Indesit CDIFP 67T9 C FR Daily Reference Guide

Type
Daily Reference Guide
NL
18
MIN 40 cm
MAX 80 cm
Als u het apparaat verplaatst, moet u het verticaal houden;
is dit niet mogelijk, dan moet u het naar achteren kantelen.
Hydraulische aansluitingen
Aanpassingen aan het hydraulisch systeem met het oog
op de installatie mogen alleen door erkende technici worden
uitgevoerd.
De buizen voor de toevoer en afvoer van het water kunnen
zowel naar rechts als naar links worden gericht om een op-
timale installatie te bekomen.
De buizen mogen niet gekneld of gebogen zitten door de
afwasautomaat.
Aansluiting van de buis voor de watertoevoer
• Aansluiting op een koud- of warmwaterkraan van 3/4”
(max. 60°C).
• Laathetwaterlopentothetcompleethelderis.
• Draaidetoevoerbuisgoedvastenopendekraan.
Als de toevoerbuis niet lang genoeg is, dient u zich te
wenden tot een speciaalzaak of tot een erkende monteur
(zie
Service)
.
De waarde van de waterdruk moet in de tabel met de
technische gegevens vermeld staan; is dat niet zo, dan werkt
de afwasautomaat mogelijk niet correct.
Zorg ervoor dat de buis niet gebogen of samengedrukt
wordt.
Aansluiting van de buis op de waterafvoer
Sluit de afvoerbuis aan op een afvoerleiding met een minimale
doorsnede van 2 cm. (A)
Het aanhechtingspunt van de afvoerbuis moet zich op een
hoogtetussen40en80cmvandevloerofhetsteunvlakvan
de afwasautomaat bevinden.
Voordat u de waterafvoerbuis aansluit op de sifon van de
wasbak, moet u de plastic dop (B) verwijderen.
Lekkagebeveiliging
Om lekkages te voorkomen, is de afwasautomaat:
- voorzien van een systeem dat de watertoevoer onderbreekt
in geval van storingen of lekkages van binnenuit.
Enkele modellen zijn verder voorzien van een aanvullend
beveiligingsmechanisme New Acqua Stop*, dat lekkages
ook voorkomt in geval van breuk in de toevoerbuis.
BELANGRIJK: GEVAARLIJKE SPANNING!
De toevoerbuis mag in geen geval worden doorgesneden:
hij bevat onderdelen die onder spanning staan.
Elektrische aansluiting
Voordat u de stekker in het stopcontact steekt, moet u zich
ervan verzekeren dat:
• het stopcontactgeaard is en voldoet aan de geldende
normen;
• hetstopcontactgeschiktisvoorhetmaximalevermogen
van het apparaat. Dit vermogen wordt aangegeven op het
typeplaatje aan de binnenkant van de deur
(zie hoofdstuk Beschrijving van de afwasautomaat);
• despanningswaarden tussen de waarden liggen die
aangegeven worden op het typeplaatje aan de binnenkant
van de deur;
de stekker van het apparaat en het stopcontact
overeenkomen. Als dit niet het geval is, moet u een
bevoegde monteur inschakelen om de stekker te laten
vervangen
(zie Service)
; gebruik geen verlengsnoeren of
meervoudige stopcontacten.
Wanneer het apparaat geïnstalleerd is, moeten de
elektrische voedingskabel en het stopcontact makkelijk te
bereiken zijn.
De kabel mag niet gebogen of samengedrukt worden.
De fabrikant kan niet verantwoordelijk worden gesteld als
deze normen niet worden nageleefd.
Plaatsing en waterpas zetten
1. Plaats de afwasautomaat op een effen en stevige vloer.
Compenseer eventuele onregelmatigheden door de voorste
stelvoetjes los of vast te draaien, totdat het apparaat
horizontaal staat. Een correcte nivellering geeft stabiliteit en
voorkomt trillingen en geluiden.
2. Nadat u de afwasautomaat hebt ingebouwd, kleeft u de
doorzichtige kleefstrip* onder het houten werkvlak om het te
beschermen tegen eventuele condens.
3.Deafwasautomaatmoetmetdezijkantofdeachterkant
tegen de aangrenzende kastjes of de wand worden
geïnstalleerd. Het apparaat kan ook onder het aanrecht
worden ingebouwd*
(zie Montageblad)
.
4*. Om de hoogte van het achterste stelvoetje te regelen,
moet u draaien aan de zeshoekige rode beslagring aan
deonder-/voorzijde inhet middenvan deafwasautomaat.
Gebruik hiervoor een zeshoekige sleutel met een opening
van8mm.Draairechtsomomdehoogtetevermeerderen,
linksom om de hoogte te verminderen
(zie instructieblad voor
de inbouw dat bij de documentatie is gevoegd).
Installatie
* Alleen op bepaalde modellen aanwezig
NL
19
Technische gegevens
Afmetingen
breedte cm 59,5
hoogte cm 82
diepte cm 57
Capaciteit 14 bordensets
Waterdruk toevoer
0,05 ÷ 1 MPa (0,5 ÷ 10 bar)
7,25 – 145 psi
Netspanning Zie typeplaatje
Totaal
opnemingsvermogen
Zie typeplaatje
Zekering Zie typeplaatje
Deze afwasautomaat voldoet
aan de volgende
EU richtlijnen:
- 2006/95/EC
(Laagspanning) - 2004/108/
EC (Elektromagnetische
Compatibiliteit)
- 2009/125/EC (Comm. Reg.
1016/2010) (Ecodesign)
-97/17/EC (Etikettering)
- 2012/19/EC (AEEA)
Het apparaat beschikt over een aantal geluidssignalen/tonen
(aan de hand van het model vaatwasser
) die waarschuwen
dat de betreffende functie van start is gegaan: inschakeling,
einde cyclus, etc.
De symbolen/controlelampjes/leds op het bedieningspaneel/
display kunnen van kleur veranderen, knipperen of vast
aanstaan.
(aan de hand van het model vaatwasser)
.
Het display* toont nuttige informatie betreffende het type
ingestelde cyclus, de was- of droogfase, de resterende tijd,
de temperatuur, enz... enz…
Aanwijzingen voor de eerste afwascyclus
Na de installatie moet u de beschermelementen op de rekken
verwijderen, evenals de elastieken op het bovenrek
(waar
aanwezig).
Instellingen waterontharder
Voordat u met de eerste wasbeurt begint, moet u het
waterhardheidsniveau van de waterleiding instellen
(zie
hoofdstuk Glansmiddel en onthardingszout).
Vul het reservoir van de waterontharder de eerste keer met
water, daarna met ongeveer 1 kg zout; het is normaal dat er
water uitstroomt.
Laatonmiddellijkdaarnaeeneerstewascyclusdraaien.
Gebruik uitsluitend zout dat speciaal voor afwasautomaten
bestemd is.
Na het vullen gaat het controlelampje ZOUT TOEVOEGEN*
uit.
Als u geen onthardingszout toevoegt, kunnen de
waterontharder en het verwarmingselement schade oplopen.
* Alleen op bepaalde modellen aanwezig
NL
20
Aanzichttekening
Beschrijving van het
apparaat
***Alleen op modellen voor volledige inbouw.
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
Het aantal en het soort programma’s en opties verschilt aan de hand van het model afwasautomaat.
1. Bovenrek
2. Bovenste sproeiarm
3. Opklaprekjes
4. Regelaar hoogte rek
5. Onderrek
6. Onderste sproeiarm
7. Wasfilter
8. Zoutreservoir
9. Wasmiddelbakjes en reservoir glansmiddel
10. Typeplaatje
11. Bedieningspaneel***
Bedieningspaneel
Toets Selecteren Programma
Controlelampje
Onthardingszout
Controlelampje Glansspoelmiddel
Led programmanummer
en resterende tijd
Toets Uitgestelde Start
Toets en
controlelampje
ON-OFF/Reset
Controlelampje Uitgestelde Start
NL
21
M
A
X
Gebruik uitsluitend producten die speciaal voor
afwasautomaten bestemd zijn. Gebruik geen keuken- of
industrieel zout.
Volg de aanwijzingen op de verpakking.
Als u een multifunctieproduct gebruikt, raden we toch
aan onthardingszout toe te voegen, vooral als het water hard
of zeer hard is.
(Volg de aanwijzingen op de verpakking)
Als u geen zout of glansmiddel toevoegt, is het normaal
dat de controlelampjes ZOUT TOEVOEGEN* en GLANSMIDDEL
TOEVOEGEN* aanblijven.
Het onthardingszout toevoegen
Doorditzouttegebruiken,vermijdtudaterzichKALKvormtopde
vaat en op de functionele componenten van de afwasautomaat.
•Hetisbelangrijkdathetzoutreservoirnooitleegis.
•Hetisbelangrijkomdewaterhardheidintestellen.
Het zoutreservoir bevindt zich aan de onderzijde van de
afwasautomaat
(zie Beschrijving)
en moet worden gevuld:
• als op het bedieningspaneel het controlelampje ZOUT
TOEVOEGEN*aangaat;
•alsdegroenedrijver* op de zoutdop niet langer zichtbaar is.
•zieduurintabelWaterhardheid.
1. Haal het onderrek naar voren en draai de
dop van het zoutreservoir tegen de klok in.
2. Alleen voor het eerste gebruik: vul het
reservoir tot aan de rand met water.
3. Plaats de trechter op de opening
(zie
afbeelding)
en vul het zoutreservoir tot aan de
rand met zout (ongeveer 1 kg); het is normaal
dat er wat water overloopt.
4.Verwijder detrechter enreinig eventuelezoutresten opde
opening; spoel de dop onder lopend water af voor u hem weer
opschroeft.
We raden u aan bovenstaande handeling elke keer uit te voeren
als u onthardingszout bijvult.
Schroef de dop weer op zijn plaats, zodat tijdens het wassen
geen wasmiddel in het reservoir kan komen (de waterontharder
zou onherstelbaar kunnen worden beschadigd).
Wanneer het noodzakelijk is om zout bij te vullen, raden we
aan dit te doen voordat u een nieuwe wascyclus start.
Instellen waterhardheid
Voor een perfecte werking van de waterontharder moet deze
ingesteld worden in functie van de waterhardheid van de woning.
Deze gegevens kunt u bij uw plaatselijk waterbedrijf opvragen. De
ingestelde waarde komt overeen met een gemiddelde hardheid.
•SchakeldeafwasautomaatinmetdetoetsON/OFF.
•SchakeldeafwasautomaatuitmetdetoetsON/OFF.
•HouddetoetsP gedurende 5 seconden ingedrukt, tot u een
pieptoon hoort.
•SchakeldeafwasautomaatinmetdetoetsON/OFF.
•Hetgetalvanhetactueleselectieniveauenhetcontrolelampje
van het onthardingszout knipperen.
•DrukoptoetsP om het gewenste hardheidsniveau te selecteren
(zie hardheidstabel).
•SchakeldeafwasautomaatuitmetdetoetsON/OFF.
•Instellingvoltooid!
Onthardingszout
en glansmiddel
(°dH = waterhardheid in Duitse graden - °fH = waterhardheid in
Fransegraden-mmol/l=millimol/liter)
Het glansmiddel toevoegen
Het glansmiddel bevordert het DROGEN van de vaat. Het
glansmiddelreservoir moet worden gevuld:
• als op het bedieningspaneel/display het controlelampje
GLANSMIDDELTOEVOEGEN*aangaat;
• wanneerhetcontrolevenstertje* op het deksel van het reservoir
“D” van donker naar transparant overgaat.
1. Open de houder “D” door het lipje op het deksel in te drukken
en omhoog te halen.
2. Doe het glansmiddel voorzichtig in het bakje tot aan het
“Maximum”-streepje.Zorgervoordatunietmorst.Alsuwelmorst,
moet u het product meteen met een droge doek verwijderen.
3.Sluithetdekselmeteenklik.
Giet het glansmiddel NOOIT direct in de machine.
Het regelen van de dosis glansmiddel
Als u niet tevreden bent over het droogresultaat, kunt u de dosis
glansmiddel regelen.
•SchakeldeafwasautomaatinmetdetoetsON/OFF.
•SchakeldeafwasautomaatuitmetdetoetsON/OFF.
•Druk3maalopdetoetsP; u hoort een pieptoon.
•SchakeldeafwasautomaatinmetdetoetsON/OFF.
•Hetgetalvanhetactueleselectieniveauenhetcontrolelampje
van het glansmiddel knipperen.
•DrukoptoetsP om de hoeveelheid bij te vullen glansmiddel
te selecteren.
•SchakeldeafwasautomaatuitmetdetoetsON/OFF.
•Instellingvoltooid!
Het glansmiddelniveau kan worden ingesteld op NUL. In dat
geval zal er geen glansmiddel worden toegevoegd en zal het
controlelampje Glansmiddel toevoegen niet aangaan als het
product op is.
Ukuntmaximaal4niveausinstellen,opbasisvanhetmodelvan
de afwasautomaat. De ingestelde waarde komt overeen met een
gemiddeld niveau.
• Alsuopdevaat blauwachtige strepen aantreft, moet u een
lagere stand instellen (1-2).
• Alsuopdevaatwaterdruppelsofkalkaanslagaantreft,moet
ueenhogerestandinstellen(3-4).
Tabel Waterhardheid
Gemiddelde duur
zoutreservoir met 1
wascyclus per dag
niveau
°dH °fH mmol/l maanden
1 0 - 6 0 - 10 0 - 1 7 maanden
2 6 - 11 11 - 20 1,1 - 2 5 maanden
3 12 - 17 21 - 30 2,1 - 3 3 maanden
4 17 - 34 31 - 60 3,1 - 6 2 maanden
5*
34 - 50 61 - 90 6,1 - 9 2/3 weken
Van 0°f tot 10°f raden wij u aan geen onthardingszout te
gebruiken. *Als u 5 instelt, kan de duur iets langer zijn.
* Alleen op bepaalde modellen aanwezig
NL
22
Het laden van de rekken
Advies
Voordat u de vaat inlaadt moet u overtollige etensresten
verwijderen en glazen en bekers legen. Het is niet noodzakelijk
de vaat met water af te spoelen voor u hem in de vaatwasser
laadt.
Plaats de vaat dusdanig zodat hij stevig vaststaat en niet om
kan vallen. Pannen, bakken en glazen moeten met de opening
naar onder worden geplaatst en holle of bolle elementen moeten
schuin worden geplaatst zodat het water alle oppervlakken kan
bereiken en daarna vrijuit kan wegspoelen.
Zorg er voor dat deksels, handvatten, koekenpannen en schalen
het draaien van de sproeiarmen niet beletten. Plaats kleine
voorwerpen in de bestekkorf.
Plastic voorwerpen en pannen met antiaanbaklaag houden
waterdruppels langer vast. Hun droogtegraad zal lager zijn dan
die van voorwerpen van aardewerk of staal.
Lichtevoorwerpen(zoalsplasticbakken)moetenbijvoorkeurop
het bovenrek worden geplaatst, en zodanig dat zij niet kunnen
bewegen.
Nadat u alles heeft ingeladen moet u controleren of de
sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien.
Onderrek
In het onderrekkunt upannen, deksels,borden, slakommen,
bestek, etc. plaatsen. Grote borden en deksels moeten bij
voorkeur aan de zijkant van het rek worden geplaatst.
Het is aan te raden zeer vuile vaat in het onderrek te plaatsen,
aangezien in dit deel van de vaatwasser de kracht van de
waterstroom groter is waardoor de wasprestaties verbeteren.
Enkele modellen vaatwasser beschikken over uitklapbare delen*,
deze kunnen in verticale positie worden gezet voor het plaatsen
van borden, of in horizontale positie (neer), om pannen en
slakommen beter te plaatsen.
Bestekkorf
De bestekkorf is voorzien van roosters aan de bovenkant
waarmee u het bestek beter kunt neerzetten. De korf mag alleen
aan de voorzijde van het onderrek worden geplaatst.
Bovenrek
Laadlichteenbreekbarevaatzoalsglazen,kopjes,bordjes,lage
slakommen, in het bovenrek.
Enkele modellen vaatwasser beschikken over uitklapbare delen*,
die in verticale stand kunnen worden gebruikt om bordjes te
rangschikken, of die kunnen worden neergelegd om bakjes of
houders op te plaatsen
* Alleen op bepaalde modellen aanwezig
NL
23
Het regelen van de hoogte van het bovenrek
Om de vaat beter te kunnen verdelen, kunt u het bovenrek hoger
of lager zetten.
We raden u aan de hoogte van het bovenrek te regelen als
het REK LEEG IS.
Verplaats het rek NOOIT aan een enkele kant.
Als het rek beschikt over een Lift-Up*
(zie afbeelding)
, tilt u het
rek op door het aan de zijkanten vast te houden. Til hem dan
naar boven op. Om naar de lagere stand terug te keren, drukt
u op de handels (A) aan de zijkanten van het rek en helpt u het
rek weer naar beneden te gaan.
Niet geschikte vaat
• Houtenbestekofvaat.
• Breekbare, versierde glazen, met de hand vervaardigd
vaatwerk en antiek vaatwerk. Deze decoraties zijn niet
vaatwasserbestendig.
• Dedeleninsynthetischmateriaalzijnniethittebestendig.
• Vaatwerkvankoperoftin.
• Vaatwerkdatvuilismetas,was,smeerolieofinkt.
De decoraties op glas en aluminium en zilveren delen kunnen
tijdens het wassen verkleuren of witter worden. Ook enkele
soorten glas (bv. kristallen voorwerpen) kunnen na vele
wasbeurten mat worden.
Schade aan glas en vaatwerk
Oorzaken:
• Typeglasenproceduresvoorhetmakenvanglas.
• Chemischesamenstellingvanhetwasmiddel.
• Watertemperatuurvanhetspoelprogramma.
Advies:
• Gebruikalleenglazenenporseleinwaarvandoordeproducent
wordt gegarandeerd dat het vaatwasserbestendig is.
• Gebruik alleen wasmiddel dat geschikt is voor breekbaar
vaatwerk.
• Verwijder glazen en bestek z.s.m. na het einde van het
programma uit de vaatwasser.
Het bovenrek kan naar believen in hoogte worden aangepast:
naar boven toe als men in het onderrek volumineuze vaat wil
plaatsen, naar beneden toe om goed te kunnen profiteren van
alle plek in de opklaprekjes of de uitklapbare delen, zodat er
naar boven toe meer plaats is.
Opklaprekjes met verschillende standen*
De opklaprekjes aan de zijkant kunnen op drie verschillende
hoogten worden gezet om de plaatsing van de vaat in het rek
te optimaliseren.
Wijnglazen kunnen op een stabiele
wijze op de opklaprekjes worden
geplaatst door de voet van het glas in
de speciale gaten te steken.
Voor een optimaal droogresultaat dient
u de opklaprekjes zo schuin mogelijk
te positioneren. Om de inclinatie te
wijzigen, tilt u het rekje op, u verschuift
het een beetje en positioneert het naar
wens.
Besteklade*
Enkele modellen vaatwasser beschikken over een verschuifbare
besteklade die kan worden gebruikt om extra bestek of kleine
kopjes te bewaren. Voor optimale wasprestaties moet u vermijden
te grote vaat onder de besteklade te plaatsen.
De besteklade kan indien gewenst worden verwijderd.
(zie
afbeelding)
*Alleen op bepaalde modellen beschikbaar en variërend in
aantal en positie.
NL
24
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
Start de vaatwasser
1.OpendedeurendrukopdeON-OFFtoets:decontrolelampjes
ON/OFF,deoptiesenhetdisplaygaanaan.
2. Doseer het vaatwasmiddel.
(zie hiernaast).
3.Laadderekkenin
(zie De rekken laden)
.
4.Selecteerhetprogrammaaandehandvanhetsoortvaatenhet
type vuil
(zie de programmatabel)
door op de toets P te drukken.
5. Selecteer de wasopties*.
(zie Speciale programma's en
Opties)
.
6. Start het programma door de deur te sluiten.
7. Het einde van het programma wordt aangegeven door
geluidssignalen. Het nummer van het programma knippert op
het display. Open de deur, schakel het apparaat uit met de
ON-OFFtoets.
8.Wacht enkeleminuten voordat ude vaateruit haalt, omte
voorkomendatuzichverbrandt.Laaddevaatuit,beginnend
met het onderrek.
Om het energieverbruik te verminderen gaat de
automaat, wanneer hij voor langere tijd NIET gebruikt
wordt, automatisch uit.
PROGRAMMI AUTO*:enkele modellen wasautomaat
beschikken over een speciale sensor die kan waarnemen hoe
vuil de vaat is en het meest efficiënte en zuinige wasprogramma
kiezen.
De duur van de Automatische programma’s hangt als gevolg af
van wat de sensor waarneemt.
Als de vaat niet zo vuil is of reeds is afgespoeld, dient u de
dosis vaatwasmiddel aanzienlijk te beperken.
Het wijzigen van een reeds gestart programma
Als u een verkeerd programma heeft geselecteerd kunt u dit
wijzigen, mits het net gestart is: open de deur en zorg ervoor
u niet te branden met de vrijkomende stoom. Door langere tijd
tedrukkenopdeON/OFFtoetsgaathetapparaatuit.Doehet
apparaatweeraanmetdeON/OFFtoetsenselecteerhetnieuwe
programma en de eventuele opties. Start de vaatwasser door
de deur te sluiten.
Overige vaat toevoegen
Zonder de vaatwasser uit te zetten opent u de deur. Pas op de
vrijkomende hete stoom, en doe de vaat in de vaatwasser. Sluit
de deur: de wascyclus wordt hervat.
Onvoorziene onderbrekingen
Als tijdens het wassen de deur wordt geopend of er een
stroomonderbreking plaatsvindt, wordt het programma
onderbroken. Als de deur weer dichtgaat of wanneer de stroom
terugkeert zal het worden hervat op het punt waar het werd
onderbroken.
Het vaatwasmiddel toevoegen
Een goed wasresultaat hangt ook af van een correcte dosering
van het vaatwasmiddel. Teveel vaatwasmiddel betekent niet
automatisch een efficiëntere reiniging. Bovendien is dit niet
goed voor het milieu.
Aan de hand van de hoeveelheid vuil kan de dosering worden
aangepast m.b.v. een vaatwasmiddel in poeder- of in vloeibare
vorm.
Normaal gebruikt men voor een gemiddeld vuile was ca. 35 g.
(poeder), of 35 ml (vloeibaar). Als u wastabletten gebruikt, is
één voldoende.
Als de vaat niet zo vuil is of reeds is afgespoeld, dient u de dosis
vaatwasmiddel aanzienlijk te beperken.
Voor een juist wasresultaat dient u de instructies te volgen die
op de verpakking van het vaatwasmiddel staan.
Bij verdere vragen raden wij u aan de fabrikanten van
vaatwasmiddel te contacteren.
Om het wasmiddelbakje te openen, drukt u op het
openingsmechanisme "A"
Doe het vaatwasmiddel alleen in het droge bakje "B". Het
vaatwasmiddel dat nodig is voor de voorwas moet direct in de
vaatwasmachine worden geplaatst.
1.Doseer het vaatwasmiddel met behulp van de Programmatabel
om de juiste hoeveelheid te gebruiken.
In het kuipje B staat een niveau vermeld waar de maximum
hoeveelheid vloeibaar- of poedervaatwasmiddel voor elke cyclus
kan worden gegoten.
2. Verwijder de eventuele wasmiddelresten van de rand van het
bakje en sluit het deksel met een klik.
3. Sluit het deksel van het wasmiddelbakje door het naar boven
toe te drukken, totdat het afsluitmechanisme op zijn plaats is.
Het wasmiddelbakje gaat automatisch op het juiste moment open,
aan de hand van het type programma.
Als u gecombineerde vaatwasmiddelen gebruikt, raden we u aan
de functie TABS te gebruiken, waarmee u het afwasprogramma
juist afstemt. Zo zult u altijd het beste was- en droogresultaat
bereiken.
Gebruik alleen een specifiek vaatwasmiddel.
GEBRUIK NOOIT vaatwasmiddel voor handmatig afwassen.
Bij overmatig gebruik van vaatwasmiddel kunnen aan het einde
van de wascyclus schuimresten achterblijven.
De beste was- en droogprestaties bereikt u alleen een combinatie
van vaatwasmiddel, vloeibaar glansmiddel en onthardingszout
te gebruiken.
We raden aan vaatwasmiddelen zonder fosfaten of chloor
te gebruiken, omdat deze geschikter zijn voor het behoud
van het milieu.
Vaatwasmiddel en gebruik
van de afwasautomaat
NL
25
Programma’s
Het aantal en het soort programma’s en opties verschilt aan de hand van het model afwasautomaat.
Degegevensvandeprogramma’szijngemeteninlaboratoriumomstandighedenvolgensdeEuropesevormEN50242.
Aan de hand van de verschillende gebruiksmogelijkheden kunnen de duur en de programmagegevens verschillen.
Aanwijzingen voor het kiezen van het programma en de dosering van het afwasmiddel
1. Het ECO wasprogramma is het standaardprogramma waarop de gegevens op het energielabel betrekking hebben: deze
cyclus is geschikt voor het reinigen van normaal vuile afwas en is het meest efficiënte programma voor wat betreft energie- en
waterverbruikvoorditsoortvaat.29gr/ml+6gr/ml**–1Tab(**Hoeveelheidvaatwasmiddelvanvoorwas)
2.Zeervuilevaatenpannen(niettegebruikenvoorteervaatwerk).35gr/ml–1Tab
3.Normaalvuilevaatenpannen.29gr/ml+6gr/ml**–1Tab
4.Snellecyclusvoornietzovuilevaat.(ideaalvoor2couverts)25gr/ml–1Tab
5. Voorwas in afwachting van de lading van de volgende maaltijd. Geen afwasmiddel
6. Idealecyclusvoorhetwassenvaneenkleine,middelmatigvuilevaat.25gr/ml-1Tab
7.Desinfecterendecyclusmethogetemperaturen.Ideaalvoorhetwassenvanvaatenbabyflesjes.30gr/ml–1Tab
Verbruik in stand-by: Verbruik in left-on modus: 5 W - verbruik in off modus: 0,5 W.
Programma
Programma’s
met
droogfunctie
Opties
Duur van het
programma
Waterverbruik
(l/cyclus)
Energieverbruik
(kWh/cyclus)
1. Eco Ja Uitgestelde Start 03:10 9,0 0,93
2. Auto Intensief Ja Uitgestelde Start 02:00 - 03:10 14,0 - 15,5 1,50 - 1,80
3. Auto Normaal Ja Uitgestelde Start 01:30 - 02:30 14,5 - 16,0 1,15 - 1,30
4. Rapid 40’ Nee Uitgestelde Start 00:40 9,0 0,90
5. Weken Nee Uitgestelde Start 00:12 4,5 0,01
6. Steriliseren
Ja Uitgestelde Start 01:40 10 1,30
7. Halve lading
Ja
Uitgestelde Start 01:20 12,0 1,5
NL
26
Speciale programma's
en Opties
N.B.:
de beste prestaties van de programma's "Rapid en Express"
worden bereikt als u het aantal aangegeven couverts niet
overschrijdt.
Voor een zuiniger verbruik de afwasmachine volgeladen laten
draaien.
Aanwijzing voor de Proeflaboratoria: voor gedetailleerde
informatie over de omstandigheden van de EN-vergelijkingsproef
kunt u contact opnemen met:
Afwasopties
Als een optie niet compatibel is met het geselecteerde
programma (zie programmatabel) zal de betreffende led 3
maal snel knipperen en hoort u enkele korte pieptonen.
Uitgestelde start
Het is mogelijk de start van het programma 1 tot 12 uur
uit te stellen:
1.DrukopdetoetsUITGESTELDESTART:hetdisplaytoonthet
betreffende symbool. Elke keer dat u op de toets drukt neemt
de tijd toe (1hr, 2hr, etc. tot aan max. 12hr) vanaf de start van
het geselecteerde programma.
2. Selecteer het programma en sluit de deur: het terugtellen
begint;
3.Alsdetijdverstrekenisgaathetcontrolelampjeuitenstart
het programma.
Om de uitgestelde start te wijzigen en een korter uitstel te
selecterenmoetuopdetoetsUITGESTELDESTARTdrukken.
Om dit te annuleren drukt u enkele keren op de toets totdat het
controlelampje van de uitgestelde start uitgaat. Het programma
gaat van start op het moment dat de deur dichtgaat.
Het is niet mogelijk de Uitgestelde Start in te stellen als
de cyclus reeds is begonnen.
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
NL
27
Onderhoud en
verzorging
Water en elektrische stroom afsluiten
• Sluitnaelkeafwasbeurtdewaterkraanafomlekkagete
voorkomen.
• Haal de stekkeruit hetstopcontact tijdensreiniging en
onderhoud.
Reinigen van de afwasautomaat
• Debuitenkantenhetbedieningspaneelkunnenworden
gereinigd met een natte, niet schurende doek. Gebruik
geen oplosmiddelen of schuurmiddelen.
• De vlekken aan de binnenkant van de afwasautomaat
kunnen worden verwijderd met een natte doek en wat azijn.
Vermijden van vervelende luchtjes
• Laatdedeuraltijdopeenkieromhetophopenvanvocht
te voorkomen.
• Reiniggeregelddeafdichtingenrondomdedeurende
wasmiddelbakjes met een vochtige spons. Zo vermijdt u
het ophopen van etensresten die de hoofdoorzaak zijn van
vervelende luchtjes.
Reinigen van de sproeiarmen
Het kan gebeuren dat er etensresten aan de sproeiarmen
blijven kleven en de gaatjes waar water uit komt verstoppen:
u doet er goed aan ze regelmatig te controleren en te reinigen
met een niet-metalen borsteltje.
De twee sproeiarmen kunnen beide uit elkaar worden
gehaald.
Om de bovenste sproeiarm uit
elkaar te halen dient u de plastic
dop linksom los te schroeven.
De bovenste sproeiarm moet
worden gemonteerd met de
gaten naar boven gericht.
De onderste sproeiarm haalt
u uit elkaar door druk uit te
oefenen op de lipjes aan de
zijkant en door hem daarna naar
boven te trekken.
Reinigen van het watertoevoerfilter*
Als de waterleiding nieuw is of lange tijd niet gebruikt, laat
dan voordat u de aansluiting tot stand brengt het water lopen
totdat het helder is en vrij van vuildeeltjes. Als u dit niet doet
loopt u het risico dat het punt waar het water binnenkomt
verstopt raakt en uw afwasautomaat beschadigt.
Reinig geregeld het watertoevoerfilter bij de kraan.
- Doe de waterkraan dicht.
- Schroef het uiteinde van de watertoevoerbuis los, verwijder
het filter en reinig het voorzichtig onder stromend water.
- Doe het filter op zijn plaats en schroef de buis vast.
Reinigen van de filters
De filtergroep wordt gevormd door drie filters die etensresten
uit het waswater verwijderen en zorgen dat het weer schoon
in het watercircuit terechtkomt: voor een optimaal resultaat
moeten de filters regelmatig worden schoongemaakt.
Reinig de filters regelmatig.
De afwasautomaat mag niet zonder filters of met een los
filter worden gebruikt.
• Controleer na enkelewasbeurten de filtergroep. Reinig
hem indien noodzakelijk grondig onder stromend water met
behulp van een niet-metalen borsteltje. Volg onderstaande
aanwijzingen:
1. draai het cilindrische filter C linksom en trek hem naar
buiten
(afb. 1).
2.Verwijder het glasfilter B door een lichte druk uit te
oefenen op de lipjes aan de zijkant
(Afb. 2);
3.Haal het roestvrijstalen bordfilter A van zijn plek
(afb.3).
4. Controleer het afvoerputje en verwijder eventuele
etensresten. VERWIJDER NOOIT de bescherming van de
waspomp
(zwartelement)(afb.4).
Na het reinigen van de filters dient u de filtergroep weer op
zijn plaats te zetten. Dit is fundamenteel voor een goede
werking van de afwasautomaat.
Als u langere tijd geen gebruik maakt van
de afwasautomaat
• Schakeldestroomuitensluitdewaterkraanaf.
• Laatdedeuropeenkierstaan.
•Laatalsuterugkeertdeafwasautomaateenkeerleeg
draaien.
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
NL
28
*Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
Storingen en
oplossingen
Als er storingen zijn in de werking van het apparaat dient u eerst de volgende punten na te gaan voor u zich tot de Servicedienst
wendt.
Storingen: Mogelijke oorzaken / Oplossingen:
De vaatwasser start niet of
volgt de bedieningen niet op
• De waterkraan is niet opengedraaid.
• Schakel het apparaat uit door op de toets ON/OFF te drukken, schakel het na een minuut
weer in en stel het programma opnieuw in.
• De stekker zit niet goed in het stopcontact of kies een ander stopcontact.
• De deur van de vaatwasser is niet goed dicht.
De deur gaat niet dicht
• Controleer of de rekken helemaal in het apparaat zijn geduwd.
• Het slot zit niet goed vast. Druk stevig tegen de deur totdat u een klik hoort.
De afwasautomaat pompt het
water niet af.
• Het wasprogramma is nog niet beëindigd.
• De waterafvoerbuis zit gebogen
(zie Installatie).
• De afvoer van de wasbak is verstopt.
• De lter is verstopt met etensresten.
• Controleer de hoogte van de afvoerbuis.
De afwasautomaat maakt
lawaai.
• De vaat stoot tegen elkaar of tegen de sproeiarmen. Positioneer de vaat correct en controleer
of de sproeiarmen vrij kunnen draaien.
• Overtollige aanwezigheid van schuim: u heeft teveel vaatwasmiddel gebruikt of
vaatwasmiddel dat niet geschikt is voor afwasautomaten.
(zie Vaatwasmiddel en gebruik van
de afwasautomaat).
Was de vaat niet vooraf met de hand.
Er blijven op vaat en glazen
kalkafzettingen of een witte
aanslag achter.
• Er zit niet genoeg onthardingszout in het reservoir.
• De regeling van de waterhardheid is niet correct; verhoog de waarden.
(zie Onthardingszout
en glansmiddel)
• Het deksel van het reservoir voor zout en glansmiddel is niet goed gesloten.
• Het glansmiddel is op of de dosering is ontoereikend.
Er blijven op vaat en glazen
strepen of blauwe kringen
achter.
• Er wordt teveel glansmiddel gebruikt.
De vaat is niet droog genoeg. • U heeft een programma zonder drogen ingesteld.
• Het glansmiddel is op.
(zie Onthardingszout en glansmiddel)
• De regeling van het glansmiddel is niet correct.
• Het vaatwerk is voorzien van een antiaanbaklaag of is van plastic; de aanwezigheid van
waterdruppels is normaal.
De vaat is niet schoon. • De vaat is niet correct verdeeld.
• De sproeiarmen kunnen niet vrijuit draaien, ze worden geblokkeerd door de vaat.
• Het wasprogramma is niet energiek genoeg
(zie Programma’s).
• Overtollige aanwezigheid van schuim: u heeft teveel vaatwasmiddel gebruikt of
vaatwasmiddel dat niet geschikt is voor afwasautomaten.
(zie Vaatwasmiddel en gebruik van
de afwasautomaat).
• Het deksel van het glansmiddelreservoir is niet correct afgesloten.
• De lter is vuil of verstopt
(zie Onderhoud en verzorging).
• Er zit geen onthardingszout meer in het reservoir
(zie Onthardingszout en glansmiddel).
• Zorg ervoor dat de hoogte van de borden compatibel is met de hoogteregeling van het rek.
• De openingen van de sproeiarmen zijn verstopt.
(zie Onderhoud en verzorging)
De afwasautomaat vult niet
met water.
is geblokkeerd met knipperende
controlelampjes
• Er zit geen water in de centrale waterleiding of de kraan is niet opengedraaid.
• De watertoevoerbuis zit gebogen
(zie Installatie).
• De lters zitten verstopt; ze moeten schoongemaakt worden.
(zie Onderhoud en verzorging)
• De afvoer zit verstopt; hij moet schoongemaakt worden.
• Na de controle- en schoonmaakwerkzaamheden dient u de afwasautomaat uit en opnieuw in
te schakelen en een nieuwe wascyclus te starten.
Als het probleem aanhoudt, sluit u de waterkraan af, u haalt de stekker uit het stopcontact en
neemt contact op met de servicedienst.
400011264469
06/2018jk-XeroxFabriano
www.indesit.com docs.indesit.eu
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11

Indesit CDIFP 67T9 C FR Daily Reference Guide

Type
Daily Reference Guide