7776
COLORIS – Radiografisch weerstation
6. Inbedrijfstelling
• Leg de apparaten op een afstand van ca. 1,5 meter van elkaar op een tafel. Vermijd de nabijheid van eventuele stoorbronnen (elektronische
apparaten en zendergestuurde installaties).
• Open het batterijvak van de zender.
• Plaats er twee nieuwe batterijen 1,5 V AA in. Batterijen met de juiste poolrichting plaatsen.
• Sluit het batterijvak weer zorgvuldig.
• Sluit het basisapparaat met de bijgeleverde stekker aan. Steek de verbindingsstekker in de adapter van het basisapparaat en de stekker van
de adapter in een stopcontact. Belangrijk! Zorg ervoor dat de spanning van het stroomnet onder 230 V ligt! Andere netspanningen kunnen
het toestel beschadigen.
• Alle segmenten verschijnen kort en daarna het versienummer van de software.
• Op het display van het basisapparaat verschijnt de binnentemperatuur en de binnenluchtvochtigheid.
6.1 Ontvangst van de buitenwaarden
• Het basisapparaat probeert de buitenwaarden te ontvangen. Het ontvangstsymbool knippert. Is de ontvangst geslaagd, verschijnt de buiten-
temperatuur en luchtvochtigheid op het display.
• Worden de buitenwaarden niet ontvangen, verschijnt „- -” op het display. Test de batterijen en begin opnieuw. Verwijder eventuele stoorbron-
nen.
• Zodra het basisapparaat de zendergestuurde tijd ontvangt kunt u de initiatie ook handmatig starten. Druk op de COLOR MODE toets en houdt
deze drie seconden ingedrukt.
COLORIS – Radiografisch weerstation
6.2 Ontvangst van de zendergestuurde tijd
• Nadat het apparaat het zoeken naar de zender heeft afgerond, begint het apparaat met het scannen van het DCF-signaal (radio klok) en het
DCF-ontvangstsymbool knippert.
• Als na 2-12 minuten de ontvangst succesvol is, verschijnt de zendergestuurde tijd en het DCF-ontvangstsymbool permanent op het display.
• De klok ontvangt twee keer per dag (2:00 en 3:00 uur in de morgen) het signaal. Wordt er geen tijdcode ontvangen, wordt de ontvangst om
het hele uur geactiveerd. Is het ook om 6:00 uur niet gelukt, dan probeert het DCF-signaal het de volgende dag om 2:00 uur opnieuw.
• Als de zendergestuurde klok geen DCF-signaal ontvangt (wegens storingen, afstand, enz.), kunt u de tijd ook handmatig instellen. Het DCF-
ontvangstsymbool verdwijnt en de klok werkt dan als een gewone kwartsklok (zie: manuele instellingen).
• Er zijn 3 verschillende radiografische ontvangstsymbolen:
Symbool knippert - ontvangst is actief
Symbool blijft staan - ontvangst is goed
Geen symbool - geen ontvangst/ontvangst werd uitgeschakeld
6.3 Aanwijzing voor de ontvangst van de zendergestuurde tijd
De tijdbasis voor de zendergestuurde tijd is een cesium-atoomklok van het Physikalisch Technische Bundesanstalt Braunschweig. Met een
afwijking van minder dan 1 seconde in één miljoen jaar. De tijd is gecodeerd en wordt vanuit Mainflingen in de buurt van Frankfurt aan de Main
door een DCF-77 (77,5 kHz) frequentiesignaal uitgezonden met een bereik van ongeveer 1500 km. Uw zendergestuurde klok ontvangt dit sig-
naal en zet het om in de precieze tijd. Zelfs de overgang van zomer- naar wintertijd gebeurt automatisch. De kwaliteit van de ontvangst hangt in
belangrijke mate af van de geografische ligging. Normaliter zouden er binnen een straal van 1.500 km rondom Frankfurt geen ontvangstproble-
men mogen zijn.
TFA_No. 35.1147_Anleitung 06.10.2017 9:33 Uhr Seite 39