Bauknecht GTE PLATINUM 27 A++ Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

GEBRUIKSAANWIJZING
NL
SCHEMA VAN HET APPARAAT (Fig. 1)
A. Handgreep.
B. Veiligheidssluiting (indien aanwezig).
C. Afdichting.
D. Scheider (indien aanwezig).
E. Dop afvoerkanaal voor dooiwater.
F. Bedieningspaneel.
G. Ventilatierooster van de motor aan de zijkant.
SCHEMA VAN HET BEDIENINGSPANEEL (Fig. 2)
1. Rood lampje: als dit knippert, is er een alarmsituatie (zie de
paragraaf “STORINGEN OPSPOREN”).
2. Blauw lampje:
De functie “Sensor” wordt
automatisch geactiveerd en hoeft niet geselecteerd
te worden door de gebruiker. De blauwe LED
(2) “Sensor” zal daarom altijd branden. Voor
meer technische details, lees de paragraaf “Sensor
Functie”.
3. Groene lampjes: geven aan dat het apparaat werkt op de
ingestelde temperatuur.
4. Instelknop temperatuur: voor het aanpassen van de
ingestelde temperatuur en om de snelvriesfunctie in of uit te
schakelen.
VOORDAT U HET APPARAAT GEBRUIKT
Het door u aangeschafte apparaat is ontworpen voor
huishoudelijk gebruik en tevens:
- voor gebruik in keukens van werkplaatsen, winkels en/of
kantoren
- in landbouwbedrijven
- in hotels, motels, appartementen en bed & breakfasts voor
gebruik door individuele klanten.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt voor het
conserveren van diepvriesproducten, het invriezen van verse
levensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
Dit apparaat moet volgens wettelijke voorschriften
geaard worden. De fabrikant aanvaardt geen enkele
aansprakelijkheid voor eventueel letsel aan personen,
dieren of voor schade aan voorwerpen die veroorzaakt is
door het niet in acht nemen van deze voorschriften.
1. Controleer na het uitpakken van het apparaat of het niet
beschadigd is, of de deur perfect sluit en of de afdichting
niet vervormd is. Uw leverancier dient in geval van schade
binnen 24 uur op de hoogte te worden gesteld.
2. Wacht minstens twee uur alvorens het apparaat in werking
te stellen, om het koelcircuit perfect te kunnen laten
functioneren.
3. Zorg ervoor dat de installatie en de elektrische aansluiting
door een gekwaliceerd technicus worden verricht
overeenkomstig de aanwijzingen van de fabrikant en de
plaatselijke veiligheidsvoorschriften.
4. Reinig de binnenkant van het apparaat voordat u het
gebruikt.
Controleer voordat u het apparaat op het elektriciteitsnet
aansluit, of de spanning overeenkomt met de gegevens
op het serienummerplaatje op de achterkant van het
apparaat.
Houd u aan de plaatselijke voorschriften voor de
elektrische aansluiting.
INSTALLATIE
Haal het apparaat uit de verpakking.
Verwijder de vier beschermdelen tussen de deur en het
apparaat. (Fig. 3)
Controleer of de dop voor de afvoer van het dooiwater
(indien aanwezig) op de juiste manier geplaatst is (E).
Om de maximale prestaties te verkrijgen en schade te
voorkomen bij het openen van de deur van het apparaat,
dient een afstand van tenminste 7 cm van de achterwand en
7 cm van de zijkanten te worden vrijgelaten. (Fig. 4)
Breng de bijgeleverde accessoires aan (indien aanwezig).
INGEBRUIKNEMING VAN HET APPARAAT
Sluit het apparaat aan op het stopcontact.
Het groene lampje gaat branden (“NORMAL”).
Het blauw lampje licht op (“Sensor”).
Het rode lampje knippert omdat aan de binnenkant van
het product de temperatuur nog niet laag genoeg is om de
levensmiddelen erin te zetten. Het lampje gaat gewoonlijk
binnen zes uur na het inschakelen van de vriezer weer uit.
Zet de levensmiddelen pas in de vriezer wanneer het rode
lampje uit is.
Opmerking: de afdichting sluit de vriezer hermetisch af, dus
u kunt de deur van het apparaat niet onmiddellijk na sluiting
weer openen. Wacht enkele minuten voordat u de deur van het
apparaat opnieuw opent.
REGELING VAN DE TEMPERATUUR
Selecteer met behulp van de knop de (4) de gewenste
temperatuur.
Om de temperatuur van het apparaat te regelen gaat u als volgt
te werk:
Druk meerdere keren op de knop (4). Elke keer dat de
knop wordt ingedrukt wordt de ingestelde temperatuur op
cyclische wijze van de waarden “ECO.”, “NORMAL” naar
“MAX” veranderd.
Selecteer “MAX” als u een lagere bewaartemperatuur.
In het geval van een halfvolle vriezer raadt men aan om voor
“ECO.” te kiezen om het energieverbruik te optimaliseren.
De groene lampjes (3) geven de geselecteerde instelling als
volgt aan:
ECO.: minder koude temperatuur
(linker lampje brandt).
NORMAL: middelste temperatuur
(rechter lampje brandt).
MAX: zeer koude temperatuur
(beide lampjes branden).
SHOPPING: Quick Freeze
(beide lampjes knipperen). Zie
het gedeelte “Invriezen van vers
voedsel”.
Opmerking: in het geval van een stroomuitval blijven de
ingestellingen in het geheugen opgeslagen. De tijd die
nodig is om de binnenkant van de vriezer de ingestelde
temperatuur te laten bereiken kan naar aanleiding van de
klimaatomstandigheden en de gekozen instelling variëren.
“SENSOR” FUNCTIE
De functie Sensor is altijd actief om de interne
temperatuur van de apparatuur te controleren en om
de optimale condities te garanderen.
De functie grijpt automatisch in de volgende gevallen
in:
openen deur
De functie wordt elke keer geactiveerd dat u de deur opent
waardoor de temperatuur aan de binnenkant van het product
gewijzigd wordt en blijft net zolang geactiveerd als nodig
is om automatisch de optimale omstandigheden voor de
conservering te herstellen.
invoeren van in te vriezen levensmiddelen
De functie wordt elke keer geactiveerd dat een aanzienlijke
hoeveelheid aan levensmiddelen ingevoerd wordt en
blijft net zolang geactiveerd als nodig is om de beste
omstandigheden voor het optimaal invriezen van de
ingevoerde levensmiddelen te creëren zodat de juiste
verhouding tussen de kwaliteit van het invriezen en het
energieverbruik gegarandeerd wordt.
Opmerking: De duur van de “Sensor” functie wordt
automatisch berekend en kan afhankelijk van het gebruik van
het product variëren.
INVRIEZEN VAN LEVENSMIDDELEN
Klaarmaken van verse levensmiddelen om in te vriezen
Wikkel en verzegel de in te vriezen verse levensmiddelen
in: aluminiumfolie, plastic folie, waterdichte plastic zakjes of
diepvriesbakken met deksel.
De levensmiddelen moeten vers, rijp en van een zeer goede
kwaliteit zijn.
Verse groenten en fruit zo mogelijk direct na de oogst
invriezen, om de voedingsstoen, de consistentie, de kleur
en de smaak te behouden.
Laat warme levensmiddelen altijd afkoelen voordat u ze in
de vriezer zet.
Invriezen van verse levensmiddelen
Plaats de in te vriezen levensmiddelen direct tegen de
verticale wanden van de vriezer:
A) - in te vriezen levensmiddelen,
B) - reeds ingevroren levensmiddelen.
Plaats de in te vriezen levensmiddelen niet direct tegen de al
ingevroren levensmiddelen aan.
Voor beter en sneller invriezen raden wij aan de
levensmiddelen in kleine pakjes te verdelen; dit zal ook van
pas komen bij het gebruiken van het ingevroren voedsel.
In het geval dat een minimum hoeveelheid aan
levensmiddelen wordt ingevoerd (tot 1/4 van het maximum
invriesvermogen dat op het serienummerplaatje aangegeven
staat) wordt de functionering van het product automatisch
gecontroleerd door de “Sensor” functie en is geen enkele
ingreep van de gebruiker vereist.
Voor het invriezen van grotere hoeveelheden aan
levensmiddelen, tot de maximum invriescapaciteit van het
apparaat dat op het serienummerplaatje aangegeven staat,
is het noodzakelijk de volgende procedure uit te voeren:
1. Activeer minstens 24 uur voor het invriezen van verse
levensmiddelen in het product de snelvriesfunctie door
ongeveer 3 seconden lang op de knop (4) te drukken.
De groene lampjes (3) knipperen in sequentie.
2. Plaats de in te vriezen levensmiddelen in het product en
houd de deur 24 uur lang gesloten. Na het verlopen van
deze tijd zijn de levensmiddelen ingevroren.
De functie voor het snelvriezen kan handmatig worden
gedeactiveerd door op de toets (4) te drukken.
Als deze handeling niet wordt uitgevoerd zal het product
automatisch ongeveer 50 uur na de inschakeling de functie
deactiveren.
CONSERVERING VAN LEVENSMIDDELEN
Raadpleeg de tabel op het apparaat.
Classicatie van de ingevroren levensmiddelen
Leg de ingevoren levensmiddelen in de vriezer en classiceer
ze; geadviseerd wordt om de datum van conservering op
de verpakking te schrijven, zodat u weet voor welke datum
u het product moet consumeren. De houdbaarheidsdatum
in maanden wordt in g. 6 voor iedere voedselcategorie
aangegeven.
Adviezen voor het bewaren van diepvriesproducten
Let bij het kopen van diepvriesproducten op de volgende
punten:
De verpakking moet intact zijn, omdat voedsel in
beschadigde verpakkingen bedorven kan zijn. Als een pakje
bol staat of als er vochtplekken op zitten, is het product niet
onder optimale omstandigheden bewaard en kan het al
gedeeltelijk zijn ontdooid.
Diepvriesproducten moeten als laatste worden gekocht en in
isolerende tassen worden vervoerd.
Leg de diepvriesproducten bij thuiskomst meteen in de
vriezer.
Variaties in temperatuur moeten vermeden worden of tot een
minimum worden beperkt. De uiterste houdbaarheidsdatum
op de verpakking moet worden gerespecteerd.
De aanwijzingen op de verpakking voor het conserveren van
diepvriesproducten moeten altijd worden opgevolgd.
Opmerking:
Ontdooide of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen
moeten onmiddellijk worden geconsumeerd. Vries ze
niet opnieuw in, tenzij het ontdooide levensmiddel
gebruikt wordt voor de bereiding van een gerecht dat
gekookt wordt. Nadat het ontdooide levensmiddel
gekookt is, mag het opnieuw worden ingevroren.
Als de stroom gedurende langere tijd uitvalt:
Open de deur van de vriezer niet, behalve om de
vrieselementen (indien beschikbaar) boven op het
ingevroren voedsel aan de rechter- en linkerkant
van de vriezer te plaatsen. Op deze manier kunt u de
snelheid waarmee de temperatuur stijgt beperken.
VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN
Zorg ervoor dat het apparaat tijdens de installatie de
voedingskabel niet beschadigt.
Bewaar geen dranken in glas in het vriesvak, omdat het glas
kan breken.
Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die net uit de vriezer
komen, omdat deze zo koud zijn dat ze brandwonden
kunnen veroorzaken.
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de stroomtoevoer
af voordat u met reinigings- of onderhoudswerkzaamheden
begint.
Installeer de vriezer niet op plaatsen waar deze aan direct
zonlicht blootstaat of in de buurt van warmtebronnen;
hierdoor neemt het energieverbruik toe.
Plaats geen spuitbussen of houders die drijfgas of brandbare
stoen bevatten in het apparaat.
Bewaar of gebruik geen benzine of andere gassen en licht
ontvlambare stoen in de buurt van het product of andere
elektrische huishoudelijke apparatuur. De dampen die hieruit
voortkomen kunnen brand of explosies veroorzaken.
Installeer het product waterpas op een vloer die het
gewicht kan dragen en in een ruimte die geschikt is voor de
afmetingen en het gebruik van het product.
Plaats het apparaat in een droge en goed geventileerde
ruimte. Het apparaat is afgesteld om te werken in ruimten
waarin de temperatuur binnen de volgende waarden ligt, die
gebaseerd zijn op de klimaatklasse die op het typeplaatje
staat aangegeven (Fig. 7). Het is mogelijk dat het apparaat
niet goed functioneert als het voor een lange tijd in een
ruimte wordt gelaten met een hogere of lagere temperatuur
dan het genoemde bereik.
Het is raadzaam het apparaat aangesloten te laten, ook als
het voor korte tijd leeg is.
Let er bij het verplaatsen van het apparaat op dat de vloer
niet beschadigd wordt (bv. parket). Om het apparaat
makkelijker te kunnen verplaatsen, wordt geadviseerd om
het indien mogelijk eerst leeg te maken.
Opmerking: Het apparaat moet door twee of meerdere
personen worden verplaatst en geïnstalleerd.
Gebruik geen andere mechanische systemen of middelen
om het ontdooiproces te versnellen dan door de fabrikant
zijn aanbevolen.
Gebruik geen elektrische apparaten aan de binnenkant
van het apparaat, behalve als dit aanbevolen is door de
fabrikant.
Het in het apparaat gebruikte lampje is speciek ontworpen
voor huishoudelijke apparaten en is niet geschikt voor het
verlichten van huishoudelijke ruimtes (Verordening (EG)
244/2009).
Dit apparaat is niet bestemd om gebruikt te worden
door kinderen onder de 8 jaar en personen met
beperkte fysieke, sensorische of verstandelijke
vermogens, of zonder ervaring of kennis van het
apparaat, behalve als zij tijdens het gebruik instructies
ontvangen van of begeleid worden door een persoon
die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Om het risico van opsluiting en verstikking te
vermijden, mag het kinderen niet worden toegestaan in
het apparaat te spelen of zich hierin te verstoppen.
De voedingskabel mag alleen door gekwaliceerd
personeel of door de Klantenservice worden gewijzigd
of vervangen.
Gebruik geen verlengsnoeren of meervoudige
adapters.
Het apparaat moet van het elektriciteitsnet kunnen
worden afgekoppeld door de stekker uit het
stopcontact te trekken of via de tweepolige schakelaar
die voor het stopcontact is geplaatst.
Controleer of de spanning op het typeplaatje
overeenkomt met de spanning in uw woning.
Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de vrieselementen niet
in (indien bijgeleverd).
Open de deur van het apparaat zo weinig mogelijk.
Dit apparaat is uitgerust met “skin condenser”-
technologie: de condenseenheid is geïntegreerd
binnen de wanden van de vriezer. Hierdoor kunnen
de wanden aan de zij- en voorkant warm zijn als het
apparaat werkt. Dit verschijnsel is geheel normaal
en vermindert de mogelijke condensvorming in
moeilijke omgevingsomstandigheden (zie de paragraaf
“Storingen opsporen”).
ONTDOOIEN VAN HET APPARAAT
Wij raden u aan de vriezer te ontdooien wanneer het ijs op de
wanden 5-6 mm dik is geworden.
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
Haal de levensmiddelen uit het apparaat en bewaar ze op
een koele plaats of in een isolerende tas.
Laat de deur van het apparaat openstaan.
Verwijder de binnendop van het afvoerkanaal (indien
aanwezig) (Fig. 8).
Verwijder de buitendop van het afvoerkanaal (indien
aanwezig) en plaats hem zoals aangegeven in guur 8.
Gebruik de scheider als opvangbank voor het dooiwater
(indien aanwezig) en leg deze binnenin het apparaat (D)
zoals in g. 8. Als er geen scheider aanwezig is, gebruik dan
een lage bak.
U kunt het ontdooien versnellen door met een spatel het ijs
op de wanden van het apparaat los te maken.
Verwijder het ijs van de bodem van het apparaat.
Gebruik, om onherstelbare schade aan het vriesvak
te voorkomen, geen puntige of scherpe metalen
voorwerpen om het ijs te verwijderen.
Gebruik geen schuurmiddelen en verwarm het vriesvak
niet kunstmatig.
Droog de binnenkant van het apparaat zorgvuldig af.
Zet na aoop van het ontdooien de dop weer op zijn plaats.
REINIGING EN ONDERHOUD
Verwijder het ijs dat zich op de bovenste randen gevormd
heeft (zie Storingen opsporen).
Reinig na het ontdooien de binnenkant met een
vochtige spons met lauw water en/of een neutraal
schoonmaakmiddel.
Reinig het ventilatierooster aan de zijkant (indien aanwezig).
Voordat u begint met het onderhoud van uw apparaat,
dient u de stekker uit het stopcontact te halen. Gebruik
geen schuurpasta’s of schuursponsjes, vlekkenmiddelen
(bv. aceton, trichloorethyleen), of azijn om het product te
reinigen.
Om het apparaat optimaal te laten functioneren, wordt
geadviseerd om het tenminste eenmaal per jaar te
reinigen en te onderhouden.
VERVANGEN VAN HET DEURLAMPJE (INDIEN
AANWEZIG)
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
Verwijder de melkglazen kap aan de hand van de
aanwijzingen van de afbeelding en in de aangegeven
volgorde.
Draai het lampje los en vervang het door een nieuw lampje
met dezelfde spanning en hetzelfde vermogen.
Breng de melkglazen kap weer aan en sluit het apparaat aan
op het elektriciteitsnet.
OPSPOREN VAN STORINGEN
1. Het rode lampje knippert.
Is de stroom uitgevallen?
Bent u begonnen met ontdooien?
Heeft u recent in te vriezen levensmiddelen ingevoerd?
Is de deur van het apparaat goed dicht?
Staat het apparaat in de buurt van een warmtebron?
Zijn het ventilatierooster en de condensator schoon?
2. Alle lampjes knipperen tegelijkertijd.
Neem contact op met de Klantenservice.
3. Het apparaat maakt erg veel lawaai.
Is het apparaat perfect waterpas geïnstalleerd?
Staat het apparaat tegen andere meubels of voorwerpen
aan die trillingen kunnen veroorzaken?
Is de verpakking van het onderstel van de vriezer
verwijderd?
Opmerking: de circulatie van het koelgas kan een zacht geluid
maken, ook nadat de compressor stopgezet is. Dit is geheel
normaal.
4. De lampjes branden niet en het product functioneert
niet.
Is de stroom uitgevallen?
Zit de stekker goed in het stopcontact?
Is de voedingskabel niet beschadigd?
5. De lampjes branden niet en het product functioneert.
Neem contact op met de Klantenservice.
6. De compressor werkt onafgebroken.
Heeft u misschien warm voedsel in de vriezer gezet?
Is de deur van de vriezer langdurig open geweest?
Staat het apparaat in een te warme ruimte of in de buurt
van een warmtebron?
Heeft u de snelvriesfunctie geactiveerd? (de groene
lampjes knipperen om de beurt)
7. Te veel ijsvorming op de bovenranden.
Zijn de doppen van het afvoerkanaal voor het dooiwater
correct geplaatst?
Is de deur van het apparaat goed dicht?
Is de afdichting van de deur van het apparaat beschadigd
of vervormd? (Zie hoofdstuk “Installatie”)
Zijn de vier beschermdelen verwijderd? (Zie hoofdstuk
“Installatie”)
8. Er vormt zich condens aan de buitenkant van de
vriezer.
Condensvorming is normaal onder bepaalde
klimatologische omstandigheden (luchtvochtigheid hoger
dan 85%) of als het apparaat geïnstalleerd is in vochtige
en slecht geventileerde ruimtes. Dit heeft echter geen
negatieve invloed op de prestaties van de vriezer.
9. De ijslaag op de binnenwanden van de vriezer is niet
overal even dik.
Dit is normaal.
MILIEUTIPS
1. Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is voor 100% recyclebaar en
draagt het recyclingsymbool. Voor de verwerking moeten
de plaatselijke voorschriften worden nageleefd. Het
verpakkingsmateriaal (plastic zakken, stukken polystyreen enz.)
moet buiten het bereik van kinderen worden gehouden, omdat
het een bron van gevaar kan vormen.
