Makita 6216D de handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

GB
Cordless Driver Drill Instruction Manual
F
Perceuse-visseuse sans fil Manuel d’instructions
D
Akku-bohrschrauber Betriebsanleitung
I
Trapano-avvitatore a batteria Istruzioni per l’uso
NL
Snoerloze boor-schroevedraaier Gebruiksaanwijzing
E
Taladro-atornillador a batería Manual de instrucciones
P
Berbequim aparafusador a bateria Manual de instruções
DK
Akku bore-skruemaskine Brugsanvisning
S
Sladdös borrmaskin/skruvdragare Bruksanvisning
N
Akku boreskrutrekker Bruksanvisning
SF
Akkuporakone Käyttöohje
GR Βιδτρύπαν µε µπαταρία δηγίες ρήσεως
6216D
6316D
21
NEDERLANDS
Verklaring van algemene gegevens
1 Knop
2 Batterij
3 Oplaadlampje
4 Acculader
5Boor
6 Vastdraaien
7Bus
8 Ring
9 Boorhouder
10 Trekschakelaar
11 Omkeerschakelaar
12 Zijde A
13 Zijde B
14 Rechtse draairichting
15 Linkse draairichting
16 Laag toerental
17 Hoog toerental
18 Toerentalschakelaar
19 Afstelring
20 Schaalverdelingen
21 Boormarkering
22 Wijzer
23 Limietaanduiding
24 Koolborsteldop
25 Schroevendraaier
TECHNISCHE GEGEVENS
Model 6216D 6316D
Capaciteiten
Metaal .......................................................................................10 mm 13 mm
Hout ..........................................................................................30 mm 30 mm
Houtschroef ..............................................................................6 x 75 mm 6 x 75 mm
Kolomschroef ............................................................................6 mm 6 mm
Toerental onbelast (min
-1
)
Hoog .........................................................................................0 – 1 300 0 – 1 300
Laag ..........................................................................................0 – 400 0 – 400
Totale lengte ................................................................................243 mm 255 mm
Netto gewicht ...............................................................................2,1 kg 2,2 kg
Nominale spanning ......................................................................DC 12 V DC 12 V
In verband met ononderbroken research en ontwikke-
ling behouden wij ons het recht voor bovenstaande
technische gegevens te wijzigen zonder voorafgaande
kennisgeving.
Opmerking: De technische gegevens kunnen van land
tot land verschillen.
Veiligheidswenken
Voor uw veiligheid dient u de bijgevoegde Veiligheids-
voorschriften nauwkeurig op te volgen.
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR
GEBRUIK VAN DE BATTERIJLADER EN HET
BATTERIJPAK
1. BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN — In deze
gebruiksaanwijzing staan belangrijke veilig-
heids- en bedieningsvoorschriften betreffende
de batterijlader (snellader).
2. Lees alle voorschriften en waarschuwingen
betreffende (1) de batterijlader, (2) het batterijpak
en (3) het gereedschap aandachtig door alvo-
rens de batterijlader in gebruik te nemen.
3. LET OP — Om het gevaar voor ongelukken te
verminderen, dient u met de snellader uitslui-
tend MAKITA oplaadbare batterijen te laden. Bat-
terijen van andere merken kunnen gaan barsten
en hierdoor verwondingen of schade veroorza-
ken.
4. Stel de batterijlader niet bloot aan regen of
sneeuw.
5. Het gebruik van accessoires die niet door de
fabrikant van de batterijlader worden verkocht of
aanbevolen, kan brandgevaar, elektrische schok
of verwondingen veroorzaken.
6. Om de stekker en het netsnoer niet te beschadi-
gen, trekt u het netsnoer uit het stopkontakt
door de stekker vast te pakken.
7. Let op dat het snoer zodanig op de grond ligt,
dat niemand erop kan stappen of erover kan
struikelen en dat er niets op het snoer geplaatst
wordt.
8. Gebruik in geen geval de batterijlader als het
netsnoer of de stekker beschadigd is. Vervang
deze onmiddellijk.
9. Gebruik de batterijlader ook niet als deze geval-
len is, aan een zware stoot heeft blootgestaan, of
als u vermoedt dat hij beschadigd is. Laat in
deze gevallen de batterijlader eerst nakijken.
10. Haal de batterijlader of het batterijpak niet uit
elkaar; laat eventuele servicebeurten of repara-
ties uitsluitend vakkundig uitvoeren. Het onjuist
opnieuw in elkaar zetten kan namelijk elektri-
sche schok of brandgevaar opleveren.
11. Om gevaar voor elektrische schok te verminde-
ren, trekt u de stekker uit het stopkontakt alvo-
rens de batterijlader te reinigen of een
onderhoudsbeurt te geven. Door de batterijlader
alleen maar uit te schakelen, vermindert u dit
gevaar niet.
12. De acculader is niet bedoeld voor gebruik door
kleine kinderen of geestelijk gestoorden waarop
geen toezicht wordt gehouden.
13. Houd toezicht op kleine kinderen om te voorko-
men dat ze met de acculader spelen.
14. Als de gebruiksduur van de accu bijzonder kort
geworden is, moet u het gebruik ervan onmiddel-
lijk stopzetten omdat er anders gevaar is voor
oververhitting, brandwonden en zelfs een explo-
sie.
15. Als er elektrolyt in uw ogen is terechtgekomen,
moet u deze spoelen met schoon water en
onmiddellijk de hulp van een dokter inroepen.
Elektrolyt in de ogen kan blindheid veroorzaken.
22
BIJGEVOEGDE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR GEBRUIK
VAN DE BATTERIJLADER EN HET BATTERIJPAK
1. Laad het batterijpak niet op als de temperatuur
LAGER is dan 10°C of HOGER dan 40°C.
2. Gebruik voor het laden nooit een step-up trans-
formator, een dynamo of een gelijkstroombron.
3. Zorg dat de ventilatiegaten van de batterijlader
niet afgesloten worden of verstopt raken.
4. Bedek altijd de polen van de accu met het accu-
deksel wanneer u de accu niet gebruikt.
5. Voorkom kortsluiting van het batterijpak:
(1) Raak de aansluitklemmen nooit aan met
geleidend materiaal.
(2) Bewaar het batterijpak niet op een plaats
waar ook andere metalen voorwerpen zoals
spijkers, munten e.d. worden bewaard.
(3) Stel het batterijpak niet bloot aan water of
regen.
Kortsluiting van het batterijpak kan leiden tot
een grote stroomafgifte, oververhitting, brand-
wonden of zelfs tot defecten.
6. Bewaar de batterijlader en het batterijpak niet in
plaatsen waar de temperatuur tot 50°C of hoger
kan op lopen.
7. Werp zwaar beschadigde of volledig uitgeputte
batterijpakken niet in het vuur, omdat een
gevaarlijke explosie er het gevolg van kan zijn.
8. Wees voorzichtig dat u het batterijpak niet laat
vallen en het niet aan schokken of stoten bloot-
stelt.
9. Laad het batterijpak niet op in een kist, een con-
tainer e.d. Om het batterijpak op te laden, dient u
dit in een goed geventileerde ruimte te plaatsen.
AANVULLENDE VEILIGHEIDSVOOR-
SCHRIFTEN VOOR HET GEREEDSCHAP
1. Denk eraan dat dit gereedschap altijd gebruiks-
klaar is, aangezien het niet hoeft te worden aan-
gesloten op een stopcontact.
2. Houd het gereedschap bij de geïsoleerde hand-
grepen vast wanneer u boort op plaatsen waar
de boor op verborgen elektrische bedrading kan
stoten. Door contact met een onder spanning
staande draad zullen ook de niet-geïsoleerde
metalen delen van het gereedschap onder span-
ning komen te staan, zodat de gebruiker een
elektrische schok kan krijgen.
3. Zorg ervoor dat u altijd stevige steun voor de
voeten hebt.
4. Controleer of er zich niemand onder u bevindt
wanneer u het gereedschap op een hoge plaats
gaat gebruiken.
5. Houd het gereedschap stevig vast.
6. Houd uw handen uit de buurt van roterende
onderdelen.
7. Laat het gereedschap niet achter terwijl het nog
in bedrijf is. Laat het gereedschap alleen draaien
wanneer u het met beide handen vasthoudt.
8. Raak de boor of het werkstuk niet aan onmiddel-
lijk na het gebruik; deze kunnen zeer heet zijn en
brandwonden veroorzaken.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN
Plaatsen en verwijderen van de accu (Fig. 1)
Schakel de machine altijd uit voordat een accu
geplaatst of verwijdert wordt.
Om de accu te verwijderen, neemt u het uit het gereed-
schap terwijl u de knoppen aan beide zijden van de
accu indrukt.
Om de accu te installeren, past u de rug op de accu in
de groef in de behuizing van het gereedschap, en dan
schuift u de accu naar binnen. Schuif de accu zo ver
mogelijk erin, totdat het met een klikgeluid vergrendelt.
Indien u dit niet doet, kan de accu per ongeluk uit het
gereedschap vallen en uzelf of anderen verwonden.
• Als de accu moeilijk in de houder komt, probeer het
dan niet met geweld in te duwen. Indien de accu er niet
gemakkelijk ingaat, dan houdt u het verkeerd om.
Laden (Fig. 2)
Sluit de acculader aan op een stopkontakt. Het laadcontrolelampje zal in groen knipperen. Schuif de accu zodanig in
de acculader dat de plus en min klemmen van de accu overeenkomen met de plus en min markeringen op de accula-
der. Schuif de accu zo ver mogelijk in de opening, zodat het op de bodem van de lader rust. Wanneer de accu hele-
maal erin zit, zal de kleur van het laadcontrolelampje veranderen van groen in rood en zal het laden beginnen. Tijdens
het laden zal het laadcontrolelampje blijven branden. Wanneer de kleur van het oplaadlampje verandert van rood in
groen, is het opladen voltooid. Wanneer u een volledig opgeladen accu in de lader laat zitten, zal de lader overschake-
len naar de “bijladen (handhaven van de lading)” stand. Trek de stekker van de lader uit het stopkontakt nadat het
laden is voltooid.
Zie de onderstaande tabel voor de oplaadtijden.
Model van batterijpak Capaciteit (Ah) Aantal cellen Oplaadtijd
1222 (Ni-cd) 2,0 10 ca. 45 min.
1233 (Ni-MH) 2,2 10 ca. 50 min.
1234 (Ni-MH) 2,6 10 ca. 60 min.
1235 (Ni-MH) 3,0 10 ca. 70 min.
23
LET OP:
De acculader is uitsluitend bestemd voor het laden van Makita accu’s. Gebruik deze nooit voor andere doeleinden of
voor het laden van accu’s van andere fabrikanten.
Een nieuwe accu of een accu dat gedurende lange tijd niet werd gebruikt, kan eventueel niet volledig worden gela-
den. Dit is normaal en duidt niet op een defekt. Nadat de accu een paar keer volledig is ontladen, kunt u het weer
volledig laden.
Wanneer u de accu van een zojuist gebruikt gereedschap laadt, of een accu dat voor langere tijd aan direct zonlicht
of hitte werd blootgesteld, gebeurt het wel eens dat het laadcontrolelampje in rood knippert. Wacht in zo’n geval een
tijdje. Het laden zal beginnen nadat de accu is afgekoeld. De accu zal sneller afkoelen indien u het van de acculader
verwijdert.
• Indien het laadcontrolelampje afwisselend in groen en rood knippert, wijst dit op een probleem en is laden niet
mogelijk. De klemmen op de snellader of op de accu zijn vuil of de accu is versleten of beschadigd.
Bijladen (Handhaven van de lading)
Wanneer u een volledig opgeladen accu in de lader laat zitten om spontaan ontladen te voorkomen, zal de lader over-
schakelen naar de “Bijladen (Handhaven van de lading)” stand waardoor de accu vers en in volledig opgeladen toe-
stand wordt gehouden.
Wenken om een maximale levensduur van de accu te handhaven
1. Laad de accu op alvorens deze volledig is ontladen.
Stop het gebruik van het gereedschap en laad de accu op telkens wanneer u vaststelt dat het vermogen van het
gereedschap verminderd is.
2. Laad een volledig opgeladen accu nooit opnieuw op.
Wanneer u de accu te veel oplaadt, zal deze minder lang meegaan.
3. Laad de accu op bij een kamertemperatuur tussen 10°C en 40°C.
Laat een warme accu afkoelen alvorens deze op te laden.
4. Laad de nikkel-metaalhydride accu op wanneer u deze langer dan zes maanden niet gebruikt.
Installeren of verwijderen van schroefbit of boor
(Fig. 3 en 4)
Belangrijk:
Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld en
de accu is verwijderd alvorens de boor te installeren of te
verwijderen.
Houd de ring vast en draai de bus naar links om de klau-
wen van de boorkop te openen. Steek de boor zo ver
mogelijk in de boorkop. Houd daarna de ring weer stevig
vast en draai de bus naar rechts voor het vastzetten van
de boorkop.
Voor het verwijderen van de boor, de ring vasthouden en
de bus naar links draaien. Bevestig de boor in de boor-
houder wanneer u deze niet gebruikt. In de boorhouder
kunt u boren met een lengte van maximaal 45 mm plaat-
sen.
Werking van de trekschakelaar (Fig. 5)
LET OP:
Alvorens de accu in het gereedschap te plaatsen, moet u
altijd controleren of de trekschakelaar juist werkt en bij
het loslaten naar de “OFF” positie terugkeert.
Om het gereedschap in te schakelen, drukt u gewoon de
trekschakelaar in. Hoe dieper de trekschakelaar wordt
ingedrukt, hoe sneller het gereedschap draait. Om het
gereedschap uit te schakelen, de trekschakelaar losla-
ten.
Werking van de omkeerschakelaar (Fig. 6)
LET OP:
• Controleer altijd de draairichting alvorens het gereed-
schap te gebruiken.
Verander de stand van de omkeerschakelaar alleen
nadat het gereedschap volledig tot stilstand is geko-
men. Indien u de draairichting verandert terwijl de boor
nog draait, kan het gereedschap beschadigd raken.
Zet de omkeerschakelaar altijd in de neutrale stand
wanneer het gereedschap niet wordt gebruikt.
Dit gereedschap heeft een omkeerschakelaar voor het
veranderen van de draairichting. Druk de omkeerschake-
laar in vanaf zijde A voor rechtse draairichting, of vanaf
zijde B voor linkse draairichting. Wanneer deze schake-
laar in de neutrale stand staat, kan de trekschakelaar niet
worden ingedrukt.
Veranderen van het toerental (Fig. 7)
Om het toerental te veranderen, schakelt u eerst het
gereedschap uit en dan schuift u de toerentalschakelaar
naar de II ” zijde voor hoog toerental, of naar de I
zijde voor laag toerental. Zorg ervoor dat de toerental-
schakelaar in de juiste stand staat alvorens met het werk
te beginnen. Gebruik het toerental dat geschikt is voor
uw werk.
LET OP:
Schuif de toerentalschakelaar altijd volledig naar de
juiste positie. Als u het gereedschap gebruikt met de
toerentalschakelaar halverwege tussen de “ I ” en “ II
posities, kan het gereedschap beschadigd raken.
Verschuif de toerentalschakelaar niet terwijl het
gereedschap draait. Hierdoor kan het gereedschap
beschadigd raken.
Instellen van het draaimoment (Fig. 8)
Het draaimoment kan worden ingesteld in 17 stappen
door de stelring zodanig te draaien dat zijn schaalverde-
lingen overeenkomen met de wijzer op het huis van het
gereedschap. Het draaimoment is minimaal wanneer het
cijfer 1 met de wijzer overeenkomt, en is maximaal wan-
neer de
m markering met de wijzer overeenkomt.
Wanneer de stelring op een cijfer van 1 tot 16 is inge-
steld, zal de koppeling bij verschillende draaimomentni-
veau’s slippen. De koppeling is ontworpen om niet te
slippen bij de
m
markering.
Alvorens met het eigenlijke werk te beginnen, moet u het
geschikte draaimoment bepalen door een proefschroef in
uw werkstuk of in een ander stuk van hetzelfde materiaal
te schroeven.
24
OPMERKING:
De stelring vergrendelt niet wanneer de wijzer halfweg
tussen de schaalverdelingen staat.
Gebruik het gereedschap niet met de stelring ingesteld
tussen het cijfer 16 en de
m markering. Hierdoor kan
het gereedschap beschadigd raken.
Indraaien van schroeven (Fig. 9)
Plaats de schroefbit in de boorkop en oefen druk op het
gereedschap uit. Begin met lage snelheid en voer dan de
snelheid geleidelijk op. Laat de trekschakelaar los zodra
de koppeling ingrijpt.
OPMERKING:
Zorg ervoor dat u de schroefbit recht op de schroefkop
plaatst, aangezien anders de schroef en/of de schroef-
bit beschadigd kan worden.
Wanneer u houtschroeven indraait, maak dan voor-
boorgaten in het hout. Dit vergemakkelijkt het vast-
schroeven en voorkomt dat het hout splijt. Zie de
onderstaande tabel.
Indien het gereedschap ononderbroken wordt gebruikt
totdat de accu is ontladen, dient u het gereedschap 15
minuten te laten rusten vooraleer met een nieuwe accu
verder te werken.
Boren
Draai eerst de stelring zodat de wijzer op het gereed-
schap naar de
m markering wijst. Ga dan als volgt te
werk.
Boren in hout
Voor boren in hout krijgt u de beste resultaten met
houtboren die voorzien zijn van een geleideschroef.
Het boren gaat dan gemakkelijker aangezien de gelei-
deschroef de boor in het hout trekt.
Boren in metaal
Wanneer u begint te boren, gebeurt het vaak dat de
boor slipt. Om dit te voorkomen, slaat u van tevoren
met een drevel een deukje in het metaal op de plaats
waar u wilt boren. Plaats vervolgens de boor in het
deukje en start het boren.
Gebruik altijd boorolie wanneer u in metaal boort. De
enige uitzonderingen zijn ijzer en koper die droog
geboord dienen te worden.
LET OP:
Door overmatige druk op het gereedschap uit te oefe-
nen verloopt het boren niet sneller. Integendeel, teveel
druk op het gereedschap zal alleen maar de boorpunt
beschadigen, de prestatie van het gereedschap ver-
minderen en de gebruiksduur verkorten.
Wanneer de boor uit het gaatje te voorschijn komt,
wordt een enorme kracht uitgeoefend op het gereed-
schap en op de boor. Houd daarom het gereedschap
stevig vast en wees op uw hoede wanneer de boor
door het werkstuk begint te dringen.
Wanneer de boor klemraakt, keert u met de omkeer-
schakelaar de draairichting om, om de boor uit het
gaatje te krijgen. Het gereedschap kan echter plotse-
ling terugspringen indien u het niet stevig vasthoudt.
Kleine werkstukken dient u altijd eerst vast te zetten in
een klemschroef of iets dergelijks.
Indien het gereedschap ononderbroken wordt gebruikt
totdat de accu is ontladen, dient u het gereedschap 15
minuten te laten rusten vooraleer met een nieuw accu
verder te werken.
ONDERHOUD
LET OP:
Controleer altijd of de machine is uitgeschakeld en de
accu is losgekoppeld vooraleer onderhoud uit te voeren
aan de machine.
Vervangen van koolborstels (Fig. 10 en 11)
Vervang de borstels wanneer ze tot aan de aangegeven
limiet zijn afgesleten. Beide koolborstels dienen tegelij-
kertijd te worden vervangen.
Opdat het gereedschap veilig en betrouwbaar blijft, die-
nen alle reparaties, onderhoud of afstellingen te worden
uitgevoerd bij een erkend Makita service centrum.
ACCESSOIRES
LET OP:
• Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen
voor gebruik met het Makita gereedschap dat in deze
gebruiksaanwijzing is beschreven. Bij gebruik van
andere accessoires of hulpstukken bestaat er gevaar
voor persoonlijke verwonding. Gebruik de accessoires
of hulpstukken uitsluitend voor hun bestemde doel.
Raadpleeg het dichtstbijzijnde Makita Servicecentrum
voor verder advies of bijzonderheden omtrent deze
accessoires.
•Schroefbits
Handgreep
Rubber steunschijf set
Schuimrubber polijstkussen
Diepteaanslag
Wollen poetsschijf
Diverse types originele Makita accu’s en acculaders
Plastic draagkoffer
Nominale diameter van
houtschroef (mm)
Aanbevolen diameter
voorboorgat (mm)
3,1 2,0–2,2
3,5 2,2–2,5
3,8 2,5–2,8
4,5 2,9–3,2
4,8 3,1–3,4
5,1 3,3–3,6
5,5 3,7–3,9
5,8 4,0–4,2
6,1 4,2–4.4

Documenttranscriptie

GB Cordless Driver Drill Instruction Manual F Perceuse-visseuse sans fil Manuel d’instructions D Akku-bohrschrauber Betriebsanleitung I Trapano-avvitatore a batteria Istruzioni per l’uso NL Snoerloze boor-schroevedraaier Gebruiksaanwijzing E Taladro-atornillador a batería Manual de instrucciones P Berbequim aparafusador a bateria Manual de instruções DK Akku bore-skruemaskine Brugsanvisning S Sladdös borrmaskin/skruvdragare Bruksanvisning N Akku boreskrutrekker Bruksanvisning SF Akkuporakone Käyttöohje GR Βιδοτρύπανο µε µπαταρία Οδηγίες χρήσεως 6216D 6316D NEDERLANDS Verklaring van algemene gegevens 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Knop Batterij Oplaadlampje Acculader Boor Vastdraaien Bus Ring Boorhouder 10 11 12 13 14 15 16 17 Trekschakelaar Omkeerschakelaar Zijde A Zijde B Rechtse draairichting Linkse draairichting Laag toerental Hoog toerental TECHNISCHE GEGEVENS Model 6216D Capaciteiten Metaal .......................................................................................10 mm Hout ..........................................................................................30 mm Houtschroef ..............................................................................6 x 75 mm Kolomschroef ............................................................................6 mm Toerental onbelast (min-1) Hoog .........................................................................................0 – 1 300 Laag ..........................................................................................0 – 400 Totale lengte ................................................................................243 mm Netto gewicht ...............................................................................2,1 kg Nominale spanning ......................................................................DC 12 V • In verband met ononderbroken research en ontwikkeling behouden wij ons het recht voor bovenstaande technische gegevens te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving. • Opmerking: De technische gegevens kunnen van land tot land verschillen. Veiligheidswenken Voor uw veiligheid dient u de bijgevoegde Veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op te volgen. BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR GEBRUIK VAN DE BATTERIJLADER EN HET BATTERIJPAK 1. 2. 3. 4. 5. 6. BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN — In deze gebruiksaanwijzing staan belangrijke veiligheids- en bedieningsvoorschriften betreffende de batterijlader (snellader). Lees alle voorschriften en waarschuwingen betreffende (1) de batterijlader, (2) het batterijpak en (3) het gereedschap aandachtig door alvorens de batterijlader in gebruik te nemen. LET OP — Om het gevaar voor ongelukken te verminderen, dient u met de snellader uitsluitend MAKITA oplaadbare batterijen te laden. Batterijen van andere merken kunnen gaan barsten en hierdoor verwondingen of schade veroorzaken. Stel de batterijlader niet bloot aan regen of sneeuw. Het gebruik van accessoires die niet door de fabrikant van de batterijlader worden verkocht of aanbevolen, kan brandgevaar, elektrische schok of verwondingen veroorzaken. Om de stekker en het netsnoer niet te beschadigen, trekt u het netsnoer uit het stopkontakt door de stekker vast te pakken. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 18 19 20 21 22 23 24 25 Toerentalschakelaar Afstelring Schaalverdelingen Boormarkering Wijzer Limietaanduiding Koolborsteldop Schroevendraaier 6316D 13 mm 30 mm 6 x 75 mm 6 mm 0 – 1 300 0 – 400 255 mm 2,2 kg DC 12 V Let op dat het snoer zodanig op de grond ligt, dat niemand erop kan stappen of erover kan struikelen en dat er niets op het snoer geplaatst wordt. Gebruik in geen geval de batterijlader als het netsnoer of de stekker beschadigd is. Vervang deze onmiddellijk. Gebruik de batterijlader ook niet als deze gevallen is, aan een zware stoot heeft blootgestaan, of als u vermoedt dat hij beschadigd is. Laat in deze gevallen de batterijlader eerst nakijken. Haal de batterijlader of het batterijpak niet uit elkaar; laat eventuele servicebeurten of reparaties uitsluitend vakkundig uitvoeren. Het onjuist opnieuw in elkaar zetten kan namelijk elektrische schok of brandgevaar opleveren. Om gevaar voor elektrische schok te verminderen, trekt u de stekker uit het stopkontakt alvorens de batterijlader te reinigen of een onderhoudsbeurt te geven. Door de batterijlader alleen maar uit te schakelen, vermindert u dit gevaar niet. De acculader is niet bedoeld voor gebruik door kleine kinderen of geestelijk gestoorden waarop geen toezicht wordt gehouden. Houd toezicht op kleine kinderen om te voorkomen dat ze met de acculader spelen. Als de gebruiksduur van de accu bijzonder kort geworden is, moet u het gebruik ervan onmiddellijk stopzetten omdat er anders gevaar is voor oververhitting, brandwonden en zelfs een explosie. Als er elektrolyt in uw ogen is terechtgekomen, moet u deze spoelen met schoon water en onmiddellijk de hulp van een dokter inroepen. Elektrolyt in de ogen kan blindheid veroorzaken. 21 BIJGEVOEGDE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR GEBRUIK VAN DE BATTERIJLADER EN HET BATTERIJPAK 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Laad het batterijpak niet op als de temperatuur LAGER is dan 10°C of HOGER dan 40°C. Gebruik voor het laden nooit een step-up transformator, een dynamo of een gelijkstroombron. Zorg dat de ventilatiegaten van de batterijlader niet afgesloten worden of verstopt raken. Bedek altijd de polen van de accu met het accudeksel wanneer u de accu niet gebruikt. Voorkom kortsluiting van het batterijpak: (1) Raak de aansluitklemmen nooit aan met geleidend materiaal. (2) Bewaar het batterijpak niet op een plaats waar ook andere metalen voorwerpen zoals spijkers, munten e.d. worden bewaard. (3) Stel het batterijpak niet bloot aan water of regen. Kortsluiting van het batterijpak kan leiden tot een grote stroomafgifte, oververhitting, brandwonden of zelfs tot defecten. Bewaar de batterijlader en het batterijpak niet in plaatsen waar de temperatuur tot 50°C of hoger kan op lopen. Werp zwaar beschadigde of volledig uitgeputte batterijpakken niet in het vuur, omdat een gevaarlijke explosie er het gevolg van kan zijn. Wees voorzichtig dat u het batterijpak niet laat vallen en het niet aan schokken of stoten blootstelt. Laad het batterijpak niet op in een kist, een container e.d. Om het batterijpak op te laden, dient u dit in een goed geventileerde ruimte te plaatsen. AANVULLENDE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR HET GEREEDSCHAP 1. Denk eraan dat dit gereedschap altijd gebruiksklaar is, aangezien het niet hoeft te worden aangesloten op een stopcontact. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Houd het gereedschap bij de geïsoleerde handgrepen vast wanneer u boort op plaatsen waar de boor op verborgen elektrische bedrading kan stoten. Door contact met een onder spanning staande draad zullen ook de niet-geïsoleerde metalen delen van het gereedschap onder spanning komen te staan, zodat de gebruiker een elektrische schok kan krijgen. Zorg ervoor dat u altijd stevige steun voor de voeten hebt. Controleer of er zich niemand onder u bevindt wanneer u het gereedschap op een hoge plaats gaat gebruiken. Houd het gereedschap stevig vast. Houd uw handen uit de buurt van roterende onderdelen. Laat het gereedschap niet achter terwijl het nog in bedrijf is. Laat het gereedschap alleen draaien wanneer u het met beide handen vasthoudt. Raak de boor of het werkstuk niet aan onmiddellijk na het gebruik; deze kunnen zeer heet zijn en brandwonden veroorzaken. BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN. BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN Plaatsen en verwijderen van de accu (Fig. 1) • Schakel de machine altijd uit voordat een accu geplaatst of verwijdert wordt. • Om de accu te verwijderen, neemt u het uit het gereedschap terwijl u de knoppen aan beide zijden van de accu indrukt. • Om de accu te installeren, past u de rug op de accu in de groef in de behuizing van het gereedschap, en dan schuift u de accu naar binnen. Schuif de accu zo ver mogelijk erin, totdat het met een klikgeluid vergrendelt. Indien u dit niet doet, kan de accu per ongeluk uit het gereedschap vallen en uzelf of anderen verwonden. • Als de accu moeilijk in de houder komt, probeer het dan niet met geweld in te duwen. Indien de accu er niet gemakkelijk ingaat, dan houdt u het verkeerd om. Laden (Fig. 2) Sluit de acculader aan op een stopkontakt. Het laadcontrolelampje zal in groen knipperen. Schuif de accu zodanig in de acculader dat de plus en min klemmen van de accu overeenkomen met de plus en min markeringen op de acculader. Schuif de accu zo ver mogelijk in de opening, zodat het op de bodem van de lader rust. Wanneer de accu helemaal erin zit, zal de kleur van het laadcontrolelampje veranderen van groen in rood en zal het laden beginnen. Tijdens het laden zal het laadcontrolelampje blijven branden. Wanneer de kleur van het oplaadlampje verandert van rood in groen, is het opladen voltooid. Wanneer u een volledig opgeladen accu in de lader laat zitten, zal de lader overschakelen naar de “bijladen (handhaven van de lading)” stand. Trek de stekker van de lader uit het stopkontakt nadat het laden is voltooid. Zie de onderstaande tabel voor de oplaadtijden. 22 Model van batterijpak Capaciteit (Ah) Aantal cellen 1222 (Ni-cd) 2,0 10 Oplaadtijd ca. 45 min. 1233 (Ni-MH) 2,2 10 ca. 50 min. 1234 (Ni-MH) 2,6 10 ca. 60 min. 1235 (Ni-MH) 3,0 10 ca. 70 min. LET OP: • De acculader is uitsluitend bestemd voor het laden van Makita accu’s. Gebruik deze nooit voor andere doeleinden of voor het laden van accu’s van andere fabrikanten. • Een nieuwe accu of een accu dat gedurende lange tijd niet werd gebruikt, kan eventueel niet volledig worden geladen. Dit is normaal en duidt niet op een defekt. Nadat de accu een paar keer volledig is ontladen, kunt u het weer volledig laden. • Wanneer u de accu van een zojuist gebruikt gereedschap laadt, of een accu dat voor langere tijd aan direct zonlicht of hitte werd blootgesteld, gebeurt het wel eens dat het laadcontrolelampje in rood knippert. Wacht in zo’n geval een tijdje. Het laden zal beginnen nadat de accu is afgekoeld. De accu zal sneller afkoelen indien u het van de acculader verwijdert. • Indien het laadcontrolelampje afwisselend in groen en rood knippert, wijst dit op een probleem en is laden niet mogelijk. De klemmen op de snellader of op de accu zijn vuil of de accu is versleten of beschadigd. Bijladen (Handhaven van de lading) Wanneer u een volledig opgeladen accu in de lader laat zitten om spontaan ontladen te voorkomen, zal de lader overschakelen naar de “Bijladen (Handhaven van de lading)” stand waardoor de accu vers en in volledig opgeladen toestand wordt gehouden. Wenken om een maximale levensduur van de accu te handhaven 1. 2. 3. 4. Laad de accu op alvorens deze volledig is ontladen. Stop het gebruik van het gereedschap en laad de accu op telkens wanneer u vaststelt dat het vermogen van het gereedschap verminderd is. Laad een volledig opgeladen accu nooit opnieuw op. Wanneer u de accu te veel oplaadt, zal deze minder lang meegaan. Laad de accu op bij een kamertemperatuur tussen 10°C en 40°C. Laat een warme accu afkoelen alvorens deze op te laden. Laad de nikkel-metaalhydride accu op wanneer u deze langer dan zes maanden niet gebruikt. Installeren of verwijderen van schroefbit of boor (Fig. 3 en 4) Belangrijk: Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld en de accu is verwijderd alvorens de boor te installeren of te verwijderen. Houd de ring vast en draai de bus naar links om de klauwen van de boorkop te openen. Steek de boor zo ver mogelijk in de boorkop. Houd daarna de ring weer stevig vast en draai de bus naar rechts voor het vastzetten van de boorkop. Voor het verwijderen van de boor, de ring vasthouden en de bus naar links draaien. Bevestig de boor in de boorhouder wanneer u deze niet gebruikt. In de boorhouder kunt u boren met een lengte van maximaal 45 mm plaatsen. Werking van de trekschakelaar (Fig. 5) LET OP: Alvorens de accu in het gereedschap te plaatsen, moet u altijd controleren of de trekschakelaar juist werkt en bij het loslaten naar de “OFF” positie terugkeert. Om het gereedschap in te schakelen, drukt u gewoon de trekschakelaar in. Hoe dieper de trekschakelaar wordt ingedrukt, hoe sneller het gereedschap draait. Om het gereedschap uit te schakelen, de trekschakelaar loslaten. Werking van de omkeerschakelaar (Fig. 6) LET OP: • Controleer altijd de draairichting alvorens het gereedschap te gebruiken. • Verander de stand van de omkeerschakelaar alleen nadat het gereedschap volledig tot stilstand is gekomen. Indien u de draairichting verandert terwijl de boor nog draait, kan het gereedschap beschadigd raken. • Zet de omkeerschakelaar altijd in de neutrale stand wanneer het gereedschap niet wordt gebruikt. Dit gereedschap heeft een omkeerschakelaar voor het veranderen van de draairichting. Druk de omkeerschakelaar in vanaf zijde A voor rechtse draairichting, of vanaf zijde B voor linkse draairichting. Wanneer deze schakelaar in de neutrale stand staat, kan de trekschakelaar niet worden ingedrukt. Veranderen van het toerental (Fig. 7) Om het toerental te veranderen, schakelt u eerst het gereedschap uit en dan schuift u de toerentalschakelaar naar de “ II ” zijde voor hoog toerental, of naar de “ I ” zijde voor laag toerental. Zorg ervoor dat de toerentalschakelaar in de juiste stand staat alvorens met het werk te beginnen. Gebruik het toerental dat geschikt is voor uw werk. LET OP: • Schuif de toerentalschakelaar altijd volledig naar de juiste positie. Als u het gereedschap gebruikt met de toerentalschakelaar halverwege tussen de “ I ” en “ II ” posities, kan het gereedschap beschadigd raken. • Verschuif de toerentalschakelaar niet terwijl het gereedschap draait. Hierdoor kan het gereedschap beschadigd raken. Instellen van het draaimoment (Fig. 8) Het draaimoment kan worden ingesteld in 17 stappen door de stelring zodanig te draaien dat zijn schaalverdelingen overeenkomen met de wijzer op het huis van het gereedschap. Het draaimoment is minimaal wanneer het cijfer 1 met de wijzer overeenkomt, en is maximaal wanneer de m markering met de wijzer overeenkomt. Wanneer de stelring op een cijfer van 1 tot 16 is ingesteld, zal de koppeling bij verschillende draaimomentniveau’s slippen. De koppeling is ontworpen om niet te slippen bij de m markering. Alvorens met het eigenlijke werk te beginnen, moet u het geschikte draaimoment bepalen door een proefschroef in uw werkstuk of in een ander stuk van hetzelfde materiaal te schroeven. 23 OPMERKING: • De stelring vergrendelt niet wanneer de wijzer halfweg tussen de schaalverdelingen staat. • Gebruik het gereedschap niet met de stelring ingesteld tussen het cijfer 16 en de m markering. Hierdoor kan het gereedschap beschadigd raken. Indraaien van schroeven (Fig. 9) Plaats de schroefbit in de boorkop en oefen druk op het gereedschap uit. Begin met lage snelheid en voer dan de snelheid geleidelijk op. Laat de trekschakelaar los zodra de koppeling ingrijpt. OPMERKING: • Zorg ervoor dat u de schroefbit recht op de schroefkop plaatst, aangezien anders de schroef en/of de schroefbit beschadigd kan worden. • Wanneer u houtschroeven indraait, maak dan voorboorgaten in het hout. Dit vergemakkelijkt het vastschroeven en voorkomt dat het hout splijt. Zie de onderstaande tabel. Nominale diameter van houtschroef (mm) Aanbevolen diameter voorboorgat (mm) 3,1 2,0 – 2,2 3,5 2,2 – 2,5 3,8 2,5 – 2,8 4,5 2,9 – 3,2 4,8 3,1 – 3,4 5,1 3,3 – 3,6 5,5 3,7 – 3,9 5,8 4,0 – 4,2 6,1 4,2 – 4.4 • Indien het gereedschap ononderbroken wordt gebruikt totdat de accu is ontladen, dient u het gereedschap 15 minuten te laten rusten vooraleer met een nieuwe accu verder te werken. Boren Draai eerst de stelring zodat de wijzer op het gereedschap naar de m markering wijst. Ga dan als volgt te werk. • Boren in hout Voor boren in hout krijgt u de beste resultaten met houtboren die voorzien zijn van een geleideschroef. Het boren gaat dan gemakkelijker aangezien de geleideschroef de boor in het hout trekt. • Boren in metaal Wanneer u begint te boren, gebeurt het vaak dat de boor slipt. Om dit te voorkomen, slaat u van tevoren met een drevel een deukje in het metaal op de plaats waar u wilt boren. Plaats vervolgens de boor in het deukje en start het boren. Gebruik altijd boorolie wanneer u in metaal boort. De enige uitzonderingen zijn ijzer en koper die droog geboord dienen te worden. LET OP: • Door overmatige druk op het gereedschap uit te oefenen verloopt het boren niet sneller. Integendeel, teveel druk op het gereedschap zal alleen maar de boorpunt beschadigen, de prestatie van het gereedschap verminderen en de gebruiksduur verkorten. 24 • Wanneer de boor uit het gaatje te voorschijn komt, wordt een enorme kracht uitgeoefend op het gereedschap en op de boor. Houd daarom het gereedschap stevig vast en wees op uw hoede wanneer de boor door het werkstuk begint te dringen. • Wanneer de boor klemraakt, keert u met de omkeerschakelaar de draairichting om, om de boor uit het gaatje te krijgen. Het gereedschap kan echter plotseling terugspringen indien u het niet stevig vasthoudt. • Kleine werkstukken dient u altijd eerst vast te zetten in een klemschroef of iets dergelijks. • Indien het gereedschap ononderbroken wordt gebruikt totdat de accu is ontladen, dient u het gereedschap 15 minuten te laten rusten vooraleer met een nieuw accu verder te werken. ONDERHOUD LET OP: Controleer altijd of de machine is uitgeschakeld en de accu is losgekoppeld vooraleer onderhoud uit te voeren aan de machine. Vervangen van koolborstels (Fig. 10 en 11) Vervang de borstels wanneer ze tot aan de aangegeven limiet zijn afgesleten. Beide koolborstels dienen tegelijkertijd te worden vervangen. Opdat het gereedschap veilig en betrouwbaar blijft, dienen alle reparaties, onderhoud of afstellingen te worden uitgevoerd bij een erkend Makita service centrum. ACCESSOIRES LET OP: • Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen voor gebruik met het Makita gereedschap dat in deze gebruiksaanwijzing is beschreven. Bij gebruik van andere accessoires of hulpstukken bestaat er gevaar voor persoonlijke verwonding. Gebruik de accessoires of hulpstukken uitsluitend voor hun bestemde doel. Raadpleeg het dichtstbijzijnde Makita Servicecentrum voor verder advies of bijzonderheden omtrent deze accessoires. • • • • • • • • Schroefbits Handgreep Rubber steunschijf set Schuimrubber polijstkussen Diepteaanslag Wollen poetsschijf Diverse types originele Makita accu’s en acculaders Plastic draagkoffer
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11

Makita 6216D de handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

in andere talen