33
Als uw oplader blootgesteld is geweest aan water, andere vloeistoffen of overmatig
vocht, brengt u de oplader naar een geautoriseerd servicecentrum voor inspectie.
Controleer of de oplader voldoet aan de vereisten van clausule 2.5 in IEC60950-
1/EN60950-1/UL60950-1 en is getest en goedgekeurd volgens de nationale of
plaatselijke normen.
Sluit het apparaat uitsluitend aan op producten die het USB-IF-logo hebben of die het
USB-IF-nalevingsprogramma hebben voltooid.
Veilig batterijgebruik
Breng de batterijpolen niet in contact met geleiders, zoals sleutels, sieraden of andere
metalen materialen. Dat kan kortsluiting van de batterij en letsel of brandwonden
veroorzaken.
Houd de batterij uit de buurt van extreme hitte en direct zonlicht. Plaats de batterij niet in
of op warmteapparaten, zoals magnetrons, kookplaten of radiatoren. De batterij kan bij
oververhitting exploderen.
Probeer de batterij niet aan te passen of opnieuw te produceren, steek er geen vreemde
voorwerpen in, dompel de batterij niet onder in en stel de batterij niet bloot aan water of
andere vloeistoffen. Dat kan leiden tot brand, explosie of andere gevaren.
Als de batterij lekt, moet u ervoor zorgen dat de elektrolyt niet in direct contact komt met
uw huid of ogen. Als de elektrolyt op uw huid komt of in uw ogen spat, moet u
onmiddellijk met schoon water spoelen en een arts raadplegen.
Mocht de batterij vervormen, verkleuren of oververhit raken tijdens het opladen of tijdens
opslag, staak dan onmiddellijk het gebruik van het apparaat en verwijder de batterij.
Aanhoudend gebruik kan leiden tot batterijlekkage, brand of explosie.
Breng de batterijen niet in contact met vuur, omdat ze dan kunnen ontploffen.
Beschadigde batterijen kunnen ook exploderen.
Voer gebruikte batterijen af in overeenstemming met de plaatselijke voorschriften.
Onjuist gebruik van de batterij kan leiden tot brand, explosie of andere gevaren.
Laat kinderen of huisdieren niet in de batterij bijten of eraan zuigen. Dat kan leiden tot
schade of explosie.
De batterij niet platdrukken of doorboren en de batterij niet blootstellen aan een hoge
externe druk. Dat kan tot kortsluiting of oververhitting leiden.
Laat het apparaat of de batterij niet vallen. Als u apparaat of de batterij laat gevallen, met
name op een hard oppervlak, kan de batterij beschadigd raken.
Als de stand-bytijd van het apparaat aanzienlijk korter wordt, dient u de batterij te
vervangen.
Het apparaat heeft een ingebouwde batterij die niet kan worden verwijderd. Probeer de
batterij niet te verwijderen, anders kan het apparaat beschadigd raken. Om de batterij te
vervangen, brengt u het apparaat naar een geautoriseerd servicecentrum.
Reiniging en onderhoud
Houd het apparaat en de accessoires droog. Probeer het apparaat niet te drogen met
een externe warmtebron, zoals een magnetron of haardroger.
Stel uw apparaat of accessoires niet bloot aan extreme hitte of kou. Dergelijke
omgevingen kunnen een juiste werking verhinderen en kunnen leiden tot brand of een
explosie.
Voorkom botsingen; deze kunnen leiden tot apparaatstoringen, oververhitting of een
explosie.
Voordat u het apparaat reinigt of onderhoud aan het apparaat pleegt, stopt u het gebruik
ervan, sluit u alle apps en verwijdert u alle aangesloten kabels.
Gebruik geen chemische schoonmaakmiddelen, poeders of andere chemische middelen
(zoals alcohol en benzine) om het apparaat of de accessoires schoon te maken. Deze
stoffen kunnen schade veroorzaken aan onderdelen of brandgevaar opleveren. Gebruik
een schone, zachte en droge doek om de behuizing van het apparaat en de accessoires