Marantec Comfort 380 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

www.marantec.com
Gebruiksaanwzing
Uitgave: 09.2020
NL
Aandrijfsysteem voor garagedeuren
Comfort 360, 370, 380
·
2 Gebruiksaanwzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL)
Inhoudsopgave
1. Veiligheidsinformatie .................................3
1.1 Bedoeld gebruik ................................3
1.2 Doelgroepen ....................................3
1.3 Algemene veiligheidsinstructies ..................3
2. Productinformatie ................................... 4
2.1 Leveromvang aandrving ........................4
2.2 Leveromvang rail ................................5
2.3 Technische gegevens ............................5
2.4 Deurvarianten ..................................6
2.5 Toepassingsvoorbeeld ...........................7
3. Montage .............................................7
3.1 Veiligheidsinstructies voor montage ..............7
3.2 Montagevoorbereidingen ........................7
3.3 Montage van aandrving .........................8
3.4 Aansluiting ....................................12
3.5 Afronden van de montage .......................17
4. Inbedrfstelling .....................................18
4.1 Veiligheidsinstructies voor inbedrfstelling .......18
4.2 Overzicht van besturing .........................18
4.3 Statusindicatie ................................19
4.4 Fabrieksinstellingen ............................19
4.5 Snelprogrammering ............................19
4.6 Functiecontrole ................................20
4.7 Speciale programmering ........................21
5. Bediening .......................................... 29
5.1 Veiligheidsinstructies voor bediening .............29
5.2 Handzender ...................................29
5.3 Ontgrendeling .................................30
6. Verzorging ..........................................31
7. Onderhoud ..........................................31
7.1 Onderhoudswerkzaamheden door de exploitant ...31
7.2 Onderhoudswerkzaamheden door gekwaliceerd
vakpersoneel ..................................31
8. Demontage .........................................31
9. Recycling ...........................................31
10. Verhelpen van storingen ............................ 32
11. Blage ............................................. 34
11.1 Produsenterklæring ............................34
11.2 Radiograsche conformiteit .....................34
Over dit document
Originele handleiding.
Onderdeel van het product.
Absoluut lezen en bewaren.
Auteursrechtelk beschermd.
Reproductie, ook als uittreksel, alleen met onze toestemming.
Wzigingen die dienen voor de technische vooruitgang zn
voorbehouden.
Alle maataanduidingen in millimeter.
Afbeeldingen zn niet op schaal.
Veiligheidsinstructies
WAARSCHUWING!
Veiligheidsinstructie b een gevaar, dat tot de dood of zwaar
letsel kan leiden.
VOORZICHTIG!
Veiligheidsinstructie b een gevaar, dat tot licht of middelmatig
letsel kan leiden.
OPMERKING
Veiligheidsinstructie b een gevaar, dat tot beschadiging of
vernieling van het product kan leiden.
Uitleg van symbolen
Handeling
Controle
Lst, opsomming
Verwzing naar andere locaties in dit document
Verwzingen naar separate documenten die moeten worden
opgevolgd
) Fabrieksinstelling
Gebruiksaanwzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) 3
NL
1. Veiligheidsinformatie
WAARSCHUWING!
Levensgevaardoorhetnietopvolgenvandegebruiksaanwzing!
Deze handleiding bevat belangrke informatie voor een veilige
omgang met het product. Er wordt speciale aandacht besteed
aan mogelke gevaren.
Lees deze handleiding zorgvuldig door.
De veiligheidsinstructies in deze handleiding moeten worden
opgevolgd.
De handleiding vr toegankelk opbergen.
1.1 Bedoeld gebruik
Het aandrfsysteem is uitsluitend bedoeld voor het openen en
sluiten van deuren.
Gebruik is uitsluitend toegestaan:
B sectionale en zwenkdeuren met gewichtscompensatie en
valbeveiliging.
In droge ruimten.
In het particuliere toepassingsgebied.
In technisch probleemloze toestand.
Na correcte montage.
In overeenstemming met de specicaties in de technische
gegevens.
„2.3 Technische gegevens“
Elk ander gebruik geldt als niet bedoeld gebruik.
1.2 Doelgroepen
1.2.1 Exploitant
De exploitant is verantwoordelk voor het gebouw waarin het
product wordt gebruikt. De exploitant heeft de volgende taken:
Kennis en bewaren van de gebruiksaanwzing.
Instrueren van iedereen die het deursysteem gebruikt.
Zorgen dat het deursysteem regelmatig wordt gecontroleerd en
onderhouden door gekwaliceerd personeel.
Zorgen dat controles en onderhoud in het logboek worden
gedocumenteerd.
Bewaren van het logboek.
1.2.2 Vakpersoneel
Gekwaliceerd vakpersoneel is verantwoordelk voor montage,
inbedrfstelling, onderhoud, reparatie, demontage en recycling.
Eisen aan gekwaliceerd vakpersoneel:
Kennis van de algemene en speciale veiligheids- en
ongevalpreventievoorschriften.
Kennis van de geldende elektrotechnische voorschriften.
Opleiding m.b.t. het gebruik en de verzorging van geschikte
veiligheidsuitrusting.
Kennis m.b.t. de toepassing van de volgende normen
EN 12635 („Industriële, bedrfs- en garagedeuren en hekken -
Installatie en gebruik“),
EN 12453 („Industriële, bedrfs- en garagedeuren en hekken
- Gebruiksveiligheid van aangedreven deuren - Eisen“),
EN 12445 („Industriële, bedrfs- en garagedeuren en
hekken - Gebruiksveiligheid van aangedreven deuren -
Beproevingsmethoden“).
EN 13241-1 („Industriële en commerciële garagedeuren en
-poorten - Productnorm - Deel 1: Producten zonder vuur of
rookweerstandkarakteristieken“)
Elektrotechnische werkzaamheden alleen laten uitvoeren door
gekwaliceerde elektromonteurs conform DINVDE0100.
Eisen aan gekwaliceerde elektromonteurs:
Kennis van grondbeginselen van de elektrotechniek.
Kennis van landspecieke bepalingen en normen.
Kennis van de van toepassing znde veiligheidsvoorschriften.
Kennis van deze gebruiksaanwzing.
1.2.3 Gebruiker
Geïnstrueerde gebruikers bedienen en onderhouden het product.
Eisen aan geïnstrueerde gebruikers:
Gebruikers worden door de exploitant geïnstrueerd m.b.t. hun
werkzaamheden.
Gebruikers worden geïnstrueerd m.b.t. het veilig gebruik van
het product.
Kennis van deze gebruiksaanwzing.
Voor de volgende personen gelden speciale eisen:
Kinderen van 8 jaar en ouder.
Personen met verminderde fysieke, sensorische of mentale
capaciteiten.
Personen met gebrek aan ervaring en kennis.
Deze gebruikers mogen het product alleen bedienen.
Bzondere eisen:
Gebruikers staan onder toezicht.
Gebruikers worden geïnstrueerd m.b.t. het veilig gebruik van
het product.
Gebruikers begrpen de gevaren b de omgang met het product.
Kinderen mogen niet spelen met het product.
1.3 Algemene veiligheidsinstructies
Personen of voorwerpen mogen niet worden bewogen door de deur.
In de volgende gevallen accepteert de fabrikant geen
aansprakelkheid voor schade. De garantie voor het product en
accessoires vervalt b:
Het niet opvolgen van deze gebruikshandleiding.
Niet bedoeld en ondeskundig gebruik.
Inzet van niet gekwaliceerd personeel.
Ombouwwerkzaamheden of wzigingen aan het product.
Toepassing van reserveonderdelen, die niet door de fabrikant
zn geproduceerd of vrgegeven.
Het product wordt volgens de in de inbouwverklaring opgegeven
richtlnen en normen geproduceerd. Het product heeft de fabriek
in een veiligheidstechnisch probleemloze toestand verlaten.
Uitgesloten van de garantie zn batteren, accu‘s, zekeringen en
lichtmiddelen.
Meer veiligheidsinstructies staan in de betreffende paragrafen
van het document.
„3.1 Veiligheidsinstructies voor montage“
„4.1 Veiligheidsinstructies voor inbedrfstelling“
„5.1 Veiligheidsinstructies voor bediening“
4 Gebruiksaanwzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL)
2. Productinformatie
2.1 Leveromvangaandrving
Controleer op basis van de tabel de leveringsomvang van uw
productvariant.
Landspecieke afwkingen zn mogelk.
Pos.
1
1x
2
1x
3
1x
4
2x
5
1x
Pos. #1 A B
6
2x 2x
7
1x 1x
8
2x 2x
9
1x
Pos. #1 A B
10
1x
11
1x
Pos. #2 A B
12
4x 4x
13
1x 1x
14
1x 1x
15
1x 1x
16
1x
17
1x
18
4x
Pos. #3
19
6x
20
6x
21
6x
Pos. Waarschuwingsborden
22
1x
23
1x
Pos. Handzender Multi-Bit bi·linked
24
1x 1x
25
1x
26
1x
Gebruiksaanwzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) 5
NL
Pos. Handzender Multi-Bit bi·linked
27
1x 1x
28
1x
29
1x
30
1x
2.2 Leveromvang rail
Controleer op basis van de tabel de leveringsomvang van uw
productvariant.
Landspecieke afwkingen zn mogelk.
Pos.
31
1x
Pos. #4 A B
32
1x 1x
33
1x 1x
34
1x 1x
35
2x 2x
36
1x 1x
2.3 Technische gegevens
Elektrische gegevens
Nominale spanning, landspecieke
afwkingen mogelk*
V
EU 230
JP 100
US 120
Nominale frequentie* Hz 50 / 60
Opgenomen stroom* A
EU 1,1
JP 2,5
US 2,1
Opgenomen vermogen tdens
bedrf**
kW 0,25
Opgenomen vermogen tdens
stand-by**
W ca. 0,6
Stuurspanning V DC 24
Beschermingsgraad
motoraggregaat
IP 20
Beschermingsklasse II
* De aandrvingsspecieke waarden kunt u vinden op het
typeplaatje van het motoraggregaat.
** Zonder aangesloten accessoires
Mechanische gegevens
Max. Trek- en drukkracht
Comfort 360
Comfort 370
Comfort 380
N
650
850
1.100
Max. Loopsnelheid
Comfort 360
Comfort 370
Comfort 380
mm/s
220
235
180
Openingstd, deurspeciek
Comfort 360
Comfort 370
Comfort 380
s
ca. 9,5
ca. 9,0
ca. 12,0
Omgevingsgegevens
Afmetingen motoraggregaat
135
335
360
6 Gebruiksaanwzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL)
Omgevingsgegevens
Gewicht (motoraggregaat)
Comfort 360
Comfort 370
Comfort 380
kg
4,3
4,9
4,9
Geluidsdrukniveau dB(A) < 70
Temperatuurbereik
°C -20
°C +60
Toepassingsbereik Comfort
360 370 380
Kanteldeuren
max. Deurbreedte
max. Deurgewicht
mm
kg
3.500
110
5.000
185
6.000
220
Eenwandige verticale
sectionale deuren
max. Deurbreedte
max. Deurgewicht
mm
kg
5.000
110
5.500
185
6.000
220
Tweewandige verticale
sectionale deuren
max. Deurbreedte
max. Deurgewicht
mm
kg
3.000
110
5.500
185
6.000
220
Kanteldeuren en
niet uitzwenkende
kanteldeuren
max. Deurbreedte
max. Deurhoogte
max. Deurgewicht
mm
mm
kg
3.500
2.250
110
5.000
2.250
185
6.000
2.250
220
max. Cycli per uur. cph 2 4 6
max. Cycli per dag cpd 20 32 60
2.4 Deurvarianten
De leveromvang met de betreffende aandrfrails is geschikt voor de
volgende deurvarianten.
Uitzwenkende kanteldeur (zwenkdeur)
2.4 / 1
Sectionale deur
2.4 / 2
Voor de hierna volgende deurvarianten zn speciale accessoires
vereist.
Niet uitzwenkende kanteldeur
2.4 / 3
Verticale sectionale deur
2.4 / 4
Gebruiksaanwzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) 7
NL
3. Montage
3.1 Veiligheidsinstructies voor montage
WAARSCHUWING!
Gevaardoornietopvolgenvanmontage-instructie!
Dit hoofdstuk bevat belangrke informatie over veilige montage
van het product.
Lees dit hoofdstuk voor de montage zorgvuldig door.
De veiligheidsinstructies opvolgen.
De montage uitvoeren zoals is beschreven.
Montage uitsluitend door gekwaliceerd vakpersoneel.
„1.2.2 Vakpersoneel“
Elektrotechnische werkzaamheden alleen laten uitvoeren door
gekwaliceerde elektromonteurs.
„1.2.2 Vakpersoneel“
Voor de montage moet worden gezorgd, dat de elektrische
voeding onderbroken is en blft. De voedingsspanning wordt
pas ingeschakeld nadat hier naar wordt gevraagd in de
betreffende montagestap.
Lokale veiligheidsvoorschriften moeten in worden opgevolgd.
Stroom- en besturingskabels moeten absoluut gescheiden
worden gelegd. De stuurspanning is 24 V DC.
De deur moet zich mechanisch in een goede toestand bevinden:
De deur blft stilstaan in elke positie.
De deur kan eenvoudig worden bewogen.
De deur opent en sluit correct.
Alle pulsgevers en besturingsinrichtingen (bv .
radiocodeschakelaars) moeten binnen het zichtveld van de
deur op veilige afstand van bewegende onderdelen van de
deur worden geïnstalleerd. Houd rekening met een minimale
montagehoogte van 1,5 meter.
Er mag alleen bevestigingsmateriaal worden gebruikt dat
geschikt is voor de bouwmaterialen van het gebouw.
3.2 Montagevoorbereidingen
Voor aanvang van de montage moeten altd de volgende
werkzaamheden worden uitgevoerd.
Leveromvang
Controleer om welke productvariant het gaat en of de
leveromvang compleet is.
Zorgt dat een geschikte aandrfrail beschikbaar is.
Controleer of de benodigde accessoires voor uw
montagesituatie aanwezig zn.
Garage
Controleer of uw garage een geschikte stroomaansluiting en
een netscheidingsinrichting heeft.
2.5 Toepassingsvoorbeeld
2.5 / 1
1
4
1
3
2
De deurinstallatie is afgebeeld als voorbeeld en kan afhankelk van
het deurtype en de uitrusting afwken. De afgebeelde installatie
bestaat uit de volgende componenten:
1 Fotocel
2 Sleutelschakelaar
3 Kolom (voor codeschakelaar, transponder, …)
4 Signaallamp
Meer informatie over accessoires kunt u vinden op de
internetpagina van de fabrikant.
B de montage en bekabeling van deursensoren, bedienings- en
veiligheidselementen, moeten de betreffende handleidingen
van de fabrikant worden opgevolgd.
8 Gebruiksaanwzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL)
Deurinstallatie
Verwder alle niet benodigde onderdelen van de deur (bv .
kabels, kettingen, hoekproelen, etc.).
Alle inrichtingen die na de montage van het aandrfsysteem niet
meer nodig zn buiten werking stellen.
B garages zonder tweede ingang:
De deur uitrusten met een noodontgrendeling, om b een
storing de garage te kunnen betreden.
Wordt een ontgrendelingsset gebruikt:
Controleer de correcte werking van de deurvergrendelingen.
De deurvergrendelingen mogen nooit buiten werking worden
gesteld.
Wordt geen ontgrendelingsset gebruikt:
De deurvergrendelingen demonteren of de deurvergrendelingen
buiten werking stellen.
B gebruik en montage van accessoires moet de betreffende
documentatie worden opgevolgd.
3.3 Montagevanaandrving
3.3 / 1
3.3 / 2
3.3 / 2 a
ø 5
4x
10
3.3 / 2 b
ø 5
4x
10
OPMERKING
Gevaar voor beschadiging van de asadapter door gebruik van
geweld!
Door het vastkloppen met een hamer kan de vertanding van de
asadapter worden beschadigd.
Monteer de aandrfrails voorzichtig op het motoraggregaat.
Gebruiksaanwzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) 9
NL
3.3 / 3
3.3 / 3 a
1x
10
25
3.3 / 3 b
1x
10
25
3.3 / 4
1x
1x
10
WAARSCHUWING!
Letselgevaardoorondeskundigehantering!
Vallende onderdelen kunnen tot zwaar letsel leiden.
Beveilig het aandrfsysteem tot aan de bevestiging tegen
vallen.
3.3 / 5
OPMERKING
Gevaarvoorbeschadigingvanhetdeurblad!
Een verkeerde montage van de valaansluitplaat kan tot een
beschadiging van het deurblad leiden.
Zorg dat de bovenkant van het deurblad op het hoogste punt
van de openingsbaan 10 - 50 mm onder de onderkant van de
horizontale aandrfrail ligt.
Monteer de valaansluitplaat voor de aandrfrail midden boven
het deurblad.
3.3 / 6
10 - 50
ø 10
10 Gebruiksaanwzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL)
3.3 / 7
2x
2x
2x
13
3.3 / 8
1.
2.
3.
1x
1x
3.3 / 9
1.
2.
3.3 / 10
1.
2.
1x
2x
25
3.3 / 11
3.3 / 12
a
b
5-10
3.3 / 12 a
1x
1x
10
a = 90°
b = 9 Nm
Gebruiksaanwzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) 11
NL
3.3 / 15
< 90
ø 10
3.3 / 16
2x
2x
2x
3.3 / 17
< 1800
Tip:
De handkabel kan met een zelfklevende kabelhouder op de deur
worden bevestigd.
Dit verhindert dat de handkabel blft haken en beschadigingen
veroorzaakt (bv . b dakdragersystemen).
3.3 / 12 b
5-10
1.
2.
2.
4x
20
3.3 / 13
3.3 / 14
1/3
2/3
1.
2.
3.
12 Gebruiksaanwzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL)
3.4 Aansluiting
WAARSCHUWING!
Levensgevaardooreenelektrischeschok!
Het aanraken van spanningvoerende onderdelen kan tot een
elektrische schok, verbrandingen of de dood leiden.
Zorg ervoor dat de stroomvoorziening tdens de
werkzaamheden afgesloten is en blft.
OPMERKING
Gevaar voor materiële schade door ondeskundige montage van
deaandrving!
Externe spanning b de aansluiting XB03 leidt tot vernieling van
de totale elektronica.
