Huawei P10 lite Handleiding

Categorie
Smartphones
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Voorwoord
Het uitpakken van uw apparaat
De SIM-kaart en microSD-kaart plaatsen 2
Uw apparaat opladen. 2
De batterijstatus bekijken 4
Aan de slag
Initiële configuratie 6
Een SIM-kaart in- of uitschakelen 6
Een naam aan een SIM-kaart geven 7
De standaard-SIM voor mobiele gegevens selecteren 7
De standaard SIM-kaart instellen 8
Verbinding maken met internet 8
Gegevensoverdracht vanaf een ander apparaat 9
Scherm en display
Startscherm 11
Het scherm vergrendelen en ontgrendelen 21
Berichtenpaneel en statusbalk 24
Navigatiebalk 26
Thema's 29
Algemeen zoeken 29
Schermafdruk 30
Schermopname 36
Modus voor gesplitst scherm 38
Bewegingsgebaren gebruiken 42
Oogcomfortmodus 42
W
eergave-instellingen 43
Netwerk en delen
Mobiel internet 46
Wi-Fi 48
Bluetooth 50
Multischerm 52
VPN's 53
HiSuite 54
Huawei Share gebruiken om bestanden tussen twee Huawei-
apparaten uit te wisselen
55
Een USB-poort gebruiken om gegevens over te brengen 55
Beveiliging en back-up
i
Vingerafdrukherkenning 59
Beveiligingsinstellingen 60
Back-up maken en gegevens herstellen 61
Bestandsbeheer 63
Camera en galerij
Camera-opties 68
Foto's en video-opnames 68
Objectherkenning en de modus Pro camera 72
De modus Perfecte selfie 74
Vertraagde opname 74
Tijdsverloopmodus 74
Watermerken aan foto's toevoegen 75
Audionotities 75
Opnamemodus selecteren 76
De camera-instellingen configureren 76
Foto's en video's bekijken 78
Albums organiseren 79
Foto's en video's delen 80
Een foto bewerken 80
Video's bewerken 83
Galerie configureren 84
Oproepen en contactpersonen
Bellen 85
Oproepen beantwoorden 87
Een telefonische vergadering starten 89
Opties tijdens oproepen 90
Beheer van telefoonlogboeken 91
Gespreksinstellingen 92
Een visitekaartje maken 95
Een nieuwe contactpersoon maken 96
Contactpersonen importeren en exporteren 97
Contactpersonen beheren 98
Zoeken naar contactpersonen 100
Contactpersonen delen 101
Een contactpersoon aan uw favorieten toevoegen 102
Contactfoto's wijzigen 102
Belrecords voor individuele contactpersonen maken 102
Een beltoon aan een contactpersoon toewijzen 103
Contactgroepen 103
Berichten en e-mail
Een bericht verzenden 105
Inhoudsopgave
ii
Een bericht beantwoorden 105
Zoeken naar berichten 106
Berichtenthreads verwijderen 106
Berichten beheren 106
Terugkeren naar de bovenkant van de lijst 106
Berichten bovenaan in de lijst vastzetten 107
Berichten als gelezen markeren 107
Spamberichten blokkeren 107
Een berichthandtekening toevoegen 107
De beltoon van berichten configureren 108
Kwaadaardige URL's in sms-berichten identificeren 108
Een e-mailaccount toevoegen 108
E-mails verzenden 109
E-mails beantwoorden 109
E-mails beheren 109
E-mails zoeken 110
VIP-contactpersonen beheren 110
E-mailaccounts beheren 111
Mail configureren 111
Agenda en notitieblok
De agendaweergave wijzigen 113
Wereldwijde vakanties bekijken 113
Verjaardagsherinneringen 114
Afspraken synchroniseren 114
Een afspraak maken 114
Afspraken delen 114
Een afspraak verwijderen 115
Zoeken naar afspraken 115
Uitnodigingen voor afspraken verzenden 115
Een notitie maken 116
Notities beheren 116
Back-up maken van notities 117
Muziek en video
Muziek beluisteren 118
Zoeken naar muziek 118
Muzieknummers verwijderen 119
Een afspeellijst maken 119
Een afspeellijst afspelen 119
Een video afspelen 119
Telefoonbeheer
Prestaties optimaliseren 121
Inhoudsopgave
iii
Snelheid verbeteren 121
Gegevensgebruik beheren 121
Intimidatiefilter 122
Batterijbeheer 123
Beheer van app-toestemmingen 124
Virusscanner 124
App coderen 124
Apps instellen om automatisch te sluiten wanneer het scherm
wordt vergrendeld
125
Configureren van Telefoonbeheer 125
Tools
U tegelijkertijd bij twee sociale media-accounts aanmelden 126
Klok 126
Geluidsrecorder 129
Systeemfuncties en -instellingen
In- en uitschakeltimer 131
Apparaat opnieuw starten 131
De systeemtaal wijzigen 131
De invoermethode wijzigen 131
Invoermethode-instellingen 132
Tekst bewerken 132
Vliegtuigmodus 133
De geluidsinstellingen configureren 133
Eénhandsmodus 135
De niet-storen-modus 136
Een account instellen 137
Geheugen- en opslaggegevens bekijken 138
De datum en tijd instellen 138
Locatietoegang inschakelen 138
Fabrieksinstellingen herstellen 139
OTA-updates 139
Productinformatie bekijken 140
Toegankelijkheidsfuncties 141
Hulp ontvangen
Persoonlijke gegevens en gegevensbeveiliging
Lijst met beveiligingsfuncties
Juridische kennisgeving
Inhoudsopgave
iv
Voorwoord
Lees deze handleiding aandachtig voordat u het apparaat gebruikt.
Alle afbeeldingen en illustraties in dit document zijn alleen bedoeld ter informatie en kunnen
afwijken van het uiteindelijke product.
Sommige functies in deze handleiding worden mogelijk niet door bepaalde apparaten of
providers ondersteund.
Symbolen en definities
Beschrijving
Markeert belangrijke informatie en tips en verschaft bijkomende
informatie.
Herinnering
Wijst op mogelijke problemen die kunnen opduiken wanneer er
onvoldoende zorg of aandacht wordt besteed, zoals
toestelschade of gegevensverlies.
Waarschuwing
Waarschuwt u over mogelijke gevaren die ernstig letsel kunnen
veroorzaken.
1
Het uitpakken van uw apparaat
De SIM-kaart en microSD-kaart plaatsen
Uw apparaat is uitgerust met een 2-in-1 SIM-kaartsleuf. U kunt twee nano-SIM-kaarten plaatsen
of één nano-SIM-kaart en één microSD-kaart.
l De SIM-kaartsleuf ondersteunt alleen nano-SIM-kaarten. Neem contact op met uw provider
voor een nieuwe of vervangende nano-SIM-kaart.
l Gebruik alleen standaard nano-SIM-kaarten om schade aan de SIM-kaartlade te voorkomen.
l Zorg ervoor dat de kaart in de juiste richting wijst en houd de kaartlade recht wanneer u deze
in de apparaat schuift.
l Zorg ervoor dat u zichzelf niet bezeert en de apparaat niet beschadigt wanneer u de SIM-
uitwerppin gebruikt.
l Bewaar de SIM-uitwerppin buiten het bereik van kinderen om onbedoeld doorslikken of letsel
te voorkomen.
l De SIM-uitwerppin mag alleen worden gebruikt voor het uitwerpen van de SIM-kaarthouder.
Het insteken van de SIM-uitwerppin in andere openingen kan uw apparaat beschadigen.
1 Houd de aan/uit-knop ingedrukt en raak vervolgens aan om uw apparaat uit te
schakelen.
2 Voor het uitnemen van de kaartlade plaatst u de SIM-uitwerppin die bij uw apparaat wordt
meegeleverd in het kleine gaatje naast de kaartlade.
Nano-SIM
microSD
Nano-SIM
Nano-SIM
of
3 Plaats een SIM-kaart of microSD-kaart in de kaartlade.
4 Plaats de kaartlade weer in de juiste richting in uw apparaat.
Uw apparaat opladen.
Het apparaat geeft een waarschuwing wanneer de batterij bijna leeg is. Laad uw apparaat
onmiddellijk op om te voorkomen dat hij automatisch wordt uitgeschakeld.
2
Een lader gebruiken om uw apparaat op te laden
Sluit uw apparaat aan op een stopcontact met behulp van de door de fabriek meegeleverde
lader en USB-kabel.
U moet de oplader en de USB-kabel die met uw apparaat zijn meegeleverd gebruiken om te
kunnen profiteren van kortere oplaadtijden. Als u andere laders of USB-kabels gebruikt, kan
het gebeuren dat uw apparaat doorlopend opnieuw wordt gestart of dat de oplaadtijd stijgt.
Het kan ook leiden tot oververhitting van de lader of zelfs uw apparaat beschadigen.
l Als uw apparaat niet reageert wanneer u op de Aan/Uit-knop drukt, is de batterij
waarschijnlijk leeg. Laad uw batterij gedurende ten minste 10 minuten op (gebruik de
lader die bij uw apparaat is meegeleverd) en start uw apparaat opnieuw op.
l Uw apparaat voert automatisch een veiligheidscontrole uit wanneer u hem op een lader of
andere apparaten aansluit. Als uw apparaat detecteert dat de USB-poort nat is, wordt het
opladen automatisch stopgezet en verschijnt er een veiligheidsmelding. Als deze melding
wordt weergegeven, ontkoppelt u de USB-kabel van uw apparaat en laat u de USB-poort
volledig drogen om schade aan uw apparaat of de batterij te voorkomen.
Een USB-poort gebruiken om uw apparaat op te laden
Als u geen toegang tot een lader hebt, kunt u uw apparaat opladen door hem met een USB-
kabel op een computer aan te sluiten.
1 Wanneer u een USB-kabel gebruikt om uw apparaat op een computer of een ander apparaat
aan te sluiten, verschijnt Toegang verlenen tot apparaatgegevens?
in een pop-upvenster.
2 Raak Nee, alleen opladen aan.
Als er een andere USB-verbindingsmodus is geselecteerd, veegt u omlaag vanaf de statusbalk
om het berichtenpaneel te openen. Raak Bestandsoverdracht via USB aan en selecteer dan
Alleen opladen.
Veiligheidsinformatie
l Gebruik uitsluitend originele Huawei-batterijen, -laders en -USB-kabels om uw apparaat op te
laden. Accessoires van derden vormen mogelijk een gevaar voor de veiligheid en kunnen een
negatieve invloed op de prestaties van uw apparaat hebben.
l U kunt uw batterij vele keren opladen, maar alle batterijen hebben een beperkte levensduur.
Als u merkt dat de levensduur van de batterij van uw apparaat aanzienlijk verslechtert, moet u
een nieuwe originele Huawei-batterij kopen. Probeer ingebouwde batterijen niet zelf te
verwijderen. Als uw apparaat een ingebouwde batterij heeft, neemt u contact op met een
erkend Huawei-servicecenter om deze te vervangen. Als de batterij kan worden verwijderd,
vervangt u hem door een authentieke Huawei-batterij.
l Uw apparaat kan warm worden na langdurig gebruik of bij blootstelling aan hoge
omgevingstemperaturen. Als uw apparaat te heet wordt om aan te raken, stopt u met opladen
en schakelt u onnodige functies uit. Plaats uw apparaat op een koele locatie en laat hem
Het uitpakken van uw apparaat
3
afkoelen tot kamertemperatuur. Raak het oppervlak van het apparaat gedurende lange tijd niet
aan wanneer het heet wordt.
l De oplaadduur kan variëren afhankelijk van de omgevingstemperatuur en het resterende
batterijniveau.
l Vermijd het gebruik van uw apparaat terwijl deze wordt opgeladen. U mag uw apparaat of de
lader niet bedekken.
Voor meer informatie over het opladen en de zorg voor uw batterij brengt u een bezoek aan
http://consumer.huawei.com/ en zoekt u naar de gebruikershandleiding van uw apparaat.
Informatie over de batterijstatus
De batterijstatus wordt aangegeven door het indicatielampje van uw apparaat en het
batterijpictogram op de statusbalk.
Statuslampje Batterijpictogr
am
Batterijstatus
Knipperend of
ononderbroken rood
Minder dan 4% resterend
Rood Bezig met opladen, minder dan 10% resterend
Oranje Bezig met opladen, 10-90% resterend
Groen Bezig met opladen, minimaal 90% resterend Als naast
het batterijpictogram in de statusbalk 100% wordt
weergegeven, of als op het vergrendelingsscherm een
bericht verschijnt dat het opladen is voltooid, geeft dit
aan dat het opladen is voltooid.
De batterijstatus bekijken
U kunt de batterijstatus bekijken en de statusbalk zodanig configureren dat het percentage
resterende energie wordt weergegeven.
De batterijstatus bekijken
De batterijstatus wordt aangegeven door het batterijpictogram op de statusbalk.
Open
Telefoonbeheer. Raak aan om het percentage resterende energie en de
gebruikstijd te bekijken.
Het percentage resterende energie in de statusbalk weergeven
U kunt het percentage resterende energie op twee manieren in de statusbalk weergeven:
l Open Telefoonbeheer.Raak aan en schakel Percentage resterende energie in.
l Open Instellingen. Raak Meldingen en statusbalk > Batterijpercentage aan. Selecteer
Naast pictogram of In pictogram om het percentage resterende energie in de gekozen
Het uitpakken van uw apparaat
4
locatie weer te geven. Selecteer Niet tonen als u niet wilt dat het percentage resterende
energie wordt weergegeven.
Het uitpakken van uw apparaat
5
Aan de slag
Initiële configuratie
l Zorg voordat u uw apparaat voor het eerste gebruikt dat de SIM-kaart goed is ingestoken.
Lees de Snelstartgids voor meer informatie over het opzetten van uw apparaat.
l Houd de aan/uit-toets ingedrukt om uw apparaat in te schakelen. Volg de instructies op
het scherm om de initiële setup uit te voeren.
1 Selecteer uw taal en land en raak vervolgens VOLGENDE aan.
2 Lees de inhoud zorgvuldig door, accepteer de algemene gebruikersvoorwaarden en raak dan
AKKOORD > AKKOORD aan.
3 Lees de informatie over de app-toestemming. Selecteer AKKOORD en raak VOLGENDE
aan.
4 Lees het servicebeleid. Selecteer AKKOORD en raak
VOLGENDE aan.
5 Uw apparaat zoekt naar beschikbare Wi-Fi-netwerken. Volg de instructies op het scherm om
verbinding te maken met een netwerk.
6 Lees de algemene voorwaarden van Google en raak VOLGENDE aan.
7 U kunt op twee manieren uw apparaat configureren:
l Volg de instructies op het scherm om een back-up te herstellen.
l Volg de instructies op het scherm om gegevens te kopiëren van een ander apparaat of raak
Als nieuw instellen > OK aan om deze stap over te slaan.
Als u er voor kiest om deze stap over te slaan, kunt u later nog steeds gegevens
importeren vanaf een ander apparaat door Instellingen > Geavanceerde instellingen
> Gegevensoverdracht aan te raken.
8 Uw apparaat beschikt over een vingerafdruksensor. Volg de instructies op het scherm om uw
vingerafdruk toe te voegen. Voordat u uw vingerafdruk toevoegt, zult u worden gevraagd om
een pincode of wachtwoord aan te maken die u kunt gebruiken om het scherm te
ontgrendelen als de vingerafdrukherkenning mislukt.
9 Raak
AAN DE SLAG aan om de instellingen te voltooien. Uw apparaat is nu klaar voor
gebruik.
Een SIM-kaart in- of uitschakelen
Schakel uw SIM-kaart in of uit voor eenvoudiger gebruik en beheer.
Deze functie is alleen beschikbaar op telefoons waarin twee SIM-kaarten kunnen worden
geplaatst.
1 Open Instellingen.
2 Raak Duale SIM-beheer
aan.
6
3 Druk op de schakelaar naast de SIM-kaart die u wilt beheren om deze SIM-kaart in of uit te
schakelen.
Uitgeschakelde SIM-kaarten kunnen niet worden gebruikt om mee te bellen, berichten te
verzenden of voor toegang tot het internet.
Een naam aan een SIM-kaart geven
Elke SIM-kaart heeft standaard de naam van de provider. U kunt uw SIM-kaart hernoemen om
hem gemakkelijker te kunnen identificeren.
l Deze functie is alleen beschikbaar op telefoons waarin twee SIM-kaarten kunnen worden
geplaatst.
l Afhankelijk van uw provider kunnen de functies variëren.
1 Open
Instellingen.
2 Aanraken Duale SIM-beheer
3 Selecteer een SIM-kaart. V
oer een naam in en raak OK.
De standaard-SIM voor mobiele gegevens selecteren
U kunt een standaard SIM-kaart voor mobiele gegevensservices selecteren.
l Deze functie is alleen beschikbaar op telefoons waarin twee SIM-kaarten kunnen worden
geplaatst.
l Afhankelijk van uw provider kunnen de functies variëren.
1 Open Instellingen.
Aan de slag
7
2 Raak Duale SIM-beheer aan.
3 Druk op de schakelaar Standaard mobiele gegevens naast de geselecteerde SIM-kaart.
De standaard SIM-kaart instellen
U kunt een standaard SIM-kaart voor uitgaande gesprekken selecteren.
Deze functie is alleen beschikbaar op telefoons waarin twee SIM-kaarten kunnen worden
geplaatst.
1 Open Instellingen.
2 Raak Duale SIM-beheer aan.
3 Raak Standaard SIM-kaart voor oproepen aan en selecteer uw gewenste SIM-kaart.
Nadat u de standaard SIM-kaart hebt geselecteerd, wordt SIM 1 en SIM 2 niet langer op de
kiezer weergegeven.
V
erbinding maken met internet
Moeiteloos verbinding maken tussen Wi-Fi-netwerken en uw apparaat.
Verbinding maken met een Wi-Fi-netwerk
1 Veeg omlaag vanaf de statusbalk om het berichtenpaneel te openen.
2 Houd
aangeraakt om het scherm Wi-Fi-instellingen te openen.
3 Schakel Wi-Fi in. Uw apparaat zal een lijst weergeven van alle beschikbare Wi-Fi-netwerken
op uw locatie.
4 Selecteer het Wi-Fi-netwerk waarmee u verbinding wilt maken. Als u een versleuteld netwerk
selecteert, moet u ook het Wi-Fi-wachtwoord in te voeren.
Aan de slag
8
Verbinding maken met mobiele data
Voordat u mobiele gegevens gaat gebruiken, moet u zorgen dat uw een dataplan met uw
provider hebt afgesloten om bovenmatige datakosten te voorkomen.
1 Veeg omlaag vanaf de statusbalk om het berichtenpaneel te openen.
2 Raak aan om mobiele data in te schakelen.
Schakel mobiele data uit wanneer dit niet nodig is om op batterij te besparen en het
datagebruik te reduceren.
Gegevensoverdracht vanaf een ander apparaat
Gegevens importeren uit een andere telefoon in een paar eenvoudige stappen.
Kopiëren van gegevens naar uw nieuwe apparaat
1 Raak Instellingen aan.
2 Raak Geavanceerde instellingen >
Gegevensoverdracht aan.
Aan de slag
9
Phone Clone gebruiken om gegevens te importeren
Phone Clone is een app ontwikkeld door Huawei die u het mogelijk maakt om gegevens over te
dragen tussen apparaten zonder een computer of internetverbinding.
1 Installeer Telefoonkloon op uw oude apparaat.
2 Open Instellingen op uw nieuwe apparaat.
3 Raak Geavanceerde instellingen > Gegevensoverdracht > Vanuit oude telefoon (met
Telefoonkloon) aan.
4 Selecteer het apparaat waaruit u wilt importeren gegevens en raak Doorgaan
aan.
5 Open Telefoonkloon en raak versturen aan op uw oude apparaat. Scan de QR-code op het
nieuwe apparaat of maak handmatig een verbinding met de Wi-Fi-hotspot van het nieuwe
apparaat.
Om Telefoonkloon op uw oude apparaat te installeren, raakt u raak hier aan om een
QR-code te genereren aan op uw nieuw apparaat en scant u de QR-code.
6 Eenmaal aangesloten, selecteert de gegevens die u wilt verzenden op uw oude apparaat en
raakt u versturen aan.
HiSuite gebruiken voor het importeren van gegevens
Gebruik HiSuite om een back-up te maken van uw gegevens op uw oude apparaat naar uw
computer en importeer de back-up in het nieuwe apparaat.
1 Installeer HiSuite op uw computer
.
2 Gebruik een USB-kabel om uw apparaat aan te sluiten op uw computer. HiSuite wordt
automatisch gestart.
3 Ga naar het back-upscherm in HiSuite. Selecteer de gegevens waarvan uw een back-up wilt
maken en volg de instructies op het scherm voor het maken van een back-up.
4 Sluit uw nieuwe apparaat aan op uw computer met een USB-kabel. Ga naar het scherm
back-up herstellen in HiSuite.
5 Kies welke back-up die u wilt herstellen en volg de instructies op het scherm om de gegevens
te herstellen.
Aan de slag
10
Scherm en display
Startscherm
Info over het startscherm
Gebruik het startscherm voor toegang tot uw apps en widgets.
Statusbalk: Geeft meldings- en
statuspictogrammen weer
Weergavegebied: Geeft app-pictogrammen,
mappen en widgets weer
Schermpositie-indicatie: Geeft aan welk
startscherm wordt weergegeven
Dock-balk: Geeft veelgebruikte apps weer
Navigatiebalk: Geeft virtuele navigatietoetsen weer
Basisschermgebaren
Gebruik eenvoudige touchscreengebaren om allerlei taken uit te voeren, zoals het starten van
apps, door lijsten bladeren en afbeeldingen vergroten.
Aanraken: Raak een item een keer aan. Aanraken om
bijvoorbeeld een optie te selecteren of een app te
openen.
Twee keer aanraken: Raak het doelgebied van het
scherm twee keer snel achter elkaar aan. Twee keer
aanraken om bijvoorbeeld een afbeelding in volledig
scherm te zien of om in of uit te zoomen.
11
Aanraken en vasthouden: Aanraken en het doelgebied
van het scherm minimaal 2 seconden vasthouden. Houd
bijvoorbeeld een leeg gebied op het startscherm
aangeraakt voor toegang tot de startscherm-editor.
Vegen: Veeg met uw vingers over het scherm. Veeg
verticaal of horizontaal om naar andere startschermen te
bladeren, door een document te bladeren en meer.
Slepen: Houd een item aangeraakt en verplaats het dan
naar een nieuwe positie. Gebruik dit gebaar bijvoorbeeld
om apps en widgets op het startscherm opnieuw te
schikken.
Vingers uit elkaar spreiden: Spreid twee vingers uit
elkaar op het scherm. Spreid bijvoorbeeld twee vingers
uit elkaar om op een foto of webpagina in te zoomen.
Vingers samenknijpen: Knijp twee vingers samen op
het scherm. Knijp bijvoorbeeld twee vingers samen om
op een afbeelding uit te zoomen.
Het Drawer Home-scherm inschakelen
Gebruik het Drawer Home-scherm om app-pictogrammen in een afzonderlijke app-lade op te
slaan.
Het Drawer Home-scherm inschakelen
1 Open Instellingen.
2 Raak Startschermstijl > Lade aan.
App-snelkoppelingen aan het startscherm toevoegen
Voeg veelgebruikte apps aan het startscherm toe voor snelle toegang.
1 Raak op het startscherm aan om de lijst met apps te bekijken.
2 Houd een app-pictogram aangeraakt totdat uw apparaat trilt en versleep het app-pictogram
dan naar de gewenste locatie op het startscherm.
Scherm en display
12
U moet voldoende ruimte op het startscherm hebben. Als er niet voldoende ruimte is,
voegt u een ander startscherm toe of maakt u wat ruimte vrij.
Het standaardscherm terugzetten
1 Open Instellingen.
2 Raak Startschermstijl > Standaard aan.
Overschakelen op eenvoudig startscherm
Het eenvoudige startscherm maakt gebruik van een eenvoudige lay-out en grote pictogrammen
voor een gemakkelijker gebruik.
1 Open Instellingen.
2 Raak Geavanceerde instellingen > Eenvoudige modus aan en raak dan aan.
Scherm en display
13
3 Op het eenvoudige startscherm kunt u:
l Raak app-pictogrammen of widgets aan om ze te openen.
l Houd een pictogram aangeraakt om de editor van het startscherm te openen. In deze
modus kunt u apps toevoegen of verwijder of een pictogram van een app naar de gewenste
plaats te slapen.
l Raak Overige aan om de app-lijst te openen en apps te bekijken of openen.
l Raak Standaardmodus aan om naar het standaard startscherm terug te keren.
Meldingsbadges weergeven of verbergen
Meldingsbadges verschijnen in de rechterbovenhoek van app-pictogrammen. Het badgenummer
duidt het aantal nieuwe meldingen aan. Open de bijbehorende app om meldingsdetails te
bekijken.
1 Knijp op het startscherm twee vingers samen om de startscherm-editor te openen.
2 Raak Instellingen > Badge app-pictogrammen aan.
3 Wissel de bijbehorende schakelaar om meldingsbadges in of uit te schakelen.
Startschermachtergrond instellen
Kies uit een groot aantal verschillende thema's en achtergronden om uw apparaat te
personaliseren.
Scherm en display
14
De achtergrond wijzigen
1 Open Instellingen.
2 Raak Weergave > Achtergrond > Achtergrond instellen
aan.
3 Selecteer de gewenste achtergrond en volg de instructies op het scherm om dit in te stellen
als startscherm of vergrendelingsschermachtergrond (of beide).
De achtergrond automatisch wijzigen
1 Open
Instellingen.
2 Raak Weergave > Achtergrond aan.
3 Schakel W
illekeurige verandering startscherm achtergrond in of uit.
Wanneer het Willekeurig wijzigen van de achtergrond voor het startscherm is
ingeschakeld, kunt u Interval en Album om weer te geven dusdanig configureren dat
uw achtergrond verandert na een specifieke interval.
Beheer van pictogrammen op het startscherm
U kunt apps gemakkelijk verplaatsen of verwijderen op het startscherm.
Pictogrammen op het startscherm verplaatsen
Op het startscherm houdt u een apppictogram of widget aangeraakt totdat uw apparaat trilt. U
kunt het apppictogram of widget vervolgens naar de gewenste locatie verslepen.
Scherm en display
15
Apps verwijderen van het startscherm
Op het startscherm houdt u de app of widget die u wilt verwijderen aangeraakt totdat
bovenaan het scherm wordt weergegeven. Sleep de ongewenste app of widget naar en
volg de instructie op het scherm.
Sommige vooraf geïnstalleerde apps kunnen niet worden verwijderd omdat ze nodig zijn om
het systeem goed te laten werken.
Uw apparaat schudden om pictogrammen automatisch uit te lijnen
Er verschijnen mogelijk openingen op het startscherm nadat u apps hebt verwijderd of naar
mappen hebt verplaatst. U kunt de functie Automatisch uitlijnen gebruiken om apps netjes op het
startscherm te organiseren.
1 Knijp op het startscherm twee vingers samen om de startscherm-editor te openen.
2 Raak Instellingen aan en schakel Schudden in.
3 Keer terug naar het startscherm en open de startscherm-editor nogmaals. Schud uw
apparaat om apps opnieuw te schikken, zodat de openingen worden opgevuld.
Scherm en display
16
Beheer van startschermen
U kunt startschermen naar wens aanpassen.
Startschermen toevoegen
1 Knijp op het startscherm twee vingers samen om de startscherm-editor te openen.
2 Raak helemaal links of helemaal rechts op het startscherm aan om een nieuw scherm
toe te voegen.
Startschermen verwijderen
1 Knijp op het startscherm twee vingers samen om de startscherm-editor te openen.
2 Raak op een leeg scherm aan om het te verwijderen.
Scherm en display
17
U kunt een startscherm niet verwijderen als het apps of widgets bevat.
Startschermen verplaatsen
1 Knijp op het startscherm twee vingers samen om de startscherm-editor te openen.
2 Houd het startscherm dat u wilt verplaatsen aangeraakt en versleep het naar de gewenste
locatie.
Het standaard startscherm instellen
1 Knijp op het startscherm twee vingers samen om de startscherm-editor te openen.
2 Raak bovenaan een startscherm aan om het gekozen startscherm als standaard
startscherm in te stellen.
Beheer van widgets op het startscherm
Widgets vanaf het startscherm toevoegen, verplaatsen of verwijderen
Widgets toevoegen
1 Knijp op het startscherm twee vingers samen om de startscherm-editor te openen.
2 Raak Widgets
aan. Selecteer een widget en sleep het naar een leeg gebied op het
startscherm.
U moet voldoende ruimte op het startscherm hebben. Als er niet voldoende ruimte is,
voegt u een ander startscherm toe of maakt u wat ruimte vrij.
Scherm en display
18
Widgets verplaatsen
Op het startscherm houdt u een widget aangeraakt totdat uw apparaat trilt. Versleep de widget
vervolgens naar de gewenste locatie.
Widgets verwijderen
Op het startscherm houdt u een widget aangeraakt totdat uw apparaat trilt. Versleep de widget
vervolgens naar Verwijderen de gewenste locatie.
Beheer van startschermmappen
Organiseer uw apps in mappen, zodat u ze gemakkelijker kunt vinden.
