Whirlpool PWC 8108 W (WE) Gebruikershandleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Whirlpool PWC 8108 W (WE) Gebruikershandleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
NL
61
Nederlands
Inhoud
Installatie, 62-63
Uitpakken en waterpas zetten
Hydraulische en elektrische aansluitingen
Eerste wascyclus
Technische gegevens
Beschrijving van de wasautomaat en
starten van een programma, 64-65
Bedieningspaneel
Controlelampjes
Een programma starten
Programma’s, 66
Programmatabel
Persoonlijke instellingen, 67
Instellen van de temperatuur
Instellen van de centrifuge
Functies
Wasmiddelen en wasgoed, 68
Wasmiddelbakje
Bleekcyclus
Voorbereiden van het wasgoed
Bijzondere kledingstukken
Voorzorgsmaatregelen en advies, 69
Algemene veiligheid
Balanceersysteem van de lading
Afvalverwijdering
Handmatige opening van de deur
Onderhoud en verzorging, 70
Afsluiten van water en stroom
Reinigen van de wasautomaat
Reinigen van het wasmiddelbakje
Reinigen van de pomp
Controleren van de buis van de watertoevoer
Storingen en oplossingen, 71
Service, 72
NL
PWC 8108 W
Gebruiksaanwijzing
WASAUTOMAAT
62
NL
! Het is belangrijk deze handleiding te bewaren voor latere
raadpleging. In het geval u het apparaat verkoopt, of u
verhuist, moet het boekje bij de wasautomaat blijven zodat
de nieuwe gebruiker de functies en betreffende raadgevin-
gen kan doornemen.
! Lees de instructies aandachtig door: u vindt er belangrij-
ke informatie betreffende installatie, gebruik en veiligheid.
Uitpakken en waterpas zetten
Uitpakken
1. De wasautomaat uitpakken.
2. Controleer of de wasautomaat geen schade heeft gele-
den gedurende het vervoer. Indien dit wel het geval is moet
hij niet worden aangesloten en moet u contact opnemen
met de handelaar.
3. Verwijder de 4 schroeven
die het apparaat bescher-
men tijdens het vervoer
en de rubberen ring met
bijbehorende afstandsleider
die zich aan de achterkant
bevinden (zie afbeelding).
4. Sluit de openingen af met de bijgeleverde plastic dop-
pen.
5. Bewaar alle onderdelen: mocht de wasautomaat ooit
worden vervoerd, dan moeten deze weer worden aange-
bracht.
! Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen.
Waterpas zetten
1. Installeer de wasautomaat op een rechte en stevige
vloer en laat hem niet steunen tegen een muur, meubel of
dergelijke.
2. Als de vloer niet volledig
horizontaal is kunt u de
onregelmatigheid opheffen
door de stelvoetjes aan de
voorkant losser of vaster te
schroeven (zie afbeelding);
de inclinatiehoek, geme-
ten ten opzichte van het
werkvlak, mag de 2° niet
overschrijden.
Een correcte nivellering geeft de machine stabiliteit en
voorkomt trillingen, lawaai en het zich verplaatsen van de
automaat tijdens de werking. In het geval van vloerbedek-
king of een tapijt regelt u de stelvoetjes zodanig dat onder
de wasmachine genoeg plaats is voor ventilatie.
Hydraulische en elektrische aansluitin-
gen
Aansluiting van de watertoevoerbuis
1. Sluit de toevoerbuis aan
op de koudwaterkraan met
een mondstuk met schro-
efdraad van 3/4 gas (zie
afbeelding).
Voordat u de wasautomaat
aansluit moet u het water
laten lopen totdat het helder
is.
2. Verbind de watertoevo-
erbuis aan de wasautomaat
door hem op de betreffende
watertoevoer te schroe-
ven, rechtsboven aan de
achterkant
(zie afbeelding).
3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels in de buis
zijn.
! De waterdruk van de kraan moet zich binnen de waarden
van de tabel Technische Gegevens bevinden (zie bladzijde
hiernaast).
! Als de toevoerbuis niet lang genoeg is moet u zich
wenden tot een gespecialiseerde winkel of een bevoegde
installateur.
! Gebruik nooit tweedehands buizen.
! Gebruik de buizen die bij het apparaat worden geleverd.
Installatie
NL
63
Aansluiting van de afvoerbuis
Verbind de buis, zonder
hem te buigen, aan een
afvoerleiding of aan een
afvoer in de muur tussen de
65 en 100 cm van de grond
af of hang hem aan de
rand van een wasbak of
badkuip, en bind de bijge-
leverde steun aan de kraan
(zie afbeelding). Het uitein-
de van de afvoerslang mag
niet onder water hangen.
! Gebruik nooit verlengstukken voor de buis; indien dit niet
te vermijden is moet het verlengstuk dezelfde doorsnede
hebben als de oorspronkelijke buis en mag hij niet langer
zijn dan 150 cm.
Elektrische aansluiting
Voordat u de stekker in het stopcontact steekt moet u zich
ervan verzekeren dat:
• hetstopcontactgeaardisenvoldoetaande
geldende normen;
• hetstopcontacthetmaximumvermogenvande
wasautomaat kan dragen, zoals aangegeven in de
tabel Technische Gegevens (zie hiernaast);
• despanningzichbevindttussendewaardendie
zijn aangegeven in de tabel Technische Gegevens
(zie hiernaast);
• decontactdoosgeschiktisvoordestekkervande
wasautomaat. Indien dit niet zo is moet de stekker
of het stopcontact vervangen worden.
! De wasautomaat mag niet buitenshuis worden
geïnstalleerd, ook niet op een beschutte plaats,
aangezien het gevaarlijk is hem aan regen en
onweer bloot te stellen.
! Als de wasautomaat is geïnstalleerd moet het stopcon-
tact gemakkelijk te bereiken zijn.
! Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.
! Het snoer mag niet gebogen of samengedrukt worden.
! De voedingskabel mag alleen door een bevoegde instal-
lateur worden vervangen.
Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk worden ge-
steld wanneer deze normen niet worden nageleefd.
Eerste wascyclus
Na de installatie en voor u de wasautomaat in gebruik neemt,
dient u een wascyclus uit te voeren met wasmiddel maar zon-
der wasgoed, op het programma 2.
65 - 100 cm
Technische gegevens
Model
PWC 8108 W
Afmetingen
breedte cm 59,5
hoogte cm 85
diepte cm 62
Vermogen
van 1 tot 8 kg
Elektrische
aansluitingen
zie het typeplaatje met de technische
eigenschappen dat op het apparaat is
bevestigd
Aansluiting
waterleiding
max.druk1MPa(10bar)
min.druk0,05MPa(0,5bar)
Inhoud trommel 62 liters
Snelheid
centrifuge
tot 1000 toeren per minuut
Controle-program-
ma’s volgens de
norm EN 60456
programma 2; temperatuur 60°C;
uitgevoerd met 8 kg lading
Deze apparatuur voldoet aan de volgende
CE voorschriften:
- 2004/108/CE (Elektromagnetische com-
patiabiliteit)
- 2002/96/CE
- 2006/95/CE (Laagspanning)
64
NL
Wasmiddelbakje: voor wasmiddelen en wasversterkers
(zie “Wasmiddelen en wasgoed”).
Toets ON/OFF: voor het in- en uitschakelen van de wa-
sautomaat.
PROGRAMMAKNOP: voor het instellen van de program-
ma’s. Gedurende het programma blijft de knop stilstaan.
Toetsen met controlelampje FUNCTIE: voor het selecte-
ren van de beschikbare functies. Het controlelampje van
de gekozen functie zal aanblijven.
CENTRIFUGE toets: voor het instellen of uitsluiten van de
centrifuge (zie “Persoonlijke Instellingen”).
TEMPERATUUR toets: voor het instellen van de tempera-
tuur of koud wassen
(zie “Persoonlijke Instellingen”).
UITGESTELDE START toets
Stelt de start van de machine uit tot aan 9 uren:
Druk meerdere malen op de toets totdat het
controlelampje dat bij de gewenste vertraging hoort
aangaat.
Als u vier keer achter elkaar op de knop drukt zal de optie
worden uitgeschakeld.
N.B.: Als de START/PAUZE knop eenmaal is ingedrukt
kan de vertraging alleen verminderd worden voor u het
ingestelde programma van start doet gaan.
! Deze optie is bij alle programma’s mogelijk.
Controlelampjes VOORTGANG CYCLUS: voor het vol-
gen van het verloop van het wasprogramma.
Het controlelampje geeft de lopende fase weer.
Controlelampje DEUR GEBLOKKEERD: om te zien of de
deur kan worden geopend (zie pagina hiernaast).
Toets met controlelampje START/PAUSE: om program-
ma’s te starten of ze tijdelijk te onderbreken.
N.B.: om de lopende wascyclus te pauzeren drukt u op
deze toets. Het oranje licht van het betreffende controle-
lampje zal gaan knipperen terwijl het lampje van de lopen-
de fase vast aan zal blijven staan. Als het controlelampje
DEUR GEBLOKKEERD
uit is, kunt u het deurtje openen.
Om het programma te hervatten drukt u opnieuw op deze
toets.
Stand- by modus
Deze wasautomaat beschikt, in overeenkomst met de
nieuwe normen betreffende de energiebesparing, over
een systeem wat het apparaat automatisch na 30 minuten
uitschakelt (stand-by) indien men het niet gebruikt. Druk
kort op de ON-OFF toets en wacht tot de wasautomaat
weer aangaat.
Beschrijving van de wasautomaat
en starten van een programma
Controlelampjes
VOORTGANG CYCLUS
Toets met
controlelampje
START/
PAUSE
Bedieningspaneel
Wasmiddelbakje
ON/OFF toets
UITGESTELDE
START
toets
Controlelampjes
PROGRAMMAKNOP
TEMPERATUUR
toets
CENTRIFUGE
toets
Toetsen met
controlelampjes
FUNCTIE
Controlelampje
DEUR
GEBLOKKEERD
NL
65
Controlelampjes
De controlelampjes geven belangrijke informatie.
Ze geven informatie over:
Uitgestelde start
Als de functie “Uitgestelde Start” is geactiveerd
(zie “Persoonlijke Instellingen”) zal, nadat het programma is
gestart, het controlelampje dat bij de uitgestelde start hoort
gaan knipperen:
Naar gelang de tijd verloopt wordt de resterende wachttijd
getoond, met het knipperen van het betreffende controle-
lampje:
Als de geselecteerde vertraging is verlopen zal het inge-
stelde programma van start gaan.
Controlelampjes lopende fase
Als u de gewenste wascyclus heeft geselecteerd en
gestart gaan de controlelampjes één voor één aan om te
tonen op welk punt de cyclus is:
Functietoetsen en betreffende controlelampjes
Als u een functie selecteert gaat het bijbehorende controle-
lampje aan. Als de gekozen functie niet geschikt is voor het
ingestelde programma gaat het betreffende controlelampje
knipperen en zal de functie niet worden geactiveerd. Als de
geselecteerde functie niet compatibel is met een optie die
daarvòòr is ingesteld, zal het controlelampje van de eerder
geselecteerde functie gaan knipperen en zal alleen de twe-
ede functie worden geactiveerd; het controlelampje van de
geactiveerde functie zal aangaan.
N.B.:alsdeSMART-optieingesteldis,kunnenandereniet
compatibele opties niet geactiveerd worden.
Controlelampje deur geblokkeerd:
Als het controlelampje aan is betekent het dat de deur is
geblokkeerd om te verhinderen dat hij per ongeluk wordt
geopend. Om het deurtje te openen moet u wachten tot
het controlelampje uitgaat. Om de deur te openen tijdens
de wascyclus drukt u op de knop START/PAUSE; als het
controlelampje DEUR GEBLOKKEERD uit is, kunt u het
deurtje openen.
! Het snel knipperen van de controlelampjes van de “Op-
ties” en van START/PAUSE samen met het aangaan van
de controlelampjes “lopende wasfase” en DEUR GEBLOK-
KEERD geven een storing aan
(zie “Storingen en oplossingen”).
Een programma starten
1. Schakel de machine in met de ON/OFF knop. Alle controlelampjes gaan een paar seconden aan, en daarna blijven de
controlelampjes voor alle instellingen van het geselecteerde programma aan, en knippert het controlelampje START/PAUSE.
2. Laad het wasgoed in en sluit de deur.
3.StelhetgewensteprogrammainmetdePROGRAMMAKNOP.
4. Stel de wastemperatuur in (zie “Persoonlijke instellingen”).
5. Stel het centrifugetoerental in (zie “Persoonlijke instellingen”).
6. Voeg wasmiddel en wasversterkers toe (zie “Wasmiddelen en wasgoed”).
7. Selecteer de gewenste functies.
8. Start het programma door op de START/PAUZE toets te drukken. Het betreffende controlelampje zal een vast blauw licht
vertonen. Om de ingestelde cyclus te annuleren zet u de wasautomaat op pauze door op de START/PAUSE toets te drukken
en een nieuwe cyclus te kiezen.
9. Aan het einde van het programma gaat het controlelampje
aan. Als het controlelampje DEUR GEBLOKKEERD
uitgaat, kunt u het deurtje openen. Haal het wasgoed eruit en laat de deur op een kier staan zodat de trommel kan drogen.
Schakel de wasautomaat uit in met de ON/OFF toets.
Hoofdwas
Spoelen
Centrifuge
Waterafvoer
Einde hoofdwas
Controlelampjes
VOORTGANG CYCLUS
END
66
NL
Programma’s
De gegevens in de tabel geven slechts geschatte waarden weer.
Voor alle Test Institutes:
1) Controleprogramma volgens de norm EN 60456: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 60°C.
2) Programma katoen lang: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 40°C.
3) Programma katoen kort: selecteer het programma 4 met een temperatuur van 40°C.
Programmatabel
Programmas
Beschrijving van het Programma
Maxi.
Temp
(°C)
Maximaal
toerental
(toeren per
minuut)
Wasmiddel
Maxi-
male
lading
(kg)
Duur
cyclus
Voor-
was
Wassen
Bleek-
middel
Wasver-
zachter
Smart was
1
Katoen met voorwas: Zeer vuile witte was. 90° 1000
-
8 183
2
Katoen intensief wit: Zeer vuile witte was. 90° 1000 -
8 164
2
Katoen intensief wit (1): Zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed. 60° 1000 -
8 180
2
Katoen intensief wit (2): Niet zo vuile witte en bonte was. 40° 1000 -
8 157
3
Katoen: Zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed. 60° 1000 -
8 144
4
Katoen bont delicaat (3): Niet zo vuile witte en bonte was. 40° 1000 -
8 96
5
Synthetisch intensief: zeer vuile kleurvaste bonte was. 60° 800 -
3,5 85
6 Jeans
40° 800 -
-
4 60
7 Overhemden/blouses
40° 600 -
2 70
8
Mix-Cool 30’: voor het snel opfrissen van niet zo vuil wasgoed
(niet geschikt voor wol, zijde en handwas).
koud
water
800 -
-
3 30
Speciale was
9
Wol: voor wol, kasjmier, etc. 40° 600 -
-
2 55
10
Zijde/Gordijnen: voor zijde, viscose, lingerie. 30° 0 -
-
2 55
11 Dekbedden
30° 1000 -
-
3 94
12 Outwear
30° 400 -
- - 2,5 46
13 Sport Schoes
30° 600 -
-
Max.
2 paar.
50
Delprogramma's
Spoelen - 1000 - -
8 36
Centrifugeren - 1000 - - - - 8 16
Afpompen - 0 - - - - 8 2
NL
67
Instellen van de temperatuur
DeTEMPERATUURTOETSindrukkentedraaienkuntudewastemperatuurinstellen(zie Programmatabel).
De temperatuur kan verlaagd worden tot aan koud wassen (
).
Demachinevoorkomtdatueentemperatuurinsteltdiehogerisdanhetmaximumvoorzienvoordatprogramma.
Instellen van de centrifuge
De CENTRIFUGETOETS indrukken te draaien stelt u de snelheid van de centrifuge van het gekozen programma in.
Demaximumsnelhedenvoorzienvoordeprogramma’szijn:
Programma’s Maximum snelheid
Katoen 1000 toeren per minuut
Synthetisch 800 toeren per minuut
Wol 600 toeren per minuut
Zijde alleen waterafvoer
U kunt de snelheid van de centrifuge verminderen, of uitsluiten met het symbool
.
Demachinevoorkomtautomatischdatereencentrifugewordtuitgevoerddiesnellerisdanhetmaximumvoorzienvoordat
programma.
Functies
De verschillende functies van de wasautomaat zorgen voor de door u gewenste schone en witte was.
Voor het activeren van de functies:
1. druk op de toets die bij de gewenste functie hoort;
2. het aangaan van het betreffende controlelampje geeft aan dat de functie actief is.
N.B.: Het snel knipperen van het lampje geeft aan dat de bijbehorende functie niet gekozen kan worden bij het ingestelde
programma.
Middelsoptie kan de was op basis van de daadwerkelijk in de machine geladen was zo efficiënt mogelijk uitgevoerd
worden, waardoor de wastijd en het water- en energieverbruik verminderd worden. Door op toets
te drukken kan
voorts het gewenste soort was worden geselecteerd:
Intensive: intensieve was voor zeer vuil wasgoed.
4 You: standaard was voor normaal vuil wasgoed.
Fast: snelwas voor weinig vuil wasgoed.
! Kan alleen ingesteld worden met programma’s 1, 2, 3, 4, 5 (alle drie de niveaus) en 6, 7, 8 (niveaus 4 You en Fast).
Extra Spoelen
Door deze functie te selecteren verhoogt u het spoelresultaat en zorgt u ervoor dat elk spoor van wasmiddel verdwijnt. Deze
optie is vooral nuttig bij personen met een gevoelige huid.
! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 8,
, .
Gemakkelijker strijken
Als u deze functie selecteert zullen het wassen en de centrifuge dusdanig worden aangepast dat er minder kreuken worden
gevormd. Aan het einde van de wascyclus zal de wasautomaat de trommel langzaam laten ronddraaien. De controlelampjes
vandeoptieGEMAKKELIJKERSTRIJKENendievanSTART/PAUSEgaanknipperen(deeersteblauw,detweedeoranje)en
het controlelampje “END”gaataan.OmdecyclustebeëindigendruktuopdeSTART/PAUSEtoetsofopdetoetsGEMAK-
KELIJKERSTRIJKEN.
Bij het cyclus 10 - 12 beëindigt de wasautomaat de cyclus door het wasgoed in de week te laten staan. Het controlelampjes
vandefunctieGEMAKKELIJKERSTRIJKENenSTART/PAUSEgaan(oranje)knipperenendefaseSPOELENzalvastaan
blijven staan. Om het water af te voeren en de was uit de automaat te halen moet u op de START/PAUSE toets drukken of
opdetoetsGEMAKKELIJKERSTRIJKEN.
! Kan niet ingesteld worden bij programma’s 8, 9, 13,
, .
Bleken
Bleekprogramma in staat de meest hardnekkige vlekken te verwijderen. Vergeet niet bleekwater in het hiervoor bestemde
bakje 4 te gieten (zie “Bleekcyclus”).
! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 1, 6, 8, 9, 10, 11, 12, 13, , .
Persoonlijke instellingen
68
NL
Wasmiddelen en wasgoed
Wasmiddelbakje
Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosis
wasmiddel: te veel wasmiddel maakt het wassen niet be-
ter. Het wasmiddel blijft aan de binnenzijde van de wasau-
tomaat zitten en zorgt voor het vervuilen van het milieu.
! Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien die
te veel schuim vormen.
Trek het laatje naar voren en
giet het wasmiddel of de wa-
sversterker er als volgt in:
bakje 1: Wasmiddel voor
voorwas (poeder)
Voordat u het wasmiddel erin
strooit moet u controleren of
het bakje 4 is verwijderd.
bakje 2: Wasmiddel voor hoofdwas
(poeder of vloeibaar)
Het vloeibare wasmiddel moet vlak voor de start in het
bakje worden gegoten.
bakje 3: Wasversterkers (wasverzachter, enz.)
De wasverzachter mag niet boven het roostertje uitkomen.
extra bakje 4: Bleekmiddel
Bleekcyclus
! Het traditionele bleekmiddel kan alleen voor stevig wit
wasgoed gebruikt worden, terwijl het delicate bleekmid-
del geschikt is voor gekleurde stoffen, synthetische stoffen
enwol.Plaatshetbijgeleverdeextrabakje4 in bakje 1.
Let er bij het gieten van het bleekwater op dat het niveau
“max”,aangegevenopdecentralepin,nietwordtoversch-
reden (zie afb.). Als u alleen wilt bleken giet u het bleekwa-
terinhetextrabakje4, stelt u het programma “Spoelen”
en activeert u de functie “Bleken” . Voor bleken tijdens
het wassen giet u het wasmiddel en de toevoegmiddelen
in de bakjes, stelt u het gewenste programma in en active-
ert u de functie “Bleken”
.
Gebruikvanhetextrabakje4 sluit het voorwassen uit.
Voorbereiden van het wasgoed
• Verdeelhetwasgoedvolgens:
- het soort stof / het symbool op het etiket.
- de kleuren: scheid de bonte was van de witte was.
• Leegdezakkenencontroleerdeknopen.
• Overschrijdhetaangegevengewicht,berekendvoor
droog wasgoed, nooit:
Kleurechtestoffen:max8kg
Synthetischestoffen:max3,5kg
Fijnestoffen:max2kg
Wol:max2kg
Zijde:max2kg
Hoeveel weegt wasgoed?
1 laken 400-500 g.
1 sloop 150-200 g.
1 tafelkleed 400-500 g.
1 badjas 900-1200 g.
1 handdoek 150-250 g.
Bijzondere kledingstukken
Jeans: draai de kledingstukken binnenstebuiten voor u
ze wast en gebruik een vloeibaar wasmiddel. Gebruik het
programma 6.
Overhemden/blouses:gebruik programma 7 om
overhemden/blouses van verschillende soorten stof en
kleurtewassen.Zobereiktueenmaximaleverzorgingen
een minimale kreukvorming.
Mix-Cool 30’:
is ontwikkeld om niet zo vuile was in
weinig tijd te wassen: het duurt slechts 30 minuten en
bespaartduselektriciteitentijd.Metprogramma 8 kunt
u verschillende soorten stoffen tesamen wassen (behal-
vezijdeenwol)meteenladingvanmax.3kg.
Wol: met het programma 9 is het mogelijk alle wollen
kledingstukken in de wasautomaat te wassen, ook die met
het etiket “alleen handwas”
. Voor de beste resultaten
dient u een specifiek wasmiddel te gebruiken en nooit de
2 kg wasgoed te overschrijden.
Zijde: gebruik het speciale programma 10 om alle zijden
kledingstukken te wassen. We raden u aan een speciaal
wasmiddel voor fijne was te gebruiken.
Gordijnen: vouw de gordijnen en doe ze in de bijgelever-
de zak. Gebruik het programma 10.
Dekbedden: voor het wassen van dekens of kledingstuk-
ken die met dons zijn gevuld zoals eenpersoons of tweeper-
soons dekbedden (niet meer dan 3 kg), kussens of ski-jacks
gebruikt u het speciale programma 11Dekbedden”. We
raden u aan het donzen wasgoed in de trommel te laden
met de randen naar binnen toe gevouwen (zie afbeeldingen)
en ervoor te zorgen de ¾ van het volume van de trommel
niet te overschrijden. Voor het beste resultaat raden wij aan
vloeibaar wasmiddel in het doseerbakje te gieten.
Outwear (programma 12) is ontwikkeld voor het was-
sen van waterafstotende materialen en regenjassen (bv.
goretex,polyesterennylon).Omoptimaleresultatente
bereiken gebruikt u hoeveelheid vloeibaar wasmiddel die
voldoet voor een halve lading. U dient manchetten, kragen
en vlekken voor te behandelen. Gebruik geen wasver-
zachter of wasmiddelen waar wasverzachter in zit. Met dit
programma kunt u geen donzen ski-jacks wassen.
Sport Shoes (programma 13) is ontwikkeld voor het
wassen van sportschoenen. Voor optimale resultaten dient
u nooit meer dan 2 paar tegelijk te wassen.
4
2
3
1
4
2
1
3
NL
69
Voorzorgsmaatregelen
en advies
! De wasmachine is ontworpen en geproduceerd volgens
de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn
voor uw eigen veiligheid geschreven en moeten aandachtig
worden doorgenomen.
Algemene veiligheid
• Ditapparaatisuitsluitendontworpenvoorhuishoudelijk
niet-professioneel gebruik.
• Hetapparaatmagnietwordengebruiktdoorperso-
nen (kinderen inbegrepen), met beperkte lichamelijke,
sensorische of mentale vermogens of met onvoldoende
ervaring en kennis, tenzij het gebruik plaatsvindt onder
het toezicht of volgens de instructies van een persoon
die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen
moeten in de gaten worden gehouden om te verzekeren
dat ze niet met het apparaat spelen.
• Dewasautomaatmagalleendoorvolwassenenworden
gebruikt en volgens de instructies in deze handleiding.
• Raakdemachinenietaanalsublootsvoetsbentofmet
natte of vochtige handen of voeten.
• Trekdestekkernooituithetstopcontactdooraanhet
snoer te trekken, maar altijd door de stekker zelf beet te
pakken.
• Openhetwasmiddelbakjenietterwijldemachinein
werking is.
• Raakhetafvoerwaternietaanaangezienhetzeerheet
kan zijn.
• Forceerdedeurnooit:hetveiligheidsmechanismedat
een ongewild openen van de deur voorkomt, kan be-
schadigd worden.
• Probeeringevalvanstoringennooitzelfdeinterneme-
chanismen van de wasautomaat te repareren.
• Zorgervoordatkleinekinderenniettedichtbijdemachi-
ne komen als deze in werking is.
• Dedeurkantijdenshetwassenzeerheetworden.
• Alsdemachineverplaatstmoetworden,doeditdanmet
twee of drie personen tegelijk en zeer voorzichtig. Doe dit
nooit alleen, want het apparaat is erg zwaar.
• Voordatuhetwasgoedindeautomaatlaadt,moetu
controleren of hij leeg is.
Balanceersysteem van de lading
Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat
de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige
manier. Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op
een snelheid die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na
herhaaldelijke pogingen de lading nog steeds niet goed is
gebalanceerd, zal de wasautomaat de centrifuge op een
lagere snelheid uitvoeren dan die voorzien was. Als de
lading zeer uit balans is zal de wasautomaat een verdeling
uitvoeren in plaats van een centrifuge. Teneinde een betere
distributie van de waslading en een juiste balancering te
bereiken raden wij u aan kleine en grote kledingstukken te
mengen
Handmatige opening van de deur
Mochterinhethuisgeenstroomaanwezigzijnenuwilt
het deurtje openen om de was op te hangen, dan dient u
het volgende te doen:
1. haal de stekker uit het
stopcontact.
2. controleer dat het waterniveau
in de automaat lager is dan het
deurtje; als dat niet het geval is
kunt het water weg laten lopen
door middel van de afvoerbuis
en dit opvangen in een emmer,
zoals aangegeven in de afbe-
elding.
3. verwijder het paneel aan de voorkant van de wasauto-
maat (zie volgende pagina).
4. trek het lipje dat wordt aangegeven in de afbeelding naar
voren totdat het plastic bandje loskomt; trek hem daarna
naar beneden en open tegelijkertijd de deur.
5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed beve-
stigd in de juiste openingen, voordat u het paneel tegen de
machine aandrukt.
Afvalverwijdering
• Hetwegdoenvanhetverpakkingsmateriaal:houdtuaan
de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt
kan worden.
• DeEuropeseRichtlijn2002/96/ECoverVernieti
ging van Electrische en Electronische Apparatuur, verei-
st dat oude huishoudelijke electrische appa
raten niet mogen vernietigd via de normale
ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten
moeten apart worden ingezameld om zo het
hergebruik van de gebruikte materialen te optima
liseren en de negatieve invloed op de gezondheid en
het milieu te reduceren. Het symbool op het
product van de “afvalcontainer met een kruis
erdoor” herinnert u aan uw verplichting, dat
wanneer u het apparaat vernietigt, het apparaat
apart moet worden ingezameld.
Consumenten moeten contact opnemen met de
locale autoriteiten voor informatie over de juiste
wijze van vernietiging van hun oude apparaat.
70
NL
Onderhoud en verzorging
Afsluiten van water en stroom
• Sluitnaiederewasbeurtdekraanaf.Hiermeebeperkt
u slijtage van de waterinstallatie van de wasmachine en
voorkomt u lekkage.
• Sluitaltijdeerstdestroomafvoordatudewasautoma-
at gaat schoonmaken en gedurende onderhoudswer-
kzaamheden.
Reinigen van de wasautomaat
De buitenkant en de rubberen onderdelen kunnen met
een spons en een lauw sopje worden schoongemaakt.
Gebruik nooit schuurmiddelen of oplosmiddelen.
Reinigen van het wasmiddelbakje
Verwijder het laadje door op
het hendeltje (1) te drukken
en het naar voren te trekken
(2) (zie afbeelding).
Was het onder stromend
water. Dit moet u regelmatig
doen.
Reinigen van de pomp
De wasautomaat is voorzien van een zelfreinigende
pomp en hoeft dus niet te worden onderhouden. Het
kan echter gebeuren dat kleine voorwerpen (muntjes,
knopen) in het voorvakje dat de pomp beschermt en zich
aan de onderkant ervan bevindt, terechtkomen.
! Verzeker u ervan dat de wascyclus klaar is en haal de
stekker uit het stopcontact.
Toegang tot het voorvakje:
1. verwijder het afdekpa-
neel aan de voorzijde van
de wasautomaat door er
op het midden op te dru-
kken. Duw beide zijkan-
ten naar beneden toe en
verwijder het paneel (zie
afbeeldingen).
2. draai het deksel eraf,
tegen de klok in
(zie afbeelding): het is
normaal dat er een beetje
water uit komt;
3. maak de binnenkant goed schoon;
4. schroef het deksel er weer op;
5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed beve-
stigd in de juiste openingen, voordat u het paneel tegen de
machine aandrukt.
Controleren van de buis van de water-
toevoer
Controleer minstens eenmaal per jaar de slang van de
watertoevoer. Als er barstjes of scheuren in zitten moet hij
vervangen worden: gedurende het wassen kan de hoge
waterdruk onverwachts breuken veroorzaken.
! Gebruik nooit tweedehands buizen.
2
1
1
2
3
NL
71
Storingen en oplossingen
Het kan gebeuren dat de wasautomaat niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst (zie “Service”)moet u con-
troleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgende lijst.
Storingen:
De wasautomaat gaat niet aan.
De wascyclus start niet.
De wasautomaat heeft geen water-
toevoer (het controlelampje van de
eerste wasfase knippert snel).
De wasautomaat blijft water aan-
en afvoeren.
De wasautomaat voert het water
niet af of centrifugeert niet.
De machine trilt erg tijdens het
centrifugeren.
De wasautomaat lekt.
De controlelampjes van de “Fun-
cties” en het controlelampje
“START/PAUSE” gaan knipperen,
en een van de controlelampjes van
de “lopende fase” en van “deur ge-
blokkeerd” blijven vast aanstaan.
Er ontstaat teveel schuim.
Mogelijke oorzaken / Oplossing:
• Destekkerzitnietinhetstopcontactofnietvergenoegomcontacttemaken.
• Hethelehuiszitzonderstroom.
• Dedeurzitnietgoeddicht.
• DeON/OFFtoetsisnietingedrukt.
• DeSTART/PAUSEtoetsisnietingedrukt.
• Dewaterkraanisnietopen.
• Deuitgesteldestartisingesteld(zie “Persoonlijke Instellingen”).
• Dewatertoevoerbuisisnietaangeslotenopdekraan.
• Debuisisgebogen.
• Dewaterkraanisnietopen.
• Hethelehuiszitzonderwater.
• Erisonvoldoendedruk.
• DeSTART/PAUSEtoetsisnietingedrukt.
• Deafvoerbuisisnietop65tot100cmafstandvandegrondafgeïnstalleerd
(zie “Installatie”).
• Hetuiteindevandeafvoerbuisligtonderwater(zie “Installatie”).
• Deafvoerindemuurheeftgeenontluchting.
Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de waterkraan
dichtdraaien, de wasautomaat uitzetten en de Servicedienst inschakelen. Als u
op een van de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een
hevelingsprobleem voordoen, waarbij de wasautomaat voortdurend water aan-
en afvoert. Om deze storing te verhelpen zijn er in de handel speciale beluchters
te koop.
• Hetprogrammavoorzietgeenafvoer:bijenkeleprogramma’smoetditmetde
hand worden gestart (zie “Starten en Programma’s”).
• DeoptieGEMAKKELIJKERSTRIJKENisactief:voorhetbeëindigenvanhet
programma drukt u op de START/PAUZE toets (“Programma’s en opties).
• Deafvoerbuisisgebogen(zie “Installatie”).
• Deafvoerleidingisverstopt.
• Detrommelisbijhetinstallerennietopdejuistewijzegedeblokkeerd(zie “In-
stallatie”).
• Dewasautomaatstaatnietgoedrecht(zie “Installatie”).
• Dewasautomaatstaattekraptussenmeubelsenmuur(zie “Installatie”).
• Debuisvandewatertoevoerisnietgoedaangeschroefd(zie “Installatie”).
• Hetwasmiddelbakjeisverstopt(voorreinigingzie “Onderhoud en verzorging”).
• Deafvoerbuisisnietgoedaangesloten(zie “Installatie”).
• Doedewasautomaatuitenhaaldestekkeruithetstopcontact.Wachtcirca1
minuut en doe hem daarna weer aan.
Als de storing voortzet, dient u de Servicedienst in te schakelen.
• Hetwasmiddelisnietbedoeldvoorwasautomaten(ermoet“voorwasauto-
maat”, “handwas en machinewas”, of dergelijke op staan).
• Uheeftteveelwasmiddelgebruikt.
72
NL
Service
Voordat u de Servicedienst inschakelt:
•Controleereerstofuhetprobleemzelfkuntoplossen (zie “Storingen en oplossingen”).
• Starthetprogrammaopnieuwomtecontrolerenofdestoringisverholpen;
• AlsditniethetgevalismoetucontactopnemenmetdeerkendeTechnischeServicedienstviahettelefoonnummerdat
op het garantiebewijs staat.
! Wendt u nooit tot een niet erkende installateur.
Vermeld:
• hettypestoring;
• hetmodelvandemachine(Mod.);
• hetserienummer(S/N);
Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasautomaat en aan de voorzijde als u het deurtje
opendoet.
/