Ignis ARF 247/A+ Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
Gebruiksaanwijzing
36
Diepvrieskast NL
Wij danken u voor het vertrouwen dat u in ons gesteld hebt door de aankoop van ons apparaat. Wij wensen u
veel genoegen bij het gebruik ervan.
De diepvrieskast dient voor huishoudelijk gebruik voor het
invriezen van verse levensmiddelen en gedurende langere tijd
bewaren van bevroren levensmiddelen (tot één jaar, afhankelijk
van de levensmiddelensoort, dient).
Voor de ingebruikname................................................ 36
Onze zorg voor het milieu
Energiesparen
Belangrijke wenken ...................................................... 37
Afvoer van de oude koelkast
Opstellen........................................................................ 37
De keuze van de ruimte
Aansluiten
Beschrijving van het apparaat .................................... 38
Bediening....................................................................... 38
Werking
Temperatuurkeuze
Het rode lampje
Gebruik ..........................................................................39
Het invriezen van levensmiddelen
Het bewaren van bevroren levensmiddelen
Het ontdooien van diepvriesprodukten
Onderhoud en reiniging................................................40
Het ontdooien van de diepvriezer
De reiniging van het apparaat
Het buiten werking stellen van het apparaat
Storingen en hoe ze verholpen kunnen
worden............................................................................41
Voor de ingebruikname
Laat het apparaat ongeveer 2 uur stilstaan, alvorens het op
het electriciteitsnet aan te sluiten. Hierdoor is de
mogelijkheid van storingen door de invloed van het transport
op het koelsysteem kleiner.
Reinig het apparaat grondig, vooral de binnenkant (zie het
hoofdstuk "Reiniging".
Gebruiksaanwijzing
De gebruiksaanwijzing is voor de gebruiker bestemd en geeft
een beschrijving van het juiste en veilige gebruik van de
koelkast.
De gebruiksaanwijzing is aan de verschillende apparatentypes
aangepast en beschrijft misschien ook functies en delen, die
uw koelkast niet heeft.
Aanwijzingen voor de inbouw
Voor geintegreerde apparaten zijn de aanwijzingen voor de
inbouw bijgesloten. Ze zijn bestemd voor de vakman, die het
apparaat in een kast moet plaatsen.
Onze zorg voor het milieu
Vor de verpakking van de producten gebruiken wij
milieuvriendelijke materialen die zonder risico voor het milieu
hergebruikt (gerecycled), gestort of verbrand kunnen
worden. Daartoe zijn de verpakkingsmaterialen
dienovereenkomstig gemerkt.
Ook onze gebruiksaanwijzing is op gerecycled papier of op
zonder chloor gebleekt papier gedrukt.
Als u de koelkast in de toekomst niet meer zult gebruiken en
hij u in de weg staat, zorg er dan voor dat hij het milieu niet
belast. Lever de koelkast in bij een erkend inzamelingsbedrijf
voor gebruikte apparatuur (zie het onderdeel over de afvoer
van de oude koelkast).
Energiesparen
Open de deur van de koelkast niet vaker dan nodig is. Dat
geldt in het bijzonder bij warm en vochtig weer. Zorg er ook
voor dat de koelkast (vooral het vriesgedeelte) maar zo kort
mogelijk open is.
Controleer af en toe of het apparaat voldoende koelt (vrije
circulatie van de lucht achter het apparaat).
Draai de thermostaatknop van een hogere op een lagere
stand wanneer het gebruik van het apparaat en de
omstandigheden dit toelaten.
Gebruik het ononderbroken functioneren van het apparaat
niet, wanneer dit niet dringend nodig is en schakel over op
automatisch functioneren zodra dit mogelijk is.
Alvorens levensmiddelen in de koelkast te leggen, moetan
deze tot kamertemperatuur worden afgekoeld (behalve
soep).
Rijp of ijslagen doen het stroomgebruik toenemen, verwijder
deze daarom regelmatig zodra ze 3-5 mm dik zijn.
Een verkaard of niet afdichtend deurrubber kan het
stroomverbruik verhogen, daarom moet het tijdig en
vakkundig worden vervangen.
De condensor aan de achterkant van de kast moet altijd
schoon en vrij van stof of keukenwazemafzettingen worden
gehouden.
Eike instructie uit de hoofdstukken installatie en
energiebesparing die niet wordt nageleefd, kan leiden tot
een hoger stroomverbruik.
Gebruiksaanwijzing
37
Belangrijke wenken
Wanneer u thuis een oude, niet meer gebruikte
koelkast/diepvriezer met een slot of grendel, die van binnen
uit niet geopend kunnen worden, vervangt, maak deze dan
onbruikbaar. Zo kunt u kinderen voor eventuele verstikking
behoeden.
Sluit het apparaat op de juiste wijze op het electriciteitsnet
aan (zie het hoofdstuk "Aansluiten").
Raak wanneer het apparaat in werking is de koelplaten niet
aan, vooral niet met vochtige of natte handen omdat dan de
huid er aan kan blijven plakken.
Bevries geen dranken in flessen, vooral geen
koolzuurhoudende dranken zoals spawater, champagne,
bier, cola enz.. Vloeistoffen zetten uit bij bevriezing en het
glas kan barsten.
Eet geen bevroren levensmiddelen (brood, fruit, groente).
Door de kou kunnen brandwonden onstaan.
Wanneer de geur of kleur van een levensmiddel verdacht is, gooi
het dan weg omdat het waarschijnlijk niet meer eetbaar is.
Trek de stekker uit de wandcontactdoos bij reparaties (laat
de koelkast altijd door een vakman repareren!) en reiniging.
Ontdool de koelkast in geen geval met elektrische
apparatuur (zoals bijv. een föhn) en gebruik geen scherpe
voorwerpen voor het verwijderen van de rijp - resp. de
ijslaag. Gebruik uitsluitend de bijverpakte resp. door de
fabrikant toegestane hulpmiddelen.
Denk aan het milieu en zorg ervoor dat de achterwand van
de kast (condensor of pijpleiding bij het transport van de
uitgediende koelkast) resp. het koelsysteem binnen in de
kast niet worden beschadigd. Daarom ook dient u bij het
ontdoolen van de koelkast geen scherpe voorwerpen te
gebruiken, maar uitsluitend de bijverpakte resp. door de
fabrikant toegestane hulpmiddelen.
In de rand van het huis van de diepvriezer is een
verwarmingselement ingebouwd, dat tegeljik met de
compressor functioneert en voorkomt, dat de dichtingen van
de deur aan het huis van de diepvriezer vastvriezen.
Bij het inschakelen van de functie super kan het rode lampje
gaan branden. Dit is normal en geld als waarschschuwing.
Wanneer de aansluitkabel beschadigd is, moet deze door de
fabricant of zijn erkende vakman worden vernieuwd, om
ongelukken te voorkomen.
Het typeplaatje bevindt zich in de koelkast of aan de
achterkant.
Het symbool op het product of op de verpakking
wijst erop dat dit product niet als huishoudafval
mag worden behandeld. Het moet echter naar een
plaats worden gebracht waar elektrische en
elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor
zorgt dat dit product op de correcte manier wordt
verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu
negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in
geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details
in verband met het recyclen van dit product, neemt u het
best contact op met de gemeentelijke instanties, het
bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het product hebt
gekocht.
De houdbaarheid van diepgevroren levensmiddelen bij
stroomuitval
Open de diepvriezer niet bij stroomstoringen of stroomuitval.
Bij een stroomuitval die langer dan 16 uur duurt, de
diepgevroren levensmiddelen consumeren of ze in een
vervangend apparaat leggen.
Afvoer van de oude koelkast
De uitgediende koelkast dient onmiddellijk buiten gebruik te
worden gesteld. Maak een eventueel deurslot of een sluiting
onbruikbaar om kinderen te beschermen tegen mogelijk
verstikkingsgevaar.
Alle koel- en vrieskasten bevatten ook koelmiddelen en
andere isolatiematerialen die een speciale verwerking
vereisen. Daarom dient u bij de afvoer van de oude kast
altijd contact op te nemen met een bevoegd en
gekwalificeerd gemsantalijk bedrijf of dienaangaande bij de
gemeente of bij de winkelier informatie in te winnen. Let er
vanwege een mogelijk risico voor vervuiling van het milieu
op om de leiding aan de achterkant van de kast niet te
beschadigen.
Opstellen
De keuze van de ruimte
Plaats het apparaat in een droge en regelmatig geventileerde
ruimte. De toegestane temperatuur van de omgeving voor de
juiste werking van het apparaat is afhankelijk van de uitvoering
(klasse) van het apparaat, die op het typeplaatje van het
apparaat vermeld is.
Plaats het apparaat niet in de buurt van warmtebronnen,
bijvoorbeeld een gasfornuis, verwarming, boiler enz. en stel het
niet bloot aan directe zonnestraling.
De koelkast moet tenminste 3 cm van het elektrisch of
gasfonuls respectievelijk 30 cm van de ollekachel of
kolenkachel worden geinstalleerd. Bij kleinere afstanden moet
er een isolatieplaat worden gebruikt.
De afstand tot de muur respectievelijk de vrije ruimte achter de
kast dient ongeveer 200 cm² te bedragen. Een keukenkastje
boven de koelkast moet een ruimte van tenminste 5 cm laten.
Daardoor wordt een voldoende koeling van de condensor
gewaarborgd.
Klasse Raumtemperatur
SN (subnormaal) van + 10°C tot + 32°C
N (normaal) van + 16°C tot + 32°C
ST (subtropisch) van + 16°C tot + 38°C
T (tropisch) van + 16°C tot + 43°C
Aansluiten
Sluit het apparaat met de aansluitkabel op het electriciteitsnet
aan. De wandcontactdoos moet geaard zijn (veiligheids-
stopