NL
17
Het volgende schema geeft aan welke voorzorgsmaatregelen
genomen moeten worden bij het gebruiken of verplaatsen van uw
Microsysteem.
Voordat u contact opneemt met een reparatiedienst
Voorzorgsmaatregelen
Het duurt altijd even voordat u helemaal vertrouwd bent met een nieuw
apparaat. Als een van de onderstaande problemen zich voordoet,
probeert u het dan eerst zelf op te lossen volgens onderstaand
schema. Het kan u veel onnodige tijd en moeite besparen die u anders
kwijt bent met het bellen van een reparatiedienst.
Als u er met de bovenstaande oplossingen nog niet uitkomt,
noteert u het volgende:
Het model en de serienummers. Deze staan meestal
aan de achterkant van het systeem
Uw garantiebewijs
Een duidelijke beschrijving van het probleem.
Neem daarna contact op met uw dealer of de SAMSUNG-
reparatiedienst.
Omgevingsvoorwaarden bij gebruik:
Omgevingstemperatuur 5°C-35°C
Vochtigheidsgraad 10-75%
Stel de apparatuur niet bloot aan
direct zonlicht of andere warmte-
bronnen. Dit kan leiden tot overver-
hitting en defecten.
Zet geen met water gevulde bakjes of kopjes
en dergelijke op de apparatuur. Als er water in
de apparatuur komt, kan dit gevaarlijke elek-
trische schokken veroorzaken en kan er
schade aan de apparatuur ontstaan. In
dergelijke gevallen moet u onmiddellijk de
stekker uit het stopcontact halen.
Tijdens onweer dient u de stekker
uit het stopcontact te halen.
Spanningspieken als gevolg van
bliksem kunnen de apparatuur
beschadigen.
Als u de afstandsbediening een lan-
gere tijd niet gebruikt, moet u de
batterijen eruit halen. Als de batteri-
jen gaan lekken kan dit aanzienlijke
schade aan de afstandsbediening
veroorzaken.
Wees bij het gebruik van een
hoofdtelefoon voorzichtig dat u het
volume niet te hoog zet.Bij over-
matig gebruik van een hoofdtelefoon
met een hoog volume kan nw
gehoor beschadigd worden.
Verwijder geen panelen van de
apparatuur. In de apparatuur zitten
onder stroom staande componenten
die elektrische schokken kunnen
veroorzaken.
Plaats geen zware dingen op de
netvoedingskabel. Als de kabel
beschadigt raakt, kan dit schade
aan de apparatuur tot gevolg
hebben (brandgevaar) of elektrische
schokken veroorzaken.
Probleem
Het systeem werkt niet
Er is geen geluid
Als het niet werkt nadat u het
hebt geregeld zoals boven.
De CD-speler speelt niet af
De cassette wordt niet afgespeeld
Het volume valt uit
De cassette is niet goed gewist
Het geluid is vervormd
Slechte of helemaal geen zenderont-
vangst
A
L
G
E
M
E
E
N
C
D
R
A
D
I
O
C
A
S
S
E
T
T
E
S
Controle/Toelichting/Oplossing
• Het netsnoer is niet goed aangesloten op het
stopcontact of het stopcontact heeft geen
spanning.
• De batterijen in de afstandsbediening moeten
vervangen worden of u hebt geen rekening
gehouden met de polariteit.
• U hebt niet op On/Standby gedrukt.
• Het volume is helemaal uitgezet.
• U hebt niet de goede functie (TUNER, CD,
TAPE, AUX) geselecteerd.
• U hebt een hoofdtelefoon aangesloten.
• De luidsprekersnoeren zijn ontkoppeld.
In de staat van de stroom UIT, als u drukt de
S.BASS knop voor vijf minuten, dan wordt het
weer RESET staat.
• De functie CD is niet geselecteerd.
• De CD is ondersteboven geplaatst, of is vuil of
bekrast.
• De lasersensor is vuil of stoffig.
• Het systeem is niet geïnstalleerd op een
vlakke, horizontale ondergrond.
• Condensvorming in de CD-speler; laat het sys-
teem minstens één uur in een warme, goed
geventileerde kamer staan.
• De functie TAPE is niet geselecteerd.
• De cassette is niet goed geplaatst.
• Het cassettedeck is niet gesloten.
• De band is slap of gebroken.
• De koppen zijn vuil.
• De bandgeleiders of de toonassen zijn vuil.
• De band is versleten.
• De functie TUNER is niet geselecteerd.
• De radiofrequentie is niet goed geselecteerd.
• De antenne is losgekoppeld of niet goed
gericht. Verdraai de antenne tot de ontvangst
optimaal is.
• U bevindt zich in een gebouw dat zendersig-
nalen blokkeert; plaats een buitenantenne.
.......