NLD-9
UkuntdebeeldstabilisatorindeAF-ende
MF-modusgebruiken.Dezefunctiezorgtvooreen
optimalestabilisatievanhetbeeldovereenkomstig
deopname-omstandigheden(zoalsbijopnamen
vanstilstaandeonderwerpenofopnamenwaarbij
onderwerpenwordengevolgd).
1 Zet de STABILIZER-schakelaar op ON.
Alsudebeeldstabilisatorfunctienietwilt
gebruiken,zetudeschakelaaropOFF.
2
Wanneer u de ontspanknop half indrukt,
begint de beeldstabilisator te werken.
Controleerofhetbeeldindezoekerstabielisen
drukdandeontspanknophelemaalinomdefoto
temaken.
Debeeldstabilisatorkaneenwazigefotodie
wordtveroorzaaktdoorbewegingvanhet
onderwerpnietcompenseren.
Debeeldstabilisatorwerktmogelijknietgoedbij
hetmakenvaneenfotovanuiteenhardopen
neerschuddendvoertuig.
DeBeeldstabilisatorverbruiktmeerstroomdan
normaalfotograferen,watresulteertinminder
foto’senkorterelmopnamen.
B
ijhetfotograferenvaneenstilstaandonderwerpwordt
gecompenseerdvoortrillingenvandecamerainallerichtingen.
B
ijopnamenwaarbijonderwerpenineenhorizontale
richtingwordengevolgd,wordtgecompenseerdvoor
verticaletrillingenvandecamera;bijopnamenwaarbij
onderwerpenineenverticalerichtingwordengevolgd,wordt
gecompenseerdvoorhorizontaletrillingenvandecamera.
A
lsueenstatiefgebruikt,moetudebeeldstabilisator
uitschakelen,omdebatterijtesparen.
Z
elfsmeteenmonopodzaldebeeldstabilisatoreven
effectiefzijnalstijdensfotograferenvanuitdehand.
Echter,afhankelijkvandeopnameomstandigheden,
zijnergevallenwaarinheteffectvande
Beeldstabilisatormindereffectiefkanzijn.
D
ebeeldstabilisatorfunctiewerktookwanneerhetobjectief
meteenEF12II-ofEF25II-tussenstukwordtgebruikt.
D
ebeeldstabilisatorzalzelfsfunctionerenwanneer
uopdeknopdruktdieistoegewezenaande
AF-functiemetaangepastefunctiesvoordecamera.
Beeldstabilisator
5