5 BEDIENING
0458 640 501
- 14 -
© ESAB AB 2017
Als de eenheid wordt uitgeschakeld (door stroomonderbreking of als u de eenheid op de
normale wijze uitschakelt) worden de lasgegevens opgeslagen. Bij het opnieuw inschakelen
van de eenheid zijn deze gegevens dus meteen beschikbaar.
5.3 Ventilatorregeling
De ventilatoren van de eenheid blijven nog 6,5 minuut na het lassen draaien. De eenheid
wordt in de energiebesparende modus gezet. De ventilatoren gaan weer draaien als u weer
gaat lassen.
De ventilatoren draaien op lage snelheid bij een lasstroom tot 144 A, en op volle snelheid bij
een hogere stroom.
5.4 Oververhittingsbeveiliging
De stroombron heeft twee beveiligingen tegen oververhitting die in werking treden als de
interne temperatuur te hoog wordt. De lasstroom wordt onderbroken en het oranje
indicatielampje aan de voorzijde van de eenheid gaat branden. Als de temperatuur is
gedaald, wordt de beveiliging automatisch weer uitgeschakeld.
5.5 Koeleenheid
Waterslot
De koeleenheid heeft een waterslot dat detecteert of er slangen voor het koelwater zijn
aangesloten.
De aan/uit-knop van de stroombron moet in de "0"-positie (UIT) staan als er een
watergekoelde TIG-toorts wordt aangesloten.
Zodra de watergekoelde TIG-toorts is aangesloten, wordt de waterpomp automatisch gestart
als de aan/uit-schakelaar in de positie START wordt gezet en/of wanneer u gaat lassen. Na
het lassen blijft de pomp 6,5 minuut doorlopen, waarna deze automatisch in de
energiebesparende modus wordt gezet.
Functie tijdens het lassen
Om te kunnen lassen, drukt de lasser op de schakelaar van de lastoorts. De stroombron
voedt de toorts en schakelt de draadtransporteenheid en de koelwaterpomp in.
Om te stoppen met lassen, laat de lasser de schakelaar van de lastoorts los. De toevoer van
lasstroom wordt onderbroken, maar de koelwaterpomp blijft nog 6,5 minuut doorlopen.
Daarna wordt de eenheid in de energiebesparende modus gezet.
Waterstroombeveiliging (optioneel)
De waterstroombeveiliging onderbreekt de lasstroom als er geen koelmiddel beschikbaar is.
Er verschijnt een foutmelding op het bedieningspaneel. De waterstroombeveiliging is een
accessoire.
5.6 Afstandsbediening
Bij Aristo-stroombronnen met geïntegreerde bedieningspanelen werkt de afstandsbediening
alleen als programmaversie 1.21 of hoger is geïnstalleerd.
Als de afstandsbediening is aangesloten, staan de stroombron en de draadaanvoereenheid
in de stand "afstandsbediening"; de knoppen en draaiknoppen zijn dan geblokkeerd. De
functies kunnen alleen worden bediend via de afstandsbediening.
Als de afstandsbediening niet wordt gebruikt, moet de afstandsbediening van de
stroombron/draadaanvoereenheid worden losgekoppeld, anders blijft de
afstandbedieningsstand actief.
Tijdens het TIG-lassen kan de waarde van de pulsstroom met de afstandsbediening worden
aangepast.