CAME GGT80 Installatie gids

Type
Installatie gids
Automatische slagbomen
GGT80AGS GGT80RGS GGT80ACS
GGT80AX4 GGT80AX6
INSTALLATIEHANDLEIDING
FA01918-NL
NL
Nederlands
HANDMATIGE ONTGRENDELING VAN DE SLAGBOOM
De ontgrendeling kan gevaarlijk zijn voor de gebruiker als door een ongeluk of montagefouten de slagboom niet intact is of niet goed bevestigd is.
In deze gevallen garanderen de gespannen veren niet meer dat de slagboom in balans is, waardoor deze tijdens de ontgrendeling plotseling kan draaien.
De handmatige ontgrendeling kan een ongecontroleerde beweging van de automatisering veroorzaken als deze niet in evenwicht is of als er sprake is van
mechanische afwijkingen.
De automatisering werkt niet als de motor ontgrendeld is.
De balansveren mogen niet onder spanning staan (boom in verticale positie) om onderhoudswerkzaamheden aan het hekwerk te kunnen uitvoeren.
Pag. 3 - Handleiding FA01918-NL - 12/2022 - © CAME S.p.A. - De inhoud van deze handleiding kan op elk ogenblik en zonder verplichting tot waarschuwing vooraf worden gewijzigd. - Vertaling van de originele handleiding
ALGEMENE WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR
Belangrijke veiligheidsinstructies.
Volg alle instructies op; een onjuiste installatie kan tot ernstig letsel leiden.
Lees, alvorens met uw werkzaamheden te beginnen, ook de algemene waarschuwingen voor de gebruiker.
Dit product mag alleen worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor het expliciet is bestemd. Elk ander gebruik moet als gevaarlijk
worden beschouwd. • De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade die is veroorzaakt door oneigenlijk,
verkeerd en onverstandig gebruik. • Het product waar deze handleiding bij hoort, wordt volgens de machinerichtlijn 2006/42/EG
gedefinieerd als een niet-voltooide machine. • Een niet-voltooide machine is een samenstel dat bijna een machine vormt maar
dat niet zelfstandig een bepaalde toepassing kan realiseren. • Niet-voltooide machines zijn uitsluitend bedoeld om te worden
ingebouwd in of samengebouwd met andere machines, andere niet-voltooide machines of apparaten, tot een machine waarop
de machinerichtlijn 2006/42/EG van toepassing is. • De eindinstallatie moet conform de machinerichtlijn 2006/42/EG en de
geldige toepasselijke Europese normen zijn. • De producent wijst iedere aansprakelijkheid af voor het gebruik van niet-originele
producten. Dergelijk gebruik maakt tevens de garantie ongeldig. • Alle in deze handleiding aangegeven verrichtingen mogen
uitsluitend door bekwaam en gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd en met inachtneming van de geldende wetgeving.
• De plaatsing van de kabels, de installatie, de aansluiting en de keuring moeten op professionele wijze worden uitgevoerd en
met inachtneming van de geldende normen en wetten. • Vergewis u ervan dat tijdens de installatie de stroom is uitgeschakeld.
• Controleer of de installatieplek geschikt is voor het aangegeven temperatuurbereik. • Verzeker u ervan dat de opening van
de automatische slagboom geen gevaarlijke situaties veroorzaakt. • Installeer de slagboom niet op hellende (d.w.z. niet-rechte)
ondergronden. • Monteer de automatisering niet op elementen die door kunnen buigen. Voeg, indien nodig, versterkingen toe
aan de bevestigingspunten. • Zorg ervoor dat het product op zijn installatieplek niet nat wordt gemaakt door directe waterstralen
(sproeisystemen, hogedrukreinigers, etc.). • Zorg ervoor dat, conform de installatievoorschriften, het voedingsnet voorzien is van
een meerpolige onderbrekingsschakelaar die beveiliging biedt bij omstandigheden die gelden voor overspanningscategorie III. •
Omhein naar behoren de hele plek om de toegang van onbevoegden, in het bijzonder minderjarigen en kinderen, te voorkomen. •
Zorg er bij handmatige verplaatsing voor dat er voor elke 20 kg een persoon is; bij niet-handmatig verplaatsen dienen er geschikte
middelen te worden gebruikt voor een veilige verplaatsing. • Tijdens de bevestiging kan de automatisering instabiel zijn en kantelen.
Let op dat u niet tegen de slagboom leunt voordat deze volledig bevestigd is. • Gebruik geschikte beveiligingsinrichtingen om
mogelijke mechanische risico's te vermijden als gevolg van de aanwezigheid van personen binnen het bewegingsgebied van de
automatisering. • De elektrische kabels moeten door daarvoor bestemde buizen, geleiders of wartels worden geleid teneinde
geschikte bescherming tegen mechanische schade te garanderen. • Zorg ervoor dat de bewegende mechanische elementen zich
op voldoende afstand van de kabels bevinden. • De elektrische kabels mogen niet in contact komen met onderdelen die tijdens
de werking heet kunnen worden (bijvoorbeeld: motor en transformator). • Alle vaste bedieningen moeten na de installatie duidelijk
zichtbaar zijn en zich op een zodanige plek bevinden dat het geleide deel direct zichtbaar is, maar toch ver van de bewegende
delen. Als er een hold-to-run-bediening is, moet deze op een minimale hoogte van 1,5 m van de grond en buiten het bereik van
onbevoegden geïnstalleerd worden. • Als de doorgangsbreedte meer dan 3 m is, moet verplicht een vaste steun ter ondersteuning
van de slagboom worden gebruikt. • Indien deze nog niet aanwezig is, breng een permanente sticker aan waarop aangegeven staat
hoe de handmatige ontgrendeling bij het bijbehorende aandrijfelement gebruikt moet worden. • Controleer of de automatisering
goed afgesteld is en of de eventuele bijbehorende beveiligingen en beschermingen, evenals de handmatige ontgrendeling, goed
werken. • Voor de overhandiging aan de gebruiker dient te worden gecontroleerd of de installatie voldoet aan de geharmoniseerde
normen en essentiële vereisten in de Machinerichtlijn 2006/42/EG. • Eventuele restrisico's moeten door middel van geschikte
en duidelijk zichtbare pictogrammen worden aangegeven en de betekenis ervan moet aan de eindgebruiker worden uitgelegd. •
Na de voltooiing van de installatie moet het identificatieplaatje van de machine op een goed zichtbare plek worden gemonteerd.
• Als de voedingskabel beschadigd is, moet deze vervangen worden door de producent of de geautoriseerde technische service
of in ieder geval door iemand met een soortgelijke bevoegdheid, om gevaar te voorkomen. • Bewaar deze handleiding in het
technische informatieblad samen met de handleidingen van de andere apparaten die gebruikt worden voor de realisatie van de
automatiseringsinstallatie. • Zorg ervoor dat u de eindgebruiker alle gebruikershandleidingen overhandigt die bij de producten
horen waaruit de uiteindelijke machine bestaat. • Het product in de originele verpakking van de fabrikant mag alleen in een
gesloten omgeving vervoerd worden (treinwagons, gesloten voertuigen). • Wanneer er zich een storing voordoet, onderbreek het
gebruik van het product en neem contact op met het geautoriseerde servicecentrum.
De productiedatum is vermeld in de productiepartij die op het productetiket is gedrukt. Neem indien nodig contact met ons op
via https://www.came.com/global/en/contact-us.
De algemene verkoopvoorwaarden zijn vermeld in de officiële prijslijsten van Came.
Pag. 4 - Handleiding FA01918-NL - 12/2022 - © CAME S.p.A. - De inhoud van deze handleiding kan op elk ogenblik en zonder verplichting tot waarschuwing vooraf worden gewijzigd. - Vertaling van de originele handleiding
Mogelijk gevaarlijke punten voor personen
Gevaar voor beknelling van handen.
Doorgang verboden.
ONTMANTELING EN AFVALVERWERKING
CAME S.p.A. is houder van het ISO-certificaat voor milieumanagement UNI EN ISO 14001 en past deze norm toe in zijn fabrieken om het milieu te beschermen.
CAME beschouwt milieubehoud als een van de steunpilaren van zijn bedrijfs- en marktbeleid en verzoekt u dit tevens in acht te nemen door simpelweg enkele eenvoudige
afvalvoorschriften na te leven:
AFVALVERWERKING VAN DE VERPAKKING
De verpakkingsonderdelen (karton, plastic, etc.) kunnen eenvoudigweg met het stedelijk afval worden verwerkt en hoeven alleen gescheiden te worden voor de recycling.
Voordat u het afval verwerkt, dient u altijd de voorschriften terzake te controleren die gelden in het land van installatie.
VERVUIL HET MILIEU NIET MET AFVAL!
HET PRODUCT AFDANKEN
Voor onze producten zijn verschillende materialen gebruikt. Het meeste afval (aluminium, plastic, ijzer, elektrische kabels) wordt ingedeeld als vast stedelijk afval. Dit afval
kan worden gerecycled via een erkend bedrijf dat gescheiden afval ophaalt.
Andere onderdelen zoals printplaten, zenderbatterijen, etc. kunnen echter vervuilende stoffen bevatten.
Deze moeten daarom bij erkende afvalbedrijven worden ingeleverd voor de verwerking van schadelijk afval.
Voordat u het product ontmantelt, dient u altijd de voorschriften terzake te controleren die gelden in het land waar u het afval verwerkt.
VERVUIL HET MILIEU NIET MET AFVAL!
Pag. 5 - Handleiding FA01918-NL - 12/2022 - © CAME S.p.A. - De inhoud van deze handleiding kan op elk ogenblik en zonder verplichting tot waarschuwing vooraf worden gewijzigd. - Vertaling van de originele handleiding
GEGEVENS EN INFORMATIE OVER HET PRODUCT
Legenda
Dit symbool staat bij tekst die aandachtig dient te worden gelezen.
Dit symbool hoort bij veiligheidsinstructies.
Dit symbool geeft informatie aan die u aan de gebruiker van het product moet verstrekken.
De maten zijn, tenzij anders vermeld, in millimeters.
Beschrijving
803BB-0180
GGT80AGS - Automatische slagboom met onomkeerbare motor 24 V DC met encoder; kast van verzinkt en gelakt staal met plaats voor uitrustingen. Inclusief balansveren.
803BB-0220
GGT80RGS - Automatische slagboom met onomkeerbare motor 24 V DC met encoder; kast van verzinkt en gelakt staal met plaats voor uitrustingen. Inclusief balansveren.
803BB-0250
GGT80AX4 - Automatische slagboom met onomkeerbare motor 24 V DC met encoder; kast van gesatineerd AISI 304 staal met plaats voor uitrustingen. Inclusief
balansveren.
803BB-0270
GGT80AX6 - Automatische slagboom met onomkeerbare motor 24 V DC met encoder; kast van gesatineerd AISI 316 staal met plaats voor uitrustingen. Inclusief
balansveren.
803BB-0290
GGT80ACS - Automatische slagboom met onomkeerbare motor 24 V DC met encoder; kast van verzinkt en gepersonaliseerd RAL-gelakt staal met plaats voor uitrustingen.
Inclusief balansveren.
Gebruiksbestemming
De ideale oplossing voor toepassingen in appartementengebouwen en industriële omgevingen
Elke andere installatie en soorten gebruik die niet overeenstemmen met wat is voorgeschreven in deze handleiding, zijn verboden.
Gebruikslimieten
MODELLEN GGT80AGS GGT80RGS GGT80AX4 GGT80AX6 GGT80ACS
Max. doorgangsbreedte (m) 7,8 7,8 7,8 7,8 7,8
Technische specificaties
MODELLEN GGT80AGS GGT80RGS GGT80AX4 GGT80AX6 GGT80ACS
Voeding (V - 50/60 Hz) 230 AC 120 AC 230 AC 230 AC 230 AC
Maximale opgenomen stroom (A) 1,1 2,2 1,1 1,1 1,1
Motorvoeding (V) 24 DC 24 DC 24 DC 24 DC 24 DC
Verbruik in stand-by (W) 77777
Vermogen (W) 300 300 300 300 300
Kleur 7024 7024 - - RAL X
Bedrijfstemperatuur (°C) -20 ÷ +55
(-40 met art.
001PSRT01)
-20 ÷ +55 (-40 met
art. 001PSRT01)
-20 ÷ +55
(-40 met art.
001PSRT01)
-20 ÷ +55
(-40 met art.
001PSRT01)
-20 ÷ +55
(-40 met art.
001PSRT01)
Koppel (Nm) 600 600 600 600 600
Duur opening naar 90° (s) 4 ÷ 8 4 ÷ 8 4 ÷ 8 4 ÷ 8 4 ÷ 8
Cycli/uur 160 160 160 160 160
Cycli/dag 2500 2500 2500 2500 2500
Beschermingsgraad (IP) 54 54 54 54 54
Isolatieklasse IIIII
Gewicht (kg) 90 90 90 90 90
Opslagtemperatuur (°C)* -20 ÷ +70 -20 ÷ +70 -20 ÷ +70 -20 ÷ +70 -20 ÷ +70
Gemiddelde levensduur (Cycli)** 3.000.000 3.000.000 3.000.000 3.000.000 3.000.000
(*) Voor de installatie dient het product op kamertemperatuur worden bewaard indien het bij zeer lage of zeer hoge temperaturen opgeslagen of getransporteerd
werd.
(**) De gemiddelde levensduur van het vermelde product moet als een louter indicatief en geschat gegeven te worden beschouwd, rekening houdend met normale
gebruiksomstandigheden, alsook een correcte installatie en onderhoud van het product, in overeenstemming met de aanwijzingen van de technische handleiding
van CAME. De levensduur wordt, ook in aanzienlijke mate, beïnvloed door andere variabele factoren, waaronder, maar niet beperkt tot, klimatologische en
omgevingsomstandigheden. De gemiddelde levensduur van het product mag niet verward worden met de garantie van het product.
Pag. 6 - Handleiding FA01918-NL - 12/2022 - © CAME S.p.A. - De inhoud van deze handleiding kan op elk ogenblik en zonder verplichting tot waarschuwing vooraf worden gewijzigd. - Vertaling van de originele handleiding
Zekeringentabel
MODELLEN GGT80AGS GGT80RGS GGT80AX4 GGT80AX6 GGT80ACS
Lijnzekering 1,6 A-F 3,15 A-F 1,6 A-F 1,6 A-F 1,6 A-F
Zekering uitrustingen 2 A-F 2 A-F 2 A-F 2 A-F 2 A-F
Zekering printplaat 4 A-F 4 A-F 4 A-F 4 A-F 4 A-F
Zekering motor 10 A-F 10 A-F 10 A-F 10 A-F 10 A-F
Beschrijving van de onderdelen
Slagboom
1
Kap
2
Bevestigingsplaat van de boom
3
Tussenliggende plaat
4
Bevestigingsflens
5
Afdekking valbescherming
6
Openingen voor de bevestiging van de fotocellen
7
Slot voor de ontgrendeling
8
Kast
9
Inspectieluik
10
Slot inspectieluik
11
Stuurkast
12
Microveiligheidsschakelaar kap open
13
Mechanische stop voor de boomregelaar
14
Hendelarm
15
Motor met encoder
16
Voedingseenheid
17
Lijnzekering
18
Klemmenbord voor de voeding
19
Bevestigingsplaat
20
Anker
21
Afsluitdop voor het boomprofiel
22
Borgpen van de veer
23
001G06080 - Balansveer Ø 55 mm.
24
Veiligheidsmicroschakelaar motor ontgrendeld
25
DIN-rail
Pag. 7 - Handleiding FA01918-NL - 12/2022 - © CAME S.p.A. - De inhoud van deze handleiding kan op elk ogenblik en zonder verplichting tot waarschuwing vooraf worden gewijzigd. - Vertaling van de originele handleiding
Printplaat
1
Programmeringstoetsen
2
Klemmenbord voor de motorvoeding
3
Display
4
Connector voor de rf-insteekkaart (AF)
5
Klemmenbord voor de aansluiting van de antenne
6
Klemmenbord voor BUS-uitrustingen
7
Connector voor decoderingskaart R700 of R800
8
Connector RSE_1 voor RSE-kaart
9
Klemmenbord voor de aansluiting van het codeklavier
10
Klemmenbord voor de aansluiting van de transponderlezer
11
Klemmenbord behorend bij de connector RSE_1 voor synchrone of afwisselende
aansluiting of CRP-aansluiting
12
Klemmenbord behorend bij de connector RSE_2 voor CRP-aansluiting, 485
IO-kaart of interface Modbus RTU
13
Klemmenbord voor de aansluiting van de elektrische vergrendeling
14
Klemmenbord voor de aansluiting van de microveiligheidsschakelaar kap open
en motor ontgrendeld (N.C.-contact)
15
Connector RSE_2 voor RSE-kaart
16
Klemmenbord voor de aansluiting van de signaleringsledstrip
17
Klemmenbord voor de aansluiting van de bedieningen en beveiligingen
18
Klemmenbord voor de aansluiting van de encoder
19
Zekering voor de uitrustingen
20
Klemmenbord voor slagboomstatus*
21
Zekering voor de printplaat
22
Klemmenbord voor de voeding van de printplaat
23
Zekering voor de motor
24
Connector voor CAME KEY
25
Connector voor memory roll-kaart
* Alleen voor kaarten ZL392 versie B
NM
AB
S1 GND
A B GND
A B GND
EB EB
024
+E -
017
TAMPER
BUS
10 11 E1 TS 1 2 3 3P 4 5 7 2 CX CY CZ +RG
FCA CM1 FCC CM2
1
3
2
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
22
19
16 151718
24
23
21
20
Pag. 8 - Handleiding FA01918-NL - 12/2022 - © CAME S.p.A. - De inhoud van deze handleiding kan op elk ogenblik en zonder verplichting tot waarschuwing vooraf worden gewijzigd. - Vertaling van de originele handleiding
Afmetingen
482
1222
913
max. 7800 381
249
73
116
416
Kabelsoorten en minimale diktematen
Kabellengte (m) tot 20 20 tot 30
Voeding 230 V AC 3G x 1,5 mm² 3G x 2,5 mm²
Voeding 120 V AC 3G x 1,5 mm² 3G x 2,5 mm²
Knipperlicht 24 V AC/DC 2 x 1 mm² 2 x 1 mm²
TX fotocellen 2 x 0,5 mm² 2 x 0,5 mm²
RX fotocellen 4 x 0,5 mm² 4 x 0,5 mm²
Elektrische vergrendeling 24 V DC 2 x 1 mm² 2 x 1 mm²
Bedieningsapparatuur *aant. x 0,5 mm² *aant. x 0,5 mm²
*aant. = lees de montage-instructies van het product - Let op: de maten van de kabels kunnen variëren afhankelijk van het motorvermogen en de kabellengte.
Gebruik voor de aansluiting van de antenne een RG58-kabel (aanbevolen tot max. 5 m).
Gebruik voor plaatsing buiten kabels met eigenschappen die minstens equivalent zijn aan het type H05RN-F (met aanduiding 60245 IEC 57).
Gebruik voor plaatsing binnen kabels met eigenschappen die minstens equivalent zijn aan het type H05VV-F (met aanduiding 60227 IEC 53).
Als de kabels een andere lengte hebben dan de in de tabel voorgeschreven lengte, bepaalt u hun doorsnede aan de hand van de effectieve stroomopname door
de aangesloten apparaten en volgens de voorschriften van de norm CEI EN 60204-1.
Voor seriegeschakelde belastingen op dezelfde lijn dient u de afmetingen van de kabel te bepalen aan de hand van de stroomopname en de effectieve afstanden.
Voor aansluiting van producten die niet in deze handleiding in aanmerking zijn genomen, geldt de documentatie die bij deze producten hoort.
Gebruik voor de synchrone en CRP-aansluiting een UTP CAT5-kabel. Maximale lengte 1000 meter.
Lengte van de vertakking (m) max 50 m
Buskabel 2 x 1 mm²
De totale lengte van de vertakkingen kan maximum 150 m bedragen.
De kabel mag niet afgeschermd worden.
Windbestendigheid
In de tabel wordt de weerstand van de boom ten opzichte van de wind aangegeven.
Het gegeven is uitsluitend in verband gebracht met de boom en verwijst naar geen enkele toepasbare uitrusting.
Weerstandsklasse in het kader van de norm EN 13241.
Type Boom 4,4 m Boom 6,4 m Boom 8 m
Resistentieklasse 4 3 2
Winddruk [Pa] 1100 600 400
Maximale windsnelheid [km/h] 160 120 100
Pag. 9 - Handleiding FA01918-NL - 12/2022 - © CAME S.p.A. - De inhoud van deze handleiding kan op elk ogenblik en zonder verplichting tot waarschuwing vooraf worden gewijzigd. - Vertaling van de originele handleiding
INSTALLATIE
De illustraties dienen slechts als voorbeelden, aangezien de ruimte voor de bevestiging van de automatisering en de uitrustingen varieert afhankelijk van de
plaats van installatie. De technicus die het systeem installeert zal de meest geschikte oplossing moeten kiezen.
Zorg er bij handmatige verplaatsing voor dat er voor elke 20 kg een persoon is; bij niet-handmatig verplaatsen dienen er geschikte middelen te worden gebruikt voor
een veilige verplaatsing.
Tijdens de bevestiging kan de automatisering instabiel zijn en kantelen. Let op dat u niet tegen de slagboom leunt voordat deze volledig bevestigd is.
Verrichtingen vooraf
Als de grond niet geschikt is voor een stevige en stabiele bevestiging van het apparaat, zorg dan voor een betonnen basis.
Graaf een gat voor de bekisting.
Leg de ribbelbuizen die nodig zijn voor de aansluitingen die uit de aftakdoos komen.
Het aantal buizen hangt af van het systeem en de geplande uitrustingen.
460
240
380
140
500
600
400
De bevestigingsplaat plaatsen
Gebruik een bekisting die groter is dan de bevestigingsplaat.
Plaats een ijzeren rooster in de bekisting om het cement te wapenen.
Assembleer de ankers aan de plaat.
Plaats de bevestigingsplaat in het ijzeren rooster.
De buizen moeten door de daarvoor bestemde openingen lopen.
Vul de bekisting met cement.
De plaat moet perfect waterpas zijn en zich met de draad van de schroeven geheel boven de oppervlakte bevinden.
Wacht minstens 24 uur tot het cement hard is geworden.
Verwijder de bekisting.
Pag. 10 - Handleiding FA01918-NL - 12/2022 - © CAME S.p.A. - De inhoud van deze handleiding kan op elk ogenblik en zonder verplichting tot waarschuwing vooraf worden gewijzigd. - Vertaling van de originele handleiding
Vul het gat met aarde rondom het blok cement.
Verwijder de moeren van de schroeven.
Steek de elektrische kabels in de buizen en laat ze circa 1500 mm uitsteken.
De slagboom gereedmaken
Als het inspectieluikje geopend is, werkt de automatisering niet.
Verankering van de slagboom
Pag. 11 - Handleiding FA01918-NL - 12/2022 - © CAME S.p.A. - De inhoud van deze handleiding kan op elk ogenblik en zonder verplichting tot waarschuwing vooraf worden gewijzigd. - Vertaling van de originele handleiding
De openingsrichting van de boom veranderen
Pag. 12 - Handleiding FA01918-NL - 12/2022 - © CAME S.p.A. - De inhoud van deze handleiding kan op elk ogenblik en zonder verplichting tot waarschuwing vooraf worden gewijzigd. - Vertaling van de originele handleiding
De slagboom monteren
Steek de versteviging in de buis.
Maak de flens en de tussenliggende plaat vast aan de boom.
Maak de flens en de tussenliggende plaat ALLEEN vast NADAT u de ledstrip heeft aangebracht (indien voorzien).
Draai de schroeven vast met een torsiesleutel met een koppel van 20 Nm.
Bevestig de boom aan de bevestigingsplaat.
Draai de schroeven vast met een torsiesleutel met een koppel van 20 Nm.
Pag. 13 - Handleiding FA01918-NL - 12/2022 - © CAME S.p.A. - De inhoud van deze handleiding kan op elk ogenblik en zonder verplichting tot waarschuwing vooraf worden gewijzigd. - Vertaling van de originele handleiding
1
Zaag de vulprofielen af op dezelfde lengte als de buis van de slagboom min 10 millimeter.
2
Steek de vulprofielen in de daarvoor bestemde gleuven aan beide zijden van de boom.
3
Steek het rubberen stootprofiel in de daarvoor bestemde gleuf.
4
Zaag het overtollige deel van het profiel af.
5
Zet de afsluitdop van de boom vast met de daarvoor bedoelde schroeven.
6
Plaats de afdekking van de valbescherming op de afdekking voor de boombevestiging en zet haar vast met de meegeleverde schroeven.
10
Keuze van de opening om de balansveer te bevestigen
Doorgangsbreedte (m) 4,00 < 4,50 4,50 < 5,00 5,00 < 5,50 5,50 < 6,00 6,00 < 6,50 6,50 < 7,00 7,00 < 7,80
Boom met ledstrip
A A B A A A A A A B B
Boom met ledstrip en enkelvoudig rek*
B A A A A B B B B B B
-
Boom met ledstrip en manshoog rek
A A A A B B B B
---
Boom met ledstrip en mobiele steun
A B A A A A A A A A
-
Boom met ledstrip, enkelvoudig rek en mobiele steun
A A A A A A
----
Boom met ledstrip, manshoog rek en mobiele steun
A A B B B B
----
Met eenvoudige boom wordt de boom inclusief vulprofiel, dop en rubberen profiel bedoeld.
Als de doorgangsbreedte meer dan 4 m is, moet verplicht een steun voor de slagboom worden gebruikt (vast of mobiel).
Enkelvoudig tourniquet (803XA-0340):
- max. 2 modules voor boom van 4 meter
- max. 3 modules voor boom van 6 meter
- max. 4 modules voor boom van 7 meter
Tourniquet volledige hoogte (803XA-0350):
- max. 2 modules voor boom van 4 meter.
- max. 3 modules voor boom van 6 meter.
Pag. 14 - Handleiding FA01918-NL - 12/2022 - © CAME S.p.A. - De inhoud van deze handleiding kan op elk ogenblik en zonder verplichting tot waarschuwing vooraf worden gewijzigd. - Vertaling van de originele handleiding
De balansveer monteren
Zeskantschroef M12 x 120
Bevestiging bovenaan veer
Bus Ø13.8
Borgring M8
Zeskantschroef M8 x 45
Bus Ø19
Zelfborgende moer M8
Moer M12
1
Ontgrendel de motor.
2
Plaats de boom verticaal
3
Vergrendel de motor
456
Monteer de borgpen en maak hem vast aan de hendelarm.
7
Schroef de trekstang met oog aan het onderste deel van de veer vast
8
Schroef de veer aan de borgpen vast.
9
Bevestig de trekstang met oog aan de verankeringsbeugel
Pag. 15 - Handleiding FA01918-NL - 12/2022 - © CAME S.p.A. - De inhoud van deze handleiding kan op elk ogenblik en zonder verplichting tot waarschuwing vooraf worden gewijzigd. - Vertaling van de originele handleiding
8
Smeer de veer als deze volledig gestrekt is.
Pag. 16 - Handleiding FA01918-NL - 12/2022 - © CAME S.p.A. - De inhoud van deze handleiding kan op elk ogenblik en zonder verplichting tot waarschuwing vooraf worden gewijzigd. - Vertaling van de originele handleiding
De boom in evenwicht brengen
1
Ontgrendel de motor.
2
Draai met de hand aan de veer voor minder of meer trekkracht. De boom moet
stabiliseren bij 45 graden.
Als er twee veren zijn, dient de handeling tegelijkertijd op beide veren
uitgevoerd te worden.
3
Zet de contramoer vast.
Plaats de boom verticaal
4
Vergrendel de motor
Controleer of de veer goed werkt. Met de boom omhoog (verticaal), is
de veer niet gespannen. Met de boom omlaag (horizontaal), is de veer
gespannen.
4
Pag. 17 - Handleiding FA01918-NL - 12/2022 - © CAME S.p.A. - De inhoud van deze handleiding kan op elk ogenblik en zonder verplichting tot waarschuwing vooraf worden gewijzigd. - Vertaling van de originele handleiding
De eindaanslagpunten met de mechanische eindaanslagen bepalen
Controleer of de slagboom parallel aan de grond ligt als hij gesloten is en in een stand van circa 89° staat als hij open is.
De horizontale stand van de boom corrigeren
Ontgrendel de motor.
Open het inspectieluik.
1
Draai de mechanische stop tot de gewenste stand van de boom is bereikt.
2
Zet de mechanische stop vast met de contramoer.
Vergrendel de motor
+
_
2
1
1
Pag. 18 - Handleiding FA01918-NL - 12/2022 - © CAME S.p.A. - De inhoud van deze handleiding kan op elk ogenblik en zonder verplichting tot waarschuwing vooraf worden gewijzigd. - Vertaling van de originele handleiding
De verticale stand van de boom corrigeren
Ontgrendel de motor.
Open het inspectieluik.
1
Draai de mechanische stop tot de gewenste stand van de boom is bereikt.
2
Zet de mechanische stop vast met de contramoer.
Vergrendel de motor
+_
~1°
~89°
11
2
Pag. 19 - Handleiding FA01918-NL - 12/2022 - © CAME S.p.A. - De inhoud van deze handleiding kan op elk ogenblik en zonder verplichting tot waarschuwing vooraf worden gewijzigd. - Vertaling van de originele handleiding
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
Doorgang van de elektriciteitskabels
De elektrische kabels mogen niet in contact komen met onderdelen die tijdens de werking heet kunnen worden (bijvoorbeeld: motor en transformator).
Zorg ervoor dat de bewegende mechanische elementen zich op voldoende afstand van de kabels bevinden.
Voeding
Vergewis u ervan dat tijdens de installatie de stroom is uitgeschakeld.
Voordat u aan de stuurkast gaat werken, dient u de stroom uit te schakelen en de batterijen, indien aanwezig, te verwijderen.
Aansluiting aan het elektriciteitsnet
F
Lijnzekering
L
Fasekabel
N
Neutrale kabel
Aardingskabel
E
Ferrietkraal
Breng de meegeleverde ferrietkraal op de kabel aan.
Ferrietkraal type onderdeelnr. ECQK922091.
De kabel moet 2 keer door de ferrietkraal gevoerd worden (2 slagen).
F
230 V AC
50/60 Hz
E
Uitgang voeding voor uitrustingen
De uitgang levert doorgaans 24 V AC.
10 11 E1 TS 1 2
3
E1
T
S
1
2
3
Pag. 20 - Handleiding FA01918-NL - 12/2022 - © CAME S.p.A. - De inhoud van deze handleiding kan op elk ogenblik en zonder verplichting tot waarschuwing vooraf worden gewijzigd. - Vertaling van de originele handleiding
Maximale belastbaarheid van de contacten
Het totale vermogen van de hieronder vermelde uitgangen mag het maximumvermogen van de uitgang [Accessoires] niet overschrijden
Apparaat Uitgang Voeding (V) Vermogen (W)
Uitrustingen 10 - 11 24 AC 40
Extra lamp 10 - E1 24 AC 25
Knipperlicht 10 - E1 24 AC 25
Lampje automatiseringsstatus 10 - 5 24 AC 3
Ledstrip +RG 24 DC 12
De uitgangen leveren 24 V DC als de batterijen, indien aanwezig, ingrijpen.
Apparaat Uitgang Voeding (V) Vermogen (W)
BUS CXN BUS 15 DC 15
Sluit alleen CAME-apparaten aan met systeem BUS CXN
Pag. 21 - Handleiding FA01918-NL - 12/2022 - © CAME S.p.A. - De inhoud van deze handleiding kan op elk ogenblik en zonder verplichting tot waarschuwing vooraf worden gewijzigd. - Vertaling van de originele handleiding
Bedieningsapparatuur
1
Stopknop (N.C.-contact)
Stopt de automatisering en deactiveert de eventuele automatische sluiting. Gebruik een bediening om de beweging te hervatten.
Wanneer het contact wordt gebruikt, moet het tijdens de programmering geactiveerd worden.
Zie de functie [F1 - Totale stop].
2
Bediening (N.O.-contact)
Opdracht Openen
Met functie [F6 - Actie behouden] geactiveerd, is het instellen van de bediening tijdens de OPENING verplicht.
3
Bediening (N.O.-contact)
Opdracht Gedeeltelijke Opening
Het contact mag alleen voor automatiseringen gebruikt worden die in synchrone modus werken.
4
Bediening (N.O.-contact)
Instructie Sluiten
Met functie [F6 - Actie behouden] geactiveerd, is het instellen van de bediening tijdens de SLUITEN verplicht.
5
Bediening (N.O.-contact)
Opdracht Stap-voor-stap
6
Lezer voor kaarten
Bevestig de kaart R700 op de speciale connector.
7
Transponderlezer
Bevestig de kaart R700 op de speciale connector.
8
Codeklavier
Bevestig de kaart R800 op de speciale connector.
9
Antenne met RG58-kabel
Indien de gekozen signaleringsinrichting de integratie van de antenne voorziet, gebruik dan de aangegeven klem voor de aansluitingen.
Plaats de AF-kaart op de desbetreffende connector voor de bediening op afstand met zender.
S
1233P4572CXCYCZ
AB
S1 GND
Pag. 22 - Handleiding FA01918-NL - 12/2022 - © CAME S.p.A. - De inhoud van deze handleiding kan op elk ogenblik en zonder verplichting tot waarschuwing vooraf worden gewijzigd. - Vertaling van de originele handleiding
Inrichtingen met systeem BUS CXN
Het systeem CXN vab CAME us eeb communicatie-BUS met 2 niet-gepolariseerde draden waarmee alle compatibele inrichtingen van CAME aangesloten kunnen worden.
De BUS-aansluiting is mogelijk met kettingstructuur, sterstructuur of gecombineerde structuur.
Als het systeem bekabeld is, en nadat op elke inrichting het adres is ingesteld, kan de werking van elk toebehoren geconfigureerd worden op het bedieningspaneel. Hiermee
kan de configuratie uitgevoerd worden zonder op een later moment ingrepen te moeten uitvoeren op het toebehoren en de bekabeling van het systeem.
De BUS CXN ondersteunt tegelijkertijd besturingsinrichtingen, interfaces, fotocellen, beschermingen, knipperlichten, gateways.
Bekabeling
1
Kettingstructuur
2
Sterstructuur
3
Gecombineerde structuur
Kabeltype
Het is raadzaam een FROR-kabel 2x1mm² met een max. lengte van 50 m van de printplaat te gebruiken.
Lengte van de vertakking (m) max 50 m
Buskabel 2 x 1 mm²
De totale lengte van de vertakkingen kan maximum 150 m bedragen.
De kabel mag niet afgeschermd worden.
Maximaal aantal aansluitbare apparaten per type
Soort apparaat Maximum aantal apparaten per type
Schakelaars 7
Paar fotocellen 8
Interfaces 2
Knipperlichten 2
Verbruik BUS-toestellen CXN
Scan de QR-code om toegang te krijgen tot de interactieve verbruikstabel en het maximum aantal BUS-toestellen te berekenen dat op de stuurkast
aangesloten kan worden.
Het verbruik van de BUS-toestellen CXN wordt berekend in CXN Unit.
Pag. 23 - Handleiding FA01918-NL - 12/2022 - © CAME S.p.A. - De inhoud van deze handleiding kan op elk ogenblik en zonder verplichting tot waarschuwing vooraf worden gewijzigd. - Vertaling van de originele handleiding
Signaleringsapparatuur
1
Extra lamp
Voor een betere verlichting van de bewegingsruimte.
2
Extra knipperlicht
Knippert tijdens het openen en sluiten van de automatisering.
Zie functie [F18 - Extra lamp].
3
Lampje automatiseringsstatus
Geef de status van de automatisering aan.
Zie functie [F10 - Lampje ingang open].
4
Ledstrip en/of RGB-kroon
Knipperende rode leds geven aan dat de automatisering beweegt.
Vast brandende groene leds geven aan dat de automatisering geopend is.
Vast brandende rode leds geven aan dat de automatisering gesloten is.
Snel knipperen rode leds geven aan dat de inspectieluik geopend is, of dat de motor ontgrendeld is, of dat de as is gevallen.
10 11 E1 TS 1 2 3 3P 4 5 7 2 CX CY CZ +RG
1
3
Pag. 24 - Handleiding FA01918-NL - 12/2022 - © CAME S.p.A. - De inhoud van deze handleiding kan op elk ogenblik en zonder verplichting tot waarschuwing vooraf worden gewijzigd. - Vertaling van de originele handleiding
Veiligheidsapparatuur
Sluit de veiligheidsuitrustingen aan de ingangen CX, CY en/of CZ aan (NC-contacten).
Configureer tijdens de programmering het type actie dat moet worden uitgevoerd door het aan de ingang aangesloten apparaat.
Als ze gebruikt worden, moeten de contactgegevens CX CY CZ geconfigureerd worden tijdens de programmeringsfase.
In geval van installaties met meerdere fotocellen, zie de handleiding van het desbetreffende accessoire.
Fotocellen DELTA
Standaardaansluiting
Fotocellen DELTA
Aansluiting met veiligheidstest
Zie functie [F5] veiligheidstest.
10 11 E1 TS 1 2 3 3P 4 5 7 2 CX CY CZ
+
10
-
11 NO C NC +
10
-
11
RX TX
10 11 E1 TS 1 2 3 3P 4 5 7 2 CX CY CZ
+
10
-
11 NO C NC +
10
-
11
RX TX
Fotocellen DIR / DELTA-S
Standaardaansluiting
Fotocellen DIR / DELTA-S
Aansluiting met veiligheidstest
Zie functie [F5] veiligheidstest.
10 11 E1 TS 1 2 3 3P 4 5 7 2 CX CY CZ
+
10
-
2TXCNC TX 2
RX TX
10 11 E1 TS 1 2 3 3P 4 5 7 2 CX CY CZ
+
10
-
2TXCNC TX 2
RX TX
Fotocellen DXR - DLX
Standaardaansluiting
Fotocellen DXR - DLX
Aansluiting met veiligheidstest
Zie functie [F5] veiligheidstest.
10 11 E1 TS 1 2 3 3P 4 5 7 2 CX CY CZ
RX TX
10 11 OUT 10 11 SY
+ -
10 11 E1 TS 1 2 3 3P 4 5 7 2 CX CY CZ
RX TX
10 11 OUT 10 11 SY
+ -
Pag. 25 - Handleiding FA01918-NL - 12/2022 - © CAME S.p.A. - De inhoud van deze handleiding kan op elk ogenblik en zonder verplichting tot waarschuwing vooraf worden gewijzigd. - Vertaling van de originele handleiding
PROGRAMMERING
Functie van de programmeringstoetsen
1
Toets ESC
Met de ESC-toets kunt u de hierna beschreven verrichtingen uitvoeren.
Verlaat u de menu's
Annuleert u wijzigingen
Keert u terug naar het vorige scherm
2
Toetsen < >
Met de toetsen < > kunt u de hierna beschreven verrichtingen uitvoeren.
Kunt u door de menu-items navigeren
Stelt u een hogere of lagere waarde in
3
Toets ENTER
Met de ENTER-toets kunt u de hierna beschreven verrichtingen uitvoeren.
Krijgt u toegang tot de menu's
Bevestigt u de keuze
Tijdens het bewegen, buiten het menu, voert de tast ESC de stopzetting uit van het hek en de toetsen <> voeren het openen en het sluiten van het hek uit.
Inwerkingstelling
Als de elektrische aansluitingen zijn uitgevoerd, kan de automatisering in werking worden gesteld. Dit mag uitsluitend door ervaren en bevoegd personeel
worden gedaan.
Controleer of de signalerings- en veiligheidsapparatuur goed werken.
Controleer of er zich geen obstakels binnen het bewegingsgebied bevinden.
Schakel de stroom in en voer de hierna beschreven verrichtingen uit.
A1 Boomlengte
F54 Openingsrichting
A2 Motortest
A3 Baan afstellen
Nadat de stroom naar de installatie is ingeschakeld, is de eerste beweging altijd openen; wacht tot de beweging voltooid is.
Druk onmiddellijk op de toets ESC of de stopknop als er zich afwijkingen of storingen voordoen, als er sprake is van harde geluiden of verdachte trillingen of als
de installatie onverwacht beweegt.
Als de aanduiding A3 over het display schuift, betekent dit dat de printplaat nog niet gekalibreerd is.
Controleer, nadat de installatie in werking is gesteld, met de knoppen naast het display of het apparaat goed werkt. Controleer ook of de uitrustingen goed werken.
Functiemenu
Totale stop
Stopt de slagboom en deactiveert de eventuele automatische sluiting. Gebruik een bediening om de beweging te hervatten.
F1 ON
OFF (default)
Ingang CX , ingang CY , ingang CZ
Koppelt een functie aan de ingang CX CY CZ
F2
F3
F4
OFF (default)
C1 = Weer openen tijdens het sluiten (fotocellen)
C4 = Wachten voor obstakel (fotocellen)
C5 = Directe sluiting bij eindaanslag bij opening
C7 = Weer openen tijdens het sluiten (veiligheidslijsten)
C9 = Directe sluiting bij eindaanslag bij opening met wachten voor obstakel tijdens het sluiten
C10 = Directe sluiting tijdens het openen met wachten voor obstakel tijdens het sluiten (NO-contact)
C11 = Directe sluiting tijdens het openen met wachten voor obstakel tijdens het sluiten (NC-contact)
C13 = Weer openen tijdens het sluiten met directe sluiting na verwijdering obstakel, ook bij stilstaande boom
r7 = Weer openen tijdens het sluiten (veiligheidslijst met weerstand 8K2)
Pag. 26 - Handleiding FA01918-NL - 12/2022 - © CAME S.p.A. - De inhoud van deze handleiding kan op elk ogenblik en zonder verplichting tot waarschuwing vooraf worden gewijzigd. - Vertaling van de originele handleiding
Veiligheidstest
Activeert de besturing van de juiste werking van de aan de ingangen verbonden fotocellen, na elke instructie voor openen en sluiten.
F5 OFF (default)
1 = CX
2 = CY
3 = CX+CY
4 = CZ
5 = CX+CZ
6 = CY+CZ
7 = CX+CY+CZ
Hold-to-run
Met deze functie actief wordt de beweging van de automatisering (openen of sluiten) onderbroken als de bediening wordt losgelaten.
De activering van de functie deactiveert alle andere bedieningen.
F6 OFF (default)
ON
Obstakel bij stilstaande motor
Met deze functie actief en de automatisering stopgezet, wordt de besturing (openen of sluiten) niet uitgevoerd als de beveiligingen een obstakel detecteren.
F9 OFF (default)
ON
Lampje ingang open
Weergave van de status van de slagboom.
F10 0 = Lampje aan (default) - Het lampje blijft branden als de boom beweegt of open is.
1 = Lampje knippert - Het lampje knippert elke halve seconde wanneer de as geopend wordt en blijft vast branden wanneer de as
geopend is. Het lampje knippert elke seconde als de boom sluit en is uit als de boom gesloten is.
Type sensor
Keuze van het type toegangsapparaat.
F14 1 = Keypad (Default)
0 = Transponder
Elektrische vergrendeling
Hiermee kan de activeringsmodus van de elektrische vergrendeling tijdens het bewegen van de boom worden gekozen.
F17 OFF (default)
1 = De elektrische vergrendeling is gedeactiveerd tijdens het openen van de slagboom en blijft inactief tot de slagboom wordt
gesloten.
Extra lamp
Hiermee kan de werkingsmodus worden gekozen van de verlichting die is aangesloten aan de uitgang E1.
F18 0 = Knipperlicht (default)
1 = Cycluslamp
De lamp blijft gedurende de hele beweging branden.
De lamp blijft uit als er geen tijd voor de automatische sluiting wordt ingesteld.
2 = Courtesy-lamp
De lamp gaat branden als een manoeuvre gestart wordt en blijft ook branden nadat het manoeuvre voltooid wordt gedurende de
door de functie ingestelde tijd [F25 Duur service].
Automatische sluiting
Instelling van de tijd die moet verstrijken voordat de automatische sluiting geactiveerd wordt als het eindaanslagpunt voor de opening wordt bereikt.
De functie wordt niet geactiveerd als de beveiligingen ingrijpen bij de detectie van een obstakel, na een totale stop of als er geen stroom is.
F19 OFF (default)
1 tot 180 seconden
Pag. 27 - Handleiding FA01918-NL - 12/2022 - © CAME S.p.A. - De inhoud van deze handleiding kan op elk ogenblik en zonder verplichting tot waarschuwing vooraf worden gewijzigd. - Vertaling van de originele handleiding
Duur waarschuwingsknipperlicht
Instelling van de duur voor de activering van het knipperlicht vooraf, voor elke beweging.
F21 OFF (default)
Van 1 tot 10 seconden
Duur service
Stelt de inschakelingsduur van de verlichting in.
F25 60 tot 180 seconden (Default 180 seconden)
Openingssnelheid
Stelt de openingssnelheid in (percentage van de maximale snelheid).
Met boom met uitrustingen (mobiele steun en/of hek), verminder de snelheid.
F28 50% tot 100% (default 70% )
Sluitsnelheid
Stelt de sluitsnelheid in (percentage van de maximale snelheid).
Met boom met uitrustingen (mobiele steun en/of hek), verminder de snelheid.
F29 30% tot 100% (default 50% )
Gevoeligheid baan
Stelt de gevoeligheid in, met een percentage, waarmee obstakels worden gedetecteerd tijdens de beweging.
F34 10% tot 100% (default 100%)
10% = min. duwkracht en hoge gevoeligheid obstakeldetectie
100 % =max. duwkracht en lage gevoeligheid obstakeldetectie
Communicatie RSE
Configureert de functie die uitgevoerd wordt door de platen die aangesloten zijn op de connectoren RSE1 en RSE2.
Als op de connector RSE_1 een RSE-kaart zit die geconfigureerd is voor de gecombineerde aansluiting, gebruik dan de connector RSE_2 voor de externe aansluiting
(CRP). In dit geval is het niet mogelijk om CAME KEY aan te sluiten.
F49 rE1
1 = Synchroon
3 = CRP/CAME KEY (Default)
4 = Afwisselend
rE2
3 = CRP/CAME KEY (Default)
5 = I/O - RS485
6 = ModBus
Gegevens opslaan
Slaat op het opslagapparaat (memory roll of USB-stick) de gegevens van de gebruikers, de timers en configuraties op.
De functie is alleen zichtbaar als er een stick in de USB-poort zit of als de printplaat uitgerust is met een memory roll.
F50 OFF (default)
ON (Voert de actie uit)
Gegevens lezen
Laadt van het opslagapparaat (memory roll of USB-stick) de gegevens van de gebruikers, de timers en configuraties.
De functie is alleen zichtbaar als er een stick in de USB-poort zit of als de printplaat uitgerust is met een memory roll.
F51 OFF (default)
ON (Voert de actie uit)
Overdracht parameters MASTER-SLAVE
Deelt de parameters die op de Master-slagboom geprogrammeerd zijn met de Slave-slagboom.
Verschijnt alleen als de functie F49 is ingesteld in [Synchroon] of [Afwisselend].
F52 OFF (default)
ON
Pag. 28 - Handleiding FA01918-NL - 12/2022 - © CAME S.p.A. - De inhoud van deze handleiding kan op elk ogenblik en zonder verplichting tot waarschuwing vooraf worden gewijzigd. - Vertaling van de originele handleiding
Openingsrichting
Stelt de openingsrichting van de slagboom in.
F54 0 = Naar links (default)
1 = Naar rechts
CRP-adres
Wijst een eenduidige identificatiecode (CRP-adres) aan de printplaat toe.
De functie is noodzakelijk als er meerdere automatiseringen aangesloten zijn op dezelfde BUS via CRP.
F56 1 tot 254
Configureren onderhoud
Stelt het aantal bewegingen in dat de automatisering uitvoert voordat gemeld wordt dat er onderhoud uitgevoerd moet worden.
De waarschuwing wordt weergegeven op het display met de aanduiding [SEr] en gemeld met 3 + 3 knipperingen per uur via het apparaat [Lampje ingang open].
F58 OFF (default)
1 tot 999 (1 = 1000 bewegingen)
Waarschuwingsknipperlicht
Hiermee kan het type beweging gekozen worden dat het eerder activeren van het knipperlicht veroorzaakt.
Het regelen van de vervroeging wordt bepaald door de functie [Duur waarschuwingsknipperlicht].
F61 0 = Bij openen en sluiten (Default)
1 = Alleen bij sluiten
2 = Alleen bij openen
Snelheid RSE
Stelt de communicatiesnelheid van het systeem voor verbinding op afstand op de poort RSE1 en RSE2 in.
F63 rE1
2 = 4800 bps
3 = 9600 bps
4 = 14400 bps
5 = 19200 bps
6 = 38400 bps (default)
7 = 57600 bps
8 = 115200 bps
rE2
2 = 4800 bps
3 = 9600 bps
4 = 14400 bps
5 = 19200 bps
6 = 38400 bps (default)
7 = 57600 bps
8 = 115200 bps
Indicaties FCA FCC
Configureert de modus waarmee de uitgangen FCA en FCC de status van de boom aangeven.
F70 OFF (default)
1 = Puls
Als de slagboom het eindaanslagpunt bereikt (bij het openen of sluiten), sluit het contact FCA-CM1 of FCC-CM2 een seconde.
2 = Vast
Als de slagboom het eindaanslagpunt bereikt (bij het openen of sluiten), sluit het contact FCA-CM1 of FCC-CM2 en blijft het
gesloten.
3 = Custom
Het contact FCA-CM1 is gesloten als de slagboom bij de eindaanslag voor het openen is en tijdens het openen. Het contact FCC-
CM2 is gesloten als de slagboom bij de eindaanslag voor het sluiten is en tijdens het sluiten.
Teller openen
Met de functie actief kan een reeks instructies voor openen verzonden worden die overeenkomt met het aantal voertuigen waarvoor men de doorgang mogelijk wil maken.
De functie kan alleen met bedieningen geactiveerd worden die zijn aangesloten aan het contact 2-3. De ingang waaraan het magnetische contact is verbonden waaraan de
detectielus is verbonden die de doorgaande voertuigen telt, moet geprogrammeerd worden om in modus C5/C9/C10 te werken; na het tellen wordt de doorgang gesloten.
F75 OFF (default)
ON
Pag. 29 - Handleiding FA01918-NL - 12/2022 - © CAME S.p.A. - De inhoud van deze handleiding kan op elk ogenblik en zonder verplichting tot waarschuwing vooraf worden gewijzigd. - Vertaling van de originele handleiding
Noodwerking met batterij
Werking in geval van nood bij stroomuitval. Vereist batterijvoeding.
F93 OFF (default)
1 = Onmiddellijke opening - In geval van een stroomonderbreking voert de automatisering binnen 1 minuut de opening uit en
worden alle andere bedieningen geblokkeerd tot er weer stroom is.
Nieuwe gebruiker
Hiermee kunnen maximaal 250 gebruikers worden geregistreerd en aan elk een functie worden gekoppeld.
Deze verrichting kan alleen uitgevoerd worden met een zender of een andere bediening met BUS (bijvoorbeeld: toetsenbord, transponderlezer). De kaarten die de
bedieningen beheren (AF - R700 - R800) worden op de connectoren geplaatst.
U1 1 = Stap-voor-stap - De eerste opdracht is openen en de tweede opdracht is sluiten.
2 = Sequentieel - De eerste opdracht is openen, de tweede opdracht is STOP, de derde opdracht is sluiten en de vierde opdracht is
STOP.
3 = Openen
4 = Gedeeltelijke/voetgangersopening
Als de slagboom in de modus [Samenwerking] staat, opent de instructie [Gedeeltelijke opening] de Master-slagboom.
6 = Relais module BUS 1 - Activeert uitgang 2 (uitgang relais) van de I/O-module BUS 1
7 = Relais module BUS 2 - Activeert uitgang 2 (uitgang relais) van de I/O-module BUS 2
Kies de functie die u aan de gebruiker wilt toewijzen.
Druk op ENTER om te bevestigen.
Toont afwisselend de positie vrij geheugen gedurende max. 10 seconden. Tijdens deze fase dient de code van de
bedieningsapparatuur verzonden te worden.
Herhaal de procedure om meer gebruikers op te slaan.
Gebruiker verwijderen
Verwijdert een opgeslagen gebruiker.
U2 Gebruik de pijltjes om de status te veranderen van OFF naar ON en druk op ENTER om te bevestigen.
Gebruik de pijlen om het nummer te kiezen dat gekoppeld is aan de gebruiker die u wilt verwijderen.
Nr: 1 > 250
Het is ook mogelijk om de bediening te activeren die gekoppeld is aan de gebruiker die u wilt verwijderen.
Druk op ENTER om te bevestigen.
De melding CLr verschijnt om de verwijdering te bevestigen.
Alle verwijderen
Verwijdert alle opgeslagen gebruikers.
U3 OFF (Annuleert de actie)
On (Voert de actie uit)
Radiodecodering
Hiermee kan het type radiocodering gekozen worden van de zenders die geactiveerd zijn om de automatisering te besturen.
Als u het type radiocodering van de zenders [Rolling code] of [TW key block] kiest, worden eventuele eerder opgeslagen zenders met een andere radiocodering
geannuleerd.
U4 1 = Alle decoderingen (default)
2 = Rolling code
3 = TW Key Block
Self-Learning Rolling
Hiermee kan een nieuwe rolling code-zender opgeslagen worden door het verwervan van een reeds opgeslagen rolling code-zender. De procedures voor het oplaan en het
verwerven worden in detail beschreven in de handleiding van de zender.
U8 OFF (default)
ON
Pag. 30 - Handleiding FA01918-NL - 12/2022 - © CAME S.p.A. - De inhoud van deze handleiding kan op elk ogenblik en zonder verplichting tot waarschuwing vooraf worden gewijzigd. - Vertaling van de originele handleiding
Boomlengte
Stelt de boomlengte in.
A1 3 = boom van 3 m
4 = boom van 4 m
5 = boom van 5 m
6 = boom van 6 m
8 = boom van 8 m
Motortest
Controleert of de boom in de juiste richting opent.
Als de toetsen de instructies niet goed uitvoeren, moet de openingsrichting van de boom worden omgekeerd.
A2 De toets > laat de motor met de richting van de klok mee draaien.
De toets < laat de motor tegen de richting van de klok in draaien.
Baan afstellen
Start de zelflering van de baan.
A3 OFF (Annuleert de actie)
ON (Voert de actie uit)
Parameters resetten
Reset configuraties naar fabrieksinstellingen, met uitzondering van: [gebruikers], [boomlengte], [CRP-adres], [RSE2-instellingen], [wachtwoord] en de instellingen met
betrekking tot de baanafstelling.
A4 OFF (Annuleert de actie)
ON (Voert de actie uit)
Telling bewegingen
Hiermee kan het aantal door de automatisering geheel of gedeeltelijk uitgevoerde bewegingen weergegeven worden (na een onderhoudsverrichting).
Het aantal bewegingen is het getal dat weergegeven wordt, vermenigvuldigd met 1000.
A5 Tot = Totale bewegingen - Manoeuvres uitgevoerd door de installatie van de automatisering.
Par = Gedeeltelijke bewegingen - Bewegingen uitgevoerd na het laatste onderhoud.
Vanuit de parameter [Par], druk op de toets ENTER om het aantal gedeeltelijke manoeuvres te resetten, de aanduiding
[Clr] verschijnt om de verwijdering te bevestigen.
FW versie
Toont het nummer van de firmwareversie.
H1
Wachtwoord activeren
Er kan een wachtwoord van 3 cijfers worden ingesteld. Het wachtwoord zal gevraagd worden voor toegang tot het hoofdmenu.
Verwijdert het wachtwoord dat de toegang tot het hoofdmenu beveiligt.
H3 ON
Gebruik de pijlen en de Enter-toets om de gewenste code te
creëren.
OFF
Druk op ENTER om de verwijdering te bevestigen.
Wachtwoord vergeten
Als u uw wachtwoord vergeten bent, moet u de fabrieksinstellingen van de printplaat herstellen. Zie [Reset fabrieksinstellingen].
Reset fabrieksinstellingen
Het is mogelijk om de gegevens van de printplaat te resetten naar de fabriekswaarden door de volgende handelingen uit te voeren.
Schakel de stroom naar de printplaat uit.
Houd de toetsen < > ingedrukt, schakel de stroom naar de printplaat weer in.
Blijf de toetsen < > ingedrukt houden tot de aanduiding [ON/OFF] op het display verschijnt.
Selecteer [ON].
Druk op ENTER om te bevestigen.
Het resetten van de printplaat zal alle opgeslagen gebruikers, de ingestelde timers en de afstellingsgegevens verwijderen.
Pag. 31 - Handleiding FA01918-NL - 12/2022 - © CAME S.p.A. - De inhoud van deze handleiding kan op elk ogenblik en zonder verplichting tot waarschuwing vooraf worden gewijzigd. - Vertaling van de originele handleiding
Status BUS-toestellen
Geeft de status van alle apparaten aan die op de BUS aangesloten kunnen worden en die beheerd worden door de gebruikte firmware.
Legenda
b = BUS fotocellen
d = Bedieningsschakelaar BUS
L = Knipperlicht BUS
i = I/O-module BUS
<n> staat voor het nummer van het apparaat.
<x> staat voor de status van het apparaat.
Status van het apparaat <x>
|| = Conflicterend adres
o = Werkend
c = Werkend met alarmmelding
F = Het apparaat in fault
- = Niet communicerend of niet aanwezig
H4 b<n>.<x>
<n> gaat van 1 tot 8 [Functie b1 ÷ b8].
d<n>.<x>
<n> gaat van 1 tot 7 [Functie b21 ÷ b27].
L<n>.<x>
<n> gaat van 1 tot 2
i<n>.<x>
<n> gaat van 1 tot 2 [Functie b11 ÷ b12].
Fotocel BUS
Koppelt een functie aan de ingang van de BUS-fotocellen.
[b1] komt overeen met fotocellenpaar 1, zoals ingesteld op de dipschakelaar van de fotocel.
[b8] komt overeen met fotocellenpaar 8, zoals ingesteld op de dipschakelaar van de fotocel.
De functie verschijnt alleen als er een BUS-fotocel aangesloten is.
b1
b2
b3
b4
b5
b6
b7
b8
OFF (default)
C1 = Weer openen tijdens het sluiten (fotocellen)
C4 = Wachten voor obstakel (fotocellen)
C5 = Directe sluiting bij eindaanslag bij opening
C9 = Directe sluiting bij eindaanslag bij opening met wachten voor obstakel tijdens het sluiten
C10 = Directe sluiting tijdens het openen met wachten voor obstakel tijdens het sluiten
C13 = Weer openen tijdens het sluiten met directe sluiting na verwijdering obstakel, ook bij stilstaande boom
C23 = Instructie Openen
C24 = Instructie Sluiten
I/O-module BUS - Ingangen
Koppelt een functie aan de ingangen van de I/O-modules.
[b11] komt overeen met de module I/O 1, zoals ingesteld op de dip-switch van het apparaat.
[b12] komt overeen met de module I/O 2, zoals ingesteld op de dip-switch van het apparaat.
De functie verschijnt alleen als er een BUS-I/O-module BUS aangesloten is.
b11
b12
I1
I2
OFF (default)
C0 = Sluit de automatisering en sluit de eventuele automatische sluiting uit. Gebruik een bediening
om de beweging te hernemen.
Indien geactiveerd, wordt de ingang gebruikt als normaal gesloten.
r7 = Weer openen tijdens het sluiten (veiligheidslijst met weerstand 8K2).
C22 = Gedeeltelijke opening
C23 = Openen
C24 = Sluiten
C27 = Stap-voor-stap - De eerste opdracht is openen en de tweede opdracht is sluiten.
Pag. 32 - Handleiding FA01918-NL - 12/2022 - © CAME S.p.A. - De inhoud van deze handleiding kan op elk ogenblik en zonder verplichting tot waarschuwing vooraf worden gewijzigd. - Vertaling van de originele handleiding
I/O-module BUS - Lampjesuitgang
Koppelt een functie aan uitgang 1 van de I/O-modules.
[b11] komt overeen met de module I/O 1, zoals ingesteld op de dip-switch van het apparaat.
[b12] komt overeen met de module I/O 2, zoals ingesteld op de dip-switch van het apparaat.
De functie verschijnt alleen als er een BUS-I/O-module BUS aangesloten is.
b11
b12
o1 0 = Lampje ingang open - Geeft de status van de automatisering aan [F10 - Lampje ingang open].
1 = Cycluslamp - De lamp blijft gedurende de hele beweging branden.
2 = Servicelamp - De lamp gaat branden als een manoeuvre gestart wordt en blijft ook branden
nadat het manoeuvre voltooid wordt gedurende de door de functie ingestelde tijd [F25 - Duur
service].
I/O-module BUS - Relaisuitgang
Koppelt een functie aan uitgang 2 van de I/O-modules.
[b11] komt overeen met de module I/O 1, zoals ingesteld op de dip-switch van het apparaat.
[b12] komt overeen met de module I/O 2, zoals ingesteld op de dip-switch van het apparaat.
De functie verschijnt alleen als er een BUS-I/O-module BUS aangesloten is.
b11
b12
o2 0 = Bistabiel
Ingeschakeld van 1 tot 180 seconden (Default 1)
Sleutelschakelaar BUS
Koppelt een functie aan de ingang van de BUS-sleutelschakelaars. Er kunnen verschillende functies ingesteld worden afhankelijk van de draairichting van de sleutel.
[b21] komt overeen met schakelaar 1, zoals ingesteld op de dip-switch van het apparaat.
[b27] komt overeen met schakelaar 7, zoals ingesteld op de dip-switch van het apparaat.
De functie verschijnt alleen als er een Sleutelschakelaar BUS aangesloten is.
b21
b22
b23
b24
b25
b26
b27
rIG = Sleutel naar rechts
LEF = Sleutel naar links
Kies de besturing die u aan de beweging van de sleutel wilt koppelen.
0 = Stap-voor-stap - De eerste opdracht is openen en de tweede opdracht is sluiten.
1 = Sequentieel - De eerste opdracht is openen, de tweede opdracht is STOP, de derde opdracht is
sluiten en de vierde opdracht is STOP.
2 = Openen
3 = Sluiten
4 = Gedeeltelijke opening
5 = Stop
7 = Relais module BUS 1 - Activeert uitgang 2 (uitgang relais) van de I/O-module BUS 1
8 = Relais module BUS 2 - Activeert uitgang 2 (uitgang relais) van de I/O-module BUS 2
Knipperlicht BUS <Kleur automatische sluitingstijd>
Stelt de kleur in van het BUS-knipperlicht tijdens de automatische sluitingstijd.
De functie verschijnt alleen als er een BUS-knipperlicht aangesloten is.
b40 L1 OFF
1 = Wit
2 = Geel
3 = Oranje
4 = Rood
5 = Paars
6 = Blauw
7 = Lichtblauw
8 = Groen (Default)
Pag. 33 - Handleiding FA01918-NL - 12/2022 - © CAME S.p.A. - De inhoud van deze handleiding kan op elk ogenblik en zonder verplichting tot waarschuwing vooraf worden gewijzigd. - Vertaling van de originele handleiding
BUS-knipperlicht <Kleur bij opening>
Stelt de kleur in van het BUS-knipperlicht tijdens de opening van de automatisering.
De functie verschijnt alleen als er een BUS-knipperlicht aangesloten is.
b40 L2 1 = Wit
2 = Geel
3 = Oranje
4 = Rood (Default)
5 = Paars
6 = Blauw
7 = Lichtblauw
8 = Groen
BUS-knipperlicht <Kleur bij sluiting>
Stelt de kleur in van het BUS-knipperlicht tijdens de sluiting van de automatisering.
De functie verschijnt alleen als er een BUS-knipperlicht aangesloten is.
b40 L3 1 = Wit
2 = Geel
3 = Oranje
4 = Rood (Default)
5 = Paars
6 = Blauw
7 = Lichtblauw
8 = Groen
BUS-knipperlicht <Kleur waarschuwingsknipperlicht>
Op het BUS-knipperlicht, stel de kleur van het knipperlicht in voor de sluitings- en openingsmanoeuvres (waarschuwingsknipperlicht).
De functie verschijnt alleen als er een BUS-knipperlicht aangesloten is.
b40 > L4 1 = Wit (Default)
2 = Geel
3 = Oranje
4 = Rood
5 = Paars
6 = Blauw
7 = Lichtblauw
8 = Groen
BUS-knipperlicht <Meldt fouten>
Stelt de kleur in van het BUS-knipperlicht bij een foutmelding.
De melding wordt geactiveerd nadat er een bewegingsopdracht verzonden werd.
De functie verschijnt alleen als er een BUS-knipperlicht aangesloten is.
b40 > L5 OFF (default)
1 = Wit
2 = Geel
3 = Oranje
4 = Rood
5 = Paars
6 = Blauw
7 = Lichtblauw
8 = Groen
Pag. 34 - Handleiding FA01918-NL - 12/2022 - © CAME S.p.A. - De inhoud van deze handleiding kan op elk ogenblik en zonder verplichting tot waarschuwing vooraf worden gewijzigd. - Vertaling van de originele handleiding
Meldt onderhoud
Stelt de kleur in van het knipperlicht van de desbetreffende BUS-apparaten (knipperlichten en schakelaars) wanneer er onderhoud nodig is. Als deze functie geactiveerd is,
zullen de apparaten de noodzaak melden om onderhoud uit te voeren aan het begin van elke beweging.
Het onderhoud dient geconfigureerd te worden en het aantal bewegingen dient ingesteld te worden. Zie functie [F58 - Onderhoudsconfiguratie].
De functie verschijnt alleen als er een BUS-knipperlicht of een BUS-keuzeschakelaar aangesloten is.
b43 OFF (default)
1 = Wit
2 = Geel
3 = Oranje
4 = Rood
5 = Paars
6 = Blauw
7 = Lichtblauw
8 = Groen
Met het apparaat CAME KEY dient u altijd de fi rmware van de kaart bij te werken naar de meest recente
versie.
Gegevens exporteren / importeren
1
Plaats de MEMORY ROLL op de daarvoor bedoelde connector van de printplaat.
2
Druk op de knop Enter om naar de programmering te gaan.
3
Gebruik de pijlen om de gewenste functie te kiezen.
De functies worden pas weergegeven als een MEMORY ROLL geplaatst
wordt
[F50] - Gegevens opslaan
Slaat op het opslagapparaat (memory roll of USB-stick) de gegevens van de
gebruikers, de timers en configuraties op.
[F50] - Gegevens lezen
Laadt van het opslagapparaat (memory roll of USB-stick) de gegevens van de
gebruikers, de timers en configuraties.
Alvorens de MEMROY ROLL te plaatsen of te verwijderen, MOET VERPLICHT
DE STROOM WORDEN UITGESCHAKELD.
Het is raadzaam om na het opslaan van de gegevens de kaart MEMORY
ROLL te verwijderen.
AFSLUITENDE VERRICHTINGEN
Pag. 35 - Handleiding FA01918-NL - 12/2022 - © CAME S.p.A. - De inhoud van deze handleiding kan op elk ogenblik en zonder verplichting tot waarschuwing vooraf worden gewijzigd. - Vertaling van de originele handleiding
SYNCHRONE WERKING
Eén bediening voor twee verbonden automatiseringen.
Elektrische aansluitingen
Sluit de twee printplaten aan met een UTP CAT 5-kabel.
Steek op beide printplaten een RSE-kaart, gebruikmakend van de connector RSE_1.
Voer de elektrische aansluiting van de apparatuur en uitrustingen uit.
Raadpleeg voor de elektrische aansluitingen van de apparatuur en uitrustingen het hoofdstuk ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN.
De apparatuur en uitrustingen moeten worden aangesloten op de printplaat die als MASTER ingesteld wordt.
RSE
A
G
ND
S
1
G
N
D
A B GND
UTP CAT 5 (max 1000 m)
RSE
A
G
ND
S
1
G
N
D
A B GND
Programmering
Alle hierna beschreven programmeringshandelingen moeten alleen op de MASTER-printplaat worden uitgevoerd.
Zet de poort RSE_1 in [Synchroon].
Activeer het delen van de parameters die op de Master-slagboom geprogrammeerd zijn met de Slave-slagboom.
Na de programmering van de MASTER-automatisering in [Synchroon], wordt de tweede automatisering automatisch SLAVE.
Gebruikers opslaan
Alle hierna beschreven handelingen voor het opslaan van gebruikers moeten alleen op de MASTER-printplaat worden uitgevoerd.
Zie de functie [Nieuwe gebruiker] voor het opslaan van gebruikers.
Werkingsmodus
1
Instructie OPENEN-SLUITEN (2-7), ALLEEN OPENEN (2-3) of ALLEEN SLUITEN (2-4)
2
Instructie GEDEELTELIJKE OPENING (2-3P)
MASTER
SLAVE
MASTER
SLAVE
Pag. 36 - Handleiding FA01918-NL - 12/2022 - © CAME S.p.A. - De inhoud van deze handleiding kan op elk ogenblik en zonder verplichting tot waarschuwing vooraf worden gewijzigd. - Vertaling van de originele handleiding
AFWISSELENDE WERKING
Opening van de eerste slagboom, doorgang van het voertuig, sluiting van de eerste slagboom, opening van de tweede slagboom, doorgang van het voertuig en sluiting van
de tweede slagboom.
Elektrische aansluitingen
Sluit de twee printplaten aan met een UTP CAT 5-kabel.
Steek op beide printplaten een RSE-kaart, gebruikmakend van de connector RSE_1.
Voer de elektrische aansluiting van de apparatuur en uitrustingen uit.
Raadpleeg voor de elektrische aansluitingen van de apparatuur en uitrustingen het hoofdstuk ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN.
De bedieningen en beveiligingen moeten aan beide printplaten worden aangesloten.
RSE
A
G
ND
S
1
G
N
D
A B GND
UTP CAT 5 (max 1000 m)
RSE
A
G
ND
S
1
G
N
D
A B GND
Programmering
Stel op een van de twee slagbomen de functie [RSE_1] in op [Afwisselend].
Activeer de functie [Aut. sluiting] op beide printplaten.
Gebruikers opslaan
Zie de functie [Nieuwe gebruiker] voor het opslaan van gebruikers.
Gebruik bij de programmering van de gebruikers niet de instructie ALLEEN OPENEN 2-3P.
Werkingsmodus
1
Instructie ALLEEN OPENEN (2-3) op de slagboom A
Pag. 37 - Handleiding FA01918-NL - 12/2022 - © CAME S.p.A. - De inhoud van deze handleiding kan op elk ogenblik en zonder verplichting tot waarschuwing vooraf worden gewijzigd. - Vertaling van de originele handleiding
2
Instructie ALLEEN OPENEN (2-3) op de slagboom B
3
Instructie OPENEN-SLUITEN (2-7) op de slagboom A of B voor noodopening
Pag. 38 - Handleiding FA01918-NL - 12/2022 - © CAME S.p.A. - De inhoud van deze handleiding kan op elk ogenblik en zonder verplichting tot waarschuwing vooraf worden gewijzigd. - Vertaling van de originele handleiding
MCBF
Modellen GT
Boom standaard L=6,35 m 3.000.000
Hek -20%
Bewegende poot -20%
Modulaire boom -20%
Manshoog tourniquet -30%
Het MCBF-gegeven is uitsluitend in verband gebracht met de slagboom en verwijst naar geen enkele toepasbare uitrusting.
De slagboom GARD GT is ontworpen voor het verrichten tot 3 miljoen cycli. Dankzij een 24V DC motor biedt ze een hoge betrouwbaarheid en is ze
onderhoudsarm.
De percentages geven aan hoeveel het aantal cycli gereduceerd moet worden m.b.t. het type en aantal geïnstalleerde uitrustingen.
Alvorens reinigings- of onderhoudswerkzaamheden uit te voeren of onderdelen te vervangen, dient de stroom naar de apparatuur uitgeschakeld te worden.
In dit document staan de aanwijzingen voor de installateur met betrekking tot de verplichte controles tijdens het onderhoud.
Als de slagboom langere tijd niet wordt gebruikt, bijvoorbeeld op plaatsen met seizoensopening, wordt aanbevolen de veer los te maken en de boom te verwijderen.
Raadpleeg voor informatie over een correcte installatie en de afstellingen de installatiehandleiding van het product.
Voor informatie over de keuze van het product en de bijbehorende uitrustingen kunt u de productcatalogus raadplegen.
Als de slagboom met scharnier wordt gebruikt, controleer dan of de bewegingselementen van het scharnier in goede staat verkeren en vervang deze indien nodig.
Elke 250.000 cycli en sowieso elke 6 maanden van werking, moeten verplicht de hierna aangegeven onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd.
Voer een algemene en volledige controle uit van de schroeven en bouten, en check of ze nog goed aangedraaid zitten.
Smeer de veer als deze volledig gestrekt is.
Controleer of de boom goed in evenwicht is bij 45° en span eventueel de balansveer, waarbij u de trekkracht ervan instelt met de trekstangkoppeling.
Smeer alle bewegende mechanische onderdelen.
Controleer of de signalerings- en veiligheidsapparatuur goed werken.
Controleer of de microschakelaar verbonden aan het luik van de kast goed werkt.
Controleer of de microschakelaar verbonden aan de handmatige ontgrendeling en de microschakelaar verbonden aan de (optionele) ontkoppelingsuitrustingen goed werken.
Controleer of de bewegende mechanische onderdelen slijtage vertonen en of ze correct werken.
Controleer of de kabels intact zijn en ze goed aangesloten zijn.
Met boom L = 6,35 m met tourniquet volledige hoogte, vervang de balansveren elke 250.000 cycli en sowieso elke 24 maanden van werking.
Met boom L = 7 m met enkelvoudig tourniquet, vervang de balansveren elke 250.000 cycli en sowieso elke 24 maanden van werking.
Elke 500.000 cycli en sowieso elke 24 maanden van werking, moeten verplicht de hierna aangegeven onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd.
Vervang de balansveren.
Pag. 39 - Handleiding FA01918-NL - 12/2022 - © CAME S.p.A. - De inhoud van deze handleiding kan op elk ogenblik en zonder verplichting tot waarschuwing vooraf worden gewijzigd. - Vertaling van de originele handleiding
FOUTMELDINGEN
E2 Fout baanafstelling
E3 Fout encoder defect
E4 Fout servicetest mislukt
E7 Fout werkingsduur
E8 Fout ontgrendelingsluikje open
E9 Obstakel gedetecteerd tijdens sluiting
E10 Obstakel gedetecteerd tijdens opening
E12 Geen netspanning
E11 Maximumaantal achtereenvolgens gedetecteerde obstakels overschreden
E14 Fout seriële communicatie
E15 Fout zender niet compatibel
E16 Fout luikje open van SLAVE-motor
E24 Communicatiefout of storing van een veiligheidsinrichting BUS
E25 Adressenconflict tussen geconfigureerde BUS-toestellen
WAARSCHUWINGEN
C0 Het draadcontact 1-2 (NC) is geopend.
i3 Het draadcontact 2-3 (NO) is gesloten.
i3P Het draadcontact 2-3P (NO) is gesloten.
i4 Het draadcontact 2-4 (NO) is gesloten.
i7 Het draadcontact 2-7 (NO) is gesloten.
Pag. 40 - Handleiding FA01918-NL - 12/2022 - © CAME S.p.A. - De inhoud van deze handleiding kan op elk ogenblik en zonder verplichting tot waarschuwing vooraf worden gewijzigd. - Vertaling van de originele handleiding
KLEEF HIER HET ETIKET VAN
HET PRODUCT DAT ZICH OP DE
VERPAKKING BEVINDT
CAME S.p.A.
Via Martiri della Libertà, 15
31030 Dosson di Casier
Treviso - Italy
Tel. (+39) 0422 4940
Fax (+39) 0422 4941
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

CAME GGT80 Installatie gids

Type
Installatie gids