Op de klemmen 1, 2 en 4 (XB03) alleen potentiaalvre
contacten aansluiten.
3.4 / 1
0,14 - 1,5 mm
2
8 - 9
Voor het eenvoudig aansluiten is klem XB03 uitgevoerd als
insteekverbinding.
De kabel moet op geschikte wze voor de klem worden gestript.
3.4.1 Overzicht besturingsaansluitingen
3.4.1 / 1
XB03
A
B
XW40
XB72
XN70
XW81
C
A Opname voor uitbreidingsbehuizing
B Inschuifvoorziening voor battery back-up
C Weergave battery back-up
XB03 Aansluiting
„3.4.3 Aansluiting potentiaalvre
schakelaar (XB03)“
„3.4.4 Aansluiting schakelaar met
voedingsspanning (XB03)“
„3.4.5 Aansluiting 2-draads fotocel (XB03)“
„3.4.6 Aansluiting 4-draads fotocel (XB03)“
„3.4.7 Aansluiting loopdeurcontact (XB03)“
XB72 Aansluiting moduleontvanger
„3.4.2 Aansluiting moduleontvanger
(XB72)“
XN70 Aansluiting Battery Backup
„3.4.8 Aansluiting XN70 en XW81“
XW40 Aansluiting MS-BUS voor uitbreidingsmodule
XW81 Aansluiting uitbreiding
Ingangen / uitgangen
„3.4.8 Aansluiting XN70 en XW81“
Gebruiksaanwzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) 13
NL
3.4.3 / 3
XB03
3
1
2
4
70
71
NO
COM
XB03
Niveau 5 – Speciale functies
Menu 1 – Programmeerbare pulsingang (klem 1/2)
1 ) Puls (alleen maakcontact)
5 Puls OPEN (inductielus – alleen maakcontact)
6
Voortdig sluiten door bediening van schakelaar
of handzender > 2 seconden
7
Puls (alleen maakcontact)
met permanente voedingsspanning
24 V DC / max. 50 mA
Voor aandrvingen met energiebesparingstechniek (bv. BlueLine)
moet parameter 7 worden geselecteerd, als aangesloten
accessoires ook tdens stand-by moeten worden gevoed.
3.4.2 Aansluiting moduleontvanger (XB72)
Aansluitmogelkheden:
Moduleontvanger Multi-Bit
Moduleontvanger bi∙linked
3.4.2 / 1
XB72
XB72
3.4.3 Aansluitingpotentiaalvreschakelaar(XB03)
Productvoorbeelden:
Drukschakelaar
Sleutelschakelaar
Plafondtrekschakelaar
Transpondersysteem
Inductielusdetector
Mogelke functies:
Puls – openen/stoppen/sluiten van een deur
Puls OPEN – openen van een deur
3.4.3 / 1
3
1
2
4
70
71
XB03
3.4.3 / 2
M19E010e
1 GND
2 Puls
Sb1 Pulsschakelaar
14 Gebruiksaanwzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL)
3.4.4 Aansluiting schakelaar met voedingsspanning (XB03)
Productvoorbeelden:
Draadloze ontvanger
Transpondersysteem
Inductielusdetector
Mogelke functies:
Puls – openen/stoppen/sluiten van een deur
Puls OPEN – openen van een deur
3.4.4 / 1
3
1
2
4
70
71
XB03
3.4.4 / 2
M19E010e
1 GND
2 Puls
3 24 V DC / max. 50 mA
S1 Maakcontact potentiaalvr
3.4.4 / 3
XB03
3
1
2
4
70
71
+ -
1 2
XB03
Niveau 5 – Speciale functies
Menu 1 – Programmeerbare pulsingang (klem 1/2)
1 ) Puls (alleen maakcontact)
5 Puls OPEN (inductielus – alleen maakcontact)
6
Voortdig sluiten door bediening van schakelaar
of handzender > 2 seconden (alleen Multibit)
7
Puls (alleen maakcontact)
met permanente voedingsspanning
24 V DC / max. 50 mA
Voor aandrvingen met energiebesparingstechniek (bv. BlueLine)
moet parameter 7 worden geselecteerd, als aangesloten
accessoires ook tdens stand-by moeten worden gevoed.
Gebruiksaanwzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) 15
NL
3.4.5 Aansluiting 2-draads fotocel (XB03)
Mogelke functie:
Aanrakingsloze hindernisdetectie in richting OPEN
3.4.5 / 1
3
1
2
4
70
71
XB03
3.4.5 / 2
M19E010e
70 GND
71 Fotocel
RX Fotocel ontvanger
TX Fotocel zender
3.4.5 / 3
TX
1
2
2
1
RX
XB03
3
1
2
4
70
71
XB03
Een aangesloten fotocel wordt automatisch herkend door de
besturing, zodra de voedingsspanning is aangesloten. De fotocel
kan naderhand worden geprogrammeerd.
Ongewenste fotocellen moeten worden losgekoppeld, voordat
de voedingsspanning wordt aangesloten, omdat de besturing ze
anders herkent.
Niveau 8 – Systeeminstellingen
De hierna volgende menu‘s en functies zn alleen toegankelk
voor gekwaliceerd vakpersoneel.
Korte draairichtingsomkering deur:
Het aandrfsysteem beweegt de deur kort in de tegengestelde
richting, om een hindernis vr te geven.
Lange draairichtingsomkering deur:
Het aandrfsysteem beweegt de deur naar de deurpositie OPEN.
Niveau 8 – Systeeminstellingen
Menu 1 – Fotocel
1 ) Bedrf zonder fotocel
2
2-draads fotocel
(aansluiting XB03 - klem 70/71),
Deurbeweging DICHT: Lange
draairichtingsomkering deur
16 Gebruiksaanwzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL)
3.4.6 Aansluiting 4-draads fotocel (XB03)
Mogelke functie:
Aanrakingsloze hindernisdetectie in richting OPEN
3.4.6 / 1
XB03
3
1
2
4
70
71
XB03
3.4.6 / 2
M19E010e
3 24 V DC / max. 50 mA
70 GND
71 Fotocel
RX Fotocel ontvanger
TX Fotocel zender
3.4.6 / 3
TX RX
XB03
3
1
2
4
70
71
+ +-
-
13
14
XB03
Niveau 8 – Systeeminstellingen
De hierna volgende menu‘s en functies zn alleen toegankelk
voor gekwaliceerd vakpersoneel.
Korte draairichtingsomkering deur:
Het aandrfsysteem beweegt de deur kort in de tegengestelde
richting, om een hindernis vr te geven.
Lange draairichtingsomkering deur:
Het aandrfsysteem beweegt de deur naar de deurpositie OPEN.
Niveau 8 – Systeeminstellingen
Menu 1 – Fotocel
1 ) Bedrf zonder fotocel
3
Externe fotocel
(aansluiting XB03 - klem70/71),
Deurbeweging DICHT: Lange
draairichtingsomkering deur
Gebruiksaanwzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) 17
NL
3.4.7 Aansluiting loopdeurcontact (XB03)
Voorbeelden:
Loopdeurcontact 8,2kΩ
3.4.7 / 1
3
1
2
4
70
71
XB03
3.4.7 / 2
8,2 k
M19E010e
1 GND
4 Houdcircuit, actief na reset
Sb4 Loopdeurcontact 8,2kΩ
3.4.7 / 3
XB03
3
2
70
71
4
1
8k2
XB03
Na het aansluiten van een accessoires en het daarna inschakelen
van de netspanning, herkend de besturing een accessoire
automatisch.
De deur moet gesloten zn, zodat het loopdeurcontact correct kan
worden herkend.
Het loopdeurcontact (8,2 kΩ) moet voldoen aan Cat. 2, PL c volgens
EN 13849-1.
3.4.8 Aansluiting XN70 en XW81
3.4.8 / 1
De montagebeschrving van de aansluitelementen kunt u
vinden in de separate documentatie.
3.4.8 / 2
3.5 Afronden van de montage
Het waarschuwingsbord tegen beknelling permanent
aanbrengen op een opvallende locatie.
Het instructiebord voor de noodontgrendeling aanbrengen b
de handkabel.
Zorg dat na de montage geen onderdelen van de deur uitsteken
in openbare voetpaden of straten.
3.5 / 1
18 Gebruiksaanwzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL)
4. Inbedrfstelling
4.1 Veiligheidsinstructiesvoorinbedrfstelling
WAARSCHUWING!
Gevaardoornietopvolgenvandeinbedrfstellingsinstructies!
Dit hoofdstuk bevat belangrke informatie over de veilige
inbedrfstelling van het product.
Lees dit hoofdstuk voor de inbedrfstelling zorgvuldig door.
De veiligheidsinstructies opvolgen.
De inbedrfstelling uitvoeren zoals beschreven.
Inbedrfstelling uitsluitend door gekwaliceerd vakpersoneel.
„1.2.2 Vakpersoneel“
Ramen, deuren en poorten met krachtaandrving, moeten vóór de
eerste inbedrfstelling en indien nodig, maar minimaal een keer
per jaar, door gekwaliceerd vakpersoneel worden gecontroleerd
met een hiervoor bestemde sluitkrachtmeter (schriftelke
bewsvoering).
De exploitant van de deurinstallatie of de plaatsvervanger hiervan,
moet na de inbedrfstelling van de installatie worden geïnstrueerd
m.b.t. de bediening.
Kinderen mogen niet spelen met de deurbesturing of de
handzender.
Er mogen geen personen of objecten aanwezig zn binnen de
gevarenzone van de deur.
Voordat u door de deuropening moet zn gewaarborgd dat de
deur in deurpositie OPEN staat.
Alle bestaande noodstopvoorzieningen moeten worden
gecontroleerd.
Houd rekening met mogelke knel- en schaarpunten van de
deurinstallatie.
Nooit grpen naar een bewegende deur, in de geleiderails of in
bewegende onderdelen.
De voorschriften van EN 13241-1 („Industrie-, bedrfs- en deuren
en poorten - Productnorm“) moeten worden opgevolgd.
4.2 Overzicht van besturing
Bedieningselementen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
LCD-display
Deur bedienen richting OPEN,
Parameter verhogen
Deur bedienen richting DICHT,
Parameter verlagen
P
Programmering starten, waarden bevestigen
en opslaan
Legenda
Indicatie knippert
Indicatie brandt
Bedrfsgereed
Deurpositie DICHT
Deurpositie OPEN
Storingsmelding / onderhoudsindicatie in
deurpositie DICHT
Fotocel of sluitkantbeveiliging
Afstandsbediening
Externe schakelaar
3
Statusindicatie
(Voorbeeld indicatie 3 - Battery Backup
aangesloten)
„4.3 Statusindicatie“
2
3
4
7
8
9
0
Indicatie van niveau (voorbeeld: niveau 2)
2
3
4
7
8
9
0
Indicatie van menu‘s en parameters
(Voorbeeld: menu 3, parameter8)
Minutenweergave
1
2
3
4
7
8
9
0
Tden groter dan één minuut worden in
minuten en seconden weergegeven.
Voorbeeld: 1.2 = 1 minuut + 20 seconden =
80seconden
Gebruiksaanwzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) 19
NL
4.3 Statusindicatie
Indicatie Functie / element
3
Battery Backup aangesloten (optioneel)
4
Indicatie voorwaarschuwingstd (alleen b
geprogrammeerd automatisch sluiten)
4.4 Fabrieksinstellingen
Via een reset kan de aandrving worden gereset naar de
fabrieksinstellingen.
„Niveau 1, Menu 8 - RESET“
4.5 Snelprogrammering
Voor een correcte inbedrfstelling van het aandrfsysteem en na
een reset moet de snelprogrammering worden uitgevoerd.
Voorwaarden:
De deur is in de deurpositie DICHT.
De geleideslede is gekoppeld.
„5.3 Ontgrendeling“
Wordt in de programmeermodus binnen 120 seconden geen
van de toetsen bediend, schakelt de besturing terug naar de
bedrfstoestand.
Het betreffende foutnummer wordt weergegeven.
„10. Verhelpen van storingen“
De snelprogrammering uitvoeren.
Na de snelle programmering, moet een functietest worden
uitgevoerd.
„4.6 Functiecontrole“
OPMERKING
Gevaar voor beschadiging van het motoraggregaat door botsing
metdegeleidesleden!
B het instellen van de garagdeurpositie OPEN, mag de
geleideslede niet met maximale snelheid naar de eindpositie
worden bewogen!
Bedien de deur voorzichtig, met geringe snelheid, naar de
deurpositie OPEN.
Snelprogrammering
1. Programmeren van de deurpositie OPEN
Besturing is in de
bedrfsmodus.
P
P > 3 sec. < 10 sec.:
Start van
snelprogrammering.
Deur naar positie OPEN
bewegen.
P
Deurpositie OPEN opslaan.
2. Programmeren van de deurpositie DICHT
Deur naar positie DICHT
bewegen.
P
Deurpositie DICHT opslaan.
20 Gebruiksaanwzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL)
4.6 Functiecontrole
4.6.1 Controlerenvandeaandrfkracht
1.
Besturing is in de
bedrfsmodus.
2.
De deur moet openen en naar
de opgeslagen deurpositie
OPEN bewegen.
3.
De deur moet sluiten en naar
de opgeslagen deurpositie
DICHT bewegen.
4.
Het aandrfsysteem moet
de deur in de richting OPEN,
resp. in de richting DICHT
bewegen.
5.
Het aandrfsysteem moet
stoppen.
6.
Het aandrfsysteem draait in
tegengestelde richting.
4.6.2 Inleerprocedurevoordeaandrfkracht
Het aandrfsysteem leert de maximaal benodigde aandrfkracht
tdens de eerst zes deurbewegingen na het instellen van de deur.
Het aandrfsysteem (met gekoppelde deur) zonder
onderbreking drie keer van de deurpositie DICHT naar de
deurpositie OPEN en terug bewegen.
Snelprogrammering
3. Programmeren van de afstandsbediening
Alleen versie bi•linked:
Programmeertoets van
handzender indrukken.
Handzender bedienen.
Handzender loslaten.
P
Afstandsbediening opslaan.
Einde van
snelprogrammering.
Besturing is in de
bedrfsmodus.
Gebruiksaanwzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) 21
NL
4.6.3 Controle van automatische uitschakeling
WAARSCHUWING!
Letselgevaarbgebruikzonderautomatischeuitschakeling!
Ter bescherming van personen, is de aandrving uitgerust met
een automatische uitschakeling.
Het product mag alleen worden gebruikt als de correcte werking
van de automatische uitschakeling is gewaarborgd.
Controleer de automatische uitschakeling OPEN en DICHT.
De aandrfkracht moet door gekwaliceerd vakpersoneel
worden gecontroleerd met behulp van een sluitkrachtmeter.
Automatische uitschakeling OPEN
De deur tdens de deurbeweging onderin in het midden met een
massa van 20 kg belasten:
De deur moet direct stoppen.
Automatische uitschakeling DICHT
Plaats een hindernis met een hoogte van 50 mm op de vloer.
Beweeg de deur op de hindernis:
Het aandrfsysteem moet b het raken van de hindernis
stoppen en de bewegingsrichting moet omkeren.
De instellingen van de aandrfkrachten OPEN en DICHT blven
opgeslagen b onderbreking van de netspanning.
Alleen b een reset worden de parameters gereset naar de
fabrieksinstelling.
„Niveau 1, Menu 8 - RESET“
4.6.4 Controle van de fotocel
Fotocel
Controleer alle fotocellen individueel, door het activeren
hiervan.
Controleer alle aangesloten fotocellen direct voor de
deurpositie DICHT.
Bzonderhedenvoorkoznfotocellen
De werking van een aangesloten koznfotocel moet boven de
montagepositie zn. Onder de montagepositie wordt de werking
door de besturing verborgen.
B het aansluiten van meerdere fotocellen reageren alle
fotocellen net zo als b een eventuele koznfotocel.
4.6.5 Controle van het loopdeurcontact
Open de loopdeur.
Bedien de deur: Het aandrfsysteem mag niet bewegen.
4.7 Speciale programmering
WAARSCHUWING!
Letselgevaardoorverkeerdingesteldedeurkrachten!
Ter bescherming van personen, moeten de deurkrachten binnen
bepaalde grenswaarden blven. Worden parameters gewzigd,
kunnen deze grenswaarden worden overschreden. Na wzigen
van instellingen moeten de deurkrachten daarom worden
gecontroleerd om een veilige werking te waarborgen.
Controleer de automatische uitschakeling.
„4.6.3 Controle van automatische uitschakeling“
Na een reset worden alle parameters teruggezet naar de
fabrieksinstellingen. Aangesloten en correct werkende
veiligheidselementen worden na de reset opnieuw herkend.
Aangesloten accessoires moeten na een reset opnieuw worden
geprogrammeerd.
Voor het waarborgen van een probleemloze werking van de
besturing:
Alle gewenste functies opnieuw programmeren.
De afstandsbediening opnieuw inleren.
Het aandrfsysteem een keer naar de deurpositie OPEN en
DICHT bewegen.
Een aangesloten fotocel wordt automatisch herkend door de
besturing, zodra de voedingsspanning is aangesloten. De fotocel
kan naderhand worden geprogrammeerd.
Ongewenste fotocellen moeten worden losgekoppeld, voordat
de voedingsspanning wordt aangesloten, omdat de besturing ze
anders herkent.
„3.4.5 Aansluiting 2-draads fotocel (XB03)“
„3.4.6 Aansluiting 4-draads fotocel (XB03)“
Na wzigingen in de programmeermodus, moet een
functiecontrole worden uitgevoerd.
„4.6 Functiecontrole“
22 Gebruiksaanwzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL)
4.7.1 Programmering van de speciale functies
Programmeerproces
1.
Besturing is in de
bedrfsmodus.
2.
P
P > 10 sec.:
Start van de programmering
van de uitgebreide
aandrffuncties.
Indicatie van niveaus.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
3.
Selecteren van het gewenste
niveau (voorbeeld niveau 2).
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
4.
P
Bevestiging van het
gewenste niveau.
Weergave van het eerste
menu en de ingestelde
parameter.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
5.
Selecteren van het gewenste
menu (voorbeeld menu 3).
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
6.
P
Bevestiging van het
gewenste menu.
Weergave van de ingestelde
parameter.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
7. Wzigen van de parameter.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
8.
P
Opslaan van de parameter.
De besturing schakelt om
naar de niveau-indicatie.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
Programmeerproces
9.
Selecteren van het volgende
gewenste niveau.
Voortzetting van de
programmering.
1
2
3
4
7
8
9
0
of
P
P > 5 sec.:
Beëindiging van de
programmering.
Alle gewzigde parameters
worden opgeslagen.
Besturing is in de
bedrfsmodus.
4.7.2 Overzicht van de speciale functies
Niveau Menu
1
Basisfuncties
3 Tussenpositie OPEN
4 Tussenpositie DICHT
7 Relais-uitgang
8 RESET
2
Instellingen van
de aandrving
1 Benodigde aandrfkracht OPEN
2 Benodigde aandrfkracht DICHT
3 Automatische uitschakeling OPEN
4 Automatische uitschakeling DICHT
3
Automatisch
sluiten
1 Automatisch sluiten
3 Openingstd
4 Voorwaarschuwingstd
5 Opstartwaarschuwing
7 Signaallamp
4
Programmering
draadloos
2 Tussenpositie OPEN
3 Tussenpositie DICHT
4 OPEN
5 DICHT
8 Verlichting van aandrving AAN / UIT of
relais-uitgang
5
Speciale functies
1 Programmeerbare pulsingang
3 Programmeerbare ingang
4 Verlichtingstd
5 Handprogrammeerapparaat
7 Battery-back-up
Gebruiksaanwzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) 23
NL
Niveau Menu
6
Variabele
Snelheid
1 Snelheid OPEN
2 Snelheid soft-loop OPEN
3 Soft-loop positie OPEN
4 Snelheid DICHT
5 Snelheid smart-loop DICHT
6 Snelheid soft-loop DICHT
7 Smart-loop positie DICHT
8 Soft-loop positie DICHT
9 Soft-starttd OPEN
10 Soft-starttd DICHT
7
Service en
onderhoud
1 Deurcyclusteller
2 Onderhoudsteller
3 Onderhoudsinterval
8 Reset service en onderhoud
9 Foutmelding
8
Systeeminstel-
lingen
1 Fotocel
2 Sluitkantbeveiliging
3 Functie automatische uitschakeling
4 Bedrfsmodi
5 Functie richtingscommandogever
6 Functie pulscommandogever
7 Krachtontlasting in de positie DEUR
DICHT (Backjump)
8 Draairichting
10 Positie van de koznfotocel
4.7.3 Inhoud van de speciale functies
Niveau 1 – Basisfuncties
Menu 3 – Tussenpositie OPEN
Instellen met toets + (OPEN) en – (DICHT).
Sluitfunctie met automatisch sluiten is mogelk.
Alleen de laatst geprogrammeerde tussenpositie kan
worden gebruikt.
Menu 4 – Tussenpositie DICHT
Instellen met toets + (OPEN) en – (DICHT).
Sluitfunctie met automatisch sluiten is niet mogelk.
Alleen de laatst geprogrammeerde tussenpositie kan
worden gebruikt.
Niveau 1 – Basisfuncties
Menu 7 – Relais-uitgang
(alleen programmeerbaar met het optionele relais)
1
) Signaallamp (aanwezig / niet aanwezig)
„Niveau 3, Menu 7 - Signaallamp“
2 Deurpositie OPEN
3 Deurpositie DICHT
4 Tussenpositie OPEN
5 Tussenpositie DICHT
6 Aandrfsysteem start (wispuls 1 seconde)
7 Storing
8
Verlichtingstd
„Niveau 5, Menu 4 - Verlichtingstd“
9 Vergrendelingsvrgave (aandrfsysteem loopt)
10
Vergrendelingsvrgave (aandrfsysteem staat
stil)
11
Vrgave slot (aandrfsysteem start /
wispuls 3 seconden)
12 Botsbeveiliging
13
Draadloze afstandsbediening (relais schakelt de
duur van de puls)
„Niveau 4, Menu 8 - Verlichting van
aandrving AAN / UIT of relais-uitgang“
14
Testpuls voor sluitkantbeveiliging (relais geeft
een testpuls en schakelt 300ms)
Menu 8 – RESET
Het aandrfsysteem kan worden gereset naar de
fabrieksinstellingen.
Na het resetten van de besturing of een vervanging
van de Controlbox, moeten alle gewenste individuele
instellingen opnieuw worden uitgevoerd.
1 ) Geen reset
2
Reset besturing
(Aangesloten modules (bus-modules,
afstandsbediening) moeten separaat worden
gereset)
3
Reset afstandsbediening (telegrammen worden
gewist)
4
Reset uitbreiding automatisch sluiten
„Niveau 3 - Automatisch sluiten“
5
Reset alleen aandrffuncties (behalve
garagedeurpositie OPEN/DICHT en
afstandsbediening puls)
6
Reset veiligheidselementen (fotocel /
houdcircuit)
7
Reset bus-modules (aangesloten modules
worden ingeleerd)
24 Gebruiksaanwzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL)
Niveau2–Instellingenvandeaandrving
De hierna volgende menu‘s en functies zn alleen toegankelk
voor gekwaliceerd vakpersoneel.
Menu 1 – BenodigdeaandrfkrachtOPEN
Gevoeligheid in niveaus van 1 - 16
(hoe hoger het niveau, hoe hoger de aandrfkracht).
) 8
Menu 2 – BenodigdeaandrfkrachtDICHT
Gevoeligheid in niveaus van 1 - 16
(hoe hoger het niveau, hoe hoger de aandrfkracht).
) 8
Menu 3 – Automatische uitschakeling OPEN
Gevoeligheid in niveaus van 1 (UIT) - 16
(hoe lager het niveau, hoe gevoeliger de automatische
uitschakeling).
) 12
Menu 4 – Automatische uitschakeling DICHT
Gevoeligheid in niveaus van 1 (UIT) - 16
(hoe lager het niveau, hoe gevoeliger de automatische
uitschakeling).
) 8
Niveau 3 – Automatisch sluiten
De hierna volgende menu‘s en functies zn alleen toegankelk
voor gekwaliceerd vakpersoneel.
Menu 1 – Automatisch sluiten
B geactiveerd automatisch sluiten kan de relais-
uitgang (niveau 1 / menu 7) indien nodig worden
omgeprogrammeerd.
1 ) Gedeactiveerd
2
Openingstd 15 /
voorwaarschu-
wingstd 5
Verlenging van de
openingstd uitsluitend
door een puls
(Knop, handzender).
3
Openingstd 30 /
Voorwaarschu-
wingstd 5
4
Openingstd 60 /
Voorwaarschu-
wingstd 8
5
Openingstd 15 /
Voorwaarschu-
wingstd 5
Annuleren van de
openingstd na
passeren van de fotocel.
6
Openingstd 30 /
Voorwaarschu-
wingstd 5
7
Openingstd 60 /
Voorwaarschu-
wingstd 8
8
Openingstd
oneindig /
Voorwaarschu-
wingstd 3
Sluiten na passeren
van de fotocel /
sluitverhindering.
Menu 3 – Openingstd
2 – 250 seconden.
) Afhankelk van niveau 3, menu 1
Menu 4 – Voorwaarschuwingstd
1 – 70 seconden.
) Afhankelk van niveau 3, menu 1
Menu 5 – Opstartwaarschuwing
0 – 7 seconden.
) 0
Gebruiksaanwzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) 25
NL
Niveau 3 – Automatisch sluiten
De hierna volgende menu‘s en functies zn alleen toegankelk
voor gekwaliceerd vakpersoneel.
Menu 7 – Signaallamp
De instelling heeft invloed op alle relais die vanuit de
fabriek of naderhand op de parameter „Signaallamp“
zn geprogrammeerd.
1
) Garagedeurbeweging / waarschuwing:
knipperen
Garagedeurstilstand: uit (energiebesparing)
2
Garagedeurbeweging / waarschuwing: branden
Garagedeurstilstand: uit (energiebesparing)
3
Garagedeurbeweging / waarschuwing: knipperen
Garagedeurstilstand: knipperen
4
Garagedeurbeweging / waarschuwing: branden
Garagedeurstilstand: branden
5
Garagedeurbeweging / waarschuwing: knipperen
Garagedeurstilstand: branden
6
Garagedeurbeweging / waarschuwing: branden
Garagedeurstilstand: knipperen
Niveau4–Radiograscheprogrammering
Menu 2 – Tussenpositie OPEN
Handzender-indicatie knippert langzaam -> op toets
handzender drukken -> handzender-indicatie knippert
snel -> de functie is ingeleerd.
Menu 3 – Tussenpositie DICHT
Handzender-indicatie knippert langzaam -> op toets
handzender drukken -> handzender-indicatie knippert
snel -> de functie is ingeleerd.
Menu 4 – OPEN
Handzender-indicatie knippert langzaam -> op toets
handzender drukken -> handzender-indicatie knippert
snel -> de functie is ingeleerd.
Menu 5 – DICHT
Handzender-indicatie knippert langzaam -> op toets
handzender drukken -> handzender-indicatie knippert
snel -> de functie is ingeleerd.
Niveau4–Radiograscheprogrammering
Menu 8 – VerlichtingvanaandrvingAAN/UITofrelais-uitgang
Parameter- en handzenderindicatie knippert -> op
toets handzender drukken -> handzender-indicatie
knippert kort -> de functie is ingeleerd.
Relais-uitgang:
De parameter „Draadloze afstandsbediening“ moet zn
geprogrammeerd.
„Niveau 1, Menu 7 - Relais-uitgang“
Niveau 5 – Speciale functies
De programmering van de speciale functies is afhankelk van de
aansluiting XB03.
„3.4.1 Overzicht besturingsaansluitingen“
Menu 1 – Programmeerbare pulsingang (klem 1/2)
1 ) Puls (alleen maakcontact)
2 Sluitverhindering (alleen maakcontact)
3
Stopt en draairichtingsomkering (alleen richting
DICHT – alleen breekcontact)
4
Stopt en draairichtingsomkering (alleen richting
DICHT – alleen maakcontact)
5 Puls OPEN (inductielus – alleen maakcontact)
6
Voortdig sluiten door bediening van schakelaar
of handzender > 2 seconden
(alleen Multi-Bit)
7
Puls (alleen maakcontact)
met permanente voedingsspanning
24 V DC / max. 50 mA
Menu 3 – Programmeerbare ingang (XW81)
1 ) Puls (alleen maakcontact)
2 Puls RC (alleen maakcontact)
3 Sluitverhindering (alleen maakcontact)
4
Stopt en draairichtingsomkering (alleen richting
DICHT – alleen breekcontact)
5
Stopt en draairichtingsomkering (alleen richting
DICHT – alleen maakcontact)
6 Puls OPEN (alleen maakcontact)
7 Stop (alleen breekcontact)
8
Voortdig sluiten door bediening van schakelaar
of handzender > 2 seconden
(alleen Multi-Bit)
9 Automatisch sluiten AAN / UIT
26 Gebruiksaanwzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL)
Niveau 5 – Speciale functies
Menu 4 – Verlichtingstd
2 – 250 seconden.
) 3.0 (180 seconden)
Menu 5 – Handprogrammeerapparaat
1 ) Bedienings- en programmeermogelkheid
2 Alleen bedieningsmogelkheid
Menu 7 – Battery-back-up
1 ) Battery-back-up gedeactiveerd
2 Battery-back-up actief
Niveau 6 - Variabele snelheid
De hierna volgende menu‘s en functies zn alleen toegankelk
voor gekwaliceerd vakpersoneel.
Menu 1 – Snelheid OPEN
Niveaus van snelheid soft-loop OPEN tot 16.
) 16
Menu 2 – Snelheid soft-loop OPEN
Niveaus van 1 tot snelheid OPEN.
) 8
Menu 3 – Soft-loop positie OPEN
Instellen met toets + (OPEN) en – (DICHT).
Menu 4 – Snelheid DICHT
Niveaus van snelheid soft-loop DICHT tot 16.
) 9
Menu 5 – Snelheid smart-loop DICHT
Niveaus van snelheid soft-loop DICHT tot snelheid
DICHT.
) 7
Menu 6 – Snelheid soft-loop DICHT
Niveaus van 1 tot snelheid DICHT.
) 6
Niveau 6 - Variabele snelheid
De hierna volgende menu‘s en functies zn alleen toegankelk
voor gekwaliceerd vakpersoneel.
Menu 7 – Smart-loop positie DICHT
Instellen met toets + (OPEN) en – (DICHT).
Menu 8 – Soft-loop positie DICHT
Instellen met toets + (OPEN) en – (DICHT).
Menu 9 – Soft-starttdOPEN
1 ) 1 seconde
2 2 seconden
3 3 seconden
4 6 seconden
Menu 10 – Soft-starttdDICHT
1 ) 1 seconde
2 2 seconden
3 3 seconden
4 6 seconden
Niveau 7 – Service en onderhoud
Menu 1 – Deurcyclusteller
Zescferige weergave van deurbedieningen tot
999999.
Cfers achter elkaar tot weergave punt, dan herhaling.
Menu 2 – Onderhoudsteller
Vfcferige weergave van nog resterende
deurbedieningen tot de onderhoudsindicatie.
Cfers achter elkaar tot weergave punt, dan herhaling.
Gebruiksaanwzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) 27
NL
Niveau 7 – Service en onderhoud
Menu 3 – Onderhoudsinterval
Instelling voor het aantal deurbedieningen, waarna
noodzakelk onderhoud wordt weergegeven.
1 ) UIT
2 100
3 500
4 1.000
5 4.000
6 5.000
7 6.000
8 7.000
9 8.000
10 9.000
11 10.000
12 15.000
13 20.000
14 30.000
15 40.000
16 50.000
Menu 8 – Reset service en onderhoud
Voor service-, diagnose- en
onderhoudswerkzaamheden wordt heir het
foutgeheugen gereset.
1 ) Geen reset
2 Reset foutgeheugen
Menu 9 – Foutmelding
Weergave van de actuele foutmelding.
(max. 16 foutmeldingen mogelk).
Weergave van de voorgaande fouten /
Navigatie door de foutenlst
Navigatie door de foutenlst
Niveau 8 – Systeeminstellingen
De hierna volgende menu‘s en functies zn alleen toegankelk
voor gekwaliceerd vakpersoneel.
Korte draairichtingsomkering deur:
Het aandrfsysteem beweegt de deur kort in de tegengestelde
richting, om een hindernis vr te geven.
Lange draairichtingsomkering deur:
Het aandrfsysteem beweegt de deur naar de deurpositie OPEN.
Menu 1 – Fotocel
1 ) Bedrf zonder fotocel
2
2-draads fotocel
(aansluiting XB03 - klem 70/71),
Deurbeweging DICHT: Lange
draairichtingsomkering deur
3
Externe fotocel
(aansluiting XB03 - klem70/71),
Deurbeweging DICHT: Lange
draairichtingsomkering deur
Menu 2 – Sluitkantbeveiliging
Deurbeweging OPEN wzigt de functie van een
optioneel aangesloten uitbreidingsmodule
EM183OPEN.
1
) Deurbeweging OPEN: Korte
draairichtingsomkering deur
Deurbeweging DICHT: Korte
draairichtingsomkering deur
2
Deurbeweging OPEN: Korte
draairichtingsomkering deur
Deurbeweging DICHT: Lange
draairichtingsomkering deur
3
Deurbeweging OPEN: Lange
draairichtingsomkering deur
Deurbeweging DICHT: Korte
draairichtingsomkering deur
4
Deurbeweging OPEN: Lange
draairichtingsomkering deur
Deurbeweging DICHT: Lange
draairichtingsomkering deur
28 Gebruiksaanwzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL)
Niveau 8 – Systeeminstellingen
De hierna volgende menu‘s en functies zn alleen toegankelk
voor gekwaliceerd vakpersoneel.
Menu 3 – Functie automatische uitschakeling
1
) Deurbeweging OPEN: Deur stopt
Deurbeweging DICHT: Korte
draairichtingsomkering deur
2
Deurbeweging OPEN: Korte
draairichtingsomkering deur
Deurbeweging DICHT: Korte
draairichtingsomkering deur
3
Deurbeweging OPEN: Deur stopt
Deurbeweging DICHT: Lange
draairichtingsomkering deur
4
Deurbeweging OPEN: Lange
draairichtingsomkering deur
Deurbeweging DICHT: Lange
draairichtingsomkering deur
5
Deurbeweging OPEN: Korte
draairichtingsomkering deur
Deurbeweging DICHT: Lange
draairichtingsomkering deur
Menu 4 – Bedrfsmodi
1
Deurbeweging OPEN: Dodeman
Deurbeweging DICHT: Dodeman
2
Deurbeweging OPEN: Zelfhoudend
Deurbeweging DICHT: Dodeman
3
Deurbeweging OPEN: Dodeman
Deurbeweging DICHT: Zelfhoudend
4
) Deurbeweging OPEN: Zelfhoudend
Deurbeweging DICHT: Zelfhoudend
Menu 5 – Functie richtingscommandogever
1
Richtingscommandogever niet actief:
De richtingscommandogevers activeren alleen
een commando b een stilstaande deur.
2
) Richtingscommandogever alleen STOP:
Een bewegende deur wordt door elke
richtingscommandogever vanuit elke
richting gestopt.
Niveau 8 – Systeeminstellingen
De hierna volgende menu‘s en functies zn alleen toegankelk
voor gekwaliceerd vakpersoneel.
Menu 6 – Functie pulscommandogever
1
Pulscommandogever niet actief:
De pulscommandogevers activeren alleen een
commando b een stilstaande deur.
2
Pulscommandogever alleen STOP, daarna
normvolgorde:
Een bewegende deur wordt door elke
pulscommandogever vanuit elke richting
gestopt. Een volgend commando start het
aandrfsysteem in de tegengestelde richting
(OPEN - STOP - DICHT - STOP - OPEN).
3
) Pulscommandogever alleen STOP, daarna
normvolgorde:
Een bewegende deur wordt door elke
pulscommandogever vanuit elke richting
gestopt. Een volgend commando start het
aandrfsysteem in de tegengestelde richting
(OPEN - STOP - DICHT - STOP - OPEN).
B automatisch sluiten geen STOP in richting
OPEN.
Menu 7 – Krachtontlasting in de positie DEUR DICHT (Backjump)
1 ) niet actief
2 minimaal
3 kort
4 middelmatig
5 lang
Menu 8 – Draairichting
1 ) Standaard
2 Draairichtingsomkering
Menu 10 – Positievandekoznfotocel
De positie van de koznfotocel kan indien nodig
handmatig worden ingesteld.
Instellen met toets + (OPEN) en – (DICHT).
Gebruiksaanwzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) 29
NL
5. Bediening
5.1 Veiligheidsinstructies voor bediening
WAARSCHUWING!
Gevaardoornietopvolgenvanbedieningsinstructies!
Dit hoofdstuk bevat belangrke informatie voor het veilig
bedienen van het product.
Lees dit hoofdstuk vóór de bediening zorgvuldig door.
De veiligheidsinstructies opvolgen.
Gebruik het product zoals beschreven.
De besturingseenheid of de handzender mag alleen worden
bediend als geen personen of objecten aanwezig zn binnen het
bewegingsbereik van de deur.
De besturingseenheid en de handzender mogen niet door
kinderen of onbevoegden worden gebruikt.
De handzender mag niet per ongeluk worden bediend
(bv. in uw broekzak).
In de looproute van deur en handkabel mag geen hindernis
aanwezig zn. Anders kan de handkabel blven haken en tot
beschadigingen leiden (bv . b dakdragersystemen).
5.2 Handzender
De aandrving werkt met de meegeleverde handzender met een
pulsreeks-besturing.
Bediening met de handzender
1.
Besturing is in de
bedrfsmodus.
2.
1. Puls:
De deur opent en beweegt
richting OPEN.
3.
2. Puls:
Het aandrfsysteem stopt.
4.
3. Puls:
De deur beweegt in
tegengestelde richting
DICHT.
Codering overdragen (alleen Multi-Bit)
1.
Handzender met
overdrachtsstekker verbinden.
2.
Master-zender bedienen.
Toets ingedrukt houden.
LED brandt.
3.
Toets van de nieuwe te coderen
handzender bedienen.
LED knippert.
4.
LED brandt.
Codeerproces is beëindigd.
5.
Overdrachtsstekker verwderen.
B zenders met meerdere toetsen kan aan elke toets een
individuele functie worden toegewezen.
30 Gebruiksaanwzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL)
Coderingwzigen(alleenMulti-Bit)
1.
Overdrachtsstekker in
handzender steken.
2.
Een van de beide buitenste
pennen kortsluiten met de
middelste pen (bv. met een
schroevendraaier).
3.
Gewenste toets van handzender
bedienen.
LED knippert.
4.
LED brandt.
Codeerproces is beëindigd.
5.
Overdrachtsstekker verwderen.
Na het opnieuw coderen van de handzender moet ook het
aandrfsysteem worden omgeprogrammeerd naar de nieuwe
codering.
B zenders met meerdere kanalen moet de codeerprocedure voor
elke toets individueel worden uitgevoerd.
Meer informatie over extra functies van de meegeleverde
bi·linked handzender, vindt u in de bbehorende documentatie.
5.3 Ontgrendeling
VOORZICHTIG!
Letselgevaardoorongecontroleerdedeurbewegingen!
B het bedienen van de ontgrendeling kunnen ongecontroleerde
bewegingen van de deur ontstaan, bv. als de deurveren zwak of
gebroken zn of als de deur niet in balans is.
Beweeg de deur in ontgrendelde toestand voorzichtig en
alleen met matige snelheid!
OPMERKING
Materiëleschadedoorongecontroleerdedeurbewegingen!
B het handmatig openen van de deur kan de geleideslede botsen
met de railaanslag.
Beweeg de deur in ontgrendelde toestand voorzichtig en
alleen met matige snelheid!
5.3 / 1
5.3 / 2
Gebruiksaanwzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) 31
NL
6. Verzorging
WAARSCHUWING!
Letselgevaardooreenelektrischeschok!
Contact met de netspanning kan leiden tot een elektrische
schok.
Voor reinigingswerkzaamheden het aandrfsysteem
altd scheiden van de stroomvoorziening. Zorg dat de
stroomverzorging tdens de reinigingswerkzaamheden
onderbroken blft.
OPMERKING
Materiëleschadedoorverkeerdgebruik!
Nooit gebruiken voor het reinigen van de aandrving:
directe waterstraal, hogedrukreiniger, zuur of loog.
De behuizing uitwendig reinigen met een vochtige, zachte en
pluisvre doek.
B sterke vervuilingen kan de behuizing met een mild afwasmiddel
worden gereinigd.
7. Onderhoud
7.1 Onderhoudswerkzaamheden door de
exploitant
Schade of sltage aan een deursysteem mag alleen door
gekwaliceerd vakpersoneel worden gerepareerd.
Om een storingsvre werking te waarborgen, moet de
deurinstallatie regelmatig worden gecontroleerd en indien nodig
gerepareerd. Vóór werkzaamheden aan de deurinstallatie moet het
aandrfsysteem altd spanningsloos worden gemaakt.
Controleer elke maand of de draairichting van het
aandrfsysteem omkeert, als de deur een hindernis raakt.
Hiervoor, op basis van de looprichting van de deur, een 50 mm
hoge/brede hindernis in het deurlooptraject plaatsen.
Controleer de instelling van de automatische uitschakeling
OPEN en DICHT.
„4.6.3 Controle van automatische uitschakeling“
„4.6.5 Controle van het loopdeurcontact“
Controleer alle bewegende onderdelen van het deur- en
aandrfsysteem.
Controleer de deurinstallatie op sltage of beschadiging.
Controleer het licht lopen van de deur met de hand.
Controleer alle aansluitleidingen op beschadiging.
Een beschadigde aansluitleiding moet door de fabrikant, de
klantenservice hiervan of een vergelkbaar gekwaliceerde
persoon worden vervangen, zodat gevaren worden voorkomen.
7.2 Onderhoudswerkzaamheden door
gekwaliceerdvakpersoneel
Krachtbediende vensters, deuren en poorten moeten indien nodig,
echter minimaal eenmaal per jaar door gekwaliceerd vakkundig
personeel worden gecontroleerd (met schriftelke registratie).
Controleer de aandrfkracht met een hiervoor bedoelde
sluitkrachtmeter.
Indien nodig beschadigde of versleten onderdelen vervangen.
8. Demontage
Demontage uitsluitend door gekwaliceerd vakpersoneel.
„1.2.2 Vakpersoneel“
WAARSCHUWING!
Levensgevaardooreenelektrischeschok!
Het aanraken van spanningvoerende onderdelen kan tot een
elektrische schok, verbrandingen of de dood leiden.
Zorg dat de stroomvoorziening tdens de demontage is
onderbroken en blft.
WAARSCHUWING!
Letselgevaardoorondeskundigehantering!
De grootte en het gewicht van het product verlangen b de
demontage veel kracht. Valt het product, is zwaar letsel
mogelk.
Beveilig het aandrfsysteem vóór de demontage tegen
vallen.
Alle geldende voorschriften voor veilig werken opvolgen.
De demontage moet in omgekeerde volgorde van de montage
worden uitgevoerd.
„3. Montage“
9. Recycling
Recycling uitsluitend door gekwaliceerd vakpersoneel.
„1.2.2 Vakpersoneel“
Afgedankte apparaten mogen niet worden
weggegooid b het huishoudelk afval!
Afgedankte apparaten via een inzamelpunt voor elektronisch
schroot of via uw vakhandelaar recyclen.
Oude batteren via een recyclingbak voor oude batteren of via
de vakhandel recyclen.
Het verpakkingsmateriaal via de verzamelbak voor karton,
papier en kunststoffen recyclen.
32 Gebruiksaanwzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL)
10. Verhelpen van storingen
Storingen zonder storingsmelding
De LCD-display is niet aan en brandt niet.
Aandrving staat stand-by.
Druk op een willekeurige knop om de aandrving in
bedrfsmodus te zetten.
Opmerking:
De deur kan hierb in beweging komen.
Spanning ontbreekt.
Controleer of netspanning aanwezig is.
Stroomaansluiting controleren.
Thermische beveiliging in de nettrafo is
aangesproken.
Nettrafo laten afkoelen.
Besturingseenheid defect.
Aandrfsysteem laten controleren.
Geen reactie na het geven van een puls.
Aansluitklemmen voor schakelaar „Puls“ overbrugd,
bv. door leidingkortsluiting of vlakklemmen.
Eventueel bekabelde sleutelschakelaar
of schakelaar binnen als test van de
besturingseenheid loskoppelen: Kabel uit
stekkeraansluiting XB03 trekken, kortsluitstekker
insteken en bekabelingsfout zoeken.
„3.4.3 Aansluiting potentiaalvre schakelaar
(XB03)“
Geen reactie na het geven van een puls met de handzender.
Moduleontvanger niet ingestoken.
Moduleontvanger met besturingseenheden
verbinden.
„3.5 Afronden van de montage“
De handzendercodering komt niet overeen met de
ontvangercodering.
Handzender opnieuw activeren.
„4.5 Snelprogrammering“
Batter van handzender is leeg.
Nieuwe batter plaatsen.
„5.2 Handzender“
Draadloos gebruik gedeactiveerd (symbool „Externe
schakelaar“ knippert).
Door het bedienen van de toets + (OPEN) of
– (DICHT) b de aandrving draadloos weer
activeren.
Handzender of besturingselektronica of
moduleontvanger defect.
Alle 3 componenten laten controleren.
Storingen zonder storingsmelding
Draairichtingsomkeringvanaandrvingbonderbrekingvan
koznfotocel.
Programmering niet correct uitgevoerd. Koznfotocel
niet correct herkend.
Positie van koznfotocel handmatig instellen.
„Niveau 8, Menu 10 - Positie van de koznfotocel“
Geringeofgeenreikwdte.
Handzender defect.
Handzender controleren, indien nodig vervangen.
Antenne defect of verkeerd gemonteerd.
Antenne controleren / vervangen.
Antenne verticaal leggen of buiten de garage
brengen, indien nodig. buitenantenne monteren.
Storingen op de gebruikte frequentieband.
Ombouwen naar een alternatieve frequentie.
Aandrvingsverlichtingwerktniet.
Lichtmiddel defect.
LED vervangen.
Boverigestoringen.
Foutmeldingen opvolgen (zie LCD-display).
Artikel-nr., productie-nr. en revisiestand
(zie typeplaatje) gereed houden b vragen.
Reset en nieuwe inbedrfstelling volgens inbouw-
en bedieningshandleiding.
Storingen met storingsmelding
De installatie geeft herkende storingen
aan met een foutnummer (bvoorbeeld
foutnummer 7).
De besturing schakelt om naar de
meldingsmodus.
In de bedrfsmodus kan door het drukken op
de toets P het laatste foutnummer worden
weergegeven.
Foutnummer 7
Na 120 seconden zonder toetsbediening, zal de
programmeermodus automatisch worden afgesloten.
Start de programmeerprocedure opnieuw.
Foutnummer 9
Toerentalpulsen niet aanwezig,
aandrfsysteem geblokkeerd.
Aandrfsysteem laten controleren.
Gebruiksaanwzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) 33
NL
Storingen met storingsmelding
Foutnummer 10
Deur loopt zwaar of deur blokkeert.
Deur gangbaar maken.
Maximale aandrfkracht te laag ingesteld.
Maximale aandrfkracht door gekwaliceerd
vakpersoneel met een hiervoor bedoelde
krachtmeter laten controleren.
„Niveau 2, Menu 1 - Benodigde aandrfkracht
OPEN“
„Niveau 2, Menu 1 - Benodigde aandrfkracht
OPEN“
Foutnummer 11
Looptdbegrenzing.
Aandrfsysteem laten controleren.
Foutnummer 15
Fotocel onderbroken of defect.
Hindernis verwderen of fotocel laten controleren.
Fotocel geprogrammeerd, maar niet aangesloten.
Fotocel deactiveren of aansluiten.
Foutnummer 16
Stroomsensor voor automatisch uitschakelen defect.
Motoraggregaat laten controleren.
Foutnummer 26
Onderspanning. Aandrfsysteem overbelast
b instelling van de aandrfkrachtop niveau 16
(maximaal).
Externe voedingsspanning laten controleren.
Foutnummer 28
Deur loopt zwaar, onregelmatig of deur blokkeert.
Loop van de deur controleren en deur gangbaar
maken.
Automatische uitschakeling te gevoelig ingesteld.
Automatische uitschakeling door een
vakhandelaar laten controleren.
„Niveau 2, Menu 3 - Automatische uitschakeling
OPEN“
„Niveau 2, Menu 4 - Automatische uitschakeling
DICHT“
Storingen met storingsmelding
Foutnummer 30
MS-bus fout.
Reset van de BUS-module uitvoeren.
„Niveau 1, Menu 8 - RESET“
Aangesloten BUS-modules laten controleren.
Foutnummer 33
Overtemperatuur door oververhitting.
Aandrfsysteem laten afkoelen.
Foutnummer 35
Elektronica defect.
Aandrfsysteem laten controleren.
Foutnummer 36
Dit foutnummer kan ook door een aangesloten
uitbreidingsmodule worden geactiveerd.
Functie stop-toets geprogrammeerd, echter geen
stop-toets aangesloten.
Stop-toets aansluiten.
„3.4 Aansluiting“
Is geen stop-toets aanwezig,
„RESET veiligheidselementen“ of
„RESET BUS-modules“ uitvoeren.
„Niveau 1, Menu 8 - RESET“
Foutnummer 38
Forceerbeveiliging is geactiveerd.
Deur op inbraaksporen controleren.
Foutnummer 44
8,2kΩ houdcircuit van deurblad is geactiveerd.
Controleren of loopdeur correct is gesloten.
Foutnummer 48
Deur loopt zwaar, onregelmatig of deur blokkeert.
Loop van de deur controleren en deur gangbaar
maken.
Instelling van deurpositie DICHT verkeerd.
Deurposities OPEN en DICHT controleren en
indien nodig opnieuw instellen.
Deur controleren.
34 Gebruiksaanwzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL)
11. Blage
11.1 Produsenterklæring
Installasjonserklæring
jamfør maskindirektivet 2006/42/EF for installasjonen av en
ufullstendig maskin i henhold til vedlegg II, del 1B
Konformitetserklæring
jamfør direktivet om elektromagnetisk kompatibilitet 2014/30/EU
og RoHS 2011/65/EU + 2015/863/EU + 2017/2102/EU.
Produsent:
Marantec Antriebs und Steuerungstechnik GmbH & Co. KG
Remser Brook 11, 33428 Marienfeld, Germany
Herved erklærer vi at følgende listede produkt
Produktbeskrivelse: Deuraandrving
Typebetegnelse: Comfort 360, 370, 380
Revisiestand: R01, R10
som ufullstendig maskin kun skal installeres i et portsystem,
og er utviklet, konstruert og produsert i samsvar med følgende
retningslinjer:
Maskindirektivet 2006/42/EF
Direktivet om elektromagnetisk kompatibilitet 2014/30/EU
RoHs direktiv 2011/65/EU + 2015/863/EU + 2017/2102/EU
Utover dette oppfylles kravene til lavspenningsdirektivet 2014/35/
EU jamfør vedlegg I del 1.5.1 i maskindirektivet 2006/42/EF.
Brukte og relaterte normer:
EN 12453
Porter - Sikkerhet ved bruk for maskindrevne porter: Krav og
testmetoder
EN 12604
Porter - Mekaniske aspekter: Krav og testmetoder
EN ISO 13849-1, PL „c“, cat. 2
Veiligheid van machines - Veiligheidsgerelateerde delen van
besturingssystemen - Deel 1: Algemene beginselen voor het
ontwerp
EN 60335-1
Sikkerhet av elektriske apparater for bruk i hjemmet og
lignende formål - del 1: Generelle krav
EN 60335-2-95
Huishoudelke en soortgelke elektrische toestellen - Veiligheid
– Deel 2-95: Bzondere eisen voor aandrfmechanismen voor
verticaal bewegende deuren voor woonhuizen
EN 61000-6-2
Elektromagnetisk kompatibilitet (EMC) — del6-2: Generisk
norm – Immunitet for industrimiljø
EN 61000-6-3
Elektromagnetisk kompatibilitet (EMC) — del6-3: Generisk norm
— Emisjonsnorm for boliger, handels- og lette industri-miljøer
Følgende krav fra EU-direktiv 2006/42/EF overholdes:
Generelle hovedprinsipper, nr. 1.1.2, 1.1.3, 1.1.5, 1.1.6, 1.2.1, 1.2.2, 1.2.3,
1.2.6, 1.3.1, 1.3.4, 1.3.7, 1.3.8, 1.3.9, 1.4.1, 1.4.3, 1.5.1, 1.5.4, 1.5.6, 1.5.8,
1.5.14, 1.7
Videre erklærer vi at den spesielle dokumentasjonen for denne
ufullstendige maskinen er opprettet i henhold til vedlegg VII del B,
og vi forplikter oss til å sende denne elektronisk til enkeltstatlige
organer etter begrunnet krav.
Fullmektig for sammensetting av teknisk dokumentasjon:
Marantec Antriebs- und Steuerungstechnik GmbH & Co. KG,
Remser Brook 11 · 33428 Marienfeld · Germany
Tel. +49 (5247) 705-0
Ufullstendige maskiner jamfør EU-direktivet 2006/42/EF er kun
til installasjon i eller kobling med andre maskiner eller andre
ufullstendige maskiner eller anlegg, slik at disse sammen danner
en maskin i betydningen av ovennevnte direktiv og forskrifter.
Derfor kan dette produktet først brukes når det konstateres at den
komplette maskinen / anlegget, som dette er installert i, samsvarer
med bestemmelsene i ovennevnte EU-direktiv.
Ved endring på produktet som ikke er avklart med oss, mister
denne erklæringen sin gyldighet.
Marienfeld, 16-07-2020 M. Hörmann
Directie
11.2 Radiograscheconformiteit
Hierb verklaart
Marantec Antriebs- und Steuerungstechnik GmbH & Co KG,
dat het type radiograsche installatie voldoet aan
Richtln 2014/53/EU.
1. Digital 168, Digital 179, Digital 921, Digital 941, Digital 991
2. Digital 382, Digital 384, Digital 392, Digital 564, Digital 572,
Digital 663
De volledige tekst van de EU-conformiteitsverklaring is beschikbaar
op het volgende internetadres:
marantec.group/conformity
Gebruiksaanwzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) 35
NL
1 - NL 360350 - M - 0.5 - 1111
Typeplaatje motor
Model (A) _____________________________________________________________________________________________
Productiemaand / -jaar (B) _____________________________________________________________________________________________
Art. nr. Product (C) _____________________________________________________________________________________________
Revisie. (D) _____________________________________________________________________________________________
Art. nr. Verkoopproduct (E) _____________________________________________________________________________________________
Serienummer (F) _____________________________________________________________________________________________
Remser Brook 11
DE - 33428 Marienfeld
MADE IN GERMANY
A B
C
D
/
E
F

Documenttranscriptie

www.marantec.com NL Gebruiksaanwijzing Uitgave: 09.2020 Aandrijfsysteem voor garagedeuren Comfort 360, 370, 380 · Inhoudsopgave 1. Veiligheidsinformatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 1.1 Bedoeld gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 1.2 Doelgroepen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 1.3 Algemene veiligheidsinstructies. . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 2. Productinformatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 2.1 Leveromvang aandrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 2.2 Leveromvang rail. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 2.3 Technische gegevens. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 2.4 Deurvarianten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 2.5 Toepassingsvoorbeeld. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 3. 4. – – – – – – – – Inbedrijfstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 4.1 Veiligheidsinstructies voor inbedrijfstelling . . . . . . . . 18 4.2 Overzicht van besturing. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 4.3 Statusindicatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 4.4 Fabrieksinstellingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 4.5 Snelprogrammering. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 4.6 Functiecontrole. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 4.7 Speciale programmering. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Bediening. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 5.1 Veiligheidsinstructies voor bediening. . . . . . . . . . . . . 29 5.2 Handzender . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 5.3 Ontgrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 6. Verzorging. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 7. Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 7.1 Onderhoudswerkzaamheden door de exploitant . . . . 31 7.2 Onderhoudswerkzaamheden door gekwalificeerd vakpersoneel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 8. Demontage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 9. Recycling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 10. Verhelpen van storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 11. Bijlage. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 11.1 Produsenterklæring. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 11.2 Radiografische conformiteit. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 Originele handleiding. Onderdeel van het product. Absoluut lezen en bewaren. Auteursrechtelijk beschermd. Reproductie, ook als uittreksel, alleen met onze toestemming. Wijzigingen die dienen voor de technische vooruitgang zijn voorbehouden. Alle maataanduidingen in millimeter. Afbeeldingen zijn niet op schaal. Veiligheidsinstructies Montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 3.1 Veiligheidsinstructies voor montage . . . . . . . . . . . . . . 7 3.2 Montagevoorbereidingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 3.3 Montage van aandrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 3.4 Aansluiting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 3.5 Afronden van de montage. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 5. 2 Over dit document WAARSCHUWING! Veiligheidsinstructie bij een gevaar, dat tot de dood of zwaar letsel kan leiden. VOORZICHTIG! Veiligheidsinstructie bij een gevaar, dat tot licht of middelmatig letsel kan leiden. OPMERKING Veiligheidsinstructie bij een gevaar, dat tot beschadiging of vernieling van het product kan leiden. Uitleg van symbolen • Handeling ✓ Controle – Lijst, opsomming ➔ Verwijzing naar andere locaties in dit document  Verwijzingen naar separate documenten die moeten worden opgevolgd ) Fabrieksinstelling Gebruiksaanwijzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) NL 1. – EN 12445 („Industriële, bedrijfs- en garagedeuren en hekken - Gebruiksveiligheid van aangedreven deuren Beproevingsmethoden“). – EN 13241-1 („Industriële en commerciële garagedeuren en -poorten - Productnorm - Deel 1: Producten zonder vuur of rookweerstandkarakteristieken“) Veiligheidsinformatie WAARSCHUWING! Levensgevaar door het niet opvolgen van de gebruiksaanwijzing! Deze handleiding bevat belangrijke informatie voor een veilige omgang met het product. Er wordt speciale aandacht besteed aan mogelijke gevaren. • Lees deze handleiding zorgvuldig door. • De veiligheidsinstructies in deze handleiding moeten worden opgevolgd. • De handleiding vrij toegankelijk opbergen. Elektrotechnische werkzaamheden alleen laten uitvoeren door gekwalificeerde elektromonteurs conform DIN VDE 0100. Eisen aan gekwalificeerde elektromonteurs: – Kennis van grondbeginselen van de elektrotechniek. – Kennis van landspecifieke bepalingen en normen. – Kennis van de van toepassing zijnde veiligheidsvoorschriften. – Kennis van deze gebruiksaanwijzing. 1.2.3 Gebruiker 1.1 Bedoeld gebruik Het aandrijfsysteem is uitsluitend bedoeld voor het openen en sluiten van deuren. Gebruik is uitsluitend toegestaan: – Bij sectionale en zwenkdeuren met gewichtscompensatie en valbeveiliging. – In droge ruimten. – In het particuliere toepassingsgebied. – In technisch probleemloze toestand. – Na correcte montage. – In overeenstemming met de specificaties in de technische gegevens. ➔ „2.3 Technische gegevens“ Elk ander gebruik geldt als niet bedoeld gebruik. 1.2 Doelgroepen 1.2.1 Exploitant De exploitant is verantwoordelijk voor het gebouw waarin het product wordt gebruikt. De exploitant heeft de volgende taken: – Kennis en bewaren van de gebruiksaanwijzing. – Instrueren van iedereen die het deursysteem gebruikt. – Zorgen dat het deursysteem regelmatig wordt gecontroleerd en onderhouden door gekwalificeerd personeel. – Zorgen dat controles en onderhoud in het logboek worden gedocumenteerd. – Bewaren van het logboek. 1.2.2 Vakpersoneel Gekwalificeerd vakpersoneel is verantwoordelijk voor montage, inbedrijfstelling, onderhoud, reparatie, demontage en recycling. Eisen aan gekwalificeerd vakpersoneel: – Kennis van de algemene en speciale veiligheids- en ongevalpreventievoorschriften. – Kennis van de geldende elektrotechnische voorschriften. – Opleiding m.b.t. het gebruik en de verzorging van geschikte veiligheidsuitrusting. – Kennis m.b.t. de toepassing van de volgende normen – EN 12635 („Industriële, bedrijfs- en garagedeuren en hekken Installatie en gebruik“), – EN 12453 („Industriële, bedrijfs- en garagedeuren en hekken - Gebruiksveiligheid van aangedreven deuren - Eisen“), Gebruiksaanwijzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) Geïnstrueerde gebruikers bedienen en onderhouden het product. Eisen aan geïnstrueerde gebruikers: – Gebruikers worden door de exploitant geïnstrueerd m.b.t. hun werkzaamheden. – Gebruikers worden geïnstrueerd m.b.t. het veilig gebruik van het product. – Kennis van deze gebruiksaanwijzing. Voor de volgende personen gelden speciale eisen: – Kinderen van 8 jaar en ouder. – Personen met verminderde fysieke, sensorische of mentale capaciteiten. – Personen met gebrek aan ervaring en kennis. Deze gebruikers mogen het product alleen bedienen. Bijzondere eisen: – Gebruikers staan onder toezicht. – Gebruikers worden geïnstrueerd m.b.t. het veilig gebruik van het product. – Gebruikers begrijpen de gevaren bij de omgang met het product. – Kinderen mogen niet spelen met het product. 1.3 Algemene veiligheidsinstructies Personen of voorwerpen mogen niet worden bewogen door de deur. In de volgende gevallen accepteert de fabrikant geen aansprakelijkheid voor schade. De garantie voor het product en accessoires vervalt bij: – Het niet opvolgen van deze gebruikshandleiding. – Niet bedoeld en ondeskundig gebruik. – Inzet van niet gekwalificeerd personeel. – Ombouwwerkzaamheden of wijzigingen aan het product. – Toepassing van reserveonderdelen, die niet door de fabrikant zijn geproduceerd of vrijgegeven. Het product wordt volgens de in de inbouwverklaring opgegeven richtlijnen en normen geproduceerd. Het product heeft de fabriek in een veiligheidstechnisch probleemloze toestand verlaten. Uitgesloten van de garantie zijn batterijen, accu‘s, zekeringen en lichtmiddelen. Meer veiligheidsinstructies staan in de betreffende paragrafen van het document. ➔ „3.1 Veiligheidsinstructies voor montage“ ➔ „4.1 Veiligheidsinstructies voor inbedrijfstelling“ ➔ „5.1 Veiligheidsinstructies voor bediening“ 3 2. 2.1 • Pos. Productinformatie A B 10 1x – 11 – 1x Leveromvang aandrijving Controleer op basis van de tabel de leveringsomvang van uw productvariant. Landspecifieke afwijkingen zijn mogelijk. Pos. Pos. 1 1x 1x 2 A B 12 4x 4x 13 1x 1x 14 1x 1x 15 1x 1x 16 1x – 17 1x – 18 – 4x Pos. 2x 4 1x 5 Pos. 6x 20 6x 21 6x Pos. 1x 1x 6 2x 2x 23 7 1x 1x Pos. 2x 1x Waarschuwingsborden 22 B 9 #1 #3 19 A 8 #2 1x 3 4 #1 Handzender Multi-Bit bi·linked 24 1x 1x 25 1x – 26 – 1x 2x – Gebruiksaanwijzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) NL Pos. Handzender 27 Multi-Bit bi·linked 1x 1x 2.3 Technische gegevens Elektrische gegevens 28 1x – 29 1x – 30 – Nominale spanning, landspecifieke afwijkingen mogelijk* V Nominale frequentie* Hz Opgenomen stroom* A 1x EU JP US 230 100 120 50 / 60 EU JP US  1,1 2,5 2,1 2.2 Leveromvang rail Opgenomen vermogen tijdens bedrijf** kW 0,25 • Opgenomen vermogen tijdens stand-by** W ca. 0,6 V DC 24 Controleer op basis van de tabel de leveringsomvang van uw productvariant. Stuurspanning Landspecifieke afwijkingen zijn mogelijk. Pos. 31 1x Beschermingsgraad motoraggregaat IP 20 Beschermingsklasse II * De aandrijvingsspecifieke waarden kunt u vinden op het typeplaatje van het motoraggregaat. ** Zonder aangesloten accessoires Mechanische gegevens Pos. #4 A B 32 1x 1x 33 1x 1x 34 1x 1x 35 2x 2x 36 1x 1x Max. Trek- en drukkracht Comfort 360 Comfort 370 Comfort 380 N Max. Loopsnelheid Comfort 360 Comfort 370 Comfort 380 mm/s Openingstijd, deurspecifiek Comfort 360 Comfort 370 Comfort 380 s 650 850 1.100 220 235 180 ca. 9,5 ca. 9,0 ca. 12,0 Omgevingsgegevens 135 Afmetingen motoraggregaat 335 Gebruiksaanwijzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) 360 5 Omgevingsgegevens 2.4 Deurvarianten Gewicht (motoraggregaat) Comfort 360 Comfort 370 Comfort 380 Geluidsdrukniveau De leveromvang met de betreffende aandrijfrails is geschikt voor de volgende deurvarianten. 4,3 4,9 4,9 kg dB(A) Uitzwenkende kanteldeur (zwenkdeur) < 70 2.4 / 1 °C -20 °C +60 Temperatuurbereik Sectionale deur Toepassingsbereik 6 2.4 / 2 Comfort 360 370 380 Kanteldeuren – max. Deurbreedte – max. Deurgewicht mm kg 3.500 110 5.000 185 6.000 220 Eenwandige verticale sectionale deuren – max. Deurbreedte – max. Deurgewicht mm kg 5.000 110 5.500 185 6.000 220 Tweewandige verticale sectionale deuren – max. Deurbreedte – max. Deurgewicht mm kg 3.000 110 5.500 185 6.000 220 Kanteldeuren en niet uitzwenkende kanteldeuren – max. Deurbreedte – max. Deurhoogte – max. Deurgewicht mm mm kg 3.500 2.250 110 5.000 2.250 185 6.000 2.250 220 max. Cycli per uur. cph 2 4 6 max. Cycli per dag cpd 20 32 60 Voor de hierna volgende deurvarianten zijn speciale accessoires vereist. Niet uitzwenkende kanteldeur 2.4 / 3 Verticale sectionale deur 2.4 / 4 Gebruiksaanwijzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) NL 2.5 Toepassingsvoorbeeld 3. Montage 3.1 Veiligheidsinstructies voor montage 2.5 / 1 WAARSCHUWING! Gevaar door niet opvolgen van montage-instructie! Dit hoofdstuk bevat belangrijke informatie over veilige montage van het product. • Lees dit hoofdstuk voor de montage zorgvuldig door. • De veiligheidsinstructies opvolgen. • De montage uitvoeren zoals is beschreven. 4 1 2 3 1 De deurinstallatie is afgebeeld als voorbeeld en kan afhankelijk van het deurtype en de uitrusting afwijken. De afgebeelde installatie bestaat uit de volgende componenten: 1 Fotocel 2 Sleutelschakelaar 3 Kolom (voor codeschakelaar, transponder, …) 4 Signaallamp  Meer informatie over accessoires kunt u vinden op de internetpagina van de fabrikant.  Bij de montage en bekabeling van deursensoren, bedienings- en veiligheidselementen, moeten de betreffende handleidingen van de fabrikant worden opgevolgd. Montage uitsluitend door gekwalificeerd vakpersoneel. ➔ „1.2.2 Vakpersoneel“ Elektrotechnische werkzaamheden alleen laten uitvoeren door gekwalificeerde elektromonteurs. ➔ „1.2.2 Vakpersoneel“ – – – – – – Voor de montage moet worden gezorgd, dat de elektrische voeding onderbroken is en blijft. De voedingsspanning wordt pas ingeschakeld nadat hier naar wordt gevraagd in de betreffende montagestap. Lokale veiligheidsvoorschriften moeten in worden opgevolgd. Stroom- en besturingskabels moeten absoluut gescheiden worden gelegd. De stuurspanning is 24 V DC. De deur moet zich mechanisch in een goede toestand bevinden: – De deur blijft stilstaan in elke positie. – De deur kan eenvoudig worden bewogen. – De deur opent en sluit correct. Alle pulsgevers en besturingsinrichtingen (bijv . radiocodeschakelaars) moeten binnen het zichtveld van de deur op veilige afstand van bewegende onderdelen van de deur worden geïnstalleerd. Houd rekening met een minimale montagehoogte van 1,5 meter. Er mag alleen bevestigingsmateriaal worden gebruikt dat geschikt is voor de bouwmaterialen van het gebouw. 3.2 Montagevoorbereidingen Voor aanvang van de montage moeten altijd de volgende werkzaamheden worden uitgevoerd. Leveromvang • Controleer om welke productvariant het gaat en of de leveromvang compleet is. • Zorgt dat een geschikte aandrijfrail beschikbaar is. • Controleer of de benodigde accessoires voor uw montagesituatie aanwezig zijn. Garage • Controleer of uw garage een geschikte stroomaansluiting en een netscheidingsinrichting heeft. Gebruiksaanwijzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) 7 Deurinstallatie • Verwijder alle niet benodigde onderdelen van de deur (bijv . kabels, kettingen, hoekprofielen, etc.). • Alle inrichtingen die na de montage van het aandrijfsysteem niet meer nodig zijn buiten werking stellen. Bij garages zonder tweede ingang: • De deur uitrusten met een noodontgrendeling, om bij een storing de garage te kunnen betreden. 4x 10 Wordt een ontgrendelingsset gebruikt: • Controleer de correcte werking van de deurvergrendelingen. De deurvergrendelingen mogen nooit buiten werking worden gesteld. Wordt geen ontgrendelingsset gebruikt: • De deurvergrendelingen demonteren of de deurvergrendelingen buiten werking stellen. 3.3 / 2 b  Bij gebruik en montage van accessoires moet de betreffende documentatie worden opgevolgd. 3.3 Montage van aandrijving ø5 3.3 / 1 4x 10 3.3 / 2 3.3 / 2 a OPMERKING ø5 8 Gevaar voor beschadiging van de asadapter door gebruik van geweld! Door het vastkloppen met een hamer kan de vertanding van de asadapter worden beschadigd. • Monteer de aandrijfrails voorzichtig op het motoraggregaat. Gebruiksaanwijzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) NL WAARSCHUWING! 3.3 / 3 3.3 / 3 a Letselgevaar door ondeskundige hantering! Vallende onderdelen kunnen tot zwaar letsel leiden. • Beveilig het aandrijfsysteem tot aan de bevestiging tegen vallen. 3.3 / 5 1x 10 25 3.3 / 3 b OPMERKING 1x 10 Gevaar voor beschadiging van het deurblad! Een verkeerde montage van de valaansluitplaat kan tot een beschadiging van het deurblad leiden. • Zorg dat de bovenkant van het deurblad op het hoogste punt van de openingsbaan 10 - 50 mm onder de onderkant van de horizontale aandrijfrail ligt. • Monteer de valaansluitplaat voor de aandrijfrail midden boven het deurblad. 3.3 / 6 25 ø 10 1x 10 - 50 3.3 / 4 1x 10 Gebruiksaanwijzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) 9 3.3 / 10 3.3 / 7 1. 1x 2x 2x 2x 25 2. 2x 13 3.3 / 11 3.3 / 8 1x 2. 1. 1x 3. 3.3 / 12 3.3 / 12 a 3.3 / 9 2. 1x a 1x 5-10 1. 10 a = 90° b = 9 Nm 10 b Gebruiksaanwijzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) NL 3.3 / 12 b 2. 3.3 / 15 < 90 4x ø 10 20 5-10 2. 1. 3.3 / 16 3.3 / 13 2x 2x 2x 3.3 / 14 3.3 / 17 1/3 < 1800 2/3 3. 2. Tip: De handkabel kan met een zelfklevende kabelhouder op de deur worden bevestigd. Dit verhindert dat de handkabel blijft haken en beschadigingen veroorzaakt (bijv . bij dakdragersystemen). 1.  Gebruiksaanwijzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) 11 3.4.1 Overzicht besturingsaansluitingen 3.4 Aansluiting WAARSCHUWING! 3.4.1 / 1 Levensgevaar door een elektrische schok! Het aanraken van spanningvoerende onderdelen kan tot een elektrische schok, verbrandingen of de dood leiden. • Zorg ervoor dat de stroomvoorziening tijdens de werkzaamheden afgesloten is en blijft. XB03 XW40 XB72 B OPMERKING XW81 XN70 Gevaar voor materiële schade door ondeskundige montage van de aandrijving! Externe spanning bij de aansluiting XB03 leidt tot vernieling van de totale elektronica. • Op de klemmen 1, 2 en 4 (XB03) alleen potentiaalvrije contacten aansluiten. 3.4 / 1 8-9 0,14 - 1,5 mm2 – – 12 Voor het eenvoudig aansluiten is klem XB03 uitgevoerd als insteekverbinding. De kabel moet op geschikte wijze voor de klem worden gestript. A C A Opname voor uitbreidingsbehuizing B Inschuifvoorziening voor battery back-up C Weergave battery back-up XB03 Aansluiting ➔ „3.4.3 Aansluiting potentiaalvrije schakelaar (XB03)“ ➔ „3.4.4 Aansluiting schakelaar met voedingsspanning (XB03)“ ➔ „3.4.5 Aansluiting 2-draads fotocel (XB03)“ ➔ „3.4.6 Aansluiting 4-draads fotocel (XB03)“ ➔ „3.4.7 Aansluiting loopdeurcontact (XB03)“ XB72 Aansluiting moduleontvanger ➔ „3.4.2 Aansluiting moduleontvanger (XB72)“ XN70 Aansluiting Battery Backup ➔ „3.4.8 Aansluiting XN70 en XW81“ XW40 Aansluiting MS-BUS voor uitbreidingsmodule XW81 Aansluiting uitbreiding Ingangen / uitgangen ➔ „3.4.8 Aansluiting XN70 en XW81“ Gebruiksaanwijzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) NL 3.4.2 Aansluiting moduleontvanger (XB72) 3.4.3 / 3 NO Aansluitmogelijkheden: – Moduleontvanger Multi-Bit – Moduleontvanger bi∙linked COM 3.4.2 / 1 XB72 XB72 71 70 4 2 1 3 XB03 XB03 Niveau 5 – Speciale functies Menu 1 – Programmeerbare pulsingang (klem 1/2) 3.4.3 Aansluiting potentiaalvrije schakelaar (XB03) Productvoorbeelden: – Drukschakelaar – Sleutelschakelaar – Plafondtrekschakelaar – Transpondersysteem – Inductielusdetector Mogelijke functies: – Puls – openen/stoppen/sluiten van een deur – Puls OPEN – openen van een deur 1 ) Puls (alleen maakcontact) 5 Puls OPEN (inductielus – alleen maakcontact) 6 Voortijdig sluiten door bediening van schakelaar of handzender > 2 seconden 7 Puls (alleen maakcontact) met permanente voedingsspanning 24 V DC / max. 50 mA Voor aandrijvingen met energiebesparingstechniek (bijv. BlueLine) moet parameter 7 worden geselecteerd, als aangesloten accessoires ook tijdens stand-by moeten worden gevoed. 3.4.3 / 1 71 70 4 2 1 3 XB03 3.4.3 / 2 M19E010e 1 GND 2 Puls Sb1 Pulsschakelaar Gebruiksaanwijzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) 13 3.4.4 Aansluiting schakelaar met voedingsspanning (XB03) 3.4.4 / 3 Productvoorbeelden: – Draadloze ontvanger – Transpondersysteem – Inductielusdetector Mogelijke functies: – Puls – openen/stoppen/sluiten van een deur – Puls OPEN – openen van een deur + - 1 2 3.4.4 / 1 71 70 4 2 1 3 XB03 71 70 4 2 1 3 XB03 XB03 3.4.4 / 2 M19E010e Niveau 5 – Speciale functies Menu 1 – Programmeerbare pulsingang (klem 1/2) 1 ) Puls (alleen maakcontact) 5 Puls OPEN (inductielus – alleen maakcontact) 6 Voortijdig sluiten door bediening van schakelaar of handzender > 2 seconden (alleen Multibit) 7 Puls (alleen maakcontact) met permanente voedingsspanning 24 V DC / max. 50 mA Voor aandrijvingen met energiebesparingstechniek (bijv. BlueLine) moet parameter 7 worden geselecteerd, als aangesloten accessoires ook tijdens stand-by moeten worden gevoed. 14 1 GND 2 Puls 3 24 V DC / max. 50 mA S1 Maakcontact potentiaalvrij Gebruiksaanwijzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) NL 3.4.5 Aansluiting 2-draads fotocel (XB03) 3.4.5 / 3 Mogelijke functie: Aanrakingsloze hindernisdetectie in richting OPEN TX RX 3.4.5 / 1 1 2 2 71 70 4 2 1 3 1 XB03 71 70 4 2 1 3 XB03 XB03 3.4.5 / 2 M19E010e Een aangesloten fotocel wordt automatisch herkend door de besturing, zodra de voedingsspanning is aangesloten. De fotocel kan naderhand worden geprogrammeerd. Ongewenste fotocellen moeten worden losgekoppeld, voordat de voedingsspanning wordt aangesloten, omdat de besturing ze anders herkent. Niveau 8 – Systeeminstellingen De hierna volgende menu‘s en functies zijn alleen toegankelijk voor gekwalificeerd vakpersoneel. 70 GND 71 Fotocel RX Fotocel ontvanger TX Fotocel zender Korte draairichtingsomkering deur: Het aandrijfsysteem beweegt de deur kort in de tegengestelde richting, om een hindernis vrij te geven. Lange draairichtingsomkering deur: Het aandrijfsysteem beweegt de deur naar de deurpositie OPEN. Niveau 8 – Systeeminstellingen Menu 1 – Fotocel Gebruiksaanwijzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) 1 ) Bedrijf zonder fotocel 2 2-draads fotocel (aansluiting XB03 - klem 70/71), Deurbeweging DICHT: Lange draairichtingsomkering deur 15 3.4.6 Aansluiting 4-draads fotocel (XB03) 3.4.6 / 3 Mogelijke functie: Aanrakingsloze hindernisdetectie in richting OPEN TX RX 3.4.6 / 1 + - + - 13 14 71 70 4 2 1 3 XB03 XB03 71 70 4 2 1 3 XB03 XB03 3.4.6 / 2 M19E010e Niveau 8 – Systeeminstellingen De hierna volgende menu‘s en functies zijn alleen toegankelijk voor gekwalificeerd vakpersoneel. Korte draairichtingsomkering deur: Het aandrijfsysteem beweegt de deur kort in de tegengestelde richting, om een hindernis vrij te geven. Lange draairichtingsomkering deur: Het aandrijfsysteem beweegt de deur naar de deurpositie OPEN. Niveau 8 – Systeeminstellingen Menu 1 – Fotocel 16 3 24 V DC / max. 50 mA 70 GND 71 Fotocel RX Fotocel ontvanger TX Fotocel zender 1 ) Bedrijf zonder fotocel 3 Externe fotocel (aansluiting XB03 - klem 70/71), Deurbeweging DICHT: Lange draairichtingsomkering deur Gebruiksaanwijzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) NL 3.4.7 Aansluiting loopdeurcontact (XB03) 3.4.8 Aansluiting XN70 en XW81 Voorbeelden: – Loopdeurcontact 8,2 kΩ 3.4.8 / 1 3.4.7 / 1 71 70 4 2 1 3 XB03 3.4.7 / 2 M19E010e  De montagebeschrijving van de aansluitelementen kunt u vinden in de separate documentatie. 3.4.8 / 2 8,2 kΩ 1 GND 4 Houdcircuit, actief na reset Sb4 Loopdeurcontact 8,2 kΩ 3.5 3.4.7 / 3 8k2 • • • Afronden van de montage Het waarschuwingsbord tegen beknelling permanent aanbrengen op een opvallende locatie. Het instructiebord voor de noodontgrendeling aanbrengen bij de handkabel. Zorg dat na de montage geen onderdelen van de deur uitsteken in openbare voetpaden of straten. 3.5 / 1 71 70 4 2 1 3 XB03 XB03 Na het aansluiten van een accessoires en het daarna inschakelen van de netspanning, herkend de besturing een accessoire automatisch. De deur moet gesloten zijn, zodat het loopdeurcontact correct kan worden herkend. Het loopdeurcontact (8,2 kΩ) moet voldoen aan Cat. 2, PL c volgens EN 13849-1. Gebruiksaanwijzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) 17 4. Inbedrijfstelling Legenda Indicatie knippert 4.1 Veiligheidsinstructies voor inbedrijfstelling Indicatie brandt WAARSCHUWING! Bedrijfsgereed Gevaar door niet opvolgen van de inbedrijfstellingsinstructies! Dit hoofdstuk bevat belangrijke informatie over de veilige inbedrijfstelling van het product. • Lees dit hoofdstuk voor de inbedrijfstelling zorgvuldig door. • De veiligheidsinstructies opvolgen. • De inbedrijfstelling uitvoeren zoals beschreven. Deurpositie DICHT Deurpositie OPEN Inbedrijfstelling uitsluitend door gekwalificeerd vakpersoneel. ➔ „1.2.2 Vakpersoneel“ Storingsmelding / onderhoudsindicatie in deurpositie DICHT Ramen, deuren en poorten met krachtaandrijving, moeten vóór de eerste inbedrijfstelling en indien nodig, maar minimaal een keer per jaar, door gekwalificeerd vakpersoneel worden gecontroleerd met een hiervoor bestemde sluitkrachtmeter (schriftelijke bewijsvoering). De exploitant van de deurinstallatie of de plaatsvervanger hiervan, moet na de inbedrijfstelling van de installatie worden geïnstrueerd m.b.t. de bediening. – – – – – 34 34 5678 Statusindicatie (Voorbeeld indicatie 3 - Battery Backup aangesloten) ➔ „4.3 Statusindicatie“ 5678 12 5678 90 34 34 5678 90 LCD-display Indicatie van menu‘s en parameters (Voorbeeld: menu 3, parameter 8) Minutenweergave 12 12 90 4.2 Overzicht van besturing Bedieningselementen Indicatie van niveau (voorbeeld: niveau 2) 5678 90 34 3 12 – Externe schakelaar 90 Kinderen mogen niet spelen met de deurbesturing of de handzender. Er mogen geen personen of objecten aanwezig zijn binnen de gevarenzone van de deur. Voordat u door de deuropening moet zijn gewaarborgd dat de deur in deurpositie OPEN staat. Alle bestaande noodstopvoorzieningen moeten worden gecontroleerd. Houd rekening met mogelijke knel- en schaarpunten van de deurinstallatie. Nooit grijpen naar een bewegende deur, in de geleiderails of in bewegende onderdelen. De voorschriften van EN 13241-1 („Industrie-, bedrijfs- en deuren en poorten - Productnorm“) moeten worden opgevolgd. Afstandsbediening 12 – Fotocel of sluitkantbeveiliging Tijden groter dan één minuut worden in minuten en seconden weergegeven. Voorbeeld: 1.2 = 1 minuut + 20 seconden = 80 seconden Deur bedienen richting OPEN, Parameter verhogen Deur bedienen richting DICHT, Parameter verlagen P 18 Programmering starten, waarden bevestigen en opslaan Gebruiksaanwijzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) NL 4.3 Statusindicatie Snelprogrammering 1. Programmeren van de deurpositie OPEN Indicatie Functie / element Besturing is in de bedrijfsmodus. 3 Battery Backup aangesloten (optioneel) 4 Indicatie voorwaarschuwingstijd (alleen bij geprogrammeerd automatisch sluiten) P P > 3 sec. < 10 sec.: Start van snelprogrammering. Deur naar positie OPEN bewegen. 4.4 Fabrieksinstellingen Via een reset kan de aandrijving worden gereset naar de fabrieksinstellingen. ➔ „Niveau 1, Menu 8 - RESET“ P Deurpositie OPEN opslaan. 4.5 Snelprogrammering Voor een correcte inbedrijfstelling van het aandrijfsysteem en na een reset moet de snelprogrammering worden uitgevoerd. 2. Programmeren van de deurpositie DICHT Voorwaarden: – De deur is in de deurpositie DICHT. – De geleideslede is gekoppeld. ➔ „5.3 Ontgrendeling“ Wordt in de programmeermodus binnen 120 seconden geen van de toetsen bediend, schakelt de besturing terug naar de bedrijfstoestand. Het betreffende foutnummer wordt weergegeven. ➔ „10. Verhelpen van storingen“ • Deur naar positie DICHT bewegen. P Deurpositie DICHT opslaan. De snelprogrammering uitvoeren. ✓ Na de snelle programmering, moet een functietest worden uitgevoerd. ➔ „4.6 Functiecontrole“ OPMERKING Gevaar voor beschadiging van het motoraggregaat door botsing met de geleidesleden! Bij het instellen van de garagdeurpositie OPEN, mag de geleideslede niet met maximale snelheid naar de eindpositie worden bewogen! • Bedien de deur voorzichtig, met geringe snelheid, naar de deurpositie OPEN. Gebruiksaanwijzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) 19 Snelprogrammering 4.6 Functiecontrole 3. Programmeren van de afstandsbediening Alleen versie bi•linked: Programmeertoets van handzender indrukken. 4.6.1 Controleren van de aandrijfkracht 1. Besturing is in de bedrijfsmodus. 2. De deur moet openen en naar de opgeslagen deurpositie OPEN bewegen. 3. De deur moet sluiten en naar de opgeslagen deurpositie DICHT bewegen. 4. Het aandrijfsysteem moet de deur in de richting OPEN, resp. in de richting DICHT bewegen. 5. Het aandrijfsysteem moet stoppen. 6. Het aandrijfsysteem draait in tegengestelde richting. Handzender bedienen. Handzender loslaten. P Afstandsbediening opslaan. Einde van snelprogrammering. Besturing is in de bedrijfsmodus. 4.6.2 Inleerprocedure voor de aandrijfkracht Het aandrijfsysteem leert de maximaal benodigde aandrijfkracht tijdens de eerst zes deurbewegingen na het instellen van de deur. • Het aandrijfsysteem (met gekoppelde deur) zonder onderbreking drie keer van de deurpositie DICHT naar de deurpositie OPEN en terug bewegen. 20 Gebruiksaanwijzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) NL 4.6.3 Controle van automatische uitschakeling WAARSCHUWING! Letselgevaar bij gebruik zonder automatische uitschakeling! Ter bescherming van personen, is de aandrijving uitgerust met een automatische uitschakeling. Het product mag alleen worden gebruikt als de correcte werking van de automatische uitschakeling is gewaarborgd. • Controleer de automatische uitschakeling OPEN en DICHT. • De aandrijfkracht moet door gekwalificeerd vakpersoneel worden gecontroleerd met behulp van een sluitkrachtmeter. Automatische uitschakeling OPEN De deur tijdens de deurbeweging onderin in het midden met een massa van 20 kg belasten: De deur moet direct stoppen. • Automatische uitschakeling DICHT • Plaats een hindernis met een hoogte van 50 mm op de vloer. • Beweeg de deur op de hindernis: Het aandrijfsysteem moet bij het raken van de hindernis stoppen en de bewegingsrichting moet omkeren. De instellingen van de aandrijfkrachten OPEN en DICHT blijven opgeslagen bij onderbreking van de netspanning. Alleen bij een reset worden de parameters gereset naar de fabrieksinstelling. ➔ „Niveau 1, Menu 8 - RESET“ 4.6.4 Controle van de fotocel Fotocel • Controleer alle fotocellen individueel, door het activeren hiervan. • Controleer alle aangesloten fotocellen direct voor de deurpositie DICHT. Bijzonderheden voor kozijnfotocellen – De werking van een aangesloten kozijnfotocel moet boven de montagepositie zijn. Onder de montagepositie wordt de werking door de besturing verborgen. – Bij het aansluiten van meerdere fotocellen reageren alle fotocellen net zo als bij een eventuele kozijnfotocel. 4.7 Speciale programmering WAARSCHUWING! Letselgevaar door verkeerd ingestelde deurkrachten! Ter bescherming van personen, moeten de deurkrachten binnen bepaalde grenswaarden blijven. Worden parameters gewijzigd, kunnen deze grenswaarden worden overschreden. Na wijzigen van instellingen moeten de deurkrachten daarom worden gecontroleerd om een veilige werking te waarborgen. • Controleer de automatische uitschakeling. ➔ „4.6.3 Controle van automatische uitschakeling“ Na een reset worden alle parameters teruggezet naar de fabrieksinstellingen. Aangesloten en correct werkende veiligheidselementen worden na de reset opnieuw herkend. Aangesloten accessoires moeten na een reset opnieuw worden geprogrammeerd. Voor het waarborgen van een probleemloze werking van de besturing: • Alle gewenste functies opnieuw programmeren. • De afstandsbediening opnieuw inleren. • Het aandrijfsysteem een keer naar de deurpositie OPEN en DICHT bewegen. Een aangesloten fotocel wordt automatisch herkend door de besturing, zodra de voedingsspanning is aangesloten. De fotocel kan naderhand worden geprogrammeerd. Ongewenste fotocellen moeten worden losgekoppeld, voordat de voedingsspanning wordt aangesloten, omdat de besturing ze anders herkent. ➔ „3.4.5 Aansluiting 2-draads fotocel (XB03)“ ➔ „3.4.6 Aansluiting 4-draads fotocel (XB03)“ ✓ Na wijzigingen in de programmeermodus, moet een functiecontrole worden uitgevoerd. ➔ „4.6 Functiecontrole“ 4.6.5 Controle van het loopdeurcontact • • Open de loopdeur. Bedien de deur: Het aandrijfsysteem mag niet bewegen. Gebruiksaanwijzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) 21 Programmeerproces Programmeerproces Besturing is in de bedrijfsmodus. P P 12 12 34 34 P Opslaan van de parameter. De besturing schakelt om naar de niveau-indicatie. 12 5678 45678 5678 34 90 8. Wijzigen van de parameter. 12 7. 5678 90 3 4.7.2 Overzicht van de speciale functies Niveau Menu 1 Basisfuncties 3 Tussenpositie OPEN 4 Tussenpositie DICHT 7 Relais-uitgang 8 RESET 1 Benodigde aandrijfkracht OPEN 2 Benodigde aandrijfkracht DICHT 3 Automatische uitschakeling OPEN 4 Automatische uitschakeling DICHT 1 Automatisch sluiten 3 Openingstijd 4 Voorwaarschuwingstijd 5 Opstartwaarschuwing 7 Signaallamp 2 Tussenpositie OPEN 3 Tussenpositie DICHT 4 OPEN 5 DICHT 2 Instellingen van de aandrijving 90 6. Bevestiging van het gewenste menu. Weergave van de ingestelde parameter. 5678 Besturing is in de bedrijfsmodus. 90 Selecteren van het gewenste menu (voorbeeld menu 3). 5. 34 12 4. Bevestiging van het gewenste niveau. Weergave van het eerste menu en de ingestelde parameter. 5678 P 90 Selecteren van het gewenste niveau (voorbeeld niveau 2). 34 9. P > 5 sec.: Beëindiging van de programmering. Alle gewijzigde parameters worden opgeslagen. 90 3. 5678 12 P 34 90 2. P > 10 sec.: Start van de programmering van de uitgebreide aandrijffuncties. Indicatie van niveaus. 5678 of 12 1. 34 90 Selecteren van het volgende gewenste niveau. Voortzetting van de programmering. 12 4.7.1 Programmering van de speciale functies 3 Automatisch sluiten 4 Programmering draadloos 8 Verlichting van aandrijving AAN / UIT of relais-uitgang 5 Speciale functies 22 1 Programmeerbare pulsingang 3 Programmeerbare ingang 4 Verlichtingstijd 5 Handprogrammeerapparaat 7 Battery-back-up Gebruiksaanwijzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) NL Niveau Menu Niveau 1 – Basisfuncties 6 Variabele Snelheid 1 Snelheid OPEN 2 Snelheid soft-loop OPEN Menu 7 – R  elais-uitgang (alleen programmeerbaar met het optionele relais) 3 Soft-loop positie OPEN 4 Snelheid DICHT 5 Snelheid smart-loop DICHT 6 Snelheid soft-loop DICHT 7 Smart-loop positie DICHT 8 Soft-loop positie DICHT 9 Soft-starttijd OPEN 10 Soft-starttijd DICHT 7 Service en onderhoud 8 Systeeminstellingen 1 ) Signaallamp (aanwezig / niet aanwezig) ➔ „Niveau 3, Menu 7 - Signaallamp“ 2 Deurpositie OPEN 3 Deurpositie DICHT 4 Tussenpositie OPEN 5 Tussenpositie DICHT 6 Aandrijfsysteem start (wispuls 1 seconde) 7 Storing 1 Deurcyclusteller 8 Verlichtingstijd ➔ „Niveau 5, Menu 4 - Verlichtingstijd“ 2 Onderhoudsteller 9 Vergrendelingsvrijgave (aandrijfsysteem loopt) 3 Onderhoudsinterval 8 Reset service en onderhoud 10 Vergrendelingsvrijgave (aandrijfsysteem staat stil) 9 Foutmelding 11 1 Fotocel Vrijgave slot (aandrijfsysteem start / wispuls 3 seconden) 2 Sluitkantbeveiliging 12 Botsbeveiliging 3 Functie automatische uitschakeling 4 Bedrijfsmodi 13 Draadloze afstandsbediening (relais schakelt de duur van de puls) ➔ „Niveau 4, Menu 8 - Verlichting van aandrijving AAN / UIT of relais-uitgang“ 5 Functie richtingscommandogever 6 Functie pulscommandogever 14 Testpuls voor sluitkantbeveiliging (relais geeft een testpuls en schakelt 300 ms) 7 Krachtontlasting in de positie DEUR DICHT (Backjump) 8 Draairichting 10 Positie van de kozijnfotocel 4.7.3 Inhoud van de speciale functies Niveau 1 – Basisfuncties Menu 8 – RESET Het aandrijfsysteem kan worden gereset naar de fabrieksinstellingen. Na het resetten van de besturing of een vervanging van de Controlbox, moeten alle gewenste individuele instellingen opnieuw worden uitgevoerd. 1 ) Geen reset 2 Reset besturing (Aangesloten modules (bus-modules, afstandsbediening) moeten separaat worden gereset) 3 Reset afstandsbediening (telegrammen worden gewist) 4 Reset uitbreiding automatisch sluiten ➔ „Niveau 3 - Automatisch sluiten“ 5 Reset alleen aandrijffuncties (behalve garagedeurpositie OPEN/DICHT en afstandsbediening puls) 6 Reset veiligheidselementen (fotocel / houdcircuit) 7 Reset bus-modules (aangesloten modules worden ingeleerd) Menu 3 – Tussenpositie OPEN Instellen met toets + (OPEN) en – (DICHT). Sluitfunctie met automatisch sluiten is mogelijk. Alleen de laatst geprogrammeerde tussenpositie kan worden gebruikt. Menu 4 – Tussenpositie DICHT Instellen met toets + (OPEN) en – (DICHT). Sluitfunctie met automatisch sluiten is niet mogelijk. Alleen de laatst geprogrammeerde tussenpositie kan worden gebruikt. Gebruiksaanwijzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) 23 Niveau 2 – Instellingen van de aandrijving Niveau 3 – Automatisch sluiten De hierna volgende menu‘s en functies zijn alleen toegankelijk voor gekwalificeerd vakpersoneel. De hierna volgende menu‘s en functies zijn alleen toegankelijk voor gekwalificeerd vakpersoneel. Menu 1 – Benodigde aandrijfkracht OPEN Menu 1 – Automatisch sluiten Gevoeligheid in niveaus van 1 - 16 (hoe hoger het niveau, hoe hoger de aandrijfkracht). ) 8 Menu 2 – Benodigde aandrijfkracht DICHT Gevoeligheid in niveaus van 1 - 16 (hoe hoger het niveau, hoe hoger de aandrijfkracht). ) 8 Menu 3 – Automatische uitschakeling OPEN Gevoeligheid in niveaus van 1 (UIT) - 16 (hoe lager het niveau, hoe gevoeliger de automatische uitschakeling). ) 12 Menu 4 – Automatische uitschakeling DICHT Gevoeligheid in niveaus van 1 (UIT) - 16 (hoe lager het niveau, hoe gevoeliger de automatische uitschakeling). ) 8 Bij geactiveerd automatisch sluiten kan de relaisuitgang (niveau 1 / menu 7) indien nodig worden omgeprogrammeerd. 1 ) Gedeactiveerd 2 Openingstijd 15 / voorwaarschuwingstijd 5 3 Openingstijd 30 / Voorwaarschuwingstijd 5 4 Openingstijd 60 / Voorwaarschuwingstijd 8 5 Openingstijd 15 / Voorwaarschuwingstijd 5 6 Openingstijd 30 / Voorwaarschuwingstijd 5 7 Openingstijd 60 / Voorwaarschuwingstijd 8 8 Openingstijd ­oneindig / Voorwaarschuwingstijd 3 Verlenging van de openingstijd uitsluitend door een puls (Knop, handzender). Annuleren van de openingstijd na passeren van de fotocel. Sluiten na passeren van de fotocel / sluitverhindering. Menu 3 – Openingstijd 2 – 250 seconden. ) Afhankelijk van niveau 3, menu 1 Menu 4 – Voorwaarschuwingstijd 1 – 70 seconden. ) Afhankelijk van niveau 3, menu 1 Menu 5 – Opstartwaarschuwing 0 – 7 seconden. ) 0 24 Gebruiksaanwijzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) NL Niveau 3 – Automatisch sluiten Niveau 4 – Radiografische programmering De hierna volgende menu‘s en functies zijn alleen toegankelijk voor gekwalificeerd vakpersoneel. Menu 8 – Verlichting van aandrijving AAN / UIT of relais-uitgang Menu 7 – Signaallamp De instelling heeft invloed op alle relais die vanuit de fabriek of naderhand op de parameter „Signaallamp“ zijn geprogrammeerd. 1 ) Garagedeurbeweging / waarschuwing: knipperen Garagedeurstilstand: uit (energiebesparing) 2 Garagedeurbeweging / waarschuwing: branden Garagedeurstilstand: uit (energiebesparing) 3 Garagedeurbeweging / waarschuwing: knipperen Garagedeurstilstand: knipperen 4 Garagedeurbeweging / waarschuwing: branden Garagedeurstilstand: branden 5 Garagedeurbeweging / waarschuwing: knipperen Garagedeurstilstand: branden 6 Garagedeurbeweging / waarschuwing: branden Garagedeurstilstand: knipperen Parameter- en handzenderindicatie knippert -> op toets handzender drukken -> handzender-indicatie knippert kort -> de functie is ingeleerd. Relais-uitgang: De parameter „Draadloze afstandsbediening“ moet zijn geprogrammeerd. ➔ „Niveau 1, Menu 7 - Relais-uitgang“ Niveau 5 – Speciale functies De programmering van de speciale functies is afhankelijk van de aansluiting XB03. ➔ „3.4.1 Overzicht besturingsaansluitingen“ Menu 1 – Programmeerbare pulsingang (klem 1/2) 1 ) Puls (alleen maakcontact) 2 Sluitverhindering (alleen maakcontact) 3 Stopt en draairichtingsomkering (alleen richting DICHT – alleen breekcontact) Niveau 4 – Radiografische programmering 4 Stopt en draairichtingsomkering (alleen richting DICHT – alleen maakcontact) Menu 2 – Tussenpositie OPEN 5 Puls OPEN (inductielus – alleen maakcontact) 6 Voortijdig sluiten door bediening van schakelaar of handzender > 2 seconden (alleen Multi-Bit) 7 Puls (alleen maakcontact) met permanente voedingsspanning 24 V DC / max. 50 mA Handzender-indicatie knippert langzaam -> op toets handzender drukken -> handzender-indicatie knippert snel -> de functie is ingeleerd. Menu 3 – Tussenpositie DICHT Handzender-indicatie knippert langzaam -> op toets handzender drukken -> handzender-indicatie knippert snel -> de functie is ingeleerd. Menu 4 – OPEN Handzender-indicatie knippert langzaam -> op toets handzender drukken -> handzender-indicatie knippert snel -> de functie is ingeleerd. Menu 5 – DICHT Handzender-indicatie knippert langzaam -> op toets handzender drukken -> handzender-indicatie knippert snel -> de functie is ingeleerd. Gebruiksaanwijzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) Menu 3 – P  rogrammeerbare ingang (XW81) 1 ) Puls (alleen maakcontact) 2 Puls RC (alleen maakcontact) 3 Sluitverhindering (alleen maakcontact) 4 Stopt en draairichtingsomkering (alleen richting DICHT – alleen breekcontact) 5 Stopt en draairichtingsomkering (alleen richting DICHT – alleen maakcontact) 6 Puls OPEN (alleen maakcontact) 7 Stop (alleen breekcontact) 8 Voortijdig sluiten door bediening van schakelaar of handzender > 2 seconden (alleen Multi-Bit) 9 Automatisch sluiten AAN / UIT 25 Niveau 5 – Speciale functies Niveau 6 - Variabele snelheid Menu 4 – Verlichtingstijd De hierna volgende menu‘s en functies zijn alleen toegankelijk voor gekwalificeerd vakpersoneel. 2 – 250 seconden. ) 3.0 (180 seconden) Menu 7 – Smart-loop positie DICHT Instellen met toets + (OPEN) en – (DICHT). Menu 5 – Handprogrammeerapparaat 1 ) Bedienings- en programmeermogelijkheid 2 Alleen bedieningsmogelijkheid Menu 7 – Battery-back-up Menu 8 – Soft-loop positie DICHT Instellen met toets + (OPEN) en – (DICHT). Menu 9 – Soft-starttijd OPEN 1 ) Battery-back-up gedeactiveerd 1 ) 1 seconde 2 Battery-back-up actief 2 2 seconden 3 3 seconden 4 6 seconden Niveau 6 - Variabele snelheid De hierna volgende menu‘s en functies zijn alleen toegankelijk voor gekwalificeerd vakpersoneel. Menu 1 – Snelheid OPEN Niveaus van snelheid soft-loop OPEN tot 16. ) 16 Menu 2 – Snelheid soft-loop OPEN Menu 10 – Soft-starttijd DICHT 1 ) 1 seconde 2 2 seconden 3 3 seconden 4 6 seconden Niveaus van 1 tot snelheid OPEN. ) 8 Niveau 7 – Service en onderhoud Menu 3 – Soft-loop positie OPEN Instellen met toets + (OPEN) en – (DICHT). Menu 1 – Deurcyclusteller Zescijferige weergave van deurbedieningen tot 999999. Cijfers achter elkaar tot weergave punt, dan herhaling. Menu 4 – Snelheid DICHT Niveaus van snelheid soft-loop DICHT tot 16. ) 9 Menu 5 – Snelheid smart-loop DICHT Menu 2 – Onderhoudsteller Vijfcijferige weergave van nog resterende deurbedieningen tot de onderhoudsindicatie. Cijfers achter elkaar tot weergave punt, dan herhaling. Niveaus van snelheid soft-loop DICHT tot snelheid DICHT. ) 7 Menu 6 – Snelheid soft-loop DICHT Niveaus van 1 tot snelheid DICHT. ) 6 26 Gebruiksaanwijzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) NL Niveau 7 – Service en onderhoud Niveau 8 – Systeeminstellingen Menu 3 – Onderhoudsinterval De hierna volgende menu‘s en functies zijn alleen toegankelijk voor gekwalificeerd vakpersoneel. Instelling voor het aantal deurbedieningen, waarna noodzakelijk onderhoud wordt weergegeven. Korte draairichtingsomkering deur: Het aandrijfsysteem beweegt de deur kort in de tegengestelde richting, om een hindernis vrij te geven. 1 ) UIT 2 100 3 500 Lange draairichtingsomkering deur: Het aandrijfsysteem beweegt de deur naar de deurpositie OPEN. 4 1.000 Menu 1 – Fotocel 5 4.000 6 5.000 7 6.000 8 7.000 9 8.000 10 9.000 11 10.000 12 15.000 13 20.000 14 30.000 15 40.000 16 50.000 Menu 8 – Reset service en onderhoud Voor service-, diagnose- en onderhoudswerkzaamheden wordt heir het foutgeheugen gereset. 1 ) Geen reset 2 Reset foutgeheugen 1 ) Bedrijf zonder fotocel 2 2-draads fotocel (aansluiting XB03 - klem 70/71), Deurbeweging DICHT: Lange draairichtingsomkering deur 3 Externe fotocel (aansluiting XB03 - klem 70/71), Deurbeweging DICHT: Lange draairichtingsomkering deur Menu 2 – Sluitkantbeveiliging Deurbeweging OPEN wijzigt de functie van een optioneel aangesloten uitbreidingsmodule EM 183 OPEN. 1 ) Deurbeweging OPEN: Korte draairichtingsomkering deur Deurbeweging DICHT: Korte draairichtingsomkering deur 2 Deurbeweging OPEN: Korte draairichtingsomkering deur Deurbeweging DICHT: Lange draairichtingsomkering deur 3 Deurbeweging OPEN: Lange draairichtingsomkering deur Deurbeweging DICHT: Korte draairichtingsomkering deur 4 Deurbeweging OPEN: Lange draairichtingsomkering deur Deurbeweging DICHT: Lange draairichtingsomkering deur Menu 9 – Foutmelding Weergave van de actuele foutmelding. (max. 16 foutmeldingen mogelijk). Weergave van de voorgaande fouten / Navigatie door de foutenlijst Navigatie door de foutenlijst Gebruiksaanwijzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) 27 Niveau 8 – Systeeminstellingen Niveau 8 – Systeeminstellingen De hierna volgende menu‘s en functies zijn alleen toegankelijk voor gekwalificeerd vakpersoneel. De hierna volgende menu‘s en functies zijn alleen toegankelijk voor gekwalificeerd vakpersoneel. Menu 3 – Functie automatische uitschakeling Menu 6 – Functie pulscommandogever 1 ) Deurbeweging OPEN: Deur stopt Deurbeweging DICHT: Korte draairichtingsomkering deur 2 Deurbeweging OPEN: Korte draairichtingsomkering deur Deurbeweging DICHT: Korte draairichtingsomkering deur 3 Deurbeweging OPEN: Deur stopt Deurbeweging DICHT: Lange draairichtingsomkering deur 4 Deurbeweging OPEN: Lange draairichtingsomkering deur Deurbeweging DICHT: Lange draairichtingsomkering deur 5 Deurbeweging OPEN: Korte draairichtingsomkering deur Deurbeweging DICHT: Lange draairichtingsomkering deur Menu 4 – Bedrijfsmodi 1 Deurbeweging OPEN: Dodeman Deurbeweging DICHT: Dodeman 2 Deurbeweging OPEN: Zelfhoudend Deurbeweging DICHT: Dodeman 3 Deurbeweging OPEN: Dodeman Deurbeweging DICHT: Zelfhoudend 4 ) Deurbeweging OPEN: Zelfhoudend Deurbeweging DICHT: Zelfhoudend Menu 5 – Functie richtingscommandogever 28 1 Richtingscommandogever niet actief: De richtingscommandogevers activeren alleen een commando bij een stilstaande deur. 2 ) Richtingscommandogever alleen STOP: Een bewegende deur wordt door elke richtingscommandogever vanuit elke richting gestopt. 1 Pulscommandogever niet actief: De pulscommandogevers activeren alleen een commando bij een stilstaande deur. 2 Pulscommandogever alleen STOP, daarna normvolgorde: Een bewegende deur wordt door elke pulscommandogever vanuit elke richting gestopt. Een volgend commando start het aandrijfsysteem in de tegengestelde richting (OPEN - STOP - DICHT - STOP - OPEN). 3 ) Pulscommandogever alleen STOP, daarna normvolgorde: Een bewegende deur wordt door elke pulscommandogever vanuit elke richting gestopt. Een volgend commando start het aandrijfsysteem in de tegengestelde richting (OPEN - STOP - DICHT - STOP - OPEN). Bij automatisch sluiten geen STOP in richting OPEN. Menu 7 – Krachtontlasting in de positie DEUR DICHT (Backjump) 1 ) niet actief 2 minimaal 3 kort 4 middelmatig 5 lang Menu 8 – Draairichting 1 ) Standaard 2 Draairichtingsomkering Menu 10 – Positie van de kozijnfotocel De positie van de kozijnfotocel kan indien nodig handmatig worden ingesteld. Instellen met toets + (OPEN) en – (DICHT). Gebruiksaanwijzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) NL 5. Bediening 5.2 Handzender De aandrijving werkt met de meegeleverde handzender met een pulsreeks-besturing. 5.1 Veiligheidsinstructies voor bediening Bediening met de handzender WAARSCHUWING! Gevaar door niet opvolgen van bedieningsinstructies! Dit hoofdstuk bevat belangrijke informatie voor het veilig bedienen van het product. • Lees dit hoofdstuk vóór de bediening zorgvuldig door. • De veiligheidsinstructies opvolgen. • Gebruik het product zoals beschreven. – – – – De besturingseenheid of de handzender mag alleen worden bediend als geen personen of objecten aanwezig zijn binnen het bewegingsbereik van de deur. De besturingseenheid en de handzender mogen niet door kinderen of onbevoegden worden gebruikt. De handzender mag niet per ongeluk worden bediend (bijv. in uw broekzak). In de looproute van deur en handkabel mag geen hindernis aanwezig zijn. Anders kan de handkabel blijven haken en tot beschadigingen leiden (bijv . bij dakdragersystemen). 1. 2. 3. 4. Besturing is in de bedrijfsmodus. 1. Puls: De deur opent en beweegt richting OPEN. 2. Puls: Het aandrijfsysteem stopt. 3. Puls: De deur beweegt in tegengestelde richting DICHT. Codering overdragen (alleen Multi-Bit) 1. Handzender met overdrachtsstekker verbinden. 2. Master-zender bedienen. Toets ingedrukt houden. LED brandt. 3. Toets van de nieuwe te coderen handzender bedienen. LED knippert. 4. LED brandt. Codeerproces is beëindigd. 5. Overdrachtsstekker verwijderen. Bij zenders met meerdere toetsen kan aan elke toets een individuele functie worden toegewezen. Gebruiksaanwijzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) 29 Codering wijzigen (alleen Multi-Bit) 1. 5.3 Ontgrendeling Overdrachtsstekker in handzender steken. 2. Een van de beide buitenste pennen kortsluiten met de middelste pen (bijv. met een schroevendraaier). 3. Gewenste toets van handzender bedienen. LED knippert. 4. LED brandt. Codeerproces is beëindigd. VOORZICHTIG! Letselgevaar door ongecontroleerde deurbewegingen! Bij het bedienen van de ontgrendeling kunnen ongecontroleerde bewegingen van de deur ontstaan, bijv. als de deurveren zwak of gebroken zijn of als de deur niet in balans is. • Beweeg de deur in ontgrendelde toestand voorzichtig en alleen met matige snelheid! OPMERKING Materiële schade door ongecontroleerde deurbewegingen! Bij het handmatig openen van de deur kan de geleideslede botsen met de railaanslag. • Beweeg de deur in ontgrendelde toestand voorzichtig en alleen met matige snelheid! 5.3 / 1 5. Overdrachtsstekker verwijderen. Na het opnieuw coderen van de handzender moet ook het aandrijfsysteem worden omgeprogrammeerd naar de nieuwe codering. Bij zenders met meerdere kanalen moet de codeerprocedure voor elke toets individueel worden uitgevoerd.  Meer informatie over extra functies van de meegeleverde bi·linked handzender, vindt u in de bijbehorende documentatie. 5.3 / 2 30 Gebruiksaanwijzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) NL 6. Verzorging 7.2 WAARSCHUWING! Krachtbediende vensters, deuren en poorten moeten indien nodig, echter minimaal eenmaal per jaar door gekwalificeerd vakkundig personeel worden gecontroleerd (met schriftelijke registratie). • Controleer de aandrijfkracht met een hiervoor bedoelde sluitkrachtmeter. • Indien nodig beschadigde of versleten onderdelen vervangen. Letselgevaar door een elektrische schok! Contact met de netspanning kan leiden tot een elektrische schok. • Voor reinigingswerkzaamheden het aandrijfsysteem altijd scheiden van de stroomvoorziening. Zorg dat de stroomverzorging tijdens de reinigingswerkzaamheden onderbroken blijft. OPMERKING Materiële schade door verkeerd gebruik! Nooit gebruiken voor het reinigen van de aandrijving: directe waterstraal, hogedrukreiniger, zuur of loog. • De behuizing uitwendig reinigen met een vochtige, zachte en pluisvrije doek. 8. Onderhoud 7.1 Onderhoudswerkzaamheden door de exploitant Schade of slijtage aan een deursysteem mag alleen door gekwalificeerd vakpersoneel worden gerepareerd. Om een storingsvrije werking te waarborgen, moet de deurinstallatie regelmatig worden gecontroleerd en indien nodig gerepareerd. Vóór werkzaamheden aan de deurinstallatie moet het aandrijfsysteem altijd spanningsloos worden gemaakt. Demontage Demontage uitsluitend door gekwalificeerd vakpersoneel. ➔ „1.2.2 Vakpersoneel“ WAARSCHUWING! Levensgevaar door een elektrische schok! Het aanraken van spanningvoerende onderdelen kan tot een elektrische schok, verbrandingen of de dood leiden. • Zorg dat de stroomvoorziening tijdens de demontage is onderbroken en blijft. Bij sterke vervuilingen kan de behuizing met een mild afwasmiddel worden gereinigd. 7. Onderhoudswerkzaamheden door gekwalificeerd vakpersoneel WAARSCHUWING! Letselgevaar door ondeskundige hantering! De grootte en het gewicht van het product verlangen bij de demontage veel kracht. Valt het product, is zwaar letsel mogelijk. • Beveilig het aandrijfsysteem vóór de demontage tegen vallen. • Alle geldende voorschriften voor veilig werken opvolgen. De demontage moet in omgekeerde volgorde van de montage worden uitgevoerd. ➔ „3. Montage“ • Controleer elke maand of de draairichting van het aandrijfsysteem omkeert, als de deur een hindernis raakt. Hiervoor, op basis van de looprichting van de deur, een 50 mm hoge/brede hindernis in het deurlooptraject plaatsen. • Controleer de instelling van de automatische uitschakeling OPEN en DICHT. ➔ „4.6.3 Controle van automatische uitschakeling“ ➔ „4.6.5 Controle van het loopdeurcontact“ • Controleer alle bewegende onderdelen van het deur- en aandrijfsysteem. • Controleer de deurinstallatie op slijtage of beschadiging. • Controleer het licht lopen van de deur met de hand. • Controleer alle aansluitleidingen op beschadiging. Een beschadigde aansluitleiding moet door de fabrikant, de klantenservice hiervan of een vergelijkbaar gekwalificeerde persoon worden vervangen, zodat gevaren worden voorkomen. 9. Recycling uitsluitend door gekwalificeerd vakpersoneel. ➔ „1.2.2 Vakpersoneel“  fgedankte apparaten mogen niet worden A weggegooid bij het huishoudelijk afval! • • • Gebruiksaanwijzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) Recycling Afgedankte apparaten via een inzamelpunt voor elektronisch schroot of via uw vakhandelaar recyclen. Oude batterijen via een recyclingbak voor oude batterijen of via de vakhandel recyclen. Het verpakkingsmateriaal via de verzamelbak voor karton, papier en kunststoffen recyclen. 31 10. Verhelpen van storingen Storingen zonder storingsmelding De LCD-display is niet aan en brandt niet. Aandrijving staat stand-by. • Druk op een willekeurige knop om de aandrijving in bedrijfsmodus te zetten. Opmerking: De deur kan hierbij in beweging komen. Spanning ontbreekt. • Controleer of netspanning aanwezig is. • Stroomaansluiting controleren. Thermische beveiliging in de nettrafo is aangesproken. • Nettrafo laten afkoelen. Besturingseenheid defect. • Aandrijfsysteem laten controleren. Geen reactie na het geven van een puls. Aansluitklemmen voor schakelaar „Puls“ overbrugd, bijv. door leidingkortsluiting of vlakklemmen. • Eventueel bekabelde sleutelschakelaar of schakelaar binnen als test van de besturingseenheid loskoppelen: Kabel uit stekkeraansluiting XB03 trekken, kortsluitstekker insteken en bekabelingsfout zoeken. ➔ „3.4.3 Aansluiting potentiaalvrije schakelaar (XB03)“ Storingen zonder storingsmelding Draairichtingsomkering van aandrijving bij onderbreking van kozijnfotocel. Programmering niet correct uitgevoerd. Kozijnfotocel niet correct herkend. • Positie van kozijnfotocel handmatig instellen. ➔ „Niveau 8, Menu 10 - Positie van de kozijnfotocel“ Geringe of geen reikwijdte. Handzender defect. • Handzender controleren, indien nodig vervangen. Antenne defect of verkeerd gemonteerd. • Antenne controleren / vervangen. • Antenne verticaal leggen of buiten de garage brengen, indien nodig. buitenantenne monteren. Storingen op de gebruikte frequentieband. • Ombouwen naar een alternatieve frequentie. Aandrijvingsverlichting werkt niet. Lichtmiddel defect. • LED vervangen. Bij overige storingen. • • • Foutmeldingen opvolgen (zie LCD-display). Artikel-nr., productie-nr. en revisiestand (zie typeplaatje) gereed houden bij vragen. Reset en nieuwe inbedrijfstelling volgens inbouwen bedieningshandleiding. Geen reactie na het geven van een puls met de handzender. Moduleontvanger niet ingestoken. • Moduleontvanger met besturingseenheden verbinden. ➔ „3.5 Afronden van de montage“ De handzendercodering komt niet overeen met de ontvangercodering. • Handzender opnieuw activeren. ➔ „4.5 Snelprogrammering“ Batterij van handzender is leeg. • Nieuwe batterij plaatsen. ➔ „5.2 Handzender“ Draadloos gebruik gedeactiveerd (symbool „Externe schakelaar“ knippert). • Door het bedienen van de toets + (OPEN) of – (DICHT) bij de aandrijving draadloos weer activeren. Handzender of besturingselektronica of moduleontvanger defect. • Alle 3 componenten laten controleren. Storingen met storingsmelding De installatie geeft herkende storingen aan met een foutnummer (bijvoorbeeld foutnummer 7). De besturing schakelt om naar de meldingsmodus. In de bedrijfsmodus kan door het drukken op de toets P het laatste foutnummer worden weergegeven. Foutnummer 7 Na 120 seconden zonder toetsbediening, zal de programmeermodus automatisch worden afgesloten. • Start de programmeerprocedure opnieuw. Foutnummer 9 Toerentalpulsen niet aanwezig, aandrijfsysteem geblokkeerd. • Aandrijfsysteem laten controleren. 32 Gebruiksaanwijzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) NL Storingen met storingsmelding Storingen met storingsmelding Foutnummer 10 Foutnummer 30 Deur loopt zwaar of deur blokkeert. • Deur gangbaar maken. Maximale aandrijfkracht te laag ingesteld. • Maximale aandrijfkracht door gekwalificeerd vakpersoneel met een hiervoor bedoelde krachtmeter laten controleren. ➔ „Niveau 2, Menu 1 - Benodigde aandrijfkracht OPEN“ ➔ „Niveau 2, Menu 1 - Benodigde aandrijfkracht OPEN“ Foutnummer 11 Looptijdbegrenzing. • Aandrijfsysteem laten controleren. Foutnummer 15 Fotocel onderbroken of defect. • Hindernis verwijderen of fotocel laten controleren. Fotocel geprogrammeerd, maar niet aangesloten. • Fotocel deactiveren of aansluiten. Foutnummer 16 Stroomsensor voor automatisch uitschakelen defect. • Motoraggregaat laten controleren. MS-bus fout. • Reset van de BUS-module uitvoeren. ➔ „Niveau 1, Menu 8 - RESET“ • Aangesloten BUS-modules laten controleren. Foutnummer 33 Overtemperatuur door oververhitting. • Aandrijfsysteem laten afkoelen. Foutnummer 35 Elektronica defect. • Aandrijfsysteem laten controleren. Foutnummer 36 Dit foutnummer kan ook door een aangesloten uitbreidingsmodule worden geactiveerd. Functie stop-toets geprogrammeerd, echter geen stop-toets aangesloten. • Stop-toets aansluiten. ➔ „3.4 Aansluiting“ • Is geen stop-toets aanwezig, „RESET veiligheidselementen“ of „RESET BUS-modules“ uitvoeren. ➔ „Niveau 1, Menu 8 - RESET“ Foutnummer 38 Foutnummer 26 Onderspanning. Aandrijfsysteem overbelast bij instelling van de aandrijfkrachtop niveau 16 (maximaal). • Externe voedingsspanning laten controleren. Foutnummer 28 Deur loopt zwaar, onregelmatig of deur blokkeert. • Loop van de deur controleren en deur gangbaar maken. Automatische uitschakeling te gevoelig ingesteld. • Automatische uitschakeling door een vakhandelaar laten controleren. ➔ „Niveau 2, Menu 3 - Automatische uitschakeling OPEN“ ➔ „Niveau 2, Menu 4 - Automatische uitschakeling DICHT“ Gebruiksaanwijzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) Forceerbeveiliging is geactiveerd. • Deur op inbraaksporen controleren. Foutnummer 44 8,2 kΩ houdcircuit van deurblad is geactiveerd. • Controleren of loopdeur correct is gesloten. Foutnummer 48 Deur loopt zwaar, onregelmatig of deur blokkeert. • Loop van de deur controleren en deur gangbaar maken. Instelling van deurpositie DICHT verkeerd. • Deurposities OPEN en DICHT controleren en indien nodig opnieuw instellen. • Deur controleren. 33 11. Bijlage 11.1 Produsenterklæring Installasjonserklæring jamfør maskindirektivet 2006/42/EF for installasjonen av en ufullstendig maskin i henhold til vedlegg II, del 1B Konformitetserklæring jamfør direktivet om elektromagnetisk kompatibilitet 2014/30/EU og RoHS 2011/65/EU + 2015/863/EU + 2017/2102/EU. Produsent: Marantec Antriebs und Steuerungstechnik GmbH & Co. KG Remser Brook 11, 33428 Marienfeld, Germany Herved erklærer vi at følgende listede produkt Produktbeskrivelse: Typebetegnelse: Revisiestand: Deuraandrijving Comfort 360, 370, 380 R01, R10 Følgende krav fra EU-direktiv 2006/42/EF overholdes: Generelle hovedprinsipper, nr. 1.1.2, 1.1.3, 1.1.5, 1.1.6, 1.2.1, 1.2.2, 1.2.3, 1.2.6, 1.3.1, 1.3.4, 1.3.7, 1.3.8, 1.3.9, 1.4.1, 1.4.3, 1.5.1, 1.5.4, 1.5.6, 1.5.8, 1.5.14, 1.7 Videre erklærer vi at den spesielle dokumentasjonen for denne ufullstendige maskinen er opprettet i henhold til vedlegg VII del B, og vi forplikter oss til å sende denne elektronisk til enkeltstatlige organer etter begrunnet krav. Fullmektig for sammensetting av teknisk dokumentasjon: Marantec Antriebs- und Steuerungstechnik GmbH & Co. KG, Remser Brook 11 · 33428 Marienfeld · Germany Tel. +49 (5247) 705-0 Ufullstendige maskiner jamfør EU-direktivet 2006/42/EF er kun til installasjon i eller kobling med andre maskiner eller andre ufullstendige maskiner eller anlegg, slik at disse sammen danner en maskin i betydningen av ovennevnte direktiv og forskrifter. Derfor kan dette produktet først brukes når det konstateres at den komplette maskinen / anlegget, som dette er installert i, samsvarer med bestemmelsene i ovennevnte EU-direktiv. Ved endring på produktet som ikke er avklart med oss, mister denne erklæringen sin gyldighet. som ufullstendig maskin kun skal installeres i et portsystem, og er utviklet, konstruert og produsert i samsvar med følgende retningslinjer: – – – Maskindirektivet 2006/42/EF Direktivet om elektromagnetisk kompatibilitet 2014/30/EU RoHs direktiv 2011/65/EU + 2015/863/EU + 2017/2102/EU  Marienfeld, 16-07-2020  M. Hörmann Directie Utover dette oppfylles kravene til lavspenningsdirektivet 2014/35/ EU jamfør vedlegg I del 1.5.1 i maskindirektivet 2006/42/EF. Brukte og relaterte normer: – – – – – – – 34 EN 12453 Porter - Sikkerhet ved bruk for maskindrevne porter: Krav og testmetoder EN 12604 Porter - Mekaniske aspekter: Krav og testmetoder EN ISO 13849-1, PL „c“, cat. 2 Veiligheid van machines - Veiligheidsgerelateerde delen van besturingssystemen - Deel 1: Algemene beginselen voor het ontwerp EN 60335-1 Sikkerhet av elektriske apparater for bruk i hjemmet og lignende formål - del 1: Generelle krav EN 60335-2-95 Huishoudelijke en soortgelijke elektrische toestellen - Veiligheid – Deel 2-95: Bijzondere eisen voor aandrijfmechanismen voor verticaal bewegende deuren voor woonhuizen EN 61000-6-2 Elektromagnetisk kompatibilitet (EMC) — del 6-2: Generisk norm – Immunitet for industrimiljø EN 61000-6-3 Elektromagnetisk kompatibilitet (EMC) — del 6-3: Generisk norm — Emisjonsnorm for boliger, handels- og lette industri-miljøer 11.2 Radiografische conformiteit Hierbij verklaart Marantec Antriebs- und Steuerungstechnik GmbH & Co KG, dat het type radiografische installatie voldoet aan Richtlijn 2014/53/EU. 1. Digital 168, Digital 179, Digital 921, Digital 941, Digital 991 2. Digital 382, Digital 384, Digital 392, Digital 564, Digital 572, Digital 663 De volledige tekst van de EU-conformiteitsverklaring is beschikbaar op het volgende internetadres: marantec.group/conformity Gebruiksaanwijzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) NL Gebruiksaanwijzing, Comfort 360, 370, 380 (#101275 – NL) 35 Typeplaatje motor Model (A) ______________________________________________________________________________________________ Productiemaand / -jaar (B) ______________________________________________________________________________________________ Art. nr. Product (C) ______________________________________________________________________________________________ Revisie. (D) ______________________________________________________________________________________________ Art. nr. Verkoopproduct (E) ______________________________________________________________________________________________ Serienummer (F) ______________________________________________________________________________________________ A Remser Brook 11 DE - 33428 Marienfeld B / C D E F 1 - NL 360350 - M - 0.5 - 1111 MADE IN GERMANY
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

Marantec Comfort 380 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor