Statuslampjes fietsverlichting
Activiteit status-
lampje
Status
Constant rood Er is een fout opgetreden tijdens het opladen.
Het toestel is uitgeschakeld om oververhitting te
voorkomen.
Afwisselend blauw
en groen
Het toestel is instellingen aan het uploaden uit
Garmin Express
™
.
Afwisselend blauw
en rood
Er is een fout opgetreden tijdens het uploaden
van instellingen uit Garmin Express.
Knipperend groen De batterij wordt opgeladen.
Continu groen Het opladen is voltooid.
Knippert rood De batterij is bijna leeg.
Knippert blauw Het toestel staat in slimme modus en kan
worden bediend via een gekoppelde draadloze
afstandsbediening of een gekoppeld Edge
toestel.
Toestelinstellingen
U kunt uw Varia toestellen op afstand bedienen en de
instellingen aanpassen met uw compatibele Edge toestel. Dit
gedeelte bevat instructies voor het Edge 1000 toestel. Andere
compatibele Edge toestellen gebruiken vergelijkbare
instellingen.
Varia fietslampen koppelen met uw Edge
1000
Voordat u de toestellen kunt koppelen, moet u de Edge software
bijwerken.
1
Breng het Edge toestel binnen bereik (3 m) van de sensor.
OPMERKING: Zorg dat u tijdens het koppelen minstens
10 m verwijderd bent van andere ANT+
®
fietslampen.
2
Schakel het Edge toestel in.
3
Selecteer in het startscherm > Sensors > Voeg sensor
toe > Zoek alles.
4
Schakel het Varia toestel in.
5
Selecteer de Varia toestelknop om de slimme modus in te
schakelen.
Het statuslampje knippert blauw.
6
Selecteer uw sensor.
Zodra de sensor met uw Edge toestel is gekoppeld, stopt het
statuspictogram op de verbindingenpagina met knipperen.
De instellingen van uw Varia toestel
aanpassen via uw Edge 1000
Voordat u de instellingen van uw Varia toestel kunt aanpassen
via uw Edge toestel, moet u de toestellen koppelen (Varia
fietslampen koppelen met uw Edge 1000, pagina 3).
1
Selecteer op uw Edge toestel > Sensors > Lichten.
2
Selecteer een optie:
• Selecteer Schakel in om het lichtnetwerk in te schakelen.
• Selecteer Netwerkopties > Configuratie om de
lichtintensiteitsmodus in te stellen voor alle lichten in uw
netwerk (Lichtmodusinstellingen, pagina 3).
• Selecteer Netwerkopties > Testlampen om te
controleren of elk licht in uw netwerk correct is ingesteld
(Het lichtnetwerk testen, pagina 4).
• Selecteer Netwerkopties > Hoek bundel om de hoek van
de lichtbundel automatisch af te stemmen op de snelheid.
De hoek van de lichtbundel dient bij hoge snelheden
hoger en bij lage snelheden lager te worden ingesteld.
OPMERKING: Deze instelling wordt weergegeven
wanneer een koplamp is gekoppeld met het toestel.
• Selecteer Netwerkopties > Richtingaanw. instellen bij
gebruik van twee achterlichten om de richtingaanwijzers in
te stellen (Richtingaanwijzerinstellingen, pagina 3).
OPMERKING: Deze instelling wordt weergegeven
wanneer twee achterlichten zijn gekoppeld met het
toestel. De functie Afslagsignaal is alleen beschikbaar op
de Varia TL 300.
• Selecteer een licht om de toestelgegevens weer te geven
en elk licht in uw netwerk aan te passen
(Lichtnetwerkinstellingen, pagina 4).
Lichtmodusinstellingen
Selecteer op uw Edge toestel > Sensors > Lichten >
Netwerkopties > Configuratie.
Auto: Hiermee wordt de lichtintensiteit automatisch aangepast
op basis van het omgevingslicht of de tijd van de dag.
Goede zichtbaarheid: Stelt op de Varia HL 500 en Varia TL
300 de lichtintensiteit in op knippermodus.
Stelt op de Varia HL 501 en Varia TL 301 de lichtintensiteit in
op de helderste instelling die beschikbaar is.
Individueel: Hiermee kunt u de lichtintensiteit en de
patroonmodus instellen voor elk licht in uw netwerk
(Lichtnetwerkinstellingen, pagina 4).
De hoek van de lichtbundel aanpassen tijdens een rit
Voordat u de hoek van de lichtbundel tijdens een rit kunt
aanpassen, moet u de optie voor automatische instelling van de
lichtbundel uitschakelen (De instellingen van uw Varia toestel
aanpassen via uw Edge 1000, pagina 3).
1
Maak een rit.
2
Veeg over het scherm om het scherm met
fietsverlichtingsgegevens weer te geven.
3
Selecteer of om de hoek van de koplamplichtbundel aan
te passen.
Richtingaanwijzerinstellingen
Selecteer op uw Edge toestel > Sensors > Lichten >
Netwerkopties > Richtingaanw. instellen.
OPMERKING: De functie Afslagsignaal is alleen beschikbaar op
de Varia TL 300.
Schakel in: Na inschakeling kan het gekoppelde Edge toestel
richtingaanwijzers toewijzen en beheren.
Automatisch annuleren: Hiermee wordt de richtingaanwijzer
na een bocht van 90 graden automatisch geannuleerd.
OPMERKING: GPS moet op uw gekoppelde Edge toestel
zijn ingeschakeld om de instelling Automatisch annuleren te
kunnen gebruiken.
Rechts: Wijst de rechter richtingaanwijzer toe.
Links: Wijst de linker richtingaanwijzer toe.
Richtingaanwijzers toewijzen
Bij gebruik van twee achterlichten moet u aangeven welk
achterlicht voor linksaf is en welk achterlicht voor rechtsaf.
1
Koppel beide achterlichten met uw Edge toestel (Varia
fietslampen koppelen met uw Edge 1000, pagina 3).
2
Selecteer op uw Edge toestel > Sensors > Lichten >
Netwerkopties > Richtingaanw. instellen.
3
Selecteer Rechts en selecteer vervolgens een achterlicht
voor rechtsaf slaan.
Als beide achterlichten zijn gekoppeld, wijst het Edge toestel
het tweede achterlicht automatisch toe als het achterlicht
voor linksaf slaan.
4
Selecteer zo nodig Links en daarna het tweede achterlicht
om dit toe te wijzen als het achterlicht voor linksaf slaan.
Toestelinstellingen 3