Panasonic S-100PN1E5 de handleiding

Categorie
Split-systeem airconditioners
Type
de handleiding
47
NEDERLANDS
INHOUDSOPGAVE
Pagina
PRODUCTINFORMATIE ............................................................................................................ 47
VEILIGHEIDSMAATREGELEN ................................................................................................... 47
INSTALLATIELOCATIE ................................................................................................................ 48
ELEKTRISCHE VEREISTEN ...................................................................................................... 48
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES ...................................................................................................... 49
INFORMATIE ............................................................................................................................... 51
BEDIENING ................................................................................................................................. 52
MEERDERE BINNENUNITS AANPASSEN ................................................................................ 52
SPECIALE OPMERKINGEN ....................................................................................................... 53
ONDERHOUD EN REINIGING ................................................................................................... 53
STORINGEN VERHELPEN ......................................................................................................... 54
CONTROLEREN VOORDAT U EEN REPARATEUR BELT ......................................................... 55
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING ........................................................................................... 55
SPECIFICATIE .......................................................................................................................... 102
PRODUCTINFORMATIE
Zorg ervoor dat u beschikt over de volgende informatie als u problemen of vragen hebt met
betrekking tot de airconditioner. Het model- en serienummer bevinden zich op het typeplaatje
aan de onderkant van de kast.
Modelnr. ____________________________________ Serienr. __________________________
Aanschafdatum _______________________________________________________________
Adres van dealer _______________________________________________________________
Telefoonnummer ______________________________________________________________
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
In deze gebruiksinstructies worden de volgende symbolen gebruikt om u attent te maken
op mogelijk gevaarlijke omstandigheden voor gebruikers, onderhoudspersoneel of het
apparaat:
WAARSCHUWING
Dit symbool verwijst naar een gevaar of onveilig
gebruik dat kan resulteren in ernstig persoonlijk
letsel of de dood.
OPGEPAST
Dit symbool verwijst naar een gevaar of onveilig
gebruik dat kan resulteren in persoonlijk letsel of
schade aan product of eigendommen.
48
INSTALLATIELOCATIE
We raden u aan deze airconditioner op de juiste wijze te laten installeren door bevoegde
installatiemonteurs conform de installatie-instructies die u bij de unit hebt ontvangen.
Controleer vóór de installatie of het voltage van de stroomvoorziening in uw huis of kantoor
overeenkomt met het voltage op het typeplaatje.
WAARSCHUWING
Installeer de airconditioner niet in de buurt van dampen of ontvlambaar gas of in een
extreem vochtige ruimte, zoals een kas.
Installeer de airconditioner niet in de buurt van voorwerpen die extreem veel hitte
produceren.
Vermijd het volgende:
Bescherm de airconditioner tegen ernstige roest door de buitenunit niet te installeren in de
buurt van opspattend zeewater of van minerale bronnen met zwavelhoudende lucht.
ELEKTRISCHE VEREISTEN
1. Alle bedrading moet voldoen aan de lokale elektriciteitswetgeving. Neem contact op met uw
dealer of een bevoegd elektricien voor meer informatie.
2. Elke unit moet correct geaard zijn met een aardedraad of via de bedrading van de
stroomtoevoer.
3. De bedrading dient te worden aangelegd door een bevoegd elektricien.
De draden in deze voedingskabel hebben de volgende kleurcode:
Groen en geel: Aarde
Blauw: Neutraal (nul)
Bruin: Stroom
Aangezien de kleuren in de voedingskabel van dit apparaat mogelijk niet overeenkomen met de
kleuraanduidingen van de aansluitpunten in uw stekkers, gaat u als volgt te werk:
Sluit de groengele draad aan op het aansluitpunt in de stekker dat is gemarkeerd met de letter E
of het aardeteken of dat groen of groengeel is.
Sluit de blauwe draad aan op het aansluitpunt dat is gemarkeerd met de letter N of dat zwart is.
Sluit de bruine draad aan op het aansluitpunt dat is gemarkeerd met de letter L of dat rood is.
OPGEPAST
Ter opwarming van het systeem moet de
hoofdstroomschakelaar ten minste vijf (5) uur vóór het
gebruik zijn ingeschakeld. Laat de hoofdstroomschakelaar
op ON staan tenzij u het apparaat gedurende langere tijd niet
gebruikt.
Hoofdstroomschakelaar
ON
OPMERKING
Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact of schakel de stroomonderbreker uit of
schakel de hoofdschakelaar uit om de airconditioner van de kamer volledig los te koppelen van
de netstroom als u het apparaat langere tijd niet gebruikt.
49
NEDERLANDS
WAARSCHUWING
Raadpleeg uw erkende dealer of een bevoegd specialist
omtrent het gebruik van het voorgeschreven koelmiddel.
Het gebruik van een ander dan het voorgeschreven type
kan barsten of andere schade aan de apparatuur
veroorzaken, met kans op persoonlijk letsel.
Raak de unit nooit met natte handen aan.
Gebruik of bewaar nooit benzine of andere ontvlambare
gassen of vloeistoffen in de buurt van de airconditioner. Dit
is zeer gevaarlijk.
Gebruik dit apparaat niet in een ruimte waar mogelijk
explosiegevaar dreigt.
Deze airconditioner heeft geen ventilator voor de inlaat van
frisse lucht van buiten. U moet regelmatig deuren of ramen
open zetten als u in dezelfde ruimte gas- of olieverwarming
gebruikt. Deze verbruiken namelijk veel zuurstof uit de
lucht. Als u dat niet doet, loopt u in extreme gevallen risico
op verstikking.
Zorg voor een apart stopcontact voor elke unit en in elke
afzonderlijke lijn voor een stroomschakelaar,
stroomonderbreker en aardlekschakelaar ter bescherming
tegen overstroom.
Zorg voor een apart stopcontact voor elke unit en conform
de bedradingsregels moet er volledige ontkoppeling, dat wil
zeggen een ontkoppeling van het stopcontact in alle polen
worden geïmplementeerd in de vaste bedrading.
Ter voorkoming van mogelijke gevaren vanwege
defecte isolatie moet de unit worden geaard.
Reinig nooit het binnenste van de binnen- en buitenunits.
Laat de reiniging uitvoeren door een bevoegde dealer of
specialist.
Repareer bij storingen dit apparaat niet zelf. Neem voor
reparaties contact op met de dealer of onderhoudsservice.
Lekkage van koelmiddelgas kan leiden tot brand.
Zorg er om veiligheidsredenen voor dat u de
airconditioner uitschakelt en ook de stekker uit
het stopcontact haalt voordat u het apparaat
reinigt of onderhoud pleegt.
Trek in geval van nood de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact of schakel de stroomonderbreker uit of schakel
de hoofdschakelaar uit om de airconditioner van de kamer
volledig los te koppelen van de netstroom.
OPGEPAST
Schakel de airconditioner niet in en uit via de
hoofdstroomschakelaar. Gebruik de ON/OFF-knop.
Steek geen voorwerpen in de luchtuitlaat van de
buitenunit. Dit is gevaarlijk omdat de ventilator op
hoge snelheid draait.
Raak de luchtinlaat of de scherpe aluminium
bladen van de buitenunit niet aan. Als u dat wel
doet, kunt u letsel oplopen.
Zorg voor een minimale afstand van 1,5 m tussen de unit
en het brandalarm en de luchtuitlaat.
Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik door personen
(kinderen inbegrepen) met verminderde fysieke,
sensorische of mentale capaciteiten, of zonder ervaring of
kennis, tenzij onder toezicht van of na instructie door een
persoon die voor hun veiligheid verantwoordelijk is. Pas op
dat kinderen niet met het apparaat spelen.
Zorg ervoor dat u de ruimte niet te veel koelt of verwarmt
als er baby's of invalide personen aanwezig zijn.
Ga niet op de unit zitten of staan. Als u dat wel
doet, kunt u er vanaf vallen.
Steek geen voorwerpen in de
VENTILATORBEHUIZING.
Als u dat wel doet, kunt u letsel oplopen en
kan de unit beschadigd raken.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Lees deze gebruiksinstructies zorgvuldig door voordat u de airconditioner gebruikt. Neem contact op met uw dealer als u nog
steeds problemen hebt.
Deze airconditioner is ontworpen om te zorgen voor aangename omstandigheden in uw kamer of andere ruimte. Gebruik het
apparaat alleen waarvoor het is bedoeld en zoals is beschreven in deze gebruiksinstructies.
50
Tijdens onweer kan de compressor af en toe stoppen.
Dit is normaal. De unit start weer automatisch na enkele minuten.
De Engelse tekst bevat de originele instructies. Tekst in andere talen is een vertaling van
de originele instructies.
Gebruik het product niet langer als zich een abnormale situatie of
storing voordoet en haal de stekker uit het stopcontact.
(Risico op rook/brand/elektrische schok)
Voorbeelden
van
abnormale
situaties/
storingen
Het product start soms niet wanneer het wordt ingeschakeld.
De stroomtoevoer wordt soms verbroken bij verplaatsing van het netsnoer.
Als het apparaat in bedrijf is, ruikt u een verbrande geur of hoort u een abnormaal geluid.
De kast is vervormd of abnormaal heet.
-
-
-
-
Neem onmiddellijk contact op met uw leverancier voor onderhoud/reparatie.
AANKONDIGING
51
NEDERLANDS
INFORMATIE
Bedrijfscondities
Gebruik deze airconditioner bij de volgende temperaturen.
Temperatuurbereik binnen:
Koelmodus 14°C ~ 25°C (*WBT) / 18°C ~ 32°C (*DBT)
Verwarmingsmodus 16°C ~ 30°C (*DBT)
Temperatuurbereik buiten:
Koelmodus -15°C ~ 46°C (*DBT)
Verwarmingsmodus -20°C ~ 18°C (*WBT) / -20°C ~ 24°C (*DBT)
*DBT: Droge-boltemperatuur
*WBT: Wet-bulb temperature, natte-boltemperatuur
Informatie voor gebruikers betreffende het verzamelen en verwijderen van oude uitrustingen en lege batterijen
Deze symbolen op de producten, verpakkingen, en/of begeleidende documenten betekenen dat gebruikte
elektrische en elektronische producten en batterijen niet met het algemene huishoudelijke afval gemengd mogen
worden.
Voor een correcte behandeling, recuperatie en recyclage van oude producten en lege batterijen moeten zij naar
de bevoegde verzamelpunten gebracht worden in overeenstemming met uw nationale wetgeving en de Richtlijnen
2002/96/EC en 2006/66/EC.
Door deze producten en batterijen correct te verwijderen draagt u uw steentje bij tot het beschermen van
waardevolle middelen en tot de preventie van potentiële negatieve effecten op de gezondheid van de mens en op
het milieu die anders door een onvakkundige afvalverwerking zouden kunnen ontstaan.
Voor meer informatie over het verzamelen en recycleren van oude producten en batterijen, gelieve contact op te
nemen met uw plaatselijke gemeente, uw afvalverwijderingsdiensten of de winkel waar u de goederen gekocht hebt.
Voor een niet-correcte verwijdering van dit afval kunnen boetes opgelegd worden in overeenstemming met de
nationale wetgeving.
Voor zakengebruikers in de Europese Unie
Indien u elektrische en elektronische uitrusting wilt vewijderen, neem dan contact op met uw dealer voor meer
informatie.
