Nl-3
PROBLEEMOPLOSSING
De volgende omstandigheden zijn geen defecten of
storingen.
Werkt niet onmiddellijk:
● Als het apparaat wordt gestopt en vervolgens onmiddellijk opnieuw
wordt gestart, werkt de compressor niet gedurende 3 minuten om het
doorbranden van de zekeringen te vermijden.
● Wanneer de elektrische schakelaar wordt uitgeschakeld en opnieuw
wordt ingeschakeld, werkt het beveiligingscircuit circa 3 minuten. Het
apparaat zal gedurende deze periode niet werken.
Luchtstroom is zwak of stopt:
● Wanneer de verwarmingsstand is ingeschakeld, zal de ventilator van
de binneneenheid tijdelijk tot stilstand komen zodat de interne onder-
delen opgewarmd kunnen worden.
● Als de kamertemperatuur tijdens het verwarmen boven de thermo-
staatinstelling komt, stopt zowel het buitenapparaat als de ventilator
van het binnenapparaat. Als u de kamer meer wilt verwarmen, stel de
thermostaat dan op een hogere instelling in.
● Tijdens het olieterugwinningsproces kan de luchtstroom voor ongeveer
10 minuten lang tot stilstand komen. (Zie bladzijde 2)
● Het apparaat zal tijdens het verwarmen tijdelijk stoppen (tussen 4 en
15 minuten) wanneer de automatische ontdooistand in werking treedt.
(Zie bladzijde 2)
● De ventilator kan tijdens het droogproces of wanneer het apparaat over
de kamertemperatuur waakt op een lage snelheid werken.
● In het AUTO waakproces werkt de ventilator op een lage snelheid.
Knipperende lampjes:
(Alleen wanneer ontvangerseenheid aangesloten is)
● Het OPERATION controlelampje (groen) knippert:
Een olieterugwinningsproces wordt uitgevoerd. (Zie bladzijde 2)
● Het OPERATION controlelampje (groen) knippert:
Een automatisch ontdooiproces wordt uitgevoerd. (Zie bladzijde 2)
● Het OPERATION controlelampje (groen) en het TIMER controlelampje
(oranje) knipperen afwisselend:
Het apparaat werkt opnieuw normaal na een stroomonderbreking.
● Het OPERATION controlelampje (groen) en het TIMER controlelampje
(oranje) knipperen gelijktijdig:
Het apparaat werkt in de teststand. Neem contact op met een mana-
ger, onderhoud kan gaande zijn.
● Het OPERATION controlelampje (groen) brandt en het TIMER contro-
lelampje (oranje) knippert:
Dit is de stand-bystatus. (Zie bladzijde 2)
Er worden geluiden gehoord:
● In de volgende omstandigheden kunt u het stromen van water vanaf
het binnenapparaat horen en maakt het apparaat tijdens de werking
meer lawaai. Dit wordt veroorzaakt door het stromen van koelmiddel.
Wanneer de werking start
Wanneer het olieterugwinningsproces eindigt
Wanneer de automatische ontdooiing eindigt
● Tijdens de werking kan een licht piepgeluid worden gehoord. Dit is het
resultaat van een minieme uitzetting en inkrimping van het paneel dat
door een wijziging van de temperatuur wordt veroorzaakt.
● Een sissend geluid kan occasioneel tijdens het verwarmen worden
gehoord. Dit geluid wordt door het automatisch ontdooiproces veroor-
zaakt. (Zie bladzijde 2)
Geuren:
● Het binnenapparaat kan geuren afgeven. Deze geuren worden door
kamergeuren (meubilair, tabak, etc.) veroorzaakt, die door de aircondi-
tioner worden aangezogen.
Er komt damp uit het binnenapparaat:
● Een dunne nevel kan tijdens het koelen door het binnenapparaat
worden afgegeven. Dit wordt veroorzaakt door een plotselinge afkoe-
ling van de kamerlucht door de lucht die door de airconditioner wordt
afgegeven, wat tot condensatie en nevelvorming leidt.
Er komt stoom uit het binnenapparaat:
● De ventilator van het buitenapparaat kan tijdens het verwarmen wor-
den gestopt en stoom kan uit het apparaat opstijgen. Dit wordt door het
automatisch ontdooiproces veroorzaakt. (Zie bladzijde 2)
Water stroomt uit het buitenapparaat:
● Water kan door het automatisch ontdooiproces tijdens het verwarmen
uit het buitenapparaat stromen.
De volgende omstandigheden wijzen mogelijk niet op
een defect zijn, controleer nogmaals.
Werkt helemaal niet:
● Is er een stroomonderbreking?
● Is de zekering doorgebrand of is de beveiligingsschakelaar geacti-
veerd?
● Is de hoofdschakelaar op de stand OFF ingesteld?
● Probeert u het apparaat op een andere modus te laten werken dan de
prioriteitsmodus? (Zie bladzijde 2)
● Is het apparaat in de stand-bystatus? (Zie bladzijde 2)
De bedrijfsstand kan niet worden gewijzigd:
● Probeert u het apparaat op een andere stand te laten werken dan de
prioriteitsstand? (Zie bladzijde 2)
Zwakke prestaties tijdens het koelen (of verwarmen):
● Hebt u de kamertemperatuurinstellingen (thermostaat) juist aangepast?
● Is de luchtlter vuil? (Zie bladzijde 2)
● Is de inlaat- of uitlaatpoort van de airconditioner verstopt?
● Staat er een raam of deur open?
● Tijdens het koelen, is er een raam die fel zonlicht binnenlaat? (Doe de
gordijnen dicht.)
● Tijdens het koelen, bevinden er zich verwarmingstoestellen, computers
of veel mensen in de kamer?
● Is de ventilatorsnelheid te laag ingesteld?
Stel de temperatuur lager dan de kamertemperatuur in en gebruikt
het:
● Temperatuur zakt niet zoals gewenst.
De temperatuur zakt niet zoals gewenst naargelang de kameromstan-
digheden.
(Bij een hoge vochtigheid of hoge kamertemperatuur.) (Zie bladzijde 2)
In de volgende omstandigheden, stop onmiddellijk
met het gebruik van het apparaat en neem contact op
met een erkende vakman.
● Het probleem kan niet worden opgelost, zelfs na het uitvoeren van de
controles die in de sectie probleemoplossing zijn vermeld.
● Het FILTER controlelampje (rood) knippert zeer snel (wanneer de
ontvangerseenheid is aangesloten).
● De bedrade afstandsbediening of eenvoudige afstandsbediening geeft
Er aan (wanneer aangesloten).
● Er is een brandgeur.
● Voor informatie over de markering van de knipperende lampjes, raad-
pleeg de handleiding van de “IR-ontvangerseenheid” of de “Bedrade
afstandsbediening”.