Wij danken u voor de aanschaf van het Tamron-objectief. Voordat u uw nieuwe objectief gaat gebruiken, wordt u verzocht deze
gebruiksaanwijzing door te lezen om het objectief goed te gebruiken. Het is ook belangrijk dat u de handleiding doorleest van de
camera waarop u het objectief zult bevestigen. Bewaar deze gebruikershandleiding na het lezen op een veilige plaats.
Lees ook het document “Voorzorgsmaatregelen voor veilig gebruik van Tamron-objectieven” dat bij het objectief is meegeleverd voor
de gedetailleerde voorzorgsmaatregelen die moeten worden nageleefd tijdens het gebruik van Tamron-objectieven.
• Verklaart de voorzorgen die u kunt nemen om problemen te voorkomen.
• Verklaart dingen die nuttig zijn om te weten, naast de basisbediening.
ONDERDEELNAMEN (Zie Fig. 1)
① Zonnekap ② Merkteken voor zonnekapaansluiting
③ Merkteken voor zonnekapvergrendeling ④ Filterring
⑤ Merkteken voor zonnekapontgrendeling ⑥ Scherpstelring
⑦ Brandpuntsafstandsschaal ⑧ Brandpuntsafstandsmerkteken
⑨ Knop scherpstellen instellen ⑩ Zoomring
⑪ Aansluitingspoort ⑫ Aansluitingsmerkteken voor objectief
⑬ Aansluitcontacten tussen het objectief en de camera
HOOFDSPECIFICATIES
Model A068
Brandpuntsafstand 17 - 50 mm
Maximale diafragma-opening F/4
Zichthoek (diagonaal) 103°41' - 46°48'
Optische constructie 13/15
Minimale scherpstelafstand 0,19 m (Groothoekobjectief) / 0,3 m (Telescoopobjectief)
Maximale vergrootratio 1:4,6 (minimale scherpstelafstand bij gebruik van groothoekobjectief)
1:3,8 (minimale scherpstelafstand bij gebruik van telescoopobjectief)
Filterdiameter ø 67 mm
Lengte 114,4 mm
Maximale diameter ø 74,8 mm
Gewicht 460 g
Zonnekap HA062
Aansluitingstype USB type-C
• Lengte: Van voorkant van de lens tot het bevestigingsoppervlak.
• Eigenschappen, uiterlijk, werking enz., kunnen worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving.
HET OBJECTIEF BEVESTIGEN EN VERWIJDEREN
Verwijder de achterste objectiefkap. Plaats het aansluitingsmerkteken voor objectief ⑫ tegenover het bevestigingsmerkteken op de
camera en plaats het objectief op de camera.
Draai het objectief met de klok mee tot het vastklikt.
Om het objectief te verwijderen, draait u de lens in de tegenovergestelde richting terwijl u de objectiefontgrendelingsknop op de camera
indrukt.
• Schakel de camera uit voordat u het objectief bevestigt of verwijdert.
• Voor nadere informatie verwijzen wij naar de gebruiksaanwijzing van uw camera.
SCHERPSTELLINGSSTAND IN- OF UITSCHAKELEN
Selecteer de gewenste scherpstelmodus op de camera.
Voor handmatig scherpstellen draait u de scherpstelring ⑥ om de gewenste scherpstelling te verkrijgen.
Voor nadere informatie verwijzen wij naar de gebruiksaanwijzing van uw camera.
• In AF-stand kan de automatische scherpstelling mogelijk moeilijk werken naargelang het onderwerp.
KNOP SCHERPSTELLEN INSTELLEN (Fig. 1)
Druk op de knop scherpstellen instellen ⑨ om de functie die vanop de camera is toegewezen, uit te voeren.
Raadpleeg de handleiding van de camera voor meer informatie.
AANSLUITINGSPOORT (Fig. 1)
Objectieven met de aansluitingspoort ⑪ kunnen op een computer worden aangesloten met de TAMRON-aansluitingskabel (afzonderlijk
verkrijgbaar). Als u dan de speciale toepassing “TAMRON Lens Utility
TM
” gebruikt, zult u de firmware kunnen bijwerken en functies kunnen
registreren voor de knop scherpstellen instellen ⑨.
Raadpleeg de onlinehulp van “TAMRON Lens Utility” via de onderstaande link voor meer informatie.
https://www.tamron.com/jp/consumer/support/help/lensutility/en/
• Gebruik de TAMRON-aansluitingskabel (afzonderlijk verkrijgbaar) enkel om het TAMRON-objectief uitgerust met een
aansluitingspoort op een computer aan te sluiten.
• Tamron is niet verantwoordelijk voor verlies of beschadiging van gegevens bij het gebruik van de TAMRON-aansluitingskabel
(afzonderlijk verkrijgbaar).
ZOOMEN (Fig. 1)
Draai de zoomring ⑩ om de brandpuntafstand (zoompositie) in de gewenste positie te plaatsen.