Een map maken
Groepeer uw apps in gecategoriseerde mappen, zodat u ze gemakkelijker kunt vinden. U kunt
bijvoorbeeld een sociale map maken voor al uw sociale media-apps.
Op het startscherm sleept u een pictogram naar een ander pictogram om een map te maken
waarin beide apps zijn opgenomen.
Scherm en display
19
Naam van mappen wijzigen
Als de naam van een map wilt wijzigen, opent u de map en raakt u de mapnaam aan.
Apps toevoegen aan een map
1 Open de map.
2 Raak aan.
3 Selecteer de apps die u wilt toevoegen en raak OK aan.
Apps uit een map verwijderen
1 Open de map.
2 Raak aan.
3 Deselecteer de apps die u wilt verwijderen en raak OK aan.
U kunt ook een pictogram aangeraakt houden en buiten een map verslepen om hem te
verwijderen.
Mappen verwijderen
1 Open de map.
2 Raak aan.
3 Maak de selectie van de apps ongedaan en raak OK aan. De map wordt automatisch
verwijderd.
Als er zich meer dan twee apps in een map bevinden, kan de map niet worden
verwijderd.
Scherm en display
20
Het scherm vergrendelen en ontgrendelen
De schermvergrendelingsstijl wijzigen
Stel een schermvergrendelingswachtwoord in om ongeautoriseerde toegang tot uw apparaat te
voorkomen.
De schermvergrendelingsmethode wijzigen
Tijdschriftontgrendeling is ingesteld als standaard schermvergrendelingsstijl. Als u de
schermvergrendelingsstijl wilt wijzigen, raakt u
Instellingen > Schermvergrendeling en
wachtwoorden > Achtergrond schermvergr. aan en selecteert u een stijl.
Voor meer informatie over Magazineontgrendeling, raadpleegt u Magazineontgrendeling
instellen en beheren.
Het wachtwoord voor schermvergrendeling instellen
1 Open Instellingen.
2 Aanraken Schermvergrendeling en wachtwoorden > Schermvergrendelingsstijl
3 U kunt kiezen om het scherm te ontgrendelen met een ontgrendelingspatroon, PIN of
wachtwoord:
l Raak Patroon aan en verbind minimaal twee keer vier punten om een
ontgrendelingspatroon voor het scherm aan te maken.
l Raak PIN aan. V
olg de instructies op het scherm om een pincode met minimaal vier cijfers
te maken en raak vervolgens OK aan.
l Raak W
achtwoord aan. Volg de instructies op het scherm om een wachtwoord met
minimaal vier tekens te maken en raak vervolgens OK aan.
l U kunt ook uw vingerafdruk gebruiken om het scherm te ontgrendelen. Raak
Vastleggen in het pop-upvenster aan om uw vingerafdruk toe te voegen. Voor meer
informatie over het gebruik van uw vingerafdruk om het scherm te ontgrendelen,
raadpleegt u Set fingerprint
.
l Als u het vergrendelingswachtwoord voor het scherm wilt verwijderen, selecteert u
Geen en volgt u de instructies op het scherm.
Het scherm vergrendelen
Vergrendel het scherm om stroomverbruik te verminderen en het onbedoeld indrukken van
knoppen of onbevoegde toegang tot uw gegevens te voorkomen.
l Handmatig vergrendelen: Druk op de Aan/Uit-knop om het scherm handmatig te
vergrendelen.
Scherm en display
21
l Automatisch vergrendelen: Het scherm wordt automatisch vergrendeld en gaat over op de
slaapstand na de vooraf ingestelde slaaptijd om stroomverbruik te reduceren en onbedoelde
handelingen te voorkomen.
Als u wilt wijzigen hoe lang het duurt voordat wordt overgegaan op de slaapstand, raakt u
Instellingen > Weergave > Slaapstand
aan en selecteert u een tijd.
Het scherm ontgrendelen
1 Druk op de Aan/uit-knop om het scherm in te schakelen.
2 Veeg in een willekeurige richting over het scherm.
l Als u een ontgrendelingspatroon voor uw scherm, een pincode of een wachtwoord
hebt ingesteld, moet u het ontgrendelingspatroon tekenen of uw pincode/wachtwoord
invoeren om het scherm te ontgrendelen.
l Als uw apparaat een vingerafdruksensor heeft, kunt u het scherm ontgrendelen door
uw vinger op de vingerafdruksensor te plaatsen.
Magazineontgrendeling configureren
Magazineontgrendeling configureren om uw achtergronden voor vergrendelingsscherm aan te
passen.
Online achtergrond toevoegen aan de weergavelijst
Veeg vanaf de onderkant van het vergrendelingsscherm omhoog om de optie van
Tijdschriftontgrendeling weer te geven.
Raak aan. Raak aan en selecteer de achtergronden die u aan de weergavelijst wilt
toevoegen.
Magazineontgrendelingsachtergronden delen
Veeg vanaf de onderkant van het vergrendelingsscherm omhoog om de optie van
Magazineontgrendeling weer te geven en raak dan aan. Selecteer hoe u de achtergrond
wilt delen en volg de instructies op het scherm.
Offline achtergronden toevoegen aan de weergavelijst
1 Veeg vanaf de onderkant van het vergrendelingsscherm omhoog om de optie van
Tijdschriftontgrendeling weer te geven.
2 Raak aan om de weergavelijst te openen.
3 Raak Toegevoegd door mij aan en selecteer .
4 Selecteer de gewenste afbeeldingen en raak vervolgens aan.
Magazineontgrendelingsomslagen bijwerken
1 Open Instellingen.
Scherm en display
22
2 Raak Schermvergrendeling en wachtwoorden > Tijdschriftontgrendeling aan.
3 Raak Inschrijvingen > Gedownload aan en selecteer
Bijwerken om de achtergronden van
uw Magazineontgrendeling handmatig bij te werken.
Deze functie vereist een verbinding met het internet. Verbinding maken met een Wi-Fi-
netwerk om onnodige datakosten te voorkomen.
Hulpprogramma's openen vanuit het vergrendelingsscherm
Open apps rechtstreeks vanuit het vergrendelingsscherm.
1 Veeg vanaf de onderkant van het vergrendelingsscherm omhoog om de functies en
hulpprogramma's van het vergrendelingsscherm weer te geven.
2 Raak het pictogram van de snelkoppeling aan de onderkant van het scherm aan om de
gewenste app te openen.
Recorder
Calculator
Zaklamp
Scanner
Klok
Veeg omhoog op het pictogram van de camera op het vergrendelingsscherm om de
camera rechtstreeks te openen.
Uw vergrendelschermtekst configureren
Een vergrendelschermtekst configureren om uw vergrendelingsscherm te personaliseren.
1 Open Instellingen.
2 Raak Schermvergrendeling en wachtwoorden > Vergrendingsscherm tekst aan.
3 Voer uw vergrendelschermtekst in en raak Opslaan aan.
Uw vergrendelschermtekst wordt weergegeven op het vergrendelingsscherm.
Scherm en display
23
Berichtenpaneel en statusbalk
Info over de statusbalk
Gebruik de statusbalk voor toegang tot het berichtenpaneel en controleer de status van uw
apparaat.
Het berichtenpaneel en de statusbalk openen
Het berichtenpaneel en de statusbalk vanuit het vergrendelingsscherm openen
Schakel het scherm in en veeg vanaf de statusbalk omlaag om het berichtenpaneel te openen.
Vervolgens kunt u snelschakelaars in- of uitschakelen snelkoppeling schakelaars of
meldingsberichten bekijken.
Het berichtenpaneel en de statusbalk openen wanneer het scherm is ontgrendeld
Veeg omlaag vanaf de statusbalk om het berichtenpaneel te openen. Vervolgens kunt u
snelschakelaars in- of uitschakelen snelkoppeling schakelaars of meldingsberichten bekijken.
Info over meldings- en statuspictogrammen
Statuspictogrammen
Statuspictogrammen worden weergegeven aan de rechterkant van het notificatiegebied en
vertellen u meer over de status van uw apparaat, inclusief netwerkverbindingen, signaalsterkte,
batterij en tijd.
Statuspictogrammen kunnen variëren, afhankelijk van uw regio of provider.
Signaalsterkte Geen signaal
Verbonden via 4G Verbonden via 3G
Verbonden via 2G Verbonden via HSPA
Verbonden via HSPA+ Verbonden via LTE
VoLTE ingeschakeld NFC ingeschakeld
Roamen Vliegtuigmodus ingeschakeld
Bluetooth ingeschakeld Verbonden via Wi-Fi
Wi-Fi-netwerk beschikbaar
Er worden locatiegegevens van
GPS ontvangen
Trillingsmodus ingeschakeld Stille modus ingeschakeld
Scherm en display
24
Alarm ingeschakeld Opladen
Batterij vol Batterij bijna leeg
Hoofdtelefoon aangesloten Geen SIM-kaart gevonden
Meldingspictogrammen
Meldingspictogrammen worden aan de linkerkant van de statusbalk weergegeven wanneer u
een nieuw bericht, een nieuwe melding of een herinnering ontvangt.
Gemiste oproepen Nieuwe e-mails
Verbonden met een VPN Nieuwe voicemail
Bezig met downloaden van
gegevens
Bezig met uploaden van
gegevens
Komende afspraken Geheugen van het apparaat is vol
Gegevens synchroniseren Synchronisatie mislukt
Problemen met aanmelding of
synchronisatie
Meer meldingen
Meldingen configureren
U kunt de instellingen voor meldingen voor elke app configureren.
1 Open Instellingen.
2 Raak Meldingen en statusbalk > Meldingenbeheer aan.
3 Selecteer de app die u wilt configureren en schakel de meldingen ervan naar wens in of uit.
Het scherm configureren om in te schakelen wanneer u een melding
ontvangt
Configureer dat het scherm wordt ingeschakeld wanneer u een nieuwe melding ontvangt om te
voorkomen dat u belangrijke informatie mist.
1 Open Instellingen.
2 Raak Meldingen en statusbalk aan.
3 Schakel de schakelaar Scherm aanzetten bij meldingen om.
De statusbalk configureren
Open
Instellingen en raak Meldingen en statusbalk aan. Wissel tussen de schakelaars
Naam provider weergeven, Netwerksnelheid tonen of Batterijpercentage om te configureren
welke informatie in de statusbalk wordt weergegeven.
Scherm en display
25
Snelkoppelingsschakelaars gebruiken voor toegang tot instellingen
Gebruik snelschakelaars om veelgebruikte functies snel in of uit te schakelen.
Snelschakelaars openen
Veeg omlaag vanaf de statusbalk om het berichtenpaneel te openen.
Raak aan om alle snelschakelaars weer te geven.
Snelschakelaars configureren
1 Veeg omlaag vanaf de statusbalk om het berichtenpaneel te openen.
2 Raak aan. Houd een schakelaar aangeraakt en sleep deze naar de gewenste positie.
3 Raak een schakelaar aan om de bijbehorende functie in te schakelen. Als de schakelaar
gebaren ondersteunt voor aanraken en vasthouden, houd dan de schakelaar aangeraakt om
de instellingen voor de bijbehorende functie te openen.
Sommige schakelaars ondersteunen geen gebaren voor aanraken en vasthouden.
Navigatiebalk
Info over de navigatiebalk
De navigatiebalk bestaat uit drie virtuele toetsen: Terug, Home en Recent
l Achterzijde: Aanraken om naar het vorige scherm terug te keren of een app te sluiten.
Wanneer u tekst invoert, raakt u dit aan om het schermtoetsenbord te sluiten.
l Start: Raak aan om naar het startscherm terug te keren.
l
Recente: Raak aan om onlangs gebruikte apps weer te geven.
Scherm en display
26
De navigatiebalk is standaard uitgeschakeld op apparaten met de navigatieknop van de
vingerafdruksensor naar voren gericht. Om de navigatiebalk in te schakelen, kunt u
Instellingen > Navigatietoets > Virtuele navigatiebalk aanraken. Dit zal echter de
navigatieknop uitschakelen, wat betekent dat het apparaat niet meer zal reageren wanneer
de navigatieknop aanraakt, vasthoud of veegt.
De stijl van de navigatiebalk wijzigen
1 Open Instellingen.
2 Raak Navigatietoets aan.
Wanneer de modus Navigatietoetsen buiten het scherm is ingeschakeld op een
apparaat die navigatiegebaren voor vingerafdruksensoren ondersteunt, kunt u de lay-out
van de virtuele navigatiebalk niet wijzigen. Om de lay-out te wijzigen, selecteert u de
modus Virtuele navigatiebalk en probeert u het opnieuw.
3 Selecteer de gewenste lay-out.
Als u een navigatiebalk met selecteert, kunt u aanraken om het berichtenpaneel
omlaag te trekken.
De navigatiebalk gebruiken
Het berichtenpaneel openen
Als u een navigatiebalk met selecteert, kunt u aanraken om het berichtenpaneel
omlaag te trekken.
Bezig met verschaffen van toegang Google Search en modus voor gesplitst scherm
l Houd Startpagina aangeraakt om Google Search te openen.
l Houd
Recente aangeraakt om de modus voor gesplitst scherm in te schakelen.
Beheer van recente taken
Scherm en display
27
Recente taken bekijken
Raak Recente om recente taken weer te geven. Veeg omhoog en omlaag om erdoor te
bladeren.
Schakelen tussen recente taken
1 Raak Recente aan.
2 Veeg omhoog of omlaag om de taak te vinden waar u naartoe wilt schakelen en selecteer
deze.
Recente taken eindigen
1 Raak Recente aan.
2 Als u een taak wilt beëindigen, veegt u hem naar links of rechts of raakt u het pictogram
in de rechterbovenhoek aan.
l Raak aan om alle taken te eindigen.
l Om te voorkomen dat een taak wordt beëindigd, raakt u het pictogram in de
rechterbovenhoek aan. De taak wordt dan vergrendeld. Om een taak te ontgrendelen,
raakt u het pictogram in de rechterbovenhoek aan.
Scherm en display
28
Thema's
Info over thema's
Thema's helpen u uw startscherm te personaliseren door de achtergrond, app-pictogrammen en
meer te wijzigen.
Thema veranderen
1 Open
Thema's.
2 U kunt:
l Selecteer een thema en volg de instructies op het scherm om de instellingen te
configureren.
l Raak Aanpassen aan om vergrendelingsschermethoden, achtergronden, app-
pictogrammen en meer te veranderen.
Algemeen zoeken
Info over algemeen zoeken
Gebruik algemeen zoeken om apps, contactpersonen en berichten op uw apparaat.
Veeg omlaag op het startscherm om het venster voor algemeen zoeken te openen en voer
vervolgens uw zoektermen in.
Scherm en display
29
Zoeken naar inhoud op uw apparaat
Zoeken naar contactpersonen
1 Veeg op het startscherm omlaag om de zoekbalk weer te geven.
2 Raak de zoekbalk aan en typ de naam, initialen, telefoonnummer, e-mailadres of andere
informatie in van de contactpersoon. De overeenkomende zoekresultaten worden eronder
weergegeven.
Voer ter verbetering van de nauwkeurigheid van de zoekresultaten, meer dan één
trefwoord in. Elk zoekwoord moet worden gescheiden door een spatie (bijvoorbeeld
"John Smith New York").
Zoeken naar sms-berichten
1 Veeg op het startscherm omlaag om de zoekbalk weer te geven.
2 Voer een of meerdere trefwoorden in. De resultaten worden onder de zoekbalk weergegeven.
Open anderzijds Berichten en voer één of meer trefwoorden in de zoekbalk.
Zoeken naar e-mails
1 Veeg op het startscherm omlaag om de zoekbalk weer te geven.
2 Voer een of meerdere trefwoorden in (zoals het onderwerp van de e-mail). De resultaten
worden onder de zoekbalk weergegeven.
Zoeken naar apps
1 Veeg op het startscherm omlaag om de zoekbalk weer te geven.
2 V
oer een of meerdere trefwoorden in. De resultaten worden onder de zoekbalk weergegeven.
l Wanneer u de schermindeling Drawer Home gebruikt, kunt u ook naar apps zoeken
door aan te raken en de app-naam in de zoekbalk in te voeren.
l Wanneer uw apparaat met het internet is verbonden, worden bijbehorende apps in de
HiApp-store ook weergegeven. Voordat u gaat zoeken, maakt u verbinding met een
Wi-Fi-netwerk om het gebruik van mobiele data te beperken.
Zoeken naar instellingen
1 Veeg op het startscherm omlaag om de zoekbalk weer te geven.
2 V
oer een of meerdere trefwoorden in. Overeenkomende menuopties uit Instellingen worden
onder de zoekbalk weergeven.
Schermafdruk
Scherm en display
30
Het volledige scherm vastleggen
Een schermafdruk nemen met de aan/uit-knop en de knop voor lager volume
Druk op de Aan/uit-knop en de knop voor lager volume om een volledige schermafdruk te
maken.
Snelkoppeling naar schermafdruk
Open het berichtenpaneel en raak dan in het tabblad Snelkoppelingen aan om een
volledige schermafdruk te maken.
Scherm en display
31
Uw knokkel gebruiken om een schermafdruk te maken
Als u een schermafdruk van het volledige scherm wilt maken, tikt u twee keer met uw knokkel op
het scherm.
Een deel van het scherm vastleggen
Met deze functie kunt u een deel van het scherm vastleggen en opslaan als een afbeelding.
Klop met uw knokkel op het scherm. Houd uw knokkel op het scherm gedrukt en teken het
gebied dat u wilt vastleggen. Het gebied binnen de blauwe lijn wordt vastgelegd.
Als u een vooraf gedefinieerde vorm wilt gebruiken, selecteert u het schermafdrukvak bovenaan
het scherm en raakt u aan om de schermafdruk op te slaan.
Scherm en display
32
Schermafdrukken worden standaard opgeslagen in Galerij in de map Schermafbeeldingen.
Raak aan om de schermafdruk te delen.
Meelopende schermafdruk maken
Gebruik knokkelgebaren of schuivende schermafdrukken om een afbeelding te maken van
inhoud die niet op het scherm past. Dit is handig voor het delen van chatgesprekken,
webpagina's of grote afbeeldingen.
Tabblad snelkoppelingen gebruiken
1 Open het berichtenpaneel en raak dan aan om een standaard schermafdruk te maken.
2 Nadat u een schermafdruk hebt genomen, raakt u aan om een schuivende
schermafdruk te maken.
3 Het scherm zal automatisch naar beneden schuiven terwijl uw apparaat de schermafdruk
vastlegt.
Scherm en display
33
Zorg dat u binnen 3 seconden na het nemen van de schermafdruk aanraakt.
Uw knokkel gebruiken
Klop het scherm met uw knokkels en houd deze ingedrukt. Teken met uw knokkel een 'S'-vorm
op het scherm en til uw knokkels op. Het scherm zal automatisch naar beneden schuiven terwijl
uw apparaat de schermafdruk vastlegt.
Raak het scherm aan om met bladeren te stoppen en de voorgaande inhoud vast te leggen.
Schermafdrukken bekijken, bewerken, verwijderen en delen
Scherm en display
34
Schermafdrukken bekijken
1 Open Galerij.
2 Op het tabblad Albums raakt u Schermafbeeldingen om uw schermafdrukken te bekijken.
Een schermafdruk bewerken
1 Na het nemen van een schermafdruk raakt u aan.
2 Kies de gewenste opties om de afbeelding te bewerken.
3 Raak aan om de wijzigen op te slaan.
Een schermafdruk delen
1 Open Galerij.
2 Raak Schermafbeeldingen aan op het tabblad Albums.
3 Selecteer de schermafdruk die u wilt delen en raak aan.
4 Kies hoe u de schermafdruk wilt delen en volg de instructies op het scherm.
Een schermafdruk verwijderen
1 Open
Galerij.
2 Raak Schermafbeeldingen aan op het tabblad Albums.
3 Selecteer de schermafdruk die u wilt verwijderen en raak aan.
Scherm en display
35
Schermopname
Info over schermopnames
Gebruik de functie Schermopname om opnames te maken en te delen met vrienden.
Schermrecorder
De snelkoppelingsschakelaar van de schermrecorder gebruiken
Als u een schermopname wilt starten, opent u het berichtenpaneel en raakt u
aan.
Op knoppen drukken om op te nemen
Druk gelijktijdig op de knop voor hoger volume en de aan/uit-knop.
Scherm en display
36
Knokkelgebaren gebruiken om op te nemen
U start een schermopname door twee keer met twee knokkels op het scherm te tikken.
l Er wordt ook audio opgenomen, dus zorg dat u zich in een rustige omgeving bevindt.
l Het opnemen wordt automatisch stopgezet wanneer u iemand belt of gebeld wordt.
l T
ijdens het maken van een schermopname kunt u de opnamefunctie niet in andere
applicaties gebruiken.
l Langere opnames nemen meer ruimte in het interne geheugen van uw apparaat in, dus
zorg voordat u begint met opnemen dat er voldoende ruimte is.
U kunt een schermopname op drie manieren stopzetten:
l Klop twee keer met twee knokkels op het scherm.
Scherm en display
37
l Druk gelijktijdig op de knoppen voor hoger en lager volume.
l Raak het pictogram voor de schermopname in de linkerbovenhoek van de statusbalk aan.
Schermopnames bekijken, delen en verwijderen
Schermopnames bekijken
Open
Galerij en ga naar Schermafbeeldingen of Schermopnames om uw
schermopnames te bekijken.
Schermopnames delen
1 Open Galerij.
2 Op het tabblad Album raakt u Schermafbeeldingen of Schermopnames aan.
3 Selecteer de schermopname die u wilt delen en raak aan.
4 Kies hoe u de opname wilt delen en volg de instructies op het scherm.
Schermopnames verwijderen
1 Open Galerij.
2 Op het tabblad Album raakt u Schermafbeeldingen of Schermopnames aan.
3 Houd de schermopname die u wilt verwijderen aangeraakt en selecteer .
4 Raak Verwijderen aan.
De standaard opslaglocatie voor schermopnames configureren
Niet alle apparaten ondersteunen microSD-kaarten.
1 Plaats een microSD-kaart in uw apparaat.
2 Open Instellingen.
3 Raak Geheugen en opslag > Standaard locatie aan om de standaard opslaglocatie in te
stellen op Interne opslag of
SD-kaart.
Modus voor gesplitst scherm
Info over de modus voor gesplitst scherm
Gebruik de modus voor gesplitst scherm om twee apps tegelijkertijd te gebruiken.
Modus voor gesplitst scherm inschakelen
De modus voor gesplitst scherm is niet voor alle apps beschikbaar. Sommige apps
ondersteunen de modus voor gesplitst scherm niet goed.
Scherm en display
38
Uw knokkel gebruiken om de modus voor gesplitst scherm in te schakelen
Openen een app die de modus gesplitst scherm ondersteunt en klop op het scherm met één
knokkel. Houd uw knokkel ingedrukt en teken een lijn over het scherm.
Als het scherm zich in de staande weergave bevindt, trekt u een horizontale lijn; Als het scherm
zich in de liggende weergave bevindt, tekent u een verticale lijn.
De Recente toets gebruiken om de modus voor gesplitst scherm in te schakelen
Open een app die de modus voor gesplitst scherm ondersteunt en houd dan ingedrukt.
De navigatiebalk is standaard uitgeschakeld op apparaten met de navigatieknop van de
vingerafdruksensor naar voren gericht. Om de navigatiebalk in te schakelen, kunt u
Instellingen > Navigatietoets > Virtuele navigatiebalk aanraken. Dit zal echter de
navigatieknop uitschakelen, wat betekent dat het apparaat niet meer zal reageren wanneer
de navigatieknop aanraakt, vasthoud of veegt.
V
eeggebaren gebruiken om de modus voor gesplitst scherm in te schakelen
Open een app die de modus voor gesplitst scherm ondersteunt en veeg vervolgens met twee
vingers vanaf de onderkant van het scherm omhoog.
Scherm en display
39
Modus voor gesplitst scherm gebruiken
Overschakelen op modus Volledig scherm
In de modus voor gesplitst scherm houdt u aangeraakt en veegt u omhoog of omlaag om
over te schakelen op de modus voor volledig scherm.
Schermen verplaatsen
In de modus voor gesplitst scherm raakt u aan en dan om de positie van de schermen
te veranderen.
Scherm en display
40
De schermstand wijzigen
Veeg omlaag vanaf de statusbalk om het berichtenpaneel te openen. Raak de schakelaar
aan om automatische schermrotatie in te schakelen.
Het startscherm openen
In de modus voor gesplitst scherm raakt u aan voor toegang tot het startscherm.
De navigatiebalk is standaard uitgeschakeld op apparaten met de navigatieknop van de
vingerafdruksensor naar voren gericht. Om de navigatiebalk in te schakelen, kunt u
Instellingen > Navigatietoets > Virtuele navigatiebalk aanraken. Dit zal echter de
navigatieknop uitschakelen, wat betekent dat het apparaat niet meer zal reageren wanneer
de navigatieknop aanraakt, vasthoud of veegt.
Scherm en display
41
Modus voor gesplitst scherm afsluiten
U kunt de modus voor gesplitst scherm verlaten door aan te raken en te selecteren.
Bewegingsgebaren gebruiken
Bewegingsgebaren maken het gemakkelijker om uw apparaat te bedienen.
Open
Instellingen. Raak Slimme assistentie > Bewegingscontrole aan en selecteer
vervolgens de bewegingen die u wilt inschakelen.
Omdraaien: Geluiden dempen en trillingen uitschakelen voor inkomende oproepen, alarmen en
timers.
Oogcomfortmodus
De modus Oogcomfort verlaagt de hoeveelheid blauw licht dat uit het scherm wordt gestraald
om inspanning van de ogen te verminderen.
Scherm en display
42
Oogcomfortmodus
1 Open Instellingen.
2 Raak Weergave > Oogcomfort aan en schakel Oogcomfort in.
Wanneer oogcomfortmodus is ingeschakeld, wordt weergegeven in de statusbalk.
De kleurtemperatuur aanpassen
De oogcomfortmodus reduceert de hoeveelheid blauw licht dat van het scherm afkomstig is,
waardoor het scherm een lichte gele toon krijgt. U kunt de kleurtemperatuur aanpassen om de
hoeveelheid blauw licht te regelen.
Wanneer Oogcomfort is ingeschakeld, veegt u naar links of rechts op de
kleurtemperatuurschuif om de kleurtint van het scherm koeler of warmer te maken.
De oogcomfortmodus in- en uitschakelen
U kunt de snelkoppelingsschakelaar in het berichtenpaneel gebruiken om de oogcomfortmodus
in of uit te schakelen.
V
eeg vanaf de statusbalk omlaag. Raak
aan om alle snelkoppelingsschakelaars weer te
geven en wissel dan de -schakelaar.
De timer configureren
Configureer de timer om de oogcomfortmodus automatisch op een vooraf ingesteld tijdstip in te
schakelen, zoals wanneer u klaar bent met werken of voordat u naar bed gaat.
1 Open Instellingen.
2 Raak Weergave > Oogcomfort aan.
3 Schakel Planning in en configureer de Starttijd en
Eindtijd.
Weergave-instellingen
Scherm en display
43
De lettergrootte wijzigen
1 Open Instellingen.
2 Raak Weergave > Lettergrootte aan en kies een lettergrootte.
Touch to decrease
font size
Touch to increase
font size
Drag slider to
adjust font size
De helderheid van het scherm aanpassen
Pas de helderheid van het scherm op uw wensen aan.
1 Open
Instellingen.
2 Raak Weergave > Helderheid aan en schakel
Automatische helderheid in.
Wanneer automatische schermhelderheid is ingeschakeld, zal de helderheid van het scherm
automatisch op basis van de lichtomstandigheden worden aangepast.
De helderheid van het scherm aanpassen: V
eeg vanaf de statusbalk omlaag. Raak
aan. Automatische schermhelderheid in- of uitschakelen. U kunt de helderheid van het
scherm ook handmatig aanpassen door de schuifregelaar te slepen. De helderheid van het
scherm verandert niet in verschillende verlichtingsomstandigheden als de automatische
modus is niet ingeschakeld.
De schermrotatie-instellingen configureren
Wanneer u uw apparaat draait, passen sommige apps de schermstand automatisch aan voor
gemakkelijker gebruik.
1 Open Instellingen.
2 Raak W
eergave aan en schakel Scherm automatisch draaien
in.
Scherm en display
44
Snel automatisch draaien inschakelen: Veeg vanaf de statusbalk omlaag en open het
tabblad snelkoppelingsschakelaars en raak aan.
Scherm en display
45
Netwerk en delen
Mobiel internet
Mobiele gegevens gebruiken
Mobiele data inschakelen
Voordat u mobiele data inschakelt, moet u zorgen dat mobiele data-services bij uw provider
zijn geactiveerd.
1 Open Instellingen.
2 Raak Meer > Mobiel netwerk aan.
3 Schakel Mobiele gegevens in om mobiele data in te schakelen.
Schakel mobiele data uit wanneer dit niet nodig is om op batterij te besparen en het
datagebruik te reduceren.
VoLTE inschakelen
Schakel VoLTE (Voice over L
TE) in om hoogwaardige audio- en videogesprekken over 4G-
netwerken te kunnen voeren.
l Schakel 4G in voordat u VoLTE inschakelt.
l Zorg ervoor dat uw apparaat VoL
TE ondersteunt en u deze functie hebt geactiveerd bij uw
provider.
1 Open
Instellingen.
2 Raak Meer > Mobiel netwerk aan.
3 Schakel V
oLTE-oproepen in.
Gegevensroaming inschakelen
Schakel gegevensroaming in voor toegang tot het internet wanneer u naar het buitenland gaat.
U loopt mogelijk roaming-kosten op wanneer data roaming is ingeschakeld. Neem voor
meer informatie contact op met uw provider.
1 Open Instellingen.
2 Raak Meer > Mobiel netwerk aan.
3 Schakel Gegevensroaming in.
Uw mobiele internetverbinding delen met andere apparaten
Een draagbare W
i-Fi-hotspot instellen
46
1 Open Instellingen.
2 Raak Meer > Tethering en draagbare hotspot aan.
3 Raak Draagbare W
i-Fi-hotspot aan en schakel de hotspot in.
4 Raak Wi-Fi-hotspot configureren aan. Stel de naam, de versleutelingsmodus en het
wachtwoord van de Wi-Fi-hotspot in en raak vervolgens Opslaan aan.
Beperk de hoeveelheid gegevens die andere apparaten kunnen gebruiken: Raak
Gegevenslimiet aan op het scherm Instellingen en volg de instructie op het scherm
voor het instellen van een datalimiet. Uw apparaat schakelt de Wi-Fi-hotspot automatisch
uit wanneer aangesloten apparaten deze limiet overschrijden.
USB-tethering gebruiken
Afhankelijk van het besturingssysteem van uw computer moet u mogelijk een
stuurprogramma voor uw apparaat op de computer installeren of een netwerkverbinding tot
stand brengen om USB-tethering te kunnen gebruiken. Raadpleeg de instructies van uw
besturingssysteem.
1 Sluit uw apparaat met behulp van een USB-kabel aan op de computer.
2 Open Instellingen.
3 Raak Meer > Tethering en draagbare hotspot aan.
4 Schakel USB-tethering
in om uw mobiel internet te delen.
Bluetooth-tethering gebruiken
Netwerk en delen
47
Voordat u Bluetooth-tethering gebruikt, koppelt u uw apparaat met de apparaten waarop u
mobiel internet wilt gebruiken. Raadpleeg Verbinding met andere apparaten maken via
Bluetooth voor meer informatie.
1 Open Instellingen.
2 Raak Meer > Tethering en draagbare hotspot aan.
3 Schakel Bluetooth-tethering in om uw mobiel internet te delen.
4 Op het scherm
Bluetooth raakt u
naast het gekoppelde apparaat aan. Schakel
vervolgens Internettoegang in om uw mobiel internet te delen.
Wi-Fi
Info over Wi-Fi
Verbinden maken met een Wi-Fi-netwerk voor toegang tot het Internet op uw apparaat.
Om ongeautoriseerde toegang tot uw persoonlijke gegevens en financiële informatie te
voorkomen, altijd goed opletten wanneer u verbinding maakt met openbare Wi-Fi-
netwerken.
Verbinding met het internet maken met behulp van Wi-Fi
Verbinding maken met een Wi-Fi-netwerk
1 Ga naar Instellingen.
2 Raak Wi-Fi aan en zet de schakelaar W
i-Fi aan. Op uw apparaat verschijnt een lijst met
beschikbare Wi-Fi-netwerken.
l Vernieuwd de lijst: Raak Scannen aan om de lijst van beschikbare Wi-Fi-netwerken te
vernieuwen.
l Handmatig een netwerk toevoegen: Veeg naar beneden naar het eind van het menu en
raak Netwerk toevoegen… aan. Volg de instructies op het scherm om handmatig het
netwerknaam en wachtwoord in te voeren.
3 Selecteer het Wi-Fi-netwerk waarmee u verbinding mee wilt maken:
l Als het Wi-Fi-netwerk geen wachtwoord vereist, maakt uw apparaat er automatisch
verbinding mee.
Netwerk en delen
48
l Als het netwerk beschermd is, voert u het wachtwoord in wanneer u daarom wordt
gevraagd. Vervolgens raakt u Verbinden aan.
Verbinding maken met een W
i-Fi-netwerk via Wi-Fi Protected Setup (WPS)
Met WPS kan uw apparaat verbinding maken met een voor WPS geschikte router zonder een
wachtwoord in te voeren.
1 Ga naar
Instellingen.
2 Raak Wi-Fi aan en schakel W
i-Fi in.
3 Raak
> Geavanceerde Wi-Fi-instellingen aan. Er zijn twee opties:
l Raak
WPS-verbinding aan en druk op de WPS-knop van de router.
l Raak PIN-code voor WPS-verbinding aan om een PIN-code te genereren en voer de
PIN-code vervolgens in op de router.
Gebruik van Wi-Fi+
Wanneer Wi-Fi+ is ingeschakeld, schakelt uw apparaat Wi-Fi in of uit en maakt verbinding met
het Wi-Fi-netwerk met het beste signaal.
Er zijn mogelijk aanvullende kosten verbonden met het downloaden van grote bestanden of
het bekijken van online video's over mobiele data. Om het maken van bovenmatige
gegevenskosten te voorkomen, koopt u een databundel. Neem voor meer informatie contact
op met uw provider.
1 Open Instellingen.
2 Raak Wi-Fi > Wi-Fi+ aan en zet de schakelaar W
i-Fi+ aan.
Wanneer Wi-Fi+ is ingeschakeld, legt uw apparaat de geschiedenis van uw Wi-Fi-verbinding
vast en bewaakt uw signaalsterkte en locatie. Deze informatie wordt vervolgens gebruikt om Wi-
Fi in of uit te schakelen en om verbinding te maken met het Wi-Fi-netwerk met het sterkste
signaal.
Een QR-code gebruiken om uw Wi-Fi-hotspot te delen
Maak een QR-code aan voor het delen van de Wi-Fi-hotspot van uw apparaat met vrienden.
l U kunt QR-codes genereren voor de volgende draadloze coderingsmethoden: WPA,
WPA2, WEP, WP
A-PSK en WPA2-PSK. U kunt een QR-code niet gebruiken om
verbinding te maken met Wi-Fi-netwerken die met behulp van het EAP-protocol zijn
gecodeerd.
l Zorg ervoor dat het verbindende apparaat QR-codes ondersteunt om Wi-Fi-
netwerkreferenties te importeren.
1 Ga naar
Instellingen.
2 Selecteer Wi-Fi en zet de schakelaar W
i-Fi aan.
3 Eenmaal verbonden, raakt u de netwerknaam aan om een QR-code te genereren.
Netwerk en delen
49
4 Raak op het verbindende apparaat het midden van het scherm aan en veeg naar beneden.
Raak aan om de QR-code te scannen en volg de instructies op het scherm om
verbinding met de Wi-Fi-hotspot te maken.
Gegevens overdragen met behulp van Wi-Fi Direct
Met Wi-Fi Direct kunt u gegevens uitwisselen tussen twee Huawei-apparaten zonder verbinding
te maken met een Wi-Fi-netwerk. Wi-Fi Direct is vergelijkbaar met Bluetooth maar biedt hogere
overdrachtssnelheden, waardoor het geschikt is voor het delen van groter bestanden.
Wi-Fi Direct in- of uitschakelen
1 Ga naar Instellingen.
2 Raak Wi-Fi aan. Zet de switch W
i-Fi aan en raak dan
aan.
3 Uw apparaat zal een lijst weergeven van beschikbare Wi-Fi Direct-apparaten. Selecteer het
apparaat waarmee u bestanden wilt delen en volg de instructies op het scherm om
verbinding te maken.
Om de verbinding met het ontvangende apparaat te verbreken, raakt u aan en gaat u
naar het scherm Wi-Fi Direct. Selecteer het ontvangende apparaat en raak OK aan.
Wi-Fi Direct gebruiken voor het verzenden en ontvangen van bestanden
Zorg er eerst voor dat Wi-Fi Direct op beide apparaten is ingeschakeld.
1 Ga naar Bestanden en houd de afbeelding aangeraakt die wilt delen.
2 Raak Meer > Delen > Wi-Fi Direct aan. Uw apparaat zal een lijst weergeven van nabije Wi-
Fi Direct-apparaten. Selecteer het ontvangende apparaat.
3 Selecteer Accepteren in het pop-upvenster van het ontvangende apparaat om het verzoek
tot bestandsoverdracht te accepteren.
Open het berichtenpaneel om de voortgang van de bestandsoverdracht weer te geven.
Standaard worden ontvangen bestanden opgeslagen in de map Wi-Fi Direct in Bestanden.
Bluetooth
Verbinding met andere apparaten maken via Bluetooth
Bluetooth inschakelen en paren met andere apparaten
1 Ga naar
Instellingen.
2 T
ik op
Bluetooth en schakel Bluetooth inschakelen in.
Zorg ervoor dat het apparaat dat u wilt koppelen zichtbaar is.
3 Selecteer het apparaat waarmee u wilt koppelen en volg de instructies op het scherm.
Netwerk en delen
50
Bluetooth-apparaten ontkoppelen
1 Ga naar Instellingen.
2 Tik op Bluetooth en schakel Bluetooth inschakelen in.
3 Raak het pictogram naast de apparaatnaam aan en selecteer Koppeling ongedaan
maken.
Gegevens uitwisselen met behulp van Bluetooth
Bluetooth gebruiken om bestanden te delen
Zorg ervoor dat Bluetooth is ingeschakeld op beide apparaten en dat beide apparaten
zichtbaar zijn.
1 Selecteer de bestanden die u wilt delen en raak Delen > Bluetooth aan. Uw apparaat zoekt
automatisch naar beschikbare Bluetooth-apparaten.
2 Selecteer het ontvangende apparaat.
3 Selecteer Accepteren in het pop-upvenster van het ontvangende apparaat om het verzoek
tot bestandsoverdracht te accepteren. Open het berichtenpaneel om de voortgang van de
bestandsoverdracht weer te geven.
Standaard worden ontvangen bestanden opgeslagen in de map Bluetooth in
Bestanden.
Foto's en video's snel delen met Bluetooth
Wanneer u foto's of video's in volledig scherm bekijkt, kunt u inhoud snel delen via Bluetooth.
Zorg ervoor dat Bluetooth is ingeschakeld op beide apparaten en dat beide apparaten
zichtbaar zijn.
1 Ga naar Galerij.
2 Selecteer de foto of video die u wilt delen en open het in de volledige schermweergave. Raak
Delen > Overdracht > Start aan om het bestand te delen. Uw apparaat zal zoeken naar
beschikbare Bluetooth-apparaten in de buurt.
3 Selecteer het ontvangende apparaat.
4 Selecteer Accepteren in het pop-upvenster van het ontvangende apparaat om het verzoek
tot bestandsoverdracht te accepteren. Open het berichtenpaneel om de voortgang van de
bestandsoverdracht weer te geven.
Standaard worden ontvangen bestanden opgeslagen in de map Bluetooth in
Bestanden.
Netwerk en delen
51
Bluetooth-instellingen
De naam van uw apparaat veranderen
Wanneer u Bluetooth inschakelt, wordt het model van uw apparaat gebruikt als standaardnaam
van het apparaat. Om de identificatie van uw apparaat gemakkelijker te maken, kunt u de naam
van het apparaat wijzigen.
1 Ga naar Instellingen.
2 Raak Bluetooth > Apparaatnaam aan.
3 Voer een nieuwe naam in en raak Opslaan aan.
Uw apparaat zichtbaar maken
1 Ga naar Instellingen.
2 Raak Bluetooth aan en schakel Zichtbaarheid in om uw apparaat zichtbaar te maken voor
andere Bluetooth-apparaten.
3 Raak Meer >
Time-out voor zichtbaarheid aan en configureer de time-out voor
zichtbaarheid.
Wanneer de zichtbaarheid time-out is verstreken, wordt Zichtbaarheid automatisch
uitgeschakeld en is uw apparaat niet langer zichtbaar.
Multischerm
Multischerm gebruiken
Gebruik multischerm om het scherm van uw apparaat weer te geven op een TV, projector of
ander beeldscherm.
Om multischerm te gebruiken, moet uw weergave-apparaat Miracast ondersteunen. Als uw
weergave-apparaat geen ondersteuning biedt voor het bovenstaande, kunt u een Android
set-top-box kopen en aansluiten op uw weergave-apparaat.
Netwerk en delen
52
Uw scherm spiegelen op een weergave-apparaat
Uw scherm spiegelen op een groter weergave-apparaat tijdens het spelen van games of het
delen van inhoud met anderen.
Zorg ervoor dat uw apparaat is verbonden met hetzelfde Wi-Fi-netwerk als uw weergave-
apparaat of set-top box.
1 Ga naar Instellingen.
2 Raak Slimme assistentie > MirrorShare aan. Selecteer uw weergaveapparaat of set-top
box die in de lijst staan. Het scherm van uw apparaat wordt gespiegeld aan dat apparaat.
Om deze functie te gebruiken, moet u eerst de Miracast-functie inschakelen op uw
weergave-apparaat of set-top box. Raadpleeg de handleiding voor uw apparaat voor
meer informatie.
Als u uw scherm niet meer wilt spiegelen, raakt u > Verbinding verbreken.
VPN's
Info over VPN's
Een VPN (virtual private network) is een beveiligde verbinding die u in staat stelt om gegevens
over gedeelde of openbare netwerken te verzenden en ontvangen. U kunt een VPN gebruiken
om verbinding te maken met uw bedrijfsnetwerk en een e-mailserver.
Verbinding maken met een VPN
Gebruik een VPN (V
irtueel Particulier Netwerk) voor beveiligde, externe toegang tot
bedrijfsgegevens en andere netwerkhulpbronnen.
Neem contact op met uw VPN-beheerder om de servergegevens te verkrijgen.
Netwerk en delen
53
1 Open Instellingen.
2 Raak Meer > VPN aan.
3 Raak VPN-netwerk toevoegen
aan. Wanneer u hierom wordt gevraagd, voert u de
servernaam in, selecteert u het servertype en voert u vervolgens het serveradres in. Raak
Opslaan om de serverinstellingen op te slaan.
4 Om verbinding met het VPN te maken, raakt u de VPN-naam aan, voert u uw
gebruikersnaam en wachtwoord in en raakt u vervolgens V
erbinding maken aan.
Neem contact op met uw VPN-beheerder om uw gebruikersnaam en wachtwoord te
verkrijgen.
HiSuite
HiSuite gebruiken
Gebruik HiSuite om de apps en gegevens op uw apparaat vanaf uw computer te beheren.
Download en installeer apps met één klik en haal het meeste uit uw smartphone.
l Apps en gegevens beheren: Gebruik HiSuite voor het beheer van uw contactpersonen,
berichten, multimediabestanden en om uw agenda en contactpersonen te synchroniseren.
l Back-up maken en gegevens herstellen: Maak een back-up van de gegevens op uw
apparaat op uw computer of herstel gegevens op een Huawei-apparaat.
l Het systeem repareren of bijwerken: Als uw apparaat niet kan worden ingeschakeld of niet
goed opnieuw wordt gestart, gebruikt u HiSuite om het apparaat weer op de standaard
fabrieksinstellingen terug te zetten. U kunt ook kijken of er software-updates zijn en die op uw
apparaat installeren.
l Scherm spiegelen: Gebruik HiSuite om uw telefoonscherm op uw computer weer te geven en
schermafdrukken te maken.
HiSuite installeren
Ga naar http://consumer.huawei.com/minisite/HiSuite_en/index.html op uw computer om HiSuite
te downloaden en te installeren. Zorg ervoor dat uw systeem voldoet aan de minimale vereisten.
1 Sluit uw apparaat met behulp van een USB-kabel aan op de computer. HiSuite wordt
automatisch gestart.
2 Als het dialoogvenster Toegang verlenen tot apparaatgegevens? op uw apparaat
verschijnt, raakt u Ja, toegang verlenen
aan.
3 Volg op uw computer de instructies op het scherm om het verbindingsverzoek verzonden
door het ontvangende apparaat te accepteren. Wanneer de verbinding tot stand is gebracht,
wordt het scherm van uw apparaat en het model op uw computer weergegeven.
Als u niet automatisch een verbinding kunt bewerkstelligen, raak dan Instellingen >
Beveiliging & privacy > Aanvullende instellingen aan op uw apparaat en schakel
HiSuite toestaan HDB te gebruiken in.
Netwerk en delen
54
Huawei Share gebruiken om bestanden tussen twee
Huawei-apparaten uit te wisselen
Huawei Share biedt een snelle en gemakkelijke methode om bestanden tussen twee Huawei-
apparaten te delen. Het combineert het gemak van Bluetooth-delen met de snelheid van de Wi-
Fi-overdracht.
Huawei Share inschakelen
1 V
eeg omlaag vanaf de statusbalk om het berichtenpaneel te openen.
2 Raak Huawei Share aan.
l Raak de schakelaar Huawei Share aan. Dit schakelt Wi-Fi en Bluetooth
automatisch
in.
l Als u Wi-Fi of Bluetooth uitschakelt, wordt schakelaar Huawei Share automatisch
uitgezet.
Huawei Share gebruiken om bestanden over te dragen
Zorg dat Huawei Share op beide toestellen wordt ondersteund. Huawei Share moet op het
ontvangende apparaat zijn ingeschakeld en het scherm moet zijn ingeschakeld.
1 Selecteer de bestanden die u wilt delen op uw apparaat. Raak Delen aan.
2 Selecteer het ontvangende apparaat uit de lijst.
3 Selecteer ACCEPTEREN
in het pop-upvenster van het ontvangende apparaat om het
verzoek tot bestandsoverdracht te accepteren. Open het berichtenpaneel om de voortgang
van de bestandsoverdracht weer te geven.
Als u het verzenden wilt annuleren, raakt u de naam van het ontvangende apparaat op
uw apparaat aan.
Standaard worden ontvangen bestanden opgeslagen in de map Huawei Share in
Bestanden.
Een USB-poort gebruiken om gegevens over te
brengen
De USB-verbindingsmodus selecteren
1 Wanneer u een USB-kabel gebruikt om uw apparaat op een computer of een ander apparaat
aan te sluiten, verschijnt Toegang verlenen tot apparaatgegevens? in een pop-upvenster
.
2 Raak Nee, alleen opladen aan.
3 Veeg omlaag vanaf de statusbalk om het berichtenpaneel te openen en raak vervolgens
Opladen via USB aan. U kunt kiezen uit de volgende USB-verbindingsmodi:
l Alleen opladen: alleen uw apparaat opladen.
Netwerk en delen
55
l Bestandsbeheer toestel (MTP): Draag gegevens over tussen uw apparaat en een
computer.
l Camera (PTP): afbeeldingen overdragen tussen uw apparaat en een computer. Als uw
apparaat MTP niet ondersteunt, wordt het PTP-protocol gebruikt om bestanden en
afbeeldingen over te dragen tussen uw apparaat en uw computer.
l MIDI
: gebruik uw apparaat als MIDI-invoerapparaat en speel MIDI-bestanden op uw
computer af.
Gegevens overdragen tussen uw apparaat en een computer
Gebruik een USB-kabel om uw apparaat aan te sluiten op een computer en gegevens tussen de
twee apparaten over te dragen.
Bestanden overdragen
MTP (Media Transfer Protocol) is een protocol voor het overbrengen van mediabestanden. U
kunt MTP gebruiken om bestanden over te dragen tussen uw apparaat en een computer.
Voordat u MTP gaat gebruiken, moet u zorgen dat Windows Media Player 11 of later op uw
computer is geïnstalleerd.
Veeg vanaf de statusbalk omlaag om het berichtenpaneel te openen en stel dan de USB-
verbindingsmodus in op Bestandsbeheer toestel (MTP). Uw computer installeert automatisch
de benodigde drivers. Om op uw apparaat opgeslagen bestanden te bekijken, wacht u totdat de
drivers zijn geïnstalleerd en klikt u op het nieuwe stationspictogram dat op uw computer
verschijnt (het station heeft de naam van uw telefoonmodel). Als u een Windows-computer
gebruikt, gebruikt u Windows Media Player om op uw apparaat naar multimediacontent te
bladeren.
Afbeeldingen overbrengen
PTP (Picture Transfer Protocol) is een overdrachtsprotocol voor afbeeldingen. Gebruik PTP om
afbeeldingen over te dragen tussen uw apparaat en een computer.
Veeg vanaf de statusbalk omlaag om het berichtenpaneel te openen en stel dan de USB-
verbindingsmodus in op Camera (PTP). Uw computer installeert automatisch de benodigde
drivers. Om op uw apparaat opgeslagen afbeeldingen te bekijken, wacht u totdat de drivers zijn
geïnstalleerd en klikt u op het nieuwe stationspictogram dat op uw computer verschijnt (het
station heeft de naam van uw telefoonmodel).
MIDI-gegevens naar uw apparaat overbrengen
MIDI (Musical Instrument Digital Interface) is een muziektechnologisch protocol dat digitale
muziekinstrumenten in staat stelt met elkaar te communiceren.
Veeg vanaf de statusbalk omlaag om het berichtenpaneel te openen en stel dan de USB-
verbindingsmodus in op MIDI. U kunt uw apparaat gebruiken om MIDI-gegevens vanaf andere
apparaten te ontvangen of verwerken.
Netwerk en delen
56
Gegevens uitwisselen tussen uw apparaat en een USB-opslagapparaat
USB OTG is ontworpen om gegevens rechtstreeks uit te wisselen tussen twee USB-apparaten
(zoals telefoons, tablets, digitale camera's en printers) zonder dat er een computer nodig is.
Gebruik een USB On-The-Go (OTG)-kabel om uw apparaat op een USB-opslagapparaat aan te
sluiten en een back-up van uw bestanden te maken.
Gegevens overdragen tussen uw apparaat en een microSD-kaart
Gebruik een USB OTG-kabel voor toegang tot gegevens op de microSD-kaart van een ander
apparaat, zonder tussenkomst van een computer.
Deze functie is alleen beschikbaar op telefoons die USB OTG-kabels ondersteunen.
1 Maak verbinding met het andere apparaat met behulp van een USB OTG-kabel en een USB-
gegevenskabel.
USB-kabel
USB On-The-Go-kabel
2 Stel de USB-verbindingsmodus op de ander apparaat in op USB-flashstation of
Bestandsbeheer toestel (MTP).
3 aak Bestanden > Lokaal > SD-kaart aan om door de gegevens op de microSD-kaart te
bladeren. U kunt gegevens selecteren en naar een bestemmingsmap kopiëren.
4 W
anneer u klaar bent met bladeren, raakt u Instellingen > Geheugen en opslag > SD-kaart
> Uitwerpen aan.
5 Koppel de USB OTG-kabel en USB-gegevenskabel los van beide apparaten.
Gegevens uitwisselen tussen uw apparaat en een USB-opslagapparaat
Uw apparaat kan toegang verkrijgen tot gegevens op USB-flashstations, kaartlezers en andere
opslagapparaten met behulp van een USB OTG-kabel.
Deze functie is alleen beschikbaar op telefoons die USB OTG-kabels ondersteunen.
1 Uw apparaat verbinden met een USB-flashstation met behulp van een USB OTG-kabel.
Netwerk en delen
57
USB On-The-Go-kabel
2 Raak Bestanden > Lokaal > USB-drive aan om door de gegevens op het flashstation te
bladeren. U kunt gegevens selecteren en naar een bestemmingsmap kopiëren.
3 Wanneer u klaar bent met bladeren, raakt u Instellingen > Geheugen en opslag > USB-
drive >
Uitwerpen aan.
4 Koppel de USB OTG-kabel los van uw apparaat en het USB-flashstation.
Netwerk en delen
58
Beveiliging en back-up
Vingerafdrukherkenning
Voor de eerste keer een vingerafdruk toevoegen
U kunt een vingerafdruk gebruiken om uw scherm te ontgrendelen, toegang krijgen tot
vergrendelde apps en de kluis, en om veilig te betalen.
Om uw privacy beter te beschermen, kunt u de functie voor ontgrendeling van het scherm met
een vingerafdruk alleen gebruiken wanneer de ontgrendelingsmethode is ingesteld op PIN
of
Wachtwoord.
1 Raak
Instellingen aan.
2 Raak Vingerafdruk-ID
> Vingerafdrukbeheer > PIN aan, en stel een
ontgrendelingswachtwoord in met behulp van de scherminstructies.
3 Raak na het instellen van uw wachtwoord Nieuwe vingerafdruk aan om uw vingerafdruk toe
te voegen.
4 Plaats uw vingertop op de vingerafdruksensor. Druk voorzichtig op de sensor tot uw apparaat
begint te trillen. Herhaal deze stap met verschillende delen van uw vingertop.
5 Raak OK aan.
Plaats uw vingertop op de vingerafdruksensor om het scherm te ontgrendelen.
U moet uw reservepincode of -wachtwoord invoeren wanneer u uw apparaat opnieuw start
of wanneer de vingerafdruk niet wordt herkend.
Een vingerafdruk toevoegen, verwijderen of hernoemen
U kunt vijf vingerafdrukken toevoegen. U kunt vingerafdrukken ook verwijderen of hernoemen.
1 Raak Instellingen aan.
2 Raak Vingerafdruk-ID
> Vingerafdrukbeheer aan.
3 Voer het schermvergrendelingswachtwoord in en raak Volgende aan.
4 In het gedeelte Lijst vingerafdrukken kunt u het volgende doen:
l Raak Nieuwe vingerafdruk aan om andere vingerafdrukken toe te voegen.
l Tik op een eerder toegevoegde vingerafdruk om deze te hernoemen of te verwijderen.
l Raak Vingerafdrukherkenning aan om geregistreerde vingerafdrukken te identificeren en
te markeren.
De kluis openen met uw vingerafdruk
Gebruik uw vingerafdruk om uw kluis te openen zonder een wachtwoord in te voeren.
1 Open
Instellingen.
2 Raak V
ingerafdruk-ID
>
V
ingerafdrukbeheer aan.
59
3 Voer het schermvergrendelingswachtwoord in en tik op Volgende.
4 Raak
Naar kluis gaan aan en volg daarna de instructies op het scherm om uw
kluiswachtwoord in te voeren en de vingerafdrukherkenning in te schakelen.
Raak Bestanden > Kluis aan wanneer u de instellingen hebt geconfigureerd. U kunt nu uw
vingerafdruk gebruiken om uw kluis te openen.
De appkluis openen met uw vingerafdruk
Gebruik uw vingerafdruk om snel apps te openen in uw Appkluis. U hoeft geen wachtwoord in te
voeren om de appkluis te openen.
1 Open
Instellingen.
2 Raak Vingerafdruk-ID > V
ingerafdrukbeheer aan.
3 Voer het schermvergrendelingswachtwoord in en raak Volgende aan.
4 Raak Toegang tot app-vergrendeling aan. Volg de instructies op het scherm om uw
appkluiswachtwoord in te voeren en vingerafdrukherkenning in te schakelen.
Tik na het configureren van de instellingen op Telefoonbeheer > App-vergrendeling en plaats
uw vinger op de vingerafdruksensor om de status van de appkluis weer te geven. Tik op het
pictogram van een vergrendelde app en plaats uw vingertop op de vingerafdruksensor om de
app te openen via het startscherm.
Beveiligingsinstellingen
De PIN-code van uw SIM-kaart instellen
Schakel de SIM-vergrendeling in om te voorkomen dat anderen uw SIM-kaart gebruiken. U moet
telkens als u uw apparaat inschakelt of uw SIM-kaart in een andere apparaat plaatst, de PIN van
uw SIM-kaart invoeren.
Zorg dat u de PIN van uw SIM-kaart van uw provider hebt gekregen voordat u de SIM-
vergrendeling inschakelt.
1 Open Instellingen.
2 Raak Beveiliging & privacy > Aanvullende instellingen aan en selecteer
kaartvergrendeling om de instellingen voor de SIM-vergrendeling te openen.
3 Schakel SIM-kaart vergrendelen in. V
oer de PIN van uw SIM-kaart in en raak OK aan.
Als u de PIN van uw SIM-kaart wilt wijzigen, raakt u SIM PIN-code wijzigen aan en volgt
u de instructies op het scherm.
l U moet de PUK-code invoeren als u het maximale aantal incorrecte PIN-pogingen
overschrijdt. De SIM-kaart wordt permanent vergrendeld als u de PUK-code te vaak
verkeerd invoert.
l Neem voor meer informatie over deze limieten contact op met uw provider.
Beveiliging en back-up
60
Wachtwoord van de microSD-kaart instellen
Codeer uw microSD-kaart om ongeautoriseerde toegang tot uw gegevens te voorkomen. Er
wordt u gevraagd een wachtwoord in te voeren wanneer de microSD-kaart in een ander
apparaat wordt geplaatst.
l Niet alle microSD-kaarten kunnen worden gecodeerd. Er wordt mogelijk een foutbericht
weergegeven wanneer u probeert niet-ondersteunde kaarten te coderen of ontgrendelen.
Vergeet niet een back-up van belangrijke gegevens te maken voordat u uw microSD-kaart
codeert.
l Gecodeerde microSD-kaarten worden niet herkend door apparaten die geen codering van
microSD-kaarten ondersteunen.
l Als u het wachtwoord van uw microSD-kaart vergeet, moet u alle gegevens op de kaart
wissen.
l Niet alle apparaten ondersteunen microSD-kaarten.
1 Open Instellingen.
2 Raak Beveiliging & privacy > Aanvullende instellingen > Wachtwoord SD-kaart
instellen aan en volg de instructies op het scherm voor het instellen van een wachtwoord.
Zodra u uw wachtwoord hebt ingesteld, kunt u het wachtwoord wijzigen of verwijderen:
l Raak W
achtwoord SD-kaart wijzigen aan om het wachtwoord te wijzigen.
l Raak Wachtwoord SD-kaart wissen aan om het wachtwoord van de microSD-kaart te
verwijderen en codering uit te schakelen.
Back-up maken en gegevens herstellen
Een back-up van gegevens maken naar een microSD-kaart
l Niet alle apparaten ondersteunen microSD-kaarten.
l De functie kan variëren naar gelang de provider die u gebruikt.
Maak een back-up van gegevens op uw oude apparaat naar een microSD om ervoor te zorgen
dat u uw bestanden niet verliest.
1 Open
Back-up op uw oude apparaat.
2 Selecteer Back-up > SD-kaart > Volgende.
3 Selecteer de gegevens waarvan u een back-up wilt maken en raak Back-up aan. Voer als u
hierom wordt gevraagd, een back-upwachtwoord in. Er is geen back-upwachtwoord nodig
voor foto's, audiobestanden, video's of documenten.
Beveiliging en back-up
61
l Stel een wachtwoordherinnering in om u te helpen het wachtwoord te herinneren en
om te voorkomen dat u toegang tot uw bestanden verliest.
l Standaard worden back-upbestanden opgeslagen in de map HuaweiBackup in
Bestanden.
Back-up van gegevens maken in het interne geheugen van uw apparaat
Maak een back-up van gegevens op het interne geheugen van uw apparaat om te voorkomen
dat u al uw bestanden kwijt raakt. Alleen een back-up maken van kleinere bestanden.
1 Open Back-up.
2 Raak Back-up > Interne opslag > Volgende aan.
3 Selecteer de gegevens waarvan u een back-up wilt maken en raak Back-up aan. Voer als u
hierom wordt gevraagd, een back-upwachtwoord in. Er is geen back-upwachtwoord nodig
voor foto's, audiobestanden, video's of documenten.
l Stel een wachtwoordherinnering in om te zorgen dat u de toegang tot uw bestanden
niet kwijt raakt.
l Standaard worden back-upbestanden opgeslagen in de map HuaweiBackup in
Bestanden.
Een back-up van gegevens maken naar een USB-opslagapparaat
Gebruik een USB On-The-Go (OTG)-kabel om uw apparaat op een USB-opslagapparaat aan te
sluiten en een back-up van uw bestanden te maken. Compatibele USB-opslagapparaten zijn
onder andere USB-flashstations, kaartlezers en apparaten met een microSD-kaart.
1 Open Back-up.
2 Raak Back-up > USB-opslag > Volgende aan.
3 Selecteer de gegevens waarvan u een back-up wilt maken en raak Back-up aan. Voer als u
hierom wordt gevraagd, een back-upwachtwoord in. Er is geen back-upwachtwoord nodig
voor foto's, audiobestanden, video's of documenten.
Beveiliging en back-up
62
l Stel een wachtwoordherinnering in om u te helpen het wachtwoord te herinneren en
om te voorkomen dat u toegang tot uw bestanden verliest.
l Standaard worden back-upgegevens opgeslagen in de map HuaweiBackup op het
USB-opslagapparaat.
Gegevens uitwisselen met behulp van een computer
Maak een back-up van gegevens op uw apparaat naar een computer om te voorkomen dat u uw
bestanden kwijt raakt.
Installeer HiSuite voordat u uw computer gebruikt om een back-up te maken en gegevens te
herstellen. Raadpleeg HiSuite installeren voor meer informatie.
1 Sluit uw toestel aan op een computer door middel van een USB-kabel. HiSuite wordt
automatisch gestart.
Als uw oude apparaat geen Huawei-toestel is, gebruikt u de door de fabrikant geleverde
software om een back-up van uw gegevens naar uw computer te maken. Ga vervolgens
direct door naar stap 4.
2 Ga naar het back-upscherm in HiSuite. Selecteer de gegevens waarvan uw een back-up wilt
maken en volg de instructies op het scherm voor het maken van een back-up.
Volg de instructies op het scherm om een wachtwoordherinnering in te stellen om u te
helpen het wachtwoord te herinneren en om te voorkomen dat u toegang tot uw
bestanden verliest.
3 Sluit uw nieuwe apparaat met behulp van een USB-kabel aan op de computer
.
4 Ga naar het gegevensherstelscherm in HiSuite. Kies welke back-up die u wilt herstellen en
volg de instructies op het scherm om de gegevens te herstellen. Als de back-upbestanden
zijn versleuteld, hebt u een versleutelingswachtwoord nodig als u wordt gevraagd of u de
gegevens wilt herstellen.
Bestandsbeheer
Mappen maken
Houd uw apparaat georganiseerd door het aanmaken van mappen voor uw bestanden.
1 Open Bestanden.
2 Raak Interne opslag aan op het tabblad Lokaal.
3 Raak aan. Voer de naam van de nieuwe map in en raak Opslaan aan.
Bestanden weergeven
Bestanden weergeven op categorie
Open Bestanden. Selecteer het tabblad Categorieën om uw bestanden op categorie weer te
geven.
Beveiliging en back-up
63
Snel bestanden vinden
Zoek bestanden snel op met behulp van de functie voor het zoeken van bestanden.
1 Open Bestanden.
2 Raak Interne opslag aan op het tabblad Lokaal.
3 Raak aan en voer de bestandsnaam of trefwoorden in. De zoekresultaten worden onder
de zoekbalk weergegeven.
Bestanden sorteren
Gebruik de sorteerfunctie om uw bestanden op type, naam, grootte of datum weer te geven.
1 Open Bestanden.
2 Raak Interne opslag aan op het tabblad Lokaal.
3 Raak aan en sorteer uw bestanden naar wens op type, naam, grootte of datum.
Downloads weergeven
1 Open Bestanden.
2 Op het tabblad Categorieën, raakt u Downloads en favorieten aan voor het weergeven van
bestanden die u hebt gedownload of die u van andere apparaten hebt ontvangen.
Favorieten toevoegen en weergeven
1 Open Bestanden.
2 Raak Interne opslag aan op het tabblad Lokaal.
3 Houd het bestand of de map dat/die u wilt toevoegen ingedrukt en raak dan >
T
oevoegen aan favorieten
aan.
Beveiliging en back-up
64
4 Raak Downloads en favorieten aan op het tabblad Categorieën om de favorieten te
bekijken.
Snelkoppelingen naar bestanden maken op het startscherm
Maak op het startscherm een snelkoppeling naar veelgebruikte bestanden, zodat ze snel
toegankelijk zijn.
1 Open Bestanden.
2 Raak Interne opslag aan op het tabblad Lokaal.
3 Houd het bestand of de map dat/die u wilt toevoegen ingedrukt en raak dan >
Snelkoppeling op desktop aanmaken aan.
Bestanden delen
Gebruik de functie voor het delen van bestanden om bestanden, foto's en video's te delen.
1 Open Bestanden.
2 Raak Interne opslag aan op het tabblad Lokaal.
3 Selecteer de bestanden die u wilt delen en raak > Delen.
4 Kies een deelmethode en volg de instructies op het scherm om uw bestanden te delen.
Bestandsnaam wijzigen
Geef uw bestanden duidelijk herkenbare namen zodat u ze sneller kunt vinden.
1 Open
Bestanden.
2 Raak Interne opslag aan op het tabblad Lokaal.
3 Houd het bestand of de map waarvan u de naam wilt wijzigen ingedrukt en raak dan >
Hernoemen aan.
4 Voer een nieuwe naam in en raak OK aan.
Bestanden kopiëren, verplaatsen of verwijderen
1 Open Bestanden.
2 Raak Interne opslag aan op het tabblad Lokaal.
3 Houd de bestanden en mappen die u wilt kopiëren, verplaatsen of verwijderen ingedrukt. U
kunt:
l Bestanden naar een bestemmingsmap kopiëren: Raak
aan. Selecteer een
bestemmingsmap en raak
aan.
l Bestanden naar een bestemmingsmap verplaatsen: Raak aan. Selecteer een
bestemmingsmap en raak aan.
l Mappen of bestanden verwijderen: Raak > Verwijderen aan.
Beveiliging en back-up
65
Archiefbestanden maken of uitpakken
Comprimeer bestanden in een zip-bestand om ruimte vrij te maken en bestanden gemakkelijker
te delen.
1 Open Bestanden.
2 Raak Interne opslag aan op het tabblad Lokaal.
3 Houd het bestand of de map dat/die u wilt comprimeren ingedrukt en raak dan >
Comprimeren aan.
4 Kies het doelarchief. De geselecteerde bestanden worden gecomprimeerd tot een zip-
bestand, dat automatisch van een naam wordt voorzien.
Als u een archief wilt uitpakken, houd u het archiefbestand ingedrukt. Raak >
Uitpakken naar aan en selecteer waar de inhoud van het archief naartoe moet worden
uitgepakt.
Kleine afbeeldingsbestanden verbergen
Wanneer u naar uw afbeeldingen in Bestanden bladert, ziet u mogelijk ook afbeeldingen van
websites in cache. U kunt als volgt voorkomen dat deze afbeeldingen worden weergegeven:
1 Open Bestanden.
2 Raak > Instellingen aan en schakel Kleine afbeeldingen filteren in om bestanden die
kleiner dan 30 KB zijn, te verbergen. De meeste afbeeldingen in cache worden hierdoor
verborgen.
Bestanden beveiligd opslaan
Schakel de kluis in, stel een wachtwoord in en verplaats bestanden naar een kluis om ze te
versleutelen. U kunt bestanden te allen tijde uit een kluis verwijderen.
U kunt afbeeldingen, audiobestanden, video's en documenten aan een kluis toevoegen.
1 Open Bestanden.
2 Raak Kluis aan in het tabblad Lokaal of Categorieën.
3 Raak Inschakelen aan.
4 De opslaglocatie van de kluis instellen.
5 V
olg de instructies op het scherm voor het instellen van een wachtwoord en een
beveiligingsvraag en raak vervolgens Gereed aan om de kluis te openen.
6 Raak aan.
7 Volg de instructies op het scherm voor het selecteren van bestanden en raak vervolgens
aan om uw bestanden aan de kluis toe te voegen.
In Kluis kunt u ook:
Beveiliging en back-up
66
l Bestanden uit een kluis verwijderen: In de kluis opent u een map en houdt u de bestanden
die u wilt verwijderen aangeraakt. Raak vervolgens aan.
l Een kluis vernietigen: Raak in de kluis Instellingen > Kluis vernietigen aan. V
olg de
instructies op het scherm om bestanden uit de kluis te verwijderen en de kluis te vernietigen.
l Het kluiswachtwoord wijzigen: Raak in de kluis Instellingen > Wachtwoord wijzigen aan.
Volg de instructies op het scherm voor het wijzigen van het wachtwoord.
l Veiligheidsvraag wijzigen: Raak in de kluis Instellingen > Beveiligingsvraag wijzigen aan.
Volg de instructies op het scherm voor het wijzigen van de veiligheidsvraag.
l Overschakelen naar een andere kluis: Raak in de kluis Instellingen > Omschakelen
tussen kluizen aan. Volg de instructies op het scherm om een andere kluis te selecteren.
l De opslaglocatie bekijken: In de kluis raakt u Instellingen > Locatie kluis aan om de
opslaglocatie van de kluis te bekijken.
Wijzigt de map van de opslaglocatie niet, omdat u anders mogelijk geen toegang tot uw
bestanden meer hebt.
Beveiliging en back-up
67
Camera en galerij
Camera-opties
Open
Camera om de zoeker te vinden.
Schakelen tussen flitsermodi
Foto’s of video’s bekijken
Video opnemen
Foto nemen
Schakelen tussen camera voor en achter
Filters wisselen
Schakelen tussen beauty modes
Veeg op de zoeker naar rechts om de lijst met opnamemodi weer te geven.
Veeg op de zoeker naar links om de camera-instellingen te openen.
Foto's en video-opnames
Een foto maken
Foto's geotaggen
Schakel 'geotagging' in om de locatie van foto- en video-opnamen te registeren. U kunt in
Galerij de opnamelocatie van foto's en video's bekijken. U kunt in Galerij alle foto's en video's
op een kaart weergeven.
1 Open Camera.
Wanneer u Camera voor de eerste keer opent, dient u 'Locatievoorzieningen' in te
schakelen in het dialoogvenster dat wordt geopend.
2 Veeg naar links en schakel GPS-tag in.
68
In- en uitzoomen
Beweeg twee vingers uit elkaar om in te zoomen of knijp ze samen om uit te zoomen. Wanneer
u blijft inzoomen nadat de maximale optische zoom is bereikt, kan dat gevolgen hebben voor de
beeldkwaliteit. U kunt ook in- of uitzoomen door de schuifbalk aan te passen die in de zoeker
wordt weergegeven nadat u met twee vingers in- of uitzoomt.
De belichting aanpassen
De camera past automatisch de belichting aan de helderheid van de omgeving aan. Een hogere
belichting leidt tot helderder foto's.
De belichting handmatig aanpassen: Tik in de zoeker op het scherm en veeg omhoog of
omlaag om de belichting aan te passen.
De flitser inschakelen
Tik op het pictogram met de flitser in de linkerbovenhoek van de zoeker om de flitser in te
schakelen. Tik op om de vier opties weer te geven:
l : schakelt de flitser automatisch in of uit op basis van de helderheid van de omgeving.
l : schakelt de flitser uit.
l
: schakelt de flitser in.
l : houdt de flitser ingeschakeld wanneer u Camera opent.
Filters gebruiken om foto's te verbeteren
De camera heeft standaard een aantal fotofilters waarmee u uw foto's een unieke uitstraling kunt
geven. U kunt in de zoeker...
Op tikken en vervolgens een filter selecteren.
Ultra-snapshot
Druk twee keer op de knop voor lager volume om een foto te maken wanneer het scherm
vergrendeld is.
Camera en galerij
69
Deze functie is niet beschikbaar tijdens het afspelen van muziek.
1 Open Camera.
2 Veeg naar links en raak Ultra snapshot > Camera openen en snel foto maken
aan.
3 Wanneer het scherm uit is, wijst u met de camera naar het gewenste object en drukt u twee
keer snel achter elkaar op de knop voor lager volume om een foto te nemen. De camera
maakt automatisch een foto en geeft de opnametijd weer.
Ultra-snapshot uitschakelen: Raak Ultra snapshot > Uit in de camera-instellingen
aan.
Continu-opnames
Gebruik continu-opnames wanneer u een foto van een bewegend onderwerp wilt maken, zoals
tijdens een voetbalwedstrijd. De camera legt snel achtereenvolgend verscheidene afbeeldingen
vast en selecteert automatisch te beste foto.
Deze functie is niet beschikbaar in HDR-modus, Panoramamodus, Supernachtmodus en
Lichte schilderijmodus.
1 Open Camera.
2 Houd aangeraakt om de burstreeks te starten. Het aantal vastgelegde foto's wordt
boven weergegeven.
3 Laat los om het burst-schieten te stoppen.
U kunt in één burstreeks tot 100 foto's nemen, mits uw apparaat voldoende opslagruimte
heeft.
Camera en galerij
70
De beste opnames selecteren: Raak de miniatuur van de afbeelding aan om de foto in
Galerij te bekijken en raak vervolgens aan om een foto te selecteren. Raak aan en
volg de instructies op het scherm om de foto op te slaan.
Zelfontspanner
Gebruik een zelfontspanner om uzelf in foto's op te nemen.
1 Open Camera. Veeg op het scherm naar links om de camera-instellingen te openen.
2 Raak Timer aan om de afteltijd in te stellen.
3 Ga terug naar de zoeker Plaats uw apparaat op een stabiele ondergrond en zet het beeld op
dat u wilt vastleggen.
4 Raak aan om de afteltimer te starten. Uw apparaat neemt automatisch een foto wanneer
de afteltijd is verlopen.
Foto's maken met spraakopdrachten
Gebruik spraakopdrachten om de camera extern te bedienen of stel de camera in op het nemen
van een foto wanneer er een hard geluid wordt gedetecteerd.
1 Open Camera.
2 Veeg op het scherm naar links om de camera-instellingen te openen.
3 Raak Spraakbesturing en schakel Spraakbesturing
in.
4 Hierna kunt u het volgende doen:
l Zeg 'cheese' om foto's te nemen: Stel de camera dusdanig in zodat het een foto maakt
wanneer u een spraakopdracht geeft.
De camera zal alleen foto's maken wanneer de standaard spraakopdracht Cheese
wordt gedetecteerd. U kunt geen aangepaste spraakopdrachten configureren.
l Foto's nemen wanneer uw stem een vooraf ingesteld decibelniveau bereikt: De
camera instellen op het maken van een foto wanneer het omgevingsgeluid een bepaald
geluidsniveau bereikt.
5 Kader het beeld dat u wilt vastleggen. Uw apparaat maakt automatisch een foto wanneer u
een spraakopdracht verstrekt of als het apparaat een luid geluid detecteert.
Een video opnemen
Een video opnemen
1 Open Camera.
2 Raak aan om naar de opnamemodus te gaan.
3 Raak aan op de opname te starten.
4 Gedurende het proces kunt u de volgende taken uitvoeren:
Camera en galerij
71
l Raak aan om de opname te stoppen. Raak aan om verder te gaan met de
opname.
l Raak aan om de huidige scène als foto op te slaan.
5 Raak om de opname te voltooien.
In- en uitzoomen
Spreid twee vingers om in te zoomen of knijp ze samen om uit te zoomen. De beeldkwaliteit kan
worden beïnvloed als u ver inzoomt nadat de maximale optische zoom is bereikt.
De flitser inschakelen
Raak het flitspictogram in de linkerbovenhoek van de zoeker aan. Er zijn twee opties:
l : Laat de flitser aan wanneer u opneemt.
l
: Schakel de flitser uit.
Objectherkenning en de modus Pro camera
Opties voor de pro-camera
Open Camera, veeg op het scherm naar rechts en tik op Pro-foto om de Pro-cameramodus
te openen.
Camera en galerij
72
Instellingen voor de pro-camera
De meetmodus selecteren
Tik op om de meetmodus te selecteren. De meetmodus bepaalt hoe uw camera de
belichting vaststelt. U kunt kiezen voor matrixmetingen, gewogen gemiddelde of spotmeting.
De ISO-waarde aanpassen
De ISO-waarde bepaalt de gevoeligheid van de camera voor licht. Wanneer u de ISO-waarde
verhoogt, wordt de foto helderder, maar merkt u ook een waarneembare toename van ruis. Tik
op 'ISO' en versleep de schuifbalk om de ISO-instellingen te wijzigen. U kunt de camera zo
configureren dat de ISO-waarde automatisch wordt aangepast, maar u kunt de waarde ook
handmatig aanpassen.
De sluitertijd aanpassen
T
ik op 'S' en versleep de schuifbalk om de sluitertijd in te stellen. De sluitertijd is standaard
ingesteld op 'Auto'.
De belichtingscompensatie aanpassen
Tik op 'EV' om de belichtingscompensatie in te stellen. Selecteer een belichtingsinstelling om de
helderheid te verhogen of te verlagen. Tik lang op het pictogram om de huidige
belichtingsinstelling te vergrendelen.
De camera zal automatisch de helderheid van de omgevingstemperatuur vaststellen. Wanneer
de huidige belichtingsinstelling te hoog of te laag is, zal
of worden weergegeven.
De scherpstelmodus wijzigen
Tik op 'AF' om de scherpstelmodus in te stellen. U kunt kiezen uit 'Tikken om scherp te stellen'
(AF-S), 'Continu automatisch scherpstellen' (AF-C) of 'Handmatig scherpstellen' (MF). Standaard
is 'Continu automatisch scherpstellen' ingesteld. Wanneer 'Continu automatisch scherpstellen' is
ingesteld, moet u lang op 'AF-C' tikken om de scherpstelvergrendeling in te schakelen.
De witbalans instellen
Tik op 'A
WB' om een witbalans te selecteren overeenkomstig het omgevingslicht. U kunt kiezen
uit 'Daglicht', 'Gloeilamp', 'Tl-licht' en meer. U kunt ook de kleurtemperatuur aanpassen. Tik lang
op 'AWB' om de witbalans te vergrendelen.
De waterpas gebruiken
Schakel de waterpas in om te zorgen dat de camera waterpas staat.
Veeg in de zoeker van Pro-camera naar links en schakel Horizontaal niveau in. Als deze
functie is ingeschakeld, zal er een waterpas in de zoeker worden weergegeven. Zorg dat de
dikke lijn de stippellijn bedekt.
Camera en galerij
73
De modus Perfecte selfie
Gebruik de modus Perfecte selfie om automatisch aangepaste schoonheidsinstellingen op uw
gezicht toe te passen.
1 Open
Camera.
2 Raak aan bovenaan het scherm.
3 Veeg naar links en raak Perfecte selfie aan.
4 Veeg over
Perfecte selfie en volg de instructies op het scherm om drie foto's van gezicht van
de voorkant, zijkant en met uw hoofd omlaag te nemen.
5 Configureer de instellingen van uw huidtoon, pupillen en gezichtsvorm. Kies een hogere
waarde voor een effect dat beter zichtbaar is. Raak
aan om uw instellingen op te slaan.
Om uw eigen schoonheidsoplossingen te gebruiken, kunt u het volgende doen:
l Uw persoonlijke gegevens aanpassen: Raak in de camera-instellingen Perfecte selfie >
Persoonlijke info bewerken aan om foto's bij te werken van uw gezicht van de voorkant,
zijkant en met uw hoofd naar beneden.
l Uw schoonheidsinstellingen aanpassen: In de camera-instellingen raakt u Perfecte selfie >
Schoonheidseffecten instellen aan om de schoonheidsinstellingen, zoals huidtoon en
gezichtsvorm, aan te passen.
Vertraagde opname
Neem video's in slow motion op om snel-bewegende scènes in detail te bekijken.
1 Open Camera.
2 Veeg op het scherm naar rechts en raak vervolgens Slow-mo aan.
3 Raak
aan om een video-opname te starten. Raak het scherm aan om tijdens de opname
scherp te stellen op een voorwerp of gebied.
4 Raak aan om de opname te beëindigen.
Opnames in slow motion werken het beste in heldere omgevingen. Om het gedeelte van de
videoclip te selecteren die moet worden afgespeeld in slow motion, raadpleegt u Slow
motion-video's bijsnijden.
Tijdsverloopmodus
Met de modus T
ijdsverloop kunt u subtiele veranderingen in de natuur vastleggen en versnellen.
U kunt bijvoorbeeld het openen van een bloem of de beweging van wolken vastleggen.
1 Open Camera. V
eeg naar rechts en raak T
ijdsverloop
aan.
Camera en galerij
74
2 Plaats uw apparaat op een stabiele ondergrond of gebruik een statief. Raak aan om een
video-opname te starten.
De camera selecteert automatisch een framesnelheid in overeenstemming met de lengte
van de opname. De zoom kan tijdens het opnemen niet worden aangepast.
3 Raak aan om de opname te beëindigen.
Wanneer u de video Galerij afspeelt, wordt deze op een hogere framesnelheid afgespeeld. De
framesnelheid wordt automatisch door de camera bepaald en kan niet worden aangepast.
Watermerken aan foto's toevoegen
Voeg watermerken toe om uw foto's een persoonlijk tintje te geven en gemakkelijker te kunnen
onthouden waar ze zijn gemaakt.
1 Open Camera.
2 Veeg naar rechts en raak Watermerk aan.
Wanneer u voor het eerst een watermerk toevoegt, wordt u gevraagd een verbinding met
het internet te maken om informatie over het weer en uw locatie te verkrijgen.
3 Raak aan en selecteer het gewenste watermerktype (zoals tijd of locatie).
U kunt tekst aan bepaalde watermerken toevoegen. Raak het knipperende tekstvak aan,
voer de gewenste tekst in en raak vervolgens aan.
4 Versleep het watermerk om de positie aan te passen.
Raak of aan om een voorbeeld van andere watermerken te bekijken.
5 Raak aan om een foto te maken.
Audionotities
Voor audionotities toe om uw foto's tot leven te brengen.
1 Open Camera.
2 Veeg naar rechts en raak Audionotitie aan.
3 Kader het beeld dat u wilt vastleggen. Raak aan om een foto met een audionotitie te
maken.
4 De camera neemt een korte audioclip van tot 10 seconden op om aan uw foto toe te voegen.
Raak aan om de opname te stoppen.
Foto's met audionotities worden aangeduid door het pictogram in Galerij.
Wanneer u een foto met een audionotitie bekijkt, raakt u aan om de audionotitie af te
spelen.
Camera en galerij
75
Opnamemodus selecteren
De lijst met opnamemodi herschikken
Verplaats uw favoriete opnamemodi naar de bovenkant van de lijst, zodat u ze gemakkelijker
kunt vinden.
1 Open
Camera.
2 Veeg naar rechts om de lijst met opnamemodi weer te geven.
3 Raak aan.
4 Sleep moduspictogrammen naar de gewenste positie. Raak aan om de instellingen op te
slaan.
Opnamemodi bijwerken
Werk de opnamemodi van uw camera bij tot de meest recente versie voor verbeterde functies
en een betere beeldkwaliteit.
Open Camera en ga naar de lijst met opnamemodi. Er wordt een rode stip op het pictogram
weergegeven wanneer er een update beschikbaar is. Raak aan en selecteer de
opnamemodus die u wilt bijwerken. Uw apparaat zal nu de meest recente versie downloaden en
installeren.
Opnamemodi verwijderen
Verwijder ongewenste opnamemodi om opslagruimte vrij te maken.
Voorgeïnstalleerde opnamemodi kunnen niet worden verwijderd.
1 Open Camera.
2 Veeg naar rechts om de lijst met opnamemodi weer te geven en raak aan.
3 Opnamemodi die kunnen worden verwijderd, worden aangeduid door het pictogram .
Raak gewoon aan.
4 Raak aan om de geselecteerde modi te verwijderen.
De camera-instellingen configureren
De camera-instellingen op uw wensen afstemmen.
De resolutie van foto's en video's instellen
Verhoog de resolutie voor afbeeldingen en video's van een hogere kwaliteit. Afbeeldingen met
een lagere resolutie nemen meer ruimte op uw apparaat in. Als u de resolutie wijzigt, worden
ook de afmetingen van de afbeelding gewijzigd.
Camera en galerij
76
Sommige resoluties worden mogelijk niet in bepaalde opnamemodi ondersteund.
Open Camera. Veeg naar links en raak Resolutie aan om deze resolutie te wijzigen.
De standaard opslaglocatie voor foto's en video's configureren
Niet alle apparaten ondersteunen microSD-kaarten.
Open Camera. Veeg naar links en schakel Met prioriteit opslaan op SD-kaart in om de
standaard opslaglocatie te wijzigen in de microSD-kaart.
Deze optie is alleen beschikbaar wanneer het apparaat microSD-kaarten ondersteunt en
een microSD-kaart is geplaatst. Als de microSD-kaart vol is, worden foto's opgeslagen op
uw apparaat.
Een overlay toevoegen
Voeg een raster of spiraaloverlay aan de zoeker toe om u te helpen uw afbeelding samen te
stellen.
Overlays zijn mogelijk niet beschikbaar in alle opnamemodi.
Open Camera. V
eeg op het scherm naar links, raak Cameraraster aan en selecteer dan
een overlay
. Als u de overlay wilt uitschakelen, raakt u Uit
aan.
De volumeknopfunctie configureren
De volumeknop werkt standaard als sluiterknop. U kunt de functie van de volumeknop wijzigen
om de zoom of scherpstelling aan te passen.
Open Camera. V
eeg op het scherm naar links. Raak Functie volumeknop aan en
selecteer desgewenst Sluiter
, Zoomen
of
Focus.
De instellingen voor ingedrukt houden voor de sluiter configureren
Houd de sluiter standaard aangeraakt om burstopnames te maken. U kunt de functie van de
sluiter wijzigen om de scherpstelling aan te passen.
Open
Camera. Veeg op het scherm naar links. Raak Sluiterknop vasthouden aan en
selecteer desgewenst Burst-modus of Scherpstelling.
Andere camera-instellingen
Uw camera wordt ook geleverd met een aantal andere instellingen om u te helpen
hoogwaardige afbeeldingen te maken in allerlei verschillende opnamescenario's.
Sommige instellingen zijn mogelijk niet beschikbaar in bepaalde opnamemodi.
Veeg op de zoeker naar links om de volgende instellingen te configureren:
l Tik aan voor opname: Raak de zoeker aan om een foto te maken.
l Glimlach opnemen: De camera maakt automatisch een foto wanneer deze een glimlach
detecteert.
Camera en galerij
77
l Voorwerp volgen: Raak het object aan waarop u wilt scherpstellen. De camera volgt het
geselecteerde object en stelt erop scherp.
l Aanpassing afbeelding: Pas verzadiging, contrast en helderheid aan.
l Beeldstabilisator: Corrigeert trillende video-opnames. Niet alle apparaten ondersteunen deze
functie.
Foto's en video's bekijken
Foto's in de modus voor volledig scherm bekijken
Open
Galerij en raak een foto aan om deze in volledig scherm te bekijken. Raak het scherm
aan om het menu te tonen of verbergen.
Wanneer u foto's in de modus voor volledig scherm bekijkt, kunt u:
l In- of uitzoomen: Spreid twee vingers uit elkaar om in te zoomen of knijp twee vingers samen
om uit te zoomen.
l Afbeeldingsdetails bekijken: Raak aan om de afbeeldingsdetails, zoals het ISO,
belichtingscompensatie en de resolutie.
l Foto hernoemen: Raak > Hernoemen aan. Voer een nieuwe naam in en selecteer OK.
l Stel een foto in als achtergrond voor het startscherm of wijs de foto toe aan een
contactpersoon: Raak > Instellen als > Achtergrond or Foto van contactpersoon
aan.
l Automatisch draaien inschakelen: In Galerij raakt u > Instellingen > Fotostand >
Altijd draaien aan om foto's te draaien wanneer u de schermstand wijzigt.
Foto's en video's in chronologische volgorde bekijken
Ga naar het tabblad Foto's. De foto's en video's worden automatisch in chronologische volgorde
weergegeven. Raak > Instellingen aan en schakel Tijd weergeven in om de datum weer
te geven waarop de foto is genomen.
Op het tabblad Foto's
kunt u in/uitzoomen om tussen maand- en dagweergave te schakelen.
Foto's weergeven per locatie
Als GPS-tag in Camera is ingeschakeld, kunt u foto's en video's op locatie bekijken in Galerij.
Ga naar het tabblad Foto's en raak
aan om uw foto's met geotags op een kaart te bekijken.
Foto's en video's album voor album bekijken
Ga naar het tabblad Albums. Foto's en video's worden automatisch in de standaardmappen
gesorteerd. V
ideo's die u bijvoorbeeld met de camera opneemt, worden automatisch
toegevoegd aan de map Cameravideo’
s en schermafdrukken aan de map
Schermafbeeldingen
.
Camera en galerij
78
Raak > Albums verbergen aan en schakel de schakeloptie naast de albums die u wilt
verbergen in. Deze albums worden niet weergegeven in de albumlijst.
Foto's weergeven als diapresentatie
Gaar naar de het tabblad Foto's en raak > Diavoorstelling aan. Raak het scherm aan om
diapresentatie te stoppen.
Albums organiseren
Foto's of video's aan een nieuw album toevoegen
1 Open Galerij.
2 Raak op het Albums-tabblad aan. Voer de naam van het album in en raak OK aan.
3 Selecteer de afbeeldingen of video's die u aan het nieuwe album wilt toevoegen en raak
vervolgens aan.
4 Raak Kopiëren of Verplaatsen aan om geselecteerde bestanden toevoegen aan het nieuwe
album.
Als u de bestanden naar een nieuw album kopieert, worden de oorspronkelijke
bestanden opgeslagen. Als u de bestanden naar een nieuw album verplaatst, worden de
oorspronkelijke bestanden verwijderd.
Foto's en video's verplaatsen
Combineer foto's en video's uit afzonderlijke albums.
1 Open Galerij.
2 Raak de foto of video aan op de Foto's of Albums-tab die u wilt verplaatsen totdat
verschijnt. Selecteer vervolgens de bestanden die u wilt verplaatsen.
3 Raak aan.
4 Selecteer het bestemmingsalbum.
Bestanden worden na het verplaatsen uit hun oorspronkelijke album verwijderd.
Albums verplaatsen
Schoon uw fotoverzameling op door minder belangrijke albums te verplaatsen en samen te
voegen in één album.
l De albums Camera, Cameravideo’s en Schermafbeeldingen kunnen niet worden
verplaatst naar Andere
.
l Als u een album gemaakt door een derde app verplaatst naar Andere, zal de app blijven
functioneren.
1 Open
Galerij.
Camera en galerij
79
2 Op de tab Albums, houd de doelalbum aangeraakt en selecteer de albums die hiernaar
moeten worden verplaatsen.
3 Raak aan om het/de geselecteerde album(s) te verplaatsen naar Andere.
In Andere houd een album aangeraakt en raak vervolgens aan om het album terug te
zetten naar zijn oorspronkelijke locatie.
Albums herschikken
Verander de volgorde waarin albums worden weergegeven, zodat u altijd uw favoriete foto's kunt
vinden.
U kunt Camera of Schermafbeeldingen niet herschikken.
1 Open Galerij.
2 Ga naar de tab Albums en houd vervolgens een album aangeraakt totdat links van al
uw albums verschijnt.
3 Houd naast het album dat u wilt verplaatsen aangeraakt en sleep het naar de gewenste
locatie. Sluit af om de wijzigingen op te slaan.
Foto's en video's verwijderen
1 Open Galerij.
2 Houd een afbeelding of album aangeraakt om de interface voor bestandsselectie te openen
en selecteer dan de bestanden die u wilt verwijderen.
3 Raak > Verwijderen aan.
Foto's en video's delen
Deelfunctie gebruiken in de galerie om foto's en video's te delen.
Foto's en video's opgeslagen in het interne geheugen van uw apparaat of op een
microSD-kaart delen
1 Open Galerij.
2 Houd een bestand aangeraakt om de interface voor bestandsselectie te openen en selecteer
dan de bestanden die u wilt delen.
3 Raak aan. Selecteer een deelmethode en volg de instructies op het scherm om
geselecteerde bestanden te delen.
Een foto bewerken
De Galerie-app bevat krachtige fotobewerkingsprogramma's die u kunt gebruiken om graffiti te
tekenen, watermerken toe te voegen of filters toe te passen.
Camera en galerij
80
1 Open Galerij.
2 Raak een afbeelding aan om deze op volledig scherm weer te geven. In de volledige
schermweergave, raak aan om de foto-editor te openen en bewerk uw foto met behulp
van de beschikbare tools.
l Een afbeelding draaien: Raak aan en veeg over het scherm om de draaihoek aan te
passen.
Wijzigingen ongedaan maken
Verticaal roteren
Spiegelafbeelding
Over het scherm vegen om de
afbeelding te draaien
Gedeelte van afbeelding dat na rotatie
bewaard moet blijven
l Een afbeelding bijsnijden : Raak aan om de bijsnijverhouding te selecteren. Sleep
de stippelranden om de afbeelding bij te snijden tot de gewenste afmetingen.
Bijsnijdverhoudingen
Bijsnijdselectie
Rasterhoek bijsnijden
Camera en galerij
81
l Een filter toevoegen: Raak aan en selecteer het gewenste filter.
l Kleuren accentueren: Tik op en selecteer een deel van de foto om de kleur te
accentueren. Alle andere delen worden in zwart-wit getoond.
l Een afbeelding vervagen: Raak aan. Sleep de schuifbalk om de hoeveelheid
vervaging aan te passen. Sleep de cirkel naar het deel van de afbeelding dat u niet wilt
vervagen.
l Afbeeldingsparameters aanpassen: Raak aan. U kunt de helderheid, het contrast,
de verzadiging en andere aspecten aanpassen om een afbeelding er levendiger uit te laten
zien.
l Gezichtsverbeteringseffecten toepassen: Raak aan om
gezichtsverbeteringseffecten op personen in een afbeelding toe te passen. U kunt kiezen
uit verschillende huid- en oogverbeteringseffecten.
l Mozaïekeffecten toepassen: Raak aan en selecteer het gewenste mozaïekeffect.
l Graffiti tekenen: Raak
aan om de kwast en kleur te selecteren.
l Een watermerk toevoegen: Raak aan om een watermerk toe te voegen en uw foto te
personaliseren. U kunt kiezen uit tijd, locatie, weer, activiteit en andere watermerken.
l Een label toevoegen: Raak aan en selecteer het gewenste labeltype en lettertype. U
kunt labels gebruiken om uw gemoedstoestand of gedachten vast te leggen.
Camera en galerij
82
Video's bewerken
Een video bewerken
Selecteer hoogtepunten uit video's en sla ze op als afzonderlijke bestanden.
Lengte van bijgesneden video
Wijzigingen afbreken
Wijzigingen opslaan
Toets afspelen/pauzeren
Resolutie-instellingen
Bijgesneden video
Videobijsnijdschuif
1 Open Galerij.
2 Selecteer de video die u wilt bewerken en raak aan.
3 Op het videobewerkingsscherm versleept u de schuifknoppen voor het selecteren van het
gedeelte van de video dat u wilt behouden.
U kunt aanraken om een voorbeeld van de video te bekijken.
4 Raak aan om de video bij te snijden en op te slaan.
Als u de resolutie wilt wijzigen, selecteert u een resolutie op het videobewerkingsscherm.
Video's met hogere resolutie nemen meer ruimte in op uw apparaat.
Slow motion-video's bijsnijden
Gebruik het videobewerkingstool in Galerie om slow motion-video's bij te snijden.
1 Open Galerij.
2 Raak de slow motion-video aan die u wilt bewerken en raak om de weergave te starten.
3 Raak het scherm aan om de bewerkingsinterface voor slowmotions weer te geven. Sleep de
schuifknoppen om het gedeelte te selecteren die u in slow motion wilt bekijken.
U kunt de bewerkte slow motion-video als afzonderlijke video opslaan door >
V
ertraagde opname opslaan
op de bewerkingsinterface aan te raken.
Camera en galerij
83
Galerie configureren
Opnametijd en locatie weergeven
U kunt de opnametijd en locatie zien bij het bekijken van de foto's.
1 Open
Galerij.
2 Raak > Instellingen aan.
3 U kunt de volgende twee instellingen configureren:
l Schakel Locatie weergeven in. Wanneer u een foto met geotag bekijkt, wordt de locatie
van de foto weergegeven.
l Schakel Tijd weergeven
in. Wanneer u een foto bekijkt, wordt de datum en tijd waarop de
foto werd genomen, weergegeven.
Camera en galerij
84
Oproepen en contactpersonen
Bellen
Slim kiezen
V
oer de naam, de initialen of het nummer van een contact in de kiezer in. Uw apparaat geeft de
overeenkomende resultaten weer.
1 Open Beltoetsen.
2 Voer de naam, de initialen of het nummer van een contact in de kiezer in (bijvoorbeeld Jan
Smit of JS). Uw apparaat doorzoekt uw contactpersonen en telefoonlogboek en toont de
resultaten boven de kiezer.
Kiezer verbergen
Backspace
3 Selecteer de contactpersoon die u wilt bellen in de lijst. Als uw apparaat twee SIM-kaarten
ondersteunt, raakt u
1
of
2
aan om een oproep te plaatsen.
De oproepstatus wordt op het scherm weergegeven (bijvoorbeeld belt of oproep
doorschakelen).
4 Raak aan om de oproep te beëindigen.
Om een oproep te beëindigen met behulp van de aan/uit-knop, gaat u naar
Beltoetsen, raakt u > Instellingen aan en schakelt u Aan/uit-knop beëindigt
oproep in.
85
Een oproep plaatsen vanuit contactpersonen
1 Open Contacten.
2 Raak de zoekbalk aan en voer de naam of initialen in van de persoon die u wilt bellen.
3 Raak het contactnummer aan. Als uw apparaat twee SIM-kaarten ondersteunt, raakt u
1
of
2
aan om een oproep te plaatsen.
Een oproep plaatsen vanuit het telefoonlogboek
1 Open Beltoetsen.
2 Veeg de lijst omhoog en omlaag om alle oproepen te bekijken. Raak de naam of het nummer
aan van de persoon die u wilt bellen. Als uw apparaat twee SIM-kaarten ondersteunt, raakt u
1
of
2
aan om een oproep te plaatsen.
Contactpersonen bellen wanneer het scherm is uitgeschakeld
U kunt personen snel bellen wanneer het scherm is uitgeschakeld.
1 Open Beltoetsen.
2 Raak > Instellingen > Snel bellen aan en schakel Snel oproepen in.
Houd de knop voor lager volume een seconde ingedrukt wanneer het scherm is uitgeschakeld.
Wanneer u het waarschuwingsgeluid hoort, laat u de knop voor lager volume los en zegt u de
naam van de contactpersoon die u wilt bellen. Het apparaat zal hun nummer kiezen.
Een noodoproep plaatsen
In een noodgeval kunt u noodoproepen plaatsen vanaf uw apparaat, zelfs zonder SIM-kaart. U
moet zich echter wel in een gebied met mobiele dekking bevinden.
1 Open Beltoetsen.
U kunt ook Noodoproep aanraken vanaf uw vergrendelingsscherm.
2 Voer het alarmnummer voor uw locatie in de kiezer in en raak vervolgens aan.
Oproepen en contactpersonen
86
Als u zich in een gebied met goede mobiele ontvangst bevindt, verkrijgt uw apparaat
automatisch uw locatie en geeft dit op het scherm weer.
De mogelijkheid om noodoproepen te plaatsen is afhankelijk van de lokale voorschriften en
providers in uw regio. Een slechte netwerkdekking of interferentie vanuit de omgeving
kunnen voorkomen dat uw oproep verbonden wordt. Vertrouw in een noodsituatie voor
essentiële communicatie nooit uitsluitend op uw apparaat.
Internationale gesprekken voeren
Neem voordat u een langeafstandsgesprek begint, contact op met uw provider om een
service voor internationale oproepen of roamingservices te activeren.
1 Open Beltoetsen.
2 Op het kiesscherm houdt u de 0-toets aangeraakt om een +-symbool in te voeren.
Vervolgens voert u de landcode, het netnummer en het telefoonnummer in.
3 Raak aan om een oproep te plaatsen. Als uw apparaat twee SIM-kaarten ondersteunt,
raakt u
1
of
2
aan om een oproep te plaatsen.
Bellen tijdens het roamen
Gebruik Contactpersonen om een contactpersoon te bellen terwijl u in het buitenland bent.
Zorg voordat u deze functie gebruikt dat u internationale gesprekken of roamingservice hebt
geactiveerd. Neem voor meer informatie contact op met uw provider.
Open Contacten. Om een gesprek te beginnen, selecteert u de contactpersoon die u wilt
bellen en raakt u het nummer van de contactpersoon aan.
Oproepen beantwoorden
Een oproep beantwoorden of weigeren
Druk, wanneer u een oproep ontvangt, op de volumeknop om de beltoon te dempen.
Ga als volgt te werk als het scherm is vergrendeld:
l Sleep naar rechts om de oproep te beantwoorden.
l Sleep naar links om de oproep te weigeren.
l Tik op
om de oproep te weigeren en een sms'je te verzenden.
Oproepen en contactpersonen
87
l Tik op om een terugbelherinnering in te stellen.
Ga als volgt te werk als het scherm is ontgrendeld:
l Tik op om de oproep te beantwoorden.
l Tik op
om de oproep te weigeren.
l Tik op om de oproep te weigeren en een sms te verzenden.
l Tik op
om een terugbelherinnering in te stellen.
l U kunt tijdens een oproep een app gebruiken door op Recent te tikken om de lijst met
onlangs gebruikte apps te openen. U kunt ook naar links of naar rechts vegen over de
vingerafdruksensor aan de voorkant van uw apparaat wanneer deze aanwezig is. Tik op
de gewenste app. De kiezer blijft op de achtergrond actief.
Wanneer u een oproep ontvangt wanneer u tekst invoert of in de modus voor het volledig
scherm werkt (bijvoorbeeld wanneer u een afbeelding bekijkt of een game speelt), wordt de
inkomende oproep boven aan het scherm in een zwevend venster weergegeven. Tik op
om de oproep te beantwoorden of op om de oproep te weigeren.
Schakelen tussen gesprekken
Zorg dat u Oproep in wacht hebt ingeschakeld voordat u deze functie gaat gebruiken. Neem
voor meer informatie contact op met uw mobiele provider.
1 Als u een binnenkomende oproep ontvangt terwijl u een ander gesprek voert, raakt u
aan. U kunt de binnenkomende oproep nu beantwoorden terwijl de andere lijn in de wacht
wordt gezet.
2 U kunt tussen de twee gesprekken wisselen door aan te raken of het gesprek dat in de
wacht staat te selecteren.
Oproepen en contactpersonen
88
Een telefonische vergadering starten
Zet een telefonische vergadering op met behulp van de functie voor het bellen van meerdere
partijen. Bel het nummer van een van de contactpersonen (of ontvang een oproep) en bel dan
een ander nummer om dit aan de telefonische vergadering toe te voegen.
Telefonisch vergaderen moet door uw provider worden ondersteund. Controleer of u deze
service hebt geactiveerd. Neem voor meer informatie contact op met uw mobiele provider.
1 Bel de eerste deelnemer.
2 Zodra de oproep is verbonden, raakt u aan en kiest u het nummer van de tweede
deelnemer. De eerste deelnemer wordt in de wacht gezet.
3 Wanneer de tweede oproep is verbonden, raakt u aan om een telefonische vergadering
te starten.
4 Herhaal stap 2 en 3 om meer mensen aan de vergadering toe te voegen.
5 Tijdens een gesprek raakt u aan om de lijst met deelnemers weer te geven. U kunt:
l Raak naast een contactpersoon aan om die contactpersoon uit het gesprek te
verwijderen.
l Raak naast een contactpersoon aan om de contactpersoon uit de telefonische
vergadering te verwijderen en in een afzonderlijk gesprek te houden.
l Raak aan om naar het hoofdscherm voor gesprekken terug te keren.
Oproepen en contactpersonen
89
6 Raak aan om de telefonische vergadering te beëindigen.
Opties tijdens oproepen
Bedek de luidspreker niet tijdens een oproep.
Tijdens een oproep geeft uw apparaat een oproepmenu weer.
Geluid gesprek
dempen
Drieweggesprek
beginnen
Numeriek display
weergeven/verbergen
Oproep beëindigen
Contactpersonen
weergeven
Aantekeningen
bekijken
Kalender
bekijken
Dit gesprek in de
wacht zetten
Hands-freemodus
inschakelen
l V
erberg het belmenu: Raak
Startpagina of Terugkeren aan. Als de naar voren
gerichte vingerafdruksensor beschikbaar is op uw apparaat, waar de navigatiebalk standaard
is verborgen, kunt u ook
aanraken. Tik op de groene statusbalk boven aan het scherm om
terug te keren naar het oproepmenu.
Oproepen en contactpersonen
90
l Een gesprek met drie personen starten: Neem contact op met uw provider om te ontdekken
hoe u deze functie kunt gebruiken.
l Het volume aanpassen: Druk op de knop 'Volume omhoog' om het volume te verhogen of
druk op de knop 'Volume omlaag' om het volume te verlagen.
Beheer van telefoonlogboeken
Gemiste oproepen bekijken
1 Open Beltoetsen.
2 Om alle gemiste oproepen weer te geven, raakt u het tabblad Gemist aan en sleept u naar
beneden in het telefoonlogboek.
U kunt gemiste oproepen ook in het tabblad Alle bekijken. Gemiste oproepen worden in
rood gemarkeerd.
3 Raak naast een telefoonlogboek aan om terug te bellen, een bericht te sturen en meer.
Beheer van onbekende nummers in het telefoonlogboek
1 Open Beltoetsen.
2 Raak Onbekend aan.
3 Selecteer een nummer en raak aan. U kunt:
l Het nummer aan uw contactpersonen toevoegen: Raak aan om een nieuwe
contactpersoon te maken of raak aan om het nummer aan een bestaande
contactpersoon toe te voegen.
Oproepen en contactpersonen
91
l Nummer aan zwarte lijst toevoegen: Raak > Toevoegen aan zwarte lijst aan.
l Nummer delen: Raak > Nummer verzenden aan om het nummer als sms te
verzenden.
Telefoonlogboeken samenvoegen
Telefoonlogboeken die tot dezelfde contactpersoon of hetzelfde nummer behoren samenvoegen
om uw telefoonlogboek georganiseerd te houden.
1 Open Beltoetsen.
2 Raak > Instellingen > Telefoonlogboek samenvoegen aan.
3 Raak Op contactpersoon
aan. Uw apparaat voegt telefoonlogboeken die bij dezelfde
contactpersoon of hetzelfde nummer horen, automatisch samen. Raak
naast een
telefoonlogboek aan om de gedetailleerde informatie van het telefoonlogboek te bekijken.
De oproepgeschiedenis wissen
Open Beltoetsen. U kunt het telefoonlogboek op twee manieren wissen:
l Eén vermelding verwijderen: Houd een logboekvermelding aangeraakt en raak vervolgens
Invoer verwijderen aan.
l Meerdere vermeldingen verwijderen: Raak aan. Selecteer de vermeldingen die u wilt
verwijderen en raak vervolgens aan.
Back-up van telefoonlogboek maken
1 Open Back-up.
2 Raak Back-up > SD-kaart of Interne opslag aan om een back-up van het telefoonlogboek
op een microSD-kaart of in het interne geheugen van uw apparaat op te slaan.
3 Selecteer Gesprekkenlogboeken en raak Back-up aan.
4 V
olg de instructies op het scherm om een wachtwoord te configureren.
Gespreksinstellingen
Oproep doorschakelen inschakelen
Als u niet in staat bent een oproep aan te nemen, kunt u uw apparaat configureren om oproepen
door te schakelen naar een ander nummer.
1 Open Beltoetsen.
2 Raak > Instellingen aan.
3 Raak Oproep doorschakelen aan. Als uw apparaat twee SIM-kaarten ondersteunt, raakt u
SIM 1 of SIM 2 aan. Vervolgens raakt u Oproep doorschakelen
aan.
Oproepen en contactpersonen
92
4 Selecteer een methode van het doorsturen van de oproep. Voer het nummer van de
bestemming in en raak aan.
Wanneer oproep doorschakelen is ingeschakeld, schakelt uw apparaat bepaalde oproepen
(zoals onbeantwoorde oproepen) door naar het opgegeven nummer.
Oproep in wacht inschakelen
Met de functie Oproep in wacht kunt u een binnenkomende oproep aannemen terwijl u al een
gesprek voert, en tussen de twee gesprekken wisselen.
U moet mogelijk contact met uw provider opnemen om deze functie in te schakelen.
1 Open Beltoetsen.
2 Raak > Instellingen aan.
3 Raak Aanvullende instellingen en schakel Wisselgesprek in. Als uw apparaat twee SIM-
kaarten ondersteunt, raakt u SIM 1 of SIM 2
aan. Vervolgens raakt u Aanvullende
instellingen aan en schakelt u Wisselgesprek in.
Als u een binnenkomende oproep ontvangt terwijl u al een gesprek voert, raakt u
aan om
de nieuwe oproep te beantwoorden en om tussen de twee gesprekken te wisselen.
VoWi-Fi inschakelen
Schakel Voice over Wi-Fi (VoWi-Fi) in om gesprekken te voeren via mobiele data of een Wi-Fi-
netwerk.
Het is mogelijk dat deze functie niet door alle providers ondersteund wordt.
1 Open Beltoetsen.
2 Raak > Instellingen > Oproepen via Wi-Fi aan.
3 Schakel Oproepen via Wi-Fi in en selecteer Inschakelen
.
4 Raak Modus aan en volg de instructies op het scherm voor het selecteren van gewenst
netwerk.
Zakmodus inschakelen
Schakel de pocket-modus in om te zorgen dat u geen oproepen mist wanneer u uw apparaat in
uw zak hebt. Het beltoonvolume zal geleidelijk toenemen wanneer u een oproep ontvangt.
1 Open
Beltoetsen.
2 Raak > Instellingen aan.
3 Schakel Pocket-modus in.
Oproepen en contactpersonen
93
Wanneer de zakmodus is ingeschakeld, zal het beltoonvolume geleidelijk toenemen wanneer u
een oproep ontvangt terwijl uw apparaat in uw zak of in een tas zit.
Oproepen weigeren met een sms
Stuur een vooraf gedefinieerde sms wanneer u niet beschikbaar bent om een oproep te
beantwoorden.
1 Open Beltoetsen.
2 Raak > Instellingen > Oproepen weigeren met sms aan.
3 Raak een vooraf gedefinieerde sms aan om de inhoud van het bericht te bewerken. Als u
klaar bent, raakt u OK aan om de sms op te slaan.
Wanneer u niet beschikbaar bent om een binnenkomende oproep te beantwoorden, raakt u
aan en selecteert u een vooraf gedefinieerde sms om naar de beller te sturen.
Het intimidatiefilter configureren
Het intimidatiefilter blokkeert automatisch oproepen en sms-berichten van onbekende nummers
of nummers op de zwarte lijst.
1 Open Beltoetsen.
2 Raak > Intimidatiefilter aan.
3 Raak aan om de instellingen van het intimidatiefilter en de zwarte lijst te configureren.
U kunt de instellingen van het intimidatiefilter en de zwarte lijst ook configureren in Telefoon
beheer > Blokkeringslijst
>
.
De beltoon van oproepen configureren
Kies uit een selectie systeembeltonen of kies een liedje uit uw muziekbibliotheek.
Afhankelijk van uw provider kunnen de functies variëren.
1 Open
Beltoetsen.
Oproepen en contactpersonen
94
2 Ga naar > Instellingen > Beltoon telefoon. Kies een systeembeltoon of selecteer een
liedje uit uw muziekbibliotheek.
U kunt in plaats daarvan ook naar Instellingen > Geluid
gaan, Beltoon en trillen aanraken
en vervolgens de instellingen van de beltoon configureren.
Voicemail configureren
Leid oproepen om naar uw voicemail wanneer uw apparaat is uitgeschakeld of wanneer er geen
mobiele dekking is. Bellers kunnen een voicemail achterlaten die u later kunt beluisteren.
Voicemail moet door uw provider worden ondersteund. Controleer of u op deze service bent
geabonneerd. Neem contact op met uw provider voor informatie over diens
voicemailservice.
1 Open Beltoetsen.
2 Raak > Instellingen aan.
3 Raak Aanvullende instellingen aan. Als uw apparaat twee SIM-kaarten ondersteunt, raakt u
SIM 1 of SIM 2 aan. Vervolgens raakt u Aanvullende instellingen aan.
4 Raak V
oicemail > Voicemailnummer aan en voer uw voicemailnummer in.
Een visitekaartje maken
Maak een visitekaartje om uw contactgegevens snel te delen. U kunt uw contactgegevens delen
door de QR-code te scannen of door het visitekaartje te verzenden met behulp van een
chatdienst zoals WhatsApp.
1 Open
Contacten.
2 Raak Ik aan.
3 Stel uw profielfoto in. V
oer uw naam, het bedrijf, telefoonnummer en andere contactgegevens
in en raak dan aan. Uw apparaat maakt automatisch een visitekaartje aan met een QR-
code.
Oproepen en contactpersonen
95
Uw visitekaartje delen: Raak aan. Selecteer de indeling van het kaartje en de
deelmethode. Volg verder de instructies op het scherm.
Een nieuwe contactpersoon maken
Een contactpersoon maken
1 Open Contacten.
2 Raak aan. Raak Contactpersoon aanmaken aan als u voor het eerst een
contactpersoon maakt.
3 Selecteer een locatie in het optiemenu om de contactpersoon op te slaan.
Het aantal contactpersonen dat u op uw apparaat kunt opslaan, hangt af van de grootte
van het interne geheugen op uw apparaat. Het aantal SIM-kaartcontactpersonen die u
kunt opslaan varieert afhankelijk van de opslagcapaciteit van uw SIM-kaart.
4 Raak de profielfoto van de contactpersoon aan om een foto te kiezen. Voer de naam van de
contactpersoon, het bedrijf, het telefoonnummer en andere contactgegevens in en raak
vervolgens aan.
l Als u de verjaardag van de contactpersoon toevoegt, zal uw apparaat automatisch in
Agenda een herinnering aan de verjaardag maken.
l De foto van de contactpersoon wordt weergegeven wanneer deze persoon u belt.
Andere contactgegevens, zoals bedrijfsnaam en functienaam, worden ook
weergegeven.
U kunt ook telefoonnummers, e-mail adressen en andere contactgegevens toevoegen aan uw
contactpersonen in het telefoonlogboek Berichten of E-mail.
Oproepen en contactpersonen
96
Uw QR-code delen
Deel uw QR-code met uw vrienden, zodat ze uw contactpersonen snel kunnen toevoegen. Raak
op het scherm met contactgegevens de QR-code boven aan het scherm aan om uw persoonlijke
QR-code weer te geven.
Contactpersonen importeren en exporteren
Contactpersonen importeren vanaf een opslagapparaat
1 Open
Contacten.
2 Raak > Importeren/Exporteren > Importeren uit opslag aan.
3 Selecteer een of meer .vcf-bestanden en raak vervolgens OK aan.
Contactpersonen exporteren naar een opslagapparaat
1 Open Contacten.
2 Raak > Importeren/Exporteren > Exporteren naar opslag > Exporteren aan.
3 Geef aan waar u de contactpersonen vandaan wilt exporteren en raak OK aan.
Standaard wordt het geëxporteerde .vcf-bestand opgeslagen in de bronmap in het interne
geheugen van uw apparaat. Open Bestanden om het geëxporteerde bestand te bekijken.
Contactpersonen importeren vanaf een SIM-kaart
1 Open Contacten.
Oproepen en contactpersonen
97
2 Raak > Importeren/Exporteren > Importeren vanaf SIM aan. Als uw apparaat dual-
SIM ondersteuning heeft, raakt u > Importeren/Exporteren aan en kiest u de SIM-kaart
waaruit u uw contactpersonen wilt importeren.
3 Selecteer de contactpersonen die u wenst te importeren en raak vervolgens aan.
4 Kies de locatie. Uw apparaat zal de contactpersonen automatisch importeren.
Contactpersonen exporteren naar een SIM-kaart
1 Open Contacten.
2 Raak > Importeren/Exporteren > Exporteren naar SIM aan. Als uw apparaat
meerdere SIM-kaarten ondersteunt, raakt u aan > Importeren/Exporteren en kiest u de
SIM-kaart waaruit u uw contactpersonen wilt exporteren.
3 Selecteer de contactpersonen die u wenst te exporteren en raak vervolgens aan.
4 Raak Doorgaan aan.
De app Huawei back-up gebruiken om contactpersonen te importeren
1 Open Back-up.
2 Raak Herstellen > Herstellen vanuit interne opslag aan en selecteer Volgende.
3 Selecteer de back-up die u wilt herstellen.
Als de back-upgegevens zijn gecodeerd, voert u het coderingswachtwoord in wanneer
hierom wordt gevraagd.
4 Selecteer Contactpersonen en raak Herstellen aan.
De app Huawei back-up gebruiken om een back-up van uw contactpersonen
te maken
1 Open Back-up.
2 Ga naar Back-up > Interne opslag en raak dan Volgende aan.
3 Selecteer Contactpersonen. Raak Back-up aan en volg de instructies op het scherm voor
het instellen van een wachtwoord.
Standaard worden back-upgegevens opgeslagen in de map HuaweiBackup in Bestanden.
Contactpersonen beheren
Een contactpersoon bewerken
Na het maken van een contact kunt u de contactinformatie op elk gewenst moment bewerken. U
kunt onder andere standaardgegevens toevoegen of verwijderen, zoals telefoonnummers of e-
mailadressen. U kunt een aangepaste beltoon kiezen en een verjaardag, bijnaam of foto
toevoegen.
Oproepen en contactpersonen
98
Contactfoto's kunnen niet worden toegevoegd voor contactpersonen die op uw SIM-kaart
zijn opgeslagen.
1 Open Contacten.
2 Houd de te bewerken contactpersoon aangeraakt en raak vervolgens Bewerken aan.
3 Raak het portret van de contactpersoon aan om een andere foto te kiezen. W
erk de
informatie van de contactpersoon bij en raak dan
aan.
Meerdere nummers aan één contactpersoon toevoegen: Selecteer een contactpersoon
in de lijst met contactpersonen en raak Bewerken > Telefoonnummer toevoegen aan.
Dubbele contactpersonen samenvoegen
Wanneer u contactpersonen vanuit verschillende bronnen aan uw apparaat toevoegt, kan het
zijn dat u met dubbele vermeldingen komt te zitten. Deze dubbele vermeldingen kunnen worden
samengevoegd om uw contacten overzichtelijk te houden.
1 Open Contacten.
2 Raak > Contactpersonen organiseren > Dubbele contacten samenvoegen aan.
3 Selecteer de contactpersonen die u wilt samenvoegen en raak vervolgens aan.
Contactpersonen verwijderen
1 Open Contacten.
2 Raak > Contactpersonen organiseren > Verwijder contactpersonen per groep aan.
3 Selecteer de contactpersonen die u wilt verwijderen en raak vervolgens aan.
4 Raak Verwijderen aan.
Houd in plaats daarvan een contactpersoon aangetikt totdat er een pop-upvenster
verschijnt. Selecteer van hieruit Verwijderen om de contactpersoon te verwijderen.
Contactgeschiedenis verwijderen
Verwijder belrecords en sms-berichten per contactpersoon om uw privacy te beschermen.
1 Open Contacten.
2 Selecteer een contactpersoon en raak > Spoor wissen > Wissen aan.
Uw apparaat verwijdert alle belrecords en sms-berichten voor de geselecteerde contactpersoon.
Contactpersonen aan de zwarte lijst toevoegen
1 Open Contacten.
2 Houd de contactpersoon die u aan de zwarte lijst wilt toevoegen ingedrukt en raak dan
Toevoegen aan zwarte lijst aan.
Oproepen en contactpersonen
99
Uw apparaat blokkeert dan automatisch binnenkomende oproepen en sms-berichten van
contactpersonen op de zwarte lijst.
Contactpersonen op de zwarte lijst bekijken: Open Telefoonbeheer en raak
Blokkeringslijst > aan. Raak Zwarte lijst met nummers aan om de contactpersonen
op de zwarte lijst te bekijken.
Contactpersonen uit de zwarte lijst verwijderen: Open Contacten. Houd de
contactpersoon die u uit de zwarte lijst wilt verwijderen ingedrukt en raak dan Verwijderen
van zwarte lijst aan.
Contactpersonen met onvolledige informatie identificeren
1 Open Contacten.
2 Raak > Contactpersonen organiseren > Contactpersonen met onvolledige
informatie aan.
3 Uw apparaat geeft een lijst weer met contactpersonen waarvan de informatie onvolledig is. U
kunt dan kiezen of u de ontbrekende informatie wilt toevoegen of de ongewenste
contactpersonen wilt verwijderen.
contactpersonen van verschillende accounts weergeven
1 Open Contacten.
2 Raak > Voorkeuren tonen aan.
3 Selecteer de account die u wilt weergeven of waarvan u de weergaveopties wilt aanpassen.
l Contactfoto's, bedrijfsinformatie en functienaam verbergen: Raak > Voorkeuren
tonen op het scherm met contactpersonen aan en schakel Eenvoudige lay-out in.
l Opslaggegevens bekijken: Raak > Voorkeuren tonen op het scherm met
contactpersonen aan. Ga naar Accounts om de beschikbare en totale opslagruimte op
uw apparaat of SIM-kaart te bekijken.
Zoeken naar contactpersonen
U kunt zoeken naar contactpersonen die zijn opgeslagen in het apparaat, op de SIM-kaart of die
aan een online account zijn gekoppeld.
Contactpersonen zoeken
1 Open Contacten.
Oproepen en contactpersonen
100
Om completere zoekresultaten te ontvangen, zorgt u ervoor dat Contactpersonen is
geconfigureerd voor het weergeven van al uw contactpersonen. Op het
contactpersonenscherm raakt u > Voorkeuren tonen aan en selecteert u Alle
contacten.
2 Op de lijst met contactpersonen kunt u:
l Veeg in de contactlijst omhoog of omlaag.
l Veeg in de index aan de rechterkant van het scherm omhoog of omlaag om door uw
contactpersonen te bladeren.
l Voer de naam, de initialen, het telefoonnummer
, het e-mailadres of andere informatie in de
zoekbalk boven aan de contactlijst in. De zoekresultaten worden eronder weergegeven.
U kan meerdere trefwoorden invoeren, zoals "Tom New York". Het systeem zal de
contactpersonen vinden die aan de zoekcriteria voldoen.
3 Selecteer een contact. V
ervolgens kunt u de contactpersonen bellen of sms'en, of de
contactgegevens bewerken.
Als er een foutbericht verschijnt of als u een contactpersoon niet kunt vinden, raakt u
> Contactpersonen organiseren aan en selecteert u Indexgegevens opnieuw
aanmaken.
Vanuit het startscherm naar een contactpersoon zoeken
1 Veeg op het startscherm omlaag om de zoekbalk weer te geven.
2 Voer een of meerdere trefwoorden in (zoals de naam van de contactpersoon of het e-
mailadres). De zoekresultaten worden onder de zoekbalk weergegeven.
U kan meerdere trefwoorden invoeren, zoals "Tom New York". Het systeem zal
contactpersonen vinden die aan de zoekcriteria voldoen.
3 Selecteer een contact. Vervolgens kunt u de contactpersonen bellen of sms'en, of kunt u de
contactinformatie bewerken.
Contactpersonen delen
vCard van contactpersoon delen
1 Open Contacten.
2 Raak > Importeren/Exporteren > Contact delen aan.
3 Selecteer de contactpersonen die u wilt delen of raak Alles selecteren aan om alle
contactpersonen te selecteren en raak vervolgens Contactpersoon delen
aan.
4 Kies uw deelmethode en volg de instructies op het scherm.
QR-code van een contactpersoon delen
1 Open
Contacten
Oproepen en contactpersonen
101
2 Selecteer de contactpersoon die u wilt delen. Raak de QR-code aan en selecteer Delen.
3 Kies uw deelmethode en volg de instructies op het scherm.
Als het andere apparaat een camera heeft die QR-codes kan scannen, kunt u een
contactpersoon ook delen door de QR-code van de contactpersoon te scannen.
Een contactpersoon aan uw favorieten toevoegen
Voeg mensen waar u vaak contact mee hebt toe aan uw favorieten, zodat u ze gemakkelijker
kunt vinden.
1 Open Contacten.
2 Houd de contactpersoon die u aan uw favorieten wilt toevoegen aangeraakt en raak
vervolgens Toevoegen aan favorieten aan.
Raak tijdens het bekijken van uw contactpersonen ingedrukt om de contactpersoon
aan uw favorieten toe te voegen.
l Contactpersonen toevoegen aan uw favorieten in batch: Raak Toevoegen aan en kies de
contactpersoon die u wilt toevoegen. Raak vervolgens aan. Als de contactpersoon al is
toegevoegd, raakt u aan om de contactpersoon aan uw favorieten toe te voegen.
l Uw favorieten bewerken: Raak Bewerken aan op het favorieten-scherm. Sleep naast
een contactpersoon om de positie van de contactpersoon in uw favorietenlijst te veranderen.
l contactpersonen uit uw favorieten verwijderen: Raak Bewerken aan op het favorieten-
scherm. Selecteer de contactpersonen die u uit uw favorieten wilt verwijderen en raak
Verwijderen
aan.
Contactfoto's wijzigen
Contactfoto's kunnen niet worden toegevoegd voor contactpersonen die op uw SIM-kaart
zijn opgeslagen.
1 Open Contacten.
2 Houd de te bewerken contactpersoon aangeraakt en raak vervolgens Bewerken aan.
3 Raak de foto van de contactpersoon aan. U kunt kiezen om een foto uit de galerij te
selecteren of een foto met de camera te maken.
4 Raak
aan.
De foto van de contactpersoon wordt weergegeven wanneer deze persoon u belt.
Belrecords voor individuele contactpersonen maken
1 Open Contacten.
Oproepen en contactpersonen
102
2 Selecteer de gewenste contactpersoon en raak vervolgens Telefoonlogboek aan.
3 Veeg omhoog in de lijst om alle vermeldingen te bekijken. U kunt:
l Raak een vermelding aan om de contactpersoon te bellen.
l Raak
> Verwijderen aan om alle contactpersonen te verwijderen.
l Hou een contactpersoon aangeraakt om het te verwijderen of om te bewerken alvorens te
bellen.
Een beltoon aan een contactpersoon toewijzen
U kunt een unieke beltoon aan veelgebruikte contactpersonen toewijzen, zodat u gemakkelijk
herkent wie contact met u opneemt.
1 Open
Contacten.
2 Selecteer de gewenste contactpersoon en raak vervolgens Beltoon van telefoon aan.
3 Selecteer de gewenste beltoon of muziekbestand en raak vervolgens aan.
Contactgroepen
Een groep maken
1 Open Contacten.
2 Raak Groepen aan en selecteer .
3 Voer de groepsnaam in (bijvoorbeeld Familie of Vrienden) en raak vervolgens OK aan.
4 Raak
aan. Selecteer de contactpersonen die u aan de groep wilt toevoegen en raak
vervolgens aan.
Slimme groepen gebruiken
Gebruik slimme groepen om contactpersonen automatisch te groeperen op bedrijf, locatie of
contactfrequentie.
1 Open Contacten.
2 Raak Groepen aan.
3 Open een groep onder Slimme groepen en raak dan aan om een groepsbericht te
verzenden of om een groepse-mail te verzenden.
Een groep bewerken
U kunt personen uit een groep verwijderen, aan een groep toevoegen of de groepsnaam
wijzigen.
1 Open Contacten.
Oproepen en contactpersonen
103
2 Raak Groepen aan en selecteer de groep die u wilt bewerken.
3 Raak aan en voeg nieuwe leden aan de groep toe.
4 Raak aan. Er zijn drie opties:
l Raak Leden verwijderen aan om leden uit de groep te verwijderen.
l Raak Groep verwijderen aan om de groep te verwijderen.
l Raak Hernoemen
aan om de naam van de groep te bewerken.
Een groeps-sms of e-mail verzenden
1 Open
Contacten.
2 Raak Groepen aan en selecteer de groep waar u een sms of e-mail naar wilt verzenden.
3 Raak
aan om een sms te verzenden of raak aan om een e-mail te verzenden.
Een groep verwijderen
1 Open Contacten.
2 Raak Groepen aan.
3 Houd de te verwijderen groep aangeraakt en raak vervolgens V
erwijderen aan.
4 Raak V
erwijderen aan.
Wanneer u een groep verwijdert, worden de contactpersonen in die groep niet van uw
apparaat verwijderd.
Oproepen en contactpersonen
104
Berichten en e-mail
Een bericht verzenden
U kunt veel verschillende inhoud aan berichten toevoegen, zoals emoticons, afbeeldingen en
opnames.
1 Open
Berichten.
2 Raak in de lijst met berichten aan.
3 Selecteer het veld voor de ontvanger en voer de naam of het telefoonnummer van de
contactpersoon in. U kunt ook aanraken om uw lijst met contactpersonen te openen en
een contactpersoon of contactgroep te kiezen.
4 Selecteer het tekstveld om uw bericht op te stellen. Raak aan om over te schakelen naar
de modus voor het volledige scherm wanneer u meer dan twee tekstregels invoert.
l Raak om een bijlage aan uw bericht toe te voegen.
l Raak Terug aan om het bericht op te slaan als concept. Als uw apparaat de naar
voren gerichte vingerafdruksensor ondersteunt, wordt de navigatiebalk standaard
uitgeschakeld. In dit geval kunt u aanraken om het bericht op te slaan als concept.
5 Raak aan. Als uw apparaat twee SIM-kaarten ondersteunt, raakt u
1
1
of
2
2
aan.
Een bericht annuleren: Raak > Instellingen aan in de berichtenlijst en schakel
Verzending annuleren in. U kunt een bericht tot uiterlijk 6 seconden nadat het werd verstuurd
annuleren.
Een bericht beantwoorden
1 Open Berichten.
2 Raak een bericht aan om de inhoud van de sms te bekijken. Uw apparaat zal automatisch
telefoonnummers, webadressen, e-mailadressen, tijden en andere informatie markeren.
Raak gemarkeerde informatie aan om een reeks snelkoppelingen te openen. U kunt ook:
l Berichtbijlagen opslaan: Houd de bijlage aangeraakt die u wilt opslaan en raak dan
Opslaan aan.
l De afzender bellen: Raak aan bovenaan het bericht.
l Het nummer van de beller aan uw contactpersonen toevoegen: Raak
>
Contactpersoon aanmaken of Opslaan naar bestaand contact aan bovenaan het
bericht.
105
3 Om een antwoord te sturen, selecteert u het tekstveld en voert u uw bericht in. Vervolgens
raakt u aan. Als uw apparaat twee SIM-kaarten ondersteunt, raakt u
1
1
of
2
2
aan.
Snel antwoorden op een bericht: Nieuwe berichten worden weergegeven in het
berichtenpaneel. Raak de knop aan om een antwoord op te stellen.
Zoeken naar berichten
Er zijn twee manieren om berichten te zoeken:
l In de lijst met berichtenthreads raakt u de zoekbalk bovenaan het scherm aan en voert u een
of meerdere trefwoorden in. De resultaten worden onder de zoekbalk weergegeven.
l Veeg op het startscherm omlaag om de zoekbalk weer te geven. Raak de zoekbalk aan en
voer een of meerdere trefwoorden in. De resultaten worden onder de zoekbalk weergegeven.
Berichtenthreads verwijderen
Verwijder ongewenste of oude threads om uw berichtenlijst op te schonen.
Verwijderde threads kunnen niet meer worden opgehaald, dus doe dit voorzichtig.
U kunt een berichtenthread op twee manieren verwijderen:
l Als u een enkele thread wilt verwijderen, veegt u links op de thread die u wilt verwijderen en
raakt u aan.
l Als u meerdere threads wilt verwijderen, houd u een van de threads die u wilt verwijderen,
aangeraakt. Selecteer de andere threads en raak > Verwijderen aan.
Berichten beheren
Verwijder ongewenste berichten, stuur berichten door naar andere contactpersonen, kopieer
berichtinhoud en plak dit en vergrendel berichten om te voorkomen dat ze per ongeluk worden
verwijderd.
1 Open Berichten.
2 Raak in de lijst met berichtenthreads de naam of het nummer van een contactpersoon aan
om uw conversaties weer te geven.
3 Houd een bericht aangetikt en volg de instructies op het scherm om het bericht door te
sturen, te archiveren, te vergrendelen of te delen.
Terugkeren naar de bovenkant van de lijst
Als uw lijst met berichten erg lang is, gebruikt u een snelkoppeling om naar de bovenkant van de
lijst terug te keren zonder over het scherm te vegen.
1 Open Berichten.
Berichten en e-mail
106
2 Dubbeltik in de lijst met berichtenthreads op de balk bovenaan het scherm. Uw apparaat
keert nu automatisch terug naar de bovenkant van de lijst of geeft ongelezen berichten weer.
Berichten bovenaan in de lijst vastzetten
Zet belangrijke berichten bovenaan uw berichtenlijst vast, zodat u ze snel kunt openen.
1 Open Berichten.
2 Houd in de lijst met berichtenthreads het bericht dat u bovenaan wilt vastzetten, aangeraakt.
3 Selecteer het gewenste bericht en raak aan. Vastgezette berichten worden onder
berichtwaarschuwingen weergegeven.
Berichten als gelezen markeren
Markeer ongewenste berichten als gelezen om uw postvak-in georganiseerd te houden.
Open Berichten. In de lijst met berichtenthreads kunt u:
l Alle berichten als gelezen markeren: Raak > Alles als gelezen markeren aan.
l Een bericht als gelezen markeren: Veeg links op het bericht dat u als gelezen wilt markeren
en raak dan aan.
Spamberichten blokkeren
1 Open Berichten.
2 Tik op > Intimidatiefilter in lijst met de berichtenthreads.
3 Raak aan om de instellingen van het intimidatiefilter en de zwarte lijst te configureren.
Open anderzijds Telefoonbeheer en raak Blokkeringslijst > aan om de instellingen
van de intimidatiefilter en de zwarte lijst te configureren.
Een berichthandtekening toevoegen
Voeg een berichthandtekening toe om tijd te besparen bij het verzenden van sms-berichten.
1 Open Berichten.
2 Raak in de lijst met berichtenthreads > Instellingen > Geavanceerd > Handtekening
aan en schakel dan Handtekening bijvoegen in.
3 Raak
Handtekening bewerken aan. Voer uw handtekening in en selecteer OK.
Berichten en e-mail
107
De beltoon van berichten configureren
1 Open
Berichten.
2 Raak in de lijst met berichten > Instellingen > Beltonen en trillen aan.
3 Raak Toon voor meldingen aan. Als uw apparaat twee SIM-kaarten ondersteunt, selecteert
u Toon voor meldingen SIM 1
of Toon voor meldingen SIM 2. U kunt vervolgens een
systeembeltoon kiezen of een muziekbestand.
Kwaadaardige URL's in sms-berichten identificeren
Stel uw apparaat in op de automatische identificatie van kwaadaardige URL's om uw
persoonlijke gegevens en financiële informatie te beschermen.
Zorg ervoor dat uw apparaat is verbonden met het internet voordat u deze functie inschakelt.
1 Open Berichten.
2 Open > Instellingen in de lijst met berichtthreads.
3 Schakel Identificatie kwaadaardige websites in.
Na ontvangst van het bericht, zal het systeem automatisch schadelijke URL's identificeren. Deze
service wordt mogelijk gemaakt door Avast. Dit resultaat is uitsluitend bedoeld ter referentie.
Een e-mailaccount toevoegen
Als u uw accountinstellingen niet weet, vraagt u dit aan de serviceprovider van uw e-mail.
Een persoonlijke e-mailaccount toevoegen
1 Open E-mail.
2 Kies een type e-mailprovider of raak Overige aan.
3 Geef uw e-mailadres en wachtwoord op en raak vervolgens Aanmelden aan.
4 V
olg de instructies op het scherm voor het configureren uw account. Het systeem maakt
automatisch verbinding met de server en controleert uw instellingen.
Uw Postvak IN wordt weergegeven wanneer uw account eenmaal is opgezet.
Een Exchange-account toevoegen
Microsoft Exchange is een zakelijke oplossing voor het beheren van e-mail. Sommige e-
mailserviceproviders leveren ook Exchange-accounts voor individuen en familie.
1 Open E-mail.
2 Raak Exchange aan.
3 V
oer uw e-mailadres, gebruikersnaam en wachtwoord in. Raak Aanmelden aan.
Berichten en e-mail
108
4 Volg de instructies op het scherm voor het configureren uw account. Het systeem maakt
automatisch verbinding met de server en controleert uw instellingen.
Uw Postvak IN wordt weergegeven wanneer uw account eenmaal is opgezet.
E-mails verzenden
1 Open E-mail.
2 Raak aan.
3 In Aan: voert u een of meerdere ontvangers in.
4 Raak Cc/Bcc, V
an: aan om Cc- en Bcc-ontvangers toe te voegen en selecteer de e-
mailaccount die u wilt gebruiken.
5 Voer het onderwerp en de hoofdtekst van de e-mail in. Raak
aan om een bijlage toe te
voegen.
6 Raak om de e-mail te verzenden.
De serviceprovider van uw e-mail beperkt mogelijk de grootte van bijlagen. Als bijlagen deze
limiet overschrijden, kunt u ze in afzonderlijke e-mails verzenden.
Als u uw e-mail als concept wilt opslaan en later wilt verzenden, raakt u en vervolgens raakt
u Opslaan aan.
E-mails beantwoorden
1 Open E-mail.
2 Open de e-mail waarop u antwoord wilt geven en raak aan.
Als u een antwoord wilt geven aan alle ontvangers van de oorspronkelijke e-mail, raakt u
aan.
3 Na het maken van een concept van uw bericht, raakt u om de e-mail te verzenden.
Snelle antwoorden configureren: Raak > Instellingen aan. Selecteer een account en
raak Snelle reacties aan om een snel antwoord te maken of bewerken.
E-mails beheren
E-mails bekijken
U kunt uw e-mails controleren, beantwoorden, doorsturen of verwijderen na het maken van een
persoonlijke e-mailaccount.
1 Open E-mail.
Berichten en e-mail
109
2 Op het scherm Postvak IN raakt u aan en selecteert u de account die u wilt gebruiken.
Veeg omlaag om uw Postvak IN te vernieuwen en nieuwe e-mails te downloaden.
Op Postvak IN raakt u aan om de e-mail een ster te geven.
3 U kunt uw e-mails controleren, beantwoorden, doorsturen of verwijderen. Open een e-mail en
veeg naar links of rechts op het scherm om de vorige of volgende e-mail weer te geven.
Als u meerdere e-mails wilt verwijderen, gaat u naar het scherm Postvak IN. Selecteer
de foto van een contactpersoon of houd een e-mail aangeraakt om de interface voor e-
mailbeheer te activeren. Selecteer de e-mails die u wilt verwijderen en raak aan.
E-mailbijlagen opslaan
Open een e-mail en raak aan om een voorbeeld van de bijlage te bekijken. Raak aan
om de bijlage op uw apparaat op te slaan.
Voor grote bijlagen opent u de link die in de e-mail wordt vermeld om te downloaden.
E-mails synchroniseren
Op het scherm Postvak IN veegt u omlaag om uw Postvak IN te vernieuwen.
1 Open E-mail.
2 Raak > Instellingen aan.
3 Selecteer de account die u wilt configureren. Schakel E-mail synchroniseren in.
Als u uw e-mails automatisch wilt synchroniseren, raakt u Synchronisatieschema aan
en selecteert u een synchronisatie-interval.
E-mails zoeken
U kunt op twee manieren naar e-mails zoeken:
l Op het scherm Postvak-in voert u een of meerdere trefwoorden in de zoekbalk in, zoals de
titel van de e-mail, inhoud of de bestandsnaam van de bijlage.
l Op het startscherm veegt u omlaag om de zoekbalk te openen. Voer trefwoorden in, zoals de
titel van de e-mail, inhoud of de bestandsnaam van de bijlage.
VIP-contactpersonen beheren
Als u zeker wilt weten dat u nooit berichten van belangrijke contactpersonen mist, kunt u ze aan
uw lijst met VIP-contactpersonen toevoegen. Uw apparaat plaatst e-mails van deze
contactpersonen automatisch in uw VIP-postvak-IN.
1 Open E-mail.
2 Raak > Instellingen > VIP-contactpersonen aan.
3 Vanaf VIP-lijst, raakt u T
oevoegen > Aanmaken of Toevoegen vanuit contacten aan.
Berichten en e-mail
110
U kunt ook een e-mail openen, de profielfoto van de afzender aanraken en vervolgens
Toevoegen aan VIP-lijst in het pop-upmenu aanraken.
VIP-contactpersonen toevoegen of verwijderen: In VIP-lijst raakt u of aan om uw
VIP-contactpersonen te beheren.
Meldingen via e-mail van VIP-contactpersonen configureren: In het scherm Postvak IN raakt
u > Instellingen > VIP-meldingen
aan.
E-mailaccounts beheren
Een e-mailaccount toevoegen
1 Open
E-mail.
2 Raak > Instellingen > aan.
Raak in plaats daarvan op het scherm Postvak IN aan. Raak account toevoegen
aan.
3 Selecteer een serviceprovider en voer uw gegevens in om een account toe te voegen.
Raadpleeg Een e-mailaccount toevoegen voor meer informatie over het toevoegen van een
account.
Schakelen tussen e-mailaccounts
In het scherm Postvak IN raakt u aan. Raak het accountbeeld aan om naar die account
over te gaan.
Een e-mailaccount configureren
Op het scherm Postvak IN raakt u > Instellingen aan en selecteert u een account. U kunt
de volgende bewerkingen uitvoeren:
l Een andere naam aan de account geven: Raak Accountnaam aan en voer een
accountnaam in het pop-upvenster in.
l Als standaard instellen: Schakel Standaardaccount
in om de account in te stellen als
standaardaccount.
l De account verwijderen: Raak Account verwijderen aan om de account te verwijderen.
Mail configureren
Automatische antwoorden configureren
Configureer automatische antwoorden wanneer u niet op kantoor bent.
U moet u aanmelden bij uw Exchange-account om deze functie te kunnen gebruiken.
1 Open E-mail.
Berichten en e-mail
111
2 Raak > Instellingen aan.
3 Kies de Exchange-account die u wilt configureren en schakel Automatische antwoorden in.
4 Schakel Automatische antwoorden
in om een bericht te configureren en stel de begin- en
eindtijd in.
5 Raak Gereed aan.
Een e-mailhandtekening configureren
1 In het scherm Postvak IN raakt u
> Instellingen aan.
2 Selecteer de account die u wilt configureren en raak Handtekening aan.
3 Voer een handtekening in en raak OK
aan.
Meldingen via e-mail configureren
1 In het scherm Postvak IN raakt u
> Instellingen aan.
2 Selecteer de account die u wilt configureren en schakel Meldingen via e-mail in.
3 Selecteer een geluid voor meldingen of schakel waarschuwingen via trillingen in.
De e-mailweergave configureren
In het scherm Postvak IN raakt u > Instellingen > Algemeen aan. U kunt het volgende
configureren:
l Bijlagen alleen via Wi-Fi downloaden: Schakel Laad geen foto's via mobiel netwerk in.
l Groepse-mails met dezelfde titel: Schakel
Ordenen op onderwerp in.
l Afbeeldingen van contactpersonen weergeven: Schakel Profielfoto afzender in om
afbeeldingen van contactpersonen naast e-mails weer te geven.
Configureren hoe e-mails worden gesorteerd
Op het scherm Postvak IN raakt u
> Sorteren op aan en selecteert u een sorteermethode.
Berichten en e-mail
112
Agenda en notitieblok
De agendaweergave wijzigen
Ga naar vandaag
Zoeken in kalender
Weeknummer
Vandaag
Deze dag
Gebeurtenis
Toon gebeurtenissen voor deze dag
Schakelen tussen maand-,
week- en dagweergave
Gebeurtenis toevoegen
Als u uw planning voor een specifieke dag wilt bekijken, raakt u > Ga naar aan,
selecteert u een datum en raakt u vervolgens Gereed aan.
Open Agenda en raak > Instellingen aan. U kunt:
l De weekendinstellingen configureren: Raak Weekend aanpassen aan en configureer de
instellingen.
l De eerste dag van de week configureren: Raak
Week begint op aan en configureer de
instellingen.
Wereldwijde vakanties bekijken
Schakel wereldwijde vakanties in om de informatie over nationale vrije dagen voor verschillende
landen te bekijken.
Deze functie vereist een verbinding met het internet.
1 Open Agenda.
2 Raak > Instellingen > Feest- en vakantiedagen wereldwijd aan.
3 Raak de schakelaar aan naast het land waarvan u de vakantiedagen wilt weergeven. Uw
apparaat downloadt automatisch vakantie-informatie over het betreffende land.
113
Verjaardagsherinneringen
Configureer de Agenda om de verjaardagsinformatie van uw contactpersonen te importeren en
automatisch verjaardagsherinneringen te maken.
Controleer voordat u deze functie gaat gebruiken dat u de verjaardagsinformatie aan uw
contactpersonen hebt toegevoegd. Raadpleeg Een contactpersoon maken voor meer
informatie.
1 Open Agenda.
2 Raak aan en selecteer Verjaardag contacten.
Als u deze functie hebt ingeschakeld, importeert de Agenda automatisch de
verjaardagsinformatie van uw contactpersonen en stuurt u verjaardagsherinneringen.
Afspraken synchroniseren
Afspraken vanuit uw Exchange-account synchroniseren
Controleer of u de functie voor het synchroniseren van de Exchange-agenda in de e-
mailaccountinstellingen hebt ingeschakeld.
1 Open Agenda.
2 Raak aan. Selecteer een Exchange-account waarvan u de afspraken op uw apparaat
wilt synchroniseren.
Een afspraak maken
Afspraken toevoegen en herinneringen instellen om u te helpen vooruit te plannen.
1 Open Agenda.
2 Raak aan.
3 V
oer de afspraaknaam, de locatie en de begin- en eindtijd in. Raak Meer > Herinneren aan
om een herinnering te maken.
4 Raak
aan om de afspraak op te slaan.
l U kunt maximaal 5 herinneringen voor een afspraak toevoegen. Raak Herinnering
toevoegen aan om een herinnering toe te voegen.
l In de maand- of weekweergave houd u een gedeelte op het scherm aangeraakt om een
afspraak voor de bijbehorende datum te maken.
Afspraken delen
U kunt afspraken met uw contactpersonen delen.
Agenda en notitieblok
114
1 Open Agenda.
2 Open de afspraak die u wilt delen en raak aan.
3 Kies hoe u de afspraak wilt delen en volg de instructies op het scherm.
U kunt verjaardagsherinneringen die automatisch zijn gemaakt, niet delen. Als u
verjaardagsinformatie wilt delen, maakt u handmatig een afspraak en deelt u de afspraak
met uw vrienden.
Een afspraak verwijderen
Open Agenda. U kunt een afspraak op twee manieren verwijderen:
l Een enkele afspraak verwijderen: Open de afspraak die u wilt verwijderen en raak aan.
l Meerdere afspraken verwijderen: Raak aan en houd vervolgens een afspraak
aangeraakt om de interface voor afsprakenbeheer te activeren. Selecteer de afspraken die u
wilt verwijderen en raak aan.
Als u een verjaardagsherinnering wilt verwijderen, gaat u naar Contacten en verwijdert u de
verjaardagsinformatie van de contactpersoon of de bijbehorende contactpersoon.
Zoeken naar afspraken
U kunt op twee manieren naar afspraken zoeken:
l In Agenda raakt u aan. Voer een of meerdere trefwoorden in de zoekbalk in, zoals de
naam van de afspraak of de locatie.
l Veeg op het startscherm omlaag om de zoekbalk weer te geven. Voer een of meerdere
trefwoorden in, zoals de naam van de afspraak of de locatie.
Uitnodigingen voor afspraken verzenden
Stuur een uitnodigingen voor een afspraak naar uw vrienden of collega's om bij te houden wie
aanwezig zal zijn.
Voordat u gebruik maakt van deze functie, meldt u zich aan bij uw Exchange-account.
1 Open Agenda.
2 Raak aan. Voer de afspraaknaam, de locatie en de begin- en eindtijd in.
3 Raak Meer aan. Onder Gasten voert u de Exchange-accounts in van de personen die u wilt
uitnodigen.
4 Raak aan om de afspraak op te slaan en de uitnodigingen te verzenden.
Uitnodigingen voor afspraken worden in het berichtenpaneel weergegeven. Als u op een
uitnodiging wilt reageren, raakt u E-mailen aan gasten aan.
Agenda en notitieblok
115
Een notitie maken
1 Open
Kladblok.
2 Raak aan en voer uw notitie in.
Tekst bewerken
Tag toevoegen
Notitie opslaan
Notitie bewerken
Notitie sluiten
Taak toevoegen
Afbeelding invoegen
Een foto maken
3 Raak aan om de notitie op te slaan.
Notities beheren
Een notitie aan favorieten toevoegen
Open Kladblok. U kunt op twee manieren een notitie aan uw favorieten toevoegen:
l In de lijst met notities veegt u op een notitie naar links en raakt u aan.
l Raak de notitie aan die u aan uw favorieten wilt toevoegen, en raak dan aan.
Een notitie delen
In de lijst met notities opent u de notitie die u wilt delen en raakt u aan. Kies uw
deelmethode en volg de instructies op het scherm.
Een notitie verwijderen
U kunt een notitie op drie manieren verwijderen:
l In de lijst met notities veegt u naar links op de notitie die u wilt verwijderen. Raak daarna
aan.
l Houd een notitie aangeraakt om de interface voor notitiebeheer te activeren. Selecteer de
notities die u wilt verwijderen en raak aan.
l Raak de notitie aan die u wilt verwijderen, en raak > Verwijderen aan.
Uw notities zoeken
U kunt op twee manieren naar uw notities zoeken:
Agenda en notitieblok
116
l In de lijst met notities raakt u de zoekbalk aan en voert u een of meerdere trefwoorden in.
l Veeg op het startscherm omlaag om de zoekbalk weer te geven en voer dan een of meerdere
trefwoorden in.
Back-up maken van notities
Back-up van notities wordt gemaakt
1 Open
Back-up.
2 Raak Back-up > Interne opslag > Volgende > Meer
aan.
3 Selecteer Notitieblok en raak
aan.
4 Raak Back-up aan en volg de instructies op het scherm voor het configureren van een
wachtwoord.
Notities importeren
1 Open
Back-up.
2 Raak Herstellen > Herstellen vanuit interne opslag > Volgende aan.
3 Selecteer de notities die u wilt herstellen. In het pop-upvenster voert u het wachtwoord in en
raakt u OK
aan.
4 Raak Meer aan. Selecteer Notitieblok en raak
aan.
5 Raak Herstellen aan.
Agenda en notitieblok
117
Muziek en video
Muziek beluisteren
U kunt kiezen om te luisteren naar uw favoriete lokale nummers .
1 Open
Muziek.
2 U kunt vervolgens muziek afspelen die opgeslagen is op uw apparaat, nummers toevoegen
aan de persoonlijke liedboek, een nummer afspelen in de persoonlijke afspeellijst of luisteren
naar onlangs afgespeelde nummers.
3 U kunt gedurende het proces nummers afspelen, onderbreken of veranderen.
SWS inschakelen
Sleep naar links of naar
rechts om het afspeelvol-
ume aan te passen
Afspeelvolgorde
veranderen
Schakelen tussen
afspelen en pauzeren
Toevoegen aan favorieten
Volgend nummer
Vorig nummer
Toevoegen aan afspeellijst
Sleep naar links of naar rechts
om te wisselen tussen
afspeellijst en songtekstscherm
Zoeken naar muziek
Zoeken naar muziek op het interne geheugen of de microSD-kaart van uw apparaat
Sorteer uw muziek op categorie of zoek er met een trefwoord naar om snel uw
muziekbestanden te vinden.
1 Open Muziek.
2 Raak Alle nummers aan.
3 Raak aan om op uw apparaat opgeslagen muziek te zoeken en bekijken.
4 U kunt ervoor kiezen uw muziek te ordenen op songnaam, artiest, albumnaam of map. Als u
naar een specifiek nummer wilt zoeken, raakt u aan en voert u de naam van het
nummer, de artiest, of het album in de zoekbalk in.
118
Muzieknummers verwijderen
Verwijder ongewenste muzieknummers om opslagruimte vrij te maken.
1 Open
Muziek.
2 Raak Alle nummers aan.
3 Ga naar het tabblad Nummers. Houd de lijst met muzieknummers aangeraakt en selecteert
de nummers die u wilt verwijderen.
4 Raak > Verwijderen aan.
5 Raak Verwijderen
aan.
Een afspeellijst maken
Organiseer uw muziek door aangepaste afspeellijsten met uw favoriete nummers te maken.
1 Open
Muziek
2 Raak Afspeellijsten > Nieuwe afspeellijst aan.
3 Geef de afspeellijst een naam en raak Opslaan aan.
4 Raak T
oevoegen aan in het dialoogvenster
.
5 Selecteer de nummers die u wilt toevoegen en raak
aan.
Raak naast de afspeellijst aan om de afspeellijst te Naam wijzigen of te
Verwijderen.
Een afspeellijst afspelen
Mijn afspeellijst
1 Open Muziek.
2 Raak Afspeellijsten aan.
3 Selecteer de gewenste afspeellijst. Raak een nummer aan om met het afspelen te beginnen
of raak Alles willekeurig afspelen aan om alle nummers in willekeurige volgorde af te
spelen.
Een video afspelen
Een video afspelen
1 Open Video's.
2 Raak de miniatuur aan om de video te starten.
Tijdens het afspelen kunt u:
Muziek en video
119
l De afspeelsnelheid aanpassen: Raak 1.0X aan en sleep de schuifregelaar voor de
snelheid.
l De helderheid van het scherm aanpassen: Op de linkerkant van het scherm omhoog of
omlaag vegen. Veeg omhoog om de helderheid te verhogen of veeg omlaag om de
helderheid te verlagen.
l Het volume aanpassen: Op de rechterkant van het scherm omhoog of omlaag vegen.
Veeg omhoog om het volume te verhogen of veeg omlaag om het volume te verlagen.
l Terugspoelen of snel vooruitspoelen: De voortgangsbalk naar links verslepen om terug
te spoelen en naar rechts om snel vooruit te spoelen.
Muziek en video
120
Telefoonbeheer
Prestaties optimaliseren
Gebruik T
elefoonbeheer om uw apparaat sneller te laten werken en de prestaties te
optimaliseren.
Open Telefoonbeheer en raak OPTIMALISEREN aan. Uw apparaat zal de prestaties
automatisch optimaliseren, de beveiliging verbeteren en het stroomverbruik reduceren.
Snelheid verbeteren
Maak het app-cache leeg en verwijder resterende bestanden en systeemafval om prestaties te
optimaliseren.
1 Open Telefoonbeheer.
2 Raak Opschonen aan om het app-cache en systeemafval te legen.
Als u meer opslagruimte vrij wilt maken, kunt u:
l Raak Opslagbeheer aan om grote bestanden, afbeeldingen en app-gegevens te
wissen.
l De fabrieksinstellingen van een app herstellen. Raak Applicatie herstellen aan.
Selecteer de app die u wilt herstellen en raak > Verwijderen aan. De
standaardinstellingen van de app worden hersteld en alle app-specifieke gegevens
worden verwijderd.
3 Raak Voltooien aan om af te sluiten.
Gegevensgebruik beheren
Telefoonbeheer biedt een gegevensbeheerfuncties waarmee u het gegevensgebruik kunt
bijhouden en kunt voorkomen dat u het tegoed van uw mobiele abonnement overschrijdt.
Open Telefoonbeheer en raak Mobiele gegevens aan. U kunt gedetailleerde statistieken
over het gegevensgebruik weergeven of de volgende instellingen configureren:
121
l Rangorde gegevensverbruik: gegevensgebruik voor elke app bekijken.
l Apps in netwerk: toestemmingen voor internettoegang voor elke app beheren.
l Totale hoeveelheid beschikbare maandelijkse gegevens: Raak > Totale hoeveelheid
beschikbare maandelijkse gegevens aan om uw databundelinstellingen en herinneringen
aan gegevensgebruik te configureren. Uw apparaat berekent uw mobiele gegevensgebruik en
uw resterende tegoed voor de opgegeven factuurperiode. Wanneer u uw maandelijkse bundel
hebt opgebruikt, ontvangt u een herinnering of schakelt uw apparaat mobiele gegevens uit.
l Gegevensbesparing: Schakel Gegevensbesparing in en kies de apps waarvoor u de
gegevens niet wilt beperken.
Intimidatiefilter
T
elefoonbeheer biedt een intimidatiefilterfunctie die u kunt helpen om ongewenste oproepen en
berichten te blokkeren.
Open
Telefoonbeheer. Raak Blokkeringslijst > aan en volg de instructies op het
scherm om de zwarte en witte lijst, sleutelwoorden op de zwarte lijst en spaminstellingen te
configureren.
Telefoonbeheer
122
Filterregels configureren
Filtermeldingen configureren
Berichten van vreemdelingen met
trefwoorden op de zwarte lijst worden
geblokkeerd
Oproepen en berichten van nummers op de
zwarte lijst worden geblokkeerd
Oproepen en berichten van nummers op
de witte lijst worden niet
geblokkeerd
Batterijbeheer
Statistische gegevens van de batterij bekijken
Gebruik Telefoonbeheer om gedetailleerde statistische gegevens over het batterijgebruik voor
elke app te bekijken.
Open
Telefoonbeheer. Raak resterend aan en veeg op het scherm omhoog. U kunt:
l Raak Details van batterijverbruik aan om gedetailleerde statistische gegevens over het
batterijgebruik te bekijken.
l Raak Verbruiksniveau aan om te zien welke hardware en software van het apparaat de
meeste energie gebruikt.
l Raak Optimaliseren
aan om te controleren op problemen met het energieverbruik en om
prestaties te optimaliseren.
l Schakel Percentage resterende energie in om het percentage resterende energie in de
statusbalk weer te geven.
Stroomverbruik verminderen
Gebruik Telefoonbeheer om prestaties te optimaliseren en stroomverbruik te verminderen.
Open
Telefoonbeheer en raak resterend aan. U kunt:
l Prestaties optimaliseren: Raak Optimaliseren aan. Uw apparaat controleert op problemen
met het energiegebruik en optimaliseert de prestaties. Als u het stroomverbruik nog verder wilt
verlagen, raakt u items moeten handmatig worden geoptimaliseerd aan en selecteert u
Tonen of Optim. om de stroominstellingen handmatig aan te passen.
l Beperkte achtergrond-apps: Raak Optim. aan en schakel de schakelaars in naast de apps
die u niet op de achtergrond wilt laten uitvoeren wanneer het scherm is vergrendeld.
T
elefoonbeheer
123
l Batterij-legende apps sluiten: Raak Energie-intensieve apps aan en selecteer de apps die
u wilt sluiten.
Er wordt een melding weergegeven op het berichtenpaneel als er batterij-legende apps in
de achtergrond actief zijn. Als u deze meldingen niet wilt ontvangen, raakt u aan en
schakelt u Stroomintensieve prompt uit.
l De schermresolutie verlagen: Schakel Lage resolutie voor energiebesparing in om de
schermresolutie te reduceren en het stroomverbruik te verlagen.
l Energie-intensieve apps automatisch sluiten: Raak aan en schakel Extreem
stroomintensieve apps sluiten in.
Beheer van app-toestemmingen
Telefoonbeheer bevat toestemmingsmanager
. U kunt dit gebruiken om app-toestemmingen te
beperken en uw persoonlijke gegevens te beschermen.
1 Open
Telefoonbeheer.
2 Raak Toestemmingen aan en configureer de gewenste toestemmingen.
Virusscanner
T
elefoonbeheer biedt een virusscanner-functie waarmee u malware kunt verwijderen.
1 Open
Telefoonbeheer.
2 Raak Virusscan aan. Uw apparaat zal malware automatische identificeren en verwijderen.
Raak aan. U kunt:
l Schakel Cloud-scan in om uw apparaat te scannen met behulp van de meest recente
antivirus-database. Voor toegang tot de online database is een internetverbinding
nodig.
l Schakel Scanherinnering in om een melding te ontvangen wanneer u langer dan 30
dagen geen virusscan hebt uitgevoerd.
l Selecteer een scanmodus. De Snelle scan
scant alleen belangrijke bestanden en
geïnstalleerde apps. De Volledige scan neemt meer tijd in beslag en scant op
schadelijke bestanden.
l Schakel Automatisch bijwerken en Alleen update via Wi-Fi in om de antivirus-
database automatisch bij te werken wanneer u bent verbonden via Wi-Fi.
App coderen
Gebruik App-vergrendeling om apps te coderen en ongeautoriseerde toegang te voorkomen.
1 Open
Telefoonbeheer.
Telefoonbeheer
124
2 Touch App-vergrendeling aan. Wanneer u App-vergrendeling voor het eerst opent, volgt u
de instructies op het scherm om een viercijferige PIN-code en een herinnering aan het
wachtwoord in te stellen.
3 Schakel de schakelaar naast de apps die u wilt coderen, in. U moet de PIN dan telkens
invoeren als u een gecodeerde app opent.
Op het App-vergrendelingsscherm raakt u aan om het wachtwoord te wijzigen of om
de app-vergrendeling uit te schakelen.
Apps instellen om automatisch te sluiten wanneer het
scherm wordt vergrendeld
Kies welke apps u wilt sluiten wanneer het scherm wordt vergrendeld om stroomverbruik en het
gebruik van mobiele data te beperken.
1 Open Telefoonbeheer.
2 Touch Vergrendelscherm opschonen aan.
3 Schakel de schakelaar naast de apps die u wilt sluiten, in.
De geselecteerde apps sluiten automatisch wanneer het scherm wordt vergrendeld. U
ontvangt mogelijk geen nieuwe berichten van e-mail-, berichten- en sociale netwerk-apps
ontvangen nadat ze zijn gesloten.
Configureren van Telefoonbeheer
Snelkoppeling toevoegen voor
telefoonbeheer
Maak snelkoppelingen op het startscherm aan voor veelgebruikte functies van het
apparaatbeheer.
1 Open
Telefoonbeheer.
2 Raak > Snelkoppelingen aan en schakel de functie in die u aan het startscherm wilt
toevoegen.
Telefoonbeheer
125
Tools
U tegelijkertijd bij twee sociale media-accounts
aanmelden
Meld u aan bij twee
WhatsApp of Facebook-accounts tegelijkertijd om uw werk en persoonlijke
leven gescheiden te houden.
Deze functie werkt alleen met Facebook en WhatsApp.
1 Open Instellingen.
2 Raak App-tweeling aan. Schakel de Facebook- of WhatsApp-schakelaars naar wens in.
l Wanneer App-tweeling voor een app is ingeschakeld, verschijnen er twee app-
pictogrammen op het startscherm, zodat u zich tegelijkertijd bij twee accounts kunt
aanmelden.
l Houd de app-twin-pictogram ingedrukt om de functie uit te schakelen.
Klok
Alarmen beheren
Stel een alarm in om wakker te worden of u aan belangrijke afspraken te herinneren.
Open Klok. Vanaf het tabblad Alarm kunt u het volgende doen:
l Een alarm toevoegen: Raak aan en stel de tijd, beltoon en herhaalinstellingen enz. in
voor het alarm. Raak aan om de instellingen toe te passen.
l Een alarm in- of uitschakelen: Raak de schakelaar naast een alarm aan.
l De alarminstellingen configureren: Raak
aan en ga naar ALARM om de sluimerduur,
de instellingen voor de stille modus en het gedrag van de volumeknoppen te configureren.
l Een alarm verwijderen: Houd het alarm die u wilt verwijderen aangeraakt. Raak naast de
kok aan en raak dan aan.
l Een alarm uitschakelen: Raak Veeg om het alarm uit te schakelen aan de onderkant van
het vergrendelingsscherm aan.
l Een alarm dempen: Druk op de knop voor lager volume.
l 10 minuten sluimeren
: Druk op de aan/uit-knop. Het alarm gaat na 10 minuten weer af. Als u
het alarm wilt uitschakelen, veegt u vanaf de bovenkant van het scherm omlaag om het
berichtenpaneel te openen en raakt u de alarmmelding aan.
l Alarmen inschakelen wanneer uw apparaat is uitgeschakeld: Selecteer Alarm actief
houden, gaat af over . Alarmen blijven afgaan, zelfs wanneer uw apparaat is uitgeschakeld.
126
De wereldklok configureren
Voeg meerdere klokken toe om de tijd in verschillende steden van de wereld te bekijken.
1 Open Klok.
2 Vanaf het tabblad Wereldklok kunt u het volgende doen:
l Een stad toevoegen
: Raak
aan. Voer de naam van een stad in of selecteer een stad
in de lijst.
l De systeemdatum en -tijd instellen: Raak > Datum en tijd aan en configureer de
instellingen.
l Een stad verwijderen: Houd de stad die u wilt verwijderen aangeraakt. Raak naast de
stad aan en raak dan aan.
Thuistijd
Stad toevoegen
Mijn steden
Datum, tijd en
eigen tijdzone
instellen
Dubbele klok inschakelen
Uw apparaat geeft standaard de netwerktijd weer. Schakel Dubbele klok in om de tijd in uw
huidige tijdzone en uw eigen tijdzone op het vergrendelingsscherm weer te geven.
1 Open
Klok.
2 Onder Wereldklok, raakt u > Datum en tijd aan.
3 Schakel Dubbele klok in. Raak Woonplaats aan en selecteer uw lokale tijdzone uit de lijst
van steden.
Tools
127
Tijdzone van het
huidige netwerk
Eigen tijdzone
Er wordt slechts één klok weergegeven wanneer de lokale tijdzone hetzelfde is als de
eigen tijdzone.
Stopwatch
1 Open Klok.
2 Ga naar het tabblad Stopwatch en raak aan om de stopwatch te starten.
Terwijl de stopwatch loopt, raakt u om rondjes te tellen. Veeg omhoog over de timer
in het midden van het scherm om uw ronde-informatie te bekijken.
3 Raak aan om de stopwatch te onderbreken.
4 Raak aan om de stopwatch te of om de stopwatch opnieuw in te stellen.
Het scherm blijft aan wanneer de stopwatch loopt.
Timer
1 Open
Klok.
2 Ga naar het tabblad Timer en veeg omhoog of omlaag om de afteltijd in te stellen.
3 Raak
aan om de timer te starten.
4 Wanneer de timer afgaat, veegt u over het scherm om de beltoon te dempen.
Wanneer de timer aftelt, raakt u aan om het aftellen te pauzeren of om de timer
opnieuw in te stellen.
Tools
128
Geluidsrecorder
Geluid opnemen
1 Raak
Audio-opnamefunctie aan.
2 Raak Start aan om de opname te starten.
3 Raak Pauzeren
of Hervatten aan om de opname te onderbreken of hervatten.
Een tag toevoegen: V
oeg een Snel taggen of Foto taggen toe voor gemakkelijke
referentie.
4 Raak Stoppen aan en voer een naam in. Raak vervolgens Opslaan aan.
l Uw apparaat rinkelt niet als u tijdens het opnemen een oproep ontvangt.
l Wanneer de recorder-app geluid op de achtergrond opneemt, gebruikt u de controller in
het berichtenpaneel om de opname te Pauzeren, Hervatten of Stoppen
.
Een opname afspelen
Speel geluid vanuit een bepaalde richting af of begint het afspelen vanaf een locatie die getagd
is.
1 Raak
Audio-opnamefunctie aan.
2 Selecteer Opnames.
3 Selecteer een opname. Op het afspeelscherm kunt u:
l Een tag selecteren: V
eeg op het afspeelscherm naar links om opnametags te bekijken en
selecteer dan een tag om af te spelen vanaf de corresponderende locatie.
l De afspeelmodus wijzigen: Schakel tussen Oorstuk en
Luidspreker.
Wanneer de recorder-app geluid op de achtergrond opneemt, gebruikt u de controller in het
berichtenpaneel om een opname af te spelen, te onderbreken of te annuleren.
Opnames beheren
Opnames delen, hernoemen en sorteren.
1 Raak Audio-opnamefunctie aan.
2 Selecteer Opnames.
3 In het scherm Bestandsbeheer kunt u opnames sorteren, delen en hernoemen.
Tools
129
Aangeraakt houden om
opnamen te beheren
Aanraken om nieuwe
opname te maken
Aanraken om te
wisselen tussen afspelen
via luidspreker of oorstuk
Omlaag vegen om
zoekvak te openen
Aanraken om
opname af te spelen
Audio-opnamen
sorteren
Tools
130
Systeemfuncties en -instellingen
In- en uitschakeltimer
Gebruik de timer voor in- en uitschakelen om het stroomverbruik te verminderen en te
voorkomen dat u tijdens uw slaap wordt gestoord.
Open
Instellingen en raak Slimme assistentie > Geplande in- en uitschakeling aan.
Schakel
Geplande uitschakeling en Geplande inschakeling in en configureer dan de tijd- en
herhalingsinstellingen voor het in- en uitschakelen. Uw apparaat wordt automatisch op het
vooraf ingestelde tijdstip in- of uitgeschakeld.
Schakel de timer uit door Geplande uitschakeling en Geplande inschakeling uit te schakelen.
Apparaat opnieuw starten
U merkt mogelijk minder goede prestaties wanneer uw apparaat gedurende lange tijd
ingeschakeld is geweest. Start uw apparaat regelmatig opnieuw op om bestanden in cache te
wissen en optimale prestaties te waarborgen.
Als u uw apparaat opnieuw wilt starten, houdt u de Aan/Uit-knop 3 seconden ingedrukt en raakt
u vervolgens Opnieuw opstarten aan.
Als u het opnieuw starten van uw apparaat wilt forceren, houd u de aan/uit-knop ingedrukt
totdat uw apparaat trilt.
De systeemtaal wijzigen
1 Open Instellingen.
2 Raak Geavanceerde instellingen > Taal en invoer aan.
3 Raak Taal aan en selecteer de gewenste taal.
Als de taal die u zoekt, niet wordt vermeld, dan raakt u Een taal toevoegen aan om naar
een taal te zoeken, waarna u de taal aan de lijst kunt toevoegen.
De invoermethode wijzigen
Wissel naar wens tussen de invoermethoden.
1 Tik op onder aan het tekstinvoerscherm.
2 Selecteer de gewenste invoermethode.
Open Instellingen om een invoermethode toe te voegen. Tik op Geavanceerde
instellingen > Taal en invoer >
Standaard toetsenbord > Invoermethoden configureren
en schakel de gewenste invoermethode in.
131
Invoermethode-instellingen
Een toetsenbord toevoegen
1 Open
Instellingen.
2 Raak Geavanceerde instellingen > Taal en invoer aan en selecteer Virtueel toetsenbord
onder Toetsenbord en invoermethoden
.
3 Raak Een virtueel toetsenbord toevoegen aan en schakel het toetsenbord dat u wilt
toevoegen in.
Na het toevoegen van een toetsenbord kunt u de toetsenbordinstellingen naar wens
configureren.
De standaard invoermethode selecteren
1 Open Instellingen.
2 Raak Geavanceerde instellingen > Taal en invoer aan. Onder Toetsenbord en
invoermethoden raakt u
Standaard toetsenbord aan en selecteert u de gewenste
invoermethode. Uw apparaat zal de standaard invoermethode automatisch inschakelen
wanneer u tekst invoert.
Tekst bewerken
Tekst selecteren, knippen, kopiëren, plakken en delen.
l Tekst selecteren: Houd de tekst aangeraak tot verschijnt. Sleep en om een
deel van de tekst te selecteren of raak Alles selecteren aan om de hele tekst te selecteren.
l Tekst kopiëren: Selecteer de tekst die u wilt kopiëren en raak Kopiëren aan om het naar het
klembord te kopiëren.
l T
ekst knippen: Selecteer de tekst die u wilt knippen en raak Knippen aan om het naar het
klembord te verplaatsen.
l Tekst plakken: Houd de plaats aangeraakt waar u de tekst wilt invoegen en raak vervolgens
Plakken aan.
Systeemfuncties en -instellingen
132
De geplakte tekst blijft in het klembord beschikbaar totdat u andere inhoud knipt of
kopieert.
l Tekst delen: Selecteer de tekst die u wilt delen en raak Delen aan. Kies hoe u de tekst wilt
delen en volg de instructies op het scherm.
Vliegtuigmodus
Om interferentie te voorkomen, schakelt u de vliegtuigmodus in wanneer u aan boord van een
vliegtuig bent. Wanneer ingeschakeld, worden bellen, mobiele gegevens, Bluetooth en Wi-Fi
uitgeschakeld. U kunt Bluetooth en Wi-Fi handmatig inschakelen.
Gebruik een van de volgende methoden om de vliegmodus in of uit te schakelen:
l De snelkoppelingsschakelaar gebruiken
: Veeg omlaag vanaf de statusbalk om het
berichtenpaneel te openen. Raak
aan om alle snelkoppelingsschakelaars weer te geven
en schakel dan in.
l Ga naar instellingen: Open Instellingen en schakel de schakeloptie Vliegmodus om.
Wanneer vliegtuigmodus is ingeschakeld, wordt het pictogram vliegtuigmodus weergegeven
in de statusbalk .
De geluidsinstellingen configureren
Het systeemvolume aanpassen
Pas de beltoon, de media, het alarm en het belvolume op uw wensen aan.
1 Open Instellingen.
Systeemfuncties en -instellingen
133
2 Raak Geluid > Volume aan om de beltoon, de media, het alarm en het belvolume aan te
passen.
Stille modus inschakelen
Schakel de stille modus in om te voorkomen dat u anderen in rustige omgevingen stoort, zoals
wanneer u een vergadering bijwoont.
1 Open Instellingen.
2 Raak Geluid en schakel Stille modus in.
Trillen in stille modus: Wanneer Stille modus is ingeschakeld en Trillen in stille
modus
is aangezet, trilt uw apparaat wanneer u een binnenkomende oproep of bericht
ontvangt.
Snel schakelen tussen stilte modus, trilling, geluidsmodus
Snel schakelen tussen stille modus, trilling, geluidsmodus vanaf de statusbalk.
Veeg vanaf de statusbalk omlaag en open de tab snelkoppelingen. Raak
aan om te
schakelen tussen de modi Geluid, Stil en Trilling.
De standaard meldingstoon instellen
Kies een vooraf ingestelde beltoon of een lokaal muziekbestand als meldingstoon voor
berichten, e-mail en andere meldingen.
1 Open Instellingen.
2 Raak Geluid > Standaard meldingentoon aan en kies een nieuwe meldings-Beltoon of
een Muziek -bestand.
Aanraaktonen op het toetsenblok configureren
1 Open Instellingen.
2 Raak Geluid > Aanraaktonen beltoetsen aan en selecteer Standaard, Melodie of Geen.
Systeemwaarschuwingsgeluiden en haptische feedback in- of uitschakelen
1 Open Instellingen.
2 Raak Geluid aan. U kunt Aanraakgeluiden, Geluid voor schermvergrendeling, Geluid
voor schermafbeelding en Trillen bij aanraking in- of uitschakelen.
Wanneer Trillen bij aanraking is ingeschakeld, trilt uw apparaat wanneer u een toets op
de navigatiebalk aanraakt of het scherm ontgrendelt.
Systeemfuncties en -instellingen
134
Eénhandsmodus
Schakel de minischermweergave of het verschuivende toetsenbord in om het gemakkelijker voor
u te maken om uw apparaat met één hand te bedienen.
1 Open
Instellingen.
2 Raak Slimme assistentie > Gebruikersinterface voor gebruik met één hand aan. U kunt:
l Het scherm kleiner maken: Schakel Minischermweergave in. De minischermweergave
zal teksten en afbeeldingen kleiner weergeven voor een gemakkelijkere bediening. U kunt
schakelen tussen minischerm en normale scherm door links of rechts te slepen op de
virtuele navigatiebalk.
Navigatiebalk is standaard ingeschakeld voor apparaten met een voorwaarts gerichte
vingerafdruksensor-navigatieknop. U kunt schakelen tussen minischerm en normale
scherm door te slepen op het scherm van rechts- of linksonder.
Systeemfuncties en -instellingen
135
l Het verschuivende toetsenbord inschakelen: Schakel Verschuivend toetsenbord in.
Het , de kiezer
, het menu tijdens een gesprek en het toetsenblok van het
vergrendelingsscherm worden in de hoek van het scherm klein zodat u gemakkelijker met
één hand kunt typen. Raak de pijl naast het toetsenbord aan om het toetsenbord naar de
andere kant van het scherm te verplaatsen.
De niet-storen-modus
In de modus 'Niet storen' kunt u ongestoord en in alle stilte werken of ontspannen. Uw apparaat
meldt alleen belangrijkste oproepen of berichten.
1 Open
Instellingen.
2 Raak Niet storen en schakel Nu inschakelen in.
3 Raak Modus 'Niet storen'
aan. U kunt:
l De instellingen voor inkomende oproepen en berichten configureren: Selecteer
Alleen onderbrekingen met prioriteit. Raak Prioriteitsonderbrekingen definiëren aan
en raak vervolgens Oproepen en Berichten aan om de contactpersonen te bepalen van
wie u oproepen of berichten wilt ontvangen.
Door Alleen witte lijst te selecteren wordt alleen het bereik van contactpersonen
bepaald. Selecteer Witte lijst oproepen/berichten om specifieke contactpersonen in
te stellen.
l Beltonen voor alarm in de niet-storen-modus inschakelen: Selecteer Alleen alarmen
om alleen alarmbeltonen toe te staan.
l Alle onderbrekingen uitschakelen: Selecteer Niet onderbreken om alle beltonen en het
trillen uit te schakelen. Het scherm gaat niet aan voor binnenkomende oproepen, berichten
of alarmen.
Systeemfuncties en -instellingen
136
l Om de niet-storen-modus voor een bepaalde periode in te schakelen, raakt u Tijd aan.
l Om de niet-storen-modus voor een bepaalde gebeurtenis in te schakelen, raakt u
Gebeurtenis aan.
Een account instellen
Een account toevoegen
V
oeg een e-mail- of sociale media-account toe om de e-mails en berichten op uw apparaat te
synchroniseren.
1 Open Instellingen.
2 Raak Accounts > Account toevoegen aan. Selecteer een accounttype en volg de
instructies op het scherm voor het invoeren van de accountgegevens.
l U moet de overeenkomstige app installeren voordat u een account van derden kunt
toevoegen.
l Voor meer informatie over het toevoegen van e-mail en bedrijfsaccounts, raadpleegt u Een e-
mailaccount toevoegen.
Een account verwijderen
1 Open Instellingen.
2 Raak Accounts aan en selecteer een accounttype.
3 Selecteer de account die u wilt verwijderen en volg de instructies op het scherm.
Gegevens synchroniseren met uw apparaat
Schakel de synchronisatiefunctie in om alle gegevens op uw apparaat up-to-date te houden en
het verlies van gegevens te voorkomen. U kunt e-mails en andere gegevens van uw oude
apparaat synchroniseren.
Het type gegevens dat kan worden gesynchroniseerd, hangt af van het accounttype.
1 Open Instellingen.
2 Selecteer Accounts.
3 Raak in de rechterbovenhoek van het scherm aan. Selecteer Gegevens autom.
synchroniseren en volg de instructies op het scherm.
Als de schakelaar voor het synchroniseren van gegevens is uitgeschakeld, kunt u
gegevens handmatig synchroniseren door een account te selecteren en aan te
raken.
Systeemfuncties en -instellingen
137
Geheugen- en opslaggegevens bekijken
Bekijk informatie met betrekking tot opslag en geheugen, wijzig de standaard opslaglocatie en
formatteer de microSD-kaart.
Niet alle apparaten ondersteunen microSD-kaarten.
1 Open Instellingen.
2 Raak Geheugen en opslag aan om informatie met betrekking tot uw interne opslag en
microSD-kaart te bekijken.
3 Hier kunt u het volgende doen:
l Formatteer de microSD-kaart: Raak SD-kaart > Formatteren > W
issen en formatteren
aan om alle gegevens van uw microSD-kaart te wissen. Maak een back-up van uw
bestanden voor het formatteren om verlies van uw gegevens te voorkomen.
l Standaard opslaglocatie instellen: Raak Standaard locatie aan en stel de standaard
opslaglocatie in op de interne opslag of microSD-kaart.
De datum en tijd instellen
Uw apparaat stelt de datum en tijd automatisch in met behulp van door het netwerk
aangeleverde waarden. U kunt de tijd ook handmatig instellen en weergeven in 12- of 24-
uurindeling.
1 Open
Instellingen.
2 Raak Geavanceerde instellingen > Datum en tijd aan. U kunt:
l De tijd en datum automatisch instellen met behulp van door het netwerk geleverde
waarden: Schakel Autom. tijd en datum in.
l De tijdzone automatisch instellen met behulp van door het netwerk geleverde
waarden
: Schakel Automatische tijdzone in.
l Tijdsformaat instellen: Schakel de 24-uurindeling in om de tijd weer te geven in de 24-
uurindeling. De tijd wordt standaard in 12-uurindeling weergegeven.
Locatietoegang inschakelen
Schakel op locatie gebaseerde diensten in om te zorgen dat de kaart, navigatie en weerapps
toegang tot uw locatiegegevens hebben.
De locatie-instellingen configureren
Afhankelijk van uw provider kunnen de functies variëren.
1 Open
Instellingen.
2 Raak Beveiliging & privacy > Locatietoegang aan.
Systeemfuncties en -instellingen
138
3 Door Toegang tot mijn locatie in te schakelen, kunt u
l GPS, Wi-Fi en mobiele netwerken gebruiken: gebruikt GPS en de internetverbinding van
uw apparaat. Schakel deze optie in voor uiterst nauwkeurige positionering.
l Wi-Fi en mobiele netwerken gebruiken: gebruikt alleen de internetverbinding van uw
apparaat. Schakel deze optie in voor verminderd stroomverbruik en langere stand-bytijden.
l Alleen GPS gebruiken: vereist geen verbinding met het internet. Schakel deze functie in
om het mobiele gegevensgebruik te beperken.
De nauwkeurigheid van positionering binnen vergroten
Uw apparaat gebruikt Wi-Fi en Bluetooth voor een meer nauwkeurige positionering wanneer u
binnen bent.
1 Open Instellingen.
2 Raak Beveiliging & privacy > Locatietoegang aan.
3 Door > Scaninstellingen aan te raken, kunt u:
l Schakel Wi-Fi scannen in. Locatie-apps en -services scannen voortdurend naar Wi-Fi-
netwerken voor positionering die nauwkeuriger is.
l Schakel Bluetooth-scannen in. Locatie-apps en -services zoeken naar Bluetooth-
apparaten voor positionering die nauwkeuriger is.
Fabrieksinstellingen herstellen
Herstel de fabrieksinstellingen als uw apparaat crasht of langzaam reageert.
Als u de fabrieksinstellingen herstelt, worden uw persoonlijke gegevens van uw apparaat
gewist, inclusief accountinformatie, gedownloade apps en systeeminstellingen. Maak een
back-up van belangrijke gegevens op uw apparaat voordat u de fabrieksinstellingen herstelt.
1 Open Instellingen.
2 Raak Geavanceerde instellingen > Backup en Fabrieksinstellingen aan.
3 Raak T
erug naar fabrieksinstellingen aan en kies of u uw interne opslag wilt formatteren.
Als u Interne geheugen wissen selecteert, worden alle bestanden uit de interne opslag
verwijderd, bijvoorbeeld muziek en foto's. Ga verder op eigen risico.
4 Raak Telefoon opnieuw instellen aan om de fabrieksinstellingen van uw apparaat te
herstellen.
OTA-updates
Werk het systeem van uw apparaat bij naar de meest recente versie om de prestaties van uw
apparaat te verbeteren.
Deze functie vereist een verbinding met het internet. Verbinding maken met een Wi-Fi-
netwerk om onnodige datakosten te voorkomen.
Systeemfuncties en -instellingen
139
l Het gebruik van ongeautoriseerde software van derden voor het bijwerken van uw
apparaat kan uw apparaat onbruikbaar maken of uw persoonlijke gegevens in gevaar
brengen. Gebruik voor optimale resultaten de OTA-updatefunctie of breng uw apparaat
naar uw dichtstbijzijnde Huawei-servicecentrum.
l Tijdens een systeemupdate kunnen uw persoonlijke gegevens worden gewist. Maak altijd
een back-up van belangrijke gegevens voordat u uw apparaat bijwerkt.
l Zorg ervoor dat uw apparaat tijdens de update over minimaal 20% resterend
batterijvermogen beschikt.
l Na de update kunt u merken dat sommige apps van derden niet compatibel zijn met uw
systeem, zoals applicaties voor internetbankieren of games. Dit komt doordat
ontwikkelaars van applicaties van derden enige tijd nodig hebben voor het ontwikkelen
van release-updates voor nieuwe Android-releases. Wacht totdat er een nieuwe versie
van de applicatie wordt uitgegeven.
Raak Instellingen > Over de telefoon > Build-nummer aan om het versienummer van uw
apparaat te bekijken.
1 Open Instellingen.
2 Raak Systeemupdate aan. Uw apparaat controleert automatisch op updates.
3 Selecteer de nieuwste versie om het updatepakket te downloaden.
4 Als de download is voltooid, raakt u Bijwerken aan. Het updateproces kan enige tijd in
beslag nemen. Gebruik uw apparaat niet voordat de update is voltooid. W
anneer de update
is voltooid, wordt uw apparaat automatisch opnieuw gestart.
Productinformatie bekijken
De naam van uw apparaat veranderen
Geef uw apparaat een andere naam om uw apparaat gemakkelijker te kunnen vinden wanneer u
andere apparaten verbindt met uw draagbare Wi-Fi-hotspot of wanneer u andere apparaten via
Bluetooth wilt paren.
1 Open
Instellingen.
2 Raak Over de telefoon > Apparaatnaam aan en geef uw apparaat een andere naam.
Uw modelnummer en versie-informatie bekijken
Bekijk uw modelnummer en de systeemversie-informatie.
1 Open
Instellingen.
2 Raak Over de telefoon aan om uw modelnummer, het versienummer, de EMUI-versie en
Android-versie te bekijken.
Systeemfuncties en -instellingen
140
Uw IMEI bekijken
Alle apparaten hebben een unieke 15-cijferige IMEI die u kunt gebruiken om te controleren of uw
apparaat authentiek is.
1 Open Instellingen.
2 Raak Over de telefoon aan om de IMEI te bekijken.
Apparaten met twee SIMs hebben twee IMEI's.
De specificaties van uw apparaat bekijken
Bekijk de specificaties van uw apparaat met behulp van een paar eenvoudige stappen. U kunt
informatie over uw processor, geheugen, schermresolutie en meer bekijken.
1 Open Instellingen.
2 Raak Over de telefoon aan. Veeg op het scherm omhoog of omlaag om informatie over de
processor, het RAM, het interne geheugen, de schermresolutie en meer te bekijken.
Toegankelijkheidsfuncties
T
alkBack inschakelen
TalkBack biedt hoorbare aanwijzingen en bijschriften om visueel gehandicapte gebruikers bij te
staan. Als TalkBack is ingeschakeld, geeft uw apparaat hoorbare aanwijzingen voor alle inhoud
die u aanraakt, selecteert of inschakelt.
Hoorbare aanwijzingen zijn niet in alle talen beschikbaar. Als uw taal niet beschikbaar is,
kunt u een spraaksynthesemechanisme van een derde downloaden. Raadpleeg Tekst-naar-
spraak (TTS)-uitvoer voor meer informatie.
1 Open Instellingen.
2 Raak Geavanceerde instellingen > Toegankelijkheid > TalkBack
aan.
3 Schakel TalkBack in en raak OK aan.
Een zelfstudie wordt afgespeeld wanneer u TalkBack voor het eerst inschakelt. Als u de
zelfstudie nogmaals wilt afspelen, raakt u aan om de TalkBack-instellingen te
openen en de zelfstudie te selecteren.
4 Raak aan en schakel Verkennen via aanraking in.
Als Verkennen via aanraking is ingeschakeld, geeft uw apparaat hoorbare aanwijzingen
voor de inhoud die u aanraakt.
TalkBack uitschakelen:Druk op de aan/uit-knop totdat uw apparaat trilt, houd vervolgens het
scherm aangeraakt voor 3 seconden.
TalkBack gebruiken om uw apparaat te bedienen
Nadat u T
alkBack hebt ingeschakeld, gebruikt u gebaren voor het volgende:
Systeemfuncties en -instellingen
141
Bladeren op het scherm: Veeg omhoog of omlaag met twee vingers om door menulijsten te
scrollen. Veeg naar links of rechts om tussen schermen te schakelen.
Een item selecteren: Raak een item met één vinger aan om het te selecteren (het item wordt
niet geopend). Uw apparaat leest de inhoud van het geselecteerde item voor.
Een item openen: Raak een deel van het scherm twee keer met één vinger aan om uw selectie
uit de vorige stap te bevestigen.
Als u bijvoorbeeld Instellingen wilt openen, raakt u het pictogram Instellingen één keer aan
met één vinger en raakt u vervolgens een deel van het scherm twee keer aan.
De TalkBack-instellingen configureren
1 Open Instellingen.
2 Raak Geavanceerde instellingen > Toegankelijkheid > TalkBack
>
aan.
Systeemfuncties en -instellingen
142
3 Volg de instructie op het scherm om het feedback-volume, hoorbare feedback-instellingen,
gebarenbediening enz. aan te passen.
Tekst-naar-spraak (TTS)-uitvoer
Deze functie converteert tekst naar spraak voor gebruikers met een beperkt gezichtsvermogen.
Voor T
ekst-naar-spraak-uitvoer (TTS) moet TalkBack zijn ingeschakeld.
1 Open
Instellingen.
2 Raak Geavanceerde instellingen > Toegankelijkheid aan. Schakel Uitvoer voor tekst-
naar-spraak in en selecteer dan de gewenste spraaksynthesemachine en spraaksnelheid.
Kleurcorrectie
In de kleurcorrectiemodus worden de kleuren aangepast zodat personen met kleurenblindheid
gemakkelijker onderscheid kunnen maken tussen de verschillende onderdelen van het scherm.
Ga zorgvuldig met deze functie om, aangezien het de prestaties van uw apparaat kan
beïnvloeden.
1 Open Instellingen.
2 Raak Geavanceerde instellingen > Toegankelijkheid > Kleurcorrectie aan en schakel
Kleurcorrectie in.
3 Raak
Correctiemodus aan en selecteer de gewenste modus voor kleurcorrectie.
Systeemfuncties en -instellingen
143
Hulp ontvangen
Lees de Snelstartgids die bij uw apparaat wordt meegeleverd.
Raak Instellingen > Over de telefoon > Juridische informatie aan om de juridische informatie
te lezen.
Bezoek http://consumer.huawei.com/en/ voor meer informatie.
144
Persoonlijke gegevens en
gegevensbeveiliging
Het gebruik van bepaalde functies of applicaties van derden op uw apparaat kan ertoe leiden dat
uw persoonlijke gegevens en/of andere gegevens verloren raken of toegankelijk worden voor
anderen. Neem de volgende maatregelen om uw persoonlijke gegevens te helpen beschermen:
l Bewaar uw apparaat op een veilige plek om ongeautoriseerd gebruik te voorkomen.
l V
ergrendel het scherm van uw apparaat en stel een wachtwoord of ontgrendelingspatroon in.
l Maak regelmatig een back-up van de persoonlijke gegevens die zijn opgeslagen op uw SIM-
kaart, uw geheugenkaart of in het geheugen van het apparaat. Als u een nieuw apparaat in
gebruik neemt, zorgt u dat u alle persoonlijke gegevens op uw oude apparaat verplaatst of
verwijdert.
l Maak regelmatig een back-up van de persoonlijke gegevens die zijn opgeslagen op uw
geheugenkaart of in het geheugen van het apparaat. Als u een nieuw apparaat in gebruik
neemt, zorgt u dat u alle persoonlijke gegevens op uw oude apparaat verplaatst of verwijdert.
l Open geen sms- of e-mailberichten van vreemden, om te voorkomen dat uw apparaat
geïnfecteerd raakt met een virus.
l Wanneer u uw apparaat gebruikt om te internetten, bezoekt u geen websites die een
beveiligingsrisico kunnen inhouden, om te voorkomen dat uw persoonlijke gegevens worden
gestolen.
l Als u gebruikmaakt van diensten als draagbare Wi-Fi-hotspot of Bluetooth, stelt u voor deze
diensten een wachtwoord in om ongeoorloofde toegang tegen te gaan. Schakel deze diensten
uit wanneer u ze niet gebruikt.
l Installeer beveiligingssoftware op uw apparaat en scan regelmatig op virussen.
l Gebruik alleen apps van derden uit een legitieme bron. Scan gedownloade apps van derden
op virussen.
l Installeer beveiligingssoftware of -patches die worden uitgegeven door Huawei of
geautoriseerde app-leveranciers.
l Het gebruik van ongeautoriseerde software van derden voor het updaten van uw apparaat kan
uw apparaat beschadigen of uw persoonlijke gegevens in gevaar brengen. Het wordt
aanbevolen uw apparaat te updaten met behulp van de online updatefunctie of door het
downloaden van officiële updatepakketten voor uw apparaatmodel van Huawei.
l Sommige apps vereisen en verzenden informatie over uw locatie. Hierdoor zijn derden
mogelijk in staat om de gegevens over uw locatie te delen.
l Bepaalde externe app-leveranciers kunnen detectie- en diagnostische gegevens van uw
apparaat verzamelen ter verbetering van hun producten en diensten.
145
Lijst met beveiligingsfuncties
Huawei-telefoons worden geleverd met een aantal beveiligingsfuncties om uw gegevens
beveiligd te houden.
Schermvergrendelings-
stijl en wachtwoord
Stel een schermvergrendelingswachtwoord in om ongeautoriseerde
toegang tot uw apparaat te voorkomen. Raadpleeg De
schermvergrendelingsstijl wijzigen voor meer informatie.
Vingerafdrukherken-
ning
Gebruik een vingerafdruk om uw scherm te ontgrendelen, versleutelde
bestanden te openen, apps te ontgrendelen en veilig te betalen.
Raadpleeg Vingerafdrukherkenning voor meer informatie.
Een microSD-kaart
coderen
Codeer uw microSD-kaart om ongeautoriseerde toegang tot uw
gegevens te voorkomen. Er moet een wachtwoord worden ingevoerd
wanneer de microSD-kaart in een ander apparaat is gestoken.
Raadpleeg Wachtwoord van de microSD-kaart instellen voor meer
informatie.
De PIN-code van uw
SIM-kaart instellen
Schakel de SIM-vergrendeling in om te voorkomen dat anderen uw
SIM-kaart gebruiken. U moet telkens als u uw apparaat inschakelt of
uw SIM-kaart in een ander apparaat plaatst, de PIN van uw SIM-kaart
invoeren. Raadpleeg De PIN-code van uw SIM-kaart instellen voor
meer informatie.
Spamberichten
blokkeren
Gebruik het intimidatiefilter en de zwarte lijst in Telefoonbeheer om
spamoproepen en berichten te blokkeren. Raadpleeg Spamberichten
blokkeren voor meer informatie.
Kwaadaardige URL's
in berichten
identificeren
Schakel URL-herkenning in om waarschuwingen over kwaadaardige
URL's te ontvangen. Raadpleeg Kwaadaardige URL's in sms-berichten
identificeren voor meer informatie.
VPN's
U kunt een VPN gebruiken om verbinding te maken met uw
bedrijfsnetwerk en een e-mailserver
. Raadpleeg VPN's voor meer
informatie.
Intimidatiefilter
Gebruik het intimidatiefilter en de zwarte lijst in Telefoonbeheer om
spamoproepen en berichten te blokkeren. Raadpleeg Intimidatiefilter
voor meer informatie.
Appkluis
Gebruik de App-vergrendeling in Telefoonbeheer om apps te
vergrendelen en ongeautoriseerde toegang te voorkomen. Het
wachtwoord van App-vergrendeling is nodig om vergrendelde apps te
openen. Raadpleeg App coderen voor meer informatie.
146
Gegevensgebruik
beheren
Gebruik de gegevensbeheerfunctie in Telefoonbeheer om het gebruik
van uw mobiele data bij te houden. Mobiele data wordt automatisch
uitgeschakeld wanneer u de vooraf ingestelde limiet bereikt, om te
voorkomen dat u bovenmatige gegevenskosten oploopt. Raadpleeg
Gegevensgebruik beheren voor meer informatie.
Virusscanner
Gebruik de virusscanner in Telefoonbeheer om malware te verwijderen.
Raadpleeg Virusscanner voor meer informatie.
Lijst met beveiligingsfuncties
147
Juridische kennisgeving
Copyright © Huawei Technologies Co., Ltd. 2017. Alle rechten voorbehouden.
Het is niet toegestaan onderdelen van deze handleiding in enige vorm of op enige manier te
reproduceren of verzenden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Huawei
Technologies Co., Ltd. en haar partners ("Huawei").
Het product dat in deze handleiding wordt beschreven, kan software van Huawei en mogelijke
licentiegevers bevatten waarop het auteursrecht van toepassing is. Klanten mogen deze
software op geen enkele wijze reproduceren, distribueren, wijzigen, decompileren, ontmantelen,
decoderen, uitpakken, aan reverse engineering onderwerpen, leasen, toewijzen of in sublicentie
geven, behalve indien dergelijke restricties toegelaten zijn door de toepasselijke wetgeving of
indien dergelijke handelingen goedgekeurd werden door de respectieve eigenaars van
auteursrechten.
Handelsmerken en vergunningen
, en zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Huawei
Technologies Co., Ltd.
Android™ is een handelsmerk van Google Inc.
Het woordmerk Bluetooth
®
en de bijbehorende logo's zijn gedeponeerde handelsmerken van
Bluetooth SIG, Inc. en elk gebruik van dergelijke merken door Huawei Technologies Co., Ltd.
vindt plaats onder licentie.
Overige handelsmerken, product-, dienst- en bedrijfsnamen die worden genoemd, kunnen het
eigendom zijn van hun respectieve eigenaren.
Kennisgeving
Sommige functies van het product en de bijbehorende accessoires zoals in dit document
beschreven, zijn afhankelijk van de geïnstalleerde software, mogelijkheden en instellingen van
het lokale netwerk en kunnen daarom mogelijk niet geactiveerd worden of kunnen beperkt
worden door plaatselijke telefoonmaatschappijen of aanbieders van netwerkdiensten.
Daardoor komen de beschrijvingen in dit document wellicht niet exact overeen met het product
dat of de accessoires die u hebt aangeschaft.
Huawei behoudt zich het recht voor om de informatie of specificaties in deze handleiding zonder
voorafgaande kennisgeving en zonder enige aansprakelijkheid te wijzigen.
Verklaring met betrekking tot software van derden
Huawei is niet de eigenaar van het intellectuele eigendom van de software en toepassingen van
derden die met dit product worden meegeleverd. Daarom biedt Huawei geen enkele garantie
voor software en toepassingen van derden. Huawei biedt geen ondersteuning aan klanten die
148
van deze software en applicaties van derden gebruik maken en is niet verantwoordelijk of
aansprakelijk voor de functies van de software en toepassingen van derden.
Toepassingen en diensten van derden kunnen op elk gewenst moment worden onderbroken of
beëindigd en Huawei geeft geen garantie af met betrekking tot de beschikbaarheid van enige
inhoud of dienst. Inhoud en diensten worden door derden aangeboden via netwerk- of
overdrachtsprogramma's die niet onder de controle van Huawei vallen. Voor zover toestaan door
het toepasselijk recht, wordt nadrukkelijk gesteld dat Huawei geen vergoeding biedt of
aansprakelijk kan worden gesteld voor diensten die door derden worden verleend, noch voor de
onderbreking of beëindiging van de inhoud of diensten van derden.
Huawei kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de wettelijkheid, kwaliteit of enige andere
aspecten van software die op dit product is geïnstalleerd, of voor werk van derden dat wordt
geïnstalleerd of gedownload in welke vorm dan ook, met inbegrip van maar niet beperkt tot
teksten, afbeeldingen, video's of software etc. Klanten dragen het risico voor alle effecten,
waaronder incompatibiliteit tussen de software en dit product, die het gevolg zijn van het
installeren van software of het uploaden of downloaden van het werk van derden.
Dit product is gebaseerd op het open-sourceplatform Android™. Huawei heeft de nodige
wijzigingen aan het platform aangebracht. Daarom ondersteunt dit product mogelijk niet alle
functies die worden ondersteund door het standaard Android-platform of is het mogelijk niet
compatibel met software van derden. Huawei biedt geen enkele garantie en verklaring af in
verband met een dergelijke compatibiliteit en sluit elke vorm van aansprakelijkheid in verband
daarmee uitdrukkelijk uit.
UITSLUITING VAN GARANTIE
ALLE INHOUD V
AN DEZE HANDLEIDING WORDT ALS ZODANIG AANGEBODEN. BEHALVE
INDIEN VEREIST DOOR TOEPASSELIJK RECHT, WORDEN ER GEEN GARANTIES
AFGEGEVEN VAN WELKE AARD DAN OOK, HETZIJ EXPLICIET OF IMPLICIET, MET
INBEGRIP VAN MAAR NIET BEPERKT TOT GARANTIES VAN HANDELBAARHEID EN
GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL, MET BETREKKING TOT DE
NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DEZE HANDLEIDING.
VOOR ZOVER MAXIMAAL IS TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELIJK RECHT
KAN HUAWEI IN GEEN GEVAL AANSPRAKELIJK GESTELD WORDEN VOOR EVENTUELE
SPECIALE, INCIDENTELE, INDIRECTE GEVOLGSCHADE, VERLOREN WINSTEN,
BEDRIJFSACTIVITEITEN, INKOMSTEN, GEGEVENS, GOODWILL OF VERWACHTE
BESPARINGEN.
DE MAXIMALE AANSPRAKELIJKHEID (DEZE BEPERKING IS NIET VAN TOEPASSING OP
DE AANSPRAKELIJKHEID VOOR PERSOONLIJK LETSEL TOT DE MATE WAARIN DE WET
EEN DERGELIJKE BEPERKING VERBIEDT) VAN HUAWEI DIE VOORTVLOEIT UIT HET
GEBRUIK VAN HET PRODUCT, ZOALS BESCHREVEN IN DEZE HANDLEIDNG ZAL
WORDEN BEPERKT TOT DE HOOGTE VAN HET DOOR DE KLANTEN BETAALDE BEDRAG
VOOR DE AANSCHAF VAN DIT PRODUCT.
Juridische kennisgeving
149
Import- en exportregelgeving
Klanten moeten alle toepasselijke export- en importwetten en -regelgeving naleven en zijn
verantwoordelijk voor het verkrijgen van alle noodzakelijke overheidsvergunningen en licenties
om het product dat vermeld wordt in deze handleiding, inclusief de software en de technische
gegevens, te exporteren, te herexporteren of te importeren.
Juridische kennisgeving
150
Deze handleiding is uitsluitend bedoeld ter referentie. Het daadwerkelijke product, met
inbegrip van maar niet beperkt tot de kleur, de afmetingen en de schermindeling, kan
hiervan afwijken. Geen van de verklaringen, informatie en aanbevelingen in deze
handleiding houden enige vorm van garantie in, hetzij expliciet of impliciet.
Surf naar http://consumer.huawei.com/en/support/hotline voor een recent
bijgewerkt hotline- en e-mailadres in uw land of regio.
Model: WAS-LX1A
V100R001_01
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156

Huawei P10 lite Handleiding

Categorie
Smartphones
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor