HP DreamColor Z24x G2 Display Handleiding

Categorie
Tv's
Type
Handleiding
Gebruikershandleiding
© Copyright 2017 HP Development Company,
L.P.
HDMI, het HDMI-logo en High-Denition
Multimedia Interface zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van HDMI
Licensing LLC. Windows is een gedeponeerd
handelsmerk of een handelsmerk van
Microsoft Corporation in de Verenigde Staten
en/of andere landen.
De bijgevoegde informatie kan zonder
aankondiging worden veranderd. De enige
garanties die gelden voor HP-producten en -
diensten zijn de garanties die worden
beschreven in de garantievoorwaarden
behorende bij deze producten en diensten. Aan
de informatie in deze publicatie kunnen geen
aanvullende rechten worden ontleend. HP is
niet aansprakelijk voor technische fouten,
drukfouten of weglatingen in deze publicatie.
Kennisgeving van product
In deze handleiding worden de voorzieningen
beschreven die op de meeste modellen
beschikbaar zijn. Sommige functies zijn
mogelijk niet beschikbaar op uw product. Voor
de meest recente gebruikershandleiding gaat u
naar http://www.hp.com/support. Selecteer
Mijn product zoeken en volg de instructies op
het scherm.
Eerste editie: juni 2017
Artikelnummer van dit document: 933377-331
Over deze handleiding
Deze gids geeft informatie over opties van de monitor, het instellen van de monitor, en technische
specicaties.
WAARSCHUWING! Duidt een gevaarlijke situatie aan die kan resulteren in overlijden of ernstig letsel
wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
VOORZICHTIG: Duidt een gevaarlijke situatie aan die kan resulteren in licht of matig letsel wanneer dit
gevaar niet vermeden wordt.
BELANGRIJK: Geeft informatie aan die als belangrijk maar niet mogelijk gevaar-gerelateerd is (bijvoorbeeld
berichten over schade aan eigendommen). Een kennisgeving waarschuwt de gebruiker dat het niet precies
zoals beschreven opvolgen van een procedure kan leiden tot verlies van gegevens of schade aan hardware of
software. Bevat ook belangrijke informatie voor de uitleg van een concept of voor het voltooien van een taak.
OPMERKING: Bevat extra informatie om belangrijke punten uit de hoofdtekst te benadrukken of aan te
vullen.
TIP: Biedt handige tips voor het voltooien van een taak.
Dit product bevat technologie voor HDMI.
iii
iv Over deze handleiding
Inhoudsopgave
1 Voorzieningen van het product ....................................................................................................................... 1
Eigenschappen ....................................................................................................................................................... 1
2 Richtlijnen voor veiligheid en onderhoud ........................................................................................................ 3
Belangrijke veiligheidsinformatie ......................................................................................................................... 3
Richtlijnen voor onderhoud ................................................................................................................................... 4
Het schoonmaken van de monitor ...................................................................................................... 4
De monitor verzenden ......................................................................................................................... 5
3 De monitor installeren ................................................................................................................................... 6
Wees voorzichtig bij het instellen van de monitor ................................................................................................ 6
De monitorstandaard bevestigen .......................................................................................................................... 6
Componenten aan de achterkant .......................................................................................................................... 8
De kabels aansluiten .............................................................................................................................................. 9
Componenten aan de voorkant ........................................................................................................................... 13
De instellingen van de monitor aanpassen ......................................................................................................... 14
Het aanzetten van de monitor ............................................................................................................................. 16
HP-beleid betreende watermerk- en beeldinbranding .................................................................................... 17
USB-apparaten aansluiten .................................................................................................................................. 17
De monitorstandaard verwijderen ...................................................................................................................... 18
De monitor bevestigen ........................................................................................................................................ 18
De monitor bevestigen met gebruik van de Quick Release 2-montagebeugel ............................... 19
De monitor bevestigen zonder het gebruik van de Quick Release 2-bevestigingsbeugel .............. 21
Locatie van het serienummer en het productnummer ....................................................................................... 22
Locatie van de informatiekaart ........................................................................................................................... 22
Een kabelslot installeren ..................................................................................................................................... 23
4 De monitor bedienen .................................................................................................................................... 24
Software en hulpprogramma's ............................................................................................................................ 24
Het informatiebestand ...................................................................................................................... 24
Het Image Color Matching (kleurenegalisatie)-bestand ................................................................... 24
Installatie van INF- en ICM-bestanden ................................................................................................................ 24
Installeren vanaf de optischeschijfeenheid (beschikbaar in bepaalde landen/regio's) ................... 24
Downloaden vanaf het internet ........................................................................................................ 25
Picture-in-Picture (PIP) en Picture-beside-Picture (PBP) gebruiken .................................................................. 25
DisplayPort-multistreaming ................................................................................................................................ 25
v
Het gebruik van meerdere monitoren optimaliseren ......................................................................................... 27
De helderheid van de monitor aanpassen wanneer u in een donkere omgeving werkt .................................... 27
De functie van de knoppen op het frontpaneel wijzigen .................................................................................... 27
De lampjes van de knoppen op het frontpaneel aanpassen .............................................................................. 27
Automatische slaapstand gebruiken .................................................................................................................. 28
Het schermmenu gebruiken ................................................................................................................................ 28
Kleurenbeheer ..................................................................................................................................................... 32
Voorinstellingen voor kleuren ........................................................................................................... 33
Kleurkalibratie – fabriek .................................................................................................................... 33
Kleurkalibratie – gebruiker ............................................................................................................... 33
Auto EDID Update (Automatische EDID-update) .............................................................................. 34
Bijlage A Technische specicaties .................................................................................................................... 35
Vooraf ingestelde beeldschermresoluties .......................................................................................................... 36
Bijlage B Ondersteuning en problemen oplossen ............................................................................................... 37
Eenvoudige problemen oplossen ........................................................................................................................ 37
Productondersteuning ......................................................................................................................................... 38
Voorbereidingen om de technische ondersteuning te bellen ............................................................................. 38
Bijlage C Toegankelijkheid .............................................................................................................................. 39
Ondersteunde technologie die wordt ondersteund ............................................................................................ 39
Contact opnemen met ondersteuning ................................................................................................................ 39
vi
1 Voorzieningen van het product
Eigenschappen
De LCD-monitor (Liquid Crystal Display) heeft een paneel met active-matrix, In-Plane Switching (IPS). De
monitor beschikt over:
Weergavegebied met een diameter van 61,0 cm (24 inch) en een resolutie van 1920 x 1200, plus
volledige ondersteuning voor lagere resoluties: inclusief aangepaste schaalverdeling voor een maximale
beeldgrootte met behoud van de oorspronkelijke beeldverhouding
Breed kleurengamma voor volledige dekking van zowel AdobeRGB- als sRGB-kleurruimtes
De mogelijkheid om het kleurengamma van de monitor op nauwkeurige manier toe te wijzen (binnen het
ondersteunde kleurengamma van het paneel) zodat selectie van de kleurruimte mogelijk is en de
primaire RGB-kleuren kunnen worden ingesteld voor eenduidige en herhaalbare kleuren
Zeer hoge kleur- en helderheidsstabiliteit (bij normaal gebruik)
Gekalibreerde fabrieksstanden voor kleurruimtes voor AdobeRGB, BT. 709 en sRGB, zodat de monitor
met minimale instellingen gereed is voor gebruik voor toepassingen waarbij kleur van cruciaal belang is
Opnieuw te kalibreren kleurstanden waarmee u opnieuw kunt kalibreren volgens een standaard- of
aangepaste kleurruimte door de primaire kleuren, het witpunt, het gamma en de helderheid op te geven
(hiervoor is de apart verkrijgbare HP DreamColor Calibration Solution-kit (HP DreamColor-
kalibratieoplossingset) vereist)
Optie om terug te keren naar de kalibratie-instellingen van de fabriek of de kalibratie-instellingen van
de gebruiker, zodat de fabrieks- of gebruikersinstellingen van de monitor gemakkelijk kunnen worden
hersteld
Gebruikerskalibratie waarvoor de HP DreamColor Calibration Solution-kit (HP DreamColor-
kalibratieoplossingset) vereist is (afzonderlijk verkocht)
Kleurinstellingen aanpasbaar door gebruiker indien kalibratieapparatuur ontbreekt
Vier hercongureerbare functieknoppen op het voorpaneel waarmee snel de meestgebruikte
bewerkingen kunnen worden geselecteerd
Brede beeldhoek, zodat u zowel zittend als staand of van de zijkant een goed zicht op de monitor hebt
Verstelbare hellings-, hoogte-, draai- en kantelmogelijkheden
Verwijderbare standaard voor exibele installatiemogelijkheden van de monitor
HP Quick Release 2, een oplossing waarmee u de monitor met een eenvoudige klik op de standaard kunt
installeren en weer kunt verwijderen met behulp van de schuifknop
Optionele thin client-montagebeugel voor bevestiging aan de achterkant van de standaard (afzonderlijk
aan te schaen)
Handige en gemakkelijk bereikbare informatiekaart met al de gegevens die nodig zijn als u contact
opneemt met HP Ondersteuning
Ingangen voor het videosignaal ter ondersteuning van digitale DisplayPort (kabel meegeleverd), digitale
DVI (kabel meegeleverd), en digitale HDMI (kabel niet meegeleverd)
DisplayPort-uitgangsconnector voor DisplayPort-multistreaming
Eigenschappen 1
Analoge audio-uitvoer voor een hoofdtelefoon of een optionele HP Luidsprekerbalk
USB 3.0-hub met één upstream-poort (kabel meegeleverd) die wordt aangesloten op de computer en
vier downstream-poorten die worden aangesloten op USB-apparaten
Plug-and-play-capaciteit, indien het besturingssysteem dit ondersteun
Veiligheidsslot op achterzijde van de monitor voor optionele kabelvergrendeling
Mogelijkheid voor het opbergen van kabels en snoeren
Menu met scherminstellingen in verschillende talen waarmee het scherm gemakkelijk kan worden
gecongureerd en geoptimaliseerd
PIP-functionaliteit zodat DisplayPort-, DVI- en HDMI-ingangen kunnen worden weergegeven in een klein
secundaire venster of naast elkaar in het hoofdvenster
HDCP (High Bandwidth Digital Content Protection)-kopieerbeveiliging op DVI- en HDMI-ingangen
In bepaalde landen/regio's: met de monitor meegeleverde optische schijf met software die
monitorstuurprogramma's en productdocumentatie bevat
OPMERKING: Raadpleeg de Kennisgevingen voor product die in de documentatiekit is meegeleverd voor
veiligheidsinformatie en kennisgevingen. Ga voor updates voor de gebruikershandleiding van het product
naar http://www.hp.com/support. Selecteer Mijn product zoeken en volg de instructies op het scherm.
2 Hoofdstuk 1 Voorzieningen van het product
2 Richtlijnen voor veiligheid en onderhoud
Belangrijke veiligheidsinformatie
De monitor kan met een netsnoer worden geleverd. Als u een ander netsnoer wilt gebruiken, controleert u of
de voedingsbron en de aansluiting geschikt zijn voor deze monitor. Raadpleeg de Kennisgevingen van het
product
op de schijf, als deze is meegeleverd, of in de documentatiekit voor informatie over de juiste
netvoedingskabel voor gebruik met de monitor.
WAARSCHUWING! U vermijdt als volgt het risico van een elektrische schok of beschadiging van de
apparatuur:
• Sluit het netsnoer aan op een gemakkelijk bereikbaar stopcontact.
• Koppel de voeding van het product los door het netsnoer uit het stopcontact te halen.
• Als het netsnoer voorzien is van een geaarde stekker, moet u het aansluiten op een geaard stopcontact. Hef
de aarding van het netsnoer niet op door de stekker in een niet-geaard stopcontact te steken. De aardingspen
is een belangrijke veiligheidsvoorziening.
Plaats niets op de netsnoeren of kabels. Plaats deze zo dat niemand per ongeluk erover kan struikelen of
erop kan trappen.
Lees de Handleiding voor veiligheid en comfort om het risico van ernstig letsel te beperken. In de handleiding
worden de juiste inrichting van de werkplek en goede gewoonten met betrekking tot houding, gezondheid en
manier van werken voor computergebruikers beschreven. De Handleiding voor veiligheid en comfort bevat
ook belangrijke informatie over elektrische en mechanische veiligheid. De Handleiding voor veiligheid en
comfort is ook beschikbaar op het web op http://www.hp.com/ergo.
BELANGRIJK: Sluit ter bescherming van uw apparatuur alle netsnoeren van de computer en van
randapparatuur zoals monitor, printer of scanner aan op een voorziening ter beveiliging tegen stroompieken,
zoals een speciale stekkerdoos of een UPS (Uninterruptible Power Supply). Niet alle stekkerdozen bieden
beveiliging tegen netstroompieken; de stekkerdozen die dit wel doen, zijn voorzien van een label waarop dit
staat aangegeven. Gebruik een stekkerdoos waarvan de fabrikanten een schadevervangingsbeleid voeren,
zodat u uw apparaten kunt vervangen als de stroomstootbeveiliging niet werkt.
Gebruik geschikt meubilair van een correct formaat voor een goede ondersteuning van uw HP LCD-monitor.
WAARSCHUWING! LCD-monitors die niet goed op dressoirs, boekenkasten, boekenplanken, bureaus,
luidsprekers, koers of karren staan, kunnen vallen en persoonlijk letsel veroorzaken.
Zorg ervoor dat u alle snoeren en kabels die worden aangesloten op de lcd-monitor correct leidt, zodat
niemand deze kan vastpakken, eraan kan trekken of erover kan struikelen.
Zorg dat het totale aantal ampères van de op hetzelfde stopcontact aangesloten apparaten de
stroomcapaciteit van het stopcontact niet overschrijdt en dat het totale aantal ampères van de apparaten op
het verlengsnoer de stroomcapaciteit van het snoer niet overschrijdt. Controleer het stroomlabel om de
ampèrewaarde (AMPS of A) van elk apparaat te bepalen.
Plaats de monitor in de buurt van een stopcontact waar u gemakkelijk bij kunt. Koppel de monitor los door de
stekker stevig vast te pakken en deze uit het stopcontact te trekken. Koppel de monitor nooit los door aan het
snoer te trekken.
Laat de monitor niet vallen en plaats de monitor niet op een wankel oppervlak.
Belangrijke veiligheidsinformatie 3
OPMERKING: Dit product is geschikt voor ontspanningsdoeleinden. Overweeg het plaatsen van de monitor
in een gecontroleerde lichtomgeving om interferentie van omringend licht en heldere oppervlakken te
voorkomen dat storende reecties op het scherm kan veroorzaken.
Richtlijnen voor onderhoud
Neem de volgende richtlijnen in acht voor optimale prestaties en een langere levensduur van de monitor:
Open de behuizing van de monitor niet en probeer zelf geen intern onderhoud te verrichten aan de
monitor. Gebruik alleen de knoppen die in de bedieningsinstructies worden beschreven. Wanneer de
monitor niet naar behoren functioneert of is gevallen en/of beschadigd, neemt u contact op met een
geautoriseerde HP dealer.
Gebruik alleen een voedingsbron en aansluiting die geschikt zijn voor deze monitor, zoals aangegeven
op het label of op de achterplaat van de monitor.
Zorg dat het totaal aantal ampères van de op hetzelfde stopcontact aangesloten apparaten de
stroomcapaciteit van het stopcontact niet overschrijdt en dat het totaal aantal ampères van de
apparaten op het verlengsnoer de stroomcapaciteit van het snoer niet overschrijdt. Kijk op het label om
het aantal ampères (A of AMPS) per apparaat te achterhalen.
Plaats de monitor in de buurt van een stopcontact dat gemakkelijk toegankelijk is. Ontkoppel de monitor
van de netvoeding door de stekker stevig vast te pakken en deze uit het stopcontact te nemen. Neem de
stekker nooit uit het stopcontact door aan het snoer te trekken.
Zet de monitor uit als u deze niet gebruikt. U kunt de levensduur van de monitor aanzienlijk verlengen
door een schermbeveiligingsprogramma te gebruiken en de monitor uit te zetten wanneer u deze niet
gebruikt.
OPMERKING: Monitoren met 'inbranding' vallen niet onder de HP garantie.
De sleuven en openingen in de behuizing zijn nodig voor de ventilatie. Deze openingen mogen niet
worden geblokkeerd of afgedekt. Steek geen voorwerpen in de sleuven en andere openingen van de
behuizing.
Laat de monitor niet vallen en plaats de monitor niet op een wankel oppervlak.
Leg niets op het netsnoer. Stap niet op het netsnoer.
Plaats de monitor in een goed geventileerde ruimte en vermijd overmatige hitte, licht en vocht.
Wanneer u de standaard van de monitor verwijdert, plaatst u de monitor met de voorkant naar onderen
op een zacht oppervlak zodat het niet kan worden bekrast, beschadigd of gebroken.
Het schoonmaken van de monitor
1. Schakel de monitor uit en haal het netsnoer uit de achterkant van het apparaat.
2. Neem het scherm en de behuizing af met een zachte, schone en antistatische doek.
3. Gebruik voor moeilijkere schoonmaaksituaties een 50/50-oplossing van water en isopropylalcohol.
BELANGRIJK: Bevochtig een doek met het reinigingsmiddel en veeg het scherm voorzichtig schoon. Spuit
het reinigingsmiddel nooit rechtstreeks op het scherm, omdat het dan achter het voorpaneel terecht kan
komen en de elektronica kan beschadigen.
BELANGRIJK: Gebruik voor het reinigen van het scherm of de behuizing van de monitor geen
reinigingsmiddelen op petroleumbasis, zoals benzeen, thinner of andere vluchtige stoen. Deze chemicaliën
kunnen de monitor beschadigen.
4 Hoofdstuk 2 Richtlijnen voor veiligheid en onderhoud
De monitor verzenden
Bewaar de oorspronkelijke doos van de monitor. U heeft deze later mogelijk nodig om de monitor te
vervoeren.
Richtlijnen voor onderhoud 5
3 De monitor installeren
Wanneer u de monitor wilt installeren, schakelt u eerst de voeding naar de monitor, het computersysteem en
andere aangesloten apparaten uit. Volg daarna de instructies in dit hoofdstuk.
OPMERKING: Zorg dat de hoofdschakelaar aan de achterkant van de monitor is uitgeschakeld. Met de
hoofdschakelaar wordt de stroomvoorziening naar de monitor volledig in- of uitgeschakeld.
Wees voorzichtig bij het instellen van de monitor
Zorg er voor dat u het oppervlak van het LCD-scherm niet aanraakt om schade aan de monitor te vermijden.
Wanneer u druk op het LCD-scherm uitoefent, kunnen de oriëntatie en de kleurverdeling van de vloeibare
kristallen nadelig worden beïnvloed. Als dit probleem zich voordoet, zal het scherm zich niet meer herstellen.
Leg voor installatie van de voet de monitor met de voorkant omlaag op een plat oppervlak dat is beschermd
met een doek die niet schuurt. Dit voorkomt dat het scherm krast, vervuilt of breekt, en het voorkomt schade
aan de knoppen op het voorpaneel.
De monitorstandaard bevestigen
BELANGRIJK: Raak het oppervlak van het LCD-scherm niet aan. Wanneer u druk op het LCD-scherm
uitoefent, kunnen de oriëntatie en de kleurverdeling van de vloeibare kristallen nadelig worden beïnvloed. Als
dit probleem zich voordoet, zal het scherm zich niet meer herstellen.
De HP Quick Release 2 wordt gebruikt om de monitor eenvoudig te kunnen verplaatsen. Om het paneel op de
standaard te monteren:
1. Plaats het monitorpaneel met de voorkant naar onderen op een een oppervlak dat bedekt is met een
schone, droge doek.
2. Schuif de bovenkant van de montageplaat (1) op de standaard onder het bovenste lipje van de opening
in de achterkant van het paneel.
3. Laat de onderkant van de montageplaat van de standaard (2) in de opening zakken tot deze vastklikt.
6 Hoofdstuk 3 De monitor installeren
4. De HP Quick Release 2-vergrendeling (3) klikt naar boven wanneer de standaard op zijn plaats zit.
OPMERKING: Als u de monitor monteert op een montagevoorziening in plaats van de standaard, raadpleegt
u De monitor bevestigen op pagina 18.
De monitorstandaard bevestigen 7
Componenten aan de achterkant
Onderdeel Doel
1 USB 3.0-downstream-
connectoren (zijpaneel)
Voor aansluiting van optionele USB-apparaten op de monitor.
2 Hoofdschakelaar Hiermee schakelt u de gehele stroomvoorziening naar de
monitor uit.
OPMERKING: Door de schakelaar in de uit-stand te zetten,
verbruikt de monitor zo min mogelijk stroom wanneer deze niet
wordt gebruikt.
3 Netvoedingsconnector Voor aansluiting van het netsnoer op de monitor.
4 DisplayPort IN Voor aansluiting van de DisplayPort-kabel op de monitor.
5 DVI-D Voor aansluiting van de DVI-D-kabel op de monitor.
6 HDMI Hiermee kunt u een HDMI-kabel aansluiten op de monitor.
7 DisplayPort OUT Hiermee kunt u een tweede monitor aansluiten.
OPMERKING: Een verwijderbare rubberen dop bedekt de
DisplayPort OUT-connector.
8 Audio uit Voor aansluiting van de hoofdtelefoon of de optionele HP
Speaker Bar op de monitor.
9 USB 3.0-upstream-
connector
Voor aansluiting van de USB-hubkabel tussen de USB-
hubconnector op de monitor en een host USB-poort/hub.
10 USB 3.0-downstream-
connectoren
Voor aansluiting van optionele USB-apparaten op de monitor.
8 Hoofdstuk 3 De monitor installeren
De kabels aansluiten
1. Plaats de monitor op een geschikte, goed geventileerde locatie in de buurt van de computer.
2. Voordat u de kabels aansluit leidt u de kabels door het kabelgeleidingsgat in het midden van de
standaard.
3. Afhankelijk van de conguratie sluit u de DisplayPort-, DVI- of HDMI-videokabel aan tussen de computer
en de monitor.
OPMERKING: De videomodus wordt bepaald door de gebruikte videokabel. De monitor bepaalt
automatisch welke ingangsbronnen geldige videosignalen hebben. De invoer kan via het schermmenu
worden geselecteerd door op een van de vijf knoppen op het voorpaneel te drukken om de knoppen te
activeren, en vervolgens op de onderste knop Menu openen te drukken om het schermmenu te openen.
Selecteer in het schermmenu Video-invoer en kies de gewenste invoerbron.
Voor digitale DisplayPort sluit u het ene uiteinde van de DisplayPort-signaalkabel aan op de
DisplayPort IN-connector op de achterkant van de monitor en het andere uiteinde op de
DisplayPort-connector op de computer (kabel meegeleverd).
OPMERKING: U moet de DisplayPort-kabel aansluiten op de DisplayPort IN-connector, niet op de
DisplayPort OUT-connector. De monitor werkt niet als u de kabel aansluit tussen de DisplayPort
OUT-connector en de computer.
De kabels aansluiten 9
Voor digitale DVI sluit u het ene uiteinde van de DVI-D-signaalkabel aan op de DVI-connector op de
achterkant van de monitor en het andere uiteinde op de DVI-connector op de computer (kabel
meegeleverd).
10 Hoofdstuk 3 De monitor installeren
Voor digitale HDMI sluit u het ene uiteinde van de HDMI-signaalkabel aan op de HDMI-connector op
de achterkant van de monitor en het andere uiteinde met de HDMI-connector op de computer
(kabel niet meegeleverd).
4. Sluit het ene uiteinde van de meegeleverde USB-kabel aan op de USB-hubconnector aan de achterkant
van de computer en het andere uiteinde op de USB-upstream-connector van de monitor.
OPMERKING: De monitor ondersteunt USB 3.0. Voor optimale prestaties sluit u de USB-kabel aan op
een USB 3.0-poort op de computer, indien beschikbaar.
De kabels aansluiten 11
5. Sluit het ene uiteinde van het netsnoer aan op de netvoedingsconnector aan de achterkant van de
monitor en het andere uiteinde op een muurstopcontact.
OPMERKING: De hoofdschakelaar aan de achterkant van de monitor moet in de stand On staan
voordat u op de aan/uit-knop op de voorkant van de monitor drukt.
WAARSCHUWING! U vermijdt als volgt het risico van een elektrische schok of beschadiging van de
apparatuur:
Sluit het netsnoer aan op een gemakkelijk bereikbaar stopcontact.
Koppel de voeding van het product los door het netsnoer uit het stopcontact te halen.
Als het netsnoer voorzien is van een geaarde stekker, moet u het aansluiten op een geaard stopcontact.
Hef de aarding van het netsnoer niet op door de stekker in een niet-geaard stopcontact te steken. De
aardingspen is een belangrijke veiligheidsvoorziening.
Plaats omwille van de veiligheid niets op snoeren of kabels. Leg de kabels zodanig neer dat niemand er
per ongeluk op kan gaan staan of erover kan struikelen. Trek nooit aan snoeren of kabels. Houd het
netsnoer bij de stekker vast wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt.
12 Hoofdstuk 3 De monitor installeren
Componenten aan de voorkant
Besturing Functie
1 Functieknoppen Gebruik deze knoppen om door het schermmenu te navigeren op basis van de
indicatoren naast de knoppen die zijn geactiveerd terwijl het schermmenu geopend is.
2 Knop Menu openen Hiermee opent en sluit u het schermmenu.
OPMERKING: Als u de knop Menu openen en de functieknoppen wilt activeren, drukt u
op een van de knoppen, zodat de knoplabels aan de rechterkant van het scherm
verschijnen en de LED-lampjes van de knoppen gaan branden.
3 Aan/uit-knop Monitor in- of uitschakelen.
OPMERKING: Controleer of de aan/uit-schakelaar aan de achterkant van de monitor in
de stand Aan staat.
OPMERKING: Om een OSD menusimulator te bekijken, kunt u de HP Customer Self Repair Services Media
Library bezoeken op http://www.hp.com/go/sml.
OPMERKING: In het schermmenu kunt u de helderheid van de knoppen op het voorpaneel aanpassen en de
functie van de knoppen wijzigen. Raadpleeg De lampjes van de knoppen op het frontpaneel aanpassen
op pagina 27 en De functie van de knoppen op het frontpaneel wijzigen op pagina 27 voor meer
informatie.
Componenten aan de voorkant 13
De instellingen van de monitor aanpassen
1. Kantel het scherm naar voren of naar achteren tot u een comfortabele ooghoogte krijgt.
2. Draai de monitor naar links of naar rechts tot u de beste kijkhoek krijgt.
14 Hoofdstuk 3 De monitor installeren
3. Plaats de monitor op een comfortabele hoogte voor uw eigen werkstation. De schuine rand aan de
bovenkant van de monitor dient niet hoger te zijn dan uw ooghoogte. Mensen die contactlenzen dragen
zijn vaak gebaat met een lager geplaatste en achteroverhellende monitor. De monitor dient aangepast
te worden aan uw werkhouding gedurende de dag.
4. Draai de monitor van de liggende naar de staande stand naar gelang van uw gebruiksbehoefte.
a. Verstel de monitor in de hoogste stand en kantel hem zo ver mogelijk naar achteren (1).
b. Draai de monitor 90° in wijzerzin van de liggende stand naar de staande stand (2).
BELANGRIJK: Als de monitor bij het kantelen of draaien niet in de hoogste stand staat, kan de
rechterbenedenhoek van het scherm de monitorvoet raken en kan de monitor beschadigd worden.
Als u een optionele speakerbalk aan de monitor toevoegt, plaats deze dan nadat u de monitor hebt
gedraaid. De speakerbalk komt in contact met de voet tijdens het draaien en kan daarmee de
monitor of zichzelf beschadigen.
De instellingen van de monitor aanpassen 15
OPMERKING: De monitor is voorzien van een automatische rotatiesensor die zorgt dat het
schermmenu automatisch verandert van liggend naar staand wanneer de monitor wordt gedraaid.
Gebruik de beeldscherminstellingen van het besturingssysteem om het beeld op het scherm van staand
naar liggend te draaien.
Het aanzetten van de monitor
1. Zet of de aan/uit-schakelaar aan de achterkant van de monitor in de stand Aan.
2. Druk op de aan/uit-knop om de computer aan te zetten.
3. Druk op de aan/uit-knop aan de voorzijde van de monitor om deze aan te zetten.
BELANGRIJK: Schade door inbranding kan voorvallen bij monitoren waarop gedurende langere tijd
stilstaande beelden worden weergegeven.* U vermijdt schade door inbranding aan uw monitorscherm door
een schermbeveiliging in te schakelen of de monitor uit te schakelen zodra u de monitor voor langere tijd niet
gebruikt. Op om het even welk LCD-scherm kan beeld vastlopen. Monitoren met 'inbranding' vallen niet onder
de HP garantie.
* Een lange periode wil zeggen 12 aaneengesloten uren waarin de monitor niet wordt gebruikt.
OPMERKING: Als de aan/uit-knop niet werkt, is de vergrendelingsfunctie van de aan/uit-knop mogelijk
ingeschakeld. U schakelt deze functie uit door de aan/uit-knop van de monitor ongeveer 10 seconden
ingedrukt te houden.
Wanneer u de monitor inschakelt verschijnt er gedurende vijf seconden een bericht over de monitorstatus. Dit
bericht vermeldt welk ingangssignaal momenteel het actieve signaal is, de status van de Bron automatisch
omschak.-instelling (uit of aan; standaardinstelling is Aan), het standaard bronsignaal (standaardinstelling is
DisplayPort), de huidige schermresolutie en de aanbevolen schermresolutie.
De monitor scant de invoersignalen automatisch op een actieve invoer en gebruikt die invoer voor het
beeldscherm. Als er meer dan één invoerbronnen actief zijn, gebruikt de monitor de standaardinvoerbron. Als
de standaardbron niet overeenkomt met een van de actieve invoersignalen, gebruikt de monitor het
invoersignaal met de hoogste rangschikking. U kunt de invoerbron selecteren in het schermmenu. Druk op
één van de vijf knoppen op het voorpaneel om de knoppen te activeren en druk vervolgens op de onderste
knop Menu openen om het schermmenu te openen. Selecteer in het schermmenu Video-invoer en kies de
gewenste invoerbron.
16 Hoofdstuk 3 De monitor installeren
HP-beleid betreende watermerk- en beeldinbranding
De IPS-monitoren zijn uitgerust met IPS (In-Plane Switching)-beeldschermtechnologie, die een uiterst brede
kijkhoek en geavanceerde beeldkwaliteit mogelijk maakt. IPS-monitors zijn geschikt voor een brede reeks
toepassingen die een geavanceerde beeldkwaliteit vereisen. Deze beeldschermtechnologie is echter niet
geschikt voor toepassingen die statische, stilstaande of vaste beelden tonen gedurende lange perioden
zonder het gebruik van screensavers. Voorbeelden van dergelijke toepassingen zijn eventueel
camerabewaking, videospelletjes, marketinglogo's en sjablonen die langere tijd op het beeldscherm worden
weergegeven. Statische beelden kunnen het inbranden van het beeld veroorzaken, wat lijkt op vlekken of
watermerken op het scherm.
Monitors die 24 uur per dag worden gebruikt en die schade hebben opgelopen door het inbranden van het
beeld, zijn niet gedekt door de HP-garantie. Om schade door het inbranden van het beeld te vermijden, moet
u altijd de monitor uitschakelen wanneer hij niet in gebruik is of stelt u de voedingsopties zo in, indien
ondersteund door uw systeem, dat het scherm automatisch uitschakelt wanneer het systeem niet in gebruik
is.
USB-apparaten aansluiten
De monitor bevat vier downstream-USB-poorten (twee aan de achterkant en twee aan de zijkant).
OPMERKING: U moet de USB-hubkabel van de monitoren op de computer aansluiten voordat u gebruik kunt
maken van de USB-poorten op de monitor. Raadpleeg De kabels aansluiten op pagina 9.
HP-beleid betreende watermerk- en beeldinbranding 17
De monitorstandaard verwijderen
U kunt de monitor van de standaard verwijderen om de monitor aan de wand, op een zwenkarm of op een
andere montagevoorziening te bevestigen.
BELANGRIJK: Voordat u de monitor uit elkaar haalt, moet u controleren of de monitor is uitgeschakeld en of
het netsnoer en de signaalkabels zijn losgekoppeld. Koppel ook alle overige aangesloten kabels los van de
monitor.
1. Koppel de signaalkabel, het netsnoer en USB-kabels los van de monitor.
2. Leg de monitor met de voorkant naar onderen op een een oppervlak dat bedekt is met een schone,
droge doek.
3. Druk de vergrendeling aan de onderkant van de monitor naar beneden om de HP Quick Release 2 (1) te
ontgrendelen.
4. Hef de onderkant van de standaard op tot de montageplaat uit de opening in het paneel (2) komt.
5. Schuif de standaard uit de opening (3).
De monitor bevestigen
Het monitorscherm kan aan een muur, op een zwenkarm of een andere armatuur worden bevestigd.
U kunt het monitorpaneel met of zonder gebruik van de HP Quick Release 2-montagebeugel aan een
montagevoorziening op de standaard bevestigen.
OPMERKING: Dit apparaat is ontworpen om ondersteund te worden door een muurbevestiging die voldoet
aan de UL- of CSA-standaarden.
BELANGRIJK: Deze monitor is voorzien van VESA-compatibele schroefgaten met een onderlinge afstand
van 100 mm. Voor bevestiging aan een montagevoorziening van een andere leverancier zijn vier schroeven
met een lengte van 10 mm, een doorsnee van 4 mm en een spoed van 0,7 vereist. Langere schroeven mogen
niet worden gebruikt, omdat deze de monitor kunnen beschadigen. Het is belangrijk dat u controleert of de
montagevoorziening aan de VESA-standaard voldoet en volgens opgave van de fabrikant geschikt is voor het
gewicht van de monitor. Voor optimale prestaties is het belangrijk het netsnoer en de signaalkabels te
gebruiken die met de monitor zijn meegeleverd.
18 Hoofdstuk 3 De monitor installeren
De monitor bevestigen met gebruik van de Quick Release 2-montagebeugel
Voor bevestiging van het monitorpaneel aan een montagevoorziening met gebruik van de Quick Release 2-
bevestigingsbeugel van de standaard:
1. Verwijder de vier schroeven die de montageplaat op de bovenkant van de standaard bevestigen.
2. Verwijder de vier schroeven uit de montageplaat om de montageplaat los te maken.
De monitor bevestigen 19
3. Verwijder de vier schroeven uit de VESA-gaten in de achterzijde van het monitorpaneel.
4. Installeer de montageplaat aan de muur of gewenste zwenkarm met behulp van de vier schroeven die
uit de VESA-gaten aan de achterzijde van het monitorpaneel zijn gehaald.
20 Hoofdstuk 3 De monitor installeren
5. Plaats het monitorpaneel op de montagebeugel die u hebt geïnstalleerd, door de opening uit te lijnen op
de montagebeugel en het dan over de bovenkant van de beugel te schuiven en het terug tegen de
beugel te drukken. Het vergrendellipje op de monitor zal naar boven klikken zodra de monitor op zijn
plaats zit.
De monitor bevestigen zonder het gebruik van de Quick Release 2-
bevestigingsbeugel
Verwijder de monitorstandaard uit het paneel (zie De monitorstandaard verwijderen op pagina 18). Om het
monitorpaneel rechtstreeks aan een montagevoorziening te bevestigen zonder de HP Quick Release 2-
bevestigingsbeugel te gebruiken, gebruikt u de vier schroeven die u uit de VESA-gaten aan de achterkant van
het monitorpaneel hebt verwijderd om de montage-inrichting rechtstreeks aan de achterkant van het
monitorpaneel te bevestigen.
De monitor bevestigen 21
Locatie van het serienummer en het productnummer
Het serienummer en productnummer bevinden zich op een label op het achterpaneel van het beeldscherm. U
hebt mogelijk deze nummers nodig als u contact opneemt met HP over uw monitormodel.
OPMERKING: Het kan zijn dat u het beeldscherm gedeeltelijk moet draaien om het label te kunnen lezen.
Locatie van de informatiekaart
Een monitorinformatiekaart bevindt zich op een uitschuifbare kaart achter de USB-connectoren aan de
linkerkant van het paneel. Informatie voor de garantie-ondersteuning (modelnummer, serienummer,
productnummer) is te vinden op de voorkant van de kaart en wettelijke informatie is te vinden op de
achterkant van de kaart.
22 Hoofdstuk 3 De monitor installeren
Een kabelslot installeren
U kunt de monitor aan een vast voorwerp bevestigen met een optioneel HP kabelslot.
Een kabelslot installeren 23
4 De monitor bedienen
Software en hulpprogramma's
Op de optische schijf, als die met de monitor is meegeleverd, vindt u de volgende bestanden die u op de
computer kunt installeren. Als u geen optischeschijfeenheid hebt, kunt u de bestanden downloaden op
http://www.hp.com/support.
INF (Informatie)-bestand
ICM-bestanden (Image Color Matching) (een voor elke gekalibreerde kleurruimte)
Software voor kleurkalibratie
Het informatiebestand
Het INF-bestand denieert de monitorbronnen die door Windows®-besturingssystemen worden gebruikt om
te zorgen dat de monitor compatibel is met de grasche kaart in de computer.
Deze monitor is Windows Plug-en-Play compatibel en zal correct werken zonder het .INF-bestand te
installeren. Voor Plug and Play-gebruik van de monitor is het vereist dat de grasche kaart van de computer
compatibel is met VESA DDC2 en dat de monitor rechtstreeks op de grasche kaart wordt aangesloten. Plug-
and-Play werkt niet via losse BNC-type connectors of via distributiebuers/verdeeldozen.
Het Image Color Matching (kleurenegalisatie)-bestand
Een ICM-bestand is een gegevensbestand dat door grasche programma's wordt gebruikt om een consistent
kleurgebruik te waarborgen tussen monitor en printer en tussen scanner en monitor. Dit bestand wordt
geraadpleegd door grasche programma's die deze functie ondersteunen.
OPMERKING: Het ICM-kleurproel voldoet aan de specicaties van het International Color Consortium (ICC).
Installatie van INF- en ICM-bestanden
Als u besluit een update uit te voeren, kunt u een van de volgende methoden gebruiken om de bestanden te
installeren.
Installeren vanaf de optischeschijfeenheid (beschikbaar in bepaalde landen/
regio's)
1. Plaats de schijf in de optischeschijfeenheid van de computer. Het schijfmenu wordt weergegeven.
2. Raadpleeg het informatiebestand HP monitor software.
3. Selecteer Stuurprogrammasoftware voor de monitor installeren.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm.
5. Controleer via het onderdeel Beeldscherm van Conguratiescherm of de juiste beeldschermresolutie en
verversingsfrequentie zijn ingesteld.
24 Hoofdstuk 4 De monitor bedienen
Downloaden vanaf het internet
Als u niet over een computer of bronapparaat met een optischeschijfeenheid beschikt, kunt u de nieuwste
versies van INF- en ICM-bestanden downloaden via de ondersteuningswebsite van HP monitoren.
1. Ga naar http://www.hp.com/support.
2. Selecteer Software en drivers.
3. Volg de instructies op het scherm om uw monitor te selecteren en de software te downloaden.
Picture-in-Picture (PIP) en Picture-beside-Picture (PBP)
gebruiken
De monitor ondersteunt zowel PIP, waarbij één bron een andere overlapt, en PBP, waarbij één bron
horizontaal (voor een liggende afdrukstand) of verticaal (voor een staande afdrukstand) naast een andere
wordt geplaatst.
PIP of PBP gebruiken:
1. Sluit een secundaire invoerbron aan op de monitor.
2. Druk op één van de vijf knoppen op het voorpaneel om de knoppen te activeren en druk vervolgens op
de onderste knop Menu openen om het schermmenu te openen.
3. Selecteer in het schermmenu PIP-sturing > PIP aan/uit en selecteer vervolgens Beeld-in-beeld of
Beeld-naast-beeld.
4. De monitor scant de secundaire invoersignalen voor een geldige invoer en gebruikt die invoer voor het
PIP/PBP-beeld. Als u de PIP/PBP-invoer wilt wijzigen, selecteert u PIP-invoer in het schermmenu en
selecteert u de gewenste invoer (DisplayPort, DVI of HDMI).
5. Als u wilt dat de grootte van PIP wilt wijzigen, selecteert u PIP-grootte in het schermmenu en selecteert
u vervolgens Vergroten of Verkleinen.
6. Als u wilt de PIP-positie wilt aanpassen, selecteert u PIP-positie in het schermmenu en selecteert u
vervolgens Linksboven, Rechtsboven, Linksonder of Rechtsonder.
DisplayPort-multistreaming
Als u DisplayPort als primaire invoerbron voor video gebruikt, kunt u multistreamen naar andere DisplayPort-
monitoren die zijn aangesloten in een conguratie met serieschakeling. U kunt maximaal vier monitoren
aansluiten op deze conguratie als dit wordt ondersteund door de videokaart.
DisplayPort-multistreaming gebruiken:
1. Zorg ervoor dat DisplayPort wordt gebruikt voor uw primaire video-invoer.
Picture-in-Picture (PIP) en Picture-beside-Picture (PBP) gebruiken 25
2. Voeg een tweede monitor toe door een DisplayPort-kabel aan te sluiten tussen de DisplayPort OUT-
connector op de primaire monitor en de DisplayPort IN-connector op een secundaire multistream-
monitor of de DisplayPort-invoerconnector op een secundaire niet-multistream-monitor.
3. U kunt op de aangesloten monitor hetzelfde beeld weergeven als op de primaire monitor of een ander
beeld. In het schermmenu voor de aangesloten monitor selecteert u Beheer > Compatibiliteit
DisplayPort en vervolgens een van de volgende opties:
a. Compatibiliteitsmodus DisplayPort 1.1 (standaardinstelling) - hiermee kan hetzelfde videobeeld
worden verzonden naar alle monitoren downstream van de monitor die u congureert
b. DisplayPort 1.2 - hiermee kan een ander beeld worden verzonden naar alle monitoren
downstream van de monitor die u congureert
4. Nadat u de DisplayPort-compatibiliteitsmodus hebt ingesteld in het schermmenu, gebruikt u het
besturingssysteem van de computer om de weergavemodus voor de tweede monitor zodanig in te
stellen dat ofwel het beeld van het primaire beeldscherm wordt gespiegeld, ofwel het tweede
beeldscherm een uitbreiding vormt voor een ander beeld van het primaire beeldscherm.
Als u downstream extra monitoren wilt aansluiten (maximaal vier), moeten alle monitoren behalve de laatste
in de serie ondersteuning bieden voor DisplayPort-multstreaming.
Verbind een kabel van de DisplayPort OUT van de ene monitor naar de DisplayPort IN van de volgende, totdat
u het gewenste aantal beeldschermen hebt.
Als u op elk scherm andere informatie wilt, zorg dan dat alle upstream-monitoren zijn gecongureerd voor de
DisplayPort 1.2-modus, zoals hierboven beschreven.
Het aantal monitoren dat u via DisplayPort-multistreaming kunt aansluiten, is afhankelijk van een aantal
factoren, waaronder de gebruikt resolutie en scansnelheid van elke monitor en de capaciteit van uw GPU of
het geïntegreerde grasche systeem. Raadpleeg de handleiding van de videokaart voor meer informatie over
de capaciteit ervan.
26 Hoofdstuk 4 De monitor bedienen
Het gebruik van meerdere monitoren optimaliseren
Om het gebruik van meerdere monitoren te optimaliseren, volgt u de onderstaande stappen om een
gekalibreerde kleurruimte mogelijk te maken.
1. Druk op een van de vijf knoppen op de rechterkant van het voorpaneel om de knoppen te activeren.
2. Druk op de functieknop Kleurruimte of druk op de knop Menu openen en selecteer Kleurruimte in het
menu.
3. Selecteer in het menu Kleurruimte een gekalibreerde kleurruimte (sRGB, AdobeRGB of BT.709).
De helderheid van de monitor aanpassen wanneer u in een
donkere omgeving werkt
U moet de helderheid van de monitor aanpassen op basis van de helderheid van uw omgeving om de
verwachte helderheidsbalansbalans te behouden voor een optimaal comfort.
1. Druk op een van de vijf knoppen op de rechterkant van het voorpaneel om de knoppen te activeren.
2. Druk op de functieknop Helderheid of druk op de knop Menu openen en selecteer Kleurruimte >
Helderheid aanpassen in het menu.
3. In het menu voor het aanpassen van de helderheid selecteert u Helderheidswaarde instellen en past u
de helderheid van de monitor aan volgens uw omgeving.
De functie van de knoppen op het frontpaneel wijzigen
U kunt de standaardfunctie van de bovenste knoppen op het voorpaneel wijzigen, zodat u snel toegang hebt
tot veelgebruikte menuopties als de knoppen worden geactiveerd.
De functie van de knoppen op het voorpaneel wijzigen:
1. Druk op één van de vijf knoppen op het voorpaneel om de knoppen te activeren en druk vervolgens op
de onderste knop Menu openen om het schermmenu te openen.
2. Selecteer in het schermmenu Instellingen voor menu- en berichten > Functieknoppen congureren en
selecteer vervolgens een van de beschikbare opties voor de knop die u opnieuw wilt congureren.
De lampjes van de knoppen op het frontpaneel aanpassen
De LED-lampjes van de knoppen op het voorpaneel hebben een automatische vervaagfunctie die standaard
actief is. De LED-lampjes vervagen na de time-outperiode die is ingesteld in het schermmenu. U kunt het
gedrag van de LED-lampjes wijzigen zodat ze niet vervagen. U kunt tevens de helderheid van de LED-lampjes
aanpassen als de vervaagfunctie is uitgeschakeld.
De vervaagfunctie van de knoppen op het voorpaneel uitschakelen:
1. Druk op één van de vijf knoppen op het voorpaneel om de knoppen te activeren en druk vervolgens op
de onderste knop Menu openen om het schermmenu te openen.
2. Selecteer in het schermmenu Instellingen voor menu- en berichten > Autofade bezel-knop >
Uitschakelen (altijd aan).
Als de vervaagfunctie van de knoppen op het voorpaneel is uitgeschakeld (zoals hierboven beschreven), kunt
u de helderheid van de knoppen op het voorpaneel aanpassen aan verschillende niveaus van het
omgevingslicht.
Het gebruik van meerdere monitoren optimaliseren 27
De helderheid van de knoppen op het voorpaneel wijzigen:
1. Druk op één van de vijf knoppen op het voorpaneel om de knoppen te activeren en druk vervolgens op
de onderste knop Menu openen om het schermmenu te openen.
2. Selecteer in het schermmenu Instellingen voor menu- en berichten > Helderheid bezel-knop en
gebruik de aanpassingsschaal om de knoppen in te stellen op de gewenste helderheid.
Automatische slaapstand gebruiken
Het beeldscherm biedt ondersteuning voor de optie Automatische slaapstand in het schermmenu. Hiermee
kunt u een lager stroomverbruik voor het beeldscherm in- of uitschakelen. Wanneer de automatische
slaapstand is ingeschakeld (standaard ingeschakeld), gaat de monitor over op een lager stroomverbruik als
de aangesloten computer ook een lager stroomverbruik aangeeft (bij het ontbreken van signalen voor
horizontale of verticale synchronisatie).
Wanneer de monitor overgaat in de automatische slaapstand, verschijnt er niets meer op het beeldscherm,
wordt het achtergrondlicht uitgeschakeld en wordt het aan/uit-lampje oranje. In deze stand verbruikt de
monitor minder dan 0,5 W. De monitor komt weer uit de slaapstand wanneer de aangesloten computer een
actief signaal naar de monitor stuurt (bijvoorbeeld als u de muis of het toetsenbord activeert).
U kunt de automatische slaapstand uitschakelen in het schermmenu. Druk op één van de vijf knoppen op het
frontpaneel om de knoppen te activeren en druk vervolgens op de onderste knop Menu openen om het
schermmenu te openen. Selecteer in het schermmenu Beheer > Automatische slaapstand > Uitschakelen.
Het schermmenu gebruiken
Gebruik het schermmenu om het beeld op het scherm aan te passen aan uw weergavevoorkeuren. Ga als
volgt te werk om toegang te krijgen tot het schermmenu:
1. Druk op een van de vijf knoppen op de rechterkant van het voorpaneel om de knoppen te activeren.
2. Druk op de onderste knop Menu openen om het schermmenu te openen.
3. Gebruik de vier bovenste functieknoppen om te navigeren, opties te selecteren en de menukeuzes aan
te passen. De knoplabels zijn variabel, afhankelijk van het menu of submenu dat actief is.
OPMERKING: Menuopties die grijs worden weergegeven, worden niet ondersteund bij de geselecteerde
video-invoer en instellingen.
In de volgende tabel ziet u de opties in het schermmenu en de bijbehorende functiebeschrijvingen.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3
Kleurruimte sRGB
AdobeRGB
BT.709
Gebruiker
Oorspronkelijk
RGB-aanpassing Warm
Neutraal
Koel
Aangepast (RGB)
28 Hoofdstuk 4 De monitor bedienen
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3
Helderheid aanpassen Helderheidswaarde instellen
Terug
Kleurruimte-informatie Huidige kleur
Primaire kleuren (u'v' / xy)
Rood: x.xxx x.xxx
Blauw: x.xxx x.xxx
Groen: x.xxx x.xxx
Witpunt (u'v' / xy)
x.xxx x.xxx
Naam van witpunt (bijv. D65)
Gamma (x.x of sRGB)
Coördinaten beeldscherm schakelen naar
xy/u'v' (u kunt de informatie laten
weergeven als CIE 1931 xy of CIE 1976 u'v')
Terug
Laatste kalibratie herstellen
Fabriekskalibratie herstellen
Terug
Video-invoer DisplayPort
DVI
HDMI
Bron automatisch schakelen Inschakelen
Uitschakelen
Terug
DP Hot Plug detectie Altijd actief
Laag energieverbruik
Terug
Terug
Beeldaanpassing Beeldverhouding beeldscherm Beeldverhouding bron intact
(proportioneel)
Schermvullend (niet-proportioneel)
Pixel per pixel
Terug
Helderheid Zacht
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Het schermmenu gebruiken 29
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3
Scherp
Terug
Dynamisch contrast Inschakelen
Uitschakelen
Terug
Terug
Informatie beeldschermmodus
PIP-sturing PIP aan/uit Beeld-in-beeld
Beeld-naast-beeld
Uit
Terug
PIP-grootte Groot
Klein
Vergroten
Verkleinen
Terug
PIP-positie Linksboven
Rechtsboven
Linksonder
Rechtsonder
Terug
PIP-invoer DisplayPort
DVI
HDMI
Primaire invoer en PIP-invoer wisselen
Terug
Primaire/PIP-broninformatie
Terug
Taal Deutsch
繁體中文
体中文
English
Español
Français
Italiano
日本語
30 Hoofdstuk 4 De monitor bedienen
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3
Nederlands
Português
Beheer Automatische slaapstand Inschakelen
Uitschakelen
Terug
Begininstellingen herstellen Inschakelen
Uitschakelen
Terug
DDC/CI-communicatie Inschakelen
Uitschakelen
Terug
Automatische EDID-update Inschakelen
Uitschakelen
Terug
Hot Plug initiëren Inschakelen
Uitschakelen
Terug
Compatibiliteit DisplayPort Compatibiliteitsmodus DisplayPort 1.1
DisplayPort 1.2
Terug
Terug
Instellingen voor menu- en berichten Positie Gebruik de knoppen om de positie van het
menu aan te passen. Druk op 'Terug' als u
klaar bent.
Ondoorzichtigheid Ondoorzichtigheidswaarde instellen
Terug
Time-out Time-outwaarde instellen
Terug
Berichten inschakelen/uitschakelen Informatie weergeven bij opstarten
beeldscherm
Informatie weergeven als invoerbron
verandert
Informatie weergeven als kleurruimte
verandert
Waarschuw me als het tijd is om opnieuw
te kalibreren
Terug
Functieknoppen congureren Functieknop 1 congureren
Het schermmenu gebruiken 31
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3
Functieknop 2 congureren
Functieknop 3 congureren
Functieknop 4 congureren
Helderheid bezel-knop Helderheidswaarde instellen
Terug
Autofade bezel-knop Inschakelen (menutime-out volgen)
Uitschakelen (altijd aan)
Terug
Terug
Informatie Huidige beeldschermmodus:
Beeldschermmodus
Kleurruimte: Kleurruimte
Serienummer: Serienummer
Firmwarerevisie:
Firmwarerevisie-id
Laatste kalibratie: xxxxx uur
Uren achtergrondverlichting: xxxxx uur
Terug
Fabrieksinstellingen herstellen
Kleurenbeheer
De monitor heeft zowel standaardinstellingen als door de gebruiker denieerbare instellingen voor de
kleurruimte, zodat diverse toepassingen kunnen worden ondersteund. De meeste kleurruimtes zijn vooraf
gekalibreerd in de fabriek en kan door de eindgebruiker opnieuw worden gekalibreerd door de HP DreamColor
Calibration Solution-kit (HP DreamColor-kalibratieoplossingset, afzonderlijk verkocht) te gebruiken. Bij
kalibratie worden onder andere het kleurengamma, de primaire RGB-kleuren, het gamma en de helderheid
van de monitor geregeld. De RGB-aanpassing van kleurselecties zijn niet gekalibreerd en kunnen niet worden
gekalibreerd.
32 Hoofdstuk 4 De monitor bedienen
Voorinstellingen voor kleuren
De gekalibreerde voorinstellingen voor de kleurruimte zijn als volgt:
Voorinstelli
ng kleur
Rood primair Groen primair Blauw primair Witpunt Gamma Helderheid
(cd/m2)
u' v' u' v' u' v'
sRGB 0,451 0,523 0,125 0,563 0,175 0,158 D65 sRGB 0–100%
AdobeRGB 0,451 0,523 0,076 0,576 0,175 0,158 D65 2,2 0–100%
BT.709 0,451 0,523 0,125 0,563 0,175 0,158 D65 2,4 0–100%
Gebruiker Gebruiker Gebruiker Gebruiker Gebruiker Gebruiker Gebruiker Gebruiker Gebruiker 0–100%
Oorspronkeli
jk
Paneel Paneel Paneel Paneel Paneel Paneel Paneel 2,2 0–100%
De gebruiker kan de helderheid boven of onder de doelhelderheid aanpassen voor elke kleurruimte terwijl de
nauwkeurigheid van de primaire kleuren en het witpunt behouden blijft.
De RGB-aanpassing van kleurselecties zijn niet gekalibreerd en bevatten:
Warm (ongeveer 5000K)
Neutraal (ongeveer 6500K)
Koel (ongeveer 9300K)
Aangepast (RGB) (Kleurinstellingen aanpasbaar door gebruiker voor rood, groen en blauw)
Kleurkalibratie – fabriek
In de fabriek worden drie standaardkleurruimtes gekalibreerd (sRGB, AdobeRGB en BT.709) en in elke
monitorverpakking wordt een kalibratierapport van één pagina meegeleverd.
De oorspronkelijk eigen kleurruimte wordt in de fabriek gecongureerd voor een maximale helderheid van het
paneel.
De standaardinstelling voor de kleurruimte Gebruiker is hetzelfde als voor Oorspronkelijk.
De kalibratie-instellingen uit de fabriek worden opgeslagen in het geheugen van de monitor en kunnen op elk
gewenst moment opnieuw worden toegepast via het schermmenu.
Kleurkalibratie – gebruiker
Met uitzondering van de oorspronkelijke kleurruimte kan elke kleurruimte door de eindgebruiker worden
gekalibreerd met de kalibratiesoftware die wordt meegeleverd bij het product en met een colorimeter (de
colorimeter wordt meegeleverd bij de DreamColor Calibration Solution-optiekit (DreamColor-
kalibratieoplossingset), die afzonderlijk wordt verkocht). De kalibratiesoftware voor de gebruiker is een
Windows-applicatie waarvoor het besturingssysteem Windows 7 of hoger vereist is. Het kalibratieproces
bestaat uit de volgende stappen:
1. Plaats de optische schijf die is meegeleverd in de DreamColor Calibration Solution-kit in de
optischeschijfeenheid van de hostcomputer.
2. Installeer het kalibratieprogramma voor de gebruiker op de hostcomputer.
Kleurenbeheer 33
3. Plaats de colorimeter uit de DreamColor Calibration Solution-kit (HP DreamColor-kalibratieoplossingset)
volgens de aanwijzingen voor de monitor.
4. Voer de kalibratiesoftware uit en volg de stappen op het scherm. Er kan slechts één kleurruimte tegelijk
worden gekalibreerd en benoemd. Er zijn twee kalibratiemethoden mogelijk:
Wizard-modus – de applicatie stelt vragen over de omgeving en het gebruik van de gebruiker, en
geeft vervolgens een suggestie voor de instellingen die het beste kunnen worden gebruikt.
Expert-modus – de gebruiker wordt gevraagd om alle variabelen in te voeren voor gebruik tijdens
het kalibratieproces.
Nadat de kalibratie is voltooid, worden de waarden opgeslagen in het geheugen van de monitor. De meest
recente kalibratie-instellingen kunnen op elk gewenst moment opnieuw worden toegepast via het
schermmenu.
Auto EDID Update (Automatische EDID-update)
De EDID van het beeldscherm wordt standaard automatisch bijgewerkt wanneer u wisselt van kleurruimtes.
Als Automatische EDID-update is ingeschakeld, wordt de EDID bijgewerkt voor elke invoer elke keer dat u de
voorinstelling voor de actieve kleurruimte wijzigt. Als Automatische EDID-update is uitgeschakeld, wordt elke
invoer ingesteld op de fabriekswaarden voor de kleurruimte Oorspronkelijk.
U kunt Automatische EDID-update in- of uitschakelen in het schermmenu:
1. Druk op een van de vijf knoppen op de rechterkant van het voorpaneel om de knoppen te activeren.
2. Druk op de onderste knop Menu openen om het schermmenu te openen.
3. In het schermmenu selecteert u Beheer > Automatische EDID-update en vervolgens Inschakelen of
Uitschakelen.
34 Hoofdstuk 4 De monitor bedienen
A Technische specicaties
OPMERKING: Alle specicaties vertegenwoordigen de gemiddelde specicaties van HP's
onderdelenfabrikanten; werkelijke prestaties kunnen hoger of lager zijn.
Specicatie Meting
Beeldscherm
Type
61,0 cm breedbeeldscherm
IPS LCD
24-inch breedbeeld
Zichtbare beeldgrootte 61,0 cm diagonaal 24 inch diagonaal
Maximumgewicht (zonder verpakking) 7,08 kg 15,61 pond
Afmetingen (inclusief voet)
Hoogte (hoogste stand)
Hoogte (laagste stand)
Diepte
Breedte
52,5 cm
40,5 cm
23,798 cm
55,94 cm
20,67 inch
15,94 inch
9,37 inch
22,02 inch
Maximale beeldschermresolutie 1920 × 1200 (60 Hz) digitaal ingangssignaal
Optimale beeldresolutie 1920 × 1200 (60 Hz) digitaal ingangssignaal
Omgevingstemperatuur
Bedrijfstemperatuur
Opslagtemperatuur
5 tot 35°C
-20 tot 60°C
41 tot 95°F
-4 tot 140°F
Voeding 100 – 240 V wisselspanning, 50/60 Hz
Ingang Eén DisplayPort IN-connector; één DVI-
connector; één HDMI-connector
OPMERKING: Ga voor de laatse specicaties of aanvullende specicaties voor dit product naar http://www.hp.com/go/
productbulletin en zoek naar uw specieke model beeldscherm voor de specieke QuickSpecs voor dat model.
35
Vooraf ingestelde beeldschermresoluties
De schermresoluties in de volgende tabel worden het meest gebruikt en zijn in de fabriek als standaard
ingesteld. Deze voorgeprogrammeerde schermstanden worden automatisch herkend en zullen in de juiste
grootte en op de juiste positie worden weergegeven.
Voorins
telling
Pixelformaat Beeldverhouding Vert. freq (Hz) Pixel Clk (MHz)
1 640 × 480 4:3 60(p) 25,175
2 720 × 480 4:3 60(i) 27,000
3 720 × 480 4:3 60(p) 27,000
4 720 × 480 16:9 60(i) 27,000
5 720 × 480 16:9 60(p) 27,000
6 720 × 576 4:3 50(i) 27,000
7 720 × 576 4:3 50(p) 27,000
8 720 × 576 16:9 50(i) 27,000
9 720 × 576 16:9 50(p) 27,000
10 800 × 600 4:3 60,317 40,000
11 1024 × 768 4:3 60,004 65,000
12 1280 × 720 16:9 24(p) 59,400
13 1280 × 720 16:9 30(p) 74,250
14 1280 × 720 16:9 50(p) 74,250
15 1280 × 720 16:9 60(p) 74,250
16 1280 × 800 16:10 59,91 71,000
17 1280 × 960 4:3 60,000 108,000
18 1280 × 1024 5:4 60,020 108,000
19 1366 × 768 16:9 60,000 72,000
20 1440 × 900 16:10 59,890 106,500
21 1600 × 1200 4:3 60,000 162,000
22 1920 × 1080 16:9 24(p) 74,250
23 1920 × 1080 16:9 30(p) 74,250
24 1920 × 1080 16:9 50(i) 74,250
25 1920 × 1080 16:9 50(p) 148,500
26 1920 × 1080 16:9 60(i) 74,250
27 1920 × 1080 16:9 60(p) 148,500
28 1920 × 1200 16:10 59,950 154,000
OPMERKING: Interlaced modi worden aangeduid met (i); progressieve scanmodi worden aangeduid
met (p). Als er geen aanduiding wordt gegeven, is de modus progressieve scan.
36 Bijlage A Technische specicaties
B Ondersteuning en problemen oplossen
Eenvoudige problemen oplossen
In de volgende lijst ziet u een overzicht van problemen die zich met de monitor kunnen voordoen, met bij elk
probleem de mogelijke oorzaken en de aanbevolen oplossingen.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het scherm is leeg of de
video ikkert.
Het netsnoer is niet aangesloten. Sluit het netsnoer aan.
De aan/uit-knop op het voorpaneel
van de monitor staat uit.
Druk op de aan/uit-knop op het voorpaneel.
OPMERKING: Als de aan/uit-knop niet werkt, houdt u deze
knop 10 seconden ingedrukt om de vergrendelingsfunctie
voor de aan/uit-knop uit te schakelen.
De videokabel is niet goed
aangesloten.
Sluit de videokabel juist aan. Raadpleeg De monitor
installeren op pagina 6 voor meer informatie.
OPMERKING: Als u de DisplayPort-invoer gebruikt, zorgt u
ervoor dat de kabel is aangesloten op de DisplayPort IN-
connector die zich middenachter op de monitor bevindt. De
monitor werkt niet als de kabel is aangesloten op de
DisplayPort OUT-connector.
Het schermbeveiligingsprogramma is
geactiveerd.
Druk op een toets op het toetsenbord of beweeg de muis om
het schermbeveiligingsprogramma te deactiveren.
Videokaartcompatibiliteit. Open het schermmenu en selecteer het menu Video-invoer.
Stel Bron automatisch schakelen in op Uitschakelen en
selecteer handmatig de invoer.
Monitor kan niet worden
ingeschakeld.
De hoofdschakelaar op het
achterpaneel van de monitor staat
uit.
Zet de hoofdschakelaar aan.
Het beeld is onscherp,
onduidelijk of te donker.
Helderheid is te laag. Open het schermmenu en selecteer Kleurruimte > Helderheid
aanpassen om de helderheidsschaal naar wens aan te passen.
Helderheid is te zacht. Open het schermmenu en selecteer Beeldaanpassing >
Helderheid om een helderheidsniveau te selecteren.
De melding Check Video
Cable (Controleer videokabel)
wordt weergegeven.
De videokabel van de monitor is niet
aangesloten.
Sluit de correcte videosignaalkabel aan op de computer en de
monitor. Zorg dat de computer is uitgeschakeld voordat u een
videokabel aansluit.
Invoersignaal buiten bereik
wordt op het scherm
weergegeven.
De schermresolutie en/of de
verversingsfrequentie is op een te
hoge waarde ingesteld.
Wijzig de instellingen in een ondersteunde waarde (zie Vooraf
ingestelde beeldschermresoluties op pagina 36).
De monitor is uitgeschakeld,
maar er lijkt geen
energiebesparings- of
slaapmodus actief te zijn.
De energiebeheerfunctie van de
monitor is uitgeschakeld.
Open het schermmenu en selecteer Beheer > Automatische
slaapstand en stel de automatische slaapstand in op
Inschakelen.
OSD Lockout
(Scherminstellingen
vergrendeld) wordt
weergegeven.
De vergrendelingsfunctie voor het
schermmenu van de monitor is
ingeschakeld.
Houd de onderste menuknop 10 seconden ingedrukt om de
menuvergrendelingsfunctie uit te schakelen.
Eenvoudige problemen oplossen 37
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Power Button Lockout (Aan/
uit-knop vergrendeld) wordt
weergegeven.
De vergrendelingsfunctie voor de
aan/uit-knop op de monitor is
ingeschakeld.
Houd de aan/uit-knop 10 seconden ingedrukt om de
vergrendelingsfunctie uit te schakelen.
LED-lampjes van de knoppen
op het voorpaneel branden
niet.
De LED-lampjes van de knoppen op
het voorpaneel zijn standaard
ingesteld op vervagen wanneer ze
niet worden gebruikt.
Als u de LED-lampjes van de knoppen op het voorpaneel
zodanig wil instellen dat ze altijd aan zijn, opent u het
schermmenu en selecteert u Instellingen voor menu- en
berichten > Autofade bezel-knop > Uitschakelen (altijd aan).
De LED-lampjes van de
knoppen op het voorpaneel
branden altijd, maar zijn te
helder of dof.
De optie Autofade bezel-knop in het
schermmenu is uitgeschakeld en de
helderheid moet worden aangepast.
Open het schermmenu en selecteer Instellingen voor menu-
en berichten > Helderheid bezel-knop en pas de
helderheidswaarde aan.
Kleurweergave lijkt niet juist. Monitor is niet gekalibreerd. Monitor opnieuw kalibreren of Factory Reset (Fabrieksreset)
uitvoeren.
Kalibratie is mislukt. Onjuiste installatie of storing aan
apparatuur.
Herhaal de kalibratie.
Productondersteuning
Ga voor aanvullende informatie over het gebruik van de monitor naar http://www.hp.com/support. Selecteer
de juiste ondersteuningscategorie en volg de instructies op het scherm.
OPMERKING: De gebruikershandleiding, het referentiemateriaal en stuurprogramma's zijn allemaal
beschikbaar op deze locatie.
Hier kunt u:
On-line chatten met een technicus van HP
OPMERKING: Als chat met support niet beschikbaar is in een bepaalde taal, is deze in het Engels
beschikbaar.
Een HP servicecenter zoeken
Voorbereidingen om de technische ondersteuning te bellen
Als er een probleem met de monitor is dat u niet kunt oplossen aan de hand van de tips in dit hoofdstuk, is het
misschien nodig de technische ondersteuning te bellen. Zorg ervoor dat u tijdens het telefoongesprek het
volgende bij de hand heeft:
Het modelnummer van de monitor
Serienummer van de monitor
De aankoopdatum (zie de factuur)
Informatie over de omstandigheden waaronder het probleem zich heeft voorgedaan
Eventuele foutberichten
De conguratie van de hardware
Naam en versie van de hardware en software die u gebruikt
38 Bijlage B Ondersteuning en problemen oplossen
C Toegankelijkheid
HP ontwerpt, produceert en distribueert producten en diensten die door iedereen kunnen worden gebruikt,
inclusief personen met een handicap, zowel op zelfstandige basis of met de juiste hulpapparaten.
Ondersteunde technologie die wordt ondersteund
HP-producten ondersteunen een breed scala aan besturingssystemen van ondersteunde technologieën en
kunnen worden gecongureerd voor gebruik met aanvullende ondersteunende technologieën. Gebruik de
zoekfunctie op het bronapparaat dat is aangesloten op de monitor om meer informatie over ondersteunende
functies te vinden.
OPMERKING: Voor meer informatie over een bepaald product voor ondersteunende technologie, neemt u
contact op met de klantenondersteuning van dat product.
Contact opnemen met ondersteuning
Wij verbeteren voortdurend de toegankelijkheid van onze producten en services en wij zijn verheugd met
feedback van gebruikers. Als u problemen ondervindt met een product of als u ons wilt vertellen over
toegankelijkheidsfuncties die u hebben geholpen, neemt u contact met ons op door te bellen naar (888)
259-5707, van maandag tot vrijdag tussen 6:00 en 21:00 Mountain Time. Als u doof of slechthorend bent en
TRS/VRS/WebCapTel gebruikt, neemt u contact met ons op als u technische ondersteuning nodig hebt of
vragen hebt over toegankelijkheid door te bellen naar (877) 656-7058, van maandag tot vrijdag tussen 06:00
en 21:00 Mountain Time.
Ondersteunde technologie die wordt ondersteund 39
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45

HP DreamColor Z24x G2 Display Handleiding

Categorie
Tv's
Type
Handleiding