2. Afdanken van het apparaat
Het product is vervaardigd van materiaal dat kan worden
gerecycled. Dit apparaat is voorzien van het merkteken volgens
de Europese richtlijn 2002/96/EG inzake Afgedankte elektrische
en elektronische apparaten (AEEA). Door ervoor te zorgen
dat dit product op de juiste manier als afval wordt verwerkt,
helpt u mogelijk negatieve consequenties voor het milieu en de
menselijke gezondheid te voorkomen.
Het symbool
op het product of op de bijbehorende
documentatie geeft aan dat dit product niet als huishoudelijk
afval mag worden behandeld. In plaats daarvan moet het
worden afgegeven bij een verzamelpunt voor recycling van
elektrische en elektronische apparaten.
Maak het apparaat op het moment dat het wordt afgedankt
onbruikbaar door de voedingskabel door te snijden en de
deuren en schappen te verwijderen, zodat kinderen niet
gemakkelijk in het apparaat kunnen kruipen.
Volg bij het afdanken van het apparaat de plaatselijke
voorschriften voor afvalverwerking en breng het naar een
speciaal afvalverwerkingscentrum, en laat het niet onbewaakt
achter, ook niet voor slechts een paar dagen, aangezien het
voor kinderen een bron van gevaar kan opleveren. Voor nadere
informatie over de behandeling, terugwinning en recycling
van dit product wordt u verzocht contact op te nemen met het
stadskantoor in uw woonplaats, uw afvalophaaldienst of de
winkel waar u het product heeft aangeschaft.
Informatie:
Dit apparaat bevat geen CFK. Het koelcircuit bevat R134a
(HFC) of R600a (HC), zie serienummerplaatje in het apparaat.
Voor apparaten met isobutaan (R600a): isobutaan is een
natuurlijk gas dat geen schadelijke invloed heeft op het milieu,
maar wel ontvlambaar is. Het is daarom noodzakelijk om te
controleren of de leidingen van het koelcircuit niet beschadigd
zijn.
Dit product kan een geuorideerd broeikasgas bevatten dat
onder het Protocol van Kyoto valt; het koelgas zit in een
hermetisch verzegeld systeem.
Koelgas: R134a heeft een globaal verwarmingsvermogen
(GWP) van 1300.
Conformiteitsverklaring
Dit apparaat is bestemd voor het conserveren van
voedingsmiddelen en is vervaardigd in overeenstemming
met de Verordening (EG) nr. 1935/2004
Dit apparaat is ontwikkeld, gefabriceerd en op de markt
gebracht in overeenstemming met:
- veiligheidsvoorschriften van de “Laagspanningsrichtlijn”
2006/95/EG (die de richtlijn 73/23/EEG en latere
verordeningen vervangt);
- de veiligheidsvereisten van de “EMC”-richtlijn 2004/108/EG.
De elektrische veiligheid is alleen gewaarborgd wanneer
het op de juiste wijze op een eciënt werkende installatie is
aangesloten, die volgens de wettelijke voorschriften is geaard.
KLANTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de Klantenservice:
1. Ga na of u de storingen niet zelf kunt verhelpen.
2. Zet het apparaat opnieuw aan om te zien of het ongemak
is verholpen. Is dit niet het geval, schakel het apparaat dan
opnieuw uit en herhaal de handeling na een uur.
3. Als het probleem aanhoudt, neem dan contact op met de
Klantenservice.
Vermeld de volgende gegevens:
de aard van de storing,
het model,
het servicenummer (nummer achter het woord SERVICE op
het typeplaatje op de achterkant van het apparaat)
uw volledige adres en
uw telefoonnummer.
1
2
3
4
1
3 4 5
2
6
8 9
CLASE/KLASSE
CLASSE/CLASS
°C °F
SN 10 - 32 50 - 90
N 16 - 32 61 - 90
ST 16 - 38 61 - 100
T 16 - 43 61 - 110
7
400010848147
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5

Bauknecht GTE PLATINUM 27 A++ Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor