitgestelde start« in het
programmaverloop.
13
H
3
Zolang de machine nog niet loopt,
kunt u nog wasgoed toevoegen.
Uitgestelde starttijd wijzigen
U kunt de instelling ook na de start van de
functie wijzigen:
Draai aan de knop »Uitgestelde start-
tijd« tot de gewenste eindtijd inge-
steld is.
Uitgestelde start annuleren
U kunt de functie op elk ogenblik annuleren:
1. Draai de programmakeuzeschakelaar
op »Stop« en wacht ongeveer 2 se-
conden.
2. Draai de programmakeuzeschakelaar
opnieuw op het gewenste programma.
3. Druk op de knop »Start/Pauze«
om het programma te starten.
Weergave van het
programmaverloop
Aan de hand van deze reeks indicatielamp-
jes kunt u zien in welk stadium het lopen-
de programma zich bevindt.
»Uitgestelde start«
Dit indicatielampje brandt als de functie
»Uitgestelde start« is ingesteld.
»Pauze«
Dit indicatielampje knippert als het pro-
gramma werd onderbroken met de knop
»Start/Pauze« .
Om het programma voort te zetten,
drukt u opnieuw op de knop »Start/
Pauze« .
»Voorwas«
Dit indicatielampje brandt tijdens de voor-
wasbeurt als u een programma met
voorwas heeft gekozen.
Stop
Pauze
»Hoofdwas«
Dit indicatielampje brandt tijdens de
hoofdwas.
»Spoelen«
Dit indicatielampje brandt tijdens het
spoelen.
3
Als de machine een teveel aan was-
middel bemerkt, wordt automatisch
een extra spoelbeurt uitgevoerd.
»Centrifugeren«
Dit indicatielampje brandt tijdens het cen-
trifugeren na de laatste spoelbeurt resp.
in het speciale programma »Centrifuge-
ren/Pompen«.
3
Als de machine niet centrifugeert,
heeft u het programma misschien ge-
stopt met de spoelstop.
Of het automatische centrifugeercor-
rectiesysteem werd als gevolg van
een te grote onbalans geactiveerd.
»Stop«
Dit indicatielampje geeft aan dat het pro-
gramma beëindigd is.
De programmaduur
De werkelijke duur van een programma is
afhankelijk van het programma zelf en de
geselecteerde extra functies.
3
De gegevens in de tabel Technische
gegevens …“ gelden voor de pro-
gramma's zonder extra functies.
Controlelampjes
Deze lampjes wijzen op abnormale toe-
standen van de machine.
»Waterkraan«
Het linker controlelampje brandt als de
watertoevoer niet goed werkt.
Controleer of de waterkraan helemaal
is opengedraaid.
Misschien zit er een knik in de toe-
voerslang of is de inlaatfilter vuil?
»Schuimvorming«
Het middelste controlelampje brandt, als
er teveel schuim ontstaat. In dat geval
wordt een extra spoelbeurt uitgevoerd.
14
H
Gebruik bij de volgende wasbeurt
minder wasmiddel.
»Programmablokkering«
Het rechter controlelampje brandt, als de
programmablokkering ingeschakeld is.
In het hoofdstuk Programmablokke-
ring leest u hoe u de blokkering op-
nieuw uitschakelt.
IN ÉÉN OOGOPSLAG
Voorbereiden en starten
1. Draai de waterkraan helemaal open.
Controleer of de slangen vastzitten.
2. Plaats de was in de trommel.
3. Doe wasmiddel en wasverzachter in
de machine.
4. Stel de programmakeuzeschakelaar in.
5. Indien gewenst:
extra knoppen indrukken,
centrifugeertoerental instellen,
uitgestelde starttijd instellen.
6. Druk op de knop »Start/Pauze«
(behalve bij uitgestelde start).
Op het display ziet u de eindtijd van
het programma.
Programma wijzigen
1. Draai de programmakeuzeschakelaar op
»Stop« en wacht ongeveer 2 seconden.
2. Draai de programmakeuzeschakelaar
op het nieuwe programma.
3. Druk op de knop »Start/Pauze« .
Programma annuleren
1. Draai de programmakeuzeschakelaar
op »Stop« en wacht ongeveer 2 se-
conden.
2. Draai de programmakeuzeschakelaar
op »Centrifugeren/Pompen« .
3. Druk op de knop »Start/Pauze« .
4. Wacht tot het programma afgelopen is.
Extra wasgoed toevoegen
3
Dit is alleen mogelijk tijdens de uitge-
stelde startfase.
1. Open de deur en leg het wasgoed in
de machine.
2. Sluit de deur.
Programma gestopt door spoelstop
3
Dit merkt u aan de blinkende indica-
tielampjes »Spoelstop« en »Pauze«.
Als u wilt centrifugeren:
1. Stel het centrifugeertoerental in.
2. Druk op de knop »Spoelstop«.
Het programma wordt voortgezet,
pompt en centrifugeert.
Als u alleen wilt pompen:
1. Draai de programmakeuzeschakelaar
op »niet centrifugeren« .
2. Druk op de knop »Spoelstop«.
Het programma wordt voortgezet en
pompt alleen het water weg.
Wasgoed nogmaals centrifugeren
3
Het automatische centrifugeercorrec-
tiesysteem kan het centrifugeren bij
slechte belading verhinderen.
Als u het wasgoed nogmaals wilt centrifu-
geren:
1. Draai de programmakeuzeschakelaar
op »Stop«.
2. Open de deur en verdeel het wasgoed
gelijkmatig in de trommel.
3. Draai de programmakeuzeschakelaar
op »Centrifugeren/Pompen« .
4. Centrifugeertoerental instellen.
5. Druk op de knop »Start/Pauze« .
Na beëindiging van het programma
3
Als het indicatielampje »Stop« brandt,
is het programma beëindigd. Op het
display ziet u opnieuw de actuele tijd.
1. Zodra het indicatielampje »Deur«
dooft, opent u de deur en verwij-
dert u het wasgoed.
2. Draai de programmakeuzeschakelaar
op »Stop«.
3. Draai de waterkraan dicht.
4. Veeg de dichtingsplooi van de rubber-
kraag aan de trommel schoon en ver-
wijder eventueel aanwezige vreemde
voorwerpen.
5. Laat de deur en de wasmiddellade
open zodat deze kunnen drogen.
15
H
Programmatabel
Verzorgingssymbool
Textielsoort
Temperatuur (°C)
Hoeveelheid wasgoed (kg)
Extra functie
Centrifugeren max.
Uitgestelde start
Voorwas
Intensief
Extra Spoelen
Kort
surfliss
Inweken
Spoelstop
Witte/Bonte Was
Duurzame stoffen uit katoen en
linnen 30° 95° 5,5 ●●●●●●●
Kreukherstellend
Synthetische stoffen (polyester,
polyamide) en gemengde stoffen
(met katoen)
30° 60° 2,5 ●●●●●●●
Fijne Was
Tere weefsels (viscose, zijde e.d.)
en gordijnen Koud
40° 1,5 ●●●
Wol / Handwas
Alleen wollabel , machine-
was resp. handwas 40° 2,0 ●●
Speciale programma's
Spoelen
zie
boven
Centrifugeren/Pompen
FLASH 30':
Katoen en gemengde stoffen
30° 3,0 ●●
Afzonderlijk, soms ook in combinatie te gebruiken; zinloze combinaties zijn geblokkeerd.
Maximumtoerental (afhankelijk van het model)
600 of 900 omw/min (afhankelijk van het model)
400 of 600 omw/min (afhankelijk van het model)
800 tot 1200 omw/min (afhankelijk van het model)
koud
16
H
Reiniging en verzorging
Wasmiddellade
Indien nodig reinigen:
1. Open de lade zover mogelijk trek ze
dan met een krachtige ruk uit de ma-
chine.
2. Maak de lade schoon onder warm
stromend water.
3. Verwijder het wasverzachterhevelbuis-
je (dop achteraan in vakje III); reinig
het buisje en de opening in de lade
met warm stromend water, prik de
opening eventueel met een naald
door.
Breng het buisje opnieuw aan.
4. Veeg alle wasmiddelresten van de la-
degeleiders.
5. Verwijder kalkafzettingen aan de vul-
mondstukken (in het ladevak).
Deur en trommel
Na elke wasbeurt reinigen:
Veeg de dichtingsplooi van de rubber-
kraag schoon en verwijder eventueel
aanwezige vreemde voorwerpen.
Controleer de trommel op vreemde
voorwerpen.
A
Vreemde voorwerpen uit metaal kun-
nen roestvlekken veroorzaken. In dat
geval: Reinig de trommel met een
edelstaalreinigingsmiddel. Gebruik
geen staalwol of schuursponsjes!
Behuizing en bedieningspaneel
Indien nodig reinigen:
Reinig de behuizing met zeepwater of
een mild reinigingsmiddel en droog ze
af met een zachte doek.
Het bedieningspaneel mag alleen wor-
den schoongeveegd met een zachte,
vochtige doek.
A
Gebruik geen schuursponsjes of
schuurmiddel! Daarmee beschadigd u
de kunststofdelen en de lak.
Verontreinigingsfilter
Reinig de filter als vreemde voorwerpen
(munten, knopen, babysokjes e.d.) de af-
voerpomp blokkeren.
Pomp voor het reinigen het resterende
water weg (zie onder).
Resterend water wegpompen
Water volledig wegpompen
voor u de verontreinigingslter rei-
nigt;
voor het transport van de machine
(bijv. als u verhuist);
bij een stroomstoring (als nood-
leging);
wanneer er kans op vorst bestaat.
A
Bij kamertemperaturen onder 0 °C
kunnen de waterresten in de machine
bevriezen en de machine beschadi-
gen.
Belangrijk: vorstschade is niet gedekt
door de garantie.
1. Schakel de machine uit, trek de net-
stekker uit de contactdoos, draai de
waterkraan dicht.
A
Laat het hete sop voldoende afkoelen.
Verbrandingsgevaar!
2. Druk op de zijdelingse knop om de
onderhoudsklep te openen.
17
H
3. Klap de naar onder en plaats er een
vlakke schotel of iets dergelijks onder.
4. Draai de verontreinigingsfilter onge-
veer 1/4 slag naar links en laat het wa-
ter uit de machine lopen. Als de scho-
tel vol is, draait u de filter opnieuw
dicht. Herhaal deze procedure tot de
machine leeg is.
A
Als de trommel gevuld is (bijv. bij een
stroomuitval), kunnen wel 20 liter wa-
ter uit de machine lopen!
5. Als er geen water meer uit de machine
loopt, kunt u de verontreinigingsfilter
helemaal losdraaien en verwijderen.
6. Reinig de verontreinigingsfilter en de
pompopening. Controleer of de
pompvleugel vrij kan draaien.
7. Breng de verontreinigingsfilter op-
nieuw aan en draai het vast (naar
rechts). Sluit de onderhoudsklep.
Waterinlaatzeef
Maak de zeef schoon wanneer het water
zeer langzaam of niet meer in de machine
loopt.
1. Schakel de machine uit, draai de wa-
terkraan dicht.
2. Schroef de toevoerslang los.
3. Verwijder de zeef in de Aquastop
resp. Aquastop PLUS (afhankelijk
van het model) met een combinatie-
tang of een punttang, reinig hem en
breng hem opnieuw aan.
4. Verwijder de zeef in het achterpaneel
(behalve bij Aquastop PLUS) met
een combinatietang of een punttang,
reinig hem en breng hem opnieuw
aan.
5. Schroef de toevoerslang met de hand
vast.
6. Draai de waterkraan helemaal open en
controleer of de aansluitingen lekvrij
zijn
Ontkalken
Als het wasmiddel juist wordt gedoseerd,
is het niet nodig de machine te ontkalken.
Gebruik indien nodig alleen ontkal-
kingsmiddelen die geschikt zijn voor
wasmachines. Volg de aanwijzingen
op de verpakking!
Zeef
Zeef
18
H
Problemen en storingen
Wij helpen u! Als u de storing niet zelf kunt verhelpen, neemt u contact op met onze ser-
vicedienst. Zorg ervoor dat u het model en het serienummer van het typeplaatje op het
achterpaneel bij de hand heeft.
Als u merkt Controleer dan
De machine kan niet worden in-
geschakeld of het programma
start niet
Programma ingesteld? »Start/Pauze« ingedrukt?
Deur goed gesloten?
Stekker in de contactdoos?
Zekering van de contactdoos intact?
De machine reageert niet op
bediening of u hoort een sig-
naal
Combinatie van extra functies niet mogelijk.
Programmablokkering ingeschakeld? Zie Pagina 11.
Uitgestelde starttijd ingesteld? Zie Pagina 12.
Indien de storing blijft bestaan: stekker uit de contact-
doos trekken, enkele seconden wachten, stekker op-
nieuw in de contactdoos steken.
De indicatielampjes »Water-
kraan« en »Pauze« knipperen of
het water loopt niet of slechts
zeer langzaam in de machine
Waterkraan helemaal geopend?
Knik in de toevoerslang?
Waterinlaatzeef verstopt? Zie Pagina 17.
Waterdruk te laag? Loodgieter raadplegen.
Op het display
ziet u
Afvoerpomp geblokkeerd of knik in de afvoerslang. Zie
Pagina 16.
Wasmiddel of wasverzachter
worden niet correct in de ma-
chine gespoeld
Wasmiddellade vuil? Zie Pagina 16.
Hevelbuisje in vakje III verstopt? Zie Pagina 16.
Wasverzachter te dik? Water toevoegen.
Het wasmiddel schuimt te sterk Teveel wasmiddel? Te weinig wasgoed?
Zeer geringe waterhardheid? Watermaatschappij
raadplegen.
De machine lekt Slangen goed vastgeschroefd?
Verontreinigingsfilter goed gesloten?
Schuimvorming door teveel wasmiddel?
Het water wordt niet of slechts
zeer langzaam weggepompt
Knop »Spoelstop« ingedrukt? Zie Pagina 11.
Knik in de afvoerslang?
Afvoerpomp geblokkeerd? Zie Pagina 16.
De machine centrifugeert niet
goed of helemaal niet
Knop »Spoelstop« ingedrukt? Zie Pagina 11.
Centrifugeertoerental te laag ingesteld of centrifuge-
ren uitgeschakeld?
Slechte verdeling van het wasgoed in de trommel? Zie
Pagina 14.
De machine vibreert sterk bij
het centrifugeren
Transportbeveiligingen verwijderd? Zie Pagina 4.
Machine correct geïnstalleerd? Zie Pagina 4.
Knik in de afvoerslang, water loopt niet weg?
De deur kan niet worden ge-
opend
Programma beëindigd? Zodra het indicatielampje
»Deur« dooft, kan de deur worden geopend.
Stroomuitval tijdens het wassen Moet het resterende water worden weggepompt? Zie
Pagina 16.
Het wasgoed vertoont vlekken Grijze resten (vetresten)? Wasmiddeldosering verho-
gen. Zie Pagina 8.
Witte resten (wasmiddelresten)? Uitborstelen. Let op
de juiste dosering. Zie Pagina 8.
19
H
Technische gegevens en verbruiksgegevens
Lading (droog gewicht)
Witte/Bonte Was
FLASH 30'
Kreukherstellend
Fijne Was
Wol, Handwas
max. 5,5 kg
max. 3,0 kg
max. 2,5 kg
max. 1,5 kg
max. 2,0 kg
Centrifugeertoerental
(afhankelijk van het model)
1)
Witte/Bonte Was
Kreukherstellend
Fijne Was
Wol, Handwas
Maximumtoerental
tot 1200 omw/min
600 omw/min
400 omw/min
600 omw/min
Maximumtoerental
meer dan 1200 omw/min
900 omw/min
600 omw/min
900 omw/min
Afmetingen
Hoogte / Hoogte voor onderbouwinstallatie
Breedte
Diepte / Diepte voor onderbouwinstallatie
Diepte met geopende deur
Hoogteverstelling van de voetjes
85,0 cm / 82,0 cm
59,5 cm
58,5 cm / 56,5 cm
103 cm
2,5 cm
Leeggewicht ca. 78 kg
Elektrische aansluiting
Spanning
Aansluitwaarde
Zekering
230 V ~ 50 Hz
2300 W
10 A
Wateraansluiting
Waterdruk (stroomdruk)
Inlaattemperatuur
Opvoerhoogte pomp
0,11,0 MPa = 110 bar
max. 25 °C
max. 100 cm
Verbruikswaarden
2)
Witte Was 95 °C
Bonte Was 60 °C
3) 4)
Bonte Was 40 °C
3)
Kreukherstellend 40 °C
3)
Fijne Was 30 °C
Wol 30 °C
3)
Energie Water Tijd
(kWh) (Liter) (Min.)
1,60 49 139
0,99 45 125
0,60 45 109
0,75 41 82
0,34 49 39
0,40 56 41
1)
Maximaal toerental in het betreffende programma; reduceerbaar met de centrifugeknop.
2)
Afhankelijk van water-, wasgoed- en omgevingsomstandigheden kunnen de werkelijke
waarden afwijken va aangegeven normwaarden.
3)
Controleprogramma's volgens EN 60456.
4)
Standaardprogramma voor energielabel.
20
H
WB0008920510U3.FM
00 089 205 10 / 03.03 1.5
Garantie & Service
Om aanspraak te kunnen maken op de door Brandt Nederland BV vastgestelde garantiebepalingen is het overleggen
van een origineel, ongewijzigd en leesbaar aankoopbewijs en het opsturen van de bijgevoegde garantiekaart vereist.
Op de garantiekaart dienen het type-, serie-, en identiteitsnummer te zijn vermeld.
