APPLIED ENERGY FR22-30 Handleiding

Type
Handleiding
Deze niet aanbrengen waar de omgevingstemperaturen
50CN te boven gaan.
Wanneer in een keuken aangebracht mag de regelaar
niet direct boven een wasemkap of ooghoogte van de
grill worden gemonteerd.
Wanneer bestemd voor gebruik in mogelijk chemisch
corrosieve atmosferen eerst onze Technische Service
afdeling raadplegen. (Buiten GB: neem contact op met
uw lokale Xpelair dealer).
Wanneer gemonteerd in een douche- of badkamer dan
moet de regelaar daar worden aangebracht waar zij
niet kunnen worden aangeraakt door personen die de
douche of het bad gebruiken.
Een tweepolige schakelaar met een minimum
contactafstand van 3 mm (muur- of plafondmontage).
Passende 5-aderige kabel om de regelaar aan de ventilator
aan te sluiten. Als de ventilator raam-gemonteerd wordt
dan moet een flexibele kabel worden gebruiken.
(Verkrijgbaar bij Xpelair).
Passende 3-aderige kabel voor de aansluiting van de
regelaar aan de hoofdstroomtoevoer.
Wanneer flexibele kabel wordt gebruikt
moeten passende doorvoeren worden
aangebracht via de uitbreekplaatjes in de doos
van de regelaar. (Zie Afb. 1.)
Deze voorschriften zijn uitsluitend bestemd voor de installatie en bediening van de FR22/30 ventilator-regeleenheid. Voor de
Installatie- en bedieningsvoorschriften van de ventilator gelieve u de met de betreffende ventilator meegeleverde literatuur te
raadplegen.
Dit apparaat is bedoeld om de bediening te besturen van de
Xpelair ventilatoren type GX9, GX12, WX9, WX12, RX9 &
RX12 (wand- of raammontage). De regelaar kan of op een
oppervlak worden gemonteerd, of in een uitsparing voor zijn
eigen gegalvaniseerd metalen inbouwdoos. U mag enkel één
ventilator aan elke regelaar aansluiten.
Ten behoeve van deze voorschriften worden de huidige en
vroegere versies ventilatoren geïdentificeerd als Type A &
Type B, zie hierna:
Bij aansluiting van Type A ventilatoren
In de contactdoos van de ventilator is tussen klem 2 en 3
een verbindingsdraad aangebracht die moet worden
verwijderd voordat de regelaar wordt aangesloten. Als u
de verbindingsdraad niet verwijderd zal dit permanente
beschadiging van de regelaar tot gevolg hebben.
Bij aansluiting van Type B ventilatoren
Hier hoeft geen verbindingsdraad te worden verwijderd.
Als de ventilator reeds is geinstalleerd
1. Zorg ervoor dat de netvoeding is geisoleerd.
2. Maak de elektrische aansluitingen los van de klembus
of van het klemmenblok van de ventilator.
3. Verwijder de bestaande bedrading en maak deze veilig.
Type A1
Type A2
Type B1
Type B2
Als de ventilator nog niet is geinstalleerd
1 Controleer of de toelaatbare nominale waarde van de
ventilator overeenkomt met de stroomtoevoer.
Wanneer de ventilator aan een bestaande
installatie wordt aangesloten moet eerst de
stroomtoevoer worden geisoleerd en van
toepassing zijnde zekeringen worden
verwijderd en wel voordat aan gelijk welke
elektrische procedure wordt begonnen.
Installatie- en bedieningsvoorschriften
voor de regeleenheid van de FR22/30 Ventilator
Deze installatievoorschriften zijn bestemd voor de installatie
van de besturingseenheid wanneer deze wordt gebruikt in
combinatie met door Xpelair geleverde ventilatoren.
Deze regelaar moet aan vaste bedrading
worden aangebracht. Zorg ervoor dat de
hoofdstroomtoevoer overeenkomt met
de toelaatbare nominale waarde als
afgebeeld op het huis van de regelaar.
Denk eraan, dit apparaat moet geaard
zijn.
Alle installatiewerkzaamheden moeten worden verricht onder
toezicht van een erkend elektricien.
Installatie en aansluiting moeten worden uitgevoerd conform
de huidige IEE reglementen (VK), of de lokaal van toepassing
zijnde reglementen (andere landen).
Wanneer u voor, tijdens of na de installatie van de regelaar
nog vragen mocht hebben, aarzel dan niet contact op te
nemen met de GB hotline (voor nummer zie laatste
bladzijde). Klanten buiten GB wordt aangeraden contact
op te nemen met hun plaatselijke Xpelair dealer.
Beschrijving
Algemene informatie
Installeren van de regeleenheid
Nodig voor de installatie
Aanbrengen van de regeleenheid
Preparatie van de ventilator
Werken met de ventilator
Identificeren van het type ventilator
Bedrading van de elektrische aansluitingen
van de ventilator
1. Breng de 5-aderige kabel aan van de ventilator naar de
regelaar.
2. Sluit één kant van de kabel aan in de aansluitingen van de
ventilator, als hierna afgebeeld:
3. Maak de nadere kant klaar om aan de regelaar te worden
aangesloten.
TYPE VENTILATOR
F1
F2
F3
SCHAKELSCHEMA
Type A1
Type A2
Type B
Tabel 1.
NL
Verwijdering van de afdekkap
en het montageframe
Bij alle boor- en beitelwerkzaamheden moet
oogbescherming worden gedragen.
Montage van de wanddoos
Bij oppervlakte-montage
1. Breng passende kabeldoorvoeren in de uitbreekplaatjes aan.
2. Voer beide kabels in door de doorvoeren.
3. Monteer de wanddoos en kunststof ombouw aan de muur via
de aangebrachte montagegaten.
4. Verbind de aardleiding weer aan de wanddoos.
Montage in een uitsparing
1. Maak een gat in de muur dat groot genoeg is voor de wanddoos.
Gooi de kunststof ombouw weg.
2. Breng passende kabeldoorvoeren in de uitbreekplaatjes aan.
3. Voer beide kabels in door de doorvoeren.
4. Monteer de wanddoos aan de muur. Zorg ervoor dat de flens
van het montageframe gelijk is met het afgewerkte oppervlak
van de muur. (Zie tekening F6.)
5. Verbind de aardleiding weer aan de wanddoos.
Aansluiting van de elektrische verbindingen
van de regeleenheid.
1. Monteer de scheidingsschakelaar conform de voorschriften van
de fabrikant.
2. Sluit de regeleenheid aan naar de scheidingsschakelaar en naar
de ventilator, als weergegeven in de betreffende tekening. (Zie
tabel 1.)
3. Bevestig het montageframe weer aan de metalen wanddoos.
4. Bevestig het bedieningspaneel weer aan het montageframe.
5. Breng de schroefdoppen weer aan.
1. Zorg ervoor dat de stroomtoevoer gescheiden is en de
zekeringen zijn verwijderd.
2. Breng de kabel aan van de scheidingsschakelaar naar het
aansluitpunt naar de stroomtoevoer.
3. Breng alle aansluitingen in de scheidingsschakelaar aan
conform de voorschriften van de fabrikant.
4. Volg alle lokaal geldende voorschriften op voor het maken van
een aansluiting bij het aansluitpunt voor de stroomtoevoer.
5. Voer een laatste controle uit om te verzekeren dat alle
aardpunten zijn aangesloten en alle afdekkappen weer correct
zijn aangebracht op de ventilator, regeleenheid en
scheidingsschakelaar.
6. Breng alle zekeringen weer aan en schakel de stroomtoevoer
aan.
Enkel voor Australië:
Aansluiting aan de stroomtoevoer kan worden gemaakt met
een flexibele 3-aderige kabel compleet met een 3-polige steker
voor invoer in een goedgekeurde 10 amp GPO, of kan direct
worden aangesloten via een goedgekeurde 10 amp muur-
gemonteerde oppervlakteschakelaar met (ten minste) 3 mm
afstand tussen de contacten.
Montage van de regeleenheid
Aansluiten aan de stroomtoevoer
Afb. 1: Plaatsen voor de drukringen
Afb. 2a: Verwijderen van schroefdoppen Afb. 2b: Verwijderen van bedieningspaneel Afb. 2c: Verwijderen van montageframe
Schoonmaken
1. Voorafgaand aan reiniging de stroomtoevoer naar de
regelaar geheel isoleren.
2. De afdekkap voorzichtig met een vochtige doek afnemen.
3. Goed afdrogen.
4. Houd de ventilatiegroeven vrij van obstructies.
De regelaar nooit in water of andere
vloeistoffen onderdompelen.
Nooit oplosmiddelen gebruiken om
regelaar schoon te maken.
Naast schoonmaken is geen verder
onderhoud nodig.
Verzorging van de regelaar
De bediening van de regelaar
Het gebruik van uw regelaar
1. Aan/Uit schakelaar 8. Montageframe
2. Aanzuig/Afzuig schakelaar 9. Wanddoos
3. Hoog/Laag toerental 10.Kunststof ombouw
4. Verklikkerlampje 11.Klemmenblok regeleenheden
5. Ventilatiegroeven 12.Klemmenblok ventilator
6. Schroefdop 13.Dubbelpolig scheidingsschakelaar
7. Bedieningspaneel 14.Zekeringen
De regelaar kan voor het volgende worden gebruikt:
(Zie tekeningen F1 - F4.)
1. Maak het bedieningspaneel los van het montageframe door
verwijdering van de schroefdoppen en twee schroeven. (Zie
Afb. 2a & 2b.)
2. Maak het montageframe los van de wanddoos door verwijdering
van de twee schroeven. (Zie Afb. 2c.)
3. Til de wanddoos uit de kunststof ombouw.
4. Controleer of de toelaatbare nominale waarde in de regelaar
overeenkomt met de stroomtoevoer.
5. Maak de aardleiding los van de wanddoos.
6. Maak kabel-ingangsgaten in de kunststof en metalen dozen door
verwijdering van de toepasselijke uitbreekplaatjes. (Zie Afb. 1.)
Controleer of er geen verborgen leidingen of
kabels in de muur zitten, danwel of er zich
obstructies aan de buitenkant van de muur
bevinden, zoals elektriciteit, gas of water.
Voor vaste bedradingscircuits mag de beschermende
zekering voor het apparaat 5 amp niet overschrijden.

Documenttranscriptie

Installatie- en bedieningsvoorschriften voor de regeleenheid van de FR22/30 Ventilator NL Deze voorschriften zijn uitsluitend bestemd voor de installatie en bediening van de FR22/30 ventilator-regeleenheid. Voor de Installatie- en bedieningsvoorschriften van de ventilator gelieve u de met de betreffende ventilator meegeleverde literatuur te raadplegen. Algemene informatie Werken met de ventilator Beschrijving Identificeren van het type ventilator Dit apparaat is bedoeld om de bediening te besturen van de Xpelair ventilatoren type GX9, GX12, WX9, WX12, RX9 & RX12 (wand- of raammontage). De regelaar kan of op een oppervlak worden gemonteerd, of in een uitsparing voor zijn eigen gegalvaniseerd metalen inbouwdoos. U mag enkel één ventilator aan elke regelaar aansluiten. Ten behoeve van deze voorschriften worden de huidige en vroegere versies ventilatoren geïdentificeerd als Type A & Type B, zie hierna: Installeren van de regeleenheid Deze installatievoorschriften zijn bestemd voor de installatie van de besturingseenheid wanneer deze wordt gebruikt in combinatie met door Xpelair geleverde ventilatoren. Deze regelaar moet aan vaste bedrading worden aangebracht. Zorg ervoor dat de hoofdstroomtoevoer overeenkomt met de toelaatbare nominale waarde als afgebeeld op het huis van de regelaar. Denk eraan, dit apparaat moet geaard zijn. Alle installatiewerkzaamheden moeten worden verricht onder toezicht van een erkend elektricien. Installatie en aansluiting moeten worden uitgevoerd conform de huidige IEE reglementen (VK), of de lokaal van toepassing zijnde reglementen (andere landen). Wanneer u voor, tijdens of na de installatie van de regelaar nog vragen mocht hebben, aarzel dan niet contact op te nemen met de GB hotline (voor nummer zie laatste bladzijde). Klanten buiten GB wordt aangeraden contact op te nemen met hun plaatselijke Xpelair dealer. Nodig voor de installatie ♦ Een tweepolige schakelaar met een minimum contactafstand van 3 mm (muur- of plafondmontage). ♦ Passende 5-aderige kabel om de regelaar aan de ventilator aan te sluiten. Als de ventilator raam-gemonteerd wordt dan moet een flexibele kabel worden gebruiken. (Verkrijgbaar bij Xpelair). ♦ Passende 3-aderige kabel voor de aansluiting van de regelaar aan de hoofdstroomtoevoer. Wanneer flexibele kabel wordt gebruikt moeten passende doorvoeren worden aangebracht via de uitbreekplaatjes in de doos van de regelaar. (Zie Afb. 1.) Aanbrengen van de regeleenheid ♦ Deze niet aanbrengen waar de omgevingstemperaturen 50CN te boven gaan. ♦ Wanneer in een keuken aangebracht mag de regelaar niet direct boven een wasemkap of ooghoogte van de grill worden gemonteerd. ♦ Wanneer bestemd voor gebruik in mogelijk chemisch corrosieve atmosferen eerst onze Technische Service afdeling raadplegen. (Buiten GB: neem contact op met uw lokale Xpelair dealer). ♦ Wanneer gemonteerd in een douche- of badkamer dan moet de regelaar daar worden aangebracht waar zij niet kunnen worden aangeraakt door personen die de douche of het bad gebruiken. Type A1 Type A2 Type B1 Type B2 Preparatie van de ventilator Wanneer de ventilator aan een bestaande installatie wordt aangesloten moet eerst de stroomtoevoer worden geisoleerd en van toepassing zijnde zekeringen worden verwijderd en wel voordat aan gelijk welke elektrische procedure wordt begonnen. Bij aansluiting van Type A ventilatoren In de contactdoos van de ventilator is tussen klem 2 en 3 een verbindingsdraad aangebracht die moet worden verwijderd voordat de regelaar wordt aangesloten. Als u de verbindingsdraad niet verwijderd zal dit permanente beschadiging van de regelaar tot gevolg hebben. Bij aansluiting van Type B ventilatoren Hier hoeft geen verbindingsdraad te worden verwijderd. Als de ventilator reeds is geinstalleerd 1. Zorg ervoor dat de netvoeding is geisoleerd. 2. Maak de elektrische aansluitingen los van de klembus of van het klemmenblok van de ventilator. 3. Verwijder de bestaande bedrading en maak deze veilig. Als de ventilator nog niet is geinstalleerd 1 Controleer of de toelaatbare nominale waarde van de ventilator overeenkomt met de stroomtoevoer. Bedrading van de elektrische aansluitingen van de ventilator 1. Breng de 5-aderige kabel aan van de ventilator naar de regelaar. 2. Sluit één kant van de kabel aan in de aansluitingen van de ventilator, als hierna afgebeeld: TYPE VENTILATOR SCHAKELSCHEMA Type A1 Type A2 Type B F1 F2 F3 Tabel 1. 3. Maak de nadere kant klaar om aan de regelaar te worden aangesloten. Montage van de regeleenheid Verwijdering van de afdekkap en het montageframe Aansluiting van de elektrische verbindingen van de regeleenheid. 1. Maak het bedieningspaneel los van het montageframe door verwijdering van de schroefdoppen en twee schroeven. (Zie Afb. 2a & 2b.) 2. Maak het montageframe los van de wanddoos door verwijdering van de twee schroeven. (Zie Afb. 2c.) 3. Til de wanddoos uit de kunststof ombouw. 4. Controleer of de toelaatbare nominale waarde in de regelaar overeenkomt met de stroomtoevoer. 5. Maak de aardleiding los van de wanddoos. 6. Maak kabel-ingangsgaten in de kunststof en metalen dozen door verwijdering van de toepasselijke uitbreekplaatjes. (Zie Afb. 1.) 1. Monteer de scheidingsschakelaar conform de voorschriften van de fabrikant. 2. Sluit de regeleenheid aan naar de scheidingsschakelaar en naar de ventilator, als weergegeven in de betreffende tekening. (Zie tabel 1.) 3. Bevestig het montageframe weer aan de metalen wanddoos. 4. Bevestig het bedieningspaneel weer aan het montageframe. 5. Breng de schroefdoppen weer aan. Montage van de wanddoos Bij alle boor- en beitelwerkzaamheden moet oogbescherming worden gedragen. Controleer of er geen verborgen leidingen of kabels in de muur zitten, danwel of er zich obstructies aan de buitenkant van de muur bevinden, zoals elektriciteit, gas of water. Bij oppervlakte-montage 1. Breng passende kabeldoorvoeren in de uitbreekplaatjes aan. 2. Voer beide kabels in door de doorvoeren. 3. Monteer de wanddoos en kunststof ombouw aan de muur via de aangebrachte montagegaten. 4. Verbind de aardleiding weer aan de wanddoos. Montage in een uitsparing 1. Maak een gat in de muur dat groot genoeg is voor de wanddoos. Gooi de kunststof ombouw weg. 2. Breng passende kabeldoorvoeren in de uitbreekplaatjes aan. 3. Voer beide kabels in door de doorvoeren. 4. Monteer de wanddoos aan de muur. Zorg ervoor dat de flens van het montageframe gelijk is met het afgewerkte oppervlak van de muur. (Zie tekening F6.) 5. Verbind de aardleiding weer aan de wanddoos. Afb. 1: Plaatsen voor de drukringen Afb. 2a: Verwijderen van schroefdoppen Het gebruik van uw regelaar Aansluiten aan de stroomtoevoer 1. Zorg ervoor dat de stroomtoevoer gescheiden is en de zekeringen zijn verwijderd. 2. Breng de kabel aan van de scheidingsschakelaar naar het aansluitpunt naar de stroomtoevoer. 3. Breng alle aansluitingen in de scheidingsschakelaar aan conform de voorschriften van de fabrikant. 4. Volg alle lokaal geldende voorschriften op voor het maken van een aansluiting bij het aansluitpunt voor de stroomtoevoer. 5. Voer een laatste controle uit om te verzekeren dat alle aardpunten zijn aangesloten en alle afdekkappen weer correct zijn aangebracht op de ventilator, regeleenheid en scheidingsschakelaar. 6. Breng alle zekeringen weer aan en schakel de stroomtoevoer aan. Voor vaste bedradingscircuits mag de beschermende zekering voor het apparaat 5 amp niet overschrijden. Enkel voor Australië: Aansluiting aan de stroomtoevoer kan worden gemaakt met een flexibele 3-aderige kabel compleet met een 3-polige steker voor invoer in een goedgekeurde 10 amp GPO, of kan direct worden aangesloten via een goedgekeurde 10 amp muurgemonteerde oppervlakteschakelaar met (ten minste) 3 mm afstand tussen de contacten. Afb. 2b: Verwijderen van bedieningspaneel De bediening van de regelaar De regelaar kan voor het volgende worden gebruikt: (Zie tekeningen F1 - F4.) 1. Aan/Uit schakelaar 2. Aanzuig/Afzuig schakelaar 3. Hoog/Laag toerental 4. Verklikkerlampje 5. Ventilatiegroeven 6. Schroefdop 7. Bedieningspaneel 8. Montageframe 9. Wanddoos 10.Kunststof ombouw 11.Klemmenblok regeleenheden 12.Klemmenblok ventilator 13.Dubbelpolig scheidingsschakelaar 14.Zekeringen Afb. 2c: Verwijderen van montageframe Verzorging van de regelaar Schoonmaken 1. Voorafgaand aan reiniging de stroomtoevoer naar de regelaar geheel isoleren. 2. De afdekkap voorzichtig met een vochtige doek afnemen. 3. Goed afdrogen. 4. Houd de ventilatiegroeven vrij van obstructies. ♦ ♦ ♦ De regelaar nooit in water of andere vloeistoffen onderdompelen. Nooit oplosmiddelen gebruiken om regelaar schoon te maken. Naast schoonmaken is geen verder onderhoud nodig.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20

APPLIED ENERGY FR22-30 Handleiding

Type
Handleiding