22
GEBRUIKSAANWIJZING
1 Veiligheid
De veiligheid van dit apparaat voldoet aan de Euro-
pese en Nederlandse normen. Toch zien wij ons als
fabrikant genoodzaakt u met onderstaande aanwij-
zingen m.b.t. de veiligheid vertrouwd te maken.
Elektrische veiligheid
• Montage en aansluiting van het nieuwe apparaat
mogen alleen door een erkend elektro-installateur
worden uitgevoerd.
Let op deze aanwijzing omdat anders bij schaden
het recht op garantie vervalt.
• Reparaties aan het apparat mogen alleen door
vakkundig personeel uitgevoerd worden. Onvak-
kundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's
leiden. Wend u bij reparaties altijd tot onze ser-
vice-afdeling.
• Als zich storingen aan het apparaat, breuken,
barsten of scheuren voordoen:
– alle kookzones uitschakelen,
– de zekering voor de kookplaat in de huisinstal-
latie uitschakelen.
Veiligheid voor kinderen
• Als u kookt of braadt, worden de kookzones heet.
Houd daarom kleine kinderen op afstand.
Veiligheid tijdens het gebruik
• Dit apparaat mag alleen voor het huishoudelijk
koken en braden van gerechten gebruikt worden.
• Voorzichtig bij het aansluiten van elektrische
apparaten aan stopcontacten in de buurt van de
kookplaat. Aansluitsnoeren mogen niet in contact
komen met hete kookzones.
• Oververhitte vetten en oliën vliegen snel in brand.
Als u gerechten in vet of olie bereidt (bijv. patates
frites), dient u erbij te blijven.
• Schakel na elk gebruik de kookzones uit.
Veiligheid bij het schoonmaken
• Uit veiligheidsoverwegingen is het niet toege-
staan het apparaat met een dampstraal- of hoge-
drukreiniger schoon te maken.
Zo wordt schade aan het apparaat
voorkomen
• Gebruik de kookplaat niet als werkplek of aan-
recht.
• Schakel de kookzones nooit in als er een lege pan
op staat.
• Glaskeramiek is ongevoelig voor temperatuur-
schokken en zeer sterk, echter niet onbreekbaar.
Bijzonder spitse en harde voorwerpen die op de
kookplaat vallen, kunnen beschadiging veroorza-
ken.
• Gebruik geen pannen met een beschadigde,
ruwe of oneffen bodem. Bij het verschuiven kun-
nen krassen ontstaan.
• Zet geen potten of pannen op het raam van de
kookplaat. Er kunnen krassen en lakschade ont-
staan.
• Let erop dat er geen zuurhoudende vloeistoffen,
bijv. azijn, citroen of kalkoplossende middelen op
het raam van de kookplaat terechtkomen, dan
kunnen matte plekken ontstaan.
• Houd alle voorwerpen en materialen die kunnen
smelten, bijv. aluminiumfolie of braadfolie, uit de
buurt van de glaskeramische plaat. Mocht er toch
iets op de glaskeramische plaat smelten, dan
moet deze plek direct worden verwijderd.
• Voorkom dat pannen droogkoken. De bodem kan
daarbij kapot gaan en de keramische plaat
beschadigd worden.
Speciale aanwijzingen voor inductief
koken
• Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen
dat niet te verwachten is dat patiënten met
actieve implantaten (pacemakers, insulinepom-
pen) door inductie-kookzones worden beïnvloed
of in gevaar gebracht. De afstand tussen bovenli-
chaam en kookzone mag echter niet kleiner zijn
dan 30 cm!
Wij raden u aan, contact op te nemen met uw
arts, die u kan informeren oven eventuele onver-
draagbaarheid.
• Elektromagnetische velden kunnen elektronische
circuits beïnvloeden en draagbare radio's storen.
• Leg tijdens het gebruik van de inductie-kook-
zone(s) geen magnetisch oplaadbare voorwer-
pen (bijv. creditcards, cassettebandjes enz.) op
de glaskeramische plaat!
• Leg geen metalen voorwerpen (bijv. lepel, pan-
deksel enz.) op de inductie-kookplaat, omdat
deze tijdens het gebruik eventueel warm kunnen
worden.