Indesit XWA 61451 de handleiding

Categorie
Wasmachines
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

NL
37
Nederlands
Inhoud
Installatie, 38-38
Uitpakken en waterpas zetten
Hydraulische en elektrische aansluitingen
Eerste wascyclus
Technische gegevens
Onderhoud en verzorging, 40
Afsluiten van water en stroom
Reinigen van de wasautomaat
Reinigen van het wasmiddelbakje
Onderhoud van deur en trommel
Reinigen van de pomp
Controleren van de buis van de watertoevoer
Voorzorgsmaatregelen en advies, 41
Algemene veiligheid
Balanceersysteem van de lading
Afvalverwijdering
Beschrijving van de wasautomaat en
starten van een programma, 42-43
Bedieningspaneel
Controlelampjes
Een programma starten
Programma’s, 44
Push & Wash
Programmatabel
Persoonlijke instellingen, 45
Instellen van de temperatuur
Instellen van de centrifuge
Functies
Wasmiddelen en wasgoed, 46
Wasmiddelbakje
Bleekcyclus
Voorbereiden van het wasgoed
Speciale programma’s
Storingen en oplossingen, 47
Service, 48
NL
XWA 61451
Gebruiksaanwijzing
WASAUTOMAAT
38
NL
Een correcte nivellering geeft de machine
stabiliteit en voorkomt trillingen, lawaai en het
zich verplaatsen van de automaat tijdens de
werking. In het geval van vloerbedekking of
een tapijt regelt u de stelvoetjes zodanig dat
onder de wasmachine genoeg plaats is voor
ventilatie.
Hydraulische en elektrische aan-
sluitingen
Aansluiting van de watertoevoerbuis
1. Sluit de toevoerbuis
aan op de koudwater-
kraan met een mon-
dstuk met schroefdra-
ad van 3/4 gas (zie
afbeelding).
Voordat u de wasau-
tomaat aansluit moet
u het water laten lopen
totdat het helder is.
2. Verbind de water-
toevoerbuis aan de
wasautomaat door
hem op de betreffende
watertoevoer te schro-
even, rechtsboven
aan de achterkant (zie
afbeelding).
3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels
in de buis zijn.
! De waterdruk van de kraan moet zich binnen
de waarden van de tabel Technische Gege-
vens bevinden (zie bladzijde hiernaast).
! Als de toevoerbuis niet lang genoeg is moet
u zich wenden tot een gespecialiseerde winkel
of een bevoegde installateur.
! Gebruik nooit tweedehands buizen.
! Gebruik de buizen die bij het apparaat wor-
den geleverd.
Installatie
! Het is belangrijk deze handleiding te bewa-
ren voor latere raadpleging. In het geval u het
apparaat verkoopt, of u verhuist, moet het
boekje bij de wasautomaat blijven zodat de
nieuwe gebruiker de functies en betreffende
raadgevingen kan doornemen.
! Lees de instructies aandachtig door: u vindt
er belangrijke informatie betreffende installatie,
gebruik en veiligheid.
Uitpakken en waterpas zetten
Uitpakken
1. De wasautomaat uitpakken.
2. Controleer of de wasautomaat geen schade
heeft geleden gedurende het vervoer. Indien
dit wel het geval is moet hij niet worden aan-
gesloten en moet u contact opnemen met de
handelaar.
3. Verwijder de 4
schroeven die het
apparaat beschermen
tijdens het vervoer en
de rubberen ring met
bijbehorende afstan-
dsleider die zich aan
de achterkant bevin-
den (zie afbeelding).
4. Sluit de openingen af met de bijgeleverde
plastic doppen.
5. Bewaar alle onderdelen: mocht de wasau-
tomaat ooit worden vervoerd, dan moeten
deze weer worden aangebracht.
! Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed
voor kinderen.
Waterpas zetten
1. Installeer de wasautomaat op een rechte en
stevige vloer en laat hem niet steunen tegen een
muur, meubel of dergelijke.
2. Als de vloer niet
volledig horizontaal is
kunt u de onregelma-
tigheid opheffen door
de stelvoetjes aan
de voorkant losser of
vaster te schroeven
(zie afbeelding); de
inclinatiehoek, geme-
ten ten opzichte van
het werkvlak, mag de
2° niet overschrijden.
NL
39
Aansluiting van de afvoerbuis
Verbind de buis, zon-
der hem te buigen,
aan een afvoerleiding
of aan een afvoer in
de muur tussen de
65 en 100 cm van de
grond af;
of hang hem aan de
rand van een wasbak
of badkuip, en bind
de bijgeleverde steun
aan de kraan (zie
afbeelding). Het ui-
teinde van de afvoer-
slang mag niet onder
water hangen.
! Gebruik nooit verlengstukken voor de buis;
indien dit niet te vermijden is moet het ver-
lengstuk dezelfde doorsnede hebben als de
oorspronkelijke buis en mag hij niet langer zijn
dan 150 cm.
Elektrische aansluiting
Voordat u de stekker in het stopcontact steekt
moet u zich ervan verzekeren dat:
het stopcontact geaard is en voldoet aan de
geldende normen;
het stopcontact het maximum vermogen van de
wasautomaat kan dragen, zoals aangegeven in
de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast);
de spanning zich bevindt tussen de waar-
den die zijn aangegeven in de tabel Techni-
sche Gegevens (zie hiernaast);
de contactdoos geschikt is voor de stekker
van de wasautomaat. Indien dit niet zo is
moet de stekker of het stopcontact vervan-
gen worden.
! De machine mag alleen binnenshuis op een
vorstvrije en droge plek worden geïnstalleerd
om elektronische schade door bevriezing of
condensatie te voorkomen.
! Als de wasautomaat is geïnstalleerd moet het
stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn.
! Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.
65 - 100 cm
! Het snoer mag niet gebogen of samengedru-
kt worden.
! De voedingskabel mag alleen door een bevo-
egde installateur worden vervangen.
Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld wanneer deze normen niet
worden nageleefd.
Eerste wascyclus
Na de installatie en voor u de wasautomaat in
gebruik neemt, dient u een wascyclus uit te
voeren met wasmiddel maar zonder wasgoed,
op het programma “WASMACHINE REINIGEN”
(zie “Reinigen van de wasautomaat”).
Technische gegevens
Model
XWA 61451
Afmetingen
breedte 59,5 cm
hoogte 85 cm
diepte 54 cm
Laadcapaci-
teit
van 1 tot 6 kg
Elektrische
aansluitin-
gen
het apparaat is bevestigd
Hydraulische
aansluitin-
gen
maximale druk
1 MPa (10 bar)
minimale druk
0,05 MPa (0,5 bar)
inhoud trommel 52 liter
Centrifuge-
toerental
tot 1400 toeren per minuut
Controlepro-
gramma’s
volgens de
richtlijnen
1061/2010
en
1015/2010
programma 8; Katoen 60°C.
programma 9; Katoen 40°C.
Deze apparatuur voldoet
aan de volgende CE voor-
schriften:
- 2004/108/CE (Elektroma-
gnetische compatiabiliteit)
- 2012/19/EU
- 2006/95/CE (Laagspanning)
40
NL
Onderhoud en verzorging
Reinigen van de pomp
De wasautomaat is voorzien van een zelfrei-
nigende pomp en hoeft dus niet te worden
onderhouden. Het kan echter gebeuren dat
kleine voorwerpen (muntjes, knopen) in het
voorvakje dat de pomp beschermt en zich aan
de onderkant ervan bevindt, terechtkomen.
! Verzeker u ervan dat de wascyclus beëindigd
is en haal de stekker uit het stopcontact.
Toegang tot het voorvakje:
1. verwijder het
afdekpaneel aan
de voorzijde van de
wasautomaat door er
op het midden op te
drukken. Duw beide
zijkanten naar bene-
den toe en verwijder
het paneel (zie afbe-
eldingen).
2. draai het deksel
eraf, tegen de klok in
(zie afbeelding): het
is normaal dat er een
beetje water uit komt;
3. maak de binnenkant goed schoon;
4. schroef het deksel er weer op;
5. monteer het paneel weer, met de haakjes
goed bevestigd in de juiste openingen, voor-
dat u het paneel tegen de machine aandrukt.
Controleren van de buis van de
watertoevoer
Controleer minstens eenmaal per jaar de
slang van de watertoevoer. Als er barstjes of
scheuren in zitten moet hij vervangen worden:
gedurende het wassen kan de hoge waterdruk
onverwachts breuken veroorzaken.
! Gebruik nooit tweedehands buizen.
Afsluiten van water en stroom
Sluit na iedere wasbeurt de kraan af. Hier-
mee beperkt u slijtage van de waterinstal-
latie van de wasmachine en voorkomt u
lekkage.
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de
wasautomaat gaat schoonmaken en gedu-
rende onderhoudswerkzaamheden.
Reinigen van de wasautomaat
• De buitenkant en de rubberen onderdelen
kunnen met een spons en een lauw sopje
worden schoongemaakt. Gebruik nooit schu-
urmiddelen of oplosmiddelen.
• De wasautomaat beschikt over een pro-
gramma “WASMACHINE REINIGEN” voor het
reinigen van de binnenkant van de automaat.
Dit moet worden uitgevoerd als de automaat
volledig leeg is.
Het wasmiddel (circa 10% van de hoeveelheid
die wordt aanbevolen voor een niet zo vuile
was) of de speciale reinigingsmiddelen voor
wasautomaten kunnen worden gebruikt als
hulpmiddelen tijdens dit wasprogramma. We
raden u aan dit reinigingsprogramma elke 40
wascycli uit te voeren.
Om dit programma te activeren drukt u tegelij-
kertijd 5 sec. op de toetsen A en B (zie afb.).
Het programma start automatisch en heeft een
duur van circa 70 minuten. Om de cyclus te
beëindigen drukt u op de toets START/PAUSE.
Reinigen van het wasmiddelbakje
Verwijder het laadje
door op het hendeltje
(1) te drukken en het
naar voren te trekken
(2) (zie afbeelding).
Was het onder stro-
mend water. Dit moet u
regelmatig doen.
Onderhoud van deur en trommel
Laat de deur altijd op een kier staan om nare
luchtjes te vermijden.
2
1
1
2
3
A
B
NL
41
Voorzorgsmaatregelen
en advies
Afvalverwijdering
Het verwijderen van het verpakkingsmateriaal:
houdt u aan de plaatselijke normen zodat het materiaal
hergebruikt kan worden.
De Europese richtlijn 2012/19/EU, betreffende afge-
dankte elektrische en elektronische apparatuur, voorziet
dat huishoudelijke apparatuur niet met het normale afval
mag worden meegegeven. De afgedankte apparatuur
moet apart worden opgehaald om het wedergebruik
van materialen waarvan hij is gemaakt te optimaliseren
en om potentiële schade aan de gezondheid en het
milieu te voorkomen. Het symbool van de afvalemmer
met een kruis staat op elk product, om aan te geven dat
het apart moet worden weggegooid.
Voor verdere informatie betreffende het correcte verwijde-
ren van huishoudelijke apparatuur kunnen de gebruikers
zich wenden tot de gemeentelijke reinigingsdienst of de
verkoper.
! De wasmachine is ontworpen en geproduceerd volgens
de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn
voor uw eigen veiligheid geschreven en moeten aandachtig
worden doorgenomen.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishoudelijk
niet-professioneel gebruik.
Dit apparaat mag alleen door kinderen van
8 jaar en ouder, door personen met een
beperkt lichamelijk, sensorieel of geestelijk
vermogen, of met onvoldoende ervaring of
kennis worden gebruikt, mits ze worden
begeleid, of wanneer zij toereikende instruc-
ties hebben gekregen betreffende het veilige
gebruik van het apparaat en mits zij op de
hoogte zijn van de betreffende gevaren. Kin-
deren mogen niet met het apparaat spelen.
Onderhoud en reiniging mogen niet door kin-
deren zonder supervisie worden uitgevoerd.
Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of met
natte of vochtige handen of voeten.
Trek de stekker nooit uit het stopcontact door aan het
snoer te trekken, maar altijd door de stekker zelf beet te
pakken.
Open het wasmiddelbakje niet terwijl de machine in
werking is.
Raak het afvoerwater niet aan aangezien het behoorlijk
warm kan zijn.
Forceer de deur nooit: het veiligheidsmechanisme dat
een ongewild openen van de deur voorkomt, kan be-
schadigd worden.
Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne
mechanismen van de wasautomaat te repareren.
Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de ma-
chine komen als deze in werking is.
De deur kan tijdens het wassen zeer heet worden.
Als de machine verplaatst moet worden, doe dit dan
met twee of drie personen tegelijk en zeer voorzichtig.
Doe dit nooit alleen, want het apparaat is erg zwaar.
Voordat u het wasgoed in de automaat laadt, moet u
controleren of hij leeg is.
Balanceersysteem van de lading
Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de auto-
maat de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige
manier. Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op
een snelheid die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na
herhaaldelijke pogingen de lading nog steeds niet goed is
gebalanceerd, zal de wasautomaat de centrifuge op een
lagere snelheid uitvoeren dan die voorzien was. Als de
lading zeer uit balans is zal de wasautomaat een verdeling
uitvoeren in plaats van een centrifuge. Teneinde een betere
distributie van de waslading en een juiste balancering te
bereiken raden wij u aan kleine en grote kledingstukken te
mengen.
42
NL
Wasmiddelbakje: voor wasmiddelen en wasversterkers
(zie “Wasmiddelen en wasgoed”).
Toets ON/OFF: voor het in- en uitschakelen van de wa-
sautomaat.
Toets PUSH & WASH: (zie “Programma’s).
PROGRAMMAKNOP: voor het instellen van de program-
ma’s. Gedurende het programma blijft de knop stilstaan.
Toetsen met controlelampje FUNCTIE: voor het selecte-
ren van de beschikbare functies. Het controlelampje van
de gekozen functie zal aanblijven.
TEMPERATUUR toets: voor het instellen van de tempera-
tuur of koud wassen (zie “Persoonlijke Instellingen”).
CENTRIFUGE toets: voor het instellen of uitsluiten van de
centrifuge (zie “Persoonlijke Instellingen”).
UITGESTELDE START toets
Stelt de start van de machine uit tot aan 9 uren:
Druk meerdere malen op de toets totdat het
controlelampje dat bij de gewenste vertraging hoort
aangaat.
Als u vier keer achter elkaar op de knop drukt zal de optie
worden uitgeschakeld.
N.B.: Als de START/PAUSE knop eenmaal is ingedrukt
kan de vertraging alleen verminderd worden voor u het
ingestelde programma van start doet gaan.
! Deze optie is bij alle programma’s mogelijk.
Controlelampjes VOORTGANG CYCLUS: voor het vol-
gen van het verloop van het wasprogramma.
Het controlelampje geeft de lopende fase weer.
Controlelampje DEUR GEBLOKKEERD: om te zien of de
deur kan worden geopend (zie pagina hiernaast).
Toets met controlelampje START/PAUSE: om program-
ma’s te starten of ze tijdelijk te onderbreken.
N.B.: om de lopende wascyclus te pauzeren drukt u op
deze toets. Het oranje licht van het betreffende controle-
lampje zal gaan knipperen terwijl het lampje van de lopen-
de fase vast aan zal blijven staan. Als het controlelampje
DEUR GEBLOKKEERD uit is, kunt u het deurtje openen
(wacht circa 3 minuten).
Om het programma te hervatten drukt u opnieuw op deze
toets.
Stand- by modus
Deze wasautomaat beschikt, in overeenkomst met de
nieuwe normen betreffende de energiebesparing, over
een systeem wat het apparaat automatisch na 30 minuten
uitschakelt (stand-by) indien men het niet gebruikt. Druk
kort op de ON-OFF toets en wacht tot de wasautomaat
weer aangaat.
Gebruik in off-mode: 0,5 W
Gebruik in Left-on: 8 W
Beschrijving van de wasautomaat
en starten van een programma
Controlelampjes
VOORTGANG CYCLUS
Toets met
controlelampje
START/PAUSE
Bedieningspaneel
Wasmiddelbakje
ON/OFF toets
UITGESTELDE
START
toets
PROGRAM-
MAKNOP
TEMPERATUUR
toets
CENTRIFUGE
toets
Toetsen met
controlelampjes
FUNCTIE
Controlelampje
DEUR
GEBLOKKE-
ERD
PUSH & WASH
toets
NL
43
Controlelampjes
De controlelampjes geven belangrijke informatie.
Ze geven informatie over:
Uitgestelde start
Als de functie “Uitgestelde Start” is geactiveerd
(zie “Persoonlijke Instellingen”) zal, nadat het programma is
gestart, het controlelampje dat bij de uitgestelde start hoort
gaan knipperen:
Naar gelang de tijd verloopt wordt de resterende wachttijd
getoond, met het knipperen van het betreffende controle-
lampje:
Als de geselecteerde vertraging is verlopen zal het inge-
stelde programma van start gaan.
Controlelampjes lopende fase
Als u de gewenste wascyclus heeft geselecteerd en
gestart gaan de controlelampjes één voor één aan om te
tonen op welk punt de cyclus is:
Functietoetsen en betreffende controlelampjes
Als u een functie selecteert gaat het bijbehorende controle-
lampje aan. Als de gekozen functie niet geschikt is voor het
ingestelde programma gaat het betreffende controlelampje
knipperen en zal de functie niet worden geactiveerd.
Als de gekozen optie niet compatibel is met een voorheen
ingestelde optie, zal dit worden aangegeven door het knip-
peren van het betreffende controlelampje en een geluids-
signaal (3 pieptonen). Alleen de tweede optie zal worden
geactiveerd en het lampje van de geactiveerde optie zal
aangaan
Controlelampje deur geblokkeerd:
Als het controlelampje aan is betekent het dat de deur is
geblokkeerd om te verhinderen dat hij per ongeluk wordt
geopend. Om het deurtje te openen moet u wachten tot
het controlelampje uitgaat. Om de deur te openen tijdens
de wascyclus drukt u op de knop START/PAUSE; als het
controlelampje DEUR GEBLOKKEERD uit is, kunt u het
deurtje openen (wacht circa 3 minuten).
Een programma starten
Snelle programmering
1. HET WASGOED INLADEN. Open de deur. Laad het
wasgoed in en zorg ervoor nooit de laadhoeveelheid te
overschrijden aangegeven in de programmatabel op de
volgende bladzijde.
2. WASMIDDEL DOSEREN.Trek het bakje naar buiten
en doe het wasmiddel in de speciale bakjes, zoals aan-
gegeven in “Wasmiddelen en wasgoed”.
3. SLUIT DE DEUR.
4. Druk op de toets “PUSH & WASH” om het
wasprogramma te starten.
Traditionele programmering
1. Schakel de machine in met de ON/OFF knop. Alle
controlelampjes gaan een paar seconden aan, en daarna
blijven de controlelampjes voor alle instellingen van het
geselecteerde programma aan, en knippert het controle-
lampje START/PAUSE.
Hoofdwas
Spoelen
Centrifuge
Waterafvoer
Einde hoofdwas
END
2. Laad het wasgoed in en sluit de deur.
3. Stel het gewenste programma in met de PROGRAM-
MAKNOP.
4. Stel de wastemperatuur in (zie “Persoonlijke instellingen”).
5. Stel het centrifugetoerental in (zie “Persoonlijke instellingen”).
6. Voeg wasmiddel en wasversterkers toe (zie “Wasmidde-
len en wasgoed”).
7. Selecteer de gewenste functies.
8. Start het programma door op de START/PAUSE toets te
drukken. Het betreffende controlelampje zal een vast groen
licht vertonen. Om de ingestelde cyclus te annuleren zet
u de wasautomaat op pauze door op de START/PAUSE
toets te drukken en een nieuwe cyclus te kiezen.
9. Aan het einde van het programma gaat het controlelam-
pje aan. Als het controlelampje DEUR GEBLOKKEERD
uitgaat, kunt u het deurtje openen (wacht circa 3 minu-
ten). Haal het wasgoed eruit en laat de deur op een kier
staan zodat de trommel kan drogen. Schakel de wasauto-
maat uit in met de ON/OFF toets.
44
NL
Programma’s
Programmatabel
De duur van de cyclus die wordt aangegeven op het display of op de gebruiksaanwijzing is een geschatte waarde die wordt gecalculeerd bij standaard omstandigheden. De effectieve tijd kan variëren aan de hand van
talloze factoren zoals temperatuur en druk van de watertoevoer, de kamertemperatuur, de hoeveelheid wasmiddel, de hoeveelheid en type lading, de balancering van de was en de geselecteerde aanvullende opties.
1) Controleprogramma volgens de norm 1061/2010: selecteer het programma 8
met een temperatuur van 60°C.
Dit is de geschiktste cyclus voor het wassen van een middelmatig vuile lading katoenen wasgoed. Het is ook de efficiëntste cyclus v.w.b. het gecombineerde verbruik van
energie en water, voor wasgoed dat op 60°C kan worden gewassen. De effectieve wastemperatuur kan verschillen van de temperatuur die wordt aangegeven.
2) Controleprogramma volgens de norm 1061/2010: selecteer het programma 9
met een temperatuur van 40°C.
Dit is de geschiktste cyclus voor het wassen van een middelmatig vuile lading katoenen wasgoed. Het is ook de efficiëntste cyclus v.w.b. het gecombineerde verbruik van
energie en water, voor wasgoed dat op 40°C kan worden gewassen. De effectieve wastemperatuur kan verschillen van de temperatuur die wordt aangegeven.
Voor alle Test Institutes:
2) Programma katoen lang: selecteer het programma 9 met een temperatuur van 40°C.
3) Programma Synthetisch lang: selecteer het programma 10 met een temperatuur van 40°C.
Programmas
Beschrijving van het Programma
Maxi. Temp
C)
Maximaal
toerental
(toeren
per mi-
nuut)
Wasmiddel
Maximale lading
(kg)
Overgebleven
vochtigheid %
Energieverbruik
kWh
Totaal water lt
Duur cyclus
Voorwas
Wassen
Wasver-
zachter
Bleken
Speciaal
1
Sport kleding
30° 600 -
 
- 3,5 - - - 55’
2
Donkere kleding
30° 800 -
 
- 4 - - - 70’
3
Anti-Geur cyclus (Katoen) 60° 1000 -
 
- 3,5 - - - 110’
3
Anti-Geur cyclus (Synthetisch) 40° 1000 -
 
- 3,5 - - - 100’
4
DeliIcaat
30° 0 -
 
- 1 - - - 80’
5
Wol: voor wol, kasjmier, etc. 40° 800 -
 
- 1,5 - - - 70’
6
Dekbedden: voor kledingstukken/beddengoed gevuld met dons. 30° 1000 -
 
- 2 - - - 110’
Standaard
7
Katoen Wit 90° + P: Zeer vuile witte was. 90° 1400
 
- 6 53 1,98 70 160’
8
Katoen 60° (Standaard) (1): Zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed.
60°
(Max. 9)
1400 -
 
- 6 53 1,05 50 195’
9
Katoen 40° (Standaard) (2): Niet zo vuile witte en bonte was.
40° 1400 -
 
- 6 53 0,86 69 180’
10
Synthetisch: Zeer vuile kleurvaste bonte was. 60° 800 -
 
- 3,5 46 0,79 46 110’
10
Synthetisch (3): Niet zo vuile kleurvaste bonte was. 40° 800 -
 
- 3,5 46 0,56 46 100’
11
Gekleurd
40° 1400 -
 
- 6 53 0,82 63 95’
Eco & Snel
12
Katoen 20°: Niet zo vuile witte en bonte was. 20° 1400 -
 
- 6 - - - 170’
13
Eco Synthetisch 20°
20° 800 -
 
- 6 - - - 110’
14
Snel
- 800 - -
- 1,5 - - - 9’
14
Snel
30° 800 -
 
- 3 80 0,22 34 30’
14
Snel
60° 1000 -
 
- 6 - - - 60’
Delprogramma’s
Spoelen/Bleken - 1400 - -
6 - - - 50’
Centrifugeren + Afpompen - 1400 - - - - 6 - - - 25’
Push & Wash
Met deze functie kunt u een wascyclus starten terwijl de wasautomaat uit is, zonder dat u daarvoor op de toets ON/OFF
hoeft te drukken of, nadien als u de wasautomaat aanzet, zonder dat u andere toetsen en/of knoppen in hoeft te drukken
(als u dit niet doet zal het programma Push & Wash worden uitgeschakeld). Om de Push & Wash cyclus te starten houdt u
de knop 2 seconden lang ingedrukt. Het controlelampje geeft aan dat de cyclus is gestart. Deze wascyclus is ideaal voor het
wassen van katoenen en synthetische was en wast op een temperatuur van 30° met een maximaal centrifugetoerental van
1200 toeren per minuut. Max. lading 3,5 kg. (Duur cyclus 50’).
Hoe werkt dit?
1. Laad het wasgoed in (katoenen en/of synthetische was) en sluit de deur.
2. Wasmiddel en toevoegmiddelen invoeren.
3. Start het programma door 2 seconden op de toets Push & Wash te drukken. Het betreffende controlelampje zal groen
worden en de deur zal worden geblokkeerd (het symbool deur geblokkeerd gaat aan).
N.B.: Als u het programma start met de Push & Wash toets wordt een automatische cyclus geactiveerd, aangeraden voor
katoen en synthetisch wasgoed. Deze cyclus kan niet worden aangepast. Bij dit programma kunt u geen verdere opties
instellen.
Om de deur te openen terwijl de automatische cyclus bezig is, drukt u op de START/PAUSE toets. Als het symbool deur
geblokkeerd uit is kunt u de deur openen. Druk nogmaals op de START/PAUSE toets om het programma te hervatten vanaf
het punt dat het werd onderbroken.
4. Aan het einde van het programma gaat het controlelampje END aan.
NL
45
Instellen van de temperatuur
De TEMPERATUURTOETS indrukken te draaien kunt u de wastemperatuur instellen (zie Programmatabel).
De temperatuur kan verlaagd worden tot aan koud wassen ( ). De machine voorkomt dat u een temperatuur instelt die
hoger is dan het maximum voorzien voor dat programma.
! Uitzondering: als u het programma 8 selecteert kunt u de temperatuur tot op 90° instellen.
Instellen van de centrifuge
De CENTRIFUGETOETS indrukken te draaien stelt u de snelheid van de centrifuge van het gekozen programma in.
De maximum snelheden voorzien voor de programma’s zijn:
Programma’s Maximum snelheid
Katoen 1400 toeren per minuut
Synthetisch 800 toeren per minuut
Wol 800 toeren per minuut
U kunt de snelheid van de centrifuge verminderen, of uitsluiten met het symbool .
De machine voorkomt automatisch dat er een centrifuge wordt uitgevoerd die sneller is dan het maximum voorzien voor dat
programma.
Functies
De verschillende functies van de wasautomaat zorgen voor de door u gewenste schone en witte was.
Voor het activeren van de functies:
1. druk op de toets die bij de gewenste functie hoort;
2. het aangaan van het betreffende controlelampje geeft aan dat de functie actief is.
N.B.: Het snel knipperen van het lampje geeft aan dat de bijbehorende functie niet gekozen kan worden bij het ingestelde
programma.
Snel
De eerste keer dat u drukt gaat het symbool 9’ aan, de tweede keer het symbool 30’ en de derde keer het symbool 60’. Als
u een vierde keer drukt gaat opnieuw het symbool 9’ aan.
! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 1-2-3-4-5-6-7-8-9-10-11-12-13- - .
Einde snelle cyclus
Als u tijdens een wasprogramma bij bepaalde omstandigheden op deze toets drukt, kunt u het programma in slechts 20’
beëindigen. U voert hierdoor slechts een korte spoelcyclus uit en een maximale centrifuge van 800 toeren of minder, als u
dit tijdens de persoonlijke instellingen van het programma al handmatig had beperkt. In dit geval zal de was- en spoelkwali-
teit niet optimaal zijn. Als u op de toets drukt gaat zowel het betreffende controlelampje aan als het lampje dat de spoelfase
aangeeft. Als de geselecteerde temperatuur 40° of hoger is en/of de toets wordt ingedrukt tijdens de beginfase van het
programma, zal de duur van de optie “Einde snelle cyclus” langer zijn om ervoor te zorgen dat het wasmiddel goed in het
water wordt opgelost en de kleding niet wordt beschadigd. In dit geval knippert het controlelampje van de spoelfase en zal
het lampje van de wasfase aanblijven totdat de nodige omstandigheden worden bereikt. In het geval de overgebleven duur
van het wasprogramma minder is dan 20’ minuten, zal de optie niet beschikbaar zijn.
! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 2-4-5-6-14- - .
Gemakkelijker strijken
Als u deze functie selecteert zullen het wassen en de centrifuge dusdanig worden aangepast dat er minder kreuken worden
gevormd. Aan het einde van de wascyclus zal de wasautomaat de trommel langzaam laten ronddraaien. De controlelampjes
van de optie GEMAKKELIJKER STRIJKEN en die van START/PAUSE gaan knipperen en het controlelampje END gaat aan.
Om de cyclus te beëindigen drukt u op de START/PAUSE toets of op de toets GEMAKKELIJKER STRIJKEN.
! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 1-3-5-14- - .
Extra Spoelen
Door deze functie te selecteren verhoogt u het spoelresultaat en zorgt u ervoor dat elk spoor van wasmiddel verdwijnt. Deze
optie is vooral nuttig bij personen met een gevoelige huid.
! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 2-4-14- .
Persoonlijke instellingen
46
NL
Wasmiddelen en wasgoed
Wasmiddelbakje
Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosis
wasmiddel: te veel wasmiddel maakt het wassen niet beter.
Het wasmiddel blijft aan de binnenzijde van de wasautomaat
zitten en zorgt voor het vervuilen van het milieu.
! Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien die
te veel schuim vormen.
! Gebruik waspoeder voor witte katoenen was, voor de voorwas
en voor het wassen op temperaturen van meer dan 6C.
! Volg de aanwijzingen op de wasmiddelverpakking.
Trek het laatje naar voren
en giet het wasmiddel of de
wasversterker er als volgt in:
Vak 1: Wasmiddel voor
voorwas (poeder)
Voordat u het middel erin strooit
moet u controleren of het aan-
vullende bakje 4 er niet in zit.
Vak 2: Wasmiddel voor
hoofdwas (poeder of vloei-
baar)
Als u een vloeibaar wasmiddel gebruikt raden we u aan
het bijgeleverde schotje A te gebruiken voor een correcte
dosering. Voor het gebruik van poederwasmiddel doet u het
schotje terug in de opening B.
Vak 3: Wasversterkers (wasverzachter, enz.)
De wasverzachter mag nooit het niveau “max” overschri-
jden dat staat aangegeven op de centrale pin.
Extra bakje 4: Bleekmiddel
Bleekcyclus
Plaats het bijgeleverde bakje 4 in het vak 1. Schenk het
bleekmiddel en zorg ervoor nooit het “max” niveau, dat
staat aangegeven op de centrale spil, te overschrijden.
Om te bleken giet u het bleekwater in het aanvullende
bakje 4 en stelt u het programma in .
! Het traditionele bleekmiddel kan voor stevig wit wasgoed
gebruikt worden, terwijl het delicate bleekmiddel geschikt
is voor gekleurde stoffen, synthetische stoffen en wol.
Voorbereiden van het wasgoed
Verdeel het wasgoed volgens:
- het soort stof / het symbool op het etiket.
- de kleuren: scheid de bonte was van de witte was.
Leeg de zakken en controleer de knopen.
Overschrijd het aangegeven gewicht, berekend voor
droog wasgoed, nooit: zie “Programmatabel”.
Hoeveel weegt wasgoed?
1 laken 400-500 g.
1 sloop 150-200 g.
1 tafelkleed 400-500 g.
1 badjas 900-1200 g.
1 handdoek 150-250 g.
Speciale programma’s
Sport kleding (programma 1) is ontwikkeld voor het wa-
ssen van niet zo vuile sportkleding (trainingspakken, sport-
broeken, enz.). Om optimale resultaten te bereiken raden wij
u aan nooit de maximaal aangegeven hoeveelheid te over-
schrijden die staat aangegeven in de “Programmatabel. We
raden u aan een vloeibaar wasmiddel te gebruiken, met een
hoeveelheid die voldoende is voor een halve lading.
Donkere kleding: gebruik de programma 2 voor het
wassen van bonte was. Het programma is ontwikkeld voor
het langdurige behoud van de donkere kleuren. Voor een
beter resultaat raden we u aan voor de bonte was een
vloeibaar wasmiddel te gebruiken.
Anti-Geur cyclus: gebruik het programma
3
voor het wassen
van wasgoed waar nare luchtjes aan zitten (bv. rook, zweet,
frituur). Het programma is speciaal ontwikkeld voor het verwi-
jderen van nare luchtjes en het behouden van de vezels van
de kleding. We raden u aan synthetisch wasgoed of gemengd
wasgoed op 40° te wassen en kleurbestendig katoen op 60°.
Delicaat: gebruik het programma
4
voor het wassen van zeer fij-
ne was. We raden u aan de kleding binnenstebuiten te keren voor
u hem wast. Voor een beter resultaat raden we u voor de fijne was
aan een vloeibaar wasmiddel te gebruiken. Voor het wassen van
Zijde of Gordijnen selecteert u de cyclus
4
en activeert u de optie
(in dit geval is het ook mogelijk de optie “Extra Spoelen
te activeren). De wasautomaat zal de cyclus eindigen terwijl de
was nog in de week ligt en het lampje zal gaan knipperen. Om het
water af te voeren en de was uit de automaat te halen moet u op
de knop START/PAUSE drukken of op de optie .
Wol: het Wol” wasprogramma van deze wasmachine is door The
Woolmark Company getest en goedgekeurd voor het wassen van
kleding waar wol in is verwerkt en die als handwas geclassificeerd
is, op voorwaarde dat de aanwijzingen worden opgevolgd die op
het etiket van het kledingstuk vermeld staan en de instructies van
de fabrikant van de wasmachine. (M1126)
Dekbedden: om donzen wasgoed te wassen zoals bijvoorbe-
eld éénpersoons dekbedden (niet zwaarder dan 2 kg.), kussens,
ski-jacks, gebruikt u het speciale programma 6. We raden u aan de
jacks in de trommel te laden met de randen naar binnen toe gevou-
wen (zie afbeeldingen) en ervoor te zorgen de ¾ van het volume van
de trommel niet te overschrijden. Voor het beste resultaat raden wij
aan vloeibaar wasmiddel in het doseerbakje te gieten.
Gekleurd: gebruik de programma 11 voor het wassen van
licht gekleurde was. Het programma is ontwikkeld voor het
langdurige behoud van de mooie kleuren van uw wasgoed.
Katoen 2 (programma 12) Katoen ideaal voor een lading vuil
katoen. De optimale prestaties, zelf met koud water, die kunnen
worden vergeleken met een wascyclus op 4C, worden gega-
randeerd door een mechanische werking die de snelheid varieert
met herhaaldelijke en zeer dicht op elkaar liggende piekvariaties.
Eco Synthetisch 2 (programma 13) ideaal voor gemengd
wasgoed (katoen en synthetisch) dat middelmatig vuil is. De opti-
male prestaties, zelf met koud water, worden gegarandeerd door
een mechanische werking die de snelheid varieert met middelmati-
ge en van te voren vastgestelde intervallen.
Snel (programma 14) hiermee kunt u de duur van de was
bepalen, van 9 tot 60’. Als u op de overeenkomende toets
Sneldrukt kunt u de duur van de cyclus laten variëren van 9’
(refresh), tot 30(wassen), tot aan 60’ (wassen). De cyclus 9’ zorgt
ervoor dat u de kledingstukken met alleen wasverzachter kunt
spoelen. Gebruik absoluut geen wasmiddel! De cyclus 30is
ontwikkeld om een licht vuile was te wassen op 30° (wol en zijde
uitgezonderd), met een maximale lading van 3 kg, in een zeer
korte tijd: de cyclus duurt slechts 30 minuten en bespaart dus
elektriciteit en tijd. De programma 60is ontwikkeld om wasgoed
van kleurbestendig katoen in een uur op 60° te wassen. Het
wasgoed moet middelmatig vuil zijn, zodat de wasprestaties
kunnen worden gegarandeerd. Voor synthetische of gemengde
was raden we u aan de temperatuur te verlagen naar 4.
1
2
3
4
A
B
NL
47
Storingen en oplossingen
Het kan gebeuren dat de wasautomaat niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst (zie “Service”)moet u con-
troleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgende lijst.
Storingen:
De wasautomaat gaat niet aan.
De wascyclus start niet.
De wasautomaat heeft geen water-
toevoer (het controlelampje van de
eerste wasfase knippert snel).
De wasautomaat blijft water aan-
en afvoeren.
De wasautomaat voert het water
niet af of centrifugeert niet.
De machine trilt erg tijdens het
centrifugeren.
De wasautomaat lekt.
De controlelampjes van de Functies en
het controlelampje START/PAUSE gaan
knipperen, en een van de controlelamp-
jes van de lopende fase en van deur
geblokkeerd blijven vast aanstaan.
Er ontstaat teveel schuim.
Push & Wash wordt niet geactive-
erd.
Het programma duurt veel minder
dan verwacht.
Mogelijke oorzaken / Oplossing:
De stekker zit niet in het stopcontact of niet ver genoeg om contact te maken.
Het hele huis zit zonder stroom.
De deur zit niet goed dicht.
De ON/OFF toets is niet ingedrukt.
De START/PAUSE toets is niet ingedrukt.
De waterkraan is niet open.
De uitgestelde start is ingesteld (zie “Persoonlijke Instellingen”).
De watertoevoerbuis is niet aangesloten op de kraan.
De buis is gebogen.
De waterkraan is niet open.
Het hele huis zit zonder water.
Er is onvoldoende druk.
De START/PAUSE toets is niet ingedrukt.
De afvoerbuis is niet op 65 tot 100 cm afstand van de grond af geïnstalleerd
(zie “Installatie”).
Het uiteinde van de afvoerbuis ligt onder water (zie “Installatie”).
De afvoer in de muur heeft geen ontluchting.
Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de waterkraan dicht-
draaien, de wasautomaat uitzetten en de Servicedienst inschakelen. Als u op een
van de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een hevelingspro-
bleem voordoen, waarbij de wasautomaat voortdurend water aan- en afvoert. Om
deze storing te verhelpen zijn er in de handel speciale beluchters te koop.
Het programma voorziet geen afvoer: bij enkele programma’s moet dit met de
hand worden gestart (zie “Starten en Programma’s”).
De functie is actief: voor het beëindigen van het programma drukt u op de
START/PAUSE toets (“Persoonlijke Instellingen”).
De afvoerbuis is gebogen (zie “Installatie”).
De afvoerleiding is verstopt.
De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze gedeblokkeerd (zie Installatie).
De wasautomaat staat niet goed recht (zie “Installatie”).
De wasautomaat staat te krap tussen meubels en muur (zie “Installatie”).
De buis van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie “Installatie”).
Het wasmiddelbakje is verstopt (voor reiniging zie “Onderhoud en verzorging”).
De afvoerbuis is niet goed aangesloten (zie “Installatie”).
Doe de wasautomaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht circa 1
minuut en doe hem daarna weer aan.
Als de storing voortzet, dient u de Servicedienst in te schakelen.
Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasautomaten (er moet “voor wasauto-
maat”, “handwas en machinewas”, of dergelijke op staan).
U heeft teveel wasmiddel gebruikt.
Nadat de wasautomaat wordt ingeschakeld heeft u een andere opdracht ingevoerd
i.p.v. Push & Wash. Schakel de wasautomaat uit en druk op de knop Push & Wash.
U heeft de optie “Einde snelle cyclus” geactiveerd.
48
NL
Service
Voordat u de Servicedienst inschakelt:
• Controleer eerst of u het probleem zelf kunt oplossen (zie “Storingen en oplossingen”).
Start het programma opnieuw om te controleren of de storing is verholpen;
Als dit niet het geval is moet u contact opnemen met de erkende Technische Servicedienst via het telefoonnummer dat op
het garantiebewijs staat.
! Wendt u nooit tot een niet erkende installateur.
Vermeld:
het type storing;
het model van de machine (Mod.);
het serienummer (S/N);
Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasautomaat en aan de voorzijde als u het deurtje open-
doet.
195112192.00
02/2013 - Xerox Fabriano

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing WASAUTOMAAT Inhoud NL Nederlands NL Installatie, 38-38 Uitpakken en waterpas zetten Hydraulische en elektrische aansluitingen Eerste wascyclus Technische gegevens Onderhoud en verzorging, 40 Afsluiten van water en stroom Reinigen van de wasautomaat Reinigen van het wasmiddelbakje Onderhoud van deur en trommel Reinigen van de pomp Controleren van de buis van de watertoevoer Voorzorgsmaatregelen en advies, 41 XWA 61451 Algemene veiligheid Balanceersysteem van de lading Afvalverwijdering Beschrijving van de wasautomaat en starten van een programma, 42-43 Bedieningspaneel Controlelampjes Een programma starten Programma’s, 44 Push & Wash Programmatabel Persoonlijke instellingen, 45 Instellen van de temperatuur Instellen van de centrifuge Functies Wasmiddelen en wasgoed, 46 Wasmiddelbakje Bleekcyclus Voorbereiden van het wasgoed Speciale programma’s Storingen en oplossingen, 47 Service, 48 37 Installatie NL ! Het is belangrijk deze handleiding te bewaren voor latere raadpleging. In het geval u het apparaat verkoopt, of u verhuist, moet het boekje bij de wasautomaat blijven zodat de nieuwe gebruiker de functies en betreffende raadgevingen kan doornemen. ! Lees de instructies aandachtig door: u vindt er belangrijke informatie betreffende installatie, gebruik en veiligheid. Uitpakken en waterpas zetten Uitpakken 1. De wasautomaat uitpakken. 2. Controleer of de wasautomaat geen schade heeft geleden gedurende het vervoer. Indien dit wel het geval is moet hij niet worden aangesloten en moet u contact opnemen met de handelaar. 3. Verwijder de 4 schroeven die het apparaat beschermen tijdens het vervoer en de rubberen ring met bijbehorende afstandsleider die zich aan de achterkant bevinden (zie afbeelding). 4. Sluit de openingen af met de bijgeleverde plastic doppen. 5. Bewaar alle onderdelen: mocht de wasautomaat ooit worden vervoerd, dan moeten deze weer worden aangebracht. ! Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen. Waterpas zetten 1. Installeer de wasautomaat op een rechte en stevige vloer en laat hem niet steunen tegen een muur, meubel of dergelijke. 2. Als de vloer niet volledig horizontaal is kunt u de onregelmatigheid opheffen door de stelvoetjes aan de voorkant losser of vaster te schroeven (zie afbeelding); de inclinatiehoek, gemeten ten opzichte van het werkvlak, mag de 2° niet overschrijden. 38 Een correcte nivellering geeft de machine stabiliteit en voorkomt trillingen, lawaai en het zich verplaatsen van de automaat tijdens de werking. In het geval van vloerbedekking of een tapijt regelt u de stelvoetjes zodanig dat onder de wasmachine genoeg plaats is voor ventilatie. Hydraulische en elektrische aansluitingen Aansluiting van de watertoevoerbuis 1. Sluit de toevoerbuis aan op de koudwaterkraan met een mondstuk met schroefdraad van 3/4 gas (zie afbeelding). Voordat u de wasautomaat aansluit moet u het water laten lopen totdat het helder is. 2. Verbind de watertoevoerbuis aan de wasautomaat door hem op de betreffende watertoevoer te schroeven, rechtsboven aan de achterkant (zie afbeelding). 3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels in de buis zijn. ! De waterdruk van de kraan moet zich binnen de waarden van de tabel Technische Gegevens bevinden (zie bladzijde hiernaast). ! Als de toevoerbuis niet lang genoeg is moet u zich wenden tot een gespecialiseerde winkel of een bevoegde installateur. ! Gebruik nooit tweedehands buizen. ! Gebruik de buizen die bij het apparaat worden geleverd. Aansluiting van de afvoerbuis 65 - 100 cm Verbind de buis, zonder hem te buigen, aan een afvoerleiding of aan een afvoer in de muur tussen de 65 en 100 cm van de grond af; ! Het snoer mag niet gebogen of samengedrukt worden. ! De voedingskabel mag alleen door een bevoegde installateur worden vervangen. Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld wanneer deze normen niet worden nageleefd. Eerste wascyclus of hang hem aan de rand van een wasbak of badkuip, en bind de bijgeleverde steun aan de kraan (zie afbeelding). Het uiteinde van de afvoerslang mag niet onder water hangen. ! Gebruik nooit verlengstukken voor de buis; indien dit niet te vermijden is moet het verlengstuk dezelfde doorsnede hebben als de oorspronkelijke buis en mag hij niet langer zijn dan 150 cm. Elektrische aansluiting Voordat u de stekker in het stopcontact steekt moet u zich ervan verzekeren dat: • het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende normen; • het stopcontact het maximum vermogen van de wasautomaat kan dragen, zoals aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast); • de spanning zich bevindt tussen de waarden die zijn aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast); • de contactdoos geschikt is voor de stekker van de wasautomaat. Indien dit niet zo is moet de stekker of het stopcontact vervangen worden. ! De machine mag alleen binnenshuis op een vorstvrije en droge plek worden geïnstalleerd om elektronische schade door bevriezing of condensatie te voorkomen. ! Als de wasautomaat is geïnstalleerd moet het stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn. ! Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers. Na de installatie en voor u de wasautomaat in gebruik neemt, dient u een wascyclus uit te voeren met wasmiddel maar zonder wasgoed, op het programma “WASMACHINE REINIGEN” (zie “Reinigen van de wasautomaat”). Technische gegevens Model XWA 61451 Afmetingen breedte 59,5 cm hoogte 85 cm diepte 54 cm Laadcapaciteit Elektrische aansluitingen van 1 tot 6 kg zie het typeplaatje met de technische eigenschappen dat op het apparaat is bevestigd maximale druk Hydraulische 1 MPa (10 bar) aansluitinminimale druk gen 0,05 MPa (0,5 bar) inhoud trommel 52 liter Centrifugetot 1400 toeren per minuut toerental Controleprogramma’s volgens de programma 8; Katoen 60°C. richtlijnen programma 9; Katoen 40°C. 1061/2010 en 1015/2010 Deze apparatuur voldoet aan de volgende CE voorschriften: - 2004/108/CE (Elektromagnetische compatiabiliteit) - 2012/19/EU - 2006/95/CE (Laagspanning) 39 NL Onderhoud en verzorging NL Afsluiten van water en stroom • Sluit na iedere wasbeurt de kraan af. Hiermee beperkt u slijtage van de waterinstallatie van de wasmachine en voorkomt u lekkage. • Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de wasautomaat gaat schoonmaken en gedurende onderhoudswerkzaamheden. Reinigen van de wasautomaat • De buitenkant en de rubberen onderdelen kunnen met een spons en een lauw sopje worden schoongemaakt. Gebruik nooit schuurmiddelen of oplosmiddelen. • De wasautomaat beschikt over een programma “WASMACHINE REINIGEN” voor het reinigen van de binnenkant van de automaat. Dit moet worden uitgevoerd als de automaat volledig leeg is. Het wasmiddel (circa 10% van de hoeveelheid die wordt aanbevolen voor een niet zo vuile was) of de speciale reinigingsmiddelen voor wasautomaten kunnen worden gebruikt als hulpmiddelen tijdens dit wasprogramma. We raden u aan dit reinigingsprogramma elke 40 wascycli uit te voeren. Om dit programma te activeren drukt u tegelijkertijd 5 sec. op de toetsen A en B (zie afb.). Het programma start automatisch en heeft een duur van circa 70 minuten. Om de cyclus te beëindigen drukt u op de toets START/PAUSE. B Reinigen van het wasmiddelbakje 2 Verwijder het laadje door op het hendeltje (1) te drukken en het naar voren te trekken (2) (zie afbeelding). Was het onder stromend water. Dit moet u regelmatig doen. Onderhoud van deur en trommel • Laat de deur altijd op een kier staan om nare luchtjes te vermijden. 40 De wasautomaat is voorzien van een zelfreinigende pomp en hoeft dus niet te worden onderhouden. Het kan echter gebeuren dat kleine voorwerpen (muntjes, knopen) in het voorvakje dat de pomp beschermt en zich aan de onderkant ervan bevindt, terechtkomen. ! Verzeker u ervan dat de wascyclus beëindigd is en haal de stekker uit het stopcontact. Toegang tot het voorvakje: 1 2 3 1. verwijder het afdekpaneel aan de voorzijde van de wasautomaat door er op het midden op te drukken. Duw beide zijkanten naar beneden toe en verwijder het paneel (zie afbeeldingen). 2. draai het deksel eraf, tegen de klok in (zie afbeelding): het is normaal dat er een beetje water uit komt; 3. maak de binnenkant goed schoon; 4. schroef het deksel er weer op; 5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed bevestigd in de juiste openingen, voordat u het paneel tegen de machine aandrukt. A 1 Reinigen van de pomp Controleren van de buis van de watertoevoer Controleer minstens eenmaal per jaar de slang van de watertoevoer. Als er barstjes of scheuren in zitten moet hij vervangen worden: gedurende het wassen kan de hoge waterdruk onverwachts breuken veroorzaken. ! Gebruik nooit tweedehands buizen. Voorzorgsmaatregelen en advies ! De wasmachine is ontworpen en geproduceerd volgens de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn voor uw eigen veiligheid geschreven en moeten aandachtig worden doorgenomen. Algemene veiligheid • Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishoudelijk niet-professioneel gebruik. • Dit apparaat mag alleen door kinderen van 8 jaar en ouder, door personen met een beperkt lichamelijk, sensorieel of geestelijk vermogen, of met onvoldoende ervaring of kennis worden gebruikt, mits ze worden begeleid, of wanneer zij toereikende instructies hebben gekregen betreffende het veilige gebruik van het apparaat en mits zij op de hoogte zijn van de betreffende gevaren. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Onderhoud en reiniging mogen niet door kinderen zonder supervisie worden uitgevoerd. Afvalverwijdering NL • Het verwijderen van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt kan worden. • De Europese richtlijn 2012/19/EU, betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, voorziet dat huishoudelijke apparatuur niet met het normale afval mag worden meegegeven. De afgedankte apparatuur moet apart worden opgehaald om het wedergebruik van materialen waarvan hij is gemaakt te optimaliseren en om potentiële schade aan de gezondheid en het milieu te voorkomen. Het symbool van de afvalemmer met een kruis staat op elk product, om aan te geven dat het apart moet worden weggegooid. Voor verdere informatie betreffende het correcte verwijderen van huishoudelijke apparatuur kunnen de gebruikers zich wenden tot de gemeentelijke reinigingsdienst of de verkoper. • Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of met natte of vochtige handen of voeten. • Trek de stekker nooit uit het stopcontact door aan het snoer te trekken, maar altijd door de stekker zelf beet te pakken. • Open het wasmiddelbakje niet terwijl de machine in werking is. • Raak het afvoerwater niet aan aangezien het behoorlijk warm kan zijn. • Forceer de deur nooit: het veiligheidsmechanisme dat een ongewild openen van de deur voorkomt, kan beschadigd worden. • Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne mechanismen van de wasautomaat te repareren. • Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de machine komen als deze in werking is. • De deur kan tijdens het wassen zeer heet worden. • Als de machine verplaatst moet worden, doe dit dan met twee of drie personen tegelijk en zeer voorzichtig. Doe dit nooit alleen, want het apparaat is erg zwaar. • Voordat u het wasgoed in de automaat laadt, moet u controleren of hij leeg is. Balanceersysteem van de lading Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige manier. Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op een snelheid die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na herhaaldelijke pogingen de lading nog steeds niet goed is gebalanceerd, zal de wasautomaat de centrifuge op een lagere snelheid uitvoeren dan die voorzien was. Als de lading zeer uit balans is zal de wasautomaat een verdeling uitvoeren in plaats van een centrifuge. Teneinde een betere distributie van de waslading en een juiste balancering te bereiken raden wij u aan kleine en grote kledingstukken te mengen. 41 Beschrijving van de wasautomaat en starten van een programma NL Bedieningspaneel Controlelampjes VOORTGANG CYCLUS Toetsen met controlelampjes FUNCTIE ON/OFF toets Wasmiddelbakje Toets met controlelampje UITGESTELDE START PROGRAM- TEMPERATUUR MAKNOP toets toets Wasmiddelbakje: voor wasmiddelen en wasversterkers (zie “Wasmiddelen en wasgoed”). Toets ON/OFF: voor het in- en uitschakelen van de wasautomaat. Toets PUSH & WASH: (zie “Programma’s). PROGRAMMAKNOP: voor het instellen van de programma’s. Gedurende het programma blijft de knop stilstaan. Toetsen met controlelampje FUNCTIE: voor het selecteren van de beschikbare functies. Het controlelampje van de gekozen functie zal aanblijven. TEMPERATUUR toets: voor het instellen van de temperatuur of koud wassen (zie “Persoonlijke Instellingen”). CENTRIFUGE toets: voor het instellen of uitsluiten van de centrifuge (zie “Persoonlijke Instellingen”). UITGESTELDE START toets Stelt de start van de machine uit tot aan 9 uren: Druk meerdere malen op de toets totdat het controlelampje dat bij de gewenste vertraging hoort aangaat. Als u vier keer achter elkaar op de knop drukt zal de optie worden uitgeschakeld. N.B.: Als de START/PAUSE knop eenmaal is ingedrukt kan de vertraging alleen verminderd worden voor u het ingestelde programma van start doet gaan. 42 DEUR GEBLOKKEERD START/PAUSE PUSH & WASH ! Deze optie is bij alle programma’s mogelijk. Controlelampje toets CENTRIFUGE toets Controlelampjes VOORTGANG CYCLUS: voor het volgen van het verloop van het wasprogramma. Het controlelampje geeft de lopende fase weer. Controlelampje DEUR GEBLOKKEERD: om te zien of de deur kan worden geopend (zie pagina hiernaast). Toets met controlelampje START/PAUSE: om programma’s te starten of ze tijdelijk te onderbreken. N.B.: om de lopende wascyclus te pauzeren drukt u op deze toets. Het oranje licht van het betreffende controlelampje zal gaan knipperen terwijl het lampje van de lopende fase vast aan zal blijven staan. Als het controlelampje DEUR GEBLOKKEERD uit is, kunt u het deurtje openen (wacht circa 3 minuten). Om het programma te hervatten drukt u opnieuw op deze toets. Stand- by modus Deze wasautomaat beschikt, in overeenkomst met de nieuwe normen betreffende de energiebesparing, over een systeem wat het apparaat automatisch na 30 minuten uitschakelt (stand-by) indien men het niet gebruikt. Druk kort op de ON-OFF toets en wacht tot de wasautomaat weer aangaat. Gebruik in off-mode: 0,5 W Gebruik in Left-on: 8 W Controlelampjes De controlelampjes geven belangrijke informatie. Ze geven informatie over: Uitgestelde start Als de functie “Uitgestelde Start” is geactiveerd (zie “Persoonlijke Instellingen”) zal, nadat het programma is gestart, het controlelampje dat bij de uitgestelde start hoort gaan knipperen: Controlelampjes lopende fase Als u de gewenste wascyclus heeft geselecteerd en gestart gaan de controlelampjes één voor één aan om te tonen op welk punt de cyclus is: Hoofdwas Spoelen Centrifuge Waterafvoer Einde hoofdwas Naar gelang de tijd verloopt wordt de resterende wachttijd getoond, met het knipperen van het betreffende controlelampje: Als de geselecteerde vertraging is verlopen zal het ingestelde programma van start gaan. END Functietoetsen en betreffende controlelampjes Als u een functie selecteert gaat het bijbehorende controlelampje aan. Als de gekozen functie niet geschikt is voor het ingestelde programma gaat het betreffende controlelampje knipperen en zal de functie niet worden geactiveerd. Als de gekozen optie niet compatibel is met een voorheen ingestelde optie, zal dit worden aangegeven door het knipperen van het betreffende controlelampje en een geluidssignaal (3 pieptonen). Alleen de tweede optie zal worden geactiveerd en het lampje van de geactiveerde optie zal aangaan Controlelampje deur geblokkeerd: Als het controlelampje aan is betekent het dat de deur is geblokkeerd om te verhinderen dat hij per ongeluk wordt geopend. Om het deurtje te openen moet u wachten tot het controlelampje uitgaat. Om de deur te openen tijdens de wascyclus drukt u op de knop START/PAUSE; als het controlelampje DEUR GEBLOKKEERD uit is, kunt u het deurtje openen (wacht circa 3 minuten). Een programma starten Snelle programmering 1. HET WASGOED INLADEN. Open de deur. Laad het wasgoed in en zorg ervoor nooit de laadhoeveelheid te overschrijden aangegeven in de programmatabel op de volgende bladzijde. 2. WASMIDDEL DOSEREN.Trek het bakje naar buiten en doe het wasmiddel in de speciale bakjes, zoals aangegeven in “Wasmiddelen en wasgoed”. 3. SLUIT DE DEUR. 4. Druk op de toets “PUSH & WASH” om het wasprogramma te starten. Traditionele programmering 1. Schakel de machine in met de ON/OFF knop. Alle controlelampjes gaan een paar seconden aan, en daarna blijven de controlelampjes voor alle instellingen van het geselecteerde programma aan, en knippert het controlelampje START/PAUSE. 2. Laad het wasgoed in en sluit de deur. 3. Stel het gewenste programma in met de PROGRAMMAKNOP. 4. Stel de wastemperatuur in (zie “Persoonlijke instellingen”). 5. Stel het centrifugetoerental in (zie “Persoonlijke instellingen”). 6. Voeg wasmiddel en wasversterkers toe (zie “Wasmiddelen en wasgoed”). 7. Selecteer de gewenste functies. 8. Start het programma door op de START/PAUSE toets te drukken. Het betreffende controlelampje zal een vast groen licht vertonen. Om de ingestelde cyclus te annuleren zet u de wasautomaat op pauze door op de START/PAUSE toets te drukken en een nieuwe cyclus te kiezen. 9. Aan het einde van het programma gaat het controlelampje aan. Als het controlelampje DEUR GEBLOKKEERD uitgaat, kunt u het deurtje openen (wacht circa 3 minuten). Haal het wasgoed eruit en laat de deur op een kier staan zodat de trommel kan drogen. Schakel de wasautomaat uit in met de ON/OFF toets. 43 NL Programma’s Push & Wash Met deze functie kunt u een wascyclus starten terwijl de wasautomaat uit is, zonder dat u daarvoor op de toets ON/OFF hoeft te drukken of, nadien als u de wasautomaat aanzet, zonder dat u andere toetsen en/of knoppen in hoeft te drukken (als u dit niet doet zal het programma Push & Wash worden uitgeschakeld). Om de Push & Wash cyclus te starten houdt u de knop 2 seconden lang ingedrukt. Het controlelampje geeft aan dat de cyclus is gestart. Deze wascyclus is ideaal voor het wassen van katoenen en synthetische was en wast op een temperatuur van 30° met een maximaal centrifugetoerental van 1200 toeren per minuut. Max. lading 3,5 kg. (Duur cyclus 50’). Hoe werkt dit? 1. Laad het wasgoed in (katoenen en/of synthetische was) en sluit de deur. 2. Wasmiddel en toevoegmiddelen invoeren. 3. Start het programma door 2 seconden op de toets Push & Wash te drukken. Het betreffende controlelampje zal groen worden en de deur zal worden geblokkeerd (het symbool deur geblokkeerd gaat aan). N.B.: Als u het programma start met de Push & Wash toets wordt een automatische cyclus geactiveerd, aangeraden voor katoen en synthetisch wasgoed. Deze cyclus kan niet worden aangepast. Bij dit programma kunt u geen verdere opties instellen. Om de deur te openen terwijl de automatische cyclus bezig is, drukt u op de START/PAUSE toets. Als het symbool deur geblokkeerd uit is kunt u de deur openen. Druk nogmaals op de START/PAUSE toets om het programma te hervatten vanaf het punt dat het werd onderbroken. 4. Aan het einde van het programma gaat het controlelampje END aan. Eco & Snel Katoen 20°: Niet zo vuile witte en bonte was. Eco Synthetisch 20° Snel Snel Snel Delprogramma’s Spoelen/Bleken Centrifugeren + Afpompen Duur cyclus 12 13 14 14 14 Totaal water lt Katoen 60° (Standaard) (1): Zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed. 9 Katoen 40° (Standaard) (2): Niet zo vuile witte en bonte was. 10 Synthetisch: Zeer vuile kleurvaste bonte was. 10 Synthetisch (3): Niet zo vuile kleurvaste bonte was. 11 Gekleurd Energieverbruik kWh 8 Overgebleven vochtigheid % Speciaal Sport kleding Donkere kleding Anti-Geur cyclus (Katoen) Anti-Geur cyclus (Synthetisch) DeliIcaat Wol: voor wol, kasjmier, etc. Dekbedden: voor kledingstukken/beddengoed gevuld met dons. Standaard 7 Katoen Wit 90° + P: Zeer vuile witte was. 1 2 3 3 4 5 6 30° 30° 60° 40° 30° 40° 30° 600 800 1000 1000 0 800 1000 -        - 3,5 4 3,5 3,5 1 1,5 2 - - - 55’ 70’ 110’ 100’ 80’ 70’ 110’ 90° 60° (Max. 90°) 40° 60° 40° 40° 1400    - 6 53 1,98 70 160’ 1400 -   - 6 53 1,05 50 195’ 1400 800 800 1400 -         - 6 3,5 3,5 6 53 46 46 53 20° 20° 30° 60° 1400 800 800 800 1000 -          - 6 6 1,5 3 6 - 170’ - 110’ 9’ 80 0,22 34 30’ 60’ - 1400 - -   6 - - - 50’ - 1400 - - - - 6 - - - 25’        Bleken Wasmiddel Wassen Wasverzachter Maximaal Maxi. Temp toerental (toeren (°C) per minuut) Voorwas Beschrijving van het Programma Maximale lading (kg) Programmatabel Programma’s NL 0,86 0,79 0,56 0,82 69 180’ 46 110’ 46 100’ 63 95’ De duur van de cyclus die wordt aangegeven op het display of op de gebruiksaanwijzing is een geschatte waarde die wordt gecalculeerd bij standaard omstandigheden. De effectieve tijd kan variëren aan de hand van talloze factoren zoals temperatuur en druk van de watertoevoer, de kamertemperatuur, de hoeveelheid wasmiddel, de hoeveelheid en type lading, de balancering van de was en de geselecteerde aanvullende opties. 1) Controleprogramma volgens de norm 1061/2010: selecteer het programma 8 met een temperatuur van 60°C. Dit is de geschiktste cyclus voor het wassen van een middelmatig vuile lading katoenen wasgoed. Het is ook de efficiëntste cyclus v.w.b. het gecombineerde verbruik van energie en water, voor wasgoed dat op 60°C kan worden gewassen. De effectieve wastemperatuur kan verschillen van de temperatuur die wordt aangegeven. 2) Controleprogramma volgens de norm 1061/2010: selecteer het programma 9 met een temperatuur van 40°C. Dit is de geschiktste cyclus voor het wassen van een middelmatig vuile lading katoenen wasgoed. Het is ook de efficiëntste cyclus v.w.b. het gecombineerde verbruik van energie en water, voor wasgoed dat op 40°C kan worden gewassen. De effectieve wastemperatuur kan verschillen van de temperatuur die wordt aangegeven. Voor alle Test Institutes: 2) Programma katoen lang: selecteer het programma 9 met een temperatuur van 40°C. 3) Programma Synthetisch lang: selecteer het programma 10 met een temperatuur van 40°C. 44 Persoonlijke instellingen Instellen van de temperatuur NL De TEMPERATUURTOETS indrukken te draaien kunt u de wastemperatuur instellen (zie Programmatabel). De temperatuur kan verlaagd worden tot aan koud wassen ( ). De machine voorkomt dat u een temperatuur instelt die hoger is dan het maximum voorzien voor dat programma. ! Uitzondering: als u het programma 8 selecteert kunt u de temperatuur tot op 90° instellen. Instellen van de centrifuge De CENTRIFUGETOETS indrukken te draaien stelt u de snelheid van de centrifuge van het gekozen programma in. De maximum snelheden voorzien voor de programma’s zijn: Programma’s Maximum snelheid Katoen 1400 toeren per minuut Synthetisch 800 toeren per minuut Wol 800 toeren per minuut U kunt de snelheid van de centrifuge verminderen, of uitsluiten met het symbool . De machine voorkomt automatisch dat er een centrifuge wordt uitgevoerd die sneller is dan het maximum voorzien voor dat programma. Functies De verschillende functies van de wasautomaat zorgen voor de door u gewenste schone en witte was. Voor het activeren van de functies: 1. druk op de toets die bij de gewenste functie hoort; 2. het aangaan van het betreffende controlelampje geeft aan dat de functie actief is. N.B.: Het snel knipperen van het lampje geeft aan dat de bijbehorende functie niet gekozen kan worden bij het ingestelde programma. Snel De eerste keer dat u drukt gaat het symbool 9’ aan, de tweede keer het symbool 30’ en de derde keer het symbool 60’. Als u een vierde keer drukt gaat opnieuw het symbool 9’ aan. ! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 1-2-3-4-5-6-7-8-9-10-11-12-13- - . Einde snelle cyclus Als u tijdens een wasprogramma bij bepaalde omstandigheden op deze toets drukt, kunt u het programma in slechts 20’ beëindigen. U voert hierdoor slechts een korte spoelcyclus uit en een maximale centrifuge van 800 toeren of minder, als u dit tijdens de persoonlijke instellingen van het programma al handmatig had beperkt. In dit geval zal de was- en spoelkwaliteit niet optimaal zijn. Als u op de toets drukt gaat zowel het betreffende controlelampje aan als het lampje dat de spoelfase aangeeft. Als de geselecteerde temperatuur 40° of hoger is en/of de toets wordt ingedrukt tijdens de beginfase van het programma, zal de duur van de optie “Einde snelle cyclus” langer zijn om ervoor te zorgen dat het wasmiddel goed in het water wordt opgelost en de kleding niet wordt beschadigd. In dit geval knippert het controlelampje van de spoelfase en zal het lampje van de wasfase aanblijven totdat de nodige omstandigheden worden bereikt. In het geval de overgebleven duur van het wasprogramma minder is dan 20’ minuten, zal de optie niet beschikbaar zijn. ! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 2-4-5-6-14- - . Gemakkelijker strijken Als u deze functie selecteert zullen het wassen en de centrifuge dusdanig worden aangepast dat er minder kreuken worden gevormd. Aan het einde van de wascyclus zal de wasautomaat de trommel langzaam laten ronddraaien. De controlelampjes van de optie GEMAKKELIJKER STRIJKEN en die van START/PAUSE gaan knipperen en het controlelampje END gaat aan. Om de cyclus te beëindigen drukt u op de START/PAUSE toets of op de toets GEMAKKELIJKER STRIJKEN. ! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 1-3-5-14- - . Extra Spoelen Door deze functie te selecteren verhoogt u het spoelresultaat en zorgt u ervoor dat elk spoor van wasmiddel verdwijnt. Deze optie is vooral nuttig bij personen met een gevoelige huid. ! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 2-4-14- . 45 Wasmiddelen en wasgoed NL Wasmiddelbakje Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosis wasmiddel: te veel wasmiddel maakt het wassen niet beter. Het wasmiddel blijft aan de binnenzijde van de wasautomaat zitten en zorgt voor het vervuilen van het milieu. ! Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien die te veel schuim vormen. ! Gebruik waspoeder voor witte katoenen was, voor de voorwas en voor het wassen op temperaturen van meer dan 60°C. ! Volg de aanwijzingen op de wasmiddelverpakking. Trek het laatje naar voren en giet het wasmiddel of de wasversterker er als volgt in: B 4 A Vak 1: Wasmiddel voor voorwas (poeder) 1 Voordat u het middel erin strooit moet u controleren of het aan3 vullende bakje 4 er niet in zit. 2 Vak 2: Wasmiddel voor hoofdwas (poeder of vloeibaar) Als u een vloeibaar wasmiddel gebruikt raden we u aan het bijgeleverde schotje A te gebruiken voor een correcte dosering. Voor het gebruik van poederwasmiddel doet u het schotje terug in de opening B. Vak 3: Wasversterkers (wasverzachter, enz.) De wasverzachter mag nooit het niveau “max” overschrijden dat staat aangegeven op de centrale pin. Extra bakje 4: Bleekmiddel Anti-Geur cyclus: gebruik het programma 3 voor het wassen van wasgoed waar nare luchtjes aan zitten (bv. rook, zweet, frituur). Het programma is speciaal ontwikkeld voor het verwijderen van nare luchtjes en het behouden van de vezels van de kleding. We raden u aan synthetisch wasgoed of gemengd wasgoed op 40° te wassen en kleurbestendig katoen op 60°. Delicaat: gebruik het programma 4 voor het wassen van zeer fijne was. We raden u aan de kleding binnenstebuiten te keren voor u hem wast. Voor een beter resultaat raden we u voor de fijne was aan een vloeibaar wasmiddel te gebruiken. Voor het wassen van Zijde of Gordijnen selecteert u de cyclus 4 en activeert u de optie (in dit geval is het ook mogelijk de optie “Extra Spoelen” te activeren). De wasautomaat zal de cyclus eindigen terwijl de was nog in de week ligt en het lampje zal gaan knipperen. Om het water af te voeren en de was uit de automaat te halen moet u op de knop START/PAUSE drukken of op de optie . Wol: het “Wol” wasprogramma van deze wasmachine is door The Woolmark Company getest en goedgekeurd voor het wassen van kleding waar wol in is verwerkt en die als handwas geclassificeerd is, op voorwaarde dat de aanwijzingen worden opgevolgd die op het etiket van het kledingstuk vermeld staan en de instructies van de fabrikant van de wasmachine. (M1126) Dekbedden: om donzen wasgoed te wassen zoals bijvoorbeeld éénpersoons dekbedden (niet zwaarder dan 2 kg.), kussens, ski-jacks, gebruikt u het speciale programma 6. We raden u aan de jacks in de trommel te laden met de randen naar binnen toe gevouwen (zie afbeeldingen) en ervoor te zorgen de ¾ van het volume van de trommel niet te overschrijden. Voor het beste resultaat raden wij aan vloeibaar wasmiddel in het doseerbakje te gieten. Bleekcyclus Plaats het bijgeleverde bakje 4 in het vak 1. Schenk het bleekmiddel en zorg ervoor nooit het “max” niveau, dat staat aangegeven op de centrale spil, te overschrijden. Om te bleken giet u het bleekwater in het aanvullende bakje 4 en stelt u het programma in . ! Het traditionele bleekmiddel kan voor stevig wit wasgoed gebruikt worden, terwijl het delicate bleekmiddel geschikt is voor gekleurde stoffen, synthetische stoffen en wol. Voorbereiden van het wasgoed • Verdeel het wasgoed volgens: - het soort stof / het symbool op het etiket. - de kleuren: scheid de bonte was van de witte was. • Leeg de zakken en controleer de knopen. • Overschrijd het aangegeven gewicht, berekend voor droog wasgoed, nooit: zie “Programmatabel”. Hoeveel weegt wasgoed? 1 laken 400-500 g. 1 sloop 150-200 g. 1 tafelkleed 400-500 g. 1 badjas 900-1200 g. 1 handdoek 150-250 g. Speciale programma’s Sport kleding (programma 1) is ontwikkeld voor het wassen van niet zo vuile sportkleding (trainingspakken, sportbroeken, enz.). Om optimale resultaten te bereiken raden wij u aan nooit de maximaal aangegeven hoeveelheid te overschrijden die staat aangegeven in de “Programmatabel”. We raden u aan een vloeibaar wasmiddel te gebruiken, met een hoeveelheid die voldoende is voor een halve lading. Donkere kleding: gebruik de programma 2 voor het wassen van bonte was. Het programma is ontwikkeld voor het langdurige behoud van de donkere kleuren. Voor een beter resultaat raden we u aan voor de bonte was een vloeibaar wasmiddel te gebruiken. 46 Gekleurd: gebruik de programma 11 voor het wassen van licht gekleurde was. Het programma is ontwikkeld voor het langdurige behoud van de mooie kleuren van uw wasgoed. Katoen 20° (programma 12) Katoen ideaal voor een lading vuil katoen. De optimale prestaties, zelf met koud water, die kunnen worden vergeleken met een wascyclus op 40°C, worden gegarandeerd door een mechanische werking die de snelheid varieert met herhaaldelijke en zeer dicht op elkaar liggende piekvariaties. Eco Synthetisch 20° (programma 13) ideaal voor gemengd wasgoed (katoen en synthetisch) dat middelmatig vuil is. De optimale prestaties, zelf met koud water, worden gegarandeerd door een mechanische werking die de snelheid varieert met middelmatige en van te voren vastgestelde intervallen. Snel (programma 14) hiermee kunt u de duur van de was bepalen, van 9’ tot 60’. Als u op de overeenkomende toets “Snel” drukt kunt u de duur van de cyclus laten variëren van 9’ (refresh), tot 30’ (wassen), tot aan 60’ (wassen). De cyclus 9’ zorgt ervoor dat u de kledingstukken met alleen wasverzachter kunt spoelen. Gebruik absoluut geen wasmiddel! De cyclus 30’ is ontwikkeld om een licht vuile was te wassen op 30° (wol en zijde uitgezonderd), met een maximale lading van 3 kg, in een zeer korte tijd: de cyclus duurt slechts 30 minuten en bespaart dus elektriciteit en tijd. De programma 60’ is ontwikkeld om wasgoed van kleurbestendig katoen in een uur op 60° te wassen. Het wasgoed moet middelmatig vuil zijn, zodat de wasprestaties kunnen worden gegarandeerd. Voor synthetische of gemengde was raden we u aan de temperatuur te verlagen naar 40°. Storingen en oplossingen Het kan gebeuren dat de wasautomaat niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst (zie “Service”)moet u controleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgende lijst. Storingen: Mogelijke oorzaken / Oplossing: De wasautomaat gaat niet aan. • De stekker zit niet in het stopcontact of niet ver genoeg om contact te maken. • Het hele huis zit zonder stroom. De wascyclus start niet. • • • • • De deur zit niet goed dicht. De ON/OFF toets is niet ingedrukt. De START/PAUSE toets is niet ingedrukt. De waterkraan is niet open. De uitgestelde start is ingesteld (zie “Persoonlijke Instellingen”). De wasautomaat heeft geen watertoevoer (het controlelampje van de eerste wasfase knippert snel). • • • • • • De watertoevoerbuis is niet aangesloten op de kraan. De buis is gebogen. De waterkraan is niet open. Het hele huis zit zonder water. Er is onvoldoende druk. De START/PAUSE toets is niet ingedrukt. De wasautomaat blijft water aanen afvoeren. • De afvoerbuis is niet op 65 tot 100 cm afstand van de grond af geïnstalleerd (zie “Installatie”). • Het uiteinde van de afvoerbuis ligt onder water (zie “Installatie”). • De afvoer in de muur heeft geen ontluchting. Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de waterkraan dichtdraaien, de wasautomaat uitzetten en de Servicedienst inschakelen. Als u op een van de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een hevelingsprobleem voordoen, waarbij de wasautomaat voortdurend water aan- en afvoert. Om deze storing te verhelpen zijn er in de handel speciale beluchters te koop. De wasautomaat voert het water niet af of centrifugeert niet. • Het programma voorziet geen afvoer: bij enkele programma’s moet dit met de hand worden gestart (zie “Starten en Programma’s”). • De functie is actief: voor het beëindigen van het programma drukt u op de START/PAUSE toets (“Persoonlijke Instellingen”). • De afvoerbuis is gebogen (zie “Installatie”). • De afvoerleiding is verstopt. De machine trilt erg tijdens het centrifugeren. • De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze gedeblokkeerd (zie “Installatie”). • De wasautomaat staat niet goed recht (zie “Installatie”). • De wasautomaat staat te krap tussen meubels en muur (zie “Installatie”). De wasautomaat lekt. • De buis van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie “Installatie”). • Het wasmiddelbakje is verstopt (voor reiniging zie “Onderhoud en verzorging”). • De afvoerbuis is niet goed aangesloten (zie “Installatie”). De controlelampjes van de “Functies” en het controlelampje “START/PAUSE” gaan knipperen, en een van de controlelampjes van de “lopende fase” en van “deur geblokkeerd” blijven vast aanstaan. • Doe de wasautomaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht circa 1 minuut en doe hem daarna weer aan. Als de storing voortzet, dient u de Servicedienst in te schakelen. Er ontstaat teveel schuim. • Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasautomaten (er moet “voor wasautomaat”, “handwas en machinewas”, of dergelijke op staan). • U heeft teveel wasmiddel gebruikt. Push & Wash wordt niet geactiveerd. • Nadat de wasautomaat wordt ingeschakeld heeft u een andere opdracht ingevoerd i.p.v. Push & Wash. Schakel de wasautomaat uit en druk op de knop Push & Wash. Het programma duurt veel minder dan verwacht. • U heeft de optie “Einde snelle cyclus” geactiveerd. 47 NL Service 195112192.00 02/2013 - Xerox Fabriano NL Voordat u de Servicedienst inschakelt: • Controleer eerst of u het probleem zelf kunt oplossen (zie “Storingen en oplossingen”). • Start het programma opnieuw om te controleren of de storing is verholpen; • Als dit niet het geval is moet u contact opnemen met de erkende Technische Servicedienst via het telefoonnummer dat op het garantiebewijs staat. ! Wendt u nooit tot een niet erkende installateur. Vermeld: • het type storing; • het model van de machine (Mod.); • het serienummer (S/N); Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasautomaat en aan de voorzijde als u het deurtje opendoet. 48
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

Indesit XWA 61451 de handleiding

Categorie
Wasmachines
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor