Juno JKG 7485 Handleiding

Type
Handleiding
JKG 7485
GEBRAUCHSANWEISUNG
OPERATING INSTRUCTIONS
MODE D’EMPLOI
GEBRUIKSAANWIJZING
2222 147-62
26
INHOUD
Waarschuwingen en belangrijke adviezen .....................blz. 27
Installatie.................................blz. 28
Plaats van opstelling .............................blz. 28
Elektrische aansluiting ............................blz. 28
Reiniging van de binnenkant ..........................blz. 28
Aanwijzingen voor de geïntegreerde inbouw .....................blz. 28
Het gebruik ................................blz. 30
Ingebruikname ...............................blz. 30
Temperatuurinstelling .............................blz. 30
Klimaatschakelaar ..............................blz. 30
Koelen van levensmiddelen...........................blz. 30
Verplaatsbare platen .............................blz. 30
Het verplaatsen van deurvakken .........................blz. 31
Het invriezen van verse levensmiddelen ......................blz. 31
Bewaren van diepvriesprodukten .........................blz. 31
Het ontdooien van ingevroren produkten ......................blz. 32
IJslaatjes .................................blz. 32
Het ontdooien ...............................blz. 32
Onderhoud ................................blz. 33
Schoonmaken ...............................blz. 33
Geprolongeerd stilstand ............................blz. 33
Vervangen van de lamp ............................blz. 33
Storingen.................................blz. 33
Gedrukt op kringlooppapier
27
WAARSCHUWINGEN EN BELANGRIJKE ADVIEZEN
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat be-
horende instruktieboekje bewaard blijft. Zou het ap-
paraat door u aan iemand anders gegeven of ver-
kocht worden, of zou het apparaat in het huis van
waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de nieuwe
gebruik(st)er over het instruktieboekje en de daarin
opgenomen waarschuwingen te kunnen beschikken.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en an-
dermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te
hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in
gebruik neemt.
ª Huishoudelijke koel- en/of vriesapparaten zijn uit-
sluitend bedoeld voor het bewaren en/of invriezen
van eet- of drinkbare produkten.
Het gebruik voor andere doeleinden kan schade of
letsel tot gevolg hebben.
ª Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het ge-
bruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om kinde-
ren het apparaat te laten bedienen of als speelgoed
te laten gebruiken.
ª Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de elek-
trische huisinstallatie of het aansluitsnoer, ten be-
hoeve van de installatie van dit apparaat, mag uit-
sluitend door een daartoe bevoegd persoon uitge-
voerd worden.
Het betreffende stopkontakt dient, ook na eventue-
le onder- of inbouw, gemakkelijk bereikbaar te zijn.
Werkzaamheden welke door personen zonder de
noodzakelijke kennis uitgevoerd worden, kunnen
schade of letsel tot gevolg hebben.
ª Laat inspektie- en/of herstelwerkzaamheden uit-
voeren door de servicedienst van de fabrikant of
door een door de fabrikant bevoegd verklaarde ser-
vicedienst en laat geen andere dan originele
DISTRIPARTS onderdelen plaatsen.
ª Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit ap-
paraat of de eigenschappen daarvan te veranderen.
ª Overtuig u er van dat het apparaat niet op het aan-
sluitsnoer staat.
ª Tijdens normaal gebruik worden de kondensator en de
kompressor die zich op de achterkant van het apparaat
bevinden, warm. Om veiligheidsredenen moet de venti-
latie zodanig zijn als aangegeven in de speciale Figuur.
Attentie: zorg ervoor dat de ventilatie openingen
tijdens gebruik niet worden afgedekt.
ª Plaats het apparaat met z’n achterkant zo dicht mo-
gelijk bij een muur. Hiermee voorkomt u verbrandings-
letsel door aanraking van hete tot zeer hete delen.
ª Neem vóór u aan ontdooien, schoonmaakwerk-
zaamheden of het verwisselen van het, eventueel
aanwezige, verlichtingslampje begint altijd de ste-
ker uit het stopkontakt.
ª Volg de raadgevingen van de fabrikant op met be-
trekking tot waar en hoe u spijzen en dranken be-
waart of invriest.
Ontdooide diepvriesprodukten mogen, om gezond-
heidsredenen, niet wederom ingevroren worden.
ª De vriezende binnenwanden of -vlakken in het ap-
paraat bevatten koelmiddel. Plaats geen scherpe
voorwerpen tegen zo’n wand of vlak en schraap
evenmin met metalen voorwerpen rijp of ijs af. Lek-
kage kan het gevolg zijn, hetgeen een onherstelba-
re schade aan het apparaat en bederf van de le-
vensmiddelen veroorzaakt.
ª Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in de koude-
kringloop; het onderhoud en het bijvullen dient
daarom uitsluitend door door het bedrijf aangewe-
zen deskundig personeel uitgevoerd te worden.
ª Geen voorwerpen of metodes gebruiken om het
ontdooiproces te versnellen die niet door de fabri-
kant zijn aangegeven.
ª Nooit metalen voorwerpen gebruiken om het appa-
raat schoon te maken; dit zou het apparaat kunnen
beschadigen.
ª Afhankelijk van de wijze van transport kan olie vanuit
de kompressor in het koelcircuit gevloeid zijn. Wacht,
na het plaatsen van het apparaat, ten minste een half
uur alvorens de steker in het stopkontakt te steken.
Na achteroverliggend vervoer ten minste een halve
dag. Daarmee geeft u de olie de gelegenheid in de
kompressor terug te vloeien.
Apparaten welke van een absorptie-unit voorzien
zijn kunnen direkt in bedrijf genomen worden.
Kontroleer cirka 24 uur na het in bedrijf stellen of
het apparaat naar behoren werkt.
ª Dit apparaat is zwaar. Delen van randen aan achter-
en onderkant kunnen scherp zijn. Wees voorzichtig
bij het tillen.
ª Plaats geen koolzuurhoudende of mousserende
dranken in het vriesvak , het vriesgedeelte of de
vriezer; de blikjes of flesjes kunnen door bevriezing
van de inhoud exploderen.
ª Plaats NOOIT explosieve stoffen in het apparaat, zo-
als gasvullingen, benzine, ether aceton enzovoorts.
ª Het direkt vanuit een vriesvak, vriesgedeelte of vriezer
konsumeren van ijslollies en dergelijke, kan verbranding
van de mondhuid tot gevolg hebben; wacht even.
ª Tracht, in geval van storing of een defekt, dit appa-
raat niet zelf te repareren. Reparaties welke door
niet-deskundige personen uitgevoerd worden, kun-
nen tot schade of letsel leiden. Raadpleeg ELGROEP
SERVICE of een door de fabrikant bevoegd ver-
klaarde servicedienst.
AFDANKEN. Verwijder de deur(en) of het deksel en
knip het aansluitsnoer af, zodat, in afwachting van
wegbrengen of weghalen, spelende kinderen er zich
niet in op kunnen sluiten of aan een elektrische schok
bloot kunnen staan.
Belangrijk: Dit apparaat bevat, zowel in het koel-
circuit als in de isolatie, geen ozon-onvriendelijke
stoffen. Het apparaat moet niet weggegooid wor-
den samen met het huisvuil of met gesloopte ap-
paraten. Vermijden dat het koelcircuit wordt be-
schadigd, vooral aan de achterkant in de zone van
de warmtewisselaar. Inlichtingen over ophaaldien-
sten kunnen worden verschaft door de gemsente
autoriteiten.
Heel goed oppassen, tijdens het verplaatsen, dat
de delen van het koelcircuit niet zodanig worden
beschadigd, dat de koelvloeistof naar buiten zou
kunnen lekken.
Plaats het apparaat niet in de nabijheid van een
centrale verwarming of een gasfornuis.
Laat het apparaat niet langdurig in direkt zonlicht
staan.
Zorg dat er voldoende lucht aan de achterkant van
het apparaat kan cirkuleren. Vermijd schade aan
de koelkringloop.
Alléén voor diepvrieskasten (uitgezonderd inge-
bouwde): het apparaat kan zeer goed in de kelder
geplaatst worden.
28
INSTALLATIE
Indien dit apparaat in de plaats van een oud model
met haak- of veersluiting opgesteld wordt, dan is
het raadzaam de sluiting van het oude apparaat,
dat terzijde gezet wordt, onbruikbaar te maken.
Hiermee wordt voorkomen dat spelende kinderen
zich erin opsluiten, hetgeen levensgevaarlijk is.
Plaats van opstelling
Plaats het apparaat uit de buurt van warmtebronnen:
centrale verwarming, kachels, felle zonnestralen enz.
De beste resultaten worden bereikt met een ruimte-
temperatuur tussen +18°C en +43°C (T-Klasse);
+18°C en +38°C (ST-Klasse); +16°C en +32°C (N-
Klasse); +10°C en +32°C (SN-Klasse).
De klasse staat op het typeplaatje vermeld.
Zie voor inbouw de betreffende aanwijzingen.
Elektrische aansluiting
Overtuig u ervan dat de netspanning en de net-
frekwentie, welke op het typeplaatje in de kast staan
aangegeven, overeenkomen met de netspanning en
de netfrekwentie in uw woning. Een afwijking op de
netspanning tot plus of minus 6% is toegestaan.
Bij aansluiting op een andere spanning dient u een ge-
schikte transformator te gebruiken.
De steker mag alleen geplaatst worden in een ge-
aard stopkontakt.
De kast is daarom voorzien van een speciaal drie-ade-
rig snoer, geschikt voor een geaard stopkontakt.
Mocht het stopkontakt in uw woning niet geaard zijn,
dan dient een erkend installateur het apparaat volgens
de geldende normen te aarden.
Wij wijzen u er op dat schade of letsel, veroorzaakt
door het niet voldoen aan dit veiligheidsvoor-
schrift, niet onder de verantwoordelijkheid van de
fabrikant valt.
Dit apparaat voldoet aan de EEG-richtlijn 87/308
van 2.6.87 met betrekking tot de radio-ontstoring.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-
richtlijnen:
- 73/23 EG-richtlijn van 19/02/73 (Laagspanning) en
opeenvolgende wijzingen;
- 89/336 EG-richtlijn van 03/05/89 (Elektromagneti-
sche compatibiliteit) en opeenvolgende wijzingen.
Reiniging van de binnenkant
Voor u de kast in gebruik neemt, dient u de binnen-
kant met lauw water en een neutraal schoonmaakmid-
del te reinigen om de typische geur van een nieuw ap-
paraat weg te nemen. Droog vervolgens de wanden
goed af.
Gebruik geen schurende schoonmaakmiddelen, waar-
mee u de afwerkingen van het apparaat zou kunnen
beschadigen.
Aanwijzingen voor de geïntegreerde in-
bouw
Nismaten
Hoogte 1580 mm
Breedte 550 mm
Diepte 560 mm
Als transportbeveiliging zijn in de deuren aan beide
kanten de scharnierpennen aangebracht.
Voor draairichting naar rechts: linker-boven en linker-
onder scharnierpen verwijderen.
Voor draairichting naar links: bovenste scharnierpen-
nen verwijderen, deur verwijderen, tussenscharnier
naar linker kant overbrengen. Deur en scharnierpen
weer plaatsen.
Fig. 1
Om veiligheidsrede-
nen moet de ventila-
tie zodanig zijn als
aangegeven in Fig. 1.
Attentie: zorg er-
voor dat de ventila-
tie openingen tij-
dens gebruik niet
worden afgedekt.
Fig. 2
Schuif het apparaat
in de nis tot de schar-
nierlijst (A) met de
voorkant van plafond
van de kast aanlijnt.
Fig. 3
Indien, na plaatsing
volgens punt 2, een
kier aan de boven-
kant ontstaat, schuif
dan het daarvoor be-
stemde afdekprofiel
over de aanslaglijst
(A).
D027
50-min. cm
2
200
min.
cm
2
200
A
D023
D265
A
29
Fig. 4
Open de deur en druk
het apparaat tegen
de zijwand van de nis,
aan de kant waar niet
de scharnieren zit-
ten. Bevestig het ap-
paraat aan de nis met
de vier meegelever-
de schroeven.
Bevestig het ventila-
tierooster (C).
Breng, onder lichte druk, het dekseltje (D) aan.
Fig. 5
Breng, onder lichte
druk, de voegafdich-
ting tussen apparaat
en niswand aan.
Fig. 6
Breng, onder lichte
druk, de afdichtstop-
sels (B) in de gaten in
de deklijsten aan.
Fig. 7
Zet de geleiders (A)
op de binnendeur van
het meubel, boven-
aan en beneden, (zie
Fig. 7) en teken de
punten van de buiten-
gaatjes.
Daarna schroef de ge-
leiders vast op de meu-
beldeur d.m.v. schroe-
ven van 3,5x16 mm.
D
C
D723
D724
D726
B
PR33
20mm
A
Fig. 8
Open de deur van
het apparaat en die
van het meubel zodat
ze een hoek van on-
geveer 90° vormen.
Plaats de winkelha-
ken boven de gelei-
ders. Houd de deur
van het apparaat en
die van het meubel
samen en teken de
punten van de gaatjes.
Fig. 9
Verwijder de winkel-
haken en boor de
gaatjes van 2 mm Ø.
Plaats de winkelha-
ken weer boven de
geleiders en schroef
ze vast d.m.v. de mee-
geleverde schroe-
ven (3,5x16 mm).
Indien een aanpassing
van de meubeldeur
noodzakelijk is, gebruik dan de sluifgaten.
Nadat u die werkzaamheden verricht hebt, is het nood-
zakelijk te controleren of de deur van de koeler goed
sluit.
Indien de kast lateraal bevestigd wordt aan het meu-
bel, schroef de vijzen van het profiel (D) los en plaats
dat volgens Figuur 9a. Plaats het dekseltje (E).
Fig. 9a
8mm
PR34
PR35
D
E
D734
30
GEBRUIK
Ingebruikname
Steek de steker in de wandkontaktdoos.
Open de deur en draai de thermostaatknop, rechtsom
uit de stand «O» (STOP-stand).
De koelkast is nu in werking.
Temperatuurinstelling
De temperatuur wordt automatisch geregeld en kan
verhoogd worden (minder koud) door de knop naar
een lager cijfer te draaien of verlaagd worden (kouder)
door de knop naar een hoger cijfer te draaien. Bij het
instellen van de juiste stand dient u er rekening mee te
houden dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk
is van:
de kamertemperatuur;
de frekwentie waarmee de deuren geopend worden;
de hoeveelheid levensmiddelen in de kast;
de plaats van het apparaat.
Wij adviseren u de knop aanvankelijk op de mid-
den-stand te draaien.
De werking van de kast kan geheel gestopt worden
door de knop in de stand «O» te draaien.
Attentie
Het kan voorkomen dat, indien de thermostaat-
knop in de koudste stand gedraaid is, bijvoorbeeld
ten gevolge van zeer warme omgevingstempera-
tuur of het snel willen koelen van grote hoeveelhe-
den dranken, de kompressor kontinu loopt, waar-
door automatische ontdooiing van de koelverdam-
per niet plaatsvindt en zich daarop ijs afzet. Draai,
in dat geval, de thermostaatknop naar een wat
minder koude stand, zodat automatische ont-
dooing kan plaatsvinden; hierdoor spaart u tevens
energie.
Koelen van levensmiddelen
Voor een optimaal gebruik van de koelruimte advise-
ren wij u de volgende eenvoudige regels in acht te ne-
men:
Plaats geen warme of dampende spijzen of dranken in
de koelruimte;
dek vooral sterk geurend voedsel af of verpak het;
plaats de levensmiddelen zo, dat de lucht vrij erom-
heen kan cirkuleren.
Enkele praktische tips:
Vlees (alle soorten): wordt in plastic zakjes op de gla-
zen plaat boven de groentelade geplaatst.
Bewaar vlees niet langer dan één of twee dagen.
Gekookt voedsel, koude schotels enz.: kunnen,
goed afgedekt, op elk rooster geplaatst worden.
Fruit en groente: worden schoongemaakt in de
groentelade(n) gelegd.
Boter en kaas: worden, om blootstelling aan de lucht
te voorkomen, in speciale koeldozen bewaard of in
plastic- of alluminiumfolie vepakt .
Flessen melk: worden, goed gesloten, in het flessen-
rek geplaatst.
Bewaar niet-luchtdicht verpakte bananen, aardap-
pelen, uien of knoflook niet in de koelkast.
Verplaatsbare platen
De koelkastwanden zijn van richels voorzien, zodat u
de platen naar wens op verschillende hoogten kunt
plaatsen.
Fig. 10
D338
31
Het verplaatsen van deurvakken
De ruimte tussen deurvakken kan naar behoefte aan-
gepast worden.
Ga daartoe als volgt te werk:
Trek het vak geleidelijk naar de door de pijlen aange-
geven richting totdat het loskomt. Daarna verplaats
het vak naar de gewenste hoogte.
Fig. 11
Fig. 12
Het invriezen van verse levensmiddelen
In het -diepvriesvak kunt u verse levensmidde-
len invriezen en diepvriesprodukten bewaren.
Voor het invriezen kunt u de thermostaatknop op de
gebruikelijke stand laten staan. De klimaatschakelaar
moet worden ingeschakelt minstens 3 uren voor dat
men voedsel in de koelkast doet bevriezen. Wilt u
sneller invriezen, dan dient u de thermostaatknop op
de koudste stand te draaien. In deze stand kan de
temperatuur in het koelvak echter beneden 0°C dalen;
in dat geval dient u de knop op een minder koude
stand te draaien.
Plaats de in te vriezen levensmiddelen in het onderste
vak; hier is de temperatuur het laagst.
Enkele belangrijke tips:
de max. hoeveelheid levensmiddelen die u kunt in-
vriezen in 24 uur staat aangegeven op het “type-
plaatje”;
het invriezen duurt 24 uur. Voeg gedurende deze tijd
geen andere in te vriezen levensmiddelen toe;
vries uitsluitend verse, goed schoongemaakte en eer-
ste kwaliteit levensmiddelen in;
PR189
PR190
verdeel de levensmiddelen in handzame porties. Deze
vriezen sneller in en bij later gebruik hoeft u slechts de
benodigde hoeveelheid te ontdooien:
verpak de levensmiddelen in aluminium- of kunststof-
folie. Sluit de pakjes goed en luchtdicht af;
zorg ervoor dat in te vriezen pakjes niet in aanraking
komen met reeds ingevroren produkten; de tempera-
tuur van deze laatste zou daardoor kunnen stijgen;
mager voedsel is ingevroren langer houdbaar dan vet
voedsel; ook zout verkort de houdbaarheid;
vermijd rechtstreekse konsumptie van ijslollies uit het
vriesvak; u zou uw mondhuid kunnen verbranden;
schrijf de invriesdatum op de pakjes zodat u de houd-
baarheidsduur kunt kontroleren;
op de binnenkant van de deur of op de kaarten (indien
aanwezig) zijn tekeningen van enkele diersoorten en
levensmiddelen aangebracht gevolgd door cijfers die
aangeven hoeveel maanden u de ingevroren produk-
ten kunt bewaren;
plaats geen koolzuurhoudende of mousserende dran-
ken in het vriesvak; de blikjes of flessen zouden kun-
nen ontploffen.
Bewaren van diepvriesprodukten
Indien u de koelkast voor het eerst in gebruik neemt of
haar weer gebruikt na een periode van stilstand, dient
u de thermostaatknop op de koudste stand te
draaien. Plaats vervolgens de diepvriesprodukten na
twee uur in de kast en draai de thermostaat terug naar
de gebruikelijke stand.
Neem de volgende regels in acht:
kontroleer dat de diepvrieprodukten in de winkel op
de juiste wijze bewaard worden;
breng de diepvriesprodukten na aankoop zo snel mo-
gelijk over naar het vriesvak;
open de deur altijd zo weinig en zo kort mogelijk.
Wees heel voorzichtig bij aankoop van diepvriespro-
dukten, want gedeeltelijk ontdooide waren mag u niet
opnieuw invriezen.
Noteer de fabrikatiedatum en respekteer de vervalda-
tum van de fabrikant.
Belangrijk
Open de vriesvakdeur niet tijdens stroomuitval. Wij
adviseren u om na een stroomuitval de diepvries-
produkten in korte tijd te konsumeren. De normale
houdbaarheid wordt niet aangetast indien de
stroomuitval kort was (een temperatuurstijging
verkort de houdbaarheidsduur van de produkten)
en het vriesvak vol is.
32
Het ontdooien van ingevroren produkten
De diepvriesprodukten moet u vóór gebruik in de
koelkast of bij kamertemperatuur laten ontdooien.
Kleine of in stukken ingevroren produkten kunnen on-
middellijk gekookt of gebakken worden. De kook- of
baktijd zal dan natuurlijk iets langer zijn.
IJslaatjes
Bij het apparaat worden 1 of meerdere ijslaatjes voor
het maken van ijsblokjes geleverd.
Vul ze met drinkwater en plaats ze in het vriesvak.
Gebruik geen metalen voorwerpen om de laatjes los
te wrikken.
Het ontdooien
Het ontdooien van de koelkast heeft automatisch
plaats elke keer dat de kompressor stopt. Het dooi-
water wordt via een afvoerkanaaltje opgevangen in
een bakje dat zich aan de achterkant van het apparaat
boven de kompressor bevindt. Hier verdampt het wa-
ter.
Wij raden u aan het gaatje dat zich in het midden
van het afvoerkanaal in de koelkast bevindt, regel-
matig schoon te maken, teneinde te voorkomen
dat het dooiwater de levensmiddelen nat maakt.
Gebruik voor het doorprikken het staafje dat zich
in het gaatje bevindt.
Fig. 13
D037
In het vriesvak dient u de rijp te verwijderen, wanneer
deze een laag van circa 4 mm vormt. Gebruik hiervoor
de meegeleverde plastic spatel.
Voor het uitvoeren van deze handeling hoeft u het ap-
paraat niet uit te schakelen of het vriesvak leeg te ma-
ken.
Gebruik voor het verwijderen van de rijp nooit me-
talen voorwerpen; u zou uw koelkast kunnen be-
schadigen.
Geen voorwerpen of metodes gebruiken om het ont-
dooiproces te versnellen die niet door de fabrikant zijn
aangegeven.
Wanneer zich een echter dikke ijslaag gevormd heeft,
dient u het gehele apparaat te ontdooien.
Ga als volgt te werk:
draai de thermostaatknop op «O» of trek de steker uit
het stopkontakt;
omwikkel de levensmiddelen met meerdere kranten
en bewaar ze op een koele plaats;
laat de deur openstaan en schuif de schraper, als een
verlenggootje, in de daarvoor bestemde opening.
Plaats onder het gootje een schaaltje om het water op
te vangen;
droog na het ontdooien het vriesvak zorgvuldig;
Fig. 14
bewaar de schraper zodat u hem opnieuw kunt ge-
bruiken;
draai de thermostaatknop in de gewenste stand of
steek de steker weer in het stopkontakt. Na twee of
drie uur kunt u de diepvriesprodukten weer terug-
plaatsen.
Belangrijk
Temperatuurstijging van diepvriesprodukten kan hun
houdbaarheidsduur verkorten.
D068
33
ONDERHOUD
Neem vóór iedere handeling altijd eerst de steker
uit de wandkontaktdoos.
Belangrijk
Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in het koelcircuit;
onderhoud en bijvulling dient daarom uitsluitend door
door de fabrikant bevoegd personeel uitgevoerd te
worden.
Schoonmaken
Gebruik nooit metalen voorwerpen voor het schoon-
maken van het apparaat; dit zou beschadigingen tot
gevolg kunnen hebben.
Reinig de binnenkant van de kast regelmatig met lauw
sodawater.
Lap de wanden na met schoon water en droog ze
zorgvuldig.
Geprolongeerd stilstand
Wij adviseren u vóór de periode dat de koelkast niet
gebruikt wordt de volgende handelingen uit te voeren:
neem de steker uit de wandkontaktdoos;
verwijder alle spijzen en dranken uit de kast;
laat de kast geheel ontdooien en maak de binnenwan-
den, rekken, korven en dergelijke goed schoon;
laat de deuren open staan, teneinde het ontstaan van
onaangename geur te voorkomen.
Vervangen van de lamp
Het lampje van de koelkast is op de volgende wijze
bereikbaar:
ª Schroef het afschermkapje los;
ª verwijder het losse deel door er lichte druk op uit te
oefenen (zie figuur).
Indien met open deur het lampje niet brandt, kijk dan
eerst of het soms los in de fitting zit. Als het lampje
dan nog niet brandt, vervang het dan door een lampje
met hetzelfde vermogen.
Het maximale vermogen is op het afschermkapje aan-
gegeven.
Fig. 15
D411
STORINGEN
Wat te doen als het apparaat niet of niet goed funktio-
neert.
Indien het apparaat in het geheel niet funktioneert,
sluit dan even een ander elektrisch apparaat op de
wandkontaktdoos aan om te kontroleren of deze
spanning voert.
Mogelijk heeft iemand, per abuis, de knop op «O» ge-
zet. Water op de bodem van de koeler duidt op een
verstopte goot-afvoer.
Kunt u de storing niet zelf lokaliseren en verhelpen,
raadpleeg dan uw leverancier of de servicedienst.
Geef daarbij altijd het volledige typenummer van de
kast op en tracht de klacht zo volledig mogelijk te om-
schrijven.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9

Juno JKG 7485 Handleiding

Type
Handleiding