Algemene garantiebepalingen
1. Brandt verleent 24 maanden garantie, gerekend vanaf de op de aankoopnota en garantiekaart vermelde aankoop-
datum, op onderdelen van wasautomaten, wasdrogers, vaatwasmachines, koel- en vrieskasten, vrieskisten, mag-
netrons en vrijstaande fornuizen.
Hierop vormen onderdelen die gefabriceerd zijn van rubber, kunststof en glas een uitzondering. Voor deze onder-
delen gelden de garantiebepalingen niet.
2. Bij niet-huishoudelijk gebruik van het apparaat (derhalve intensiever gebruik dan normaal particulier gebruik), dan
wel indien het apparaat door de koper aan derden is verkocht, verhuurd of op een andere wijze in gebruik is gege-
ven, verleent Brandt geen garantie.
3. Voor alle garantieaanspraken, zoals vermeld onder punt 1 geldt, dat Brandt gedurende 24 maanden vanaf de op
de aankoopnota en garantiekaart vermelde aankoopdatum geen arbeidsloon of voorrijkosten in rekening brengt.
Indien de koper derhalve na afloop van een periode van 24 maanden na aankoopdatum een beroep doet op deze
garantiebepalingen, is Brandt gerechtigd arbeidsloon en voorrijkosten in rekening te brengen.
4. Door de uitvoering van herstel- of vervangingswerkzaamheden wordt de algemene garantieperiode niet verlengd.
5. Servicebezoeken aan huis worden alleen gebracht voor grote, moeilijk transporteerbare apparaten. Alle overige ap-
paraten dienen franko aan ons adres verzonden of aangeboden te worden.
6. Indien binnen de eerste 6 maanden van de garantietermijn blijkt, dat geen goede werking van het apparaat gega-
randeerd kan worden, zal vervanging van het apparaat plaats vinden.
7. De aanspraak van de koper op het kosteloos uitvoeren van herstel- of vervangingswerkzaamheden met inachtne-
ming van het bepaalde in artikel 3 van deze garantiebepalingen, vervalt indien:
geen originele, ongewijzigde of leesbare aankoopnota, waarop de aankoopdatum, de aankoopprijs en type-, se-
rie- en identiteitsnummer zijn vermeld, getoond kan worden of meegezonden wordt;
het apparaat abnormaal, ruw, onoordeelkundig of verkeerd is gebruikt, het apparaat is verwaarloosd of de in-
structies in de gebruiksaanwijzing niet zijn opgevolgd;
het apparaat niet volgens de aanwijzingen in het installatievoorschrift of de gebruiksaanwijzing is geïnstalleerd,
behandeld of gebruikt.
8. Indien het apparaat zodanig ingebouwd, opgehangen of geplaatst is dat de benodigde tijd voor het in- en uitbou-
wen samen meer dan 30 minuten bedraagt, dan worden hierdoor ontstane extra kosten aan de koper in rekening
gebracht, onverminderd het bepaalde in artikel 3 van deze garantiebepalingen.
9. Schade ontstaan door het, met toestemming van de koper, op onjuiste wijze uit- of inbouwen van een apparaat
kan niet op ons worden verhaald.
10. Beschadigingen zoals krassen, deuken of breuk van uit- of afneembare onderdelen, welke niet ten tijde van de af-
levering ter kennis van ons zijn gebracht, vallen niet onder de garantie.
Belangrijke adviezen
Om onnodige kosten te voorkomen is het raadzaam bij storingen zorgvuldig de gebruiksaanwijzing te lezen. Indien
de aanwijzingen daarin u geen uitkomst bieden, kunt u zich tot uw vakhandelaar of tot de After Sales van Brandt
Nederland BV wenden.
De veiligheid van de apparatuur kan in gevaar gebracht worden door ondeskundige reparaties. Om deze veiligheid
te waarborgen en om mogelijke schade te voorkomen, is het raadzaam de reparaties te laten uitvoeren door des-
kundige monteurs. De reparatie dient uitsluitend te geschieden met originele Brandt onderdelen.
Brandt Nederland BV neemt geen aansprakelijkheid op zich voor schade aan wasgoed en/of andere goederen of
gevolgschade binnen, dan wel buiten, de garantietermijn.
Bij klachten en/of storingen kunt u zich wenden tot uw Brandt vakhandelaar of tot Brandt Nederland BV, de After Sales
van Brandt Nederland BV is bereikbaar (tijdens kantooruren) onder:
BRANDT NEDERLAND BV Telefoonnummer: 0900
-
BRANDT
NL (0900
-
272
63
86)
Faxnummer: 040
-
250
12
49
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

Brandt WFH1573D de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor