ZANKER KHT6111X Handleiding

Categorie
Afzuigkappen
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Operating Instructions
Mode d’emploi
Bedienungsanleitung
Gebruiksaanwijzing
Istruzioni per l’uso
Manual de instrucciones
Manual de instruções
12
NL
ALGEMEEN
Deze kap is geschikt om aan de muur te worden geïnstalleerd, boven een kookplaat die tegen een wand
is geplaatst.
Hij kan worden gebruikt in de afzuigversie (af-voer naar buiten) of in de filterversie (recycling
binnen). In de winter kan het wenselijk zijn de kap als cirkulatiekap te gebruiken; de prestatie is dan
wel aanzienlijk minder dan bij gebruik als afzuigkap.
Het is bovendien van uiterlijk belang dat de installatie van de wasemkap door een vakman
uitgevoerd wordt.
De fabrikant wijst iedere verantwoordelijkheid voor schade, die te wijten is aan een niet juiste
of niet volgens de regels uitgevoerde installatie, af.
1 - VEILIGHEIDSMAATREGELEN
1.1 - Sluit de inbouwgroep niet aan, aan voor verbrandings bestemde afvoerkanalen aan (CVC,
schouwen, enz.).
1.2 - Verzeker er U van dat de netsapnning met de in de inbouwgroep aangegeven spanning overeenstemt.
1.3 - De inbouwgroep met een tweepolige schakelaar voorzien van min. 3mm contactopeningen, aan
het elektriciteitsnet verbinden.
1.4 - Vergewis er U van voor geaarde wasemkappen, is het noodzakelijk na te gaan.
1.5 - De wasemkappen van Klasse II hebben een dubbele isolering: zij mogen niet worden verbonden
met een geaarde stekker, maar moeten worden aangesloten met een eenvoudige tweepolige stekker.
1.6 - De minimum veiligheidsafstand tussen kookplaat en inbouwgroep is 65 cm.
1.7 - Flambeer niet onder de inbouwgroep.
1.8 - Gedurende hun gebruik, frituurpannen in het oog houden: oververhitte olie is ontvlambaar.
1.9 - Haal de stekker uit het stopkontakt of schakel de hoofdschakelaar uit alvorens eender welke
reinings- of onderhoudswerkzaamheid uit te voeren.
1.10 - Indien in hetzelfde vertrek hetzij een inbouwwasemkap alsook een niet elektrisch aangedreven
apparaat (zoals b.v. gasapparaten) geinstalleerd zijn, is het noodzakelijk een aangepaste verluchting
van het vertrek te voorzien. Om geen gevaar te lopen, mag de ruimtelijke depressie 0,04 mbaar
niet overschrijden. Op deze wijze voorkomt U een terugkeer van uitlaatgassen.
2 - AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
2.1 - Openen en verwijderen van het rooster
Om het rooster te openen schruift u de twee schruifjes, links en rechts, naar de richting van het midden
van de kap. Het rooster kan nu om-laag geklapt worden en blijft op de achterstiften hangen. Om het
rooster geheel te verwijderen schuift u de rechterkant iets naar u toe waardoor de stift uit de sleuf
vrijkomt.
2.2 - Montage onder een keukenkastje
Er zij twee mogelijkheden:
a - Door middel van de bijgeleverde schroeven 3,5 x 16 mm vanuit het keukenkastje; dan moet u
eerst door middel van de boormal gaatjes in de bodem van het kastje boren.
b - Door middel van niet bijgeleverde korte houtschroeven vanuit de kap; kan moet u eerst het rooster
verwijderen, de kap op z'n plaats houden en de slobgaten onder op de bodem van het kastje aftekenen.
Vervolgens draait u de schroeven in de bodem en schuift u de kap, door middel van de slob-gaten,
over de schroeven.
Schroeven nu aantrekken.
13
NL
2.3 - Montage aan de wand
Er zijn twee mogelijkheden:
a - Direkte montage tegen de wand, door middel van de slobgaten in de achterkant van de kap.
Door middel van de boormal of aftekenen vanuit de kap, boort u twee gaten van tenminste 8 mm in
de wand. Dan plaatst u de bij de gebruikte boormaat behorende pluggen en draait u schroeven tot op
5 mm in de pluggen.
Vervolgens hangt u de kap, door middel van de slobgaten over de schroefkoppen en trekt de schroeven
aan.
b - Montage door middel van ophangbeugels. Dit setje is als accessoire apart leverbaar. Zie de daarbij
geleverde instrukties.
2.4 - Keuze afzuigen of cirkuleren
a - Afzuigen:
Afhankelijk van het model is de kap uitgerust met een 100 mm Ø of 120 mm Ø flens voor de
aansluiting van een slang of buis. De opening welke niet benut wordt moet met het meege-leverde
deksel afgesloten worden.
Voor de plaatsbepaling van het doorvoergat in de wand (achter-afvoer) of in het keukenkastje (boven-
afvoer) gebruikt u de boormal.
De schuifhendel in het ventilatorhuis schuift u naar links, dat is de positie «afzuigen». U gebruikt geen
koolstoffilter.
b - Cirkuleren:
Een eventueel aangesloten afvoerslang- of buis behoeft niet verwijderd of afgesloten te worden. De
afsluiting naar buiten gebeurt inwendig zodra u de schruifhendel in het ventilatorhuis naar rechts
schuift, dat is de positie «cirkuleren».
Ten behoeve van de geurverwijdering plaatst u een, als accessoire leverbaar, koolstoffilter op het
ventilatorhuis. Afhankelijk van het model wordt het koolstoffilter levestigd door middel van een
bajonetbevestiging (draaiende bewe-ging) of door middel van een centrale schroef.
2.5 - Elektrische aansluiting en controle van de werking
1 - De waarschuwingen onder 2.2, 2.3, 2.4 en 2.5 en paragraaf 2 betreffende de veiligheid moeten
nauwgezet in acht worden genomen.
2 - Wanneer de elektrische aansluiting eenmaal is uitgevoerd, moet worden nagegaan of de verlichting,
de aanschakeling van de motor en het veranderen van de snelheid correct functioneren.
3 - HET GEBRUIK
3.1 - De bedieningsschakelaars op het bedieningspa-neel wijzen de weg vanzelf.
Afhankelijk van het model is uw wasemkap uitgevoerd met twee of meer snelheden.
Wij adviseren u om tijdens het koken de hoogste snelheid te kiezen.
Indien u de kap «cirkulerend» gebruikt, advi-seren wij u om na het koken de kap nog circa een half
uur op een lagere of laagste snelheid in werking te laten.
De verlichting kunt u onafhankelijk van het in werding zijn van de kap in- of uitschakelen.
3.2 - Leest u nog even de punten 1.2, 1.5, 1.6 en 1.7.
14
NL
4 - ONDERHOUD
Korrekt onderhoud bevordert de goede werking van de kap en is voor de veiligheid op langere termijn
belangrijk.
4.1 - Het filter
Het vetfilter bevindt zich, door veerstrippen vastgehouden, aan de binnenkant van het rooster.
Omwille van brandveiligheid en goed werkings-rendement is het beslist noodzakelijk dat het vetfilter
gewassen of vervangen wordt.
Wij wijzen er op dat zich ophopend vet in brand kan vliegen.
In principe zijn er drie soorten vetfilters.
Afhankelijk van het model is uw wasemkap met één daarvan uitgerust.
De andere soort is als accessoire leverbaar.
a - Een dun, cirka 1 mm, vetfilter van kunststofvezel mag niet gewassen worden, maar moet u min-
stens iedere twee maanden vervangen.
Soms zijn deze filters voorzien "verzadigings-indikatoren"; dat kunnen strepen of stippen zijn die
verkleuren zodra het filter vol raakt.
b - Een dik, cirka 10 mm, vetfilter van kunststof-vezel mag, in lauwwarm water en wat wasmid-del,
5 tot 6 keer gewassen worden.
Doet u dat in ieder geval minstens elke twee maanden.
Op natuurlijke wijze laten drogen vóór u het in het rooster terugplaatst. Niet in de droogstrom-mel of
over een radiator drogen.
Een metaal-vetfilter kunt u iedere maand rei-nigen met warm water en een huishoudschoon-maakmiddel
of afwasmiddel.
Reinigen in de afwasmachine is geen bezwaar. Goed laten drogen vóór u het in het rooster te-
rugplaatst.
4.2 - Reiniging Van De Zelfdragende Metalen Vetfilters
De filters moeten eens in de 2 maanden of, bij bijzonder intensief gebruik, vaker gereinigd worden,
en kunnen ook in de vaatwasmachine worden gewassen.
Verwijder de filters één voor één door ze naar de achterkant van de groep te duwen en ze
tegelijkertijd omlaag te trekken.
Was de filters en vermijd hierbij ze te buigen, en laat ze drogen alvorens ze terug te plaatsen.
Plaats de vetfilters terug en let er hierbij op dat de handgreep zichtbaar blijft.
4.3 - Het koolstoffilter
Het koolstoffilter, wat u gebruikt indien u de kap "cirkulerend" laat werken, dient om geuren te
absorberen.
Ook dit filter raakt op een gegeven moment verzadigd met stoffen die zowel uit het voedsel als uit
verbrandingsresten (gas) afkomstig zijn. Door chemische reakties met het koolstof kunnen, bij verzadiging,
gevaarlijke stoffen in het filter onstaan die zich in het vertrek kunnen verspreiden.
Wij adviseren u dan ook dit filter, afhankelijk van hoe vaak u de kap gebruikt, 2 tot 4 keer per jaar
te vervangen.
Bovendien werkt een vers filter uiteraard veel beter dan een verzadigd filter.
4.4 - De verlichting
Afhankelijk van het model is uw wasemkap met één of twee verlichtingslampjes uitgerust.
Neem, vóór een lampje vervangt, even de steker uit het stopkontakt.
Het vervangende lampje mag niet groter in vermogen (watt) zijn dan op het typeplaatje (achterin de
kap) staat aangegeven.
4.5 - Schoonmaken
De buitenkant van de kap kunt u, naar behoefte, schoonmaken met lauwwarm water en een
huishoudschoonmaakmiddel wat niet krast.
Neem, zeker als u ook de binnenkant gaat schoonmaken, eerst de steker uit het stopkon-takt.
Gebruik geen drijfnatte, maar een vochtige doek.

Documenttranscriptie

Operating Instructions Mode d’emploi Bedienungsanleitung Gebruiksaanwijzing Istruzioni per l’uso Manual de instrucciones Manual de instruções NL ALGEMEEN Deze kap is geschikt om aan de muur te worden geïnstalleerd, boven een kookplaat die tegen een wand is geplaatst. Hij kan worden gebruikt in de afzuigversie (af-voer naar buiten) of in de filterversie (recycling binnen). In de winter kan het wenselijk zijn de kap als cirkulatiekap te gebruiken; de prestatie is dan wel aanzienlijk minder dan bij gebruik als afzuigkap. Het is bovendien van uiterlijk belang dat de installatie van de wasemkap door een vakman uitgevoerd wordt. De fabrikant wijst iedere verantwoordelijkheid voor schade, die te wijten is aan een niet juiste of niet volgens de regels uitgevoerde installatie, af. 1 - VEILIGHEIDSMAATREGELEN 1.1 - Sluit de inbouwgroep niet aan, aan voor verbrandings bestemde afvoerkanalen aan (CVC, schouwen, enz.). 1.2 - Verzeker er U van dat de netsapnning met de in de inbouwgroep aangegeven spanning overeenstemt. 1.3 - De inbouwgroep met een tweepolige schakelaar voorzien van min. 3mm contactopeningen, aan het elektriciteitsnet verbinden. 1.4 - Vergewis er U van voor geaarde wasemkappen, is het noodzakelijk na te gaan. 1.5 - De wasemkappen van Klasse II hebben een dubbele isolering: zij mogen niet worden verbonden met een geaarde stekker, maar moeten worden aangesloten met een eenvoudige tweepolige stekker. 1.6 - De minimum veiligheidsafstand tussen kookplaat en inbouwgroep is 65 cm. 1.7 - Flambeer niet onder de inbouwgroep. 1.8 - Gedurende hun gebruik, frituurpannen in het oog houden: oververhitte olie is ontvlambaar. 1.9 - Haal de stekker uit het stopkontakt of schakel de hoofdschakelaar uit alvorens eender welke reinings- of onderhoudswerkzaamheid uit te voeren. 1.10 - Indien in hetzelfde vertrek hetzij een inbouwwasemkap alsook een niet elektrisch aangedreven apparaat (zoals b.v. gasapparaten) geinstalleerd zijn, is het noodzakelijk een aangepaste verluchting van het vertrek te voorzien. Om geen gevaar te lopen, mag de ruimtelijke depressie 0,04 mbaar niet overschrijden. Op deze wijze voorkomt U een terugkeer van uitlaatgassen. 2 - AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE 2.1 - Openen en verwijderen van het rooster Om het rooster te openen schruift u de twee schruifjes, links en rechts, naar de richting van het midden van de kap. Het rooster kan nu om-laag geklapt worden en blijft op de achterstiften hangen. Om het rooster geheel te verwijderen schuift u de rechterkant iets naar u toe waardoor de stift uit de sleuf vrijkomt. 2.2 - Montage onder een keukenkastje Er zij twee mogelijkheden: a - Door middel van de bijgeleverde schroeven 3,5 x 16 mm vanuit het keukenkastje; dan moet u eerst door middel van de boormal gaatjes in de bodem van het kastje boren. b - Door middel van niet bijgeleverde korte houtschroeven vanuit de kap; kan moet u eerst het rooster verwijderen, de kap op z'n plaats houden en de slobgaten onder op de bodem van het kastje aftekenen. Vervolgens draait u de schroeven in de bodem en schuift u de kap, door middel van de slob-gaten, over de schroeven. Schroeven nu aantrekken. 12 NL 2.3 - Montage aan de wand Er zijn twee mogelijkheden: a - Direkte montage tegen de wand, door middel van de slobgaten in de achterkant van de kap. Door middel van de boormal of aftekenen vanuit de kap, boort u twee gaten van tenminste 8 mm in de wand. Dan plaatst u de bij de gebruikte boormaat behorende pluggen en draait u schroeven tot op 5 mm in de pluggen. Vervolgens hangt u de kap, door middel van de slobgaten over de schroefkoppen en trekt de schroeven aan. b - Montage door middel van ophangbeugels. Dit setje is als accessoire apart leverbaar. Zie de daarbij geleverde instrukties. 2.4 - Keuze afzuigen of cirkuleren a - Afzuigen: Afhankelijk van het model is de kap uitgerust met een 100 mm Ø of 120 mm Ø flens voor de aansluiting van een slang of buis. De opening welke niet benut wordt moet met het meege-leverde deksel afgesloten worden. Voor de plaatsbepaling van het doorvoergat in de wand (achter-afvoer) of in het keukenkastje (bovenafvoer) gebruikt u de boormal. De schuifhendel in het ventilatorhuis schuift u naar links, dat is de positie «afzuigen». U gebruikt geen koolstoffilter. b - Cirkuleren: Een eventueel aangesloten afvoerslang- of buis behoeft niet verwijderd of afgesloten te worden. De afsluiting naar buiten gebeurt inwendig zodra u de schruifhendel in het ventilatorhuis naar rechts schuift, dat is de positie «cirkuleren». Ten behoeve van de geurverwijdering plaatst u een, als accessoire leverbaar, koolstoffilter op het ventilatorhuis. Afhankelijk van het model wordt het koolstoffilter levestigd door middel van een bajonetbevestiging (draaiende bewe-ging) of door middel van een centrale schroef. 2.5 - Elektrische aansluiting en controle van de werking 1 - De waarschuwingen onder 2.2, 2.3, 2.4 en 2.5 en paragraaf 2 betreffende de veiligheid moeten nauwgezet in acht worden genomen. 2 - Wanneer de elektrische aansluiting eenmaal is uitgevoerd, moet worden nagegaan of de verlichting, de aanschakeling van de motor en het veranderen van de snelheid correct functioneren. 3 - HET GEBRUIK 3.1 - De bedieningsschakelaars op het bedieningspa-neel wijzen de weg vanzelf. Afhankelijk van het model is uw wasemkap uitgevoerd met twee of meer snelheden. Wij adviseren u om tijdens het koken de hoogste snelheid te kiezen. Indien u de kap «cirkulerend» gebruikt, advi-seren wij u om na het koken de kap nog circa een half uur op een lagere of laagste snelheid in werking te laten. De verlichting kunt u onafhankelijk van het in werding zijn van de kap in- of uitschakelen. 3.2 - Leest u nog even de punten 1.2, 1.5, 1.6 en 1.7. 13 NL 4 - ONDERHOUD Korrekt onderhoud bevordert de goede werking van de kap en is voor de veiligheid op langere termijn belangrijk. 4.1 - Het filter Het vetfilter bevindt zich, door veerstrippen vastgehouden, aan de binnenkant van het rooster. Omwille van brandveiligheid en goed werkings-rendement is het beslist noodzakelijk dat het vetfilter gewassen of vervangen wordt. Wij wijzen er op dat zich ophopend vet in brand kan vliegen. In principe zijn er drie soorten vetfilters. Afhankelijk van het model is uw wasemkap met één daarvan uitgerust. De andere soort is als accessoire leverbaar. a - Een dun, cirka 1 mm, vetfilter van kunststofvezel mag niet gewassen worden, maar moet u minstens iedere twee maanden vervangen. Soms zijn deze filters voorzien "verzadigings-indikatoren"; dat kunnen strepen of stippen zijn die verkleuren zodra het filter vol raakt. b - Een dik, cirka 10 mm, vetfilter van kunststof-vezel mag, in lauwwarm water en wat wasmid-del, 5 tot 6 keer gewassen worden. Doet u dat in ieder geval minstens elke twee maanden. Op natuurlijke wijze laten drogen vóór u het in het rooster terugplaatst. Niet in de droogstrom-mel of over een radiator drogen. Een metaal-vetfilter kunt u iedere maand rei-nigen met warm water en een huishoudschoon-maakmiddel of afwasmiddel. Reinigen in de afwasmachine is geen bezwaar. Goed laten drogen vóór u het in het rooster terugplaatst. 4.2 - Reiniging Van De Zelfdragende Metalen Vetfilters • De filters moeten eens in de 2 maanden of, bij bijzonder intensief gebruik, vaker gereinigd worden, en kunnen ook in de vaatwasmachine worden gewassen. • Verwijder de filters één voor één door ze naar de achterkant van de groep te duwen en ze tegelijkertijd omlaag te trekken. • Was de filters en vermijd hierbij ze te buigen, en laat ze drogen alvorens ze terug te plaatsen. • Plaats de vetfilters terug en let er hierbij op dat de handgreep zichtbaar blijft. 4.3 - Het koolstoffilter Het koolstoffilter, wat u gebruikt indien u de kap "cirkulerend" laat werken, dient om geuren te absorberen. Ook dit filter raakt op een gegeven moment verzadigd met stoffen die zowel uit het voedsel als uit verbrandingsresten (gas) afkomstig zijn. Door chemische reakties met het koolstof kunnen, bij verzadiging, gevaarlijke stoffen in het filter onstaan die zich in het vertrek kunnen verspreiden. Wij adviseren u dan ook dit filter, afhankelijk van hoe vaak u de kap gebruikt, 2 tot 4 keer per jaar te vervangen. Bovendien werkt een vers filter uiteraard veel beter dan een verzadigd filter. 4.4 - De verlichting Afhankelijk van het model is uw wasemkap met één of twee verlichtingslampjes uitgerust. Neem, vóór een lampje vervangt, even de steker uit het stopkontakt. Het vervangende lampje mag niet groter in vermogen (watt) zijn dan op het typeplaatje (achterin de kap) staat aangegeven. 4.5 - Schoonmaken De buitenkant van de kap kunt u, naar behoefte, schoonmaken met lauwwarm water en een huishoudschoonmaakmiddel wat niet krast. Neem, zeker als u ook de binnenkant gaat schoonmaken, eerst de steker uit het stopkon-takt. Gebruik geen drijfnatte, maar een vochtige doek. 14
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

ZANKER KHT6111X Handleiding

Categorie
Afzuigkappen
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

Gerelateerde papieren