DeWalt DW722 T 2 de handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
de handleiding
Copyright DEWALT
Dansk 1
Deutsch 9
English 19
Español 27
Français 36
Italiano 45
Nederlands 54
Norsk 62
Português 70
Suomi 79
Svenska 87
Türkçe
95
EÏÏËÓÈη 104
nl - 1 54
NEDERLANDS
RADIAALARMZAAG DW721/DW722/DW725/DW726
Gefeliciteerd!
U heeft gekozen voor een elektrische machine van DEWALT. Jarenlange ervaring, voortdurende produktontwikkeling en innovatie maken DEWALT tot
een betrouwbare partner voor de professionele gebruiker.
DW721 DW722 DW725 DW726
Opgenomen vermogen W 2.000 3.000 2.000 3.000
Afgegeven vermogen W 1.500 2.280 1.500 2.280
Spanning V 230 400 230 400
Zaagbladdiameter mm 270-300 270-300 270-300 270-300
Asgat mm 30 30 30 30
Spindelmaat mm 20 20 20 20
Toerental, onbelast, 50 Hz min
-1
3.000 3.000 3.000 3.000
Toerental, onbelast, 60 Hz min
-1
3.600 3.600 3.600 3.600
Zaagdiepte onder90° mm 90 90 90 90
Zaagdiepte onder45° mm 60 60 60 60
Max. afkortcapaciteit onder 0°, bij een materiaaldikte van 25 mm mm 610 610 460 460
Max. verstekzaagcapaciteit onder 45°, bij een materiaaldikte van 25 mm
rechts mm 405 405 290 290
links mm 425 425 320 320
Max. afkortbreedte mm 610 610 460 460
Max. schulpbreedte mm 870 870 720 720
Afmetingen cm 148 x 95 x 77 148 x 95 x 77 128 x 110 x 77 128 x 110 x 77
(met werkblad) cm 148 x 95 x 147 148 x 95 x 147 128 x 110 x 147 128 x 110 x 147
Stofafzuigadapter mm 100 100 40 40
Gewicht kg 115 115 97 97
Standaarduitrusting:
Tafel, hardmetalen zaagblad, zaagbladbescherming en gereedschappen, nulspanningsuitschakelaar.
Zekeringen:
230 V machines 16 A
400 V machines 16 A per fase
In deze handleiding worden de volgende pictogrammen gebruikt:
Duidt op mogelijk lichamelijk letsel, levensgevaar of kans op
beschadiging van de machine indien instructies in deze
handleiding worden genegeerd.
Geeft elektrische spanning aan.
Scherpe randen.
EG-Verklaring van overeenstemming
DW721
DEWALT verklaart dat deze elektrische machines in overeenstemming zijn
met: 98/37/EEG, 89/336/EEG, 73/23/EEG, EN 61029, EN 55014-2,
EN 55014, EN 61000-3-2 & EN 61000-3-11.
DW722/DW725/DW726
DEWALT verklaart dat deze elektrische machines in overeenstemming zijn
met: 98/37/EEG, 89/336/EEG, 73/23/EEG, EN 61029, EN 55014-2,
EN 55014, EN 61000-3-2 & EN 61000-3-3.
Neem voor meer informatie contact op met DEWALT, zie het adres
hieronder of op de achterkant van deze handleiding.
Niveau van de geluidsdruk overeenkomstig 86/188/EEG & 98/37/EEG,
gemeten volgens DIN 45635:
DW721 DW722 DW725 DW726
L
pA
(geluidsdruk) dB(A)* 84,2 84,2 84,2 84,2
L
WA
(geluidsvermogen) dB(A) 91,4 91,4 91,4 91,4
* op de werkplek
Gewogen kwadratische gemiddelde waarde van de versnelling
overeenkomstig DIN 45675:
DW721 DW722 DW725 DW726
< 2,5 m/s
2
< 2,5 m/s
2
< 2,5 m/s
2
< 2,5 m/s
2
Director Engineering and Product Development
Horst Großmann
DEWALT, Richard-Klinger-Straße 40,
D-65510, Idstein, Duitsland
TÜV Rheinland
Product and Safety GmbH (TRPS)
Am Grauen Stein 1
D-51105 Köln
Germany
Cert. No.
BM 9511442 01
NEDERLANDS
55 nl - 2
Veiligheidsinstructies
Neem bij het gebruik van stationaire elektrische machines altijd de
plaatselijk geldende veiligheidsvoorschriften in acht in verband met
brandgevaar, gevaar voor elektrische schokken en lichamelijk letsel.
Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u met de
machine gaat werken.
Bewaar deze instructies zorgvuldig!
Algemeen
1 Zorg voor een opgeruimde werkomgeving
Een rommelige werkomgeving leidt tot ongelukken.
2 Houd rekening met omgevingsinvloeden
Stel de machine niet bloot aan regen. Gebruik de machine niet in een
vochtige of natte omgeving. Zorg dat de werkomgeving goed is verlicht
(250 - 300 Lux). Gebruik de machine niet op plaatsen waar brand- of
explosiegevaar bestaat, b.v. in de buurt van brandbare vloeistoffen of
gassen.
3 Houd kinderen uit de buurt
Houd kinderen, bezoekers en dieren buiten het werkgebied en laat ze
de machine of de elektriciteitskabel niet aanraken.
4 Draag geschikte werkkleding
Draag geen wijde kleding of loshangende sieraden. Deze kunnen door
de bewegende delen worden gegrepen. Houd lang haar bijeen. Draag
bij het werken buitenshuis bij voorkeur geschikte werkhandschoenen
en schoenen met profielzolen.
5 Persoonlijke bescherming
Draag altijd een veiligheidsbril. Draag een gezichts- of stofmasker bij
werkzaamheden waarbij stofdeeltjes of spanen vrijkomen.
Draag eveneens een hittebestendig schort indien de vrijkomende
spanen aanzienlijk heet kunnen zijn. Draag altijd gehoorbescherming
als het geluidsniveau onaangenaam hoog is, d.w.z. indien de in deze
handleiding opgegeven geluidsdruk het niveau van 85 dB(A) overschrijdt.
6 Bescherming tegen elektrische schok
Voorkom aanraking van geaarde oppervlakken (bijv. buizen, radiatoren,
fornuizen en koelkasten). Bij gebruik onder extreme werkomstandigheden
(bijv. hoge vochtigheid, ontwikkeling van metaalstof, enz.) kan de
elektrische veiligheid door een scheidingstransformator of een aardlek-(FI)-
schakelaar voor te schakelen, verhoogd worden.
7 Zorg voor een veilige houding
Zorg altijd voor een juiste, stabiele houding.
8 Blijf voortdurend opletten
Houd uw aandacht bij uw werk. Ga met verstand te werk.
Gebruik de machine niet als u niet geconcentreerd bent.
9 Klem het werkstuk goed vast
Gebruik klemmen of een bankschroef om het werkstuk te fixeren.
Dit is veiliger, bovendien kan de machine dan met beide handen
worden bediend.
10 Sluit de uitrusting van de stofafvoer aan
Indien hulpmiddelen zijn meegeleverd voor de aansluiting van
stofafvoer en voorzieningen voor stofopvang, zorg dan dat deze zijn
aangesloten en naar behoren worden gebruikt.
11 Verwijder sleutels of hulpgereedschappen
Controleer vóór het inschakelen altijd of sleutels en andere
hulpgereedschappen zijn verwijderd.
12 Verlengsnoeren
Inspecteer voor gebruik het verlengsnoer. Vervang het snoer indien het
beschadigd is. Maak bij gebruik buitenshuis uitsluitend gebruik van
verlengsnoeren die geschikt zijn voor gebruik buitenshuis en als
zodanig zijn gemerkt.
13 Gebruik de juiste machine
Het gebruik volgens bestemming is beschreven in deze handleiding.
Gebruik geen te lichte machine of hulpstukken voor te zwaar werk.
De machine werkt beter en veiliger indien u deze gebruikt voor het
beoogde doel. Overbelast de machine niet.
Waarschuwing! Gebruik ter voorkoming van lichamelijk letsel
uitsluitend de in deze gebruiksaanwijzing aanbevolen accessoires en
hulpstukken. Gebruik de machine uitsluitend volgens bestemming.
14 Controleer de machine op beschadigingen
Controleer de machine voor gebruik op schade. Controleer of alle
bewegende delen correct gemonteerd zijn, of er geen onderdelen
gebroken zijn, of er geen beschermkappen en schakelaars beschadigd
zijn en of er andere gebreken zijn die invloed op de werking van de
machine zouden kunnen hebben. Vergewis u er van dat de machine
correct werkt. Gebruik de machine niet als enig onderdeel defect is.
Gebruik de machine niet als de aan/uit-schakelaar niet werkt. Defecte of
beschadigde onderdelen dienen door een erkend DEWALT servicecenter
te worden vervangen. Probeer nooit om de machine zelf te repareren.
15 Stekker uit stopcontact verwijderen
Schakel de machine uit en wacht totdat de machine volledig tot
stilstand is gekomen voordat u deze achterlaat. Verwijder de stekker uit
het stopcontact als u de machine niet gebruikt, voordat u
gereedschappen, accessoires of onderdelen van de machine
verwisselt en voordat u onderhoud aan de machine uitvoert.
16 Voorkom onbedoeld inschakelen
Wees ervan verzekerd dat de machine is uitgeschakeld voordat u de
stekker in het stopcontact steekt.
17 Misbruik het snoer niet
Trek niet aan de kabel om de stekker uit het stopcontact te verwijderen.
Houd het snoer uit de buurt van warmtebronnen, olie en scherpe randen.
18 Berg de machine veilig op
Indien niet in gebruik, dienen machines te worden opgeborgen in een
droge, afsluitbare plaats, buiten bereik van kinderen.
19 Onderhoud de machine met zorg
Houd de machine schoon om beter en veiliger te kunnen werken.
Houdt u aan de instructies met betrekking tot het onderhoud en het
vervangen van accessoires. Houd de handgrepen en schakelaars
droog en vrij van olie en vet.
20 Reparaties
Deze machine voldoet aan alle geldende veiligheidsvoorschriften.
Wendt u voor reparaties tot een erkend DEWALT servicecenter.
Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door bevoegde
vakmensen en met behulp van originele reserveonderdelen; anders kan
er een aanzienlijk gevaar voor de gebruiker ontstaan.
Extra veiligheidsinstructies voor radiaalzaagmachines
Beveilig de elektriciteitskabel met een zekering of stroomonderbreker.
Houd de armrolbanen en de lagers van de motorslede schoon,
droog en vetvrij.
Zorg ervoor dat de achteraanslag op de juiste wijze is geplaatst
alvorens de machine in te schakelen en een zaagsnede te maken.
Het zaagblad mag het materiaal pas raken als de motorslede naar
voren wordt getrokken.
Plaats de vingerbescherming altijd zo dat deze de reeds aanwezige
sleuf in de aanslag passeert en 3 mm boven het oppervlak van het te
zagen materiaal blijft (behalve bij schulpen).
Houd bij het schulpen het spouwmes op de juiste afstand van het blad
(1 - 3 mm) en zorg ervoor dat de anti-terugslagvingers op de juiste
wijze zijn afgesteld.
Let bij het schulpen altijd op de richting van de materiaaldoorvoer.
Controleer de instellingen regelmatig op nauwkeurigheid en stel waar
nodig opnieuw in.
Zorg ervoor dat het blad in de juiste richting draait en dat de tanden
naar de achteraanslag zijn gericht.
Zorg dat alle vergrendelingen goed vastzitten alvorens met enige
bewerking te beginnen.
Laat de machine alleen draaien als alle beschermingen zijn geplaatst.
Bescherm het zaagblad wanneer de machine niet in gebruik is. Bescherm
het zaagblad boven en onder met behulp van de zaagbladbescherming.
Schakel de stroom naar de machine uit wanneer deze niet in gebruik
is, bij het wisselen van het zaagblad of bij het uitvoeren van
onderhoudswerkzaamheden.
nl - 3 56
NEDERLANDS
Gebruik altijd scherpe zaagbladen van het juiste type voor het werkstuk.
De aanbevolen bladdiameter is vermeld in de technische gegevens.
Klem niets tegen de motorventilator om de motoras stil te houden.
Oefen tijdens het zagen geen overdreven trekkracht uit op het
motorblok. (Overbelasting van de motor kan aanzienlijke schade
veroorzaken. Laat de motor eerst op toeren komen alvorens met zagen
te beginnen.)
Til de machine niet op aan het werkblad.
Zaag geen metaal of metselwerk.
Smeer het zaagblad niet wanneer het nog draait.
Houd de handen buiten het bereik van het zaagblad wanneer de zaag
aan het net is aangesloten.
Reik niet om een draaiend zaagblad heen.
Plaats uw handen tijdens het zagen minimaal 150 mm van het zaagblad.
Gebruik geen beschadigde of versleten zaagbladen.
Restrisico’s
De volgende risico’s zijn inherent aan het gebruik van radiaalarmzagen:
Ondanks de van toepassing zijnde veiligheidsvoorschriften en het aanbrengen
van beveiligingen blijven bepaalde restrisico’s aanwezig. Dit zijn:
- Gevaar voor gehoorbeschadiging.
- Risico als gevolg van onbeschermde delen van het roterende zaagblad.
- Verwondingsgevaar bij het wisselen van het zaagblad.
- Gevaar voor klemmen van de vingers bij het openen van de afschermingen.
- Gezondheidsrisico door het inademen van stof, met name bij het
verwerken van eiken- en beukenhout en MDF.
Inhoud van de verpakking
De verpakking bevat:
1 Gedeeltelijk gemonteerde machine
1 Motor, motorslede, rolkop met nulspanningsuitschakelaar
2 Tafeluitbreidingen (DW721/DW722)
1 Tafeluitbreiding (DW725/DW726)
1 Afscherming
2 Duwstokken
1 Doos met:
1 onderstel (4 poten, 4 dwarsrails, 24 M8 x 16 bouten, 24 M8 moeren
en 48 D8 sluitringen)
1 Krimpfolieverpakking met inhoud:
1 terugloopveer
2 drukkingsschroeven
1 motorsledeaanslag
1 stofafzuigadapter
2 M5 x 16 schroeven
2 M5 moeren
1 draadklem
1 Krimpfolieverpakking met inhoud:
1 steeksleutel 10/13/17/30 mm
1 ring/steeksleutels
1 dopsleutel 13 mm
5 inbussleutels (2,5 3, 4, 5 & 8 mm)
1 slinger voor hoogteverstelling
1 kruisschroef
1 zaagblad
1 kabelklem
4 steunen tafeluitbreiding (DW721/DW722)
2 steunen tafeluitbreiding (DW725/DW726)
16 M8 x 25 bouten (DW721/DW722)
8 M8 x 25 bouten (DW725/DW726)
16 D8 sluitringen (DW721/DW722)
8 D8 sluitringen (DW725/DW726)
8 M8 moeren (DW725/DW726)
8 D8 schotelveren (DW725/DW726)
1 Handleiding
1 Onderdelentekening
Controleer de machine, losse onderdelen en accessoires op
transportschade.
Lees deze handleiding rustig en zorgvuldig door voordat u met de
machine gaat werken.
Beschrijving (fig. A1 & A2)
De DW721/DW722/DW725/DW726 radiaalarmzaag is ontworpen voor de
professionele houtverwerkende industrie. Deze machine met hoge precisie
kan gemakkelijk en snel ingesteld worden voor afkorten, afschuinen,
verstekzagen of schulpen. Met behulp van de vele accessoires kan uw
radiaalarmzaag nagenoeg alle werkplaatshandelingen uitvoeren.
Voor een optimale veiligheid zijn alle belangrijke bedieningselementen
voorzien van zowel een vergrendeling als een afsluitmogelijkheid.
Zie ook de instructiekaart in deze handleiding.
A1
1 Aan/uit-schakelaar
2 Hendel
3 Zaagbladbescherming
4 Vast werkblad
5 Poot
6 Achteraanslag
7 Tafelklem
8 Kolom
9 Verstekvergrendeling
10 Verstekklemhendel
11 Hoogte-instelling
12 Radiaalarm
13 Afdekkapje
A2
14 Motorsledeaanslag
15 Schulpvergrendeling
16 Motorslede
17 Motor
18 Werkbladstrippen
19 Werkbladuitbreiding
20 Afschuinschaal
21 Rolkop
22 Resetkop
23 Kabelsteun
Elektrische veiligheid
De elektrische motor is ontwikkeld voor een bepaalde netspanning.
Controleer altijd of uw netspanning overeenkomt met de waarde op het
typeplaatje.
Vervangen van het snoer of de stekker
Als de stekker of het snoer wordt vervangen, moet de oude stekker c.q.
het oude snoer worden weggegooid. Het is gevaarlijk om de stekker van
een los snoer in het stopcontact te steken.
Gebruik van verlengsnoeren
Wanneer een verlengsnoer wordt gebruikt, neem dan een goedgekeurd
verlengsnoer, dat geschikt is voor het vermogen van de machine
(zie technische gegevens). De aders moeten minimaal een doorsnede
hebben van 1,5 mm
2
.
Wanneer het verlengsnoer op een haspel zit, rol het snoer dan helemaal af.
Driefase-machines moeten direct op het net worden aangesloten.
Dit moet door een gekwalificeerde elektricien worden uitgevoerd.
Spanningsvallen
Inschakelprocessen veroorzaken kortstondige spanningsvallen. Onder
ongunstige omstandigheden in de stroomvoorziening kunnen andere
apparaten nadelig worden beïnvloed.
57 nl - 4
NEDERLANDS
Indien de impedantie van de stroomvoorziening lager is dan 0,25 ø, is de
kans op een storing nagenoeg uitgesloten.
Monteren en instellen
Haal vóór het monteren en instellen altijd de stekker uit het
stopcontact.
Voor een optimale werking van uw zaag is het van vitaal belang
om de procedures in onderstaande paragrafen te volgen.
Monteren van het frame met poten (fig. A1, B1 & B2)
De onderdelen en bevestigingsmiddelen van het frame met poten worden
separaat verpakt, geleverd.
Verwijder alle delen uit de verpakking, behalve de arm .
Zet de arm met behulp van de verstekhendel (10) vast.
Kantel de machine voorzichtig van de pallet zodat de achterkant van
de kolom op de vloer komt te liggen.
Plaats een stuk hout (24) onder de rand van de tafel (fig. B1).
Monteer volgens schets de poten (5) met behulp van de moeren,
bouten en sluitringen uit de folieverpakking. Trek de bouten nog niet vast.
Monteer de dwarsrails (25) (fig. B2).
Draai alle moeren en bouten stevig vast.
Zet het geheel rechtop.
De machine moet altijd waterpas en stabiel zijn.
Montage van de slinger (fig. C)
Monteer de slinger (11) met behulp van de kruisschroef boven aan de
kolom .
Montage van de rolkop (fig. A1, A2 & D1 - D3)
Draai aan de slinger (11) in de richting van + om de arm (12) zo ver
mogelijk omhoog te brengen (fig. A1).
Verwijder de twee inbusschroeven (26) en verwijder de beschermkap (27)
(fig. D1).
Maak de lagerrails (28) met een stalen sponsje en verwijder al het stof
met een droge doek (fig. D2).
Zorg ervoor dat de schulpvergrendeling (15) los staat (fig. A2).
Plaats voorzichtig de lagers (29) van de rolkop in de lagerrails (fig. D3).
Plaats de rolkop op de lagerrails om te controleren op licht lopen.
Controleer of de schulpvergrendeling werkt en zet indien nodig de rolkop vrij.
Zet de beschermkap onmiddellijk terug.
Montage van de kabelsteun en de kabelklem (fig. E1 - E3)
Verwijder de kruisschroef (30) (fig. E1).
Monteer de kabelsteun (23) en monteer de kruisschroef weer.
Verwijder de kabelklem (31) op de arm en breng hem weer aan met de
kabel op zijn plaats (fig. E2).
Breng de meegeleverde kabelklem (32) aan op de achterkant, bovenop
het onderstel van de tafel, met de kabel op zijn plaats (fig. E3).
Zorg ervoor dat de arm in horizontale en verticale richting kan
bewegen.
Montage van de elektronische schakelkast (fig. E4)
De elektronische schakelkast (33) is in de netkabel opgenomen en bevat
de nulspanningssschakelaar, en op driefasemodellen eveneens het
remmechanisme en de beveiliging tegen overbelasting van de motor met
automatische reset-functie.
Verwijder de moeren van de schroeven die uit de achterkant van de
kast (33) uitsteken.
Houd de kast tegen de achterkant van het tafelframe rechts van de
kolomvoet en steek de schroeven in de overeenkomstige gaten.
Breng de moeren weer aan op het uiteinde van de schroeven en draai
ze vast.
Zaagtafel (fig. F1 - F6)
Afstellen van de tafel met gebruik van de motoras (fig. A1 & F1 - F3)
Zet de afschuinhendel (34) los en trek de afschuinvergrendeling (35) uit
(fig. F1).
Draai de motor naar de verticale positie en zet de motor met de
afschuinvergrendeling en de afschuinhendel vast.
Zet de schulpvergrendeling (15) vrij en zet de kop in zijn voorste positie
(fig. F2).
Zet de verstelhendel (10) los (fig. A1) om de arm te draaien tot de
motoras (36) zich recht boven de voorste rand aan de rechterzijde van
de tafel bevindt (fig. F3).
Laat de arm voorzichtig zakken tot de motoras het werkblad bijna raakt.
Stel de hoogte van de tafel af door de deuvels en de overeenkomstige
moeren te stellen.
Herhaal deze procedure aan de achterkant en aan de andere kant van
de tafel.
Controleer opnieuw met behulp van de motoras.
Draai alle moeren en bouten stevig vast.
Breng de arm terug naar de centrale positie en vergrendel hem.
DW721/DW722 - Bevestigen van de tafeluitbreiding (fig. F4 & F6)
Monteer twee van de steunen van de tafeluitbreiding (37) aan weerszijden
van het vaste werkblad (4) met behulp van de M8 x 25 bouten (fig. F4).
Plaats een tafeluitbreiding (19) op de steunen die aan weerszijden
onder het vaste werkblad uitsteken.
Controleer of de werkbladen gelijk liggen en draai de bouten met de
hand aan.
Beide werkbladen moeten nu achter gelijk liggen.
DW725/DW726 - Bevestigen van de tafeluitbreiding (fig. F5 & F6)
Monteer de steunen van de tafeluitbreiding (37) aan de linkerkant van
het vaste werkblad (4) zoals afgebeeld met behulp van de M8 x 25
bouten boven en de D8 schotelveren onder (fig. F5).
Plaats de tafeluitbreiding (19) op het uitstekende deel van de steunen
(fig. F6).
Controleer of beide werkbladen gelijk liggen en draai de bouten met de
hand aan.
Beide werkbladen moeten nu achter gelijk liggen.
Zaagblad (fig. G1 - G5)
Monteren van het zaagblad (fig. G1)
De tanden van een nieuw blad zijn erg scherp en kunnen
gevaarlijk zijn.
De rotatierichting wordt door de pijl op de motor aangegeven.
Houd de motoras tegen met de meegeleverde inbussleutel en verwijder
de moer (38) van de motoras door deze in klokrichting met de
universeelsleutel te draaien .
Monteer het zaagblad (39) tussen de buitenflens (40) en de binnenflens
(41) en zorg ervoor dat de onderste tand naar de achterkant van de
machine wijst.
Let erop dat de ring van de moer (38) van de motoras tegen
de buitenflens rust (fig. G1).
Draai de moer (38) van de motoras tegen de klokrichting aan.
nl - 5 58
NEDERLANDS
Controle op de parallelle stand van de arm t.o.v. het werkblad
(fig. A1, A2 & G2)
Zet de schulpvergrendeling (15) vast met het zaagblad in voorste
positie (fig. A2).
Laat het zaagblad zakken tot dit net het werkblad raakt (4) (fig. G2).
Zet de hendels (9) en (10) los (fig. A1).
Zwaai de arm zo dat het zaagblad dwars over de breedte van het
werkblad strijkt.
Herhaal deze procedure met het zaagblad in achterste positie en
verstel indien nodig de achterste bout.
Controle op de haaksheid van het zaagblad t.o.v. het werkblad
(fig. A2 & G3 - G5)
Breng de arm terug naar de centrale positie en zet de
schulpvergrendeling (15) vast (fig. A2).
Plaats een stalen winkelhaak (42) tegen het zaagblad (fig. G3).
Het afstellen geschiedt als volgt:
Verwijder de afschuinschaal (43) door het losdraaien van twee
schroeven (44) (fig. G4).
Draai de drie inbusschroeven los die daardoor zichtbaar worden (fig. G5).
Plaats een inbussleutel op de motoras en tik erop tot het zaagblad vlak
tegen de winkelhaak staat.
Draai alle moeren en bouten stevig vast.
Het is van het uiterste belang om de centrale inbusschroef vast
te draaien.
Monteer de afschuinschaal (43) (fig. G4).
Controle op de haaksheid van het afkorten t.o.v. de achteraanslag
(fig. G6 - G10)
Vergrendel het zaagblad voor de aanslag (fig. G6).
Plaats een winkelhaak (42) op een stuk board en tegen de aanslag en
die het zaagblad net raakt.
Ontgrendel de schulpvergrendeling, trek het zaagblad naar u toe om te
controleren of het zaagblad ook daar parallel aan de winkelhaak staat.
Het afstellen geschiedt als volgt:
Zet de verstekklemhendel (10) vrij, met de verstekhendel (9) gefixeerd
op 0° (fig. G7).
Draai de borgmoeren (45) aan beide zijden van de arm los (fig. G7 & G8).
Om de arm naar links te verstellen moet het draadeind (46) rechts op
de arm losgezet en het tegenovergestelde draadeind aangedraaid
worden (fig. G9).
Om de arm naar rechts te verstellen moet het draadeind (47) links op
de arm losgezet en het tegenovergestelde draadeind aangedraaid worden.
Doe dit met kleine stappen en controleer de afstelling na elke stap met
de hendels (9) en (10) in aangrijping.
Draai de draaieinden niet te sterk aan.
Draai de borgmoeren (48) vast (fig. G7 & G8).
Stel de wijzer (48) op de verstekschaal (49) zodanig af dat hij 0° aangeeft.
Controle op de haakse stand van het zaagblad t.o.v. de achteraanslag
(fig. G11 - G13)
Ontgrendel de motorsledehendel (50) en druk op de
motorsledevergrendeling (51) (fig. G11).
Draai de motor 90E zoals afgebeeld.
Wanneer de motor speling heeft, trek dan de moer aan (52) (fig. G12).
Plaats het zaagblad tegen de achteraanslag en controleer de parallelle
stand t.o.v. de achteraanslag.
Het afstellen geschiedt als volgt:
Draai de twee kruislings geplaatste bouten (53) onder de motorslede
los (fig. G13).
Steek de inbussleutel in de motoras.
Verstel de positie van het zaagblad en zet de bouten (53) vast.
Montage en afstelling van de zaagbladbescherming (fig. F1 & H1 - H3)
De zaagbladbescherming (3) heeft meerdere functies die de volgende
beveiligingen bieden (fig. H1):
- Bovenbescherming (54) (fig. H1) en verende achterbescherming (55)
(fig. H2) voor volledige zaagbladbescherming.
- Stofafzuigadapter (56) voor afkorten en schulpen.
- Anti-terugslagvinger (57) voor gebruik tijdens schulpen.
- Instelbare vingerbescherming (58) voor gebruik tijdens afkorten.
- Spouwmes (59) om te voorkomen dat het werkstuk tijdens het
schulpen met het zaagblad beklemd raakt.
Zet de afschuinklem (34) los en trek aan de afschuingrendel (35) (fig.
F1) om de motor zoals afgebeeld te kantelen voor optimale
toegankelijkheid (fig. H3).
Verwijder de vleugelmoer (60) van de afscherming en de sluitring (61).
Draai de borgschroef (62) los en draai de borgbeugel (63) tegen de
klok in tot de verende achterbescherming (55) van de steun (65) gelicht
kan worden (fig. H2).
Haak alleen de twee bovenste veren (64) uit.
Draai de uitgehaakte achterbescherming (58) uit zoals afgebeeld in fig. H2.
Laat de zaagbladbescherming over het zaagblad zakken (fig. H3).
Zet de zaagbladbescherming met de vleugelmoer (60) en sluitring (61) vast.
Breng de verende achterbescherming (55) en de borgbeugel (63) weer
in de originele positie terug (fig. H2).
Het verwijderen van de bescherming gebeurt in omgekeerde volgorde.
De tanden van een nieuw blad zijn erg scherp en kunnen
gevaarlijk zijn.
Afstelling van de zaagbladbeschermingsbediening (fig. H4 & H5)
Afstelling van het spouwmes voor het schulpen
Zet de twee knoppen (66) los en schuif het spouwmes (59) omlaag tot
de tip zich ca. 10 mm van het werkblad bevindt (fig. H4 & H5).
Draai de twee schroeven (67) los en stel het spouwmes in op de juiste
afstand ten opzichte van het zaagblad (fig. H4).
Het spouwmes moet correct afgesteld zijn; de afstand tussen de
gekartelde rand en het spouwmes moet 1-3 mm zijn (fig. H5).
Afstellen van de terugslagvingers voor (afschuin-)schulpen (fig. H4 & H6)
Zet de knop (68) los en laat de beugel (69) zakken tot de
neerhouderveer (70) het oppervlak van het werkstuk net raakt (fig H4).
De uiteinden van de anti-terugslagvingers (57) moeten zich nu 3 mm
onder het oppervlak van het werkstuk bevinden en de hoek moet nu
zijn als in fig. H6.
Voor afschuinschulpen moeten de inbusschroeven (71) losgedraaid en
de anti-terugslagvingers onder de vereiste hoek gebracht worden.
Afstellen van het spouwmes, de vingerbescherming en de anti-
terugslagvingers voor afkorten (fig. H2)
Voor het afkorten moeten het spouwmes en de anti-terugslagvingers
omhoog en opzij.
Zet de hendel (72) los om de vingerbescherming (58) juist boven het
werkstuk te positioneren en zet daarna de hendel (72) vast.
Afstelling van de schalen (fig. I1 - I5)
Schulpschaal
Schulpen kan worden uitgevoerd met de motor in twee posities.
Elke werkwijze vereist zijn eigen aanvoerrichting:
Positie Aanvoerrichting
- In-schulpen van rechts naar links (fig. I1)
59 nl - 6
NEDERLANDS
- Uit-schulpen van links naar rechts (fig. I2)
De wijzer (73) die de schulpbreedte op de schulpschaal (74) aangeeft is
instelbaar (fig. I3):
Plaats de achteraanslag in de achterste positie.
Plaats een plank van 24 mm tegen de achteraanslag.
Ontgrendel de motorsledehendel (50), druk op de motorsledevergrendeling
(51) (fig. I1) en positioneer de motor in uit-schulppositie (fig. I2).
Beweeg de motorslede langs de radiaalarm tot het zaagblad de rand
van het materiaal net raakt.
Draai de twee schroeven (75) los en verplaats de wijzer (73) tot de rand
van de uit-schulpwijzer (76) gelijk staat met de bekende breedte van de
plank op de onderste schaal (fig. I3).
Draai de twee schroeven (75) vast.
Plaats de motor in in-schulppositie.
Licht de bescherming op zodat het zaagblad op het vlak van de
achteraanslag kan rusten.
De in-schulpwijzer (77) moet nu gelijk staan met de nulpositie op de
bovenste schaal. Indien nodig nastellen.
Afschuinschaal (fig. I4)
Controleer of de afschuinschaal (20) 0° aangeeft als deze is
gepositioneerd voor verticaal zagen.
Draai indien nodig de schroeven (78) los en zet de wijzer op 0°.
Verstekschaal (fig. i5)
Controleer of de verstekschaal (49) 0° aangeeft als deze is
gepositioneerd voor verticaal zagen.
Breng de wijzer (48) met behulp van schroef (79) naar 0°.
De verstekschaal heeft vooringestelde posities op 45°links en rechts en op 0°.
Motorsledeaanslag (fig. A2, J1 & J2)
De motorsledeaanslag (14) moet worden ingesteld om te voorkomen dat
de lagers van de motorslede tegen de achterste begrenzing van de
lagerrails stoten (fig. A2).
Duw de motorslede zover mogelijk, trek de slede nu ca. 5 mm
voorwaarts en vergrendel daarna met de schulpvergrendeling (15) (fig. A2).
Stel de motorsledeaanslag (14) in door het loszetten van de moeren
(80) in de voorste sleuf (81) tot de rubber stop (82) stoot tegen de
achterkant van het schulpvergrendelhuis (fig. J1).
Draai de moeren (80) vast.
Trek bij het afkorten in de voorste sleuf (81) één moer aan en
één in de achterste sleuf (83) (fig. J2).
Montage van de automatische terugloop (fig. K)
Monteer de veiligheidspal (84) en de terugloopveer (85) op de
motorsledeaanslag (14) met behulp van de bevestigingsmiddelen.
Monteer de veiligheidsveer (86) op de schulpvergrendeling (15) met
behulp van de bevestigingsmiddelen.
Verbind het eind van de kabel (87) aan de veiligheidsveer en maak de
kabel vast met behulp van de meegeleverde drukkingsschroeven.
Uw dealer verstrekt u graag de nodige informatie over de juiste accessoires.
Aanwijzingen voor gebruik
Neem altijd de veiligheidsinstructies in acht en houdt u aan de
geldende voorschriften.
Zet het werkstuk stevig vast.
Oefen geen overmatige druk uit op de machine.
Geef geen zijdelingse druk op het zaagblad.
Voorkom overbelasting.
Breng het juiste zaagblad aan. Gebruik geen overmatig versleten
zaagbladen. Het zaagblad moet geschikt zijn voor het maximum
toerental van de machine.
Probeer niet om extreem kleine werkstukken te zagen.
Oefen bij het zagen geen overmatige druk op het zaagblad uit.
Forceer het zagen niet.
Laat de motor voor het zagen op volle toeren komen.
Zorg er voor dat alle knoppen en hendels goed vastgedraaid zijn.
Werk nooit met de machine wanneer de beschermingen niet
zijn geplaatst.
Hef de machine nooit aan het werkblad.
Zorg ervoor dat er altijd een geschikte sleuf in het werkblad is.
Raadpleeg altijd fig. L om positie en type van de achteraanslag
te controleren.
In- en uitschakelen (fig. A)
De aan/uit-schakelaar van uw radiaalarmzaag biedt vele voordelen:
- nulspanningsfunctie: wordt de spanning om een of andere reden
uitgeschakeld, dan moet de schakelaar opnieuw ingedrukt worden.
- overbelastingsbeveiliging van de motor: in geval van overbelasting van de
motor wordt de spanning naar de motor uitgeschakeld. Als dit gebeurt,
laat dan de motor 10 minuten afkoelen en druk daarna op reset (22).
- elektronisch remsysteem: na het uitschakelen produceert het
remsysteem bij het resetten acht seconden lang een zoemend geluid.
De machine kan in deze periode eventueel weer worden gestart.
I = AAN De machine werkt continu.
O = UIT
Het maken van een proefsnede (fig. A1 & A2)
Zorg dat de verstekvergrendeling (9) ingrijpt en vergrendel de
verstekklemhendel (10) zo, dat het zaagblad in rechte afkortstand 0° staat.
Zet de schulpvergrendeling (15) vrij en duw de motorslede terug tot het
zaagblad zich achter de aanslag bevindt.
Laat de arm zakken tot het zaagblad het werkblad bijna raakt.
Plaats het werkstuk tegen de voorkant van de achteraanslag.
Schakel de machine in en laat de arm zakken, zodat het zaagblad een
ondiepe snede in het werkblad kan maken.
Trek het zaagblad naar u toe en door het werkstuk.
Breng het zaagblad naar de rustpositie en schakel de machine uit.
Controleer of de snede in alle vlakken exact 90° is en corrigeer indien nodig.
Basis zaagsneden (fig. L & M1 - M7)
De tanden van een nieuw blad zijn erg scherp en kunnen
gevaarlijk zijn.
Afkorten (fig. L & M1)
Stel de radiaalarm haaks op de achteraanslag.
Vergrendel de verstekhendel (9) in positie 0° en zet de
verstekklemhendel (10) vast (fig. M1).
Laat het zaagblad zakken.
Stel de vingerbescherming (58) in zodat deze net vrij is van het werkstuk.
Wanneer zich in het werkblad geen sleuf bevindt, maak er dan een
zoals eerder is beschreven.
Houd het werkstuk tegen de achteraanslag en blijf daarbij met uw
vingers beslist weg van het zaagblad.
Schakel de machine in en trek het zaagblad langzaam door de
achteraanslag en het werkstuk.
Breng het zaagblad terug naar de rustpositie en schakel de machine uit.
Verstekzagen (fig. L, M2 & M3)
Zet de verstekhendel (9) en de verstekklemhendel (10) los (fig. M2).
Zwenk de arm tot de vereiste hoek op de verstekschaal.
Gebruik voor 45° links of rechts de verstekhendel (9) en vergrendel met
de verstekklemhendel (10).
Gebruik voor tussenliggende hoeken alleen de verstekklemhendel.
Handel als bij afkorten.
nl - 7 60
NEDERLANDS
Zaag, terwijl u dezelfde zaaglijn volgt, het materiaal voor de tweede
maal door om op de eerste snede uit te komen (fig. N2).
Geavanceerde zaagtoepassingen
Uw radiaalarmzaag kan worden gebruikt voor een breed scala aan
geavanceerde toepassingen, waaronder uithollen.
Uithollen (fig. O)
Zet het zaagblad onder de gewenste hoek, roteer de motorslede onder
de arm en positioneer het zaagblad boven het werkstuk op de
gewenste plaats. Verwijder het werkstuk en laat het zaagblad zakken
om een ondiepe snede te maken. Laat de anti-terugslagvingers zakken
zoals voor afschuinen/schulpen. Houd het werkstuk tegen de aanslag
en ga te werk als voor schulpen.
Maak uitsluitend ondiepe sleuven!
Stofafzuiging (fig. H1)
De machine is voorzien van een stofafzuigadapter (56).
Sluit indien mogelijk een stofafzuiger aan die voldoet aan de geldende
richtlijnen voor stofemissie.
Plaats bij het afkorten een stofzak DE3455 (optie) achter de zaaglijn.
Opties
Haal vóór het aanbrengen van een accessoire altijd de stekker
uit het stopcontact.
Houder voor bovenfrees (fig. P1 - P6)
Deze houder maakt het mogelijk om een DEWALT bovenfrees op uw
zaagmachine te monteren, zodat deze ook voor nauwkeurig decorfrezen
kan worden gebruikt. Het assortiment bestaat uit twee houders.
Bevestigen van de houder voor bovenfrees DE3453 (fig. P1 & P2)
Verwijder de zaagbladbeschermkap en het zaagblad.
Positioneer de houder (89) boven het uiteinde van de motoras zoals
afgebeeld in fig. P1, en bevestig hem met behulp van de vleugelmoer (60).
Bevestigen van de houder voor bovenfrees DE1212 (fig. P3 - P6)
Verwijder de zaagbladbeschermkap en het zaagblad.
Positioneer de houder (90) boven het uiteinde van de motoras zoals
afgebeeld in fig. P3, en bevestig hem met behulp van de vleugelmoer (60).
Vervang de geleidestangen van de parallelaanslag van uw bovenfrees
door de stangen (91) die met de houder worden meegeleverd:
- Gebruik de stangen met kleine diameter voor de DW609/DW613/
DW615 (fig. P4).
- Gebruik de stangen met grote diameter voor de DW620/DW621/
DW624/DW625/DW629 (fig. P5).
Draai de borgschroeven (92) vast (fig. P6).
Zorg er voor dat de bovenfrees altijd op de stangen is
gecentreerd en in de houder is bevestigd.
Gebruik van de bovenfrees (fig. P7 & P8)
De bovenfrees kan op de juiste hoek worden ingesteld en met behulp van
de hendel (2) (fig. P7) door het werkstuk worden getrokken; het is ook
mogelijk om het werkstuk langs de stationaire bovenfrees te voeren (fig. P8).
Zorg er voor dat de houder stevig is bevestigd.
Breng indien nodig de buitenflens (40) in fig. G1 op de motoras aan en
klem de houder met behulp van de moer (38) in fig. G1 tegen de
motor. Trek de moer niet te sterk aan.
Voer het werkstuk altijd tegen de draairichting van de frees toe.
In het geval van linksverstek kan het zijn dat u de achteraanslag
en de strippen naar links moet verschuiven (fig. M3).
Afschuinen (fig. L & M1 & M4)
Stel de arm in voor een afkorting onder 0° (fig. M1).
Zet het zaagblad ruim boven het werkblad.
Zet de afschuinhendel (34) los en trek de afschuinvergrendeling (35) uit
(fig. M4).
Kantel de motor naar de gewenste hoek op de afschuinschaal (20).
Gebruik voor 90° of 45° rechts de afschuinvergrendeling (35) en
vergrendel met de afschuinklemhendel (34).
Gebruik voor tussenliggende hoeken alleen de afschuinklemhendel.
Handel als bij verticaal afkorten.
Schulpzagen (fig. L, H1, I1, I2 & M5)
De motor kan worden vastgezet in de posities in-schulpen of uit-schulpen
(zie fig. I1 & I2) om de machine voor resp. smalle en brede werkstukken
aan te passen.
Zet de motorslede in uitgetrokken positie vast en gebruik hiervoor de
schulpvergrendeling.
Zet de motorsledehendel (50) vrij en druk op de
motorsledevergrendeling (51) om de motor naar de juiste positie te
draaien, tot de motor op zijn plaats vastzit (fig. I1).
Zet de motorsledehendel (50) vast en positioneer de achteraanslag.
Positioneer de motorslede langs de arm voor de gewenste breedte van
de snede met behulp van de schulpschaal (74) en vergrendel hem met
behulp van de schulpvergrendeling in positie (fig. I2).
Stel de zaagbladbescherming in zoals eerder is beschreven en draai de
stofafzuigadapter (56) van u weg. Denk erom dat bij schulpen een
spouwmes (59) en anti-terugslagvingers (57) nodig zijn (fig. H1).
Voer het werkstuk met behulp van het duwhout (88) langzaam in het
zaagblad en houd het stevig aangedrukt op het werkblad en tegen de
achteraanslag (fig. M5). Forceer het zagen niet. De snelheid van het
zaagblad moet constant worden gehouden.
Gebruik altijd een duwhout.
Afschuinschulpen (fig. L & M6)
Zet de machine in de positie afschuinen/afkorten.
Roteer de motorslede in schulppositie.
Positioneer de motorslede voor de juiste schulpbreedte.
Zet de anti-terugslagvingers (57) in de gewenste hoek zodat zij plat op
het werkstuk en het spouwmes (59) omlaag houden.
Handel als bij schulpen.
Dubbele versteksnede (fig. L & M7)
Deze snede is een combinatie van verstekzagen en afschuinen.
Stel de gewenste afschuinhoek in.
Zwaai de arm naar de gewenste verstekpositie.
Handel als bij verstekzagen.
Schakel altijd de machine uit wanneer het werk is beëindigd en voordat u
de stekker uit het stopcontact haalt.
Vermeerderde zaagcapaciteit (fig. N1 & N2)
Bij schulpen en de verticaal afkorten kan de zaagdiepte vermeerderd
worden door het werkstuk twee maal van beide tegenliggende parallelle
kanten door te zagen. De behaalde nauwkeurigheid hangt af een correcte
afstelling van de machine en uitlijning van het blad.
Zet de machine in de gewenste positie.
Plaats het werkstuk tegen de aanslag.
Zaag het materiaal op zijn minst halverwege door voor de eerste snede
(fig. N1).
Draai het werkstuk ondersteboven en plaats het tegen de aanslag met
de tegenliggende kant naar boven gericht.
61 nl - 8
NEDERLANDS
Zie ook de handleiding van uw bovenfrees.
Verstekaanslagen DE3450 (fig. Q1 & Q2)
Er zijn verstekaanslagen (93) leverbaar voor snelle en veelzijdige
verstekbewerkingen (fig. Q1).
Vervang de standaardaanslag door de verstekaanslag (93).
Voer het zaagblad tussen de twee delen van de aanslag door (fig. Q2).
Trekbegrenzer (fig. R1 - R7)
De trekbegrenzer (94) staat garant voor optimale resultaten bij
toepassingen waarvoor een constante toevoersnelheid van belang is.
Monteren van de trekbegrenzer
Verwijder de automatische terugloop (85) in fig. K.
Verwijder de motorsledeaanslag (14) in fig. A1.
Monteer de beugel (95) en de motorsledeaanslag zoals afgebeeld in
fig. R2.
Draai de stifttap (96) in de kartelknop (97) met behulp van een
inbussleutel los en schroef de kartelknop af (fig. R3).
Draai de stifttap (98) in de achterste steun (99) los en verwijder de steun.
Schuif de cilinder (100) door de cilinderklem (101) (fig. R4).
Positioneer de cilinderklem (101) boven de schulpvergrendeling (15) en
draai de stifttappen aan beide zijden van de houder (102) vast (fig. R5).
Monteer de achterste steun (99) en de kartelknop (97) weer en draai
schroeven (96 & 98) vast (fig. R6).
Positioneer de achterste steun (99) zoals afgebeeld en draai de stifttap
(103) vast.
Druk de rolkop naar achteren en positioneer de cilinder zover mogelijk
in zijn klem (101) en naar achteren. Het einde van de stang moet de
ontluchtingsnippel in de balg niet raken, wanneer de balg (104) is
samengedrukt. Controleer de positie door op de ontluchtingsnippel te
drukken (fig. R1).
Draai de schroef (98) in de cilinderklem (101) aan (fig. R7).
Stel de uitloopsnelheid in met de kartelknop (97) (fig. R3).
Ontluchten van de trekbegrenzer
Na het bijvullen of vervangen van de olie in de trekbegrenzer moet de lucht
uit het systeem verdreven worden.
Verwijder de eenheid van de machine en klem de eenheid in verticale
positie, met de zuiger volledig uit en omlaag.
Verwijder de plug aan het achtereinde van de balg (104). Houd de balg
vast om het weglopen van olie te voorkomen.
Vul de balg volledig met hydraulische olie Castrol 210 NRL25 of
gelijkwaardig en gebruik een trechter of injectiespuit.
Plaats de vuldop en draai deze één slag aan.
Druk de balg een beetje in tot uit de vuldop enige olie ontsnapt.
Draai de vuldop vast met een steeksleutel en monteer de eenheid weer.
Onderhoud
Uw DEWALT-machine is ontworpen om gedurende lange tijd
probleemloos te functioneren met een minimum aan onderhoud. Een juiste
behandeling en regelmatige reiniging van de machine garanderen een
hoge levensduur.
Vervang bij slijtage het vaste werkblad en de aanslag.
Afstellen van de rolkoplagers in de armrails (fig. A2 & S1 - S4)
Indien de rolkop speling vertoont, dienen de lagers te worden afgesteld:
Trek de motorslede naar voren tot het einde van de armrails en zet
hem vast met de schulpvergrendeling (15) (fig. A2).
Verwijder de wijzer (73) van de schulpschaal rechts van de motorslede
door de kruisschroeven te verwijderen (fig. S1).
Draai de borgschroeven (105) (fig. S2 & S3) los en zet de
schulpvergrendeling (15) vrij.
Verdraai de lagers (106) een beetje met behulp van een inbussleutel
totdat de speling is opgeheven (fig. S4).
Maak de borgschroeven (105) weer vast en breng de wijzer (73) van de
schulpschaal weer aan.
Smering
Uw radiaalarmzaag vereist geen aanvullende smering.
Smeer nooit de armrails of lagers.
Reiniging
Reinig de armrolbanen regelmatig. Verwijder hiervoor de eindkap en de
motorslede. Verwijder ook het stof van de lagers.
Werk altijd met een schoon werkblad. Gebruik nooit uw handen om
stof van het werkblad te vegen.
Gebruikte machines en het milieu
Wanneer uw oude machine aan vervanging toe is, breng deze dan naar
een DEWALT Service-center waar de machine op milieuvriendelijke wijze
zal worden verwerkt.
GARANTIE
• 30 DAGEN “NIET GOED, GELD TERUG” GARANTIE •
Indien uw DEWALT-machine om welke reden dan ook niet geheel aan
uw verwachtingen voldoet, stuurt u de machine dan compleet zoals bij
aankoop binnen 30 dagen terug naar DEWALT, samen met uw
aankoopbewijs en uw rekeningnummer. U ontvangt dan uw geld terug.
• 1 JAAR GRATIS SERVICE-CONTRACT •
Mocht uw DEWALT-machine binnen 12 maanden na aankoop nazicht
of reparatie behoeven, dan worden deze werkzaamheden gratis
uitgevoerd in onze Service-centers op vertoon van het aankoopbewijs.
Stuur uw machine rechtstreeks of via uw dealer naar een erkend
DEWALT Service-center.
• 1 JAAR GARANTIE •
Mocht uw DEWALT-machine binnen 12 maanden na datum van
aankoop defect raken tengevolge van materiaal- of constructiefouten,
dan garanderen wij de kosteloze vervanging van alle defecte delen of
van het hele apparaat, zulks ter beoordeling van DEWALT,
op voorwaarde dat:
het produkt niet foutief gebruikt werd
het produkt niet gerepareerd is door onbevoegden
het aankoopbewijs met daarop de aankoopdatum wordt overlegd
Informeer bij uw dealer of bij het DEWALT-hoofdkantoor naar het adres
van het dichtstbijzijnde Service-center (zie de achterzijde van deze
handleiding). Een overzicht van erkende DEWALT Service-centers en
nadere informatie over onze service vindt u ook op Internet:
www.2helpU.com.

Documenttranscriptie

Dansk 1 Deutsch 9 English 19 Español 27 Français 36 Italiano 45 Nederlands 54 Norsk 62 Português 70 Suomi 79 Svenska 87 Türkçe 95 EÏÏËÓÈη 104 Copyright DEWALT NEDERLANDS RADIAALARMZAAG DW721/DW722/DW725/DW726 Gefeliciteerd! U heeft gekozen voor een elektrische machine van DEWALT. Jarenlange ervaring, voortdurende produktontwikkeling en innovatie maken DEWALT tot een betrouwbare partner voor de professionele gebruiker. Opgenomen vermogen W Afgegeven vermogen W Spanning V Zaagbladdiameter mm Asgat mm Spindelmaat mm Toerental, onbelast, 50 Hz min-1 Toerental, onbelast, 60 Hz min-1 Zaagdiepte onder90° mm Zaagdiepte onder45° mm Max. afkortcapaciteit onder 0°, bij een materiaaldikte van 25 mm mm Max. verstekzaagcapaciteit onder 45°, bij een materiaaldikte van 25 mm rechts mm links mm Max. afkortbreedte mm Max. schulpbreedte mm Afmetingen cm (met werkblad) cm Stofafzuigadapter mm Gewicht kg DW721 2.000 1.500 230 270-300 30 20 3.000 3.600 90 60 610 DW722 3.000 2.280 400 270-300 30 20 3.000 3.600 90 60 610 DW725 2.000 1.500 230 270-300 30 20 3.000 3.600 90 60 460 DW726 3.000 2.280 400 270-300 30 20 3.000 3.600 90 60 460 405 425 610 870 148 x 95 x 77 148 x 95 x 147 100 115 405 425 610 870 148 x 95 x 77 148 x 95 x 147 100 115 290 320 460 720 128 x 110 x 77 128 x 110 x 147 40 97 290 320 460 720 128 x 110 x 77 128 x 110 x 147 40 97 Standaarduitrusting: Tafel, hardmetalen zaagblad, zaagbladbescherming en gereedschappen, nulspanningsuitschakelaar. Zekeringen: 230 V machines 400 V machines 16 A 16 A per fase In deze handleiding worden de volgende pictogrammen gebruikt: Duidt op mogelijk lichamelijk letsel, levensgevaar of kans op beschadiging van de machine indien instructies in deze handleiding worden genegeerd. DW721 DW722 DW725 DW726 LpA (geluidsdruk) dB(A)* 84,2 84,2 84,2 84,2 LWA (geluidsvermogen) dB(A) 91,4 91,4 91,4 91,4 * op de werkplek Gewogen kwadratische gemiddelde waarde van de versnelling overeenkomstig DIN 45675: Geeft elektrische spanning aan. DW721 DW722 DW725 DW726 < 2,5 m/s2 < 2,5 m/s2 < 2,5 m/s2 < 2,5 m/s2 Scherpe randen. EG-Verklaring van overeenstemming Director Engineering and Product Development Horst Großmann DW721 DEWALT verklaart dat deze elektrische machines in overeenstemming zijn met: 98/37/EEG, 89/336/EEG, 73/23/EEG, EN 61029, EN 55014-2, EN 55014, EN 61000-3-2 & EN 61000-3-11. DW722/DW725/DW726 DEWALT verklaart dat deze elektrische machines in overeenstemming zijn met: 98/37/EEG, 89/336/EEG, 73/23/EEG, EN 61029, EN 55014-2, EN 55014, EN 61000-3-2 & EN 61000-3-3. Neem voor meer informatie contact op met DEWALT, zie het adres hieronder of op de achterkant van deze handleiding. Niveau van de geluidsdruk overeenkomstig 86/188/EEG & 98/37/EEG, gemeten volgens DIN 45635: nl - 1 DEWALT, Richard-Klinger-Straße 40, D-65510, Idstein, Duitsland TÜV Rheinland Product and Safety GmbH (TRPS) Am Grauen Stein 1 D-51105 Köln Germany Cert. No. BM 9511442 01 54 NEDERLANDS Veiligheidsinstructies Neem bij het gebruik van stationaire elektrische machines altijd de plaatselijk geldende veiligheidsvoorschriften in acht in verband met brandgevaar, gevaar voor elektrische schokken en lichamelijk letsel. Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u met de machine gaat werken. Bewaar deze instructies zorgvuldig! Algemeen 1 Zorg voor een opgeruimde werkomgeving Een rommelige werkomgeving leidt tot ongelukken. 2 Houd rekening met omgevingsinvloeden Stel de machine niet bloot aan regen. Gebruik de machine niet in een vochtige of natte omgeving. Zorg dat de werkomgeving goed is verlicht (250 - 300 Lux). Gebruik de machine niet op plaatsen waar brand- of explosiegevaar bestaat, b.v. in de buurt van brandbare vloeistoffen of gassen. 3 Houd kinderen uit de buurt Houd kinderen, bezoekers en dieren buiten het werkgebied en laat ze de machine of de elektriciteitskabel niet aanraken. 4 Draag geschikte werkkleding Draag geen wijde kleding of loshangende sieraden. Deze kunnen door de bewegende delen worden gegrepen. Houd lang haar bijeen. Draag bij het werken buitenshuis bij voorkeur geschikte werkhandschoenen en schoenen met profielzolen. 5 Persoonlijke bescherming Draag altijd een veiligheidsbril. Draag een gezichts- of stofmasker bij werkzaamheden waarbij stofdeeltjes of spanen vrijkomen. Draag eveneens een hittebestendig schort indien de vrijkomende spanen aanzienlijk heet kunnen zijn. Draag altijd gehoorbescherming als het geluidsniveau onaangenaam hoog is, d.w.z. indien de in deze handleiding opgegeven geluidsdruk het niveau van 85 dB(A) overschrijdt. 6 Bescherming tegen elektrische schok Voorkom aanraking van geaarde oppervlakken (bijv. buizen, radiatoren, fornuizen en koelkasten). Bij gebruik onder extreme werkomstandigheden (bijv. hoge vochtigheid, ontwikkeling van metaalstof, enz.) kan de elektrische veiligheid door een scheidingstransformator of een aardlek-(FI)schakelaar voor te schakelen, verhoogd worden. 7 Zorg voor een veilige houding Zorg altijd voor een juiste, stabiele houding. 8 Blijf voortdurend opletten Houd uw aandacht bij uw werk. Ga met verstand te werk. Gebruik de machine niet als u niet geconcentreerd bent. 9 Klem het werkstuk goed vast Gebruik klemmen of een bankschroef om het werkstuk te fixeren. Dit is veiliger, bovendien kan de machine dan met beide handen worden bediend. 10 Sluit de uitrusting van de stofafvoer aan Indien hulpmiddelen zijn meegeleverd voor de aansluiting van stofafvoer en voorzieningen voor stofopvang, zorg dan dat deze zijn aangesloten en naar behoren worden gebruikt. 11 Verwijder sleutels of hulpgereedschappen Controleer vóór het inschakelen altijd of sleutels en andere hulpgereedschappen zijn verwijderd. 12 Verlengsnoeren Inspecteer voor gebruik het verlengsnoer. Vervang het snoer indien het beschadigd is. Maak bij gebruik buitenshuis uitsluitend gebruik van verlengsnoeren die geschikt zijn voor gebruik buitenshuis en als zodanig zijn gemerkt. 13 Gebruik de juiste machine Het gebruik volgens bestemming is beschreven in deze handleiding. Gebruik geen te lichte machine of hulpstukken voor te zwaar werk. De machine werkt beter en veiliger indien u deze gebruikt voor het beoogde doel. Overbelast de machine niet. Waarschuwing! Gebruik ter voorkoming van lichamelijk letsel 55 uitsluitend de in deze gebruiksaanwijzing aanbevolen accessoires en hulpstukken. Gebruik de machine uitsluitend volgens bestemming. 14 Controleer de machine op beschadigingen Controleer de machine voor gebruik op schade. Controleer of alle bewegende delen correct gemonteerd zijn, of er geen onderdelen gebroken zijn, of er geen beschermkappen en schakelaars beschadigd zijn en of er andere gebreken zijn die invloed op de werking van de machine zouden kunnen hebben. Vergewis u er van dat de machine correct werkt. Gebruik de machine niet als enig onderdeel defect is. Gebruik de machine niet als de aan/uit-schakelaar niet werkt. Defecte of beschadigde onderdelen dienen door een erkend DEWALT servicecenter te worden vervangen. Probeer nooit om de machine zelf te repareren. 15 Stekker uit stopcontact verwijderen Schakel de machine uit en wacht totdat de machine volledig tot stilstand is gekomen voordat u deze achterlaat. Verwijder de stekker uit het stopcontact als u de machine niet gebruikt, voordat u gereedschappen, accessoires of onderdelen van de machine verwisselt en voordat u onderhoud aan de machine uitvoert. 16 Voorkom onbedoeld inschakelen Wees ervan verzekerd dat de machine is uitgeschakeld voordat u de stekker in het stopcontact steekt. 17 Misbruik het snoer niet Trek niet aan de kabel om de stekker uit het stopcontact te verwijderen. Houd het snoer uit de buurt van warmtebronnen, olie en scherpe randen. 18 Berg de machine veilig op Indien niet in gebruik, dienen machines te worden opgeborgen in een droge, afsluitbare plaats, buiten bereik van kinderen. 19 Onderhoud de machine met zorg Houd de machine schoon om beter en veiliger te kunnen werken. Houdt u aan de instructies met betrekking tot het onderhoud en het vervangen van accessoires. Houd de handgrepen en schakelaars droog en vrij van olie en vet. 20 Reparaties Deze machine voldoet aan alle geldende veiligheidsvoorschriften. Wendt u voor reparaties tot een erkend DEWALT servicecenter. Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door bevoegde vakmensen en met behulp van originele reserveonderdelen; anders kan er een aanzienlijk gevaar voor de gebruiker ontstaan. Extra veiligheidsinstructies voor radiaalzaagmachines • Beveilig de elektriciteitskabel met een zekering of stroomonderbreker. • Houd de armrolbanen en de lagers van de motorslede schoon, droog en vetvrij. • Zorg ervoor dat de achteraanslag op de juiste wijze is geplaatst alvorens de machine in te schakelen en een zaagsnede te maken. Het zaagblad mag het materiaal pas raken als de motorslede naar voren wordt getrokken. • Plaats de vingerbescherming altijd zo dat deze de reeds aanwezige sleuf in de aanslag passeert en 3 mm boven het oppervlak van het te zagen materiaal blijft (behalve bij schulpen). • Houd bij het schulpen het spouwmes op de juiste afstand van het blad (1 - 3 mm) en zorg ervoor dat de anti-terugslagvingers op de juiste wijze zijn afgesteld. • Let bij het schulpen altijd op de richting van de materiaaldoorvoer. • Controleer de instellingen regelmatig op nauwkeurigheid en stel waar nodig opnieuw in. • Zorg ervoor dat het blad in de juiste richting draait en dat de tanden naar de achteraanslag zijn gericht. • Zorg dat alle vergrendelingen goed vastzitten alvorens met enige bewerking te beginnen. • Laat de machine alleen draaien als alle beschermingen zijn geplaatst. • Bescherm het zaagblad wanneer de machine niet in gebruik is. Bescherm het zaagblad boven en onder met behulp van de zaagbladbescherming. • Schakel de stroom naar de machine uit wanneer deze niet in gebruik is, bij het wisselen van het zaagblad of bij het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden. nl - 2 NEDERLANDS • Gebruik altijd scherpe zaagbladen van het juiste type voor het werkstuk. De aanbevolen bladdiameter is vermeld in de technische gegevens. • Klem niets tegen de motorventilator om de motoras stil te houden. • Oefen tijdens het zagen geen overdreven trekkracht uit op het motorblok. (Overbelasting van de motor kan aanzienlijke schade veroorzaken. Laat de motor eerst op toeren komen alvorens met zagen te beginnen.) • Til de machine niet op aan het werkblad. • Zaag geen metaal of metselwerk. • Smeer het zaagblad niet wanneer het nog draait. • Houd de handen buiten het bereik van het zaagblad wanneer de zaag aan het net is aangesloten. • Reik niet om een draaiend zaagblad heen. • Plaats uw handen tijdens het zagen minimaal 150 mm van het zaagblad. • Gebruik geen beschadigde of versleten zaagbladen. Restrisico’s De volgende risico’s zijn inherent aan het gebruik van radiaalarmzagen: Ondanks de van toepassing zijnde veiligheidsvoorschriften en het aanbrengen van beveiligingen blijven bepaalde restrisico’s aanwezig. Dit zijn: - Gevaar voor gehoorbeschadiging. - Risico als gevolg van onbeschermde delen van het roterende zaagblad. - Verwondingsgevaar bij het wisselen van het zaagblad. - Gevaar voor klemmen van de vingers bij het openen van de afschermingen. - Gezondheidsrisico door het inademen van stof, met name bij het verwerken van eiken- en beukenhout en MDF. Inhoud van de verpakking De verpakking bevat: 1 Gedeeltelijk gemonteerde machine 1 Motor, motorslede, rolkop met nulspanningsuitschakelaar 2 Tafeluitbreidingen (DW721/DW722) 1 Tafeluitbreiding (DW725/DW726) 1 Afscherming 2 Duwstokken 1 Doos met: 1 onderstel (4 poten, 4 dwarsrails, 24 M8 x 16 bouten, 24 M8 moeren en 48 D8 sluitringen) 1 Krimpfolieverpakking met inhoud: 1 terugloopveer 2 drukkingsschroeven 1 motorsledeaanslag 1 stofafzuigadapter 2 M5 x 16 schroeven 2 M5 moeren 1 draadklem 1 Krimpfolieverpakking met inhoud: 1 steeksleutel 10/13/17/30 mm 1 ring/steeksleutels 1 dopsleutel 13 mm 5 inbussleutels (2,5 3, 4, 5 & 8 mm) 1 slinger voor hoogteverstelling 1 kruisschroef 1 zaagblad 1 kabelklem 4 steunen tafeluitbreiding (DW721/DW722) 2 steunen tafeluitbreiding (DW725/DW726) 16 M8 x 25 bouten (DW721/DW722) 8 M8 x 25 bouten (DW725/DW726) 16 D8 sluitringen (DW721/DW722) 8 D8 sluitringen (DW725/DW726) 8 M8 moeren (DW725/DW726) 8 D8 schotelveren (DW725/DW726) 1 Handleiding 1 Onderdelentekening nl - 3 • Controleer de machine, losse onderdelen en accessoires op transportschade. • Lees deze handleiding rustig en zorgvuldig door voordat u met de machine gaat werken. Beschrijving (fig. A1 & A2) De DW721/DW722/DW725/DW726 radiaalarmzaag is ontworpen voor de professionele houtverwerkende industrie. Deze machine met hoge precisie kan gemakkelijk en snel ingesteld worden voor afkorten, afschuinen, verstekzagen of schulpen. Met behulp van de vele accessoires kan uw radiaalarmzaag nagenoeg alle werkplaatshandelingen uitvoeren. Voor een optimale veiligheid zijn alle belangrijke bedieningselementen voorzien van zowel een vergrendeling als een afsluitmogelijkheid. Zie ook de instructiekaart in deze handleiding. A1 1 Aan/uit-schakelaar 2 Hendel 3 Zaagbladbescherming 4 Vast werkblad 5 Poot 6 Achteraanslag 7 Tafelklem 8 Kolom 9 Verstekvergrendeling 10 Verstekklemhendel 11 Hoogte-instelling 12 Radiaalarm 13 Afdekkapje A2 14 Motorsledeaanslag 15 Schulpvergrendeling 16 Motorslede 17 Motor 18 Werkbladstrippen 19 Werkbladuitbreiding 20 Afschuinschaal 21 Rolkop 22 Resetkop 23 Kabelsteun Elektrische veiligheid De elektrische motor is ontwikkeld voor een bepaalde netspanning. Controleer altijd of uw netspanning overeenkomt met de waarde op het typeplaatje. Vervangen van het snoer of de stekker Als de stekker of het snoer wordt vervangen, moet de oude stekker c.q. het oude snoer worden weggegooid. Het is gevaarlijk om de stekker van een los snoer in het stopcontact te steken. Gebruik van verlengsnoeren Wanneer een verlengsnoer wordt gebruikt, neem dan een goedgekeurd verlengsnoer, dat geschikt is voor het vermogen van de machine (zie technische gegevens). De aders moeten minimaal een doorsnede hebben van 1,5 mm2. Wanneer het verlengsnoer op een haspel zit, rol het snoer dan helemaal af. Driefase-machines moeten direct op het net worden aangesloten. Dit moet door een gekwalificeerde elektricien worden uitgevoerd. Spanningsvallen Inschakelprocessen veroorzaken kortstondige spanningsvallen. Onder ongunstige omstandigheden in de stroomvoorziening kunnen andere apparaten nadelig worden beïnvloed. 56 NEDERLANDS Indien de impedantie van de stroomvoorziening lager is dan 0,25 ø, is de kans op een storing nagenoeg uitgesloten. Monteren en instellen • Haal vóór het monteren en instellen altijd de stekker uit het stopcontact. • Voor een optimale werking van uw zaag is het van vitaal belang om de procedures in onderstaande paragrafen te volgen. Monteren van het frame met poten (fig. A1, B1 & B2) De onderdelen en bevestigingsmiddelen van het frame met poten worden separaat verpakt, geleverd. • Verwijder alle delen uit de verpakking, behalve de arm . • Zet de arm met behulp van de verstekhendel (10) vast. • Kantel de machine voorzichtig van de pallet zodat de achterkant van de kolom op de vloer komt te liggen. • Plaats een stuk hout (24) onder de rand van de tafel (fig. B1). • Monteer volgens schets de poten (5) met behulp van de moeren, bouten en sluitringen uit de folieverpakking. Trek de bouten nog niet vast. • Monteer de dwarsrails (25) (fig. B2). • Draai alle moeren en bouten stevig vast. • Zet het geheel rechtop. De machine moet altijd waterpas en stabiel zijn. Montage van de slinger (fig. C) • Monteer de slinger (11) met behulp van de kruisschroef boven aan de kolom . Zaagtafel (fig. F1 - F6) Afstellen van de tafel met gebruik van de motoras (fig. A1 & F1 - F3) • Zet de afschuinhendel (34) los en trek de afschuinvergrendeling (35) uit (fig. F1). • Draai de motor naar de verticale positie en zet de motor met de afschuinvergrendeling en de afschuinhendel vast. • Zet de schulpvergrendeling (15) vrij en zet de kop in zijn voorste positie (fig. F2). • Zet de verstelhendel (10) los (fig. A1) om de arm te draaien tot de motoras (36) zich recht boven de voorste rand aan de rechterzijde van de tafel bevindt (fig. F3). • Laat de arm voorzichtig zakken tot de motoras het werkblad bijna raakt. • Stel de hoogte van de tafel af door de deuvels en de overeenkomstige moeren te stellen. • Herhaal deze procedure aan de achterkant en aan de andere kant van de tafel. • Controleer opnieuw met behulp van de motoras. • Draai alle moeren en bouten stevig vast. • Breng de arm terug naar de centrale positie en vergrendel hem. DW721/DW722 - Bevestigen van de tafeluitbreiding (fig. F4 & F6) • Monteer twee van de steunen van de tafeluitbreiding (37) aan weerszijden van het vaste werkblad (4) met behulp van de M8 x 25 bouten (fig. F4). • Plaats een tafeluitbreiding (19) op de steunen die aan weerszijden onder het vaste werkblad uitsteken. • Controleer of de werkbladen gelijk liggen en draai de bouten met de hand aan. Beide werkbladen moeten nu achter gelijk liggen. Montage van de rolkop (fig. A1, A2 & D1 - D3) • Draai aan de slinger (11) in de richting van + om de arm (12) zo ver mogelijk omhoog te brengen (fig. A1). • Verwijder de twee inbusschroeven (26) en verwijder de beschermkap (27) (fig. D1). • Maak de lagerrails (28) met een stalen sponsje en verwijder al het stof met een droge doek (fig. D2). • Zorg ervoor dat de schulpvergrendeling (15) los staat (fig. A2). • Plaats voorzichtig de lagers (29) van de rolkop in de lagerrails (fig. D3). • Plaats de rolkop op de lagerrails om te controleren op licht lopen. • Controleer of de schulpvergrendeling werkt en zet indien nodig de rolkop vrij. • Zet de beschermkap onmiddellijk terug. Montage van de kabelsteun en de kabelklem (fig. E1 - E3) • Verwijder de kruisschroef (30) (fig. E1). • Monteer de kabelsteun (23) en monteer de kruisschroef weer. • Verwijder de kabelklem (31) op de arm en breng hem weer aan met de kabel op zijn plaats (fig. E2). • Breng de meegeleverde kabelklem (32) aan op de achterkant, bovenop het onderstel van de tafel, met de kabel op zijn plaats (fig. E3). Zorg ervoor dat de arm in horizontale en verticale richting kan bewegen. Montage van de elektronische schakelkast (fig. E4) De elektronische schakelkast (33) is in de netkabel opgenomen en bevat de nulspanningssschakelaar, en op driefasemodellen eveneens het remmechanisme en de beveiliging tegen overbelasting van de motor met automatische reset-functie. • Verwijder de moeren van de schroeven die uit de achterkant van de kast (33) uitsteken. • Houd de kast tegen de achterkant van het tafelframe rechts van de kolomvoet en steek de schroeven in de overeenkomstige gaten. • Breng de moeren weer aan op het uiteinde van de schroeven en draai ze vast. 57 DW725/DW726 - Bevestigen van de tafeluitbreiding (fig. F5 & F6) • Monteer de steunen van de tafeluitbreiding (37) aan de linkerkant van het vaste werkblad (4) zoals afgebeeld met behulp van de M8 x 25 bouten boven en de D8 schotelveren onder (fig. F5). • Plaats de tafeluitbreiding (19) op het uitstekende deel van de steunen (fig. F6). • Controleer of beide werkbladen gelijk liggen en draai de bouten met de hand aan. Beide werkbladen moeten nu achter gelijk liggen. Zaagblad (fig. G1 - G5) Monteren van het zaagblad (fig. G1) De tanden van een nieuw blad zijn erg scherp en kunnen gevaarlijk zijn. De rotatierichting wordt door de pijl op de motor aangegeven. • Houd de motoras tegen met de meegeleverde inbussleutel en verwijder de moer (38) van de motoras door deze in klokrichting met de universeelsleutel te draaien . • Monteer het zaagblad (39) tussen de buitenflens (40) en de binnenflens (41) en zorg ervoor dat de onderste tand naar de achterkant van de machine wijst. Let erop dat de ring van de moer (38) van de motoras tegen de buitenflens rust (fig. G1). • Draai de moer (38) van de motoras tegen de klokrichting aan. nl - 4 NEDERLANDS Controle op de parallelle stand van de arm t.o.v. het werkblad (fig. A1, A2 & G2) • Zet de schulpvergrendeling (15) vast met het zaagblad in voorste positie (fig. A2). • Laat het zaagblad zakken tot dit net het werkblad raakt (4) (fig. G2). • Zet de hendels (9) en (10) los (fig. A1). • Zwaai de arm zo dat het zaagblad dwars over de breedte van het werkblad strijkt. • Herhaal deze procedure met het zaagblad in achterste positie en verstel indien nodig de achterste bout. Controle op de haaksheid van het zaagblad t.o.v. het werkblad (fig. A2 & G3 - G5) • Breng de arm terug naar de centrale positie en zet de schulpvergrendeling (15) vast (fig. A2). • Plaats een stalen winkelhaak (42) tegen het zaagblad (fig. G3). • Het afstellen geschiedt als volgt: • Verwijder de afschuinschaal (43) door het losdraaien van twee schroeven (44) (fig. G4). • Draai de drie inbusschroeven los die daardoor zichtbaar worden (fig. G5). • Plaats een inbussleutel op de motoras en tik erop tot het zaagblad vlak tegen de winkelhaak staat. • Draai alle moeren en bouten stevig vast. Het is van het uiterste belang om de centrale inbusschroef vast te draaien. • Monteer de afschuinschaal (43) (fig. G4). Controle op de haaksheid van het afkorten t.o.v. de achteraanslag (fig. G6 - G10) • Vergrendel het zaagblad voor de aanslag (fig. G6). • Plaats een winkelhaak (42) op een stuk board en tegen de aanslag en die het zaagblad net raakt. • Ontgrendel de schulpvergrendeling, trek het zaagblad naar u toe om te controleren of het zaagblad ook daar parallel aan de winkelhaak staat. • Het afstellen geschiedt als volgt: • Zet de verstekklemhendel (10) vrij, met de verstekhendel (9) gefixeerd op 0° (fig. G7). • Draai de borgmoeren (45) aan beide zijden van de arm los (fig. G7 & G8). • Om de arm naar links te verstellen moet het draadeind (46) rechts op de arm losgezet en het tegenovergestelde draadeind aangedraaid worden (fig. G9). • Om de arm naar rechts te verstellen moet het draadeind (47) links op de arm losgezet en het tegenovergestelde draadeind aangedraaid worden. • Doe dit met kleine stappen en controleer de afstelling na elke stap met de hendels (9) en (10) in aangrijping. Draai de draaieinden niet te sterk aan. • Draai de borgmoeren (48) vast (fig. G7 & G8). • Stel de wijzer (48) op de verstekschaal (49) zodanig af dat hij 0° aangeeft. Controle op de haakse stand van het zaagblad t.o.v. de achteraanslag (fig. G11 - G13) • Ontgrendel de motorsledehendel (50) en druk op de motorsledevergrendeling (51) (fig. G11). • Draai de motor 90E zoals afgebeeld. • Wanneer de motor speling heeft, trek dan de moer aan (52) (fig. G12). • Plaats het zaagblad tegen de achteraanslag en controleer de parallelle stand t.o.v. de achteraanslag. • Het afstellen geschiedt als volgt: • Draai de twee kruislings geplaatste bouten (53) onder de motorslede los (fig. G13). nl - 5 • Steek de inbussleutel in de motoras. • Verstel de positie van het zaagblad en zet de bouten (53) vast. Montage en afstelling van de zaagbladbescherming (fig. F1 & H1 - H3) De zaagbladbescherming (3) heeft meerdere functies die de volgende beveiligingen bieden (fig. H1): - Bovenbescherming (54) (fig. H1) en verende achterbescherming (55) (fig. H2) voor volledige zaagbladbescherming. - Stofafzuigadapter (56) voor afkorten en schulpen. - Anti-terugslagvinger (57) voor gebruik tijdens schulpen. - Instelbare vingerbescherming (58) voor gebruik tijdens afkorten. - Spouwmes (59) om te voorkomen dat het werkstuk tijdens het schulpen met het zaagblad beklemd raakt. • Zet de afschuinklem (34) los en trek aan de afschuingrendel (35) (fig. F1) om de motor zoals afgebeeld te kantelen voor optimale toegankelijkheid (fig. H3). • Verwijder de vleugelmoer (60) van de afscherming en de sluitring (61). • Draai de borgschroef (62) los en draai de borgbeugel (63) tegen de klok in tot de verende achterbescherming (55) van de steun (65) gelicht kan worden (fig. H2). • Haak alleen de twee bovenste veren (64) uit. • Draai de uitgehaakte achterbescherming (58) uit zoals afgebeeld in fig. H2. • Laat de zaagbladbescherming over het zaagblad zakken (fig. H3). • Zet de zaagbladbescherming met de vleugelmoer (60) en sluitring (61) vast. • Breng de verende achterbescherming (55) en de borgbeugel (63) weer in de originele positie terug (fig. H2). • Het verwijderen van de bescherming gebeurt in omgekeerde volgorde. De tanden van een nieuw blad zijn erg scherp en kunnen gevaarlijk zijn. Afstelling van de zaagbladbeschermingsbediening (fig. H4 & H5) Afstelling van het spouwmes voor het schulpen • Zet de twee knoppen (66) los en schuif het spouwmes (59) omlaag tot de tip zich ca. 10 mm van het werkblad bevindt (fig. H4 & H5). • Draai de twee schroeven (67) los en stel het spouwmes in op de juiste afstand ten opzichte van het zaagblad (fig. H4). Het spouwmes moet correct afgesteld zijn; de afstand tussen de gekartelde rand en het spouwmes moet 1-3 mm zijn (fig. H5). Afstellen van de terugslagvingers voor (afschuin-)schulpen (fig. H4 & H6) • Zet de knop (68) los en laat de beugel (69) zakken tot de neerhouderveer (70) het oppervlak van het werkstuk net raakt (fig H4). • De uiteinden van de anti-terugslagvingers (57) moeten zich nu 3 mm onder het oppervlak van het werkstuk bevinden en de hoek moet nu zijn als in fig. H6. • Voor afschuinschulpen moeten de inbusschroeven (71) losgedraaid en de anti-terugslagvingers onder de vereiste hoek gebracht worden. Afstellen van het spouwmes, de vingerbescherming en de antiterugslagvingers voor afkorten (fig. H2) • Voor het afkorten moeten het spouwmes en de anti-terugslagvingers omhoog en opzij. • Zet de hendel (72) los om de vingerbescherming (58) juist boven het werkstuk te positioneren en zet daarna de hendel (72) vast. Afstelling van de schalen (fig. I1 - I5) Schulpschaal Schulpen kan worden uitgevoerd met de motor in twee posities. Elke werkwijze vereist zijn eigen aanvoerrichting: Positie Aanvoerrichting - In-schulpen van rechts naar links (fig. I1) 58 NEDERLANDS - Uit-schulpen van links naar rechts (fig. I2) De wijzer (73) die de schulpbreedte op de schulpschaal (74) aangeeft is instelbaar (fig. I3): • Plaats de achteraanslag in de achterste positie. • Plaats een plank van 24 mm tegen de achteraanslag. • Ontgrendel de motorsledehendel (50), druk op de motorsledevergrendeling (51) (fig. I1) en positioneer de motor in uit-schulppositie (fig. I2). • Beweeg de motorslede langs de radiaalarm tot het zaagblad de rand van het materiaal net raakt. • Draai de twee schroeven (75) los en verplaats de wijzer (73) tot de rand van de uit-schulpwijzer (76) gelijk staat met de bekende breedte van de plank op de onderste schaal (fig. I3). • Draai de twee schroeven (75) vast. • Plaats de motor in in-schulppositie. • Licht de bescherming op zodat het zaagblad op het vlak van de achteraanslag kan rusten. • De in-schulpwijzer (77) moet nu gelijk staan met de nulpositie op de bovenste schaal. Indien nodig nastellen. Afschuinschaal (fig. I4) • Controleer of de afschuinschaal (20) 0° aangeeft als deze is gepositioneerd voor verticaal zagen. • Draai indien nodig de schroeven (78) los en zet de wijzer op 0°. Verstekschaal (fig. i5) • Controleer of de verstekschaal (49) 0° aangeeft als deze is gepositioneerd voor verticaal zagen. • Breng de wijzer (48) met behulp van schroef (79) naar 0°. De verstekschaal heeft vooringestelde posities op 45°links en rechts en op 0°. Motorsledeaanslag (fig. A2, J1 & J2) De motorsledeaanslag (14) moet worden ingesteld om te voorkomen dat de lagers van de motorslede tegen de achterste begrenzing van de lagerrails stoten (fig. A2). • Duw de motorslede zover mogelijk, trek de slede nu ca. 5 mm voorwaarts en vergrendel daarna met de schulpvergrendeling (15) (fig. A2). • Stel de motorsledeaanslag (14) in door het loszetten van de moeren (80) in de voorste sleuf (81) tot de rubber stop (82) stoot tegen de achterkant van het schulpvergrendelhuis (fig. J1). • Draai de moeren (80) vast. Trek bij het afkorten in de voorste sleuf (81) één moer aan en één in de achterste sleuf (83) (fig. J2). Montage van de automatische terugloop (fig. K) • Monteer de veiligheidspal (84) en de terugloopveer (85) op de motorsledeaanslag (14) met behulp van de bevestigingsmiddelen. • Monteer de veiligheidsveer (86) op de schulpvergrendeling (15) met behulp van de bevestigingsmiddelen. • Verbind het eind van de kabel (87) aan de veiligheidsveer en maak de kabel vast met behulp van de meegeleverde drukkingsschroeven. Uw dealer verstrekt u graag de nodige informatie over de juiste accessoires. Aanwijzingen voor gebruik • Neem altijd de veiligheidsinstructies in acht en houdt u aan de geldende voorschriften. • Zet het werkstuk stevig vast. • Oefen geen overmatige druk uit op de machine. Geef geen zijdelingse druk op het zaagblad. • Voorkom overbelasting. • Breng het juiste zaagblad aan. Gebruik geen overmatig versleten zaagbladen. Het zaagblad moet geschikt zijn voor het maximum toerental van de machine. 59 • Probeer niet om extreem kleine werkstukken te zagen. • Oefen bij het zagen geen overmatige druk op het zaagblad uit. Forceer het zagen niet. • Laat de motor voor het zagen op volle toeren komen. • Zorg er voor dat alle knoppen en hendels goed vastgedraaid zijn. • Werk nooit met de machine wanneer de beschermingen niet zijn geplaatst. • Hef de machine nooit aan het werkblad. • Zorg ervoor dat er altijd een geschikte sleuf in het werkblad is. • Raadpleeg altijd fig. L om positie en type van de achteraanslag te controleren. In- en uitschakelen (fig. A) De aan/uit-schakelaar van uw radiaalarmzaag biedt vele voordelen: - nulspanningsfunctie: wordt de spanning om een of andere reden uitgeschakeld, dan moet de schakelaar opnieuw ingedrukt worden. - overbelastingsbeveiliging van de motor: in geval van overbelasting van de motor wordt de spanning naar de motor uitgeschakeld. Als dit gebeurt, laat dan de motor 10 minuten afkoelen en druk daarna op reset (22). - elektronisch remsysteem: na het uitschakelen produceert het remsysteem bij het resetten acht seconden lang een zoemend geluid. De machine kan in deze periode eventueel weer worden gestart. • I = AAN De machine werkt continu. • O = UIT Het maken van een proefsnede (fig. A1 & A2) • Zorg dat de verstekvergrendeling (9) ingrijpt en vergrendel de verstekklemhendel (10) zo, dat het zaagblad in rechte afkortstand 0° staat. • Zet de schulpvergrendeling (15) vrij en duw de motorslede terug tot het zaagblad zich achter de aanslag bevindt. • Laat de arm zakken tot het zaagblad het werkblad bijna raakt. • Plaats het werkstuk tegen de voorkant van de achteraanslag. • Schakel de machine in en laat de arm zakken, zodat het zaagblad een ondiepe snede in het werkblad kan maken. • Trek het zaagblad naar u toe en door het werkstuk. • Breng het zaagblad naar de rustpositie en schakel de machine uit. • Controleer of de snede in alle vlakken exact 90° is en corrigeer indien nodig. Basis zaagsneden (fig. L & M1 - M7) De tanden van een nieuw blad zijn erg scherp en kunnen gevaarlijk zijn. Afkorten (fig. L & M1) • Stel de radiaalarm haaks op de achteraanslag. • Vergrendel de verstekhendel (9) in positie 0° en zet de verstekklemhendel (10) vast (fig. M1). • Laat het zaagblad zakken. • Stel de vingerbescherming (58) in zodat deze net vrij is van het werkstuk. • Wanneer zich in het werkblad geen sleuf bevindt, maak er dan een zoals eerder is beschreven. • Houd het werkstuk tegen de achteraanslag en blijf daarbij met uw vingers beslist weg van het zaagblad. • Schakel de machine in en trek het zaagblad langzaam door de achteraanslag en het werkstuk. • Breng het zaagblad terug naar de rustpositie en schakel de machine uit. Verstekzagen (fig. L, M2 & M3) • Zet de verstekhendel (9) en de verstekklemhendel (10) los (fig. M2). • Zwenk de arm tot de vereiste hoek op de verstekschaal. • Gebruik voor 45° links of rechts de verstekhendel (9) en vergrendel met de verstekklemhendel (10). • Gebruik voor tussenliggende hoeken alleen de verstekklemhendel. • Handel als bij afkorten. nl - 6 NEDERLANDS In het geval van linksverstek kan het zijn dat u de achteraanslag en de strippen naar links moet verschuiven (fig. M3). Afschuinen (fig. L & M1 & M4) • Stel de arm in voor een afkorting onder 0° (fig. M1). • Zet het zaagblad ruim boven het werkblad. • Zet de afschuinhendel (34) los en trek de afschuinvergrendeling (35) uit (fig. M4). • Kantel de motor naar de gewenste hoek op de afschuinschaal (20). • Gebruik voor 90° of 45° rechts de afschuinvergrendeling (35) en vergrendel met de afschuinklemhendel (34). • Gebruik voor tussenliggende hoeken alleen de afschuinklemhendel. • Handel als bij verticaal afkorten. Schulpzagen (fig. L, H1, I1, I2 & M5) De motor kan worden vastgezet in de posities in-schulpen of uit-schulpen (zie fig. I1 & I2) om de machine voor resp. smalle en brede werkstukken aan te passen. • Zet de motorslede in uitgetrokken positie vast en gebruik hiervoor de schulpvergrendeling. • Zet de motorsledehendel (50) vrij en druk op de motorsledevergrendeling (51) om de motor naar de juiste positie te draaien, tot de motor op zijn plaats vastzit (fig. I1). • Zet de motorsledehendel (50) vast en positioneer de achteraanslag. • Positioneer de motorslede langs de arm voor de gewenste breedte van de snede met behulp van de schulpschaal (74) en vergrendel hem met behulp van de schulpvergrendeling in positie (fig. I2). • Stel de zaagbladbescherming in zoals eerder is beschreven en draai de stofafzuigadapter (56) van u weg. Denk erom dat bij schulpen een spouwmes (59) en anti-terugslagvingers (57) nodig zijn (fig. H1). • Voer het werkstuk met behulp van het duwhout (88) langzaam in het zaagblad en houd het stevig aangedrukt op het werkblad en tegen de achteraanslag (fig. M5). Forceer het zagen niet. De snelheid van het zaagblad moet constant worden gehouden. Gebruik altijd een duwhout. Afschuinschulpen (fig. L & M6) • Zet de machine in de positie afschuinen/afkorten. • Roteer de motorslede in schulppositie. • Positioneer de motorslede voor de juiste schulpbreedte. • Zet de anti-terugslagvingers (57) in de gewenste hoek zodat zij plat op het werkstuk en het spouwmes (59) omlaag houden. • Handel als bij schulpen. Dubbele versteksnede (fig. L & M7) Deze snede is een combinatie van verstekzagen en afschuinen. • Stel de gewenste afschuinhoek in. • Zwaai de arm naar de gewenste verstekpositie. • Handel als bij verstekzagen. Schakel altijd de machine uit wanneer het werk is beëindigd en voordat u de stekker uit het stopcontact haalt. Vermeerderde zaagcapaciteit (fig. N1 & N2) Bij schulpen en de verticaal afkorten kan de zaagdiepte vermeerderd worden door het werkstuk twee maal van beide tegenliggende parallelle kanten door te zagen. De behaalde nauwkeurigheid hangt af een correcte afstelling van de machine en uitlijning van het blad. • Zet de machine in de gewenste positie. • Plaats het werkstuk tegen de aanslag. • Zaag het materiaal op zijn minst halverwege door voor de eerste snede (fig. N1). • Draai het werkstuk ondersteboven en plaats het tegen de aanslag met de tegenliggende kant naar boven gericht. nl - 7 • Zaag, terwijl u dezelfde zaaglijn volgt, het materiaal voor de tweede maal door om op de eerste snede uit te komen (fig. N2). Geavanceerde zaagtoepassingen Uw radiaalarmzaag kan worden gebruikt voor een breed scala aan geavanceerde toepassingen, waaronder uithollen. Uithollen (fig. O) • Zet het zaagblad onder de gewenste hoek, roteer de motorslede onder de arm en positioneer het zaagblad boven het werkstuk op de gewenste plaats. Verwijder het werkstuk en laat het zaagblad zakken om een ondiepe snede te maken. Laat de anti-terugslagvingers zakken zoals voor afschuinen/schulpen. Houd het werkstuk tegen de aanslag en ga te werk als voor schulpen. Maak uitsluitend ondiepe sleuven! Stofafzuiging (fig. H1) De machine is voorzien van een stofafzuigadapter (56). • Sluit indien mogelijk een stofafzuiger aan die voldoet aan de geldende richtlijnen voor stofemissie. • Plaats bij het afkorten een stofzak DE3455 (optie) achter de zaaglijn. Opties Haal vóór het aanbrengen van een accessoire altijd de stekker uit het stopcontact. Houder voor bovenfrees (fig. P1 - P6) Deze houder maakt het mogelijk om een DEWALT bovenfrees op uw zaagmachine te monteren, zodat deze ook voor nauwkeurig decorfrezen kan worden gebruikt. Het assortiment bestaat uit twee houders. Bevestigen van de houder voor bovenfrees DE3453 (fig. P1 & P2) • Verwijder de zaagbladbeschermkap en het zaagblad. • Positioneer de houder (89) boven het uiteinde van de motoras zoals afgebeeld in fig. P1, en bevestig hem met behulp van de vleugelmoer (60). Bevestigen van de houder voor bovenfrees DE1212 (fig. P3 - P6) • Verwijder de zaagbladbeschermkap en het zaagblad. • Positioneer de houder (90) boven het uiteinde van de motoras zoals afgebeeld in fig. P3, en bevestig hem met behulp van de vleugelmoer (60). • Vervang de geleidestangen van de parallelaanslag van uw bovenfrees door de stangen (91) die met de houder worden meegeleverd: - Gebruik de stangen met kleine diameter voor de DW609/DW613/ DW615 (fig. P4). - Gebruik de stangen met grote diameter voor de DW620/DW621/ DW624/DW625/DW629 (fig. P5). • Draai de borgschroeven (92) vast (fig. P6). Zorg er voor dat de bovenfrees altijd op de stangen is gecentreerd en in de houder is bevestigd. Gebruik van de bovenfrees (fig. P7 & P8) De bovenfrees kan op de juiste hoek worden ingesteld en met behulp van de hendel (2) (fig. P7) door het werkstuk worden getrokken; het is ook mogelijk om het werkstuk langs de stationaire bovenfrees te voeren (fig. P8). • Zorg er voor dat de houder stevig is bevestigd. • Breng indien nodig de buitenflens (40) in fig. G1 op de motoras aan en klem de houder met behulp van de moer (38) in fig. G1 tegen de motor. Trek de moer niet te sterk aan. Voer het werkstuk altijd tegen de draairichting van de frees toe. 60 NEDERLANDS Zie ook de handleiding van uw bovenfrees. Verstekaanslagen DE3450 (fig. Q1 & Q2) Er zijn verstekaanslagen (93) leverbaar voor snelle en veelzijdige verstekbewerkingen (fig. Q1). • Vervang de standaardaanslag door de verstekaanslag (93). • Voer het zaagblad tussen de twee delen van de aanslag door (fig. Q2). Trekbegrenzer (fig. R1 - R7) De trekbegrenzer (94) staat garant voor optimale resultaten bij toepassingen waarvoor een constante toevoersnelheid van belang is. Monteren van de trekbegrenzer • Verwijder de automatische terugloop (85) in fig. K. • Verwijder de motorsledeaanslag (14) in fig. A1. • Monteer de beugel (95) en de motorsledeaanslag zoals afgebeeld in fig. R2. • Draai de stifttap (96) in de kartelknop (97) met behulp van een inbussleutel los en schroef de kartelknop af (fig. R3). • Draai de stifttap (98) in de achterste steun (99) los en verwijder de steun. • Schuif de cilinder (100) door de cilinderklem (101) (fig. R4). • Positioneer de cilinderklem (101) boven de schulpvergrendeling (15) en draai de stifttappen aan beide zijden van de houder (102) vast (fig. R5). • Monteer de achterste steun (99) en de kartelknop (97) weer en draai schroeven (96 & 98) vast (fig. R6). • Positioneer de achterste steun (99) zoals afgebeeld en draai de stifttap (103) vast. • Druk de rolkop naar achteren en positioneer de cilinder zover mogelijk in zijn klem (101) en naar achteren. Het einde van de stang moet de ontluchtingsnippel in de balg niet raken, wanneer de balg (104) is samengedrukt. Controleer de positie door op de ontluchtingsnippel te drukken (fig. R1). • Draai de schroef (98) in de cilinderklem (101) aan (fig. R7). • Stel de uitloopsnelheid in met de kartelknop (97) (fig. R3). Ontluchten van de trekbegrenzer Na het bijvullen of vervangen van de olie in de trekbegrenzer moet de lucht uit het systeem verdreven worden. • Verwijder de eenheid van de machine en klem de eenheid in verticale positie, met de zuiger volledig uit en omlaag. • Verwijder de plug aan het achtereinde van de balg (104). Houd de balg vast om het weglopen van olie te voorkomen. • Vul de balg volledig met hydraulische olie Castrol 210 NRL25 of gelijkwaardig en gebruik een trechter of injectiespuit. • Plaats de vuldop en draai deze één slag aan. • Druk de balg een beetje in tot uit de vuldop enige olie ontsnapt. • Draai de vuldop vast met een steeksleutel en monteer de eenheid weer. Onderhoud Uw DEWALT-machine is ontworpen om gedurende lange tijd probleemloos te functioneren met een minimum aan onderhoud. Een juiste behandeling en regelmatige reiniging van de machine garanderen een hoge levensduur. • Vervang bij slijtage het vaste werkblad en de aanslag. Afstellen van de rolkoplagers in de armrails (fig. A2 & S1 - S4) Indien de rolkop speling vertoont, dienen de lagers te worden afgesteld: • Trek de motorslede naar voren tot het einde van de armrails en zet hem vast met de schulpvergrendeling (15) (fig. A2). • Verwijder de wijzer (73) van de schulpschaal rechts van de motorslede door de kruisschroeven te verwijderen (fig. S1). • Draai de borgschroeven (105) (fig. S2 & S3) los en zet de schulpvergrendeling (15) vrij. 61 • Verdraai de lagers (106) een beetje met behulp van een inbussleutel totdat de speling is opgeheven (fig. S4). • Maak de borgschroeven (105) weer vast en breng de wijzer (73) van de schulpschaal weer aan. Smering Uw radiaalarmzaag vereist geen aanvullende smering. Smeer nooit de armrails of lagers. Reiniging • Reinig de armrolbanen regelmatig. Verwijder hiervoor de eindkap en de motorslede. Verwijder ook het stof van de lagers. • Werk altijd met een schoon werkblad. Gebruik nooit uw handen om stof van het werkblad te vegen. Gebruikte machines en het milieu Wanneer uw oude machine aan vervanging toe is, breng deze dan naar een DEWALT Service-center waar de machine op milieuvriendelijke wijze zal worden verwerkt. GARANTIE • 30 DAGEN “NIET GOED, GELD TERUG” GARANTIE • Indien uw DEWALT-machine om welke reden dan ook niet geheel aan uw verwachtingen voldoet, stuurt u de machine dan compleet zoals bij aankoop binnen 30 dagen terug naar DEWALT, samen met uw aankoopbewijs en uw rekeningnummer. U ontvangt dan uw geld terug. • 1 JAAR GRATIS SERVICE-CONTRACT • Mocht uw DEWALT-machine binnen 12 maanden na aankoop nazicht of reparatie behoeven, dan worden deze werkzaamheden gratis uitgevoerd in onze Service-centers op vertoon van het aankoopbewijs. Stuur uw machine rechtstreeks of via uw dealer naar een erkend DEWALT Service-center. • 1 JAAR GARANTIE • Mocht uw DEWALT-machine binnen 12 maanden na datum van aankoop defect raken tengevolge van materiaal- of constructiefouten, dan garanderen wij de kosteloze vervanging van alle defecte delen of van het hele apparaat, zulks ter beoordeling van DEWALT, op voorwaarde dat: • het produkt niet foutief gebruikt werd • het produkt niet gerepareerd is door onbevoegden • het aankoopbewijs met daarop de aankoopdatum wordt overlegd Informeer bij uw dealer of bij het DEWALT-hoofdkantoor naar het adres van het dichtstbijzijnde Service-center (zie de achterzijde van deze handleiding). Een overzicht van erkende DEWALT Service-centers en nadere informatie over onze service vindt u ook op Internet: www.2helpU.com. nl - 8
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128

DeWalt DW722 T 2 de handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
de handleiding