NL18 NL19
Probleem ProbleemOorzaak en Actie Oorzaak en Actie
Mijn brood rijst niet goed.
De bovenkant van mijn brood
is niet egaal.
De glutenkwaliteit van uw meel is laag of u hebt geen harde bloem gebruikt. (De kwaliteit van kleefstoffen kan variëren
afhankelijk van de temperatuur, vochtigheid, hoe de bloem wordt bewaard en de periode waarin het is geoogst.)
➝
Probeer eens een andere soort, een ander merk of een andere partij bloem.
Het deeg is te hard geworden omdat u niet genoeg vloeistof hebt gebruikt.
➝
Hardere bloem met een hoger bestanddeel proteïne neemt meer water op dan andere bloem; probeer 10 – 20 mL
water toe te voegen.
U gebruikt niet de juiste soort droge gist.
➝
Gebruik droge gist uit een zakje waarop droge gist staat.
Deze soort gist hoeft niet voor te rijzen.
U gebruikt niet genoeg droge gist of de droge gist die u gebruikt is oud.
➝
Gebruik het meegeleverde maatlepeltje. Controleer de vervaldatum van de droge gist. (Bewaar deze in de koelkast.)
De gist is voor het kneden in contact gekomen met de vloeistof.
➝
Controleer of u de ingrediënten in de juiste volgorde volgens het recept hebt toegevoegd. (P. NL11)
U hebt teveel zout of te weinig suiker gebruikt.
➝
Controleer het recept en pas de juiste hoeveelheden af met behulp van het meegeleverde maatlepeltje.
➝
Controleer of de andere ingrediënten niet al zout en suiker bevatten.
Mijn brood is helemaal niet
gerezen.
Mijn brood is bleek en klef.
U hebt geen droge gist gebruikt.
➝
Plaats de juiste hoeveelheid droge gist in het bakblik.
U gebruikt niet genoeg droge gist of de droge gist die u gebruikt is oud.
➝
Gebruik het meegeleverde maatlepeltje. Controleer de vervaldatum van de droge gist. (Bewaar deze in de koelkast.)
Er is een stroomstoring geweest of de machine is tijdens het maken van het brood uitgezet.
*
De machine gaat uit als deze gedurende meer dan 10 minuten wordt stopgezet.
➝
Verwijder het brood uit het bakblik en begin opnieuw met nieuwe ingrediënten.
Mijn brood is plakkerig en ik kan
geen gelijkmatige plakken snijden.
Het brood was te warm toen u het sneed.
➝
Laat uw brood op een rekje afkoelen voordat u het gaat snijden zodat de damp kan ontsnappen.
Mijn brood is te veel gerezen.
U hebt teveel droge gist / water gebruikt.
➝
Controleer het recept en meet de juiste hoeveelheid af met behulp van de bijgeleverde maatlepeltje (droge
gist) / zuurdesem maatbeker (water).
➝
Controleer of andere ingrediënten niet ook al water bevatten.
U hebt teveel meel gebruikt.
➝
Weeg de bloem zorgvuldig af met behulp van een weegschaal.
Mijn brood zit vol luchtgaten.
U hebt teveel gist gebruikt.
➝
Controleer het recept en pas de juiste hoeveelheden af met behulp van het meegeleverde maatlepeltje.
[Zacht brood]
U hebt teveel vloeistof gebruikt.
➝
Sommige soorten bloem nemen meer water op dan andere; probeer eens 10 – 20 mL minder water te gebruiken.
Mijn brood lijkt te zijn ingezakt
na het rijzen.
Uw bloem is niet van goede kwaliteit.
➝
Probeer eens een ander merk bloem.
[Zacht brood]
U hebt teveel vloeistof gebruikt.
➝
Probeer eens 10 – 20 mL minder water te gebruiken.
De korst wordt rimpelig en wordt
zacht als het brood afkoelt.
[Zacht brood]
De damp die na het bakken in het brood vrijkomt, kan naar de korst gaan waardoor die wat zachter wordt.
➝
Probeer eens 10 – 20 mL minder water te gebruiken om de hoeveelheid damp te verminderen.
Mijn brood is aan de zijkanten
ingezakt en de onderkant is
vochtig.
U hebt het brood te lang in het bakblik gelaten nadat het bakken voltooid was.
➝
Neem het brood na het bakken onmiddellijk uit de machine.
Er is een stroomstoring geweest of de machine is tijdens het maken van het brood uitgezet.
* De machine gaat uit als deze gedurende meer dan 10 minuten wordt stopgezet.
Hoe kan ik de korst van mijn
brood knapperig houden?
Om het brood knapperiger te maken kunt u het 5 à 10 minuten extra bakken in de oven op 200 °C / 392 °F of op gasstand 6.
De onderkant van de brioches
is te vettig, olieachtig.
De korst is olieachtig.
Er zijn grote gaten in het brood.
Hebt u boter toegevoegd binnen 5 minuten na de pieptoon?
➝
Geen boter toevoegen wanneer de resterende tijd tot voltooiing al wordt aangegeven. (Zie pag. GB14 van
stappen 8)
De botersmaak kan minder zijn, maar het bakken zal best lukken.
Tijdens of na het koken Tijdens of na het koken
Raadpleeg dit gedeelte alvorens de technische dienst te bellen.
Het bakken van brioches lukt
niet wanneer ik broodmix
gebruik.
Probeer de volgende oplossingen:
➝
Het zal waarschijnlijk beter bakken als iets minder droge gist wordt gebruikt bij menu 12. (Indien u de droge gist apart toevoegt.)
➝
Volg het recept dat voor de broodmix voorgeschreven is, maar zorg dat de broodmix tussen de 350
–
500 gram blijft.
➝
Plaats de droge gist eerst, gevolgd door droge ingrediënten, boter en daarna water in het bakblik.
Voeg extra ingrediënten later toe. (P. NL14)
➝
Het resultaat kan verschillen, afhankelijk van het recept vermeld op de broodmix.
Waarom zijn de ingrediënten
van mijn brood niet goed
gemengd?
U hebt het kneedmes niet in het bakblik geplaatst.
➝
Zorg ervoor dat het kneedmes in het bakblik zit voordat u de ingrediënten er in stopt.
Er is een stroomstoring geweest of de machine is tijdens het maken van het brood uitgezet.
➝
De machine gaat uit als deze gedurende meer dan 10 minuten wordt stopgezet. U kunt misschien met het
brood doorgaan maar het resultaat kan tegenvallen als het kneden al was gestart.
Extra ingrediënten worden niet
goed gemengd.
Hebt u extra ingrediënten toegevoegd aan het bakblik terwijl knippert op het display?
➝
Extra ingrediënten moeten worden toegevoegd aan het bakblik terwijl knippert op het display.
Extra ingrediënten worden niet
goed gemengd in de Brioches.
Hebt u extra ingrediënten toegevoegd binnen 5 min na de pieptoon?
➝
Extra ingrediënten moeten worden toegevoegd terwijl knippert in de display.
Bepaald deeg op basis van broodmix kan minder geschikt zijn voor het mengen van extra ingrediënten, soms
zodanig dat ze er uit gewerkt worden.
➝
Verlaag de extra ingrediënten met de helft.
Mijn brood is niet gebakken.
Het deegmenu werd geselecteerd.
➝
In het deegmenu zit geen bakproces.
Er is een stroomstoring geweest of de machine is tijdens het maken van het brood uitgezet.
➝
De machine gaat uit als deze gedurende meer dan 10 minuten wordt stopgezet. U kunt proberen het deeg in
uw oven te bakken als het al is gerezen.
Er is niet genoeg water en de beveiligingsinrichting voor de motor is in werking getreden.
Dit gebeurt alleen wanneer de machine overbelast is en de motor te veel onder druk komt te staan.
➝
Ga naar de zaak waar u de machine hebt gekocht om naar de machine te laten kijken. Controleer in het
vervolg het recept en pas de juiste hoeveelheid af met behulp van de meegeleverde maatbeker.
U hebt vergeten het kneedmes in de machine te plaatsen.
➝
Plaats het mes eerst. (P. NL11)
De kneedmeshouder in het bakblik zit vast en draait niet rond.
➝
Als de kneedmeshouder niet draait wanneer het kneedmes erop wordt bevestigd, moet de kneedmeshouder
vervangen worden.
(Raadpleeg de zaak waar u de Broodbakoven hebt gekocht of een servicedienst van Panasonic.)
De onderkant en de zijkanten
van mijn brood zijn met teveel
bloem bedekt.
U hebt teveel bloem gebruikt of u gebruikt niet genoeg vloeistof.
➝
Controleer het recept en pas de juiste hoeveelheid af met behulp van een weegschaal voor de bloem of met
behulp van de maatbeker voor de vloeistoffen.
Het brood komt niet uit het blik.
Als het brood aan het bakblik kleeft en niet gemakkelijk verwijderd kan worden, laat het bakblik dan 5–10 minuten afkoelen.
Keer het bakblik om en gebruik een ovenhandschoen (zie p. NL12). Houd de bakvorm met beide handen vast en
tik met een keukenhanddoek op een zuiver kookoppervlak tot het brood uit de bakvorm komt.
Het kneedmes blijft in het brood
zitten als ik het uit het bakblik
neem.
Het deeg is een beetje stijf.
➝
Laat het brood helemaal afkoelen voor het voorzichtig verwijderen van het kneedmes.
Sommige soorten bloem nemen meer water op dan andere; probeer in het vervolg dus 10-20 mL extra water toe te voegen.
Er hebben zich korsten onder het mes opgehoopt.
➝
Was het kneedmes en kneedmeshouder na ieder gebruik.
De confituur is overgekookt.
Er is teveel fruit of suiker gebruikt.
➝
Gebruik alleen de hoeveelheden fruit en suiker die staan omschreven in de recepten op pag. NL16.
De confituur is te dun en niet
goed ingedikt.
Het fruit is niet rijp of overrijp.
Er zit te weinig suiker in.
De kooktijd was ontoereikend.
Er is fruit met laag pectinegehalte gebruikt.
➝
Laat de confituur helemaal afkoelen. De confituur blijft indikken tijdens het afkoelen.
➝
Gebruik de dunne confituur als saus voor de desserts.
Problemen oplossen