[Informatie over de verwijdering in andere landen buiten de Europese Unie]
Deze symbolen zijn enkel geldig in de Europese Unie. Indien u wenst deze producten te verwijderen, neem dan
contact op met uw plaatselijke autoriteiten of dealer, en vraag informatie over de correcte wijze om deze producten
te verwijderen.
Opmerking over het batterijensymbool (beneden twee voorbeelden):
Dit symbool kan gebruikt worden in verbinding met een chemisch symbool. In dat geval wordt de eis, vastgelegd door
de Richtlijn voor de betrokken chemische producten vervuld.
Pb
52
BEDIENING
Namen van de onderdelen
BINNENUNIT
N1 Kanaaltype
Luchtafvoerleiding
Ophangbout
Boutanker
Binnenunit
Plafondmateriaal
Luchtuitblaasrooster
Draadloze afstandsbediening (optionele onderdelen)
OPMERKING
Raadpleeg de gebruiksinstructies bij de optionele
draadloze afstandsbediening.
(Draadloos type:
beschikbaar voor alle
binnenunits)
Timerafstandsbediening (optionele onderdelen)
OPMERKING
Raadpleeg de gebruiksinstructies bij de optionele
timerafstandsbediening.
(Type met snoer:
beschikbaar voor alle
binnenunits)
53
NEDERLANDS
SPECIALE OPMERKINGEN
"DROOG"-modus
Werking
Zodra in de ruimte de ingestelde temperatuur is bereikt, herhaalt de unit automatisch de inen
uitschakelcyclus.
Om te voorkomen dat de vochtigheid in de ruimte weer stijgt, wordt ook de binnenventilator
uitgeschakeld als de unit wordt stopgezet.
De ventilatorsnelheid is automatisch ingesteld op "LO." en kan niet worden aangepast.
De "DROOG"-modus is niet mogelijk als de buitentemperatuur 15 °C of lager is.
Verwarmingsmodus
Verwarmingsprestaties
Omdat dit apparaat de ruimte verwarmt door middel van de warmte van de buitenlucht
(warmtepompsysteem), daalt het verwarmingsrendement bij een zeer lage buitentemperatuur.
Gebruik een ander verwarmingsapparaat in combinatie met deze unit als de verwarming met
deze warmtepomp onvoldoende is.
Ontdooien
Als de buitentemperatuur laag is, kan zich rijp of ijs vormen op de warmtewisselaarsspiraal,
waardoor de verwarmingsprestaties afnemen. Als dit gebeurt, wordt het
microcomputergestuurde ontdooisysteem geactiveerd. Tegelijkertijd wordt de ventilator van
de binnenunit stopgezet (of in bepaalde gevallen heel laag gezet) en ziet u op het display
de aanduiding "STANDBY" tot het ontdooien is voltooid. Na enkele minuten wordt de
verwarmingsmodus hervat. (Dit interval varieert enigszins afhankelijk van de buitentemperatuur
en de manier waarop de rijp zich vormt.)
(standby) op het
display
De binnenventilator begint pas enkele minuten na de start van de verwarmingsmodus te
draaien (of draait in sommige gevallen zeer langzaam) totdat de binnenwarmtewisselaarsspiraal
voldoende is opgewarmd. Dit komt omdat een koudetochtpreventiesysteem actief is. Gedurende
deze periode blijft de aanduiding "
" (standby) zichtbaar op het display.
"
" (standby) blijft zichtbaar tijdens het ontdooien en als de compressor is uitgeschakeld
(of als de unit op zeer lage snelheid werkt) door de thermostaat als het systeem in de
verwarmingsmodus staat.
Als het ontdooien is voltooid en de compressor weer is ingeschakeld, wordt "
" (standby)
automatisch uitgeschakeld als de verwarmingsmodus wordt hervat.
OPMERKING
Stroomstoring tijdens de werking van de unit
Bij tijdelijke stroomuitval wordt de unit automatisch weer opgestart (na herstel van de
stroomtoevoer) met dezelfde instellingen als vóór de stroomstoring.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING
Zorg er om veiligheidsredenen voor dat u de airconditioner uitschakelt en ook de
stekker uit het stopcontact haalt voordat u het apparaat reinigt.
Giet geen water op de binnenunit om deze te reinigen. Als u dat wel doet, beschadigt u
de interne onderdelen en loopt u het risico op een elektrische schok.
1.
2.
Luchtinlaat- en -uitlaatzijde
(binnenunit)
Reinig de luchtinlaat- en uitlaatzijde van de binnenunit met de borstel van de stofzuiger of wrijf ze
schoon met een schone, zachte doek.
Gebruik bij vlekken op deze onderdelen een schone, met water bevochtigde doek. Zorg ervoor
dat u bij het reinigen van de luchtuitlaatzijde de bladen niet uit positie duwt.
OPGEPAST
Gebruik bij reiniging van de binnenunit nooit oplosmiddelen of scherpe chemische
stoffen. Wrijf kunststof onderdelen niet schoon met zeer heet water.
Sommige metalen randen en de bladen zijn scherp en kunnen letsel veroorzaken als u
ze verkeerd aanpakt. Pas daarom goed op als u deze onderdelen reinigt.
De interne spiraal en andere onderdelen van de buitenunit moeten regelmatig worden
gereinigd. Neem contact op met uw dealer of onderhoudsservice.
1.
2.
3.
54
STORINGEN VERHELPEN
Als uw airconditioner niet naar behoren werkt, controleert u dan eerst de volgende punten voordat u de hulp van een reparateur
inroept. Als het niet lukt om het probleem te verhelpen, raadpleegt u dan uw leverancier of een onderhoudsdienst.
BINNENUNIT
Probleem Oorzaak
Lawaai Geluiden van stromend water tijdens
of na de werking.
Geluid van het koelmiddel dat door het apparaat stroomt.
Geluid van overtollig water dat via de afvoerbuis wordt afgevoerd.
Krakende geluiden tijdens of na de
werking.
Geluiden van uitzettende of krimpende materialen door
temperatuurverandering.
Geur Tijdens de werking komt er een
vreemde geur uit het apparaat.
De geuren in huis, zoals etensluchtjes, parfum en sigarettenrook, zijn
door de airconditioner opgezogen en worden nu weer uitgeblazen.
Het inwendige van het apparaat is stoffi g. Raadpleeg uw leverancier.
Condenswater
Tijdens de werking condenseert er
vocht uit de lucht in de buurt van de
luchtuitlaat.
Het vocht uit de lucht condenseert in de koelende luchtstroom en vormt
druppels.
Mist Er treedt mistvorming op tijdens de
koelwerking.
(Plaatsen waar vaak een vettige lucht
hangt, zoals in restaurants.)
Inwendig reinigen is noodzakelijk, aangezien het binnenwerk (de
warmtewisselaar) vuil is. Raadpleeg uw leverancier, aangezien het
nodige onderhoud technisch van aard is.
Tijdens het ontdooien.
De ventilator draait een tijdje door, ook als is de
werking gestopt.
De ventilator draait door voor een soepele werking.
De ventilator kan soms blijven draaien door de drogende
warmtewisselaar, vanwege de instellingen.
De uitblaasrichting verandert tijdens de werking.
Instellen van de uitblaasrichting lukt niet.
De uitblaasrichting kan niet gewijzigd worden.
Wanneer de temperatuur van de uitgeblazen lucht erg laag is,
evenals tijdens het ontdooien, wordt automatisch de horizontale
uitblaasrichting aangehouden.
De stand van de jaloezien wordt soms afzonderlijk ingesteld.
Wanneer de uitblaasrichting wordt gewijzigd,
bewegen de jaloezien enkele malen achtereen, om
dan te stoppen in de gekozen stand.
Wanneer de uitblaasrichting wordt gewijzigd, bewegen de jaloezien na
het opzoeken van de normale uitgangsstand.
Stof Stofopeenhoping in de binnenunit wordt afgevoerd.
BUITENUNIT
Probleem Oorzaak
Het
apparaat
werkt niet.
Onmiddellijk nadat het apparaat AAN
is gezet.
De werking begint nog even niet gedurende ongeveer de eerste
3 minuten, omdat het compressorbeveiligingscircuit is ingeschakeld.
Wanneer de werking wordt gestopt
en onmiddellijk hervat.
Lawaai Tijdens de verwarming klinken er
vaak bijgeluiden.
Tijdens het ontdooien
Stoom Tijdens de verwarming komt er vaak
stoom vrij.
Na stoppen met de afstandsbediening blijft de
ventilator van de buitenunit soms een tijdlang
doordraaien, ook al is de buitencompressor gestopt.
De ventilator draait door voor een soepele werking.
55
NEDERLANDS
CONTROLEREN VOORDAT U EEN REPARATEUR BELT
Probleem Oorzaak Oplossing
De airconditioner werkt
helemaal niet, ook al is de
stroom ingeschakeld.
Er is een stroomonderbreking
(geweest).
Druk weer op de AAN/UIT-toets van de
afstandsbediening.
De bedieningstoets staat in de uit-stand. Schakel de stroom weer in als de
hoofdstroomschakelaar werd uitgeschakeld.
Als de stroomonderbreker vanzelf is
uitgeschakeld, raadpleegt u dan uw leverancier
zonder opnieuw in te schakelen.
Er is een zekering gesprongen. Als er een zekering is gesprongen, raadpleegt u
uw leverancier.
Onvoldoende koeling of
verwarming
De luchtinlaat of luchtuitblaasopening
van de binnen- en buitenunits is
verstopt door stof of ander materiaal.
Verwijder het stof en blokkerend materiaal.
De windsnelheidsschakelaar staat op
"Low".
Schakel over naar "High" of "Strong".
Onjuiste temperatuurinstellingen. Zie de "TIPS VOOR ENERGIEBESPARING".
Er komt direct zonlicht de kamer binnen
in de koelingsstand.
Er staan n of meer deuren en/of ramen
open.
Het luchtfi lter is verstopt. Zie onder "ONDERHOUD EN REINIGING".
Te veel warmtebronnen in de kamer in
de koelingsstand.
Verminder het aantal warmtebronnen en gebruik
ze zo min mogelijk.
Te veel personen in de kamer in de
koelingsstand.
Verminder de temperatuurinstellingen of of schakel
over naar "High" of "Strong".
Als uw airconditioner nog steeds niet goed werkt, ook na het controleren van de bovenstaande punten, stopt u dan eerst de
werking en schakel de stroom uit. Neem vervolgens contact op met uw leverancier en geef het serienummer en de aard van het
probleem door. Probeer nooit om zelf uw airconditioner te repareren, want dat zou zeer gevaarlijk voor u kunnen zijn. Tevens
geeft u door of het inspectieteken
en de letters E, F, H, L, P in combinatie met bepaalde cijfers verschijnen op het LCD-scherm
van de afstandsbediening.
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING
Vermijden
Blokkeer de luchtinlaat en de uitblaasopening van het apparaat niet. Als n hiervan geblokkeerd wordt, zal het apparaat
niet goed werken en kan het schade oplopen.
Zorg dat er geen direct zonlicht de kamer binnenstroomt. Sluit de gordijnen, jaloezien of zongordijnen. Zolang de wanden of het
plafond van de kamer door de zon verwarmd worden, zal het koelen van de kamer langer duren.
Vooral doen
Houd het luchtfi lter altijd zo schoon mogelijk. (Zie "ONDERHOUD EN REINIGING".) Bij een verstopt fi lter zullen de prestaties
van het apparaat afnemen.
Om te voorkomen dat de frisse lucht na airconditioning direct ontsnapt, dient u ramen, deuren en andere openingen gesloten te
houden.
OPMERKING
Als de stroom uitvalt terwijl het apparaat in werking is
Als de stroomvoorziening van dit apparaat tijdelijk wegvalt, zal het apparaat automatisch de werking hervatten zodra het weer
stroom krijgt, met dezelfde instellingen als van vr de stroomonderbreking.

Documenttranscriptie

INHOUDSOPGAVE Pagina PRODUCTINFORMATIE ............................................................................................................ 47 VEILIGHEIDSMAATREGELEN ................................................................................................... 47 INSTALLATIELOCATIE ................................................................................................................ 48 ELEKTRISCHE VEREISTEN ...................................................................................................... 48 VEILIGHEIDSINSTRUCTIES ...................................................................................................... 49 INFORMATIE ............................................................................................................................... 51 BEDIENING ................................................................................................................................. 52 MEERDERE BINNENUNITS AANPASSEN ................................................................................ 52 SPECIALE OPMERKINGEN ....................................................................................................... 53 ONDERHOUD EN REINIGING ................................................................................................... 53 STORINGEN VERHELPEN......................................................................................................... 54 CONTROLEREN VOORDAT U EEN REPARATEUR BELT ......................................................... 55 TIPS VOOR ENERGIEBESPARING ........................................................................................... 55 SPECIFICATIE .......................................................................................................................... 102 Modelnr. ____________________________________ Serienr. __________________________ Aanschafdatum _______________________________________________________________ Adres van dealer _______________________________________________________________ Telefoonnummer ______________________________________________________________ VEILIGHEIDSMAATREGELEN In deze gebruiksinstructies worden de volgende symbolen gebruikt om u attent te maken op mogelijk gevaarlijke omstandigheden voor gebruikers, onderhoudspersoneel of het apparaat: WAARSCHUWING Dit symbool verwijst naar een gevaar of onveilig gebruik dat kan resulteren in ernstig persoonlijk letsel of de dood. OPGEPAST Dit symbool verwijst naar een gevaar of onveilig gebruik dat kan resulteren in persoonlijk letsel of schade aan product of eigendommen. 47 NEDERLANDS PRODUCTINFORMATIE Zorg ervoor dat u beschikt over de volgende informatie als u problemen of vragen hebt met betrekking tot de airconditioner. Het model- en serienummer bevinden zich op het typeplaatje aan de onderkant van de kast. INSTALLATIELOCATIE • We raden u aan deze airconditioner op de juiste wijze te laten installeren door bevoegde installatiemonteurs conform de installatie-instructies die u bij de unit hebt ontvangen. • Controleer vóór de installatie of het voltage van de stroomvoorziening in uw huis of kantoor overeenkomt met het voltage op het typeplaatje. WAARSCHUWING • Installeer de airconditioner niet in de buurt van dampen of ontvlambaar gas of in een extreem vochtige ruimte, zoals een kas. • Installeer de airconditioner niet in de buurt van voorwerpen die extreem veel hitte produceren. Vermijd het volgende: Bescherm de airconditioner tegen ernstige roest door de buitenunit niet te installeren in de buurt van opspattend zeewater of van minerale bronnen met zwavelhoudende lucht. ELEKTRISCHE VEREISTEN 1. Alle bedrading moet voldoen aan de lokale elektriciteitswetgeving. Neem contact op met uw dealer of een bevoegd elektricien voor meer informatie. 2. Elke unit moet correct geaard zijn met een aardedraad of via de bedrading van de stroomtoevoer. 3. De bedrading dient te worden aangelegd door een bevoegd elektricien. De draden in deze voedingskabel hebben de volgende kleurcode: Groen en geel: Blauw: Bruin: Aarde Neutraal (nul) Stroom Aangezien de kleuren in de voedingskabel van dit apparaat mogelijk niet overeenkomen met de kleuraanduidingen van de aansluitpunten in uw stekkers, gaat u als volgt te werk: Sluit de groengele draad aan op het aansluitpunt in de stekker dat is gemarkeerd met de letter E of het aardeteken of dat groen of groengeel is. Sluit de blauwe draad aan op het aansluitpunt dat is gemarkeerd met de letter N of dat zwart is. Sluit de bruine draad aan op het aansluitpunt dat is gemarkeerd met de letter L of dat rood is. OPGEPAST OPMERKING 48 Ter opwarming van het systeem moet de hoofdstroomschakelaar ten minste vijf (5) uur vóór het gebruik zijn ingeschakeld. Laat de hoofdstroomschakelaar op ON staan tenzij u het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt. Hoofdstroomschakelaar ON Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact of schakel de stroomonderbreker uit of schakel de hoofdschakelaar uit om de airconditioner van de kamer volledig los te koppelen van de netstroom als u het apparaat langere tijd niet gebruikt. VEILIGHEIDSINSTRUCTIES • Lees deze gebruiksinstructies zorgvuldig door voordat u de airconditioner gebruikt. Neem contact op met uw dealer als u nog steeds problemen hebt. • Deze airconditioner is ontworpen om te zorgen voor aangename omstandigheden in uw kamer of andere ruimte. Gebruik het apparaat alleen waarvoor het is bedoeld en zoals is beschreven in deze gebruiksinstructies. Raadpleeg uw erkende dealer of een bevoegd specialist omtrent het gebruik van het voorgeschreven koelmiddel. Het gebruik van een ander dan het voorgeschreven type kan barsten of andere schade aan de apparatuur veroorzaken, met kans op persoonlijk letsel. Raak de unit nooit met natte handen aan. Gebruik of bewaar nooit benzine of andere ontvlambare gassen of vloeistoffen in de buurt van de airconditioner. Dit is zeer gevaarlijk. Gebruik dit apparaat niet in een ruimte waar mogelijk explosiegevaar dreigt. Deze airconditioner heeft geen ventilator voor de inlaat van frisse lucht van buiten. U moet regelmatig deuren of ramen open zetten als u in dezelfde ruimte gas- of olieverwarming gebruikt. Deze verbruiken namelijk veel zuurstof uit de lucht. Als u dat niet doet, loopt u in extreme gevallen risico op verstikking. Zorg voor een apart stopcontact voor elke unit en in elke afzonderlijke lijn voor een stroomschakelaar, stroomonderbreker en aardlekschakelaar ter bescherming tegen overstroom. Zorg voor een apart stopcontact voor elke unit en conform de bedradingsregels moet er volledige ontkoppeling, dat wil zeggen een ontkoppeling van het stopcontact in alle polen worden geïmplementeerd in de vaste bedrading. OPGEPAST Schakel de airconditioner niet in en uit via de hoofdstroomschakelaar. Gebruik de ON/OFF-knop. Steek geen voorwerpen in de luchtuitlaat van de buitenunit. Dit is gevaarlijk omdat de ventilator op hoge snelheid draait. Raak de luchtinlaat of de scherpe aluminium bladen van de buitenunit niet aan. Als u dat wel doet, kunt u letsel oplopen. Zorg voor een minimale afstand van 1,5 m tussen de unit en het brandalarm en de luchtuitlaat. Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik door personen (kinderen inbegrepen) met verminderde fysieke, sensorische of mentale capaciteiten, of zonder ervaring of kennis, tenzij onder toezicht van of na instructie door een persoon die voor hun veiligheid verantwoordelijk is. Pas op dat kinderen niet met het apparaat spelen. Zorg ervoor dat u de ruimte niet te veel koelt of verwarmt als er baby's of invalide personen aanwezig zijn. Ga niet op de unit zitten of staan. Als u dat wel doet, kunt u er vanaf vallen. Steek geen voorwerpen in de VENTILATORBEHUIZING. Als u dat wel doet, kunt u letsel oplopen en kan de unit beschadigd raken. Ter voorkoming van mogelijke gevaren vanwege defecte isolatie moet de unit worden geaard. Reinig nooit het binnenste van de binnen- en buitenunits. Laat de reiniging uitvoeren door een bevoegde dealer of specialist. Repareer bij storingen dit apparaat niet zelf. Neem voor reparaties contact op met de dealer of onderhoudsservice. Lekkage van koelmiddelgas kan leiden tot brand. Zorg er om veiligheidsredenen voor dat u de airconditioner uitschakelt en ook de stekker uit het stopcontact haalt voordat u het apparaat reinigt of onderhoud pleegt. Trek in geval van nood de stekker van het netsnoer uit het stopcontact of schakel de stroomonderbreker uit of schakel de hoofdschakelaar uit om de airconditioner van de kamer volledig los te koppelen van de netstroom. 49 NEDERLANDS WAARSCHUWING AANKONDIGING • Tijdens onweer kan de compressor af en toe stoppen. Dit is normaal. De unit start weer automatisch na enkele minuten. • De Engelse tekst bevat de originele instructies. Tekst in andere talen is een vertaling van de originele instructies. Gebruik het product niet langer als zich een abnormale situatie of storing voordoet en haal de stekker uit het stopcontact. (Risico op rook/brand/elektrische schok) Voorbeelden van abnormale situaties/ storingen - Het product start soms niet wanneer het wordt ingeschakeld. - De stroomtoevoer wordt soms verbroken bij verplaatsing van het netsnoer. - Als het apparaat in bedrijf is, ruikt u een verbrande geur of hoort u een abnormaal geluid. - De kast is vervormd of abnormaal heet. Neem onmiddellijk contact op met uw leverancier voor onderhoud/reparatie. 50 INFORMATIE Bedrijfscondities Gebruik deze airconditioner bij de volgende temperaturen. Temperatuurbereik binnen: Koelmodus 14°C ~ 25°C (*WBT) / 18°C ~ 32°C (*DBT) Verwarmingsmodus 16°C ~ 30°C (*DBT) Temperatuurbereik buiten: Koelmodus -15°C ~ 46°C (*DBT) Verwarmingsmodus -20°C ~ 18°C (*WBT) / -20°C ~ 24°C (*DBT) *DBT: Droge-boltemperatuur *WBT: Wet-bulb temperature, natte-boltemperatuur Deze symbolen op de producten, verpakkingen, en/of begeleidende documenten betekenen dat gebruikte elektrische en elektronische producten en batterijen niet met het algemene huishoudelijke afval gemengd mogen worden. Voor een correcte behandeling, recuperatie en recyclage van oude producten en lege batterijen moeten zij naar de bevoegde verzamelpunten gebracht worden in overeenstemming met uw nationale wetgeving en de Richtlijnen 2002/96/EC en 2006/66/EC. Door deze producten en batterijen correct te verwijderen draagt u uw steentje bij tot het beschermen van waardevolle middelen en tot de preventie van potentiële negatieve effecten op de gezondheid van de mens en op het milieu die anders door een onvakkundige afvalverwerking zouden kunnen ontstaan. Voor meer informatie over het verzamelen en recycleren van oude producten en batterijen, gelieve contact op te nemen met uw plaatselijke gemeente, uw afvalverwijderingsdiensten of de winkel waar u de goederen gekocht hebt. Voor een niet-correcte verwijdering van dit afval kunnen boetes opgelegd worden in overeenstemming met de nationale wetgeving. Voor zakengebruikers in de Europese Unie Indien u elektrische en elektronische uitrusting wilt vewijderen, neem dan contact op met uw dealer voor meer informatie. Pb [Informatie over de verwijdering in andere landen buiten de Europese Unie] Deze symbolen zijn enkel geldig in de Europese Unie. Indien u wenst deze producten te verwijderen, neem dan contact op met uw plaatselijke autoriteiten of dealer, en vraag informatie over de correcte wijze om deze producten te verwijderen. Opmerking over het batterijensymbool (beneden twee voorbeelden): Dit symbool kan gebruikt worden in verbinding met een chemisch symbool. In dat geval wordt de eis, vastgelegd door de Richtlijn voor de betrokken chemische producten vervuld. 51 NEDERLANDS Informatie voor gebruikers betreffende het verzamelen en verwijderen van oude uitrustingen en lege batterijen BEDIENING Namen van de onderdelen BINNENUNIT N1 Kanaaltype Luchtafvoerleiding Ophangbout Boutanker Luchtuitblaasrooster Binnenunit Plafondmateriaal Draadloze afstandsbediening (optionele onderdelen) OPMERKING Raadpleeg de gebruiksinstructies bij de optionele draadloze afstandsbediening. (Draadloos type: beschikbaar voor alle binnenunits) Timerafstandsbediening (optionele onderdelen) OPMERKING 52 Raadpleeg de gebruiksinstructies bij de optionele timerafstandsbediening. (Type met snoer: beschikbaar voor alle binnenunits) SPECIALE OPMERKINGEN "DROOG"-modus Werking • Zodra in de ruimte de ingestelde temperatuur is bereikt, herhaalt de unit automatisch de inen uitschakelcyclus. • Om te voorkomen dat de vochtigheid in de ruimte weer stijgt, wordt ook de binnenventilator uitgeschakeld als de unit wordt stopgezet. • De ventilatorsnelheid is automatisch ingesteld op "LO." en kan niet worden aangepast. • De "DROOG"-modus is niet mogelijk als de buitentemperatuur 15 °C of lager is. Verwarmingsmodus Ontdooien (standby) op het display OPMERKING • Omdat dit apparaat de ruimte verwarmt door middel van de warmte van de buitenlucht (warmtepompsysteem), daalt het verwarmingsrendement bij een zeer lage buitentemperatuur. Gebruik een ander verwarmingsapparaat in combinatie met deze unit als de verwarming met deze warmtepomp onvoldoende is. • Als de buitentemperatuur laag is, kan zich rijp of ijs vormen op de warmtewisselaarsspiraal, waardoor de verwarmingsprestaties afnemen. Als dit gebeurt, wordt het microcomputergestuurde ontdooisysteem geactiveerd. Tegelijkertijd wordt de ventilator van de binnenunit stopgezet (of in bepaalde gevallen heel laag gezet) en ziet u op het display de aanduiding "STANDBY" tot het ontdooien is voltooid. Na enkele minuten wordt de verwarmingsmodus hervat. (Dit interval varieert enigszins afhankelijk van de buitentemperatuur en de manier waarop de rijp zich vormt.) • De binnenventilator begint pas enkele minuten na de start van de verwarmingsmodus te draaien (of draait in sommige gevallen zeer langzaam) totdat de binnenwarmtewisselaarsspiraal voldoende is opgewarmd. Dit komt omdat een koudetochtpreventiesysteem actief is. Gedurende " (standby) zichtbaar op het display. deze periode blijft de aanduiding " • " " (standby) blijft zichtbaar tijdens het ontdooien en als de compressor is uitgeschakeld (of als de unit op zeer lage snelheid werkt) door de thermostaat als het systeem in de verwarmingsmodus staat. • Als het ontdooien is voltooid en de compressor weer is ingeschakeld, wordt " " (standby) automatisch uitgeschakeld als de verwarmingsmodus wordt hervat. Stroomstoring tijdens de werking van de unit Bij tijdelijke stroomuitval wordt de unit automatisch weer opgestart (na herstel van de stroomtoevoer) met dezelfde instellingen als vóór de stroomstoring. ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING Luchtinlaat- en -uitlaatzijde (binnenunit) OPGEPAST 1. Zorg er om veiligheidsredenen voor dat u de airconditioner uitschakelt en ook de stekker uit het stopcontact haalt voordat u het apparaat reinigt. 2. Giet geen water op de binnenunit om deze te reinigen. Als u dat wel doet, beschadigt u de interne onderdelen en loopt u het risico op een elektrische schok. Reinig de luchtinlaat- en uitlaatzijde van de binnenunit met de borstel van de stofzuiger of wrijf ze schoon met een schone, zachte doek. Gebruik bij vlekken op deze onderdelen een schone, met water bevochtigde doek. Zorg ervoor dat u bij het reinigen van de luchtuitlaatzijde de bladen niet uit positie duwt. 1. Gebruik bij reiniging van de binnenunit nooit oplosmiddelen of scherpe chemische stoffen. Wrijf kunststof onderdelen niet schoon met zeer heet water. 2. Sommige metalen randen en de bladen zijn scherp en kunnen letsel veroorzaken als u ze verkeerd aanpakt. Pas daarom goed op als u deze onderdelen reinigt. 3. De interne spiraal en andere onderdelen van de buitenunit moeten regelmatig worden gereinigd. Neem contact op met uw dealer of onderhoudsservice. 53 NEDERLANDS Verwarmingsprestaties STORINGEN VERHELPEN Als uw airconditioner niet naar behoren werkt, controleert u dan eerst de volgende punten voordat u de hulp van een reparateur inroept. Als het niet lukt om het probleem te verhelpen, raadpleegt u dan uw leverancier of een onderhoudsdienst. BINNENUNIT Probleem Lawaai Oorzaak Geluiden van stromend water tijdens of na de werking. • Geluid van het koelmiddel dat door het apparaat stroomt. • Geluid van overtollig water dat via de afvoerbuis wordt afgevoerd. Krakende geluiden tijdens of na de werking. Geluiden van uitzettende of krimpende materialen door temperatuurverandering. Geur Tijdens de werking komt er een vreemde geur uit het apparaat. De geuren in huis, zoals etensluchtjes, parfum en sigarettenrook, zijn door de airconditioner opgezogen en worden nu weer uitgeblazen. Het inwendige van het apparaat is stoffig. Raadpleeg uw leverancier. Condenswater Tijdens de werking condenseert er vocht uit de lucht in de buurt van de luchtuitlaat. Het vocht uit de lucht condenseert in de koelende luchtstroom en vormt druppels. Mist Er treedt mistvorming op tijdens de koelwerking. (Plaatsen waar vaak een vettige lucht hangt, zoals in restaurants.) • Inwendig reinigen is noodzakelijk, aangezien het binnenwerk (de warmtewisselaar) vuil is. Raadpleeg uw leverancier, aangezien het nodige onderhoud technisch van aard is. • Tijdens het ontdooien. De ventilator draait een tijdje door, ook als is de werking gestopt. • De ventilator draait door voor een soepele werking. • De ventilator kan soms blijven draaien door de drogende warmtewisselaar, vanwege de instellingen. De uitblaasrichting verandert tijdens de werking. Instellen van de uitblaasrichting lukt niet. De uitblaasrichting kan niet gewijzigd worden. • Wanneer de temperatuur van de uitgeblazen lucht erg laag is, evenals tijdens het ontdooien, wordt automatisch de horizontale uitblaasrichting aangehouden. • De stand van de jaloezien wordt soms afzonderlijk ingesteld. Wanneer de uitblaasrichting wordt gewijzigd, bewegen de jaloezien enkele malen achtereen, om dan te stoppen in de gekozen stand. Wanneer de uitblaasrichting wordt gewijzigd, bewegen de jaloezien na het opzoeken van de normale uitgangsstand. Stof Stofopeenhoping in de binnenunit wordt afgevoerd. BUITENUNIT Probleem Het apparaat werkt niet. Onmiddellijk nadat het apparaat AAN is gezet. Lawaai Tijdens de verwarming klinken er vaak bijgeluiden. Stoom Tijdens de verwarming komt er vaak stoom vrij. Wanneer de werking wordt gestopt en onmiddellijk hervat. Na stoppen met de afstandsbediening blijft de ventilator van de buitenunit soms een tijdlang doordraaien, ook al is de buitencompressor gestopt. 54 Oorzaak De werking begint nog even niet gedurende ongeveer de eerste 3 minuten, omdat het compressorbeveiligingscircuit is ingeschakeld. Tijdens het ontdooien De ventilator draait door voor een soepele werking. CONTROLEREN VOORDAT U EEN REPARATEUR BELT Probleem De airconditioner werkt helemaal niet, ook al is de stroom ingeschakeld. Onvoldoende koeling of verwarming Oorzaak Er is een stroomonderbreking (geweest). Oplossing Druk weer op de AAN/UIT-toets van de afstandsbediening. De bedieningstoets staat in de uit-stand. • Schakel de stroom weer in als de hoofdstroomschakelaar werd uitgeschakeld. • Als de stroomonderbreker vanzelf is uitgeschakeld, raadpleegt u dan uw leverancier zonder opnieuw in te schakelen. Er is een zekering gesprongen. Als er een zekering is gesprongen, raadpleegt u uw leverancier. De luchtinlaat of luchtuitblaasopening van de binnen- en buitenunits is verstopt door stof of ander materiaal. Verwijder het stof en blokkerend materiaal. De windsnelheidsschakelaar staat op "Low". Schakel over naar "High" of "Strong". Onjuiste temperatuurinstellingen. Zie de "TIPS VOOR ENERGIEBESPARING". Er komt direct zonlicht de kamer binnen in de koelingsstand. Het luchtfilter is verstopt. Zie onder "ONDERHOUD EN REINIGING". Te veel warmtebronnen in de kamer in de koelingsstand. Verminder het aantal warmtebronnen en gebruik ze zo min mogelijk. Te veel personen in de kamer in de koelingsstand. Verminder de temperatuurinstellingen of of schakel over naar "High" of "Strong". Als uw airconditioner nog steeds niet goed werkt, ook na het controleren van de bovenstaande punten, stopt u dan eerst de werking en schakel de stroom uit. Neem vervolgens contact op met uw leverancier en geef het serienummer en de aard van het probleem door. Probeer nooit om zelf uw airconditioner te repareren, want dat zou zeer gevaarlijk voor u kunnen zijn. Tevens en de letters E, F, H, L, P in combinatie met bepaalde cijfers verschijnen op het LCD-scherm geeft u door of het inspectieteken van de afstandsbediening. TIPS VOOR ENERGIEBESPARING Vermijden • Blokkeer de luchtinlaat en de uitblaasopening van het apparaat niet. Als n hiervan geblokkeerd wordt, zal het apparaat niet goed werken en kan het schade oplopen. • Zorg dat er geen direct zonlicht de kamer binnenstroomt. Sluit de gordijnen, jaloezien of zongordijnen. Zolang de wanden of het plafond van de kamer door de zon verwarmd worden, zal het koelen van de kamer langer duren. Vooral doen • Houd het luchtfilter altijd zo schoon mogelijk. (Zie "ONDERHOUD EN REINIGING".) Bij een verstopt filter zullen de prestaties van het apparaat afnemen. • Om te voorkomen dat de frisse lucht na airconditioning direct ontsnapt, dient u ramen, deuren en andere openingen gesloten te houden. OPMERKING Als de stroom uitvalt terwijl het apparaat in werking is Als de stroomvoorziening van dit apparaat tijdelijk wegvalt, zal het apparaat automatisch de werking hervatten zodra het weer stroom krijgt, met dezelfde instellingen als van vr de stroomonderbreking. 55 NEDERLANDS Er staan n of meer deuren en/of ramen open.
1 / 1