GNX
™
120/130
Installatie-instructies
Belangrijke veiligheidsinformatie
WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
LET OP
Draag altijd een veiligheidsbril, oorbeschermers en een
stofmasker tijdens het boren, zagen en schuren.
KENNISGEVING
Controleer voordat u gaat boren of zagen wat zich aan de
andere kant van het oppervlak bevindt.
Het toestel registreren
Vul de onlineregistratie nog vandaag in, zodat wij u beter
kunnen helpen.
• Ga naar http://my.garmin.com.
• Bewaar uw originele aankoopbewijs of een fotokopie op een
veilige plek.
Contact opnemen met Garmin
®
Product Support
• Ga naar http://www.garmin.com/support voor
supportinformatie voor uw land.
• Bel in de VS met 913-397-8200 of 1-800-800-1020.
• Bel in het VK met 0808 238 0000.
• Bel in Europa met +44 (0) 870 850 1241.
Benodigd gereedschap
• Boormachine en boren
◦ 44 mm (1
3
/
4
in.) gatenzaag
◦ 4,5 mm (
3
/
16
in.) boortje
• Watervaste kit (aanbevolen)
Het toestel plaatsen
Aandachtspunten bij de montage
KENNISGEVING
Dit toestel dient te worden gemonteerd op een locatie die niet
wordt blootgesteld aan extreme temperaturen of
omstandigheden. Het temperatuurbereik voor dit toestel wordt
vermeld in de productspecificaties. Langdurige blootstelling aan
temperaturen boven het opgegeven temperatuurbereik, in
opslag- of gebruiksomstandigheden, kan tot storingen in het
toestel leiden. Schade door extreme temperaturen en
gerelateerde gevolgen vallen niet onder de garantie.
Het montageoppervlak moet vlak zijn, zodat het toestel niet
wordt beschadigd wanneer het is gemonteerd.
Neem deze aandachtspunten in acht bij het kiezen van een
montagelocatie.
• De montagelocatie moet zich op of onder ooghoogte
bevinden voor optimaal zicht tijdens het besturen van het
vaartuig.
• Het montageoppervlak moet sterk genoeg zijn om het
gewicht van het toestel te dragen en het te beschermen
tegen overmatige trillingen of schokken.
• Teneinde interferentie met een magnetisch kompas te
voorkomen, mag het toestel niet dichter bij een kompas
worden geïnstalleerd dan op de kompasveilige afstand die is
vermeld in de productspecificaties.
• Het gebied achter de montageplaats moet voldoende ruimte
bieden voor plaatsing en aansluiting van de kabels.
Het toestel bevestigen
1
Knip de sjabloon voor verzonken montage op maat en
controleer of deze past op de plaats waar u het
scheepsinstrument wilt bevestigen.
De sjabloon voor verzonken montage wordt meegeleverd in
de verpakking.
2
Bevestig de sjabloon op de gekozen montageplaats.
3
Zaag met een 44 mm (1
3
/
4
in.) gatenzaag of slijptol het gat
uit in het midden van de sjabloon.
4
Boor de 4,5 mm (
3
/
16
in.) montagegaten.
5
Verwijder de rest van de sjabloon.
6
Plaats de draadstangen
À
in de achterkant van het
scheepsinstrument.
7
Installeer de meegeleverde pakking
Á
aan de achterkant van
het toestel.
Breng rond de pakking watervaste kit aan om lekkage achter
het dashboard te voorkomen (aanbevolen).
8
Plaats het scheepsinstrument in de opening
Â
.
9
Draai het scheepsinstrument goed vast vanaf de achterkant
van het montageoppervlak door de meegeleverde
vleugelmoeren
Ã
op de draadstangen te draaien.
10
Sluit de NMEA 2000
®
netwerkkabel aan en leidt deze naar uw
NMEA 2000 backbone.
11
Klik de rand op zijn plaats.
Aandachtspunten bij de aansluiting
Het scheepsinstrument kan op voedings- en gegevensbronnen
worden aangesloten via een NMEA 2000 netwerk.
Hoewel het instrument NMEA
®
0183 gegevens niet rechtstreeks
kan ontvangen, kan het NMEA 0183 gegevens uit bronnen die
op een GNX 20 of GNX 21 toestel (afzonderlijk verkrijgbaar) in
hetzelfde NMEA 2000 netwerk zijn aangesloten, wel weergeven.
Het instrument kan ook gegevens van Nexus
®
instrumenten en
sensors ontvangen via een GND
™
10 toestel (afzonderlijk
verkrijgbaar).
Februari 2015
Gedrukt in Taiwan 190-01846-75_0A