Documenttranscriptie
3-080-892-42(1)
Digital Still Camera
Istruzioni per l’uso
IT
Prima di usare l’apparecchio, leggere attentamente questo manuale e
conservarlo per riferimenti futuri.
Gebruiksaanwijzing
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door alvorens u het toestel gaat
bedienen. Bewaar de gebruiksaanwijzing zodat u deze later nog kunt
raadplegen.
DSC-P8/P10/P12
© 2003 Sony Corporation
NL
Nederlands
WAARSCHUWING
Om het gevaar van brand of
elektrische schokken te voorkomen,
mag het apparaat niet worden
blootgesteld aan regen of vocht.
Om elektrische schokken te
vermijden, mag de behuizing niet
worden geopend. Laat reparaties
uitsluitend door vakkundig
personeel uitvoeren.
Voor klanten in Nederland
Dit apparaat bevat een vast ingebouwde batterij
die niet vervangen hoeft te worden tijdens de
levensduur van het apparaat.
Raadpleeg uw leverancier indien de batterij toch
vervangen moet worden. De batterij mag alleen
vervangen worden door vakbekwaam
servicepersoneel.
Lever het apparaat aan het einde van de
levensduur in voor recycling, de batterij zal dan
op correcte wijze verwerkt worden.
2
Dit product is getest volgens de EMC-richtlijn
voor het gebruik van aansluitkabels korter dan 3
meter en voldoet aan de hierin gestelde
voorwaarden.
Let op
Een elektromagnetisch veld van de opgegeven
frequenties kan het beeld en geluid van deze
camera beïnvloeden.
Opmerking
Als door statische elektriciteit of
elektromagnetisme de gegevensoverdracht wordt
onderbroken (of mis gaat), start u het
applicatieprogramma dan opnieuw, of maak de
USB-kabel even los en sluit deze dan weer aan.
Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als
klein chemisch afval (KCA).
NL
Informatie voor kopers in
Europa
Alvorens u de camera gaat gebruiken
Proefopname
Voordat u een uniek evenement gaat filmen, is het
verstandig om eerst een proefopname te maken,
dit om ervan verzekerd te zijn dat de camera naar
behoren werkt.
Geen schadevergoeding voor
mislukte opnamen
Voor mislukte opnamen door een gebrekkige
werking van uw camera of opnameapparatuur,
enz. kan geen schadevergoeding worden geëist.
Reservekopieën
Om gegevensverlies te voorkomen, zorgt u dat u
altijd een reservekopie op diskette maakt.
Betreffende de uitwisseling van
beeldgegevens
Niet met de camera schudden of er
tegenaan stoten
• Deze camera voldoet aan de "Design rule for
Camera File system", de universele normen van
de JEITA (Japan Electronics and Information
Technology Industries Association).
• Er worden geen garanties gegeven dat beelden
welke met deze camera zijn opgenomen kunnen
worden weergegeven op andere apparatuur, of
dat beelden die met andere apparatuur zijn
opgenomen of gemonteerd, kunnen worden
weergegeven op deze camera.
Indien u de camera schudt of er tegenaan stoot,
kan dit leiden tot defecten, mislukte opnamen,
incompatibiliteit met "Memory Stick" of
aantasting, beschadiging of verlies van
beeldgegevens en geheugeninhoud.
Auteursrechten
Televisieprogramma’s, films, videobanden en
ander materiaal kunnen beschermd zijn met
auteursrechten. Het zonder toestemming
opnemen van dergelijk materiaal kan in strijd zijn
met de wetten op de auteursrechten.
LCD-scherm, LCD-zoeker (alleen
modellen met een zoeker) en lens
• Het LCD-scherm en de LCD-zoeker zijn
vervaardigd met behulp van precisietechnologie
waardoor meer dan 99,99% van de pixels
operationeel is. Soms kunnen er op het LCDscherm en in de LCD-zoeker echter kleine
zwarte en/of heldere puntjes (wit, rood, blauw
of groen) permanent zichtbaar zijn. Dit is
normaal en heeft geen enkele invloed op het
opgenomen beeld.
• Wees voorzichtig wanneer u de camera bij een
venster of buiten neerzet. Indien het LCDscherm, de zoeker of de lens langdurig wordt
blootgesteld aan direct zonlicht, kan dit tot
defecten leiden.
• Druk niet hard op het LCD-scherm. Het scherm
kan ongelijkmatig zijn en daardoor een storing
veroorzaken.
• In een koude omgeving kunnen de beelden op
het LCD-scherm naspoor vertonen. Dit is
normaal.
NL
NL
3
De elektrische zoomlens
Laat de camera niet nat worden.
Deze camera is uitgerust met een elektrische
zoomlens. Wees voorzichtig dat u niet tegen de
lens stoot en er geen kracht op uitoefent.
Bij het maken van opnamen in de regen of
soortgelijke omstandigheden moet u erop letten
dat de camera niet nat wordt. Wanneer er
condensvorming optreedt, zie dan blz. 112 en
volg de aanwijzingen voor het verwijderen van de
condens alvorens u de camera gaat gebruiken.
Maak het venster van de flitser
schoon voor deze te gebruiken.
De hitte die vrijkomt bij het afgaan van de flitser
kan eventueel vuil op het venster van de flitser
doen verbranden of vastbakken waardoor
onvoldoende licht het voorwerp bereikt.
Opmerkingen betreffende de
gebruikslocatie van de camera
Stel de camera niet bloot aan zand of
stof.
• Gebruik de camera niet in de buurt van een
plaats waar sterke radiogolven worden
gegenereerd of straling wordt uitgestraald. Het
is mogelijk dat de camera dan niet goed kan
opnemen of weergeven.
• Gebruik de camera niet in de buurt van een tvtoestel, radio, tuner, enz. Hierdoor kan ruis in
de camera worden veroorzaakt.
Als u de camera in zanderige of stoffige plaatsen
gebruikt, kunnen storingen optreden.
Afbeeldingen
Richt de camera niet naar de zon of
ander fel licht.
Dit kan leiden tot onherstelbare beschadiging van
uw ogen. Of het kan een storing van de camera
veroorzaken.
De afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing
betreffen steeds de DSC-P8 tenzij anders is
aangegeven.
De beelden in deze
gebruiksaanwijzing
De foto’s die in deze gebruiksaanwijzing gebruikt
worden als voorbeelden, zijn gereproduceerde
beelden die niet daadwerkelijk met deze camera
zijn opgenomen.
NL
4
Handelsmerken
• "Memory Stick",
en "MagicGate
Memory Stick" zijn handelsmerken van Sony
Corporation.
• "Memory Stick Duo" en
zijn handelsmerken van Sony Corporation.
• "Memory Stick PRO" en
zijn handelsmerken van Sony Corporation.
• "MagicGate" en
zijn
handelsmerken van Sony Corporation.
• "InfoLITHIUM" is een handelsmerk van Sony
Corporation.
• Microsoft en Windows zijn wettig
gedeponeerde handelsmerken van U.S.
Microsoft Corporation in de Verenigde Staten
en andere landen.
• Macintosh, Mac OS, QuickTime, iBook en
Power Mac zijn handelsmerken van Apple
Computer, Inc.
• Pentium is een handelsmerk of wettig
gedeponeerd handelsmerk van Intel
Corporation.
• Alle andere in deze gebruiksaanwijzing
vermelde systeem- en productnamen zijn in het
algemeen handelsmerken of wettig
gedeponeerde handelsmerken van de
betreffende ontwikkelaars of fabrikanten.
Verder zijn in deze gebruiksaanwijzing de
aanduidingen ™ en ® in alle voorkomende
gevallen weggelaten.
NL
5
Inhoud
Alvorens u de camera gaat gebruiken....... 3
Onderdelen ............................................... 8
Voorbereidingen
Opladen van de accu ............................... 10
Gebruik van een externe stroombron...... 14
Gebruik van de camera in het
buitenland ....................................... 14
In- en uitschakelen van de camera .......... 15
Gebruik van de regelknop....................... 15
De datum en tijd instellen ....................... 16
Opnemen van stilstaande
beelden
NL
6
Plaatsen en verwijderen van een
"Memory Stick".............................. 18
Instellen van het formaat van stilstaand
beeld ............................................... 19
Beeldformaat en -kwaliteit...................... 20
Basisopname van stilstaande beelden
(met automatische regeling) ........... 22
Controleren van het laatst opgenomen
beeld — Quick Review .................. 24
Gebruik van de zoomfunctie............... 25
Opnemen van close-ups — Macro ..... 26
Gebruik van de zelfontspanner ........... 27
Een flitsmodus kiezen......................... 27
Beelden opnemen met de zoeker ........ 30
De datum en tijd opnemen op een
stilstaand beeld ............................... 31
Bekijken van stilstaande
beelden
Beelden bekijken op het LCD-scherm van
uw camera ...................................... 32
Beelden bekijken op een TV-scherm ..... 34
Stilstaande beelden wissen
Beelden wissen ....................................... 36
Formatteren van een "Memory Stick" .... 39
Voorafgaand aan
geavanceerde bedieningen
Aanwijzingen voor instelling en bediening
van uw camera ............................... 41
De menu-instellingen wijzigen .......... 41
De onderdelen van het SET UP-scherm
wijzigen.......................................... 41
Kwaliteit van het stilstaand beeld
kiezen ............................................. 42
Een map aanmaken of kiezen ................. 42
Een nieuwe map aanmaken ................ 43
De opnamemap veranderen................ 43
Geavanceerd opnemen van
stilstaande beelden
Een automatische scherpstellings-methode
kiezen ............................................. 44
Een scherpstelbereik-zoekerkader
kiezen — AF-bereikzoeker ............ 44
Een scherpstellingsmethode kiezen
— AF-functie..................................45
De afstand tot het onderwerp instellen
— Scherpstelling vooraf.................47
Belichting regelen
— EV-afstelling..............................47
Een histogram afbeelden.....................49
Kiezen van de lichtmeetfunctie...............50
Drie beelden opnemen met elk een andere
belichtingswaarde
— Belichtingscategorie
(alleen DSC-P10/P12) ....................50
Kleurtinten afstellen
— Kleurbalans................................52
Het flitserniveau instellen
— Flitserniveau ..............................53
Opnemen van meerdere frames
— Clip Motion ...............................53
Opnemen in de Multi Burst-modus
— Multi Burst.................................55
Drie of twee beelden achter elkaar opnemen
— Burst 3 (DSC-P10/P12)/
Burst 2 (DSC-P8) ...........................56
Stilstaande beelden voor e-mail opnemen
— E-Mail........................................56
Stilstaande beelden opnemen met
audiobestanden — Voice................57
Opnemen in overeenstemming met de
situatie — Scènekeuze....................58
Speciale effecten toevoegen
— Beeldeffect.................................60
Geavanceerd bekijken van
stilstaande beelden
Een map kiezen en beelden weergeven
— Map ............................................61
Een deel van een stilstaand beeld
vergroten .........................................62
Een beeld vergroten
— Weergavezoom ..........................62
Een vergroot beeld vastleggen
— Trimmen ....................................63
Weergave van opeenvolgende beelden
— Diavoorstelling ..........................63
Stilstaande beelden roteren
— Roteren.......................................64
Beelden opgenomen in de Multi Burst
functie weergeven...........................65
Continu weergeven .............................65
Frame-voor-frame weergeven
— Jog-weergave .............................66
Stilstaande beelden monteren
Beelden beveiligen
— Beveiliging ................................ 67
Beeldformaat veranderen
— Formaat veranderen................... 69
Een afdrukmarkering aanbrengen op
beelden
— Afdrukmarkering (DPOF) ......... 69
Bewegende beelden bekijken
Opnemen van bewegende beelden.......... 72
Bewegende beelden bekijken op het
LCD-scherm ................................... 73
Bewegende beelden wissen .................... 74
Bewegende beelden bewerken................ 75
Knippen van bewegende beelden ....... 76
Wissen van overbodige gedeelten van
bewegende beelden ........................ 77
Verhelpen van storingen
Verhelpen van storingen..........................91
Waarschuwingen en meldingen ............100
Zelfdiagnosefunctie ...............................102
Aanvullende informatie
Aantal beelden dat kan worden opgeslagen
of opnameduur ..............................103
Menuonderdelen....................................105
SET UP-onderdelen...............................110
Voorzorgsmaatregelen ..........................112
Over "Memory Stick"............................113
Betreffende de "InfoLITHIUM" accu ...115
Technische gegevens.............................116
Het LCD-scherm ...................................118
Index
Index......................................................121
Bekijken van de beelden op
uw computer
Beelden kopiëren naar uw computer
— Voor gebruikers van
Windows ........................................ 78
Beelden kopiëren naar uw computer
— Voor gebruikers van
Macintosh ....................................... 88
Een video-CD maken.............................. 90
NL
7
Onderdelen
Nadere bijzonderheden over de bediening vindt u op de tussen haakjes vermelde bladzijden.
1
7
2
8
3
9
Vastmaken van de
riem
4
5
0
6
qa
A
B
C
D
E
F
G
H
I
NL
8
POWER-toets (15)
POWER-lampje (15)
Sluiterknop (22)
Oog voor polsriem
Flitser (27)
Luidspreker (onderkant)
Microfoon
Zoekervenster
Zelfontspannerlampje (27)/
AF-illuminator (29, 110)
J Lens
K Schroefgang voor statief
(onderkant)
• Gebruik een statief met een schroeflengte van
minder dan 5,5 mm. Bij gebruik van langere
schroeven kan de camera niet stevig aan het
statief worden bevestigd en kan de camera
beschadigd raken.
• Tijdens het opnemen mag u de microfoon niet
aanraken.
• De "3.2 MEGA PIXELS" (3,2 miljoen
beeldpunten) op de DSC-P8 geeft het aantal
effectieve beeldpunten aan. Het aantal
daadwerkelijk opgenomen beeldpunten is
maximaal 3,1 miljoen beeldpunten. Dat aantal
wordt bepaald volgens de aanbevelingen van de
JCIA (Japan Camera Industry Association).
1
9
2
0
3
qa
4
qs
5
qd
6
qf
7
qg
8
qh
A Regelknop
(Menu aan) (v/V/b/B/z) (15)/
(Menu uit) ( / /7/ ) (27, 27, 24,
26)
B
(Display/LCD aan/uit) toets
(30)
C Zoeker (30)
Zelfontspanner- (27)/
opnamelampje (rood)
(23)
AE/AF-vergrendel/CHG
lampje (groen) (22)
/CHG-lampje (oranje)
(11, 27)
D
E
F
G
LCD-scherm
MENU-toets (41, 105)
DC IN-aansluiting (10, 14)
A/V OUT (MONO)-aansluitbus
(34)
H
(Beeldformaat/Wis) toets
(19, 36)
I Modusdraaiknop (16, 23)
: Voor het opnemen van
stilstaande beelden in de
automatische
regelingsfunctie
: Voor het opnemen van
stilstaande beelden in de
geprogrammeerde functie
SCN: Voor het opnemen in de
scènekeuzemodus
SET UP: Voor het instellen van
de SET UP-onderdelen
: Voor het opnemen van
bewegende beelden, Clip
Motion-beelden of Multi
Burst-beelden
: Voor het bekijken of
monteren van beelden
J Zoomtoets (voor het opnemen)
(25)/
Indextoets (voor het bekijken)
(33)
K Batterij/"Memory Stick"-deksel
L RESET-toets (91)
M Toegangslampje (18)
N Batterij-uitwerphendell (10)
O Busbeschermdeksel
P
(USB)-aansluitbus (82)
NL
9
Voorbereidingen
Opladen van de accu
Busbeschermdeksel
Gelijkstroomstekker
1
, Open het batterij/"Memory
Stick"-deksel.
Schuif het deksel in de richting van het
pijltje.
• Schakel uw camera uit wanneer u de
batterij oplaadt (blz. 15).
• Uw camera werkt op een "InfoLITHIUM" NPFC11 accu (C-type) (bijgeleverd). U kunt alleen
een C-type accu gebruiken (blz. 115).
2
Batterij-uitwerphendel
, Installeer de batterij en sluit
daarna het batterij/"Memory
Stick"-deksel.
Plaats de accu met de aanduiding B in de
richting van de batterijhouder, zoals op de
afbeelding is aangegeven.
Controleer dat de accu helemaal erin is
geplaatst en sluit daarna het deksel.
• De accu kan gemakkelijk geplaatst worden
door de accu-uitwerphendel aan de voorkant
van het accuvak omlaag te duwen.
NL
10
Netspanningsadapter
3
, Open het deksel van de
busbescherming en sluit de
AC-LS5 netspanningsadapter
(bijgeleverd) aan op de DC INaansluiting van de camera.
Open het deksel in de richting van de pijl,
zoals hierboven is aangegeven. Sluit de
kabel aan, met de aanduiding v naar boven.
• Sluit de gelijkstroomstekker van de
netspanningsadapter niet kort met een metalen
voorwerp omdat hierdoor een storing kan
ontstaan.
• Maak de gelijkstroomstekker van de
netspanningsadapter schoon met een droog
wattenstaafje. Gebruik de netspanningsadapter
niet met een vuile stekker. Als u de
netspanningsadapter met een vuile stekker
gebruikt, is het mogelijk dat de accu niet goed
wordt geladen.
De accu verwijderen
2 Naar het stopcontact
Batterij-restladingsindicatie
60min
3.1M
101
4
S AF
1
4
Voorbereidingen
De batterij-restladingsindicatie op het LCDscherm geeft aan hoeveel tijd er nog beschikbaar
is voor opnemen of bekijken.
Netsnoer
, Sluit het netsnoer
(elektriciteitssnoer) aan op de
netspanningsadapter en
vervolgens op een stopcontact
in de muur.
Het /CHG-lampje (oranje) gaat branden
wanneer het opladen begint, en dooft
wanneer het opladen is voltooid.
Batterij-uitwerphendel
Open het batterij/"Memory Stick"-deksel.
Schuif de batterij-uitwerphendel in de
richting van het pijltje en verwijder de
batterij.
• Pas op dat u de accu niet laat vallen wanneer u
deze verwijdert.
• Het zwarte gedeelte van de batterijrestladingsindicatie in de bovenstaande
afbeelding, geeft de werkelijk resterende tijd
aan.
• Wanneer u het LCD-scherm aan-/uitschakelt,
duurt het ongeveer een minuut voordat de juiste
resterende accutijd wordt aangegeven.
• In bepaalde gevallen is de kans aanwezig dat de
resterende tijd niet correct wordt weergegeven.
Oplaadtijd
/CHG
/CHG-lampje
Tijd (bij benadering) nodig om een volledig
ontladen accu op te laden met behulp van de ACLS5 netspanningsadapter bij een temperatuur van
25°C.
Accu
• Nadat u de accu hebt opgeladen, trekt u de
gelijkstroomstekker uit de DC IN-aansluiting
van de camera.
Oplaadtijd (min.)
NP-FC11 (bijgeleverd) circa 150
NL
11
Aantal beelden dat kan worden
opgenomen/weergegeven en
levensduur van de accu
De tabel geeft bij benadering het aantal
beelden en de levensduur van de accu aan
dat kan worden opgenomen/weergegeven
wanneer u beelden opneemt in de normale
functie met een volledig opgeladen accu bij
een temperatuur van 25°C. Het aantal
beelden dat kan worden opgenomen of
weergegeven maken het mogelijk de
bijgeleverde "Memory Stick" te wisselen,
indien noodzakelijk. De werkelijke
aantallen kunnen lager zijn al naar gelang
de omstandigheden.
Opnemen van stilstaande
beelden
Normaal opnemen1)
NP-FC11 (bijgeleverd)
NP-FC11 (bijgeleverd)
BeeldAantal
formaat LCDscherm beelden
Levensduur
van batterij
(min.)
DSC-P10/P12
5.0M
VGA
Aan
circa 180
circa 90
Uit
circa 240
circa 120
Aan
circa 180
circa 90
Uit
circa 240
circa 120
DSC-P8
3.1M
VGA
Aan
circa 200
circa 100
Uit
circa 250
circa 125
Aan
circa 200
circa 100
Uit
circa 250
circa 125
1) Opnemen in de volgende situaties:
– [P. Quality] staat op [Fine]
– U neemt iedere 30 seconden eenmaal op
– De zoom schakelt beurtelings om tussen de
uiterste W- en T-kant
– De flitser gaat iedere twee keer eenmaal af
– De stroom gaat iedere 10 keer eenmaal aan
en uit.
NL
12
Bekijken van stilstaande
beelden2)
Beeldformaat Aantal
beelden
Levensduur
van batterij
(min.)
DSC-P10/P12
5.0M
circa 3600
circa 180
VGA
circa 3600
circa 180
3.1M
circa 3850
circa 190
VGA
circa 3850
circa 190
DSC-P8
2) Weergeven van enkelvoudige beelden op
volgorde met tussenpozen van drie seconden
Opnemen van bewegende
beelden3)
NP-FC11 (bijgeleverd)
LCDLCDscherm aan scherm uit
DSC-P10/P12 circa 90
circa 135
DSC-P8
circa 145
circa 100
3) Continu opnemen op 160 (Mail)
beeldformaat
De Power Save functie
Wanneer de Power Save functie in werking
is, kunt u langer opnemen.
Zet de modusdraaiknop op SET UP, en zet
[Power Save] in 1 (Setup 1) op [On]. De
fabrieksinstelling is [Off] (blz. 111).
• [Power Save] wordt alleen afgebeeld wanneer u
de camera van stroom voorziet door middel van
de accu.
Voorbereidingen
• Het aantal beelden dat kan worden opgenomen/
weergegeven en de levensduur van de accu
worden versneld lager/korter onder de volgende
omstandigheden:
– Wanneer de omgevingstemperatuur laag is
– Wanneer de flitser wordt gebruikt
– Als de camera is veelvuldig in- en
uitgeschakeld
– Als de zoom veelvuldig wordt gebruikt
– Wanneer [LCD Backlight] is ingesteld op
[Bright] in de SET UP instellingen
– Wanneer [Power Save] is ingesteld op [Off]
in de SET UP instellingen
– Als de batterij zwak is
Het batterijvermogen wordt minder naarmate
u de batterij meer gebruikt en naarmate de
tijd verstrijkt (blz. 116)
– Wanneer [AF Mode] is ingesteld op
[Monitor] of [Cont] in de SET UP
instellingen
Wanneer [Power Save] op [On] staat
Tijdens het opladen van de flitser, knippert het
/CHG-lampje en gaat het LCD-scherm uit.
Nadat het opladen klaar is, gaat het
oplaadlampje uit en gaat het LCD-scherm aan.
NL
13
Gebruik van een externe stroombron
2 Naar het
stopcontact
Busbeschermdeksel
Gelijkstroomstekker
Netspanningsadapter
1
, Open het deksel van de
busbescherming en sluit de
AC-LS5 netspanningsadapter
(bijgeleverd) aan op de DC INaansluiting van de camera.
Sluit de kabel aan, met de aanduiding v
naar boven.
• Sluit de netspanningsadapter aan op een
gemakkelijk bereikbaar muurstopcontact in de
buurt. Indien er zich tijdens het gebruik van de
adapter een of ander probleem voordoet, trek
dan de stekker onmiddellijk uit het stopcontact.
NL
14
1
2
Netsnoer
, Sluit het netsnoer
(elektriciteitssnoer) aan op de
netspanningsadapter en
vervolgens op een stopcontact
in de muur.
• Nadat u klaar bent met het gebruik van de
netspanningsadapter, trekt u de
gelijkstroomstekker uit de DC-IN-aansluiting
van de camera.
• Het apparaat blijft op de stroombron
(netspanning) aangesloten zolang de stekker in
het stopcontact zit, ook indien het apparaat zelf
is uitgeschakeld.
Gebruik van de camera
in het buitenland
Spanningsbronnen
U kunt de camera gebruiken in ieder land en
in iedere regio met behulp van de
bijgeleverde netspanningsadapter zolang de
plaatselijke stroomvoorziening 100 V t/m
240 V wisselstroom en 50/60 Hz is. Als de
stekker van de adapter niet in het
stopcontact [b] past, moet u een in de
handel verkrijgbaar verloopstuk [a]
gebruiken.
AC-LS5
• Gebruik geen elektronische transformator
(reisadapter) omdat deze een defect kan
veroorzaken.
In- en uitschakelen van de camera
POWER
POWER-toets
, Druk op POWER.
Het POWER-lampje (groen) gaat branden
en de camera is nu ingeschakeld. Wanneer
u de camera voor het eerst inschakelt,
verschijnt het Clock Set-scherm (blz. 16).
Uitschakelen van de camera
Druk opnieuw op POWER. Het POWERlampje dooft en de camera is nu
uitgeschakeld.
Automatische
uitschakelingsfunctie
Als u de camera een tijdje* niet hebt
gebruikt tijdens het opnemen, weergeven of
instellen van SET UP, dan schakelt de
camera zichzelf automatisch uit om te
voorkomen dat de accu leeg raakt. De
automatische uitschakelingsfunctie werkt
alleen wanneer de camera op een accu
wordt bediend. In de volgende situaties zal
de camera echter niet automatisch worden
uitgeschakeld.
• Wanneer u bewegende beelden bekijkt
• Wanneer u een diavoorstelling weergeeft
• Wanneer er een stekker in de
(USB)aansluitbus of A/V OUT (MONO)aansluitbus zit.
* Wanneer [Power Save] op [On] staat: ongeveer
90 seconden
Wanneer [Power Save] op [Off] staat: ongeveer
drie minuten
0EV
0EV
WB
EV
WB
ISO
Voorbereidingen
POWER-lampje
Gebruik van de
regelknop
400
200
100
Auto
ISO
Om de huidige instellingen van de camera
te veranderen, roept u het menu of het SET
UP-scherm (blz. 41) op en gebruikt u de
regelknop om de veranderingen te maken.
Voor ieder onderdeel drukt u op v/V/b/B
om de gewenste waarde te kiezen, en drukt
u daarna op de middelste z of
b/B om de instelling vast te leggen.
• Verwijder de accu of de
netspanningsadapter niet terwijl het
lensgedeelte is uitgetrokken omdat
hierdoor een storing kan optreden.
• Indien u de camera inschakelt terwijl de
modusdraaiknop op
,
, SCN of
staat, beweegt het lensgedeelte. Raak het
lensgedeelte niet aan wanneer dit in werking is.
NL
15
De datum en tijd instellen
Modusdraaiknop
Clock Set
2003 / 1 / 1
Clock Set
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
POWER
12 : 00
2003 / 1 / 1
OK
AM
Cancel
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
12 : 00
OK
AM
Cancel
OK
OK
POWER-toets
2
1
, Zet de modusdraaiknop op
.
• U kunt deze bediening ook uitvoeren wanneer
, SCN,
of
de modusdraaiknop op
staat.
• Om de datum en tijd te veranderen, zet u de
modusdraaiknop op SET UP. Kies bij
1
(Setup 1) de optie [Clock Set] (blz. 41 en 111)
en volg de procedure vanaf stap 3.
, Druk op POWER om de camera
in te schakelen.
Het POWER-lampje (groen) gaat branden
en het Clock Set-scherm verschijnt op het
LCD-scherm.
3
, Kies de gewenste
datumweergave met v/V op de
regelknop en druk daarna op
z.
U hebt de keuze uit [Y/M/D] (jaar/maand/
dag), [M/D/Y] (maand/dag/jaar) en [D/M/
Y] (dag/maand/jaar).
• Indien de oplaadbare knopbatterij, die de
stroom levert voor het opslaan van de
tijdgegevens, ooit volledig is uitgeput
(blz. 113), zal opnieuw het Clock Set-scherm
verschijnen. Wanneer dit gebeurt, moet u de
datum en tijd opnieuw instellen door te
beginnen bij stap 3 hierboven.
NL
16
2003 / 1 / 1
Clock Set
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
12 : 00
2003 / 7 / 4
OK
AM
Cancel
OK
4
, Kies het onderdeel (jaar,
maand, dag, uur of minuut) dat
u wilt instellen met b/B op de
regelknop.
Het onderdeel dat u wilt instellen, wordt
aangegeven met v/V.
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
12 : 00
Clock Set
2003 / 7 / 4
OK
AM
Cancel
OK
5
, Stel de numerieke waarde in
met v/V op de regelknop en
druk daarna op z om de
ingestelde waarde te
bevestigen.
Nadat het cijfer is ingevoerd, gaat v/V naar
het volgende onderdeel. Herhaal deze stap
totdat alle rubrieken zijn ingesteld.
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
10 : 30
OK
AM
Cancel
OK
Voorbereidingen
Clock Set
6
, Kies [OK] met B op de
regelknop en druk daarna op
z.
De datum en tijd worden ingevoerd en de
klok begint te lopen.
• Om de instelling van de datum en tijd te
annuleren, kiest u [Cancel] met v/V/b/B op de
regelknop en daarna drukt u op z.
• Indien u bij stap 3 [D/M/Y] hebt gekozen,
wordt de tijd aangegeven volgens het 24urensysteem.
NL
17
Opnemen van stilstaande beelden
Plaatsen en verwijderen van een "Memory Stick"
Kant met
aansluitingen
1
, Open het batterij/"Memory
Stick"-deksel.
Schuif het deksel in de richting van het
pijltje.
• Voor verdere informatie over "Memory Stick",
zie blz. 113.
NL
18
2
Etiketzijde
, Breng de "Memory Stick" aan.
Steek een "Memory Stick" helemaal naar
binnen zoals aangegeven totdat deze
vastklikt.
• Duw de "Memory Stick" helemaal naar binnen
zodat deze stevig vastzit in de aansluiting. Als
de "Memory Stick" niet juist in de camera is
geplaatst, kan het onmogelijk zijn de beelden
op de "Memory Stick" op te nemen of weer te
geven.
3
Toegangslampje
, Sluit het batterij/"Memory
Stick"-deksel.
Verwijderen van een "Memory Stick"
Open het deksel van de batterijen/"Memory
Stick" en duw tegen de "Memory Stick"
zodat deze eruit springt.
• Wanneer het toegangslampje brandt,
neemt de camera op of leest deze een
beeld. In deze situatie mag u de
"Memory Stick" nooit verwijderen en
nooit het apparaat uitschakelen. De
gegevens kunnen beschadigd worden.
Instellen van het formaat van stilstaand beeld
DSC-P10/P12
Modusdraaiknop
, Zet de modusdraaiknop op
en schakel de camera in.
• U kunt deze bediening ook uitvoeren wanneer
de modusdraaiknop op
of SCN staat.
5.0M
4.5M(3:2)
3.1M
1.2M
VGA
3.1M
2.8M(3:2)
2.0M
1.2M
VGA
Image Size
Image Size
Image Size
Image Size
2
, Druk op
DSC-P8
3.1M
2.8M(3:2)
2.0M
1.2M
VGA
3
(Beeldformaat).
Het instelmenu Beeldformaat wordt
afgebeeld.
• Voor verdere informatie over het beeldformaat,
zie blz. 21.
, Kies het gewenste
beeldformaat met v/V op de
regelknop.
Het beeldformaat is nu ingesteld.
Nadat u klaar bent met het maken van
instellingen, drukt u op
(Beeldformaat) zodat het instelmenu
Beeldformaat van het LCD-scherm
verdwijnt.
Opnemen van stilstaande beelden
1
DSC-P10/P12
DSC-P8
5.0M
4.5M(3:2)
3.1M
1.2M
VGA
• Het hier gekozen beeldformaat blijft ook na het
uitschakelen van de camera bewaard.
NL
19
Beeldformaat en -kwaliteit
U kunt het beeldformaat (aantal
beeldpunten) en de beeldkwaliteit
(compressieverhouding) kiezen aan de hand
van het soort beelden dat u wilt opnemen.
Hoe groter het beeldformaat en hoe hoger
de beeldkwaliteit, hoe beter het beeld, maar
ook hoe groter de hoeveelheid benodigde
data om het beeld op te slaan. Dit betekent
dat u minder beelden kunt opslaan op de
"Memory Stick".
Kies een beeldformaat en
beeldkwaliteitsniveau toepasselijk voor het
soort beelden dat u wilt opnemen.
Het formaat van de beelden kunt u later
veranderen (nadere bijzonderheden over de
functie voor het veranderen van het
beeldformaat vindt u op blz. 69).
U kunt het beeldformaat kiezen uit vijf keuzemogelijkheden in de volgende tabel. Het
beeldformaat in de hiernaast aangegeven tabel is de minimuminstelling voor het gegeven
voorbeeld. Wanneer u de beeldkwaliteit wilt verbeteren, kiest u een groter beeldformaat.
Beeldformaat
2592×1944
Zeer fijne afdrukken
4.5M(3:2)1)
(DSC-P10/P12)
2592 (3:2)
Voor 3:2 afdrukken1)
3.1M
2048×1536
Voor afdrukken van A4-formaat beelden
2048 (3:2)
Voor 3:2 afdrukken1)
2.0M
(DSC-P8)
1632×1224
Voor afdrukken van A5-formaat beelden
1.2M
1280×960
Voor afdrukken van briefkaart-formaat
beelden
VGA
640×480
Maken van een home page
2.8M(3:2)
(DSC-P8)
1)
NL
20
Voorbeelden
5.0M
(DSC-P10/P12)
1)
Deze keuzemogelijkheid neemt beelden op in een horizontaal/verticaal-verhouding van 3:2 in
overeenstemming met het formaat van het gebruikte afdrukpapier.
Het aantal beelden dat op een "Memory Stick" bewaard kan
worden 2)
Capaciteit
16MB
32MB
64MB
128MB
5.0M
(DSC-P10/P12)
6
(11)
12
(23)
25
(48)
51
(96)
92
(174)
188
(354)
384
(723)
4.5M(3:2)
(DSC-P10/P12)
6
(11)
12
(23)
25
(48)
51
(96)
92
(174)
188
(354)
384
(723)
3.1M
10
(18)
20
(37)
41
(74)
82
(149)
148
(264)
302
(537)
617
(1097)
2.8M(3:2)
(DSC-P8)
10
(18)
20
(37)
41
(74)
82
(149)
148
(264)
302
(537)
617
(1097)
2.0M
(DSC-P8)
16
(30)
33
(61)
66
(123)
133
(246)
238
(446)
484
(907)
988
(1852)
1.2M
24
(46)
50
(93)
101
(187)
202
(376)
357
(649)
726
(1320)
1482
(2694)
VGA
97
(243)
196
(491)
394
(985)
790
(1975)
1428
(3571)
2904
(7261)
5928
(14821)
Beeldformaat
2)
3)
MSX-256 MSX-512 MSX-1G
Opnemen van stilstaande beelden
Het aantal beelden dat kan worden opgeslagen in de instelling Fine (Standard)3) wordt
hieronder aangegeven.
(Eenheden: aantal beelden)
• De "3.2 MEGA PIXELS" (3,2 miljoen
beeldpunten) op de DSC-P8 geeft het aantal
effectieve beeldpunten aan. Het aantal
daadwerkelijk opgenomen beeldpunten is
maximaal 3,1 miljoen beeldpunten.
• Wanneer beelden van het formaat 1600×1200
opgenomen met voorgaande Sony-modellen op
deze camera worden weergegeven, verschijnt
de indicatie "2.0M" op het LCD-scherm. In
deze gevallen is het werkelijke beeldformaat
echter 1.9M (1,9 miljoen beeldpunten).
• Wanneer de beelden op het LCD-scherm van de
camera worden bekeken, zijn ze allemaal even
groot.
• Het aantal beelden dat kan worden opgenomen
kan anders zijn dan hier aangegeven afhankelijk
van de opnameomstandigheden.
• Wanneer het aantal resterende beelden om op te
nemen hoger is dan 9999, verschijnt de
">9999" indicatie op het LCD-scherm.
Wanneer [REC Mode] op [Normal] staat
Het aantal beelden dat in andere modi bewaard kan worden, staat vermeld op blz. 103.
Voor verdere informatie over de beeldkwaliteitsfunctie, zie blz. 42.
NL
21
Basisopname van stilstaande beelden (met automatische regeling)
60min
Modusdraaiknop
VGA FINE 101
96
S AF
F2.8
30
1
, Zet de modusdraaiknop op
en schakel de camera in.
De naam van de map waarin het opgenomen
beeld wordt opgeslagen, wordt gedurende
ongeveer vijf seconden op het LCD-scherm
afgebeeld.
• De lensafdekking gaat open wanneer de camera
wordt ingeschakeld.
• Raak het lensgedeelte niet aan terwijl de
camera in gebruik is, bijvoorbeeld wanneer u
op POWER drukt om de camera in te schakelen
of wanneer de zoomfunctie werkt (blz. 25).
• Deze camera kan nieuwe mappen aanmaken en
mappen selecteren om in de "Memory Stick"
(blz. 42) op te slaan.
NL
22
2
, Houd de camera stevig met
beide handen vast en
positioneer het onderwerp in
het midden van het
scherpstelframe.
Bedek de lens, flitser of microfoon niet
(blz. 8) met uw vingers.
• De minimale scherpstelafstand tot een
onderwerp is als volgt:
DSC-P10/P12: Circa 50 cm (W)/60 cm (T) of
meer
DSC-P8: Circa 50 cm (W/T) of meer
Om onderwerpen op te nemen die zicht
dichterbij bevinden dan dit, gebruikt u de
macrofunctie (blz. 26).
3
AE/AF vergrendelingsindicatie
Knippert groen t Is
aan
, Houd de sluiterknop tot
halverwege ingedrukt.
De pieptoon klinkt, maar het beeld is nog
niet opgenomen. Wanneer de AE/AFvergrendelingsindicatie stopt met
knipperen en continu gaat branden, is de
camera gereed voor opname.
(Het LCD-scherm kan een fractie van een
seconde bevroren worden, afhankelijk van
het onderwerp.)
• Als u de sluiterknop loslaat, wordt het opnemen
geannuleerd.
• Als de camera geen pieptoon laat horen, is de
automatische scherpstelling niet voltooid. U
kunt verder gaan met opnemen, maar het beeld
is niet goed scherpgesteld (behalve in de
continu-AF-functie, blz. 45).
• Het frame aangegeven op het LCD-scherm laat
het instelbereik van de scherpstelling zien (AFbereikzoeker, blz. 44).
60min
VGA
101
95
S AF
Modusdraaiknop om
stilstaande beelden op te
nemen
4
, Druk de sluiterknop volledig in.
De sluiter maakt een geluid. Het beeld
wordt vastgelegd op de "Memory Stick".
Wanneer het opnamelampje (blz. 9) uit
gaat, kunt u het volgende beeld opnemen.
• Wanneer de camera van stroom wordt voorzien
met behulp van een accu en u de camera tijdens
het opnemen of weergeven gedurende een tijdje
niet bedient, schakelt de camera zichzelf
automatisch uit om te voorkomen dat de accu
leeg raakt (blz. 15).
(Automatische instelfunctie)
De scherpstelling, belichting en kleurbalans
worden automatisch ingesteld zodat u
gemakkelijk kunt opnemen. De
beeldkwaliteit wordt ingesteld op [Fine] en
het AF-bereikzoekerkader wordt ingesteld
op [Multi AF] (blz. 44).
(Geprogrammeerde functie)
U kunt de gewenste opname-instellingen
maken op de menu’s (blz. 44 en 105).
SCN (Scènekeuze)
U kunt de volgende functies kiezen
afhankelijk van de opnameomstandigheden
(blz. 58).
–
–
–
–
–
–
–
(Vuurwerkfunctie)
(Korte-sluitertijdfunctie)
(Strandfunctie)
(Sneeuwfunctie)
(Landschapsfunctie)
(Schemer-portretfunctie)
(Schemerfunctie)
Wanneer u probeert een onderwerp op te
nemen waarop moeilijk scherpgesteld kan
worden, gaat de AE/AFvergrendelingsindicatie langzaam
knipperen.
Onder de volgende omstandigheden bestaat
de kans dat de automatische scherpstelling
niet werkt. In dergelijke gevallen dient u de
sluiterknop los te laten, een nieuwe
compositie van het beeld te maken en de
scherpstelling opnieuw te regelen.
• Het onderwerp is te ver verwijderd van de
camera en te donker.
• Er is te weinig contrast tussen het
onderwerp en de achtergrond.
• Het onderwerp bevindt zich achter glas,
zoals een venster.
• Een snel bewegend onderwerp.
• Het onderwerp reflecteert of heeft een
glanzende afwerking, zoals een spiegel of
een lichtgevend lichaam.
• Een flitsend onderwerp.
• Een onderwerp met tegenlicht.
Opnemen van stilstaande beelden
Wanneer u met de camera stilstaande
beelden opneemt, kunt u kiezen uit de
volgende opnamemethoden:
Automatische scherpstelling
NL
23
Controleren van het laatst opgenomen beeld — Quick Review
Er zijn twee automatische
scherpstellingsfuncties: Het "AFbereikzoekerkader" dat de plaats(en)
waarop wordt scherpgesteld bepaalt aan de
hand van de plaats en grootte van het
onderwerp, en de "AF-functie" die
scherpstelt aan de hand van de AF-response
en het acculadingverbruik.
Zie blz. 44 voor verdere informatie.
60min
VGA
101
8/8
Review
101-0029
2003 7 4 10:30PM
RETURN
, Druk op b (7) op de regelknop.
Om terug te keren naar de normale
opnamemodus, drukt u zachtjes op de
sluiterknop of drukt u opnieuw op b (7).
Om het beeld op het scherm te
wissen
1 Druk op
(wissen).
2 Kies [Delete] met v op de regelknop en
druk daarna op z.
Het beeld wordt gewist.
NL
24
Gebruik van de zoomfunctie
W (groothoekopnamen)
60min
VGA
101
T (teleopnamen)
60min
96
x1.1
S AF
VGA
101
96
x5.0
S AF
Minimale scherpstelafstand tot het
onderwerp
DSC-P10/P12: Circa 50 cm (W)/60 cm (T)
vanaf het uiteinde van de lens
DSC-P8: Circa 50 cm (W/T) vanaf het
uiteinde van de lens
• Het lensgedeelte beweegt wanneer de
zoomfunctie in werking is. Raak het
lensgedeelte niet aan wanneer dit in werking is.
• De zoomfunctie kan niet gebruikt worden bij
het opnemen van bewegende beelden (blz. 72).
Digitale bewerkingen maken het mogelijk
dat u op het beeld inzoomt zonder
kwaliteitsverlies.
Wanneer de zoomfactor groter wordt dan
3×, wordt verder vergroten bewerkstelligt
met behulp van de slimme-zoomfunctie.
Wanneer de slimme-zoomfunctie niet nodig
is, stelt u [Smart Zoom] in op [Off] in de
SET UP instellingen (blz. 110).
Wanneer u op de zoomtoets drukt,
verschijnt de zoom-vergrotingsindicatie op
het LCD-scherm.
Zoom-vergrotingsindicatie
De T-kant van deze lijn geeft
aan in hoeverre de slimmezoomfunctie wordt gebruikt
x2.5
De maximale zoomvergroting hangt af van
het beeldformaat.
DSC-P10/P12
[3.1M]: 3.8×
[1.2M]: 6.1×
[VGA]: 12×
DSC-P8
[2.0M]: 3.8×
[1.2M]: 4.8×
[VGA]: 9.6×
Wanneer het beeldformaat [5.0M] of
[4.5M(3:2)] (DSC-P10/P12)/[3.1M] of
[2.8M(3:2)] (DSC-P8) is, werkt de
slimme-zoomfuctie niet.
• U kunt het beeld niet in de zoeker bevestigen
wanneer u de slimme-zoomfunctie gebruikt.
• Wanneer u de slimme-zoomfunctie gebruikt,
kan het beeld op het LCD-scherm er grof uit
zien. Dit verschijnsel heeft echter geen effect
op het opgenomen beeld.
• De AF-bereikzoeker wordt niet afgebeeld
tijdens het gebruik van de slimme-zoomfunctie.
Wanneer 9 (Focus) is ingesteld op [Multi AF]
of [Center AF], knippert
of
en krijgt
het onderwerp in het midden van het beeld
voorrang bij scherpstellen.
Opnemen van stilstaande beelden
, Druk op de zoomtoetsen om
het voor opname gewenste
beeldformaat te kiezen.
Slimme-zoomfunctie
NL
25
Opnemen van close-ups — Macro
60min
VGA
101
60min
96
VGA FINE 101
95
S AF
S AF
F2.8
30
1
De macro-opnamefunctie wordt gebruikt
bij het inzoomen op kleine onderwerpen,
zoals bloemen of insecten. U kunt beelden
van dichtbij opnemen tot aan de hieronder
aangegeven afstanden.
Wanneer de zoom helemaal naar de
W-kant is gebracht:
Circa 10 cm van het lensoppervlak
Wanneer de zoom helemaal naar de
T-kant is gebracht:
DSC-P10/P12: Circa 60 cm van het
lensoppervlak
DSC-P8: Circa 50 cm van het
lensoppervlak
NL
26
2
, Zet de modusdraaiknop op
en druk op B ( ) op de
regelknop.
, Zorg dat het onderwerp zich
midden in het frame bevindt en
neem het beeld op.
Op het LCD-scherm verschijnt
indicatie).
Terugkeren naar de normale
opnamemodus
Druk opnieuw op B ( ) op de regelknop.
De
indicatie verdwijnt van het LCDscherm.
(macro-
• Indien het menu nog wordt weergegeven, druk
dan eerst op MENU zodat het menu verdwijnt.
• U kunt deze bediening ook uitvoeren wanneer
de modusdraaiknop is ingesteld op
, SCN
(anders dan
(vuurwerkfunctie),
(landschapsfunctie) of
(schemerfunctie),
blz. 58), of
.
• Wanneer u de macrofunctie gebruikt, moet u
het LCD-scherm gebruiken bij het opnemen.
Als u de zoeker gebruikt, kan er een verschil
zitten tussen wat u ziet en wat u werkelijk
opneemt.
Gebruik van de zelfontspanner
60min
VGA
Een flitsmodus kiezen
101
60min
96
VGA
FINE
101
96
S AF
S AF
60min
VGA
101
96
S AF
F2.8
30
, Zet de modusdraaiknop op
en druk op V ( ) op de
regelknop.
De
indicatie (zelfontspanner-indicatie)
verschijnt op het scherm.
• Indien het menu nog wordt weergegeven, druk
dan eerst op MENU zodat het menu verdwijnt.
• U kunt deze bediening ook uitvoeren wanneer
de modusdraaiknop op
, SCN of
staat.
2
, Zorg dat het onderwerp zich
midden in het frame bevindt en
druk de sluiterknop helemaal
omlaag.
, Zet de modusdraaiknop op
en druk herhaald op v ( ) op
de regelknop om een
flitsmodus te kiezen.
Het zelfontspannerlampje (blz. 8) knippert
en een pieptoon klinkt nadat u op de
sluiterknop hebt gedrukt totdat de
zelfontspanner in werking treedt (ongeveer
10 seconden later).
Bij elke druk op v ( ) verandert de
indicatie als volgt.
Opnemen van stilstaande beelden
1
Om de zelfontspanner halverwege
de procedure uit te schakelen
Druk opnieuw op V ( ) op de regelknop.
De
indicatie verdwijnt van het LCDscherm.
• Indien u de sluiterknop indrukt terwijl u vóór
de camera staat, is de kans aanwezig dat de
scherpstelling en de belichting niet correct
worden geregeld.
NL
27
Geen indicatie (Automatisch): De
flitser gaat automatisch af wanneer u
beelden opneemt op een donkere plaats of
tegen een lichtbron in.
(Altijd flitsen): De flitser gaat altijd af,
ongeacht de helderheid van de omgeving.
SL (Langzame synchro): De flitser
gaat altijd af, ongeacht de helderheid van de
omgeving. In een donkere omgeving is de
sluitertijd lang zodat u de achtergrond die
buiten het bereik van de flitser ligt,
duidelijk kunt opnemen.
(Niet flitsen): De flitser gaat niet af.
• Indien het menu nog wordt weergegeven, druk
dan eerst op MENU zodat het menu verdwijnt.
• U kunt deze bediening ook uitvoeren wanneer
de modusdraaiknop op
of
(Clip
Motion) staat.
• Wanneer in de menu-instellingen [ISO] op
[Auto] staat, is de aanbevolen afstand voor het
opnemen met de flitser als volgt:
DSC-P10/P12: Circa 0,5 m tot 3,5 m (W)/0,6 m
tot 2,5 m (T)
DSC-P8: Circa 0,5 m tot 3,5 m (W) / 0,5 m tot
2,5 m (T)
• Bij de menu-instellingen (blz. 53) kunt u de
intensiteit van de flitser regelen met [Flash
Level]. (U kunt de helderheid van de flits niet
veranderen wanneer de modusdraaiknop op
staat.)
• Wanneer u de instelling SL (langzame
synchro) of
(niet flitsen) gebruikt, wordt de
sluitertijd langer op donkere plaatsen, zodat het
verstandig is een statief te gebruiken.
• Terwijl de flitser wordt opgeladen, knippert het
/CHG-lampje. Wanneer het laden is voltooid,
gaat het lampje uit.
• Deze instelling blijft ook na het uitschakelen
van de camera bewaard.
Opnemen van beelden met
tegenlicht
Als u in de automatische instelfunctie
opneemt met tegenlicht, zal de flitser
automatisch afgaan, zelfs als het onderwerp
voldoende belicht is (daglicht-synchro).
Voor het flitsen
Met flitsen
• Afhankelijk van de opnameomstandigheden is
het mogelijk dat met daglicht-synchro niet het
gewenste effect wordt verkregen.
• Wanneer u de flitser niet wilt gebruiken, stelt u
de flitserfunctie in op
(niet flitsen).
NL
28
Om bij het opnemen van
levende onderwerpen het rodeogeneffect te verminderen
De AF-illuminator levert vullicht om
gemakkelijker op een onderwerp in een
donkere omgeving te kunnen scherpstellen.
Stel [AF Illuminator] (blz. 110) in op
[Auto] in de SET UP instellingen. ON
verschijnt op het LCD-scherm en de AFilluminator zendt rood licht uit wanneer de
sluiterknop tot halverwege wordt ingedrukt
totdat het beeld is scherpgesteld.
VGA FINE 101
60min
96
S AF
ON
F2.8
30
m
• Afhankelijk van individuele verschillen, de
afstand tot het onderwerp, het niet opmerken
van de voorflitser door de gefotografeerde
persoon of andere omstandigheden, zal de
functie voor automatische vermindering van het
rode-ogeneffect niet altijd het gewenste
resultaat opleveren.
• Als de AF-illuminator het onderwerp niet
voldoende raakt of als het onderwerp
onvoldoende contrast heeft, kan niet worden
scherpgesteld. (Een afstand van maximaal 3,5
m (W) en 2,5 m (T) wordt aanbevolen.)
• De camera kan scherpstellen zolang de AFilluminator het onderwerp bereikt, zelfs als het
rode licht iets buiten het midden van het
onderwerp valt.
• Wanneer de afstand van de scherpstelling
vooraf is ingesteld (blz. 47), werkt de AFilluminator niet.
• Wanneer 9 (Focus) is ingesteld op [Multi AF]
of [Center AF], wordt de AF-bereikzoeker niet
afgebeeld.
of
knippert en het
onderwerp in het midden van het beeld krijgt
voorrang bij scherpstellen.
• De AF-illuminator werkt alleen wanneer SCN
is ingesteld op
(strandfunctie),
(sneeuwfunctie) of
(schemerportretfunctie) in de menu-instellingen (blz.
blz. 58).
• De AF-illuminator zendt zeer helder licht uit.
Ondanks dat er geen problemen met betrekking
tot de veiligheid zijn, wordt het afgeraden van
dichtbij rechtsreeks in het licht van de AFilluminator te kijken omdat u daarna gedurende
enkele minuten zwarte vlekken kunt blijven
zien, net zoals nadat u in het flitserlicht hebt
gekeken.
Opnemen van stilstaande beelden
Stel [Red Eye Reduction] in op [On] in de
SET UP instellingen (blz. 110). De
indicatie verschijnt op het LCD-scherm en
de flitser gaat alvast af voordat het opnemen
begint om het rode-ogeneffect te
verminderen.
Beelden opnemen met de AFilluminator
NL
29
Beelden opnemen met de zoeker
Histogram aan
Zoeker
60min
101
VGA
96
S AF
r
Indicaties uit
De zoeker is handig voor het geval u
acculading wilt besparen of wanneer het
moeilijk is het beeld te bepalen op het LCDscherm.
Bij elke druk op
, verandert de indicatie
in de hierna aangegeven volgorde.
r
LCD-scherm uit
r
Indicaties aan
60min
VGA
101
96
S AF
NL
30
• Het beeld op de zoeker geeft niet het werkelijk
opneembare bereik aan. Om het opneembare
bereik te bepalen gebruikt u het LCD-scherm.
• Een uitvoerige beschrijving van de indicaties
vindt u op blz. 118.
• Net als met de AE/AF-vergrendelingsindicatie
op het LCD-scherm, wanneer het AE/AFvergrendellampje van het zoekergedeelte stopt
met knipperen en aan blijft, kunt u beginnen
met het opnemen (blz. 22).
• Wanneer het LCD-scherm uit staat, werkt de
slimme-zoomfunctie niet (blz. 25).
• Wanneer het LCD-scherm uit staat, wordt de
AF-functie ingesteld op [Single] (blz. 45).
• Als u op (flitserfunctie)/
(zelfontspanner)/
(macro) drukt terwijl het
LCD-scherm uit staat, wordt het beeld
gedurende ongeveer twee seconden op het
scherm afgebeeld zodat u de instelling kunt
controleren of veranderen.
• Een uitvoerige beschrijving van de histogram
vindt u op blz. 49.
• Deze instelling blijft ook na het uitschakelen
van de camera bewaard.
De datum en tijd opnemen op een stilstaand beeld
Camera
1
2
Camera
MPEG Movie
Single
On
Off
Off
Auto
1
2
SELECT
1
, Zet de modusdraaiknop op
SET UP.
Het SET UP-scherm verschijnt.
• Wanneer opnamen worden gemaakt met de
datum en tijd erop geprojecteerd, kunnen de
datum en tijd later niet meer worden
verwijderd.
• De datum en tijd worden niet op het LCDscherm afgebeeld tijdens het opnemen, maar in
plaats daarvan verschijnt de
indicatie in de
linkerbovenhoek van het LCD-scherm. De
werkelijke datum en tijd worden alleen tijdens
het weergeven in rood afgebeeld.
• Op DSC-P10/P12 wordt het item
afgebeeld
als 1 en 2 (blz. 110).
Moving Image:
AF Mode:
Smart Zoom:
Date/Time:
Red Eye Reduction:
AF Illuminator:
Camera
Day&Time
Date
Off
1
2
OK
2
Moving Image:
AF Mode:
Smart Zoom:
Date/Time:
Red Eye Reduction:
AF Illuminator:
MPEG Movie
Single
On
Date
Off
Auto
PAGE SELECT
3
, Kies
(Camera1) (DSC-P10/
P12) of
(Camera) (DSC-P8)
met v op de regelknop en druk
daarna op B.
Kies [Date/Time] met v/V en
druk daarna op B.
1
• Indien u [Date] kiest, wordt de datum in de
volgorde die werd gekozen bij "De datum en
tijd instellen" (blz. 16) op het beeld
geprojecteerd.
, Kies de instelling van de datum
en tijd met v/V op de regelknop
en druk daarna op z.
Day & Time: Datum, uur en minuten
worden op het beeld geprojecteerd.
Date: Jaar, maand en dag worden op het
beeld geprojecteerd.
Off: Datum en tijd worden niet op het beeld
geprojecteerd.
Wanneer u klaar bent met instellen, zet u de
modusdraaiknop op
en maakt u de
opname.
Opnemen van stilstaande beelden
Moving Image:
AF Mode:
Smart Zoom:
Date/Time:
Red Eye Reduction:
AF Illuminator:
• U kunt deze bediening ook uitvoeren wanneer
de modusdraaiknop op
of SCN staat.
• Deze instelling blijft ook na het uitschakelen
van de camera bewaard.
NL
31
Bekijken van stilstaande beelden
Beelden bekijken op het LCD-scherm van
uw camera
Enkel scherm
(enkelbeeld)
60min
Index-scherm (met
negen beelden)
2003 7 4 10:30PM
VOLUME
SINGLE DISPLAY
De beelden die u met de camera hebt
opgenomen, kunt u bijna onmiddellijk
bekijken op het scherm. Voor het bekijken
van beelden hebt u de keuze uit de volgende
drie methoden.
Enkel scherm (enkelbeeld)
U kunt de beelden één voor één bekijken
waarbij elk beeld het gehele scherm vult.
Index-scherm (met negen beelden)
Op het scherm worden negen beelden
tegelijk weergegeven, met elk beeld op een
apart paneel.
NL
32
VGA
101
8/9
8/9
Aperture Value:
Shutter Speed:
Exposure Value:
ISO:
BACK/NEXT
60min
Index-scherm (met drie
beelden)
VGA
101
101-0008
Individuele beelden
bekijken
MOVE
101-0002
SINGLE DISPLAY
F2.8
1/30
0.0
100
101-0008
BACK/NEXT
2003 7 4 10:30PM
VOLUME
2003 7 4 10:30PM
BACK/NEXT
Index-scherm (met drie beelden)
Op het scherm worden drie beelden tegelijk
weergegeven, met elk beeld op een apart
paneel. Ook worden er diverse
beeldgegevens getoond.
• Voor verdere informatie over het bekijken van
bewegende beelden, leest u blz. 73.
• Een uitvoerige beschrijving van de indicaties
vindt u op blz. 120.
1
, Zet de modusdraaiknop op
en schakel de camera in.
Het laatst opgenomen beeld in de
geselecteerde opnamemap (blz. 61)
verschijnt op het scherm.
Een index-scherm (met negen of drie beelden) bekijken
60min
VGA
101
3/9
Aperture Value:
Shutter Speed:
Exposure Value:
ISO:
101-0003
BACK/NEXT
2003 7 4 10:30PM
VOLUME
101-0002
SINGLE DISPLAY
MOVE
SINGLE DISPLAY
F2.8
1/30
0.0
100
2003 7 4 10:30PM
BACK/NEXT
, Kies het gewenste stilstaande
beeld met b/B op de
regelknop.
b : Om het vorige beeld te tonen
B : Om het volgende beeld te tonen
, Druk eenmaal op de W-zoom
(index)-toets.
, Druk nogmaals op de W-zoom
(index)-toets.
Op het LCD-scherm verschijnt nu het
index-scherm (met negen beelden).
Op het LCD-scherm verschijnt nu het
index-scherm (met drie beelden).
Druk op v/V op de regelknop om de
overige beeldgegevens te laten verschijnen.
Om het volgende (vorige) indexscherm weer te geven
Druk op v/V/b/B op de regelknop om het
gele frame omhoog/omlaag/naar links/naar
rechts te verplaatsen.
Bekijken van stilstaande beelden
2
Om het volgende (vorige) indexscherm weer te geven
Druk op b/B op de regelknop.
Om terug te keren naar het
enkelbeeld-scherm
Druk herhaald op de T-zoomtoets, of druk
op z op de regelknop.
NL
33
Beelden bekijken op een TV-scherm
VGA
101
A/V OUT
(MONO)aansluitbus
1
101-0002
BACK/NEXT
A/V-verbindingskabel
(bijgeleverd)
, Sluit de bijgeleverde A/Vverbindingskabel aan op de
A/V OUT (MONO)-aansluitbus
van de camera en op de audio/
video-ingangsbussen van de
TV.
Als uw TV is uitgerust met stereoingangsaansluitbussen, sluit u de
audiostekker (zwart) van de audio/videoaansluitkabel aan op de linker audioannsluitbus.
• Schakel zowel uw camera als de TV uit
alvorens u de camera en de TV aansluit met de
A/V-verbindingskabel.
NL
34
2
TV/Video-schakelaar
, Schakel de TV in en zet de TV/
Video-schakelaar op "Video".
• De naam en locatie van deze schakelaar kan per
TV verschillend zijn. Voor verdere informatie,
leest u de gebruiksaanwijzing van het tvtoestel.
2/9
2003 7 4 10:30PM
VOLUME
3
, Zet de modusdraaiknop op
en schakel de camera in.
Druk op b/B op de regelknop om het
gewenste beeld te kiezen.
• Wanneer u uw camera in het buitenland
gebruikt, kan het noodzakelijk zijn om het
video-uitgangssignaal aan te passen aan dat van
uw TV-systeem (blz. 111).
NTSC-systeem
Bahama’s, Bolivia, Canada, Chili,
Colombia, Ecuador, Filippijnen, Jamaica,
Japan, Korea, Mexico, Midden-Amerika,
Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela, VS,
enz.
PAL-systeem
Australië, Oostenrijk, België, China,
Tsjechië, Denemarken, Finland, Duitsland,
Nederland, Hongkong, Italië, Koeweit,
Maleisië, Nieuw-Zeeland, Noorwegen,
Portugal, Singapore, Slowakije, Spanje,
Zweden, Zwitserland, Thailand, Verenigd
Koninkrijk, enz.
PAL-M-systeem
Brazilië
PAL-N-systeem
Argentinië, Paraguay, Uruguay
SECAM-systeem
Bulgarije, Frankrijk, Guiana, Hongarije,
Iran, Irak, Monaco, Polen, Rusland,
Oekraïne, enz.
Bekijken van stilstaande beelden
Beelden bekijken op een TV-scherm
Als u beelden op een TV-scherm wilt
weergeven hebt u een TV nodig met een
video-ingangsaansluitbus en een audio/
video-aansluitkabel (bijgeleverd).
Het kleursysteem van de TV moet
overeenstemmen met dat van uw digitale
stilbeeldcamera. Raadpleeg de
onderstaande lijsten:
NL
35
Stilstaande beelden wissen
Beelden wissen
60min
60min
VGA
101
101-0002
BACK/NEXT
VGA
2/9
101
1
, Zet de modusdraaiknop op
en schakel de camera in.
Druk op b/B op de regelknop
om het beeld te kiezen dat u
wilt wissen.
VGA
101
Delete
Exit
2003 7 4 10:30PM
VOLUME
60min
2/9
OK
Delete
Exit
BACK/NEXT
OK
2
, Druk op
2/9
BACK/NEXT
3
(wissen).
Het beeld is nu nog niet gewist.
• U kunt een beschermd beeld niet wissen
(blz. 67).
, Kies [Delete] met v op de
regelknop en druk daarna op
z.
Wanneer de melding "Memory Stick
access" uit gaat, is het beeld gewist.
Doorgaan en andere beelden wissen
Geef het beeld dat u wilt wissen weer met
b/B op de regelknop. Kies vervolgens
[Delete] met v en druk daarna op z.
Om het wissen te annuleren
Kies [Exit] met V op de regelknop en druk
daarna op z.
NL
36
Beelden wissen in de index-modus (met negen beelden)
Delete
Exit
Select
All In Folder
, Terwijl er een index-scherm
(met negen beelden) (blz. 33)
wordt weergegeven, drukt u op
(wissen).
Exit
Select
SELECT
All In Folder
2
, Kies [Select] met b/B op de
regelknop en druk daarna op
z.
Wissen van alle beelden in de map
Kies [All In Folder] met B op de regelknop
en druk daarna op z. Kies [OK] en druk
daarna op z. Alle onbeschermde beelden in
de map worden gewist. Om te stoppen met
wissen, kiest u [Cancel] en drukt u daarna
op z.
MOVE
TO NEXT
3
, Kies een te wissen beeld met
v/V/b/B op de regelknop en
druk daarna op z.
De groene indicatie
(wissen) verschijnt
op het gekozen beeld. Het beeld is nu nog
niet gewist. Herhaal deze stap voor alle
beelden die u wilt wissen.
Stilstaande beelden wissen
1
Delete
• Om een keuze te annuleren, drukt u opnieuw op
z zodat de indicatie
verdwijnt.
NL
37
Beelden wissen in de index-modus (met drie beelden)
Aperture Value:
Shutter Speed:
Exposure Value:
ISO:
Delete
Exit
4
, Druk op
(wissen) en kies
[OK] met B op de regelknop, en
druk daarna op z.
Wanneer de melding "Memory Stick
access" verdwijnt, zijn de beelden gewist.
Om het wissen te annuleren
Kies [Exit] met b op de regelknop en druk
daarna op z.
NL
38
101-0002
OK
SINGLE DISPLAY
F2.8
1/30
0.0
100
Delete
Exit
101-0002
2003 7 4 10:30PM
OK
BACK/NEXT
1
, Terwijl er een index-scherm
(met drie beelden) (blz. 33)
wordt weergegeven, verplaatst
u het te wissen beeld naar het
midden met b/B op de
regelknop.
2003 7 4 10:30PM
BACK/NEXT
2
, Druk op
(wissen).
Het beeld is nu nog niet gewist.
Formatteren van een "Memory Stick"
Memory Stick Tool
OK
Format:
Cancel
File Number:
Create REC. folder:
Change REC. folder:
1
Delete
Exit
101-0002
OK
2
2003 7 4 10:30PM
BACK/NEXT
, Kies [Delete] met v op de
regelknop en druk daarna op
z.
Wanneer de melding "Memory Stick
access" uit gaat, is het beeld gewist.
Om het wissen te annuleren
Kies [Exit] met V op de regelknop en druk
daarna op z.
1
, Plaats de "Memory Stick" die u
wilt formatteren in de camera.
Zet de modusdraaiknop op
SET UP en schakel de camera
in.
• De term "formatteren" betekent het
voorbereiden van een "Memory Stick" op het
opnemen van beelden. Dit proces wordt ook
"initialiseren" genoemd. De "Memory Stick"
die bij deze camera werd geleverd, en die in de
handel verkrijgbaar zijn, zijn reeds
geformatteerd en kunnen onmiddellijk worden
gebruikt.
• Wanneer u een "Memory Stick"
formatteert, let u erop dat de gegevens
in de "Memory Stick" voorgoed zullen
worden gewist.
2
, Kies (Memory Stick Tool)
met v/V op de regelknop.
Kies [Format] met B en druk
daarna op B.
Kies [OK] met v en druk
daarna op z.
Stilstaande beelden wissen
3
OK
Annuleren van het formateren
Kies [Cancel] met V op de regelknop en
druk daarna op z.
• Het wordt aanbevolen de netspanningsadapter
te gebruiken om te voorkomen dat de
stroomvoorziening wordt onderbroken
halverwege het formatteren.
• Op DSC-P10/P12 wordt het item
afgebeeld
als 1 en 2 (blz. 110).
NL
39
60min
Format
All data will be erased
Ready?
OK
Cancel
OK
3
, Kies [OK] met v op de
regelknop en druk daarna op
z.
De melding "Formatting" verschijnt.
Wanneer deze melding verdwijnt is het
formatteren klaar.
NL
40
Voorafgaand aan geavanceerde bedieningen
Aanwijzingen voor
instelling en
bediening van uw
camera
Hieronder worden de menu’s en onderdelen
van het SET UP-scherm beschreven zoals
die vaak worden gebruikt voor
"Geavanceerde bedieningen".
De menu-instellingen
wijzigen
De onderdelen van het SET
UP-scherm wijzigen
a Druk op MENU.
a Zet de modusdraaiknop op
SET UP.
Het menu verschijnt.
Het SET UP-scherm verschijnt.
0EV
1
0EV
2
WB
EV
ISO
Regelknop
Modusdraaiknop
Het gekozen onderdeel wordt geel.
MPEG Movie
Single
On
Off
Off
Auto
SELECT
b Druk op v/V/b/B op de
regelknop om het onderdeel te
kiezen dat u wilt instellen.
De omframing van het gekozen
onderdeel verandert in geel.
WB
400
200
100
Auto
ISO
Setup 1
1
2
c Druk op v/V op de regelknop
om de gewenste instelling te
kiezen.
De omframing van de gewenste
instelling verandert in geel en de
instelling wordt ingevoerd.
Power Save:
LCD Brightness:
LCD Backlight:
Beep:
Language:
Clock Set:
OK
Cancel
OK
c Druk op z op de regelknop om
de instelling in te voeren.
Om de SET UP-schermweergave
uit te schakelen
Om de menuweergave uit te
schakelen
Zet de modusdraaiknop in een willekeurige
stand behalve SET UP.
Druk op MENU.
• Op DSC-P10/P12 wordt het item
als 1 en 2 (blz. 110).
Voorafgaand aan geavanceerde bedieningen
b Druk op b/B op de regelknop
om het onderdeel te kiezen dat
u wilt instellen.
MENU
Camera
Moving Image:
AF Mode:
Smart Zoom:
Date/Time:
Red Eye Reduction:
AF Illuminator:
afgebeeld
NL
41
Kwaliteit van het
stilstaand beeld
kiezen
Modusdraaiknop:
c Kies
(P. Quality) met b/B en
kies daarna de gewenste
beeldkwaliteit met v/V.
FINE
Modusdraaiknop: SET UP
/SCN
U kunt de kwaliteit van het stilstaand beeld
kiezen uit [Fine] of [Standard].
MENU
Regelknop
Modusdraaiknop
Een map aanmaken of
kiezen
Fine
Standard
P.Quality
Mode
PFX
• De waarde van de beeldkwaliteit die hier wordt
gekozen, blijft bewaard nadat de camera is
uitgeschakeld.
• U kunt deze bediening uitvoeren wanneer de
modusdraaiknop op
(Multi Burst) staat
(blz. 55).
Uw camera kan meerdere mappen
aanmaken in een "Memory Stick". U kunt
de map kiezen waarin de opgenomen
beelden worden bewaard (opnamemap).
Wanneer u niet een nieuwe map aanmaakt,
wordt de map "101MSDCF" gekozen als de
opnamemap.
U kunt mappen aanmaken tot en met
"999MSDCF".
MENU
Regelknop
Modusdraaiknop
a Zet de modusdraaiknop op
of SCN.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
• Maximaal 4000 beelden kunnen in een map
worden opgeslagen. Wanneer de capaciteit van
de map is opgebruikt, wordt automatisch een
nieuwe map aangemaakt.
NL
42
Een nieuwe map aanmaken
a Zet de modusdraaiknop op
SET UP.
b Kies (Memory Stick Tool)
met v/V, [Create REC. Folder]
met B/v/V en [OK] met B/v, en
druk daarna op z.
Het volgende scherm verschijnt.
Het aanmaken van een map
annuleren
De opnamemap veranderen
Kies [Cancel] in stap 2 of 3.
a Zet de modusdraaiknop op
SET UP.
• Nadat u een nieuwe map hebt aangemaakt, kunt
u de nieuwe map niet wissen met de camera.
• De beelden worden opgeslagen in de nieuw
aangemaakte map totdat een andere map wordt
aangemaakt of gekozen.
b Kies (Memory Stick Tool)
met v/V, [Change REC. Folder]
met B/v/V en [OK] met B/v, en
druk daarna op z.
Het opnamemap-keuzescherm
verschijnt.
60min
Create REC. Folder
Creating REC. folder 102MSDCF
OK
Cancel
OK
OK
c Kies [OK] met v en druk
daarna op z.
Een nieuwe map wordt aangemaakt
met een nummer volgend op het
hoogste nummer in de "Memory
Stick" en deze map wordt de
opnamemap.
2/2
BACK/NEXT
c Kies de gewenste map met b/
B, en [OK] met v en druk
daarna op z.
Het veranderen van de
opnamemap annuleren
Kies [Cancel] in stap 2 of 3.
• U kunt de map "100MSDCF" niet kiezen als de
opnamemap.
• Het beeld wordt opgeslagen in de nieuw
gekozen map. U kunt beelden opgenomen op
deze camera niet verplaatsen naar een andere
map.
Voorafgaand aan geavanceerde bedieningen
Ready?
OK
Cancel
Select REC. Folder
102
Folder Name: 102MSDCF
No. Of Files:
0
Created:
2003 7 4
1:05:34 AM
NL
43
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
Een automatische
scherpstellingsmethode kiezen
Er zijn twee automatische
scherpstellingsfuncties: Het "AFbereikzoekerkader" dat de plaats(en)
waarop wordt scherpgesteld bepaalt aan de
hand van de plaats en grootte van het
onderwerp, en de "AF-functie" die
scherpstelt aan de hand van de AF-response
en het acculadingverbruik.
MENU
Regelknop
Modusdraaiknop
Een scherpstelbereikzoekerkader kiezen
— AF-bereikzoeker
Modusdraaiknop:
Multipoint AF (
/SCN/
)
De camera berekent de afstand op drie
plaatsen, aan de linkerkant, aan de
rechterkant en in het midden van het beeld,
zodat u met de automatische
scherpstellingsfunctie kunt opnemen
zonder u zorgen te hoeven maken over de
samenstelling van het beeld. Dit is geschikt
voor het scherpstellen op een onderwerp dat
zich niet in het midden van het beeldkader
bevindt. Het AF-bereikkader dat werd
gebruikt wordt groen nadat erop is
scherpgesteld.
c Kies 9 (Focus) met b/B, en
kies vervolgens [Multi AF] of
[Center AF] met v/V.
De scherpstelling wordt automatisch
geregeld. De kleur van het AFbereikzoekerkader verandert van wit
naar groen.
Multipoint AF
60min
VGA
FINE
101
98
S AF
AF-bereikzoekerkader
Center AF
60min
VGA
FINE
101
98
Center AF (
)
Dit is geschikt voor het scherpstellen op een
onderwerp dat zich dichtbij het midden van
het kader bevindt. Gebruik tezamen met de
AF-vergrendelfunctie om de gewenste
beeldcompositie te kunnen opnemen.
a Zet de modusdraaiknop op
, SCN of .
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
NL
44
S AF
AF-bereikzoekerkader
• Wanneer u een film (MPEG Movie) opneemt
en Multipoint AF kiest, wordt de afstand tot het
midden van het scherm bepaald als een
gemiddelde, zodat de automatische
scherpstelling zelfs bij een bepaalde mate van
trillingen nog werkt. In Center AF wordt
automatisch scherpgesteld op alleen het midden
van het beeld en is dus handig in geval u alleen
scherp wilt stellen op hetgeen waar u op richt.
• Wanneer u de slimme-zoomfunctie of AFilluminator gebruikt, wordt met voorrang
scherpgesteld op onderwerpen in of nabij het
midden van het kader. In dit geval knippert
of
en wordt het AF-bereikzoekerkader niet
afgebeeld.
Een
scherpstellingsmethode
kiezen
— AF-functie
Modusdraaiknop: SET UP
U kunt kiezen uit de volgende drie
scherpstellingsfuncties. De
fabrieksinstelling is enkelvoudige-AF.
Enkelvoudige-AF (Single) ( S A F )
AF-bewaking (Monitor) ( M A F )
Hiermee wordt de benodigde scherpsteltijd
verkort. De camera stelt scherp nog voordat
de sluiterknop tot halverwege is ingedrukt,
zodat u het beeld kunt samenstellen terwijl
er al is scherpgesteld. Wanneer de
sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt
gehouden en de AF-vergrendeling voltooid
is, wordt de scherpstelling vergrendeld.
Continu-AF (Continuous) ( C A F )
De camera stelt scherp nog voordat de
sluiterknop tot halverwege is ingedrukt en
blijft vervolgens scherpstellen, zelfs nadat
de AF-vergrendeling is voltooid. Hiermee
is het mogelijk continu scherpgestelde
bewegende onderwerpen op te nemen.
• In de volgende gevallen wordt niet
scherpgesteld nadat de AF-vergrendeling is
voltooid en knippert de C AF-indicatie. De
camera staat in de AF-bewakingsfunctie.
– Bij opnemen op een donkere plaats
– Bij opnemen met een lange sluitertijd
• Het AF-bereikzoekerkader is vergrendeld in het
midden.
• Het kan onmogelijk zijn snel bewegende
onderwerpen scherpgesteld te houden.
• Er klinkt geen vergrendelgeluid wanneer de
scherpstelling wordt bijgesteld.
• Wanneer u opneemt met behulp van de
zelfontspanner, drukt u de sluiterknop helemaal
omlaag om de scherpstelling te vergrendelen.
• Het acculadingverbruik kan hoger zijn dan in
de andere AF-functie.
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
Deze functie maakt nauwkeurig
scherpstellen mogelijk over een breed
bereik van onderwerpen, van dichtbij tot ver
weg, en is geschikt voor het opnemen van
stationaire onderwerpen. Er wordt niet
scherpgesteld voordat de sluiterknop tot
halverwege ingedrukt wordt gehouden.
Wanneer de sluiterknop tot halverwege
ingedrukt wordt gehouden en de AFvergrendeling voltooid is, wordt de
scherpstelling vergrendeld.
• Het acculadingverbruik kan hoger zijn dan in
de enkelvoudige-AF-functie.
NL
45
a Zet de modusdraaiknop op
SET UP.
b Kies [ ] (Camera) met v/V,
[AF Mode] met B/v/V, en kies
daarna met B/v/V de gewenste
modus.
Wanneer u [Single] of [Monitor] kiest,
moet u tevens het AFbereikzoekerkader kiezen (blz. 44).
Camera
1
2
Moving Image:
AF Mode:
Smart Zoom:
Date/Time:
Red Eye Reduction:
AF Illuminator:
Single
Monitor
Cont
OK
• Wanneer u opneemt in de macrofunctie, wordt
de AF-snelheid verlaagd om nauwkeurig te
kunnen scherpstellen op onderwerpen dichtbij.
Om snel op te nemen raden wij u aan een
andere functie dan de macrofunctie te kiezen.
• Wanneer u opneemt met behulp van de zoeker
en met het LCD-scherm uitgeschakeld, werkt
de camera in de enkelvoudige-AF-functie.
• Op DSC-P10/P12 wordt het item
afgebeeld
als 1 en 2 (blz. 110).
NL
46
Opnametechnieken
Zelfs wanneer het moeilijk is scherp te stellen
bij opnemen met automatische scherpstelling
omdat het onderwerp niet in het midden van
het kader is, kunt u in dergelijke situaties
scherpstellen met behulp van Center AF.
Bijvoorbeeld, wanneer u twee mensen wilt
opnemen waartussen een opening is, is het
mogelijk dat de camera scherpstelt op de
achtergrond zichtbaar tussen de twee personen.
In zo’n geval gebruikt u de AF-vergrendeling
om ervoor te zorgen dat de onderwerpen goed
scherpgesteld worden. U kunt deze functie
echter niet gebruiken in de continu-AF-functie.
Stel het beeld zodanig samen dat het
onderwerp zich binnen de AF-bereikzoeker
bevindt en druk de sluiterknop tot halverwege
in.
Wanneer de indicatie van de AE/AFvergrendeling stopt met knipperen en aan blijft,
keert u terug naar het volledig samengestelde
beeld en drukt u de sluiterknop helemaal in.
AE/AF-vergrendelingsindicatie
60min
VGA
FINE
101
98
S AF
F2.8
30
AFbereikzoekerkader
m
60min
VGA
FINE
101
98
S AF
F2.8
30
• Wanneer u AF-vergrendeling gebruikt kunt u
een onderwerp scherpgesteld opnemen, zelfs
al het aan de rand van het beeldkader ligt.
• U kunt het beeld met AF-vergrendeling
samenstellen voordat u de sluiterknop
volledig indrukt.
b Druk op MENU.
De afstand tot het
onderwerp instellen
— Scherpstelling vooraf
Modusdraaiknop:
/SCN/
Wanneer u een beeld opneemt met een
eerder ingestelde afstand tot het onderwerp,
of wanneer u een onderwerp opneemt door
een net of een ruit, is het moeilijk goed
scherp te stellen met behulp van de
automatische scherpstelling. In dergelijke
gevallen is het gebruik van de
scherpstelling vooraf gemakkelijk.
Het menu verschijnt.
c Kies 9 (Focus) met b/B, en
kies daarna met v/V de
afstand tot het onderwerp.
U hebt de keuze uit de volgende
afstandsinstellingen.
0.5m, 1.0m, 3.0m, 7.0m, ∞ (oneindige
afstand)
Belichting regelen
— EV-afstelling
Modusdraaiknop:
/SCN/
Deze functie stelt u in staat de
belichtingswaarde die automatisch werd
ingesteld aan te passen.
De belichtingswaarde kan in stappen van
1/3EV worden ingesteld binnen een bereik
van +2.0EV tot –2.0EV.
1.0m
7.0m
3.0m
1.0m
0.5m
Center AF
Multi AF
Focus
MENU
WB ISO
Regelknop
Regelknop
Modusdraaiknop
a Zet de modusdraaiknop op
, SCN of .
Terugkeren naar automatische
scherpstelling
In stap 3, kies 9 (Focus), en kies
vervolgens [Multi AF] of [Center AF].
• Het is mogelijk dat niet de exacte afstand wordt
afgebeeld.
• Als u de lens op en neer beweegt, wordt de fout
vergroot.
• Als de scherpstelling-voorkeuze-indicatie
knippert terwijl [0.5m] is gekozen, drukt u op
de W-zoomknop totdat de indicatie stopt met
knipperen (alleen DSC-P10/P12).
a Zet de modusdraaiknop op
, SCN of .
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
Modusdraaiknop
MENU
NL
47
c Kies
(EV) met b/B.
De waarde van de aangepaste
belichting wordt afgebeeld.
0EV
0EV
EV
WB
ISO
d Kies de gewenste
belichtingswaarde.
Kies de waarde met v/V. Regel de
belichting terwijl u de helderheid van
de achtergrond controleert.
Opnametechnieken
Onder normale omstandigheden wordt de
belichting automatisch door de camera
ingesteld. Wanneer het beeld te donker of te
licht is, zoals op de afbeeldingen hiernaast
worden aangegeven, is het aan te bevelen om
de belichting handmatig in te stellen. Wanneer
u een onderwerp opneemt dat van achteren
belicht wordt, of een onderwerp opneemt tegen
een witte achtergrond (bijv. in een
sneeuwlandschap), stelt u de belichting bij naar
de + kant. Wanneer u een zwart onderwerp
opneemt dat het hele scherm vult, past u de
belichting aan naar de – kant.
Onderbelicht
t Stel een hogere waarde (+) in.
Juiste belichting
Om de automatische belichting
opnieuw te activeren
Zet de belichtingswaarde weer op 0EV.
• Wanneer een onderwerp wordt opgenomen
onder bijzonder heldere of donkere
omstandigheden, of wanneer u de flitser
gebruikt, kan de belichting niet goed worden
ingesteld.
NL
48
Overbelicht
t Stel een lagere waarde (–) in.
Een histogram afbeelden
•
60min
Een histogram is een grafiek die de
helderheid van een beeld aangeeft. De
horizontale as geeft de helderheid aan en de
verticale as geeft het aantal beeldpunten
aan. De grafiek geeft een helder beeld aan
wanneer deze schuin naar rechts wijst, een
donker beeld wanneer deze schuin naar
links wijst, en een gemiddelde helderheid
wanneer deze recht in het midden staat.
Het gebruik van een histogram stelt u in
staat beelden op te nemen terwijl u de
helderheid ervan controleert. U kunt ook
tijdens het weergeven een histogram
afbeelden.
VGA
FINE 101
96
S AF
0EV
Als u de belichting instelt naar de + kant,
verplaatst het histogram zich naar rechts.
60min
VGA
101
S AF
0EV
Als u de belichting instelt naar de – kant,
verplaatst het histogram zich naar links.
FINE 101
4
S AF
0EV
Donker
Helder
a Zet de modusdraaiknop op
of SCN.
b Druk op
om het histogram
af te beelden.
c Stel de belichting in aan de
hand van het histogram.
• Het histogram wordt ook afgebeeld wanneer de
modusdraaiknop op
wordt gezet, maar u
kunt de belichting dan niet instellen.
• Het histogram wordt ook afgebeeld wanneer u
op
drukt terwijl u een enkelvoudig beeld
weergeeft (blz. 32) of tijdens Quick Review
(blz. 24).
• Het histogram wordt niet afgebeeld in de
volgende gevallen:
– Wanneer de modusdraaiknop is ingesteld op
SET UP of
– Wanneer het menu wordt afgebeeld
– Tijdens Quick Review van een beeld
opgenomen in de Exposure Bracket-modus
(alleen DSC-P10/P12)
– Tijdens het gebruik van weergavezoom
– Wanneer u een beeld weergeeft dat werd
opgenomen terwijl de modusdraaiknop op
stond
verschijnt in de volgende gevallen:
– Wanneer u opneemt in het slimmezoombereik
– Wanneer het beeldformaat [4.5M(3:2)]
(DSC-P10/P12) of [2.8M(3:2)] (DSC-P8) is
– Wanneer u een stilstaand beeld roteert
• Het histogram vóór het opnemen geeft het
histogram weer van het beeld dat op dat
moment op het LCD-scherm werd afegbeeld.
Een verschil treedt op in het histogram voor en
nadat u op de sluiterknop drukt. Wanneer dit
gebeurt, controleert u het histogram terwijl een
enkel beeld wordt weergegeven of tijdens het
controleren van het laatst opgenomen beeld.
Met name in de volgende gevallen kan een
groot verschil optreden:
– Wanneer de flitser afgaat
– Wanneer [P. Effect] op [Solarize] staat
– Wanneer de sluitertijd lang of kort is
• Het histogram wordt misschien niet afgebeeld
voor beelden opgenomen op andere camera’s.
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
60min
VGA
NL
49
Kiezen van de
lichtmeetfunctie
Modusdraaiknop:
/SCN/
Met deze functie kunt u de lichtmeetmodus
kiezen om uw opname af te stemmen op de
opnamevoorwaarden en het doel.
Dradenkruis van
de spot
lichtmeting
Spot
Multi
Metering Mode WB ISO
— Belichtingscategorie (alleen
DSC-P10/P12)
Modusdraaiknop:
MENU
Lichtmeting met meerdere patronen
Het beeld wordt opgesplitst in meerdere
velden en voor elk veld afzonderlijk wordt
er een lichtmeting verricht. De camera
beoordeelt de positie van het onderwerp en
de helderheid van de achtergrond, en zorgt
op basis daarvan voor een evenwichtige
belichting.
De camera is in de fabriek ingesteld op
lichtmeting met meerdere patronen.
Spot lichtmeting
Hiermee kunt u de belichting afstemmen op
het onderwerp, zelfs bij tegenlicht of bij een
sterk contrast tussen het onderwerp en de
achtergrond.
Positioneer het dradenkruis van de spot
lichtmeting op een punt van het onderwerp
dat u wilt opnemen.
Om scherp te stellen op de lichtmeetpositie,
wordt aanbevolen 9 (Focus) in te stellen
op [Center AF] (blz. 44).
NL
50
Drie beelden opnemen
met elk een andere
belichtingswaarde
Regelknop
Modusdraaiknop
/
/SCN
De camera neemt drie beelden achter elkaar
op met elk een eigen belichtingswaarde. De
belichtingscompensatie kan in stappen van
1/3EV worden ingesteld tot een waarde die
±1,0EV afwijkt van de juiste
belichtingswaarde.
MENU
Regelknop
a Zet de modusdraaiknop op
, SCN of
.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies
(Metering Mode) met
b/B, en kies vervolgens [Multi]
of [Spot] met v/V.
Modusdraaiknop
Sluiter
a Zet de modusdraaiknop op
SET UP.
Om terug te keren naar de
normale modus
Kies bij stap 6 [Normal].
Het SET UP-scherm verschijnt.
b Kies
(Camera 2) met v/V en
[Bracket Step] met B en druk
daarna op B.
2
c Kies met v/V de gewenste
stapwaarde voor de
verschillende categorieën en
druk daarna op z.
d Zet de modusdraaiknop op
of SCN.
,
e Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
f Kies [Mode] (REC Mode) met
b/B en kies daarna [Exp Brktg]
met v/V.
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
±1.0EV: Verandert de
belichtingswaarde met plus of min
1,0 EV.
±0.7EV: Verandert de
belichtingswaarde met plus of min
0,7 EV.
±0.3EV: Verandert de
belichtingswaarde met plus of min
0,3 EV.
• In deze modus kunt u de flitser niet gebruiken.
• Tijdens het opnemen in deze modus worden de
beelden niet op het scherm weergegeven. Maak
de compositie alvorens u de sluiterknop
indrukt.
• De scherpstelling en kleurbalans worden
ingesteld voor het eerste beeld, en deze
instellingen worden ook gebruikt voor de
andere beelden.
• Als de belichting handmatig wordt ingesteld
(blz. 47), wordt de aangepaste waarde gebruikt
als middenwaarde.
• Het opname-interval bedraagt circa
0,5 seconden.
• Als het onderwerp te helder of te donker is, kan
het onmogelijk zijn goed op te nemen met de
gekozen stapwaarde voor de categorie.
g Neem het beeld op.
NL
51
(Daglicht)
Kleurtinten afstellen
— Kleurbalans
Modusdraaiknop:
/SCN/
Bij het opnemen met automatische
afstellingen wordt de kleurbalans
gewoonlijk automatisch op Auto gezet en
wordt de algehele kleurbalans aangepast
aan de opnamevoorwaarden. Wanneer u
opneemt onder omstandigheden die niet
veranderen of met een bepaalde belichting,
kunt u de kleurbalans echter handmatig
instellen.
Buitenshuis opnemen en opnemen van
nachtelijke scènes, neonverlichting,
vuurwerk of zonsopgangen, of opnemen net
voor en na zonsondergang
c Kies [WB] (White Bal) met b/B
en kies daarna met v/V de
gewenste instelling.
Auto (geen indicatie)
Terugkeren naar automatische
regeling
Kleurbalans automatisch regelen
Kies [Auto] in stap 3.
MENU
Regelknop
Modusdraaiknop
• Het is mogelijk dat de kleurbalans-instelfunctie
niet goed werkt onder fluorescerende lampen
die flikkeren, zelfs niet als
(fluorescerend)
is gekozen.
• Wanneer de flitser afgaat, wordt de handmatige
instelling geannuleerd, en wordt het beeld
opgenomen in de [Auto] functie (behalve in de
WB (flitser) functie).
WB (Flitser)
Past de kleurbalans alleen aan aan de
flitsomstandigheden.
Opnametechnieken
(Gloeilamp)
• Plaatsen waar de belichtingsvoorwaarden
snel veranderen
• Bij zeer fel licht, zoals in fotostudio’s
(Fluorescerend licht)
Opnemen onder een fluorescerende
verlichting
(Bewolkt)
Opnemen onder een bewolkte lucht
NL
52
a Zet de modusdraaiknop op
, SCN of
.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Het beeld wordt beïnvloed door de
belichtingsomstandigheden. Bijvoorbeeld,
het hele beeld lijkt blauw in het zonlicht in
de zomer en witte voorwerpen krijgen een
rode tint onder gloeilamplicht, enz. Het
menselijk oog kan deze problemen oplossen,
maar een digitale camera kan de juiste
kleuren niet herkennen zonder instellingen
te maken. Normaal gesproken maakt de
camera deze instellingen automatisch, maar
als de kleuren van het opgenomen beeld
onnatuurlijk lijken, adviseren wij u de
kleurbalans in te stellen.
Het flitserniveau
instellen
— Flitserniveau
Modusdraaiknop:
/SCN
U kunt de hoeveelheid flitserlicht instellen.
MENU
c Kies [ ] (Flash Level) met
b/B en kies daarna met v/V de
gewenste instelling.
High: Dit maakt het flitserniveau
hoger dan normaal.
Normal: Normale instelling.
Low: Dit maakt het flitserniveau lager
dan normaal.
• U kunt deze bediening ook uitvoeren wanneer
de modusdraaiknop op
(Clip Motion) staat.
Regelknop
Modusdraaiknop
Opnemen van
meerdere frames
— Clip Motion
Modusdraaiknop:
U kunt een aantal opeenvolgende
stilstaande beelden opnemen (GIF
animatie). GIF-bestanden zijn klein van
formaat, wat handig is om een homepage te
maken of om beelden toe te voegen aan een
e-mail.
Normal (160×120)
a Zet de modusdraaiknop op
of SCN.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Er kunnen Clip Motion-bestanden van
maximaal 10 frames worden opgenomen.
Dit is geschikt voor gebruik op een
homepage, enz.
Mobile (120×108)
Clip Motion van maximaal twee frames kan
worden opgenomen. Dit is geschikt voor
gebruik met draagbare dataterminals.
• In de Mobile-modus wordt de bestandsgrootte
verkleind waardoor de beeldkwaliteit
achteruitgaat.
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
• Tengevolge van de beperkingen van het GIFformaat wordt het aantal kleuren voor Clip
Motion-beelden verminderd tot 256 kleuren of
minder. Daardoor kan soms de beeldkwaliteit
achteruitgaan.
NL
53
d Neem het beeld voor het eerste
frame op.
Alvorens over te gaan tot
bediening
Zet bij de SET UP-instellingen [Moving
Image] op [Clip Motion] (blz. 41 en 110).
3 Kies [Delete] met v en druk daarna op
z. Wanneer bij stap 2 de optie [Delete
Last] wordt gekozen, wordt elke keer
wanneer u de stappen 1 t/m 3 herhaalt,
het laatst opgenomen frame gewist.
Making"Clip Motion"
Regelknop
Modusdraaiknop
e Neem het beeld voor het
volgende frame op.
Sluiter
Druk op de sluiterknop om het
volgende frame op te nemen en
herhaal daarna deze bediening totdat u
het gewenste aantal frames hebt
opgenomen.
a Zet de modusdraaiknop op
b Druk op
.
(Beeldformaat).
f Druk op z.
Alle framebeelden worden opgenomen
op de "Memory Stick".
Het menu verschijnt.
c Kies de gewenste functie met
v/V.
U kunt kiezen uit [Normal] of
[Mobile].
Beelden wissen voordat de Clip
Motion-opname wordt
afgesloten
1 Druk bij stap 4 of 5 op b (7).
De framebeelden die u hebt opgenomen
worden een voor een weergegeven en
stoppen bij het laatste beeld.
2 Druk op
(wissen) en kies [Delete
Last] of [Delete All] met b/B en druk
daarna op z.
NL
54
• Merk op dat de beelden pas op de "Memory
Stick" volledig worden opgenomen nadat u stap
6 hebt uitgevoerd.
• Voor het aantal beelden dat kan worden
opgenomen in Clip Motion, zie blz. 104.
• Datum en tijd worden niet op Clip Motionbeelden geprojecteerd.
• Wanneer u op het index-scherm een beeld
bekijkt dat is opgenomen in de Clip Motionmodus, kan het beeld er anders uitzien dan het
werkelijke beeld.
• GIF-bestanden die niet op deze camera zijn
opgenomen kunnen niet altijd juist worden
weergegeven.
Opnemen in de Multi
Burst-modus
• Zie blz. 65 om beelden opgenomen in de Multi
Burst-modus weer te geven met behulp van
deze camera.
• Voor het aantal beelden dat kan worden
opgenomen in Multi Burst, zie blz. 104.
• In deze modus kunt u de flitser niet gebruiken.
• De datum en tijd kunnen niet op de beelden
worden geprojecteerd.
MENU
Regelknop
Modusdraaiknop
— Multi Burst
Sluiter
Modusdraaiknop:
In deze modus worden er bij elke druk op de
sluiterknop 16 frames achter elkaar
opgenomen. Dit is handig om bijvoorbeeld
uw sportprestaties te controleren.
a Zet de modusdraaiknop op
.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Zet bij SET UP-instellingen de optie
[Moving Image] op [Multi Burst] (blz. 41
en 110).
U kunt het frame-interval kiezen uit de
menuonderdelen (blz. 41 en 108).
1/30
1/7.5
1/15
1/30
WB
Interval
d Neem het beeld op.
De 16 frames worden opgenomen als
één beeld (beeldformaat: 1.2M).
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
Alvorens over te gaan tot
bediening
c Kies
(Interval) met b/B en
kies daarna met v/V het
gewenste frame-interval.
NL
55
c Kies [Mode] (REC Mode) met
b/B en kies daarna [Burst 3]
(DSC-P10/P12)/[Burst 2] (DSCP8) met v/V.
Drie of twee beelden
achter elkaar
opnemen
d Neem het beeld op.
— Burst 3 (DSC-P10/P12)/
Burst 2 (DSC-P8)
Modusdraaiknop:
/
Wanneer de "Recording"-indicatie
verdwijnt kunt u het volgende beeld
opnemen.
/SCN
Deze modus wordt gebruikt voor een
doorlopende opname. Iedere keer als u in
deze functie de sluiterknop indrukt, neemt
de camera drie (DSC-P10/P12) of twee
(DSC-P8) beelden achter elkaar op.
Regelknop
Modusdraaiknop
Sluiter
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
NL
56
Kies [Normal] in stap 3.
• In deze modus kunt u de flitser niet gebruiken.
• Tijdens het opnemen in deze modus worden de
beelden niet op het scherm weergegeven. Maak
de compositie alvorens u de sluiterknop
indrukt.
• Het opname-interval bedraagt circa
0,5 seconden.
MENU
a Zet de modusdraaiknop op
of SCN.
Om terug te keren naar de
normale modus
,
Stilstaande beelden
voor e-mail opnemen
— E-Mail
Modusdraaiknop:
/
/SCN
In de E-Mail-Modus wordt tegelijk met een
normaal stilstaand beeld ook een beeld van
klein formaat (320×240) opgenomen dat
geschikt is voor verzending per e-mail. (Zie
blz. 19 voor de formaten van normale
stilstaande beelden.)
MENU
Regelknop
Modusdraaiknop
Sluiter
a Zet de modusdraaiknop op
of SCN.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
,
c Kies [Mode] (REC Mode) met
b/B en kies daarna [E-Mail]
met v/V.
d Neem het beeld op.
Wanneer de "Recording"-indicatie
verdwijnt kunt u het volgende beeld
opnemen.
Om terug te keren naar de
normale modus
Kies [Normal] in stap 3.
Wanneer u de sluiterknop
indrukt en weer loslaat, wordt er
gedurende vijf seconden geluid
opgenomen.
Wanneer u de sluiterknop
ingedrukt houdt, wordt er net
zolang geluid opgenomen totdat u de
sluiterknop weer loslaat (maximaal
40 seconden).
— Voice
Modusdraaiknop:
/
/SCN
In de Voice-modus wordt tegelijk met de
opname van een stilstaand beeld ook het
geluid mee opgenomen.
Om terug te keren naar de
normale modus
MENU
Kies [Normal] in stap 3.
Regelknop
Modusdraaiknop
• Om beelden te bekijken in de Voice-modus,
volgt u de procedure beschreven in
"Bewegende beelden bekijken op het LCDscherm" (blz. 73).
• Het aantal beelden dat u in de Voice-modus
kunt opnemen staat vermeld op blz. 103.
Sluiter
a Zet de modusdraaiknop op
of SCN.
,
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies [Mode] (REC Mode) met
b/B en kies daarna [Voice] met
v.
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
• Aanwijzingen voor het toevoegen van beelden
aan een e-mailbericht vindt u in de
gebruiksaanwijzing van uw e-mailsoftware.
• Het aantal beelden dat kan worden opgenomen
in de E-Mail-modus staat vermeld op blz. 103.
d Neem het beeld op.
Stilstaande beelden
opnemen met
audiobestanden
NL
57
Opnemen in
overeenstemming
met de situatie
— Scènekeuze
Modusdraaiknop: SCN
Wanneer u nachtelijke scènes opneemt,
mensen ’s nachts opneemt, landschappen
opneemt, aan de kust opneemt of
sneeuwlandschappen opneemt, vuurwerk
opneemt, of opneemt met voorrang voor de
sluitertijd, zoals bij bewegende scènes,
gebruikt u de onderstaande functies om de
beeldkwaliteit te verhogen.
Vuurwerkfunctie
Vuurwerk wordt in al haar pracht
opgenomen door de scherpstelafstand op
oneindig te stellen. De sluitertijd wordt
langer, dus is het gebruik van een statief aan
te bevelen.
• U kunt de sluitertijd veranderen door een EVwaarde in te stellen (blz. 47).
• U kunt de kleurbalans niet instellen.
Korte-sluitertijdfunctie
Gebruik deze functie om bewegende
onderwerpen buitenshuis of op andere
heldere verlichte plaatsen op te nemen.
Sneeuwfunctie
Bij het opnemen van sneeuwscènes of
andere plaatsen waar de gehele omgeving
wit lijkt, gebruikt u deze functie om fletse
kleuren te voorkomen en heldere, scherpe
beelden op te nemen.
• De flitser staat op
flitsen).
• De sluitertijd wordt korter, dus onderwerpen
opgenomen op donkere plaatsen worden
donkerder.
• De flitser staat op (altijd flitsen) of
(niet
flitsen).
Strandfunctie
Bij het opnemen van scènes aan zee of langs
het meer, wordt met deze functie de blauwe
kleur van het water duidelijk opgenomen.
(altijd flitsen) of
(niet
Landschapsfunctie
Om alleen de achtergrond scherp te laten
uitkomen, zoals voor landschapsopnamen,
enz.
• U kunt geen beelden in macro opnemen.
• De flitser staat op (altijd flitsen) of
(niet
flitsen).
• U kunt geen beelden in macro opnemen.
• De flitser kan niet worden gebruikt.
NL
58
• De flitser staat op
flitsen).
(altijd flitsen) of
(niet
Schemer-portretfunctie
Geschikt voor het maken van
portretopnamen op donkere plaatsen. Voor
het maken van scherpe opnamen van
mensen op donkere plaatsen zonder dat
daarbij de donkere sfeer van de omgeving
verloren gaat. De sluitertijd wordt langer,
dus we raden u aan een statief te gebruiken
om trillen van het beeld te voorkomen.
MENU
Regelknop
Modusdraaiknop
• Als u
(vuurwerkfunctie),
(schemerportretfunctie) of
(schemerfunctie) instelt
en daarna opneemt in de Bracket-functie
(alleen DSC-P10/P12), in de Burst 3-functie
(DSC-P10/P12) of in de Burst 2-functie (DSCP8), wordt de sluitertijd korter, dus het beeld
wordt misschien niet opgenomen zoals u het
bedoeld had.
• De instelling blijft ook na het uitschakelen van
de camera bewaard.
a Zet de modusdraaiknop op
SCN.
Schemerfunctie
Hiermee kunt u nachtelijke scènes opnemen
vanaf grote afstand zonder de atmosfeer van
de donkere omgeving te verliezen. De
sluitertijd wordt langer, dus we raden u aan
een statief te gebruiken om trillen van het
beeld te voorkomen.
• U kunt geen beelden in macro opnemen.
• De flitser kan niet worden gebruikt.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies [SCN] met b en kies
daarna met v/V de gewenste
modus.
Annuleren van de scènekeuze
Zet de modusdraaiknop op een andere
functie.
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
• De flitser gaat altijd af, ongeacht de helderheid
van de omgeving.
NL
59
Lange sluitertijd NR
De NR-lange-sluitertijdfunctie verwijdert de
storing uit opgenomen beelden en levert
heldere beelden op. Wanneer de sluitertijd
lang is, stelt de camera automatische de NRlange-sluitertijdfunctie in en verschijnt "NR"
naast de sluitertijd-indicatie.
F2.8
NR2''
Druk de sluiterknop
volledig in.
Speciale effecten
toevoegen
— Beeldeffect
MENU
Regelknop
Modusdraaiknop
Modusdraaiknop:
/SCN/
U kunt beelden digitaal bewerken om
speciale effecten tot stand te brengen.
Solarize
B&W (alleen DSC-P8)
r
Daarna wordt het
scherm zwart.
a Zet de modusdraaiknop op
, SCN of
.
Capturing
r
Processing
Tenslotte, nadat
"Processing" is uit
gegaan, is het beeld
opgenomen.
Het contrast is
helderder en het
beeld oogt als een
illustratie.
Het beeld is
monochroom
(zwart-wit).
Sepia
Neg.Art
• Om de invloed van trillingen te
elimineren, raden we u aan een statief te
gebruiken.
NL
Het menu verschijnt.
c Kies [PFX] (P. Effect) met b/B
en kies daarna met v/V de
gewenste modus.
Om het beeldeffect te annuleren
Kies [Off] in stap 3.
Het beeld is sepia,
zoals een oude foto.
60
b Druk op MENU.
Kleur en helderheid
van het beeld zijn
omgekeerd, zoals bij
een negatief.
Geavanceerd bekijken van stilstaande beelden
Enkel scherm
60min
VGA
101
Select Folder
102
Folder Name:
No. Of Files:
Created:
— Map
Modusdraaiknop:
102MSDCF
9
2003 7 4
1:05:34 AM
OK
Cancel
Kies de map waarin de beelden die u wilt
weergeven zijn opgeslagen.
OK
9/9
2/2
101-0009
2003 7 4 10:30PM
BACK/NEXT
VOLUME
BACK/NEXT
Index-scherm (met negen beelden)
e Kies [OK] met v en druk
daarna op z.
MENU
Regelknop
De keuze annuleren
Modusdraaiknop
Kies bij stap 5 [Cancel].
SINGLE DISPLAY
Wanneer meerdere mappen zijn
aangemaakt in de "Memory
Stick"
a Zet de modusdraaiknop op
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies [Folder] met b en druk
daarna op z.
.
Wanneer het eerste of laatste beeld in de
map wordt weergegeven, verschijnen de
volgende indicaties op het scherm.
: U kunt naar de voorgaande map gaan.
: U kunt naar de volgende map gaan.
: U kunt naar zowel de volgende als
voorgaande map gaan.
MOVE
Index-scherm (met drie beelden)
Aperture Value:
Shutter Speed:
Exposure Value:
ISO:
101-0001
SINGLE DISPLAY
Geavanceerd bekijken van stilstaande beelden
d Kies de gewenste map met
b/B.
Een map kiezen en
beelden weergeven
F2.8
1/30
0.0
100
2003 7 4 10:30PM
BACK/NEXT
• Wanneer er geen beelden zijn opgeslagen in de
map, wordt de melding "No file in this folder"
afgebeeld.
• U kunt beelden weergeven van de map met de
laatst opgenomen beelden, zonder een map te
kiezen.
NL
61
Een deel van een
stilstaand beeld
vergroten
Modusdraaiknop:
U kunt een deel van een beeld vergroten tot
vijfmaal het oorspronkelijke formaat. U
kunt het vergrote beeld ook vastleggen als
een nieuw bestand.
e Pas het beeldformaat aan met
de W/T-zoomtoets.
Een beeld vergroten
— Weergavezoom
a Zet de modusdraaiknop op
.
b Geef het beeld weer dat u wilt
vergroten.
c Druk op de T-zoomtoets om op
het beeld in te zoomen.
d Selecteer het gewenste deel
van het beeld met v/V/b/B.
MENU
Druk op v
Druk op z.
Regelknop
Modusdraaiknop
Zoomtoets
Druk
op b
Druk
op B
Druk op V
v: Om meer van de bovenkant van het
beeld te zien
V: Om meer van de onderkant van het
beeld te zien
b: Om meer van de linkerkant van het
beeld te zien
B: Om meer van de rechterkant van het
beeld te zien
NL
62
Om de weergavezoom uit te
schakelen
• U kunt de weergavezoom niet gebruiken voor
bewegende beelden (MPEG Movie), Clip
Motion-beelden en Multi Burst-beelden.
• Als u op de W-zoomtoets drukt terwijl een nietvergroot beeld wordt weergegeven, schakelt het
LCD-scherm over op het index-scherm
(blz. 33).
• U kunt de beelden die worden weergegeven met
de functie Quick Review (blz. 24) vergroten
door de stappen c t/m e uit te voeren.
a Druk na de weergavezoom op
MENU.
Het menu verschijnt.
b Kies [Trimming] met B en druk
daarna op z.
c Kies het beeldformaat met v/V
en druk daarna op z.
Het beeld is opgenomen en het beeld
op het scherm keert na het opnemen
terug naar het normale formaat.
• Het getrimde beeld wordt opgenomen als het
meest recente beeld in de gekozen opnamemap,
terwijl het oorspronkelijke beeld bewaard blijft.
• De kwaliteit van de getrimde beelden kan iets
lager zijn.
• Een beeldformaat van 3:2 kan niet worden
getrimd.
Stel de volgende onderdelen in met
v/V/b/B.
Weergave van
opeenvolgende
beelden
Interval
3 sec/5 sec/10 sec/30 sec/1 min
— Diavoorstelling
Modusdraaiknop:
U kunt de vastgelegde beelden op volgorde
weergeven. Deze functie is handig voor het
controleren van uw beelden of voor
presentaties, enz.
MENU
Regelknop
Modusdraaiknop
Image
Folder: Geeft alle beelden in de
gekozen map weer.
All:
Geeft alle beelden weer in de
"Memory Stick".
Repeat
On: Continu herhaalde weergave van
beelden
Off: Nadat alle beelden zijn
weergegeven, eindigt de
diavoorstelling.
d Kies [Start] met V/B en druk
daarna op z.
Geavanceerd bekijken van stilstaande beelden
Een vergroot beeld
vastleggen — Trimmen
De diavoorstelling begint.
Om de instelling van de
diavoorstelling uit te schakelen
Kies bij stap 3 [Cancel].
a Zet de modusdraaiknop op
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies [Slide] met b/B en druk
daarna op z.
.
Om te stoppen met de weergave
van de diavoorstelling
Druk op z, kies [Exit] met B en druk
daarna opnieuw op z.
NL
63
Om tijdens de diavoorstelling
rechtstreeks naar het volgende/
vorige beeld te gaan
Stilstaande beelden
roteren
Druk op B (volgende) of b (vorige).
— Roteren
• De intervaltijd-instellingen zijn slechts
richtlijnen, dus deze kunnen variëren
afhankelijk van het beeld.
MENU
Regelknop
Modusdraaiknop
Modusdraaiknop:
U kunt een beeld opgenomen in
portretformaat roteren en weergeven in
landschapsformaat.
a Zet de modusdraaiknop op
en geef het beeld weer dat u
wilt roteren.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies [Rotate] met b/B en druk
daarna op z.
d Kies
met v, en roteer
vervolgens het beeld met b/B.
e Kies [OK] met v/V en druk
daarna op z.
Stoppen met roteren
Kies [Cancel] in stap 4 of 5, en druk
vervolgens op z.
NL
64
Beelden opgenomen
in de Multi Burst
functie weergeven
Modusdraaiknop:
U kunt Multi Burst-beelden continu
weergeven of deze frame-voor-frame
weergeven. Deze functie wordt gebruikt om
het beeld te controleren.
MENU
Continu weergeven
a Zet de modusdraaiknop op
.
b Kies het Multi Burst-beeld met
b/B.
Het gekozen Multi Burst-beeld wordt
continu weergegeven.
60min
101
101-0014
PAUSE
14/14
2003 7 4 10:30PM
BACK/NEXT
VOLUME
Regelknop
Modusdraaiknop
Het weergeven pauzeren
Druk op z. Om het weergeven te hervatten,
drukt u nogmaals op z. Het weergeven
wordt hervat vanaf het frame afgebeeld op
het LCD-scherm.
Geavanceerd bekijken van stilstaande beelden
• U kunt beveiligde beelden, bewegende beelden
(MPEG Movie) en beelden die zijn opgenomen
in de modus Clip Motion of Multi Burst niet
roteren.
• Beelden die met andere camera’s zijn
opgenomen, kunnen soms niet worden
geroteerd.
• Wanneer u beelden bekijkt op een computer is
het mogelijk dat het roteren van het beeld niet
op de computer wordt uitgevoerd, afhankelijk
van de software.
• Wanneer de beelden op een computer worden
weergegeven, zullen de 16 frames die u hebt
opgenomen allemaal tegelijkertijd worden
weergegeven als onderdeel van hetzelfde beeld.
• Wanneer Multi Burst-beelden worden
weergegeven op de camera zonder de Multi
Burst-functie, worden de 16 frames allemaal
tegelijkertijd weergegeven als onderdeel van
hetzelfde beeld, net als op een computer.
NL
65
Frame-voor-frame
weergeven
Naar de normale weergave
terugkeren
— Jog-weergave
Druk op z in stap 4. Het weergeven
wordt hervat vanaf het frame afgebeeld op
het LCD-scherm.
a Zet de modusdraaiknop op
.
b Kies het Multi Burst-beeld met
b/B.
Het gekozen Multi Burst-beeld wordt
continu weergegeven.
c Druk op z wanneer het
gewenste frame wordt
weergegeven.
"Step" verschijnt.
60min
101
14/14
Step
12/16
101-0014
PLAY
2003 7 4 10:30PM
FRAME BACK/NEXT VOLUME
d Draai het frame door met b/B.
B:Het volgende frame wordt
afgebeeld. Wanneer u B ingedrukt
houdt, blijven de frames
doordraaien.
b:Het voorgaande frame wordt
afgebeeld. Wanneer u b ingedrukt
houdt, blijven de frames
achterwaarts doordraaien.
NL
66
Opgenomen beelden wissen
Wanneer u deze functie gebruikt, kunt u
niet alleen bepaalde frames wissen.
Wanneer u beelden wist, worden alle 16
frames tegelijkertijd gewist.
1 Geef het gewenste Multi Burst-beeld
weer dat u wilt wissen.
2 Druk op
(wissen).
3 Kies [Delete] en druk daarna op z.
Alle frames worden gewist.
Stilstaande beelden monteren
Beelden beveiligen
— Beveiliging
Modusdraaiknop:
a Zet de modusdraaiknop op
b Laat met b/B het beeld
verschijnen dat u wilt
beveiligen.
c Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
d Kies [Protect] met b/B en druk
daarna op z.
Het weergegeven beeld is beveiligd.
De indicatie - (beveiliging)
verschijnt op het beeld.
MENU
Regelknop
Modusdraaiknop
.
60min
VGA
101
2/9
Zoomtoets
Protect
Exit
OK
BACK/NEXT
e Om verder te gaan en andere
beelden te beveiligen, kiest u
het gewenste beeld met b/B,
en drukt u vervolgens op z.
Om de beveiliging te annuleren
Druk bij stap 4 of 5 opnieuw op z. De
- indicatie gaat uit.
In de index-modus (met
negen beelden)
a Zet de modusdraaiknop op
druk daarna op de zoom-Wtoets (index) om het indexscherm met negen beelden
weer te geven.
,
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies [Protect] met b/B en druk
daarna op z.
d Kies [Select] met b/B en druk
daarna op z.
e Kies met v/V/b/B het beeld dat
u wilt beveiligen en druk
daarna op z.
Stilstaande beelden monteren
Met deze functie kunt u beelden beveiligen
tegen per ongeluk wissen. Bij het
formatteren van een "Memory Stick"
(blz. 39) worden alle beelden die op die
"Memory Stick" zijn vastgelegd gewist,
ook indien deze beveiligd zijn.
In de enkelbeeld-modus
De groene indicatie - verschijnt op
het gekozen beeld.
SELECT
MOVE
MENU
TO NEXT
f Herhaal stap 5 om andere
beelden te beveiligen.
g Druk op MENU.
NL
67
h Kies [OK] met B en druk
daarna op z.
De - indicatie wordt wit. De
geselecteerde beelden zijn beveiligd.
Om de beveiligingsfunctie te
verlaten
Kies bij stap 4 de optie [Cancel] of kies bij
stap 8 de optie [Exit] en druk daarna op z.
Om de beveiliging van
afzonderlijke beelden te
annuleren
Kies het beeld waarvan u de beveiliging
wilt annuleren met v/V/b/B in stap 5, en
druk daarna op z. De - indicatie wordt
grijs. Herhaal deze procedure voor alle
beelden waarvan u de beveiliging wilt
annuleren. Druk op MENU, kies [OK] en
druk daarna op z.
In de index-modus (met drie
beelden)
a Zet de modusdraaiknop op
,
en druk daarna tweemaal op
de zoom-W-toets (index) om
het index-scherm met drie
beelden weer te geven.
b Laat met b/B het te beveiligen
beeld in het midden
verschijnen.
c Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
d Kies [Protect] met v/V en druk
daarna op z.
Het beeld in het midden wordt
beveiligd. Op het beeld verschijnt de
indicatie -.
Alle beelden in een map
beveiligen
Kies bij stap 4 de optie [All In Folder] en
druk op z. Kies [On] en druk daarna op z.
De beveiliging van alle beelden
in een map annuleren
Kies bij stap 4 de optie [All In Folder] en
druk op z. Kies [Off] en druk daarna op z.
NL
68
DPOF
Protect
Folder
101-0002
OK
2003 7 4 10:30PM
BACK/NEXT
e Om andere beelden te
beveiligen, laat u met b/B het
te beveiligen beeld in het
midden verschijnen en
herhaalt u stap 4.
Afzonderlijk ingestelde
beveiliging annuleren
Kies het beeld waarvan u de beveiliging
wilt annuleren en druk daarna bij stap 4 op
z. Om de beveiliging van alle beelden te
annuleren, herhaalt u deze procedure voor
elk beeld.
c Druk op MENU.
Beeldformaat
veranderen
Het menu verschijnt.
d Kies [Resize] met b/B en druk
daarna op z.
— Formaat veranderen
e Kies met v/V het gewenste
formaat en druk daarna op z.
Modusdraaiknop:
Het beeld met het nieuwe formaat
wordt opgenomen en opgeslagen in de
opnamemap als het meest recente
bestand.
Om de verandering van het
formaat te annuleren
Kies [Cancel] in stap 5.
MENU
— Afdrukmarkering (DPOF)
Modusdraaiknop:
U kunt stilstaande beelden opgenomen met
uw camera markeren om later af te drukken.
Deze functie is handig wanneer u beelden
wilt laten afdrukken in een winkel of een
printer gebruikt die compatibel is met de
DPOF-standaard (Digital Print Order
Format).
MENU
• Van bewegende beelden (MPEG Movie) en
beelden die zijn opgenomen in de Clip Motionof Multi Burst-modus kan het formaat niet
worden veranderd.
• Wanneer u van een klein formaat overschakelt
op een groot formaat, gaat de beeldkwaliteit
achteruit.
• Een beeld kan niet naar een beeldformaat van
3:2 worden veranderd.
• Wanneer u het formaat van een 3:2 beeld
verandert, worden de zwarte banden onderaan
en bovenaan het scherm weergegeven.
Regelknop
Modusdraaiknop
a Zet de modusdraaiknop op
Regelknop
Modusdraaiknop
Stilstaande beelden monteren
U kunt het formaat van een vastgelegd
beeld veranderen en het gewijzigde beeld
opslaan als een nieuw bestand.
U hebt de keuze uit de volgende formaten.
5.0M (DSC-P10/P12), 3.1M, 2.0M (DSCP8), 1.2M, VGA
Ook nadat u het formaat hebt veranderd,
blijft het oorspronkelijke beeld bewaard.
Een afdrukmarkering
aanbrengen op
beelden
Zoomtoets
.
b Laat met b/B het beeld
verschijnen waarvan u het
formaat wilt veranderen.
NL
69
• Bewegende beelden (MPEG Movie) of beelden
die in de Clip Motion-modus zijn opgenomen
kunnen niet worden voorzien van een
afdrukmarkering.
• In de e-mailfunctie wordt een afdrukmarkering
(DPOF) geplaatst op het normale beeldformaat
dat tegelijkertijd werd opgenomen.
• Wanneer u een afdrukmarkering aanbrengt op
beelden die zijn opgenomen in de Multi Burstmodus, worden alle beelden afgedrukt op één
vel dat is onderverdeeld in 16 panelen.
In de enkelbeeld-modus
a Zet de modusdraaiknop op
.
b Laat met b/B het beeld dat u
wilt markeren, verschijnen.
c Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
d Kies [DPOF] met b/B en druk
daarna op z.
Op het weergegeven beeld wordt de
markering
aangebracht.
60min
VGA
101
In de index-modus (met
negen beelden)
a Zet de modusdraaiknop op
,
en druk daarna op de zoom-Wtoets (index) om het indexscherm met negen beelden
weer te geven.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies [DPOF] met B en druk
daarna op z.
2/9
d Kies [Select] met b/B en druk
daarna op z.
DPOF
Exit
OK
BACK/NEXT
e Om verder te gaan en andere
beelden te markeren, geeft u
het gewenste beeld weer met
b/B, en drukt u vervolgens op
z.
• U kunt de afdrukmarkering
aanbrengen op [All In Folder].
e Kies met v/V/b/B het beeld dat
u wilt markeren en druk daarna
op z.
De groene markering
op het gekozen beeld.
De afdrukmarkering
verwijderen
Druk bij stap 4 of 5 opnieuw op z. Het
symbool
gaat uit.
NL
70
niet
SELECT
MOVE
MENU
TO NEXT
verschijnt
f Herhaal stap 5 om andere
beelden te markeren.
In de index-modus (met drie
beelden)
De afdrukmarkering
verwijderen
g Druk op MENU.
a Zet de modusdraaiknop op
,
en druk daarna tweemaal op
de zoom-W-toets (index) om
het index-scherm met drie
beelden weer te geven.
Druk bij stap 4 opnieuw op z. Het
symbool
gaat uit. Herhaal deze
bediening voor alle beelden waarvan u de
afdrukmarkering wilt verwijderen.
h Kies [OK] met B en druk
daarna op z.
is
Verwijderen van de
afdrukmarkeringen
Kies bij stap 5 de beelden waarvan u de
afdrukmarkering wilt verwijderen en druk
daarna op z.
Alle markeringen
opheffen
in een map
Kies bij stap 4 de optie [All In Folder] en
druk daarna op z. Kies [Off] en druk
daarna op z.
Om de functie voor het
aanbrengen van
afdrukmarkering
te verlaten
Kies bij stap 4 [Cancel] of kies bij stap 8
[Exit].
b Laat met b/B het te markeren
beeld in het midden
verschijnen.
c Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
d Kies [DPOF] met v en druk
daarna op z.
De markering
wordt aangebracht
op het beeld in het midden.
Stilstaande beelden monteren
De indicatie
wordt wit. Het
aanbrengen van de markering
voltooid.
DPOF
Protect
Folder
101-0002
OK
2003 7 4 10:30PM
BACK/NEXT
e Om verder te gaan en andere
beelden te markeren, geeft u
het beeld dat u wilt afdrukken
in het midden weer met b/B,
en herhaalt u stap 4.
NL
71
Bewegende beelden bekijken
c Kies het gewenste formaat met
v/V.
Opnemen van
bewegende beelden
U kunt kiezen uit 640 (VGA) of 160
(Mail).
Nadere bijzonderheden over de
opnameduur van de verschillende
beeldformaten vindt u op blz. 104.
Modusdraaiknop:
U kunt bewegende beelden opnemen met
uw camera.
d Druk de sluiterknop volledig
in.
Alvorens te beginnen
Zet bij SET UP instellingen de optie
[Moving Image] op [MPEG Movie] (blz. 41
en 110).
"REC" verschijnt op het scherm en de
camera begint met de opname van het
beeld en geluid.
Indicaties tijdens het opnemen
De indicaties op het scherm worden niet
mee opgenomen.
Bij iedere druk op
, verandert de status
van het LCD-scherm als volgt: Indicaties
uit t LCD-scherm uit t Indicaties aan.
Er wordt geen histogram weergegeven.
Een uitvoerige beschrijving van de
indicaties vindt u op blz. 119.
Opnemen van dichtbij (Macro)
Zet de modusdraaiknop op
procedure op blz. 26.
en volg de
101
60min
VGA
REC 00:00:02[00:10:48]
Regelknop
Zelfontspanner gebruiken
Zet de modusdraaiknop op
procedure op blz. 27.
Modusdraaiknop
Sluiter
• Het opnemen stopt wanneer de "Memory
Stick" vol is.
e Druk de sluiterknop opnieuw
helemaal in om met opnemen
te stoppen.
MENU
a Zet de modusdraaiknop op
b Druk op
(Beeldformaat).
Het instelmenu Beeldformaat wordt
afgebeeld.
NL
72
.
en volg de
• Raak de microfoon niet aan (blz. 8) tijdens het
opnemen van bewegende beelden.
• De flitser kan niet worden gebruikt.
• Op bewegende beelden worden de datum en
tijd niet geprojecteerd.
• De zoomfunctie kan niet worden gebruikt
tijdens het opnemen van bewegende beelden.
Bewegende beelden
bekijken op het LCDscherm
60min
101
Modusdraaiknop:
101_0010
PLAY
U kunt bewegende beelden bekijken op het
LCD-scherm met het geluid uit de
luidspreker.
Om de bewegende beelden
vooruit of terug te spoelen
160
10/10
00:00:00
Druk tijdens het weergeven op B (cueweergave) of op b (review-weergave).
Om terug te keren naar normale weergave,
drukt u op z.
2003 7 4 10:30PM
BACK/NEXT
VOLUME
Bewegende beelden van het formaat
[640 (VGA)] worden op het volledige
scherm weergegeven.
c Druk op z.
Regelknop
Modusdraaiknop
60min
160
101
101_0010
STOP
10/10
00:00:03
2003 7 4 10:30PM
REV/CUE
Weergavebalk
VOLUME
Luidspreker
Om de weergave te stoppen
a Zet de modusdraaiknop op
b Kies met b/B het gewenste
bewegende beeld.
.
Elke keer wanneer u
indrukt,
verandert de status van het scherm als volgt:
Indicaties uit t LCD-scherm uit t
Indicaties aan.
Er wordt geen histogram afgebeeld.
Een uitvoerige beschrijving van de
indicaties vindt u op blz. 120.
• De procedure voor het bekijken van bewegende
beelden op een TV is dezelfde als voor het
bekijken van stilstaande beelden (blz. 34).
• Bewegende beelden die zijn opgenomen met
voorgaande Sony-modellen kunnen ook een
formaat kleiner worden weergegeven.
Bewegende beelden bekijken
De bewegende beelden en het geluid
worden weergegeven.
Tijdens weergave verschijnt B
(weergave) op het scherm.
Indicaties tijdens het bekijken
van bewegende beelden
Druk opnieuw op z.
Om het volume af te stellen
Druk op v/V om het volume af te stellen.
Bewegende beelden van het formaat
[160 (Mail)] worden in een kleiner
formaat weergegeven dan stilstaande
beelden.
NL
73
Bewegende beelden
wissen
Modusdraaiknop:
Ongewenste bewegende beelden kunt u
wissen.
In de enkelbeeld-modus
a Zet de modusdraaiknop op
.
b Laat met b/B de bewegende
beelden verschijnen die u wilt
wissen.
c Druk op
(wissen).
De bewegende beelden zijn op dit
moment nog niet gewist.
Regelknop
Modusdraaiknop
Zoomtoets
d Kies [Delete] met v en druk
daarna op z.
Wanneer de melding "Memory Stick
access" uit gaat, zijn de bewegende
beelden gewist.
e Om verder te gaan en andere
bewegende beelden te wissen,
geeft u de bewegende beelden
weer die u wilt wissen met
b/B, en herhaalt u vervolgens
stap 4.
In de index-modus (met
negen beelden)
a Zet de modusdraaiknop op
druk daarna op de zoom-Wtoets (index) om het indexscherm met negen beelden
weer te geven.
b Druk op
,
(wissen).
De bewegende beelden zijn op dit
moment nog niet gewist.
c Kies [Select] met b/B en druk
daarna op z.
d Kies met v/V/b/B de
bewegende beelden die u wilt
wissen en druk daarna op z.
De groene indicatie
(wissen)
verschijnt op de gekozen bewegende
beelden.
Om te stoppen met wissen
Kies [Exit] in stap 4 of 5.
SELECT
MOVE
TO NEXT
De bewegende beelden zijn op dit
moment nog niet gewist.
NL
74
e Herhaal stap 4 om andere
bewegende beelden te wissen.
f Druk op
(wissen).
g Kies [OK] met B en druk
daarna op z.
Wanneer de melding "Memory Stick
access" uit gaat, zijn de bewegende
beelden gewist.
Om te stoppen met wissen
Kies [Exit] in stap 3 of 7 .
Kies bij stap 3 de optie [All In Folder] en
druk daarna op z. Om te stoppen met
wissen, kiest u met b de optie [Cancel] en
daarna drukt u op z.
a Zet de modusdraaiknop op
,
druk daarna tweemaal op de
zoom-W-toets (index) om het
index-scherm met drie beelden
weer te geven.
b Geef de bewegende beelden
die u wilt wissen in het midden
weer met b/B.
c Druk op
(wissen).
Delete
Exit
101_0010
• OK
2003 7 4 10:30PM
BACK/NEXT
De bewegende beelden zijn op dit
moment nog niet gewist.
d Kies [Delete] met v en druk
daarna op z.
Bewegende beelden
bewerken
Modusdraaiknop:
U kunt bewegende beelden knippen of
overbodige gedeelten wissen. Dit is de
aanbevolen modus om te gebruiken
wanneer de capaciteit van de "Memory
Stick" onvoldoende is, of wanneer u
bewegende beelden aan uw e-mailberichten
wilt hangen.
Toewijzen van
bestandsnummers wanneer
bewegende beelden worden
geknipt
De geknipte bewegende beelden krijgen
nieuwe nummers toegewezen en worden in
de gekozen opnamemap opgeslagen als de
meest recente bestanden. De
oorspronkelijke bewegende beelden
worden gewist en dat nummer wordt
overgeslagen.
Bewegende beelden bekijken
Alle bewegende beelden in een
map wissen
In de index-modus (met drie
beelden)
Wanneer de melding "Memory Stick
access" uit gaat, zijn de bewegende
beelden die in het midden van het
index-scherm stonden gewist.
Om te stoppen met wissen
Kies bij stap 4 de optie [Exit] en druk
daarna op z.
NL
75
Knippen van bewegende
beelden
<Voorbeeld> Knippen van bewegende
beelden genummerd 101_0002
MENU
101_0003
101_0001
a Zet de modusdraaiknop op
Regelknop
Modusdraaiknop
1
3
2
101_0002
1. Knippen van scène A.
1
A
3
101_0004
A
Het menu verschijnt.
d Kies [Divide] met B en druk
daarna op z. Kies vervolgens
[OK] met v en druk daarna op
z.
Knippunt 101_0002
3
b Kies de bewegende beelden
die u wilt knippen met b/B.
c Druk op MENU.
B
2
2. Knippen van scène B.
1
2
B
101_0005 Knippunt
3. Wissen van scènes A en B als deze
overbodig zijn.
101_0004
101_0007
Het weergeven van de bewegende
beelden begint.
e Kies een knippunt.
Druk op de midden z op het gewenste
knippunt.
60min
160
101
1
3
A
B
2
101_0006
Wissen
3
2
101_0006
NL
76
Divide
10/10
00:00:02
Dividing
Point
OK
Cancel
Exit
Wissen
4. Alleen de gewenste scènes blijven
over.
1
.
OK
Als u het knippunt wilt aanpassen,
drukt u op [c/C] (frame vooruit/
terugspoelen) en past u het knippunt
aan met b/B. Als u een ander
knippunt wilt kiezen, kiest u [Cancel].
Het weergeven van de bewegende
beelden begint opnieuw.
f Als u een knippunt hebt
gekozen, kiest u [OK] met v/V
en drukt u op z.
g Kies [OK] met v en druk
daarna op z.
De bewegende beelden worden
geknipt.
Het knippen annuleren
Wissen van overbodige
gedeelten van bewegende
beelden
a Knip een overbodig gedeelte
van de bewegende beelden
(blz. 76).
b Geef het gedeelte weer van de
bewegende beelden dat u wilt
wissen.
c Druk op
(wissen).
De bewegende beelden zijn nu nog niet
gewist.
d Kies [Delete] met v en druk
daarna op z.
De bewegende beelden die op dat
moment op het scherm worden
weergegeven worden gewist.
Bewegende beelden bekijken
Kies [Exit] in stap 5 of 7. De bewegende
beelden worden weer op het scherm
weergegeven.
• U kunt de onderstaande beelden niet knippen.
– Clip Motion
– Multi Burst
– Stilstaand beeld
– MPEG-bestanden van bewegende beelden die
niet lang genoeg zijn om te knippen
– Beveiligde MPEG-bestanden
• U kunt bestanden niet herstellen nadat u ze hebt
geknipt.
• De oorspronkelijke bewegende beelden worden
gewist nadat ze zijn geknipt.
• De geknipte bewegende beelden worden
opgenomen als de meest recente bestanden in
de gekozen opnamemap.
NL
77
Bekijken van de beelden op uw computer
Beelden kopiëren
naar uw computer
— Voor gebruikers van
Windows
Aanbevolen
computeromgeving
Besturingssysteem: Microsoft
Windows 98, Windows 98SE, Windows
2000 Professional, Windows Millennium
Edition, Windows XP Home Edition of
Windows XP Professional
Het bovenstaande besturingssysteem dient
in de fabriek te zijn geïnstalleerd. De juiste
werking kan niet worden gegarandeerd in
een computeromgeving die is
opgewaardeerd tot de hierboven beschreven
besturingssystemen of in een
computeromgeving met meerdere
besturingssystemen.
CPU: MMX Pentium 200 MHz of sneller
USB-poort: Standaard geleverd
Beeldscherm: 800 × 600 beeldpunten
(pixels) of meer High Color (16-bit kleuren,
65.000 kleuren) of beter
NL
78
• Indien u twee of meer USB-apparaten tegelijk
op één en dezelfde computer aansluit, zal
bepaalde apparatuur, met inbegrip van uw
camera, al naar gelang het type USBapparatuur mogelijk niet werken.
• Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste
werking niet worden gegarandeerd.
• Voor alle bovenstaande aanbevolen
computeromgevingen kan een behoorlijke
werking niet worden gegarandeerd.
USB-modus
Er zijn twee modi voor een USBverbinding, de [Normal]-modus en de
[PTP]*-modus. De fabrieksinstelling is de
[Normal]-modus.
* Alleen compatibel met Windows XP. Indien
aangesloten op een computer, worden alleen de
gegevens in de map die is geselecteerd door de
camera gekopieerd naar de computer. Om een
map te selecteren, volgt u de procedure vanaf
stap 2 op blz. 61.
Communicatie met uw
computer
Na herstel van uw computer vanuit de
Suspend- of Sleep-modus is de kans
aanwezig dat de communicatie tussen uw
camera en uw computer niet op hetzelfde
moment hersteld wordt.
Wanneer uw computer niet is
uitgerust met een USB-poort
Wanneer zowel een USB-poort als een
"Memory Stick"-gleuf niet aanwezig zijn,
kunt u beelden kopiëren via een extern
apparaat. Zie de Sony-website voor
informatie.
http://www.sony.net/
Inhoud van de CD-ROM
x USB-stuurprogramma
Dit stuurprogramma is noodzakelijk om de
camera aan te sluiten op een computer.
• Indien u Windows XP gebruikt, hoeft u het
USB-stuurprogramma niet te installeren.
x Image Transfer
Deze applicatie wordt gebruikt om de
beelden vanaf de camera gemakkelijk over
te dragen naar een computer.
x ImageMixer
Deze applicatie wordt gebruikt om de
beelden die in de computer zijn opgeslagen
gemakkelijk weer te geven en te bewerken.
• Dit deel beschrijft het Windows Me-scherm als
voorbeeld. De vereiste bediening kan al naar
gelang uw besturingssysteem verschillend zijn.
• Sluit alle programma’s die op de
computer draaien af alvorens het USBstuurprogramma en het
softwareprogramma te installeren.
• Bij gebruik van Windows XP of Windows
2000, logt u in als beheerder (Administrators).
• De monitor dient ingesteld te zijn op 800 × 600
beeldpunten (pixels) en High Color (16-bits
kleuren, 65.000 kleuren) of beter. Indien
ingesteld op minder dan 800 × 600 beeldpunten
of 256 kleuren of minder, verschijnt het
modelkeuzescherm niet.
Het USB-stuurprogramma
installeren
Indien u Windows XP gebruikt, hoeft u het
USB-stuurprogramma niet te installeren.
Als het USB-stuurprogramma eenmaal is
geïnstalleerd, hoeft u het USBstuurprogramma niet nogmaals te
installeren.
Sluit uw camera nu nog niet aan op
uw computer.
Het modelkeuzescherm verschijnt.
Indien het niet verschijnt, dubbelklik
dan op
(My Computer) t
[ImageMixer] in die volgorde.
Het "InstallShield Wizard"-scherm
verschijnt.
d Klik op [Next]. Wanneer het
"Information" (informatie)scherm verschijnt, klikt u op
[Next].
b Klik op [Cyber-shot] op het
modelkeuzescherm.
Het installatiemenuscherm wordt
afgebeeld.
e Kies [Yes, I want to restart my
computer now] (Ja, ik wil mijn
computer nu opnieuw
opstarten) en klik daarna op
[Finish].
De computer wordt opnieuw opgestart.
Hierna kunt u de USB-aansluiting tot
stand brengen.
Bekijken van de beelden op uw computer
a Start de computer op en plaats
de bijgeleverde CD-ROM in het
CD-ROM-station.
c Klik op [USB Driver] (USBstuurprogramma) op het
installatiemenuscherm.
Het installeren van het USBstuurprogramma begint. Nadat het
installeren klaar is, wordt een
mededeling hieromtrent op het scherm
afgebeeld.
NL
79
"Image Transfer" installeren
U kunt de "Image Transfer"-software
gebruiken om de beelden automatisch naar
de computer te kopiëren nadat de camera
met behulp van de bijgeleverde USB-kabel
op de computer is aangesloten.
c Klik op [Next]. Wanneer het
"Licence Agreement"
(licentieovereenkomst)scherm verschijnt, klikt u op
[Yes].
e Kies de map die moet worden
geïnstalleerd en klik daarna op
[Next].
Kies de programmamap en klik
daarna op [Next].
a Klik op [Cyber-shot] op het
modelkeuzescherm.
Het installatiemenuscherm verschijnt.
b Klik op [Image Transfer] op het
installatiemenuscherm.
Kies de gewenste taal en klik
daarna op [OK].
Het scherm "Welcome to the
InstallShield Wizard" (Welkom bij de
InstallShield Wizard) verschijnt.
NL
80
• Deze tekst beschrijft het Engelse scherm.
Lees de overeenkomst aandachtig
door. Als u de voorwaarden in de
overeenkomst accepteert, gaat u verder
met de installatie. Het "Information"scherm verschijnt.
d Klik op [Next].
f Controleer dat het vakje is
aangevinkt op het "Image
Transfer Settings"
(beeldoverdracht-instellingen)scherm en klik daarna op
[Next].
Nadat het installeren klaar is, wordt
een mededeling hieromtrent op het
scherm afgebeeld.
g Klik op [Finish] (Voltooien).
Installeren van
"ImageMixer"
U kunt de "ImageMixer Ver. 1.5 for Sony"software gebruiken om beelden te kopiëren,
bekijken en bewerken. Nadere
bijzonderheden vindt u in de helpbestanden
van de software.
• Het USB-stuurprogramma is noodzakelijk om
"Image Transfer" te kunnen gebruiken. Als het
noodzakelijke stuurprogramma niet reeds op de
computer is geïnstalleerd, zal een
dialoogvenster worden afgebeeld waarin u
gevraagd wordt of u het stuurprogramma wilt
installeren. Volg de instructies die op het
scherm worden afgebeeld.
a Klik op [ImageMixer] op het
installatiemenuscherm.
Kies de gewenste taal en klik
daarna op [OK].
Het scherm "Welcome to the
InstallShield Wizard" (Welkom bij de
InstallShield Wizard) verschijnt.
c Start uw computer opnieuw op
volgens de aanwijzingen op
het scherm.
d Haal de CD-ROM eruit.
Bekijken van de beelden op uw computer
Het "InstallShield Wizard"-scherm
wordt gesloten. Als u verder wilt gaan
met het installeren van "ImageMixer",
klikt u op [ImageMixer] op het
installatiemenuscherm en volgt u de
installatieprocedure.
• Wanneer u Windows 2000 of Windows XP
gebruikt, installeert u "WinASPI".
• Als DirectX8.0a of een recentere versie niet is
geïnstalleerd op de computer, verschijnt het
"Information"-scherm. Volg de procedure op
het scherm.
• Deze tekst beschrijft het Engelse scherm.
b Volg de instructies op ieder
achtereenvolgend scherm.
Installeer "ImageMixer" volgens de
aanwijzingen op het scherm.
NL
81
De camera aansluiten op de
computer
a Plaats de "Memory Stick" met
de te kopiëren beelden in de
camera. Sluit de
netspanningsadapter aan en
steek de netspanningsadapter
in een muurstopcontact.
c Open de afdekking van de
aansluitbussen en sluit de
bijgeleverde USB-kabel aan op
de (USB)-aansluitbus van de
camera.
3
Naar een
muurstopcontact
"USB Mode Normal" verschijnt op het
LCD-scherm van de camera. Wanneer
er voor het eerst een USB-verbinding
tot stand wordt gebracht, draait uw
computer automatisch het gebruikte
programma om de camera te
herkennen. Wacht een poosje.
d Sluit de USB-kabel aan op de
computer.
NL
82
b Schakel uw computer en de
camera in.
* Tijdens communicatie zijn de
toegangsindicaties rood.
• Als "USB Mode Normal" niet verschijnt in stap
4, controleert u dat [USB Connect] is
ingesteld op [Normal] in de SET UP
instellingen (blz. 111).
Netspanningsadapter
• Wanneer u beelden kopieert naar uw computer
terwijl de camera van stroom wordt voorzien
met behulp van de accu, kan het kopiëren
mislukken of kunnen de gegevens beschadigd
raken doordat de accu leeg raakt. We raden u
aan de netspanningsadapter te gebruiken.
• Voor verdere informatie over de
netspanningsadapter, zie blz. 10.
• Voor verdere informatie over de "Memory
Stick", zie blz. 18.
USB Mode
Normal
Toegangsindicaties*
1
2
• Als u Windows XP gebruikt, verschijnt de
AutoPlay wizard automatisch op het
bureaublad. Ga verder naar stap blz. 85.
• Wanneer u een desktopcomputer gebruikt,
raden wij u aan de USB-kabel aan te sluiten op
de USB-aansluiting op het achterpaneel.
P Loskoppelen van de USBkabel van uw computer,
verwijderen van de "Memory
Stick" uit uw camera of
uitschakelen van de stroom
tijdens een USB-verbinding
Voor gebruikers van Windows 2000,
Me of XP
op de taakbalk.
— Windows 98/98SE/2000/Me
Sluit de camera aan op de computer
met behulp van de USB-kabel.
"Image Transfer" wordt opgestart en de
beelden worden automatisch naar de
computer gekopieerd. Nadat het kopiëren
klaar is, wordt "ImageMixer" automatisch
geopend en worden de beelden afgebeeld.
2 Klik op
(Sony DSC) en klik daarna
op [Stop].
Controleer dat de toegangsindicaties
(blz. 82) op het LCD-scherm wit zijn en
voer alleen bovenstaande stap 5 uit.
a Klik op [Start] en klik daarna
op [My Computer].
c Annuleer de instelling.
4 Klik op [OK].
Stap 4 is niet nodig voor Windows XP
gebruikers.
Voor gebruikers van Windows 98, 98SE
Sluit de camera aan op de computer
met behulp van de USB-kabel.
"Image Transfer" wordt automatisch
opgestart en de beelden worden
automatisch naar de computer gekopieerd.
Windows XP is zodanig ingesteld dat de OS
AutoPlay Wizard wordt geactiveerd.
Als u de instelling wilt annuleren, volgt u
onderstaande procedure.
b Klik met de rechter muisknop
op [Sony MemoryStick] en klik
daarna op [Properties].
3 Bevestig het apparaat op het
bevestigingsscherm en klik daarna op
[OK].
5 Maak de USB-kabel los, haal de
"Memory Stick" eruit, of schakel de
camera uit.
— Windows XP
• Normaal gesproken worden de "Image
Transfer" en "Date" mappen aangemaakt in de
"My Documents" map, en worden alle
beeldbestanden opgenomen met de camera naar
deze mappen gekopieerd.
• U kunt de instellingen van "Image Transfer"
veranderen (blz. 84).
1 Klik op [AutoPlay].
2 Stel [Content type] in op [Pictures].
3 Vink [Select an action to perform] aan
onder [Actions], kies [Take no action],
en klik daarna op [Apply].
4 Stel [Content type] in op [Video files]
en ga verder met stap 3. Stel
[Content type] in op [Mixed content]
en ga verder met stap 3.
5 Klik op [OK].
Het [Properties]-scherm wordt
gesloten.
De OS AutoPlay wizard start niet
automatisch, zelfs niet als de USBverbinding de volgende keer tot
stand wordt gebracht.
Bekijken van de beelden op uw computer
1 Dubbelklik
Beelden kopiëren met
"Image Transfer"
NL
83
De "Image Transfer"instellingen wijzigen
U kunt de instellingen van "Image Transfer"
veranderen. Rechterklik op het "Image
Transfer" pictogram op de taakbalk en
selecteer [Open Settings]. U kunt de
volgende instellingen maken: [Basic],
[Copy] en [Delete].
Rechterklik hier
Beelden kopiëren zonder
"Image Transfer" te
gebruiken
c Sleep de beeldbestanden naar
de map "My Documents" en zet
ze erop neer.
— Windows 98/98SE/2000/Me
De beeldbestanden worden naar de
map "My Documents" gekopieerd.
Als u niet instelt dat "Image Transfer"
automatisch wordt opgestart, kunt u de
beelden kopiëren met de volgende
procedure.
a Dubbelklik op [My Computer]
en dubbelklik daarna op
[Removable Disk].
De inhoud van de "Memory Stick" in
de camera verschijnt.
Wanneer de "Image Transfer" begint, wordt
het volgende venster afgebeeld.
• Dit deel beschrijft een voorbeeld van het
kopiëren van beelden naar de "My Documents"
map.
• Wanneer het pictogram "Removable Disk" niet
wordt afgebeeld, raadpleegt u de volgende
kolom.
• Indien u Windows XP gebruikt, raadpleeg dan
blz. 85.
b Dubbelklik op [DCIM] en
dubbelklik daarna op de map
waarin zich de gewenste
bestanden bevinden.
Wanneer u in het bovenstaande venster
[Settings] selecteert, kunt u alleen de
[Basic] instelling selecteren.
NL
84
De map gaat open.
• Wanneer u probeert een beeld te kopiëren naar
een map waarin reeds een beeld met dezelfde
bestandsnaam is opgeslagen, verschijnt een
mededeling voor overschrijven-bevestiging op
het scherm. Wanneer u het bestaande beeld
overschrijft met het nieuwe beeld, wordt het
oorspronkelijke bestand gewist.
Wanneer het pictogram van een
verwisselbare schijf niet wordt
afgebeeld
1 Klik met de rechter muisknop op [My
Computer] en klik daarna op
[Properties].
Het "System Properties"-scherm
verschijnt.
• Wanneer u Windows 2000 gebruikt, klikt u op
[Hardware] in het scherm "System Properties".
2 Controleer of andere apparaten reeds
zijn geïnstalleerd.
1 Klik op [Device Manager].
2 Dubbelklik op [ Other Devices].
3 Controleer of er een " Sony DSC" is
met een
markering.
Probeer nogmaals het USBstuurprogramma te installeren met behulp
van de bijgeleverde CD-ROM (blz. 79).
— Windows XP
Beelden kopiëren met behulp van
de Windows XP AutoPlay Wizard
a Breng een USB-verbinding tot
stand (blz. 82). Klik op [Copy
pictures to a folder on my
computer using Microsoft
Scanner and Camera Wizard]
(Kopieer beelden naar een
map op mijn computer met
behulp van Microsoft Scanner
en Camera Wizard) en klik
daarna op [OK].
Het "Scanner and Camera Wizard"scherm verschijnt.
b Klik op [Next].
De beelden die op de "Memory Stick"
zijn opgeslagen, worden weergegeren.
c Klik op het aankruisvakje van
de beelden die u niet naar uw
computer wilt kopiëren en
verwijder het vinkje, en klik
daarna op [Next].
Het beeld wordt nu gekopieerd.
Wanneer het kopiëren is voltooid,
verschijnt het "Other Options"-scherm.
e Kies [Nothing. I’m finished
working with these pictures]
(Niets. Ik ben klaar met het
bewerken van deze
afbeeldingen) en klik daarna
op [Next].
Het "Completing the Scanner and
Camera Wizard"-scherm verschijnt.
f Klik op [Finish].
De wizard wordt afgesloten.
• Om verder te gaan met het kopiëren van andere
beelden, volgt u de procedure beschreven onder
P op blz. 83 om de USB-kabel los te maken en
weer aan te sluiten. Voer daarna de procedure
vanaf stap 1 opnieuw uit.
Bekijken van de beelden op uw computer
3 Als u één van bovenstaande apparaten
vindt, voert u de onderstaande stappen
uit om deze te verwijderen.
1 Klik op [ Sony DSC].
(Wanneer u Windows 2000 gebruikt,
klikt u met de rechter muisknop op
[ Sony DSC].)
2 Klik op [Remove] (of [Uninstall]
(Verwijderen) in Windows 2000).
Het "Confirm Device Removal"scherm verschijnt.
3 Klik op [OK].
Het apparaat is verwijderd.
Het "Picture Name and Destination"scherm verschijnt.
d Kies een naam en bestemming
voor uw beelden en klik
vervolgens op [Next].
NL
85
Beelden bekijken op uw
computer
a Dubbelklik op het bureaublad
op [My Documents].
De inhoud van de map "My
Documents" wordt weergegeven.
• Dit hoofdstuk beschrijft de procedure voor het
bekijken van gekopieerde beelden in de map
"My Documents".
• Wanneer u Windows XP gebruikt, klikt u op
[Start] t [My Documents] in die volgorde.
• U kunt de "ImageMixer Ver. 1.5 for Sony"
software gebruiken om beelden op uw
computer te bekijken en te bewerken. Nadere
bijzonderheden vindt u in de helpbestanden van
de software.
b Dubbelklik op de gewenste
map en op het gewenste
beeldbestand.
Het beeld wordt weergegeven.
Beeldbestand-geheugenlocaties en bestandsnamen
Beeldbestanden opgenomen met uw camera
worden gegroepeerd als mappen in de
"Memory Stick".
Voorbeeld: Voor gebruikers van
Windows Me
Map waarin beeldgegevens zijn opgeslagen die
zijn opgenomen door een camera die geen
mappen kan aanmaken
Map waarin beeldgegevens zijn opgeslagen die
zijn opgenomen door deze camera
Wanneer geen nieuwe mappen zijn aangemaakt,
is dit slechts "101MSDCF"
Map waarin beeldgegevens van de e-mailfunctie,
bewegende beelden en audiogegevens van de
Voice-functie zijn opgeslagen die zijn opgenomen
door een camera die geen mappen kan aanmaken
• Gegevens in de "100MSDCF" of "MSSONY"
mappen zijn alleen om weer te geven, en uw
camera kan geen beelden in deze mappen
opnemen.
• Voor verdere informatie over de map, zie
blz. 42.
NL
86
Bestandsnaam
Betekenis van bestand
101MSDCF
maximaal 999MSDCF
DSC0ssss.JPG
• Stilstaande-beeldbestanden opgenomen in de
– Normale modus (blz. 22)
– Exposure Bracket-modus (alleen DSC-P10/P12) (blz. 50)
– Burst 3 (DSC-P10/P12)/Burst 2 (DSC-P8)-modus (blz. 56)
• Beeldbestanden opgenomen in Multi Burst-modus (blz. 55)
• Stilstaande beelden die tegelijkertijd zijn opgenomen in de
– E-Mail-modus (blz. 56)
– Voice -modus (blz. 57)
DSC0ssss.JPE
• Klein beeldbestand dat is opgenomen in de E-Mail-modus (blz. 56)
DSC0ssss.MPG
• Audiobestand dat is opgenomen in de Voice-modus (blz. 57)
CLP0ssss.GIF
• Clip Motion-bestanden die zijn opgenomen in de Normal-modus (blz. 53)
CLP0ssss.THM
• Indexbeeldbestanden van Clip Motion-bestanden die zijn opgenomen in de Normal-modus
MBL0ssss.GIF
• Clip Motion-bestanden die zijn opgenomen in de Mobile-modus (blz. 53)
MBL0ssss.THM
• Indexbeeldbestanden van Clip Motion-bestanden die zijn opgenomen in de Mobile-modus
MOV0ssss.MPG
• Bestanden van bewegende beelden opgenomen in de MPEG functie voor bewegende beelden
(blz. 72)
• ssss betekent ieder willekeurig nummer van 0001 t/m 9999.
• De numerieke gedeelten van de volgende bestanden zijn hetzelfde.
–Een klein beeldbestand dat is opgenomen in de E-Mail-modus en het bijbehorende beeldbestand
–Een audiobestand dat is opgenomen in de Voice-modus en het bijbehorende beeldbestand
–Een beeldbestand dat is opgenomen met Clip Motion en het bijbehorende indexbeeldbestand
Bekijken van de beelden op uw computer
Map
NL
87
Beelden kopiëren
naar uw computer
— Voor gebruikers van
Macintosh
Aanbevolen computeromgeving
Besturingssysteem: Mac OS 8.5.1, 8.6,
9.0, 9.1, 9.2 of Mac OS X (v10.0/v10.1/
v10.2)
Het bovenstaande besturingssysteem dient
in de fabriek te zijn geïnstalleerd. In geval
van de volgende modellen, dient u het
besturingssysteem bij te werken naar Mac
OS 9.0 of 9.1.
– iMac met Mac OS 8.6 in de fabriek
geïnstalleerd en met een laadgleuf-type
CD-ROM-station
– iBook of Power Mac G4 met Mac OS 8.6
in de fabriek geïnstalleerd
USB -poort: Standaard geleverd
Beeldscherm: 800 × 600 beeldpunten
(pixels) of meer 32.000 kleuren of meer
NL
88
• Indien u twee of meer USB-apparaten tegelijk
op één en dezelfde computer aansluit, zal
bepaalde apparatuur, met inbegrip van uw
camera, al naar gelang het type USBapparatuur mogelijk niet werken.
• Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste
werking niet worden gegarandeerd.
• Voor alle bovenstaande aanbevolen
computeromgevingen kan een behoorlijke
werking niet worden gegarandeerd.
USB-modus
Er zijn twee modi voor een USBverbinding, de [Normal]-modus en de
[PTP]*-modus. De fabrieksinstelling is de
[Normal]-modus.
* Alleen compatibel met Mac OS X. Indien
aangesloten op een computer, worden alleen de
gegevens in de map die is geselecteerd door de
camera gekopieerd naar de computer. Om een
map te selecteren, volgt u de procedure vanaf
stap 2 op blz. 61.
Communicatie met uw computer
Na herstel van uw computer vanuit de
Suspend- of Sleep-modus is de kans
aanwezig dat de communicatie tussen uw
camera en uw computer niet op hetzelfde
moment hersteld wordt.
Wanneer uw computer niet is
uitgerust met een USB-poort
Wanneer zowel een USB-poort als een
"Memory Stick"-gleuf niet aanwezig zijn,
kunt u beelden kopiëren via een extern
apparaat. Zie de Sony-website voor
informatie.
http://www.sony.net/
Stappen afhankelijk van uw
besturingssysteem
Voer de onderstaande stappen uit,
afhankelijk van het besturingssysteem van
de computer.
Besturingssysteem
Stappen
Mac OS 8.5.1/8.6/9.0
Stap 1 t/m 4
Mac OS 9.1/9.2/Mac OS X Stap 2 t/m 4
(v10.0/v10.1/v10.2)
a Het USB-stuurprogramma
installeren
1 Start de computer op en plaats de
bijgeleverde CD-ROM in het CD-ROMstation.
Het modelkeuzescherm verschijnt.
2 Klik op [Cyber-shot] op het
modelkeuzescherm.
Het menu verschijnt.
3 Klik op
[USB Driver].
Het "USB Driver"-scherm verschijnt.
4 Dubbelklik op het pictogram van de
vaste schijf waarop het
besturingssysteem staat om het scherm
te openen.
5 Sleep de volgende twee bestanden van
het scherm dat in stap 3 werd geopend
naar het pictogram van de systeemmap
in het scherm dat in stap 4 werd geopend
en zet ze erop neer.
• Sony USB Driver
• Sony USB Shim
6 Wanneer de bevestigingsmededeling
wordt afgebeeld, klikt u op "OK".
7 Start uw computer opnieuw op en
verwijder vervolgens de CD-ROM.
b Uw camera aansluiten op uw
computer
Nadere bijzonderheden vindt u op
blz. 82.
de USB-kabel los, enz., nadat u de computer
hebt uitgezet.
c Beelden kopiëren
1 Dubbelklik op het nieuw herkende
pictogram op het bureaublad.
De inhoud van de "Memory Stick" in de
camera verschijnt.
2 Dubbelklik op "DCIM".
3 Dubbelklik op de map waarin zich het
gewenste bestand bevindt.
• Zie bladzijden 86 en 87 voor verdere informatie
over de opslagbestemmingen en
bestandsnamen van de beeldbestanden.
d Bekijken van de beelden op uw
computer
1 Dubbelklik op het pictogram van de
vaste schijf.
2 Dubbelklik op het gewenste
beeldbestand in de map waarin de
gekopieerde bestanden zitten.
Het beeldbestand wordt geopend.
• Sluit alle programma’s die op de
computer draaien af alvorens het USBstuurprogramma en het
softwareprogramma te installeren.
• U kunt de "ImageMixer Ver. 1.5 for Sony"
software gebruiken om beelden te kopiëren
naar de computer en om beelden te bekijken op
de computer. Raadpleeg de
bedieningshandleiding die bij de CD-ROM
werd geleverd voor verdere informatie over de
installatiemethode, of raadpleeg de Helpbestanden van de software voor de
bedieningswijze.
• "ImageMixer" is niet compatibel met Mac OS
X.
• "Image Transfer" kan niet worden gebruikt op
een Macintosh.
Voor Mac OS X-gebruikers
Als het scherm "There is no application
available to open the document "
DSC0ssss.JPE"." (Er is geen
programma gevonden om het document
"DSC0ssss.JPE" te openen.) wordt
afgebeeld wanneer u op een beeldbestand
van de e-mailfunctie klikt, maakt u de
volgende instelling.
• Het scherm kan verschillen afhankelijk van de
versie.
1 Klik op [Choose Application...] (Kies
programma...) op het scherm "There is
no application available to open the
document "DSC0ssss.JPE"." (Er is
geen programma gevonden om het
document "DSC0ssss.JPE" te
openen).
2 Verander "Show" (Toon) van
[Recommended Applications]
(Aanbevolen programma’s) in [All
Applications] (Alle programma’s).
3 Kies [QuickTime Player] (QuickTiime
speler) uit de afgebeelde lijst met
programma’s en klik op [Open]
(Openen).
Bekijken van de beelden op uw computer
Verwijderen van de USB-kabel van
uw computer, de "Memory Stick" uit
uw camera of uitschakelen van de
stroom tijdens een USB-verbinding
Versleep het pictogram van het station en
van de "Memory Stick" en zet deze neer op
het "Trash" -pictogram (de prullenmand),
maak vervolgens de USB-kabel los, haal de
"Memory Stick" eruit of schakel de stroom
uit.
• Als u Mac OS X versie 10.0 gebruikt, maakt u
4 Sleep de beeldbestanden naar het
pictogram van de vaste schijf en zet ze
erop neer.
De beeldbestanden worden naar de vaste
schijf gekopieerd.
NL
89
d Klik op
f Plaats een blanco CD-R in het
CD-R-station en klik op de
[OK] toets.
.
Een video-CD maken
U kunt een video-CD maken met uw
computer. U kunt gemaakte video-CD’s
weergeven op een DVD-speler die
compatibel is met video-CD’s, of op een
computer met behulp van een video-CDweergaveprogramma.
Het aanmaken van een disc begint.
• U kunt CD-RW discs niet gebruiken.
• Een CD-R-station is vereist om een video-CD
te kunnen maken.
a Start "ImageMixer".
b Klik op
Voor de Macintosh-editie
.
De video-CD-aanmaakfunctie schakelt
in.
c Versleep het gewenste
bestand of album en zet dit
neer op het menuscherm.
Het gekozen beeld wordt toegevoegd
aan het menuscherm.
• Deze tekst beschrijft het Engelse scherm.
NL
90
U kunt een voorvertoning van het
beeld bekijken.
e Klik op
.
Het disc-aanmaken-dialoogvenster
verschijnt.
• De door Roxio gemaakte "Toast" software
(niet bijgeleverd) is vereist om een videoCD te maken.
• De weergavetijd van het bestand met
bewegende beelden wordt korter op het
voorvertoning-scherm.
Verhelpen van storingen
Verhelpen van
storingen
Indien u problemen ondervindt met de
camera, probeer dan de volgende
oplossingen.
1 Controleer eerst de punten in de
onderstaande tabellen. Indien er
codes "C:ss:ss" op het LCDscherm verschijnen, is de
zelfdiagnosefunctie in werking
getreden (blz. 102).
2 Als uw camera nog steeds niet goed
werkt, drukt u op de RESET-toets
binnenin het batterij/"Memory Stick"deksel met een scherpgepunt voorwerp,
en schakelt u daarna de stroom weer in.
(Door indrukken van deze toets gaan de
alle instellingen inclusief de datum en tijd
verloren.)
3 Mocht het probleem hiermee nog niet
zijn opgelost, raadpleeg dan uw Sonydealer of de plaatselijke technische
dienst van Sony.
RESET-toets
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
U kunt de accu niet
opladen.
• De camera is ingeschakeld.
p Schakel de camera uit (blz. 15).
De accu kan niet worden
geplaatst.
• De accu is niet correct geplaatst.
p Plaats de accu terwijl u de accu-uitwerphendel omlaag geduwd
houdt met behulp van de voorrand van de accu (blz. 10).
Het /CHG-lampje
knippert.
• De accu is niet correct geplaatst.
• In de accu is een defect opgetreden.
p Plaats de accu correct (blz. 10).
p Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke
technische dienst van Sony.
Het /CHG-lampje gaat
niet branden wanneer er
een accu wordt
opgeladen.
• De netspanningsadapter is niet goed
aangesloten.
• De accu is niet correct geplaatst.
• De accu is volledig opgeladen.
p Sluit de netspanningsadapter goed aan (blz. 10).
Verhelpen van storingen
Accu en spanning
p Plaats de accu correct (blz. 10).
—
NL
91
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
De batterijrestladingsindicatie is
onjuist of er is volgens de
batterijrestladingsindicatie nog
voldoende stroom, maar
toch is de stroom spoedig
op.
• U hebt de camera langdurig op een extreem
warme of extreem koude plaats gebruikt.
• Er is een verandering opgetreden in de
resterende gebruiksduur van de accu.
• De accu is leeg.
• De accu is niet meer bruikbaar (blz. 116).
—
p Ontlaad de accu volledig en laad deze daarna weer volledig op
zodat de batterij-restladingsindicatie goed werkt (blz. 11).
p Plaats een opgeladen accu (blz. 10).
p Vervang de accu door een nieuwe.
De accu raakt te snel leeg. • U neemt beelden op of geeft beelden weer bij
—
extreem koude temperaturen.
• De gelijkstroomstekker is vuil zodat de accu niet p Maak de pennen van de netspanningsadapter schoon met een
voldoende is opgeladen.
wattenstaafje, enz., en laad de accu op (blz. 10).
• De accu is niet meer bruikbaar (blz. 116).
p Vervang de accu door een nieuwe.
De camera kan niet
worden ingeschakeld.
De camera schakelt
plotseling uit.
• De accu is niet correct geplaatst.
• De netspanningsadapter is niet goed
aangesloten.
• De accu is leeg.
• De accu is niet meer bruikbaar (blz. 116).
p Plaats de accu correct (blz. 10).
p Sluit de netspanningsadapter goed aan (blz. 14).
• Als u de camera gedurende ongeveer 90
seconden niet bedient terwijl de stroom is
ingeschakeld, wordt de camera automatisch
uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu leeg
raakt (al na drie minuten als [Power Save] is
ingesteld op [Off]) (blz. 15).
• De accu is leeg.
p Schakel de camera weer in (blz. 15).
p Plaats een opgeladen accu (blz. 10).
p Vervang de accu door een nieuwe.
p Plaats een opgeladen accu (blz. 10).
Stilstaande beelden/bewegende beelden opnemen
NL
92
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
Het LCD-scherm wordt
niet ingeschakeld
wanneer de camera wordt
ingeschakeld.
• De laatste keer toen u de camera gebruikte werd
deze uitgeschakeld terwijl het LCD-scherm was
uitgeschakeld.
p Schakel het LCD-scherm in (blz. 30).
Symptoom
Oorzaak
Het onderwerp is niet
zichtbaar op het LCDscherm.
• De modusdraaiknop staat op
Oplossing
Het beeld is onscherp.
• Het onderwerp bevindt zich te dichtbij.
of SET UP.
•
(vuurwerkfunctie),
(landschapsfunctie) of
(schemerfunctie) is
gekozen als de scènekeuzefunctie.
• De scherpstelling-voorkeuzefunctie is gekozen.
p Zet deze in een andere modus (blz. 22 en 72).
p Neem op in de macro-opnamefunctie. Zorg bij het opnemen dat
u de lens verder van het onderwerp positioneert dan de kortste
opnameafstand (blz. 26).
p Zet deze in een andere modus (blz. 58).
p Stel de automatische scherpstellingsfunctie in (blz. 47).
De zoomfunctie werkt
niet.
• De zoomfunctie kan niet worden gebruikt bij het
opnemen van bewegende beelden (MPEG
Movie).
—
De slimme-zoomfunctie
werkt niet.
• U kunt de slimme-zoomfunctie niet gebruiken
bij het opnemen van bewegende beelden (MPEG
Movie).
• [Smart Zoom] is ingesteld op [Off] in de SET UP
instellingen.
• Het LCD-scherm is uitgeschakeld.
• Het beeldformaat is ingesteld op [5.0M] of
[4.5M(3:2)] (DSC-P10/P12), of [3.1M] of [2.8M
(3:2)] (DSC-P8).
—
Het beeld is te donker.
• U filmt een onderwerp met een lichtbron
erachter.
• De helderheid van het LCD-scherm is te laag.
p Regel de belichting (blz. 47).
Het beeld is te licht.
• U neemt een onderwerp onder een spot op in een
anderszins donkere omgeving, zoals op een
podium.
• De helderheid van het LCD-scherm is te hoog.
p Regel de belichting (blz. 47).
Het beeld is monochroom
(zwart-wit).
• [PFX] (P. Effect) staat op [B&W] (alleen DSCP8).
p Annuleer de B&W-functie (blz. 60).
p Stel [Smart Zoom] in op [On] (blz. 25 en 110).
p Stel de helderheid van het LCD-scherm in (blz. 41 en 111).
Verhelpen van storingen
p Schakel het LCD-scherm in (blz. 30).
p Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [5.0M] of
[4.5M(3:2)] (DSC-P10/P12), of [3.1M] of [2.8M (3:2)] (DSCP8) (blz. 19).
p Stel de helderheid van het LCD-scherm in (blz. 41 en 111).
NL
93
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
Bij het filmen van een zeer
helder onderwerp
verschijnen er verticale
strepen.
• Dit is een bekend storingsfenomeen.
p Dit is normaal.
Wanneer u op een
donkere plaats naar het
LCD-scherm kijkt, is het
beeld gestoord.
• De camera probeert de zichtbaarheid van het
LCD-scherm te verhogen door het beeld
helderder te maken onder donkere
omstandigheden.
p Dit is niet van invloed op het opgenomen beeld.
De camera kan geen
beelden opnemen.
• Er is geen "Memory Stick" geplaatst.
• De capaciteit van de "Memory Stick" is
ontoereikend.
p Plaats een "Memory Stick" (blz. 18).
p Wis de beelden opgeslagen in de "Memory Stick" (blz. 36 en
74), of formatteer deze (blz. 39).
p Verander de "Memory Stick" (blz. 18).
p Schuif het in de opnamestand (blz. 114).
• De schrijf-beveiligingsschakelaar op de
"Memory Stick" staat in de stand LOCK.
• Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen
beelden opnemen.
• De modusdraaiknop staat op SET UP of
.
—
p Zet de modusdraaiknop in een andere stand.
• De modusdraaiknop staat op
, SET UP of
(MPEG Movie of Multi Burst).
• De flitser staat op
(niet flitsen).
p Zet de modusdraaiknop in een andere stand.
De macrofunctie werkt
niet.
•
p Annuleer de instelling (blz. 58).
De ogen van het
onderwerp zijn rood.
—
De flitser werkt niet.
p Stel de flitser in op automatisch (geen indicatie),
flitsen) of SL (langzame synchro) (blz. 27).
•
(vuurwerkfunctie) of
(schemerfunctie) p Annuleer de instelling (blz. 58).
is gekozen als de scènekeuzefunctie.
•
(korte-sluitertijdfunctie),
p Stel de flitser in op (altijd flitsen) (blz. 27).
(strandfunctie), (sneeuwfunctie) of
(landschapsfunctie) is gekozen als de
scènekeuzefunctie.
• Bij de menu-instellingen is [Mode] (REC Mode) p Zet deze in een andere stand.
op [Exp Brktg] (alleen DSC-P10/P12), [Burst 3]
(DSC-P10/P12) of [Burst 2] (DSC-P8) gezet.
NL
94
(vuurwerkfunctie),
(landschapsfunctie) of
(schemerfunctie) is
gekozen als de scènekeuzefunctie.
(altijd
p Zet bij de SET UP instellingen de optie [Red Eye Reduction] op
[On] (blz. 29).
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
De datum en tijd worden
onjuist opgenomen.
• De datum en tijd zijn niet juist ingesteld.
p Stel de juiste datum en tijd in (blz. 16).
De F-waarde en de
sluitertijd knipperen
wanneer u de sluiterknop
tot halverwege indrukt.
• De belichting is niet goed.
p Stel de belichting goed in (blz. 47).
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
De camera kan geen
beelden weergeven.
• De modusdraaiknop staat niet op
.
p Zet deze op
(blz. 32).
• Uw camera kan geen beeldbestanden weergeven —
die vanaf de vaste schijf van uw computer zijn
gekopieerd, als de naam van het bestand of de
map is veranderd, of als het beeld is
gemodificeerd.
• De camera staat in de USB-functie.
p Annuleer de USB-communicatie (blz. 83).
Onmiddellijk nadat de
weergave is begonnen,
ziet het beeld er grof uit.
—
p Dit is normaal.
Het beeld verschijnt niet
op het TV-scherm.
• Het video-uitgangssignaal van uw camera is bij
de SET UP instellingen onjuist ingesteld.
• De aansluiting is niet goed.
p Verander de instellingen (blz. 111).
Het beeld kan niet worden
weergegeven op een
computer.
—
p Zie blz. 96.
Tijdens het kijken naar
bewegende beelden
brengt de camera
onbekende pieptonen
voort.
• Deze pieptonen worden voortgebracht wanneer
de automatische scherpstelling in werking
treedt.
p Dit is normaal. Neem het beeld met behulp van scherpstelling
voor af (blz. 47).
Beelden bekijken
Verhelpen van storingen
p Controleer de aansluiting (blz. 34).
NL
95
Beelden wissen/monteren
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
De camera kan geen beeld
wissen.
• Het beeld is beveiligd.
• De schrijf-beveiligingsschakelaar op de
"Memory Stick" staat in de stand LOCK.
p Annuleer de beveiliging (blz. 67).
p Schuif het in de opnamestand (blz. 114).
U hebt per ongeluk een
beeld gewist.
• Als u eenmaal een beeld hebt gewist, kunt u dit
niet herstellen.
p Door de markering - (beveiliging) in te stellen, voortkomt u
dat beelden per ongeluk worden gewist (blz. 67).
p We adviseren u de schrijf-beveiliging van de "Memory Stick" in
de stand LOCK te zetten om te voorkomen dat beelden per
ongeluk worden gewist (blz. 114).
De functie voor
verandering van het
formaat werkt niet.
• U kunt het beeldformaat van bewegende beelden —
(MPEG Movie), Clip Motion-beelden en Multi
Burst-beelden niet veranderen.
U kunt een
afdrukmarkering (DPOF)
niet afbeelden.
• U kunt afdrukmarkeringen (DPOF) niet
afbeelden op bewegende beelden (MPEG
Movie) en Clip Motion-beelden.
—
Bewegende beelden
kunnen niet worden
geknipt.
• De bewegende beelden (MPEG Movie) duren
niet lang genoeg om te knippen.
• Beveiligde bewegende beelden (MPEG Movie),
Clip Motion-bestanden, Multi Burst-bestanden
en stilstaande beelden kunnen niet worden
geknipt.
—
—
Computers
NL
96
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
U weet niet of het
besturingssysteem van
uw computer compatibel
is.
—
p Controleer "Aanbevolen computeromgeving" (blz. 78 en 88).
U kunt het USBstuurprogramma niet
installeren.
—
p In Windows 2000 logt u in als Administrator (geautoriseerde
beheerders) (blz. 78).
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
Uw computer herkent de
camera niet.
•
•
•
•
p Schakel de camera in (blz. 15).
p Gebruik de netspanningsadapter (blz. 14).
p Gebruik de bijgeleverde USB-kabel (blz. 82 en 89).
p Ontkoppel de USB-kabel en sluit deze daarna opnieuw aan.
Zorg ervoor dat "USB Mode" wordt afgebeeld op het scherm
(blz. 82 en 89).
p Zet deze op [Normal] (blz. 111).
De camera is uitgeschakeld.
De batterij is zwak.
U gebruikt niet de bijgeleverde USB-kabel.
De USB-kabel is niet stevig aangesloten.
p Koppel alle apparatuur, behalve de camera, los van de USBaansluitingen.
p Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer, en niet via een
hub of ander apparaat.
p Installeer het USB-stuurprogramma (blz. 79 en 88).
p Verwijder het verkeerd herkende apparaat uit de computer, en
installeer het USB-stuurprogramma (blz. 79 en 84).
U kunt geen beelden
kopiëren.
• De camera is niet goed aangesloten op uw
computer.
• U gebruikt voor het kopiëren niet de procedure
die bij uw besturingssysteem past.
—
—
p Sluit de camera goed aan op de computer met behulp van de
bijgeleverde USB-kabel (blz. 82).
p Volg de aangewezen kopieerprocedure voor uw
besturingssysteem (blz. 83 en 89).
p Als u de "Image Transfer" software gebruikt, zie blz. 83.
p Indien u gebruikmaakt van de applicatiesoftware "ImageMixer
Ver. 1.5 for Sony", klik dan op HELP.
Na een USB-verbinding
tot stand te hebben
gebracht, start "Image
Transfer" niet
automatisch.
—
p Kies [Launch Image Transfer automatically when your camera,
etc., is connected.] bij [Basic] instelling (blz. 84).
p Breng een USB-verbinding tot stand terwijl de computer is
ingeschakeld (blz. 82).
Het beeld kan niet worden
weergegeven op een
computer.
—
—
—
p Indien u gebruikmaakt van de applicatiesoftware "ImageMixer
Ver. 1.5 for Sony", klik dan op HELP.
p Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software.
Verhelpen van storingen
• [USB Connect] is ingesteld op [PTP] in de SET
UP instellingen.
• De USB-poorten op uw computer zijn behalve
met het toetsenbord, de muis en de camera ook
nog met andere apparatuur verbonden.
• De camera is niet rechtstreeks aangesloten op uw
computer.
• Het USB-stuurprogramma is niet geïnstalleerd.
• Uw computer herkent het apparaat niet goed
omdat u de camera hebt aangesloten op de
computer met behulp van een USB-kabel
voordat u de "USB Driver" (USBstuurprogramma) hebt geïnstalleerd vanaf de
bijgeleverde CD-ROM.
NL
97
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
Wanneer u bewegende
beelden op een computer
bekijkt, worden beeld en
geluid onderbroken door
storing.
• U geeft de bewegende beelden rechtstreeks
vanaf de "Memory Stick" weer.
p Kopieer de bewegende beelden naar de vaste schijf van uw
computer en geef vervolgens de bewegende beelden vanaf de
vaste schijf weer (blz. 83 en 89).
U kunt een beeld niet
afdrukken.
—
—
p Controleer de printerinstellingen.
p Klik op HELP van de applicatiesoftware "ImageMixer Ver. 1.5
for Sony".
Een foutmelding
verschijnt wanneer u de
bijgeleverde CD-ROM in
uw computer plaatst.
• Het beeldscherm van uw computer is niet juist
ingesteld.
p Stel het computerbeeldscherm als volgt in.
Windows: 800 × 600 beeldpunten (pixels) of meer
High Color (16-bit kleuren, 65.000 kleuren) of beter
Macintosh: 800 × 600 beeldpunten (pixels) of meer
32.000 kleuren of meer
"Memory Stick"
NL
98
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
U kunt geen "Memory
Stick" in de camera
plaatsen.
• U probeert deze achterstevoren in de camera te
plaatsen.
p Steek deze op de juiste manier in de camera (blz. 18).
U kunt niet opnemen op
een "Memory Stick".
• De schrijf-beveiligingsschakelaar op de
"Memory Stick" staat in de stand LOCK.
• De "Memory Stick" is vol.
p Schuif het in de opnamestand (blz. 114).
U kunt een "Memory
Stick" niet formatteren.
• De schrijf-beveiligingsschakelaar op de
"Memory Stick" staat in de stand LOCK.
p Schuif het in de opnamestand (blz. 114).
U hebt een "Memory
Stick" per ongeluk
geformatteerd.
• Alle gegevens op de "Memory Stick" worden
gewist bij het formatteren. U kunt deze niet
herstellen.
p We adviseren u de schrijf-beveiliging van de "Memory Stick" in
de stand LOCK te zetten om te voorkomen dat beelden per
ongeluk worden gewist (blz. 114).
p Wis overbodige beelden (blz. 36 en 74).
Overige
Symptoom
Oorzaak
De camera werkt niet.
• U gebruikt geen "InfoLITHIUM" accu.
p Gebruik een "InfoLITHIUM" accu (blz. 115).
• De batterij is zwak. (De indicatie E verschijnt.) p Laad de accu op (blz. 10).
• De netspanningsadapter is niet goed
p Sluit deze stevig aan op de DC IN-aansluitbus van uw camera
aangesloten.
en op een stopcontact (blz. 14).
Oplossing
De camera is wel
ingeschakeld, maar werkt
niet.
• De ingebouwde microcomputer werkt niet naar
behoren.
p Koppel alle voedingsbronnen los en sluit deze na een minuut
weer aan, en schakel de camera in. Als dit niet werkt, drukt u
met behulp van een puntig voorwerp op de RESET-toets die
zich achter het batterij/"Memory Stick" -deksel bevindt, en
schakelt u daarna de camera weer in. (Hierdoor worden de
datum- en tijdinstellingen, enz., gewist.)
p Controleer de indicatie (blz. 118 tot 120).
De lens raakt beslagen.
• Er is condensvorming opgetreden.
p Schakel de camera uit en wacht ongeveer een uur bij
kamertemperatuur om het vocht te laten verdampen alvorens u
de camera weer gaat gebruiken (blz. 112).
De camera wordt warm
wanneer u deze lang
achtereen gebruikt.
—
p Dit is normaal.
De lens beweegt niet
wanneer u de camera
uitschakelt.
• De accu is leeg.
p Vervang deze door een opgeladen accu of gebruik de
netspanningsadapter (blz. 10 en 14).
Verhelpen van storingen
U kunt een indicatie op het —
scherm niet herkennen.
NL
99
Waarschuwingen en
meldingen
Op het scherm kunnen de volgende meldingen verschijnen.
Melding
Betekenis/Oplossing
No Memory Stick
• Plaats een "Memory Stick" (blz. 18).
System error
• Schakel de camera uit en daarna weer in (blz. 15).
Memory Stick error
• De geplaatste "Memory Stick" kan niet in de camera worden gebruikt (blz. 113).
• De "Memory Stick" is beschadigd of de contactpunten van de "Memory Stick" zijn vuil.
• Plaats de "Memory Stick" op de juiste wijze (blz. 18).
Memory Stick type error
• De geplaatste "Memory Stick" kan niet in de camera worden gebruikt (blz. 113).
Format error
• De "Memory Stick" kon niet worden geformatteerd. Formatteer de "Memory Stick" opnieuw (blz. 39).
Memory Stick locked
• De schrijf-beveiligingsschakelaar op de "Memory Stick" staat in de stand LOCK. Schuif het in de opnamestand
(blz. 114).
No memory space
• De capaciteit van de "Memory Stick" is ontoereikend. U kunt geen beelden opnemen. Wis overbodige beelden (blz. 36
en 74).
No file in this folder
• Er zijn geen beelden opgenomen in deze map.
Folder error
• Een map met dezelfde eerst drie cijfers van de naam bestaat reeds op de "Memory Stick". (Bij voorbeeld:
123MSDCF en 123ABCDE) Kies een andere map of maak een nieuwe map aan.
Cannot create more folders • De map waarvan de eerste drie cijfers van de naam "999" is, bestaat reeds op de "Memory Stick". U kunt geen
mappen aanmaken.
NL
100
Cannot record
• De camera kan geen beelden opnemen in de gekozen map. Kies een andere map (blz. 43).
File error
• Tijdens weergave van het beeld is er een fout opgetreden.
File protect
• Het beeld is beveiligd tegen wissen. Schakel de beveiliging uit (blz. 67).
For "InfoLITHIUM" battery
only
• De accu is niet van het type "InfoLITHIUM".
Image size over
• U geeft een beeld weer met een formaat dat niet kan worden weergegeven op uw camera.
Can not divide
• De bewegende beelden zijn niet lang genoeg om te onderverdelen.
• Het bestand is geen bewegend beeld (MPEG Movie).
Melding
Betekenis/Oplossing
Invalid operation
• U probeert een bestand af te beelden dat werd aangemaakt op een ander apparaat dan deze camera.
• De batterij is bijna of volledig uitgeput. Laad de accu op (blz. 10). Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden of
het soort accu, kan de indicatie knipperen ondanks dat er nog voor 5 of 10 minuten acculading over is.
• Er is onvoldodende licht, dus u houdt de camera niet stabiel genoeg. Gebruik de flitser, bevestig de camera op een
statief of zet de camera op een andere manier vast.
Turn the power off and on
again
• Een probleem met de lens heeft een storing veroorzaakt.
Verhelpen van storingen
NL
101
Zelfdiagnosefunctie
– Indien er een code verschijnt die
met een letter begint
Deze camera beschikt over een
zelfdiagnosefunctie. Met deze functie
wordt de toestand van de camera
weergegeven op het LCD-scherm met een
combinatie van één letter en vier cijfers.
Indien dat gebeurt, raadpleeg dan de
volgend codetabel en probeer de
bijbehorende oplossingen uit. De laatste
twee cijfers (hieronder aangeduid met twee
blokjes ss ) verschillen afhankelijk van
de toestand van de camera.
C:32:ss
Zelfdiagnosefunctie
NL
102
Code
Oorzaak
Remedie
C:32: ss
Er is een probleem met de
hardware van de camera.
• Schakel het apparaat uit en daarna weer in
(blz. 15).
C:13: ss
De camera kan geen gegevens
lezen vanaf of schrijven op de
"Memory Stick".
• Plaats de "Memory Stick" meerdere keren
opnieuw.
Er is een ongeformatteerde
"Memory Stick" geplaatst.
• Formatteer de "Memory Stick" (blz. 39).
De geplaatste "Memory Stick"
kan niet in deze camera worden
gebruikt, of de gegevens zijn
beschadigd.
• Plaats een nieuwe "Memory Stick"
(blz. 18).
Er heeft zich een probleem
voorgedaan dat u zelf niet kunt
oplossen.
• Druk op de RESET-toets (blz. 91)
binnenin het batterij/"Memory Stick"deksel, en schakel daarna de stroom weer
in.
E:61: ss
E:91: ss
Neem contact op met uw Sony-dealer of de
plaatselijke technische dienst van Sony
indien u het probleem niet zelf kunt
oplossen, zelfs nadat u meerdere keren de
bovenstaande oplossingen hebt
uitgeprobeerd, en deel hen de uit 5 tekens
bestaande code mee.
Aanvullende informatie
E-Mail
Aantal beelden dat
kan worden
opgeslagen of
opnameduur
Het aantal beelden dat kan worden
opgeslagen en de opnameduur verschillen,
afhankelijk van de "Memory Stick", het
beeldformaat, en de beeldkwaliteit.
Raadpleeg tabellen hiernaast wanneer u een
"Memory Stick" kiest.
16MB
32MB
64MB
128MB
MSX-256
MSX-512
MSX-1G
5.0M (DSC6 (11)
P10/P12)
12 (23)
25 (47)
51 (95)
91 (170)
186 (345)
380 (705)
4.5M(3:2)
(DSC-P10/
P12)
6 (11)
12 (23)
25 (47)
51 (95)
91 (170)
186 (345)
380 (705)
3.1M
10 (18)
20 (36)
40 (73)
81 (146)
145 (255)
296 (518)
604 (1058)
2.8M(3:2)
(DSC-P8)
10 (18)
20 (36)
40 (73)
81 (146)
145 (255)
296 (518)
604 (1058)
2.0M
(DSC-P8)
16 (29)
32 (59)
65 (119)
131 (239)
230 (420)
468 (854)
956 (1743)
1.2M
24 (44)
49 (89)
98 (179)
197 (359)
340 (595)
691 (1210)
1411 (2470)
VGA
88 (194) 178 (392) 358 (788) 718 (1580) 1190 (2381) 2420 (4841) 4940 (9881)
Voice
(Eenheden: beelden)
16MB
32MB
64MB
128MB
MSX-256
MSX-512
MSX-1G
5.0M (DSC6 (11)
P10/P12)
12 (22)
25 (45)
50 (91)
90 (166)
183(337)
375 (689)
4.5M(3:2)
(DSC-P10/
P12)
6 (11)
12 (22)
25 (45)
50 (91)
90 (166)
183(337)
375 (689)
3.1M
9 (17)
19 (34)
39 (69)
79 (138)
142 (246)
290 (500)
592 (1022)
2.8M(3:2)
(DSC-P8)
9 (17)
19 (34)
39 (69)
79 (138)
142 (246)
290 (500)
592 (1022)
2.0M
(DSC-P8)
15 (26)
31 (54)
62 (109)
125 (219)
223 (396)
453 (806)
926 (1646)
1.2M
22 (38)
45 (78)
91 (157)
183 (316)
324 (549)
660 (1117)
1347 (2280)
VGA
69 (121) 140 (245) 281 (492) 564 (987) 1020 (1785) 2074 (3630) 4234 (7410)
Aanvullende informatie
• Het aantal beelden is vermeld in de
volgorde Fine (Standard).
• Het aantal beelden dat kan worden
opgeslagen en de opnameduur kan
variëren afhankelijk van de
opnameomstandigheden.
• Voor de normale opnameduur en het
aantal beelden dat kan worden
opgenomen, zie blz. 21.
• Wanneer het aantal resterende beelden
om op te nemen hoger is dan 9999,
verschijnt de ">9999" indicatie op het
LCD-scherm.
(Eenheden: beelden)
NL
103
Clip Motion
(Eenheden: beelden)
16MB
32MB
64MB
128MB
Normal
88
178
358
718
MSX-256 MSX-512 MSX-1G
1190
2420
4940
Mobile
486
982
1971
3951
3571
7261
14821
Normal: Wanneer tien frames worden opgenomen
Mobile: Wanneer twee frames worden opgenomen
MPEG Movie
(Eenheden: seconden)
16MB
32MB
64MB
128MB
640 (VGA)
42
87
176
354
641
1304
2663
160 (Mail)
673
1363
2740
5494
9935
20203
41239
16MB
32MB
64MB
128MB
24 (46)
50 (93)
101 (187)
202 (376)
Multi Burst
1.2M
NL
104
MSX-256 MSX-512
MSX-1G
(Eenheden: beelden)
MSX-256 MSX-512
MSX-1G
357 (649) 726 (1320) 1482 (2694)
Menuonderdelen
De menuonderdelen die kunnen worden
veranderd verschillen afhankelijk van de
stand van de modusdraaiknop.
Alleen de onderdelen die u in iedere
specifieke functie kunt bedienen worden
afgebeeld op het scherm. De
fabrieksinstellingen zijn aangegeven met
x.
Wanneer de modusdraaiknop op
staat
Instelling
Beschrijving
Voice
– Naast het JPEG-bestand nog een audiobestand (met stilstaand beeld) opnemen
(blz. 57).
– Naast het gekozen beeldformaat nog een JPEG-bestand van klein formaat
(320×240) opnemen (blz. 56).
– Drie beelden opnemen met de belichtingswaarde van ieder beeld iets anders
(blz. 50).
– Drie of twee beelden achter elkaar opnemen (blz. 56).
E-Mail
Exp Brktg (alleen DSC-P10/P12)
Burst 3 (DSC-P10/P12)/
Burst 2 (DSC-P8)
xNormal
Wanneer de modusdraaiknop op
Onderdeel
– Een beeld met de normale opnamemodus opnemen.
of SCN staat
Instelling
SCN
/
Beschrijving
/
/
/
/
/
x
(EV)
+2.0EV / +1.7EV / +1.3EV / +1.0EV /
+0.7EV / +0.3EV / x0EV / –0.3EV /
–0.7EV / –1.0EV / –1.3EV / –1.7EV /
–2.0EV
Instellen van de scènekeuzemodus (blz. 58). (Deze instelling kan alleen in de SCNmodus gemaakt worden.)
Aanvullende informatie
Onderdeel
Mode (REC Mode)
De belichting regelen (blz. 47).
NL
105
Onderdeel
Instelling
9 (Focus)
∞/ 7.0m / 3.0m / 1.0m / 0.5m / Center AF De automatische scherpstellingsmethode kiezen (blz. 44), of de scherpstelling
/ xMulti AF
vooraf instellen (blz. 47).
Beschrijving
(Metering Mode) Spot / xMulti
WB (White Bal)
ISO
(P.Quality)
Mode (REC Mode)
± (Flash Level)
/
/
/ xAuto
De kleurbalans instellen (blz. 52).
De ISO-gevoeligheid instellen. Door een hoge waarde in te stellen wordt de
helderheid verhoogt bij opnemen in een donkere omgeving. Vergeet echter niet dat
door de gevoeligheid te verhogen de opgenomen beelden korreliger kunnen lijken.
(Deze instelling kan niet worden gemaakt in de SCN-functie.)
xFine / Standard
Beelden opnemen met fijne/standaard kwaliteit (blz. 42).
Voice
– Naast het JPEG-bestand nog een audiobestand (met stilstaand beeld) opnemen
(blz. 57).
E-Mail
– Naast het gekozen beeldformaat nog een JPEG-bestand van klein formaat
(320×240) opnemen (blz. 56).
Exp Brktg (alleen DSC-P10/P12)
– Drie beelden opnemen met de belichtingswaarde van ieder beeld iets anders
(blz. 50).
Burst 3 (DSC-P10/P12) / Burst 2 (DSC- – Drie of twee beelden achter elkaar opnemen (blz. 56).
P8)
xNormal
– Een beeld met de normale opnamemodus opnemen.
High / xNormal / Low
De hoeveelheid flitserlicht instellen (blz. 53).
Speciale beeldeffecten instellen (blz. 60).
+ / xNormal / –
verschijnt (behalve wanneer
De scherpte van het beeld regelen. De indicatie
de instelling Normal is). (Deze instelling kan niet worden gemaakt in de SCNfunctie.)
(Saturation)
+ / xNormal / –
verschijnt (behalve
De verzadiging van het beeld instellen. De indicatie
wanneer de instelling Normal is). (Deze instelling kan niet worden gemaakt in de
SCN-functie.)
(Contrast)
+ / xNormal / –
verschijnt (behalve wanneer de
De contrast van het beeld instellen. De indicatie
instelling Normal is). (Deze instelling kan niet worden gemaakt in de SCNfunctie.)
(Sharpness)
NL
/
400 / 200 / 100 / xAuto
Solarize / B&W (alleen DSC-P8) / Sepia
/ Neg.Art / xOff
PFX (P.Effect)
106
WB /
Overeenstemmen met de belichting van het onderwerp dat u wilt opnemen
(blz. 50). Het lichtmeetbereik instellen.
Wanneer de modusdraaiknop op
Movie] is gezet)
Onderdeel
staat (wanneer [Moving Image] bij de SET UP instellingen op [MPEG
Instelling
Beschrijving
(EV)
+2.0EV / +1.7EV / +1.3EV / +1.0EV /
+0.7EV / +0.3EV / x0EV / –0.3EV /
–0.7EV / –1.0EV / –1.3EV / –1.7EV /
–2.0EV
De belichting regelen (blz. 47).
9 (Focus)
∞ / 7.0m / 3.0m / 1.0m / 0.5m / Center
AF / xMulti AF
De automatische scherpstellingsmethode kiezen (blz. 44), of de scherpstelling
vooraf instellen (blz. 47).
Spot / xMulti
Overeenstemmen met de belichting van het onderwerp dat u wilt opnemen
(blz. 50). Het lichtmeetbereik instellen.
(Metering Mode)
WB (White Bal)
PFX (P.Effect)
WB /
/
/
Wanneer de modusdraaiknop op
Motion] is gezet)
Onderdeel
/
/ xAuto
Solarize / B&W (alleen DSC-P8) /
Sepia / Neg.Art /xOff
De kleurbalans instellen (blz. 52).
Speciale beeldeffecten instellen (blz. 60).
staat (wanneer [Moving Image] bij de SET UP instellingen op [Clip
Beschrijving
+2.0EV / +1.7EV / +1.3EV / +1.0EV /
+0.7EV / +0.3EV / x0EV / –0.3EV /
–0.7EV / –1.0EV / –1.3EV / –1.7EV /
–2.0EV
De belichting regelen (blz. 47).
9 (Focus)
∞ / 7.0m / 3.0m / 1.0m / 0.5m / Center
AF / xMulti AF
De automatische scherpstellingsmethode kiezen (blz. 44), of de scherpstelling
vooraf instellen (blz. 47).
Spot / xMulti
Overeenstemmen met de belichting van het onderwerp dat u wilt opnemen
(blz. 50). Het lichtmeetbereik instellen.
(Metering Mode)
WB (White Bal)
± (Flash Level)
PFX (P.Effect)
WB /
/
/
/
/ xAuto
Aanvullende informatie
Instelling
(EV)
De kleurbalans instellen (blz. 52).
High / xNormal / Low
De hoeveelheid flitserlicht instellen (blz. 53).
Solarize / B&W (alleen DSC-P8) /
Sepia / Neg.Art /xOff
Speciale beeldeffecten instellen (blz. 60).
NL
107
Wanneer de modusdraaiknop op
Burst] is gezet)
Onderdeel
Instelling
Beschrijving
(EV)
+2.0EV / +1.7EV / +1.3EV / +1.0EV /
+0.7EV / +0.3EV / x0EV / –0.3EV /
–0.7EV / –1.0EV / –1.3EV / –1.7EV /
–2.0EV
De belichting regelen (blz. 47).
9 (Focus)
∞ / 7.0m / 3.0m / 1.0m / 0.5m / Center
AF / xMulti AF
De automatische scherpstellingsmethode kiezen (blz. 44), of de scherpstelling
vooraf instellen (blz. 47).
Spot / xMulti
Overeenstemmen met de belichting van het onderwerp dat u wilt opnemen
(blz. 50). Het lichtmeetbereik instellen.
(Metering Mode)
WB (White Bal)
(Interval)
(P.Quality)
PFX (P.Effect)
NL
108
staat (wanneer [Moving Image] bij de SET UP instellingen op [Multi
WB /
/
/
/
/ xAuto
De kleurbalans instellen (blz. 52).
1/7.5 / 1/15 / x1/30 (NTSC)
1/6.3 / 1/12.5 / x1/25 (PAL)
– In de NTSC-modus het Multi Burst-sluiterinterval kiezen.
– In de PAL-modus het Multi Burst-sluiterinterval kiezen.
• De instelling van het sluiterinterval is afhankelijk van de instelling van het
onderdeel [Video Out] die bij de SET UP instellingen is gekozen (blz. 111).
xFine / Standard
Beelden opnemen met fijne/standaard kwaliteit (blz. 42).
Solarize / B&W (alleen DSC-P8) /
Sepia / Neg.Art /xOff
Speciale beeldeffecten instellen (blz. 60).
Wanneer de modusdraaiknop op
staat
Onderdeel
Instelling
Beschrijving
Folder
OK / Cancel
De map selecteren waarin zich het beeld bevindt dat u wilt weergeven (blz. 61).
Protect
—
Beelden beveiligen tegen abusievelijk wissen (blz. 67).
DPOF
—
De afdrukmarkeringen (DPOF) weergeven/opheffen op de stilstaande beelden die
u wilt afdrukken (blz. 69).
Slide
Interval
Start
Cancel
– Het interval voor een diavoorstelling instellen (blz. 63). (Alleen in de
enkelbeeldmodus.)
x3 sec / 5 sec / 10 sec / 30 sec / 1 min
– Het bereik van de beelden die u wilt weergeven instellen.
xFolder / All
– De beelden herhaaldelijk weergeven.
xOn / Off
– De diavoorstelling laten beginnen.
– De diavoorstelling annuleren.
5.0M (DSC-P10/P12) / 3.1M / 2.0M
(DSC-P8) / 1.2M / VGA / Cancel
Het formaat van het opgenomen stilstaande beeld veranderen (blz. 69). (Alleen in
de enkelbeeldmodus.)
Image
Repeat
Resize
Rotate
(links) /
Divide
OK / Cancel
(rechts) / OK / Cancel Het stilstaande beeld roteren (blz. 64). (Alleen in de enkelbeeldmodus.)
Een bewegend beeld onderverdelen (blz. 76). (Alleen in de enkelbeeldmodus.)
Aanvullende informatie
NL
109
SET UP-onderdelen
Zet de modusdraaiknop op SET UP. Het
SET UP-scherm verschijnt.
De fabrieksinstellingen zijn aangegeven
met x.
1
(Camera 1) (DSC-P10/P12)/
(Camera) (DSC-P8)
Onderdeel
Moving Image
Instelling
AF Mode
Smart Zoom
Date/time
xSingle / Monitor / Cont
Red Eye Reduction
AF Illuminator
2
xMPEG Movie / Clip Motion /
Multi Burst
xOn / Off
Day&Time / Date / xOff
On / xOff
xAuto / Off
Beschrijving
De opnamefunctie kiezen (blz. 53, 55 en 72).
De scherpstellingsfunctie kiezen (blz. 45).
De slimme-zoomfunctie gebruiken of niet (blz. 25).
De datum en tijd in het beeld voegen of niet (blz. 31). Wanneer u bewegende beelden (MPEG
Movie) opneemt, of beelden opgenomen in de Clip Motion/Multi Burst-functies, kunnen de
datum en tijd niet in het beeld worden ingevoegd. Bovendien zullen de datum en tijd niet
worden afgebeeld tijdens het opnemen. De datum en tijd zullen worden afgebeeld wanneer
het beeld wordt weergegeven.
Bij gebruik van een flitser het rode-ogeneffect verminderen (blz. 29).
Kiest of een AF-hulpverlichting in het donker wordt gebruikt. Helpt wanneer het moeilijk is
scherp te stellen op het onderwerp bij slechte belichting (blz. 29).
(Camera 2) (alleen DSC-P10/P12)
Onderdeel
Bracket Step
Instelling
±1.0EV / x±0.7EV / ±0.3EV
Beschrijving
Bij het vastleggen van drie beelden met verschillende belichtingswaarden de
belichtingscompensatie instellen (blz. 50).
(Memory Stick Tool)
Onderdeel
Format
NL
110
Instelling
OK / Cancel
Beschrijving
De "Memory Stick" formatteren. Merk op dat door formatteren alle gegevens op de
"Memory Stick" verloren gaan, inclusief beveiligde beelden (blz. 39).
Onderdeel
File Number
Instelling
xSeries
Reset
Create REC. Folder
Change REC.
Folder
1
OK / Cancel
OK / Cancel
Beschrijving
– Wijst nummers toe aan bestanden op volgorde, zelfs als de "Memory Stick" wordt
verwisseld of een andere opnamemap wordt gebruikt.
– Stelt de nummering terug en begint opnieuw bij 0001 iedere keer wanneer de opnamemap
wordt veranderd. (Als de opnamemap een bestand bevat, een nummer hoger dan het
hoogste reeds toegekende nummer.)
De map aanmaken waarin de opgenomen beelden worden opgeslagen (blz. 43).
De map veranderen waarin de opgenomen beelden worden opgeslagen (blz. 43).
(Setup 1)
Instelling
On / xOff
A Language
—
Beschrijving
Kiest of de Power Save functie moet worden gebruikt (blz. 13). Wordt alleen afgebeeld
wanneer u de camera van stroom voorziet met behulp van de accu.
Kiest de helderheid van het LCD-scherm. Dit heeft geen effect op de opgenomen beelden.
Kiest de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm. Door [Bright] te
kiezen, wordt het scherm helder en goed zichtbaar wanneer de camera buiten of op een
andere goed verlichte plek wordt gebruikt, maar ook wordt er dan meer batterijstroom
verbruikt. Wordt alleen afgebeeld wanneer u de camera van stroom voorziet met behulp van
de accu.
– Schakelt het sluitergeluid in dat klinkt als u de sluiterknop indrukt.
– Schakelt de pieptoon/het sluitergeluid in die/dat klinkt als u de regelknop/sluiterknop
indrukt.
– Schakelt de pieptoon/het sluitergeluid uit.
De menu-onderdelen, waarschuwingen en meldingen afbeelden in de geselecteerde taal.
LCD Brightness
LCD Backlight
Bright / xNormal / Dark
Bright / Normal / xDark
Beep
Shutter
xOn
Off
Clock Set
OK / Cancel
De datum en tijd instellen (blz. 16 en 41).
Instelling
PTP / xNormal
NTSC
PAL
Beschrijving
De USB modus veranderen (blz. 78).
– Het video-uitgangssignaal instellen op de NTSC-modus (bijvoorbeeld de V.S. of Japan).
– Het video-uitgangssignaal instellen op de PAL-modus (bijvoorbeeld Europa).
2
(Setup 2)
Onderdeel
USB Connect
Video Out
Aanvullende informatie
Onderdeel
Power Save
NL
111
Voorzorgsmaatregelen
Laat de camera niet liggen op de
volgende plaatsen
• In bijzonder hete plaatsen, zoals in een
auto die in de volle zon is geparkeerd. De
behuizing van de camera kan vervormd
raken of hierdoor kan een storing
optreden.
• Onder rechtstreeks zonlicht of nabij een
verwarmingsbron. De behuizing van de
camera kan vervormd raken of hierdoor
kan een storing optreden.
• Op plaatsen met trillingen
• In de buurt van een sterk magnetisch veld
• Op zanderige of stoffige plaatsen, dus
wees voorzichtig dat er geen zand of stof
in de camera komt. Hierdoor kan in de
camera een storing optreden en in
bepaalde gevallen kan deze storing niet
worden verholpen.
Reiniging
Het LCD-scherm reinigen
Veeg het schermoppervlak schoon met een
LCD-reinigingsset (niet bijgeleverd) om
vingerafdrukken, stof, enz. te verwijderen.
NL
112
Reiniging van de
gelijkstroomstekker
Maak de gelijkstroomstekker van de
netspanningsadapter schoon met een droog
wattenstaafje. Gebruik de
netspanningsadapter niet met een vuile
stekker. Als u de netspanningsadapter met
een vuile stekker gebruikt, is het mogelijk
dat de accu niet goed wordt geladen.
Reiniging van de lens
Veeg de lens schoon met een zachte doek
om vingerafdrukken, stof, enz. te
verwijderen.
De buitenkant van de camera
reinigen
Maak de buitenkant van de camera schoon
met een zachte doek bevochtigd met water
en veeg het oppervlak daarna droog met een
droge doek. Gebruik de onderstaande
middelen niet omdat deze de afwerking of
de behuizing kunnen beschadigen.
• Verdunner
• Benzine
• Alcohol
• Wegwerpdoeken
• Vluchtige insecticiden
• Aanraking door rubber of vinyl
gedurende een lange tijd
Bedrijfstemperatuur
Uw camera is ontworpen voor gebruik bij
een temperatuur van 0°C tot 40°C. Het
maken van opnamen op extreem koude of
warme plaatsen met temperaturen die
buiten het bovenstaande bereik vallen, is
niet aan te bevelen.
Condensvorming
Als de camera rechtstreeks van een koude
naar een warme omgeving wordt
overgebracht, of in een zeer vochtige ruimte
wordt neergelegd, kan er vocht condenseren
in of op de behuizing van de camera. Deze
vochtcondensatie kan een storing in de
camera veroorzaken.
Condensvorming treedt gemakkelijk
op wanneer:
• de camera van een koude plaats, zoals een
skihelling, naar een goed verwarmde
ruimte wordt overgebracht.
• de camera bij warm weer vanuit een
kamer of auto met airconditioning mee
naar buiten wordt genomen, enz.
Hoe condensvorming te voorkomen
Wanneer u de camera van een koude naar
een warme ruimte brengt, verpakt u de
camera in een goed gesloten plastic zak en
laat u deze langzaam (ongeveer een uur)
acclimatiseren.
Wanneer er condensvorming
optreedt
Schakel de camera uit en wacht ongeveer
een uur om het vocht te laten verdampen.
Als u probeert om opnamen te maken
terwijl er nog vocht in de lens aanwezig is,
zullen de opgenomen beelden niet helder
zijn.
Ingebouwde oplaadbare
knoopbatterij
Over "Memory Stick"
De "Memory Stick" is een nieuw, compact,
draagbaar en veelzijdig IC-opnamemedium
met een grotere gegevensopslagcapaciteit dan
een floppy disk.
Naast het uitwisselen van gegevens tussen
apparatuur die compatibel is met de
"Memory Stick", kunt u een "Memory
Stick" ook gebruiken voor het opslaan van
gegevens, net als een soort verwijderbaar,
extern opnamemedium.
Er zijn twee soorten "Memory Stick": een
gewone "Memory Stick" en een
"MagicGate Memory Stick" die is uitgerust
met de MagicGate* copyrightbeschermingstechnologie. Deze camera is
geschikt voor beide soorten "Memory
Stick". Aangezien deze camera echter niet
de MagicGate-normen ondersteunt, zijn de
met deze camera vastgelegde gegevens niet
via MagicGate beschermd tegen inbreuk op
de auteursrechten.
Bovendien kunt u ook de "Memory Stick
Duo" of de "Memory Stick PRO" met uw
camera gebruiken.
* MagicGate is een technologie ter bescherming
van auteursrechten waarbij gebruik wordt
gemaakt van versleutelingstechnologie.
• Als een "Memory Stick" is geformatteerd op
een computer, kan de juiste werking ervan in
deze camera niet worden gegarandeerd.
Aanvullende informatie
Deze camera is voorzien van een
ingebouwde oplaadbare knoopbatterij voor
handhaving van de datum en tijd en andere
instellingen, ongeacht of het apparaat is
ingeschakeld of uitgeschakeld.
Deze oplaadbare knoopbatterij wordt
tijdens het gebruik van de camera continu
opgeladen. Indien u de camera echter alleen
voor korte perioden gebruikt, raakt deze
batterij geleidelijk uitgeput. Indien u de
camera helemaal niet gebruikt, is de batterij
na circa één maand volledig uitgeput. In dit
geval dient u de oplaadbare knoopbatterij
altijd op te laden voordat u de camera gaat
gebruiken.
Ook indien deze oplaadbare knoopbatterij
niet wordt opgeladen, kunt u de camera nog
altijd gebruiken zolang u de datum en tijd
niet opneemt.
Oplaadmethode
Sluit de camera aan op een muurstopcontact
met behulp van de netspanningsadapter of
plaats een volledig opgeladen accu, en laat
de camera 24 uur of langer uitgeschakeld
liggen.
NL
113
Opnemen/
weergeven met
deze camera
"Memory Stick"
type
Memory Stick
(Memory Stick Duo)
a
MagicGate Memory
Stick
(MagicGate Memory
Stick Duo)
a**
Memory Stick PRO
a**
** De camera kan de gegevens die noodzakelijk
zijn voor de MagicGate-functie niet opnemen
of weergeven.
Alle Memory Stick-mediabedieningen zijn
niet noodzakelijkerwijs gegarandeerd.
Opmerkingen betreffende de
bijgeleverde "Memory Stick"
• U kunt geen beelden opnemen of wissen terwijl
de schrijf-beveiligingsschakelaar in de stand
LOCK staat.
De stand of de vorm van de schrijfbeveiligingsschakelaar kan verschillend zijn
afhankelijk van de "Memory Stick" die u
gebruikt.
Aansluiting
Schrijfbeveiligingsschakelaar
NL
114
Plaats van het etiket
• De "Memory Stick" mag niet worden
verwijderd terwijl deze bezig is met het lezen of
wegschrijven van gegevens.
• De gegevens kunnen in de volgende gevallen
beschadigd zijn.
– Wanneer de "Memory Stick" eruit is gehaald
of de camera is uitgeschakeld tijdens het
lezen of schrijven
– Wanneer de "Memory Stick" wordt gebruikt
op plaatsen met statische elektriciteit of
elektrische ruis
• We raden u aan van belangrijke gegevens een
reservekopie te maken.
• Bevestig uitsluitend het bijgeleverde etiket op
de daartoe voorziene plaats.
• Bevestig het etiket op de voorgeschreven plaats
en let erop dat het etiket niet buiten deze plaats
steekt.
• Wanneer u de "Memory Stick" draagt of
bewaart, plaatst u deze terug in het doosje dat
erbij geleverd werd.
• Raak de aansluiting van een "Memory Stick"
nooit aan met uw hand of een metalen
voorwerp.
• De "Memory Stick" niet slaan, verbuigen of
laten vallen.
• De "Memory Stick" mag niet worden
gedemonteerd of getransformeerd.
• Stel de "Memory Stick" niet bloot aan water.
• U mag de "Memory Stick" niet gebruiken of
bewaren op de volgende plaatsen:
– Plaatsen met een hoge temperatuur, zoals in
een hete auto die in de zon is geparkeerd
– Plaatsen die zijn blootgesteld aan direct
zonlicht
– Vochtige plaatsen of plaatsen waar corrosieve
middelen aanwezig zijn
Opmerkingen betreffende de
"Memory Stick Duo" (niet
bijgeleverd)
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" wilt
gebruiken met uw camera, steekt u de "Memory
Stick Duo" in een "Memory Stick Duo"adapter.
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" plaatst in
een "Memory Stick Duo"-adapter, controleert u
dat de "Memory Stick Duo" in de juiste richting
wordt geplaatst.
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" gebruikt
in deze camera die is geplaatst in een "Memory
Stick Duo"-adapter, controleert u dat de
"Memory Stick Duo" in de juiste richting wordt
geplaatst. Merk op dat door onjuist gebruik de
camera kan worden beschadigd.
• Steek nooit een "Memory Stick Duo" zonder
een "Memory Stick Duo"-adapter in een
"Memory Stick"-compatibel apparaat omdat
hierdoor een storing in het apparaat kan
optreden.
Opmerking betreffende de "Memory
Stick PRO" (niet bijgeleverd)
"Memory Stick PRO" met een capaciteit van
maximaal 1GB kan in deze camera worden
gebruikt.
Betreffende de
"InfoLITHIUM" accu
Wat is de "InfoLITHIUM" accu?
De "InfoLITHIUM" accu is een lithiumionaccu uitgerust met functies voor het
communiceren van informatie over de
bedrijfsomstandigheden tussen de camera
en de netspanningsadapter.
De "InfoLITHIUM" accu berekent het
stroomverbruik op basis van de
bedieningsvoorwaarden van de camera en
geeft in minuten aan hoe lang de batterij
nog meegaat.
Opladen van de accu
• Bij lage temperaturen verminderen de
prestaties van de accu. Op koude plaatsen
kan de accu daarom minder lang worden
gebruikt. Wij bevelen het volgende aan om
de accu langer mee te laten gaan:
– Doe de accu in een zak tegen uw
lichaam aan om de accu op te warmen,
en plaats deze in de camera vlak
voordat u begint met opnemen.
• Bij veelvuldig gebruik van de
zoomfunctie of de flitser zal de batterij
sneller uitgeput raken.
• Wij bevelen u aan om extra accu’s voor
twee- tot driemaal de verwachte
opnameduur bij de hand te houden, en om
proefopnamen te maken alvorens u de
eigenlijke opnamen gaat maken.
• De accu mag niet worden blootgesteld
aan water. De accu is niet waterdicht.
Batterij-restladingsindicatie
Het is mogelijk dat de spanning wegvalt
ondanks dat de batterij-restladingsindicatie
aangeeft dat er nog voldoende lading
aanwezig is om het apparaat te bedienen.
Gebruik de acculading helemaal en laad de
accu volledig op zodat de batterijrestladingsindicatie correct is. Indien de
camera langdurig bij hoge temperaturen
wordt gebruikt of in volledig geladen
toestand wordt opgeborgen, of indien de
accu veelvuldig wordt gebruikt, zal echter
niet altijd opnieuw de juiste batterijrestladingsindicatie worden aangegeven.
Hoe u de accu moet bewaren
• Zelfs als u de accu gedurende een lang
tijd niet denkt te gebruiken, dient u deze
volledig op te laden en de lading eenmaal
per jaar volledig op te gebruiken. Haal de
accu van de camera af en bewaar deze op
een droge, koele plaats. Op deze manier
zal de accu naar behoren blijven werken.
• Om de accu helemaal leeg te maken in de
camera, laat u POWER aan staan in de
diavoorstelling-weergavefunctie
(blz. 63) totdat de camera wordt
uitgeschakeld.
Aanvullende informatie
Aanbevolen wordt om de accu op te laden
bij een omgevingstemperatuur van 10°C tot
30°C. Indien u de accu buiten dit
temperatuurbereik oplaadt, bestaat de kans
dat u de accu niet doeltreffend kunt
opladen.
Doeltreffend gebruik van de
accu
NL
115
Levensduur van de batterijen
• De levensduur van de batterijen is
beperkt. De capaciteit van de batterijen
neemt geleidelijk af naarmate u deze
meer gebruikt en de tijd verstrijkt.
Wanneer de gebruiksduur van de accu
aanzienlijk korter is geworden, is
waarschijnlijk het einde van de
levensduur van de accu bereikt. Koop een
nieuwe accu.
• De levensduur van de accu wordt mede
bepaald door de manier waarop deze
wordt bewaard, en door de
bedieningsvoorwaarden en de omgeving
waarin de accu wordt gebruikt.
NL
116
Technische gegevens
x Camera
[Systeem]
Beeldsysteem
DSC-P10/P12
9,04 mm (1/1,8 type) kleuren-CCD
Primair kleurfilter
DSC-P8
6,67 mm (1/2,7 type) kleuren-CCD
Primair kleurfilter
Totaal aantal pixels van de camera
DSC-P10/P12
Circa 5 250 000 pixels
DSC-P8
Circa 3 340 000 pixels
Effectief aantal pixels van de camera
DSC-P10/P12
Circa 5 090 000 pixels
DSC-P8
Circa 3 210 000 pixels
Lens
DSC-P10/P12
3× zoomlens
f = 7,9 – 23,7 mm (38 – 114 mm,
gerekend naar de normen van een
35 mm kleinbeeldcamera)
F2,8 – 5,2
DSC-P8
3× zoomlens
f = 6,0 – 18,0 mm (39 – 117 mm,
gerekend naar de normen van een
35 mm kleinbeeldcamera)
F2,8 – 5,2
Belichtingsregeling
Automatische belichting, scènekeuze
(7 standen)
Kleurbalans
Flitser, Automatisch, Daglicht,
Bewolkt, Fluorescerend, Kaarslicht
Gegevensformaat (overeenkomstig DCF)
Stilstaande beelden: Exif Versie 2.2
voldoet aan JPEG-standaard, GIF
(voor Clip Motion), DPOF
Audio met stilstaande beelden:
voldoet aan MPEG1-standaard
(mono)
Bewegende beelden:
voldoet aan MPEG1-standaard
(mono)
Opnamemedium
"Memory Stick"
Flits
Aanbevolen afstand (ISO ingesteld
op Auto):
DSC-P10/P12
0,5 m tot 3,5 m (W)
0,6 m tot 2,5 m (T)
DSC-P8
0,5 m tot 3,5 m (W)
0,5 m tot 2,5 m (T)
[Uitgangsaansluitingen]
A/V OUT (MONO) (mono)
Mini-aansluiting
Video: 1 Vp-p, 75 Ω, asymmetrisch,
synchronisatie negatief
Audio: 327 mV (bij een belasting
van 47 kΩ)
Uitgangsimpedantie 2,2 kΩ
USB-aansluitbus
mini-B
[LCD-scherm]
x AC-LS5 netspanningsadapter
Accessoires
Gebruikt LCD-paneel
3,8 cm (1,5 type) TFT drive
Totaal aantal punten
123 200 (560×220) punten
Nominale ingangsspanning
100 tot 240 V wisselstroom, 50/
60 Hz, 11 W, 0,16 tot 0,09 A
Nominale uitgangsspanning
4,2 V gelijkstroom, 1,5 A in
bedrijfsmodus
Bedrijfstemperatuur
0°C tot 40°C
Opslagtemperatuur
–20°C tot +60°C
Afmetingen
Circa 48×29×81 mm (B/H/D)
Gewicht Circa 130 g
•
•
•
•
•
•
•
[Algemeen]
x NP-FC11 accu
Gebruikte batterij
Lithiumion-accu
Maximale spanning
4,2 V gelijkstroom
Nominale spanning
3,6 V gelijkstroom
Capaciteit 2,8 Wh (780 mAh)
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden zonder voorafgaande
kennisgeving.
Aanvullende informatie
Gebruikte accu
NP-FC11
Voeding 3,6 V
Stroomverbruik (tijdens opnemen)
DSC-P10/P12
1,6 W
DSC-P8
1,5 W
Bedrijfstemperatuur
0°C tot 40°C
Opslagtemperatuur
–20°C tot +60°C
Afmetingen
108×51,5×35,1 mm
(B/H/D, excl. uitstekende delen)
Gewicht Circa 200 g (inclusief accu NP-FC11,
"Memory Stick", en polsriem)
Ingebouwde microfoon
Electret-condensatormicrofoon
Ingebouwde luidspreker
Dynamische luidspreker
Exif Print Compatibel
PRINT image matching II Compatibel
NP-FC11 accu (DSC-P12: 2, DSC-P8/P10: 1)
AC-LS5 netspanningsadapter
Netsnoer
A/V-verbindingskabel
USB-kabel
Polsriem
"Memory Stick" (DSC-P10/P12: 32MB, DSCP8: 16 MB)
• CD-ROM (USB-stuurprogramma SPVD-010)
• Gebruiksaanwijzing
• Opbergtas (alleen DSC-P12)
NL
117
Het LCD-scherm
Bij opname van stilstaande
beelden
1
2
3
4
5
6
7
8
9
q;
qa
qd
qf
qg
qh
60min
S AF
A Beeldformaat-indicatie (19)
B Opnamemodus-indicatie (50, 5557)
C AE/AF-vergrendelingsindicatie
(22)
D Batterij-restladingsindicatie (11)
E Kleurbalansindicatie (52)/
Modusdraaiknop-indicatie/
Flitsmodus-indicatie (27)/
Indicatie van vermindering van
rode-ogeneffect (29)
NL
101
C:32:00
SOLARIZE
qs
118
VGA
3:2
F2.8
125
+
qj
qk
ql
w;
wa
WB
ISO
ws
wd
F ISO-richtgetalindicatie (106)
Datum/tijd-indicatie (31)
G Beeldeffect-indicatie (60)/
AF-illuminator-indicatie (29)
H Scherpte-indicatie (106)/
Verzadiging-indicatie (106)/
Contrast-indicatie (106)
I Waarschuwingsindicatie voor
zwakke batterij (101)
J Histogram-indicatie (49)
K AF-bereikzoeker (44)
L Dradenkruis van de éénpunts
lichtmeting (50)
M Beeldkwaliteitsindicatie (20, 42)
N Opnamemap-indicatie (42)
O Indicatie van resterend aantal
opneembare beelden (21)
P Resterende-"Memory Stick"capaciteitindicatie
Q Macro-indicatie (26)/AF-functieindicatie (45)/Multi AF
/Center
AF
indicatie (44)/
Scherpstelling-voorkeuzewaarde
(47)
R Zelfdiagnosefunctie (102)/
EV-niveau-indicatie (47)
S Diafragmawaarde-indicatie
T Lange sluitertijd NR-indicatie
(60)/Sluitertijd-indicatie
U Zelfontspanner-indicatie (27)
V Trillingswaarschuwing-indicatie
(101)
W Menu/Gidsmenu (41)
• Door indrukken van MENU kan het menu
worden in- en uitgeschakeld.
Bij opname van bewegende beelden
1
2
3
4
5
60min
640
STBY 00:00:00 [00:28:25]
SOLARIZE
C:32:00
+
6
WB
A
B
C
D
E
7
8
9
q;
qa
PFX
I Opnamemap-indicatie (42)
J Resterende-"Memory Stick"capaciteitindicatie
K Multi AF
/Center AF
indicatie (44)/Scherpstellingvoorkeuzewaarde (47)
L Zelfdiagnosefunctie (102)/
EV-niveau-indicatie (47)
M Macro-indicatie (26)
N Zelfontspanner-indicatie (27)
O Menu/Gidsmenu (41)
Aanvullende informatie
Opnamemodus-indicatie (72)
Batterij-restladingsindicatie (11)
Kleurbalans-indicatie (52)
Beeldeffect-indicatie (60)
Dradenkruis van de éénpunts
lichtmeting (50)
F AF-bereik-indicatie (44)
G Beeldformaat-indicatie (72)
H Indicatie van de opnameduur
[maximale opnameduur] (104)
qs
qd
qf
qg
• Door indrukken van MENU kan het menu
worden in- en uitgeschakeld.
Verdere belangrijke informatie vindt u
op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
NL
119
Bij weergave van stilstaande
beelden
1
Bij weergave van bewegende
beelden
2
qd
60min
3
4
qj
qk
ql
7
VGA
101
12/12
8
9
x1.3
qf
qg
60min
w;
160
VOL.
101
0
8/8
00:00:12
wa
qa
5
ws
6
BACK/NEXT
NL
120
VOLUME
qs
A Beeldformaat-indicatie (19)
B Opnamemodus-indicatie (50, 55-57)
C Beveiligingsindicatie (67)/
Afdrukmarkering (DPOF)indicatie (69)/
Volume-indicatie (57)
D Zoomindicatie/Jog-weergaveindicatie (62)
E Histogram-indicatie (49)
F Map-bestandsnaam (86)
G Weergavemap-indicatie (61)
H Resterende-"Memory Stick"capaciteitindicatie
I Aantal beelden opgenomen in de
gekozen map
J Beeldnummer
K Map-veranderen-indicatie (61)
L Opnamedatum/tijd van het
weergavebeeld (16)/Menu/
Gidsmenu (41)
qh
Folder
Protect
DPOF
Slide
wd
OK
M Beeldformaat-indicatie (73)
N Opnamemodus-indicatie (73)
O Volume-indicatie (73)/Weergaveindicatie (73)
P Weergavebalk (73)
Q Map-veranderen-indicatie (61)
R Weergavemap-indicatie (61)
S Beeldnummer/Aantal beelden
opgenomen in de gekozen map
T Resterende-"Memory Stick"capaciteitindicatie
U Teller (73)
V Weergavebeeld (73)
W Menu/Gidsmenu (41)
Verdere belangrijke informatie vindt u
op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
Index
Index
A
Accu
levensduur van batterij .........................12, 116
oplaadtijd .....................................................11
opladen ................................................10, 115
restladingsindicatie ..............................11, 115
AE/AF-vergrendeling .......................................46
AE/AF-vergrendelingsindicatie ........................22
AE/AF-vergrendellampje ...................................9
AF-bereikzoeker ...............................................44
Afdrukmarkering (DPOF) ................................69
AF-functie ........................................................45
AF-illuminator ......................................8, 29, 110
Automatische instelfunctie ...............................22
Automatische scherpstelling ......................23, 44
Automatische uitschakelingsfunctie .................15
A/V-verbindingskabel .......................................34
B
C
CD-ROM ......................................................... 78
Clip Motion ..................................................... 53
Clock Set ......................................................... 16
Computer
beelden kopiëren ................................... 83, 89
Image Transfer ............................................ 80
ImageMixer ................................................ 81
USB-kabel .................................................. 82
USB-stuurprogramma ................................. 79
Condensvorming ............................................ 112
Contrast ......................................................... 106
E
E-Mail .............................................................. 56
EV-afstelling .................................................... 47
Externe stroombron ......................................... 14
F
Flitser
daglicht-synchro ......................................... 28
een flitsmodus kiezen ................................. 27
Flitserniveau ................................ 53, 106, 107
Vermindering van het
rode-ogeneffect .............................. 29, 110
Formaat veranderen ......................................... 69
Formatteren ...................................................... 39
G
Gebruik van de camera in het buitenland ........ 14
Gelijkstroomstekker ................................... 10, 14
Geprogrammeerde functie ............................... 23
GIF ............................................................. 53, 87
H
Helderheid
beeld ...................................................... 47, 50
LCD-scherm ............................................. 111
Histogram ........................................................ 49
D
I
Diavoorstelling ................................................ 63
DPOF ............................................................... 69
Image Transfer ................................................. 83
ImageMixer ..................................................... 81
Index-scherm ................................................... 32
"InfoLITHIUM" accu .................................... 115
Index
Beeld
beeldbestand-geheugenlocaties ...................86
beelden kopiëren op uw computer ...83, 84, 89
beeldformaat ..................................19, 20, 103
beeldkwaliteit ........................................20, 42
bestandsnamen .............................................87
Beeldeffect ........................................................60
Beelden bekijken op uw computer ...................86
Beelden kopiëren ........................................83, 89
Beelden wissen .................................................36
Bekijken van beelden op het LCD-scherm .......32
Belichtingscategorie .........................................50
Bestand
beeldbestand-geheugenlocaties .................. 86
bestandsnamen ............................................ 87
Beveiliging ....................................................... 67
Bewegend beeld
aantal beelden dat kan worden opgeslagen of
opnameduur ................................... 12, 103
beelden bekijken op uw computer ........ 86, 89
beelden opnemen ........................................ 72
beelden wissen ............................................ 74
bekijken van beelden op het
LCD-scherm .......................................... 73
knippen van bewegende beelden ................ 76
Burst ................................................................ 56
NL
121
Installatie
Image Transfer ............................................ 80
ImageMixer ................................................ 81
USB-stuurprogramma ................................. 79
Instelling
beeldformaat ................................. 19, 20, 103
datum en tijd ............................................... 16
menuonderdelen .................................. 41, 105
onderdelen van SET UP ..................... 41, 110
ISO ................................................................. 106
J
Jog-weergave ................................................... 66
JPEG ................................................................ 87
K
Kleurbalans ...................................................... 52
L
Lange sluitertijd NR ........................................ 60
LCD-scherm
aan/uit ......................................................... 30
helderheid ................................................. 111
schermweergave ........................ 118, 119, 120
Lichtmeetmodus
lichtmeting met meerdere patronen ............ 50
spot lichtmeting .......................................... 50
NL
122
M
Map
aanmaken van een nieuwe map .................. 43
opnamemap ................................................. 43
veranderen van de opnamemap ................... 43
weergavemap .............................................. 61
Memory Stick
aantal beelden dat kan worden opgenomen/
opnameduur ................................... 21, 103
formatteren van een "Memory Stick" ......... 39
plaatsen van een "Memory Stick" ............... 18
Menu-instellingen .................................... 41, 105
Modusdraaiknop ........................................ 16, 23
MPEG .............................................................. 87
MPEG Movie ................................................... 72
Multi Burst ....................................................... 55
Voice ........................................................... 57
Opnemen van stilstaande beelden
aantal beelden dat kan worden opgeslagen of
opnameduur .................................... 12, 103
automatische regeling ................................. 44
beeldeffect ................................................... 60
beeldformaat ......................................... 19, 20
EV-afstelling ............................................... 47
gebruik van de automatische
instelfunctie ............................................ 22
gebruik van de flitser .................................. 27
kleurbalans .................................................. 52
lichtmeetmodus ........................................... 50
projecteren van de datum en tijd ................. 31
slimme-zoomfunctie ................................... 25
zelfontspanner gebruiken ............................ 27
N
P
Netspanningsadapter .................................. 10, 14
NTSC-systeem ......................................... 35, 111
PAL-systeem ............................................ 35, 111
Pieptoon/sluitergeluid .................................... 111
Power Save ............................................... 13, 111
Projecteren van de datum en tijd ...................... 31
O
Onderverdelen ................................................. 76
Opladen
accu ..................................................... 10, 115
laadduur ...................................................... 11
Opnamemodus
automatische regeling ................................. 22
bewegend beeld ........................................... 72
Burst ............................................................ 56
categorie ...................................................... 50
Clip Motion ................................................. 53
E-Mail ......................................................... 56
Multi Burst .................................................. 55
Q
Quick Review ................................................... 24
R
Regelknop .............................................. 9, 15, 41
Reiniging ........................................................ 112
RESET-toets ..................................................... 91
roteren .............................................................. 64
S
formaat veranderen ..................................... 69
T
Toegangslampje ............................................... 18
Trimmen .......................................................... 63
TV-kleursysteem .............................................. 35
U
USB ..................................................... 78, 83, 89
USB-aansluiting .......................................... 82
V
vergroten, een beeld ......................................... 62
Vermindering van het
rode-ogeneffect .............................. 29, 110
Verzadiging .................................................... 106
Video-CD ......................................................... 90
Voice ................................................................ 57
Voorzorgsmaatregelen ................................... 112
W
Waarschuwingen en meldingen ..................... 100
Z
Zelfdiagnosefunctie ....................................... 102
Zelfontspanner ................................................. 27
Zoeker .............................................................. 30
Zoom
met gebruik van de
slimme-zoomfunctie .............................. 25
weergavezoom ............................................ 62
Index
Scènekeuze
Korte-sluitertijdfunctie ................................58
Landschapsfunctie .......................................58
Schemerfunctie ............................................59
Schemer-portretfunctie ................................59
Sneeuwfunctie .............................................58
Strandfunctie ...............................................58
Vuurwerkfunctie ..........................................58
Scherpstelling
AF-vergrendeling .........................................46
automatische scherpstellingsmethode .........44
opnemen (met automatische regeling) .........22
scherpstelling vooraf ...................................47
Scherpte ..........................................................106
Spanning
aan/uit ..........................................................15
accu ..............................................................10
Netspanningsadapter ...................................14
Spot ...................................................................50
Stilstaande beelden bekijken
beelden bekijken op een TV-scherm ...........34
beelden bekijken op uw computer ...............86
bekijken van beelden op het
LCD-scherm ...........................................32
diavoorstelling .............................................63
index-scherm ...............................................33
roteren ..........................................................64
scherm met één beeld ..................................32
weergavezoom .............................................62
wissen ..........................................................36
Stilstaande beelden monteren
Afdrukmarkering (DPOF) ...........................69
beveiliging ...................................................67
NL
123
308089242
Stampato su carta 100% riciclata
con inchiostro a base di olio
vegetale senza COV (composto
organico volatile).
Gedrukt op 100% kringlooppapier
met VOC (vluchtige organische
verbinding)-vrije inkt op basis van
plantaardige olie.
Ulteriori informazioni su questo prodotto e risposte agli
interrogativi più comuni sono reperibili presso il nostro sito Web
di sostegno acquirenti.
Nadere bijzonderheden over dit product en de antwoorden op
vaak gestelde vragen kunt u vinden op onze klantendienst
Website.
Sony Corporation Printed in Japan