• Het zoekerbeeld kan onmiddellijk nadat de ontspanknop half werd ingedrukt, onscherp worden. Dit is een gevolg van de
principes van VC en geen storing.
• Als u de VC gebruikt, is het aantal opneembare beelden beperkt wegens de energie die door de camera wordt gebruikt.
• Deactiveer de beeldstabilisatie (Vibration Compensation) in de camera-instellingen wanneer u fotografeert met de camera
bevestigd op iets anders dan uw hand (zoals een statief).
• U kunt de lens voelen rammelen als u de camera uitzet of als u de lens uit de camera haalt. Dit is geen storing.
• Voor nadere informatie verwijzen wij naar de gebruiksaanwijzing van uw camera.
KNOP SCHERPSTELLEN INSTELLEN (Fig. 1)
Druk op de knop scherpstellen instellen ⑩ om de functie die vanop de camera is toegewezen, uit te voeren.
Raadpleeg de handleiding van de camera voor meer informatie.
AANSLUITINGSPOORT (Fig. 1)
Objectieven met de aansluitingspoort ⑬ kunnen op een computer worden aangesloten met de TAMRON-aansluitingskabel (afzonderlijk
verkrijgbaar). Als u dan de speciale toepassing “TAMRON Lens Utility
TM
” gebruikt, zult u de firmware kunnen bijwerken en functies kunnen
registreren voor de schakelaar aangepast ⑫.
Raadpleeg de onlinehulp van “TAMRON Lens Utility” via de onderstaande link voor meer informatie.
https://www.tamron.com/jp/consumer/support/help/lensutility/en/
• Gebruik de TAMRON-aansluitingskabel (afzonderlijk verkrijgbaar) enkel om het TAMRON-objectief uitgerust met een
aansluitingspoort op een computer aan te sluiten.
• Tamron is niet verantwoordelijk voor verlies of beschadiging van gegevens bij het gebruik van de TAMRON-aansluitingskabel
(afzonderlijk verkrijgbaar).
SCHAKELAAR AANGEPAST (Fig. 1)
Met de schakelaar aangepast ⑫ kunt u tussen de functies wisselen die voor het objectief zijn geregistreerd met de speciale toepassing
“TAMRON Lens Utility”.
ZOOMEN (Fig. 1)
Draai de zoomring ⑦ om de brandpuntafstand (zoompositie) in de gewenste positie te plaatsen.
ZOOMVERGRENDELING (Fig. 1, 2, 3)
U kunt de zoomring ⑦ vergrendelen bij een brandpuntafstand van 70 mm zodat hij niet draait.
Instellen van de zoomvergrendeling (Fig. 2)
Lijn uit op 70 mm op de brandpuntafstandsschaal ⑧ met de brandpuntafstandsmarkering ⑨.
Stel de zoomvergrendelschakelaar ⑪ in de richting van het onderwerp in.
Ontgrendelen van de zoomvergrendeling (Fig. 3)
Stel de zoomvergrendelschakelaar ⑪ in de richting van de camera in.
• Om te zoomen deactiveert u de vergrendeling en draait u aan de zoomring ⑦.
ZONNEKAP (Fig. 1, 4, 5)
De kap ① kan nadelige invloeden van strooilicht voorkomen.
Gebruiken van de zonnekap (Fig. 4)
Zorg ervoor dat het merkteken voor zonnekapaansluiting ② op de zonnekap tegenover het merkteken voor zonnekapontgrendeling
⑤ van het objectief staat.
Draai de kap ① in de richting van de pijl tot het merkteken voor zonnekapvergrendeling ③ tegenover het merkteken voor
zonnekapontgrendeling ⑤ staat.
Opbergen van de zonnekap (Fig. 5)
Plaats de kap ① omgekeerd en roteer deze tot ze vastklikt.
• Houd er rekening mee dat de periferie van het gefotografeerde onderwerp donkerder kan worden als de zonnekap ① niet
correct is bevestigd.
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ HET GEBRUIK
• Er wordt een intern scherpstellingssysteem (IF) gebruikt om de minimale scherpstelafstand korter te maken. De zichthoek kan breder
zijn dan die van objectieven die andere scherpstellingssystemen gebruiken bij fotograferen op een afstand die dichter is dan oneindig.
• De zonnekap of het objectief kan het licht van de flits blokkeren. Het wordt aanbevolen om eerst een testopname te maken.
• Verschillen in de schermsystemen van camera's kunnen leiden tot de weergave van waarden die verschillen van de maximale en
minimale diafragmawaarden in de specificaties. Dit wijst niet op een fout.
• Raak de aansluitcontacten tussen het objectief en de camera ⑮ niet aan met uw vingers. Anders kan dit een storing veroorzaken.
• Als de temperatuur plots verandert, kan er condensatie optreden en storingen veroorzaken.
• De voorste lens is voorzien van een vuilafstotende coating. Nadat u het stof op het objectief hebt verwijderd met een blazer o.i.d.,
veegt u het schoon met een droog doekje.
• Gebruik nooit benzeen, verdunner of andere organische oplosmiddelen om het objectief te reinigen.
• Berg het objectief op in een schone en goed geventileerde ruimte.
• Raadpleeg onze website voor meer informatie over de reiniging en opslag van het objectief, de compatibiliteit met camera's en andere
ondersteuningsinformatie. https://www.tamron.com/global/consumer/support/
Verwijderen van elektrische en elektronische apparatuur in privé-huishoudens. Verwijderen van
gebruikte elektrische en elektronische apparatuur (van toepassing in de Europese Unie en andere
Europese landen met systemen voor gescheiden ophaling)
Dit symbool geeft aan dat dit product niet mag worden behandeld als huishoudelijk afval.
Het moet afzonderlijk worden ingezameld voor recycling van elektrische en elektronische apparatuur.
Als het product nieuw wordt aangekocht, kan het aan het einde van de levenscyclus opnieuw worden ingeleverd
bij de distributeur of via het systeem voor inzameling van gebruikte elektrische en elektronische apparatuur.
Door ervoor te zorgen dat dit product correct wordt verwijderd, helpt u de mogelijke negatieve gevolgen voor het milieu en de
volksgezondheid te voorkomen die anders zouden kunnen worden veroorzaakt door de onjuiste verwerking van dit product of
onderdelen van dit product op het einde van de levenscyclus.
Als dit product illegaal wordt gedumpt, kan dit wettelijk worden bestraft. Voor meer gedetailleerde informatie betreffende de
recycling van dit product kunt u contact opnemen met uw lokale gemeentebestuur, uw gemeentelijke dienst voor huisvuilophaling
of de winkel waar u het product hebt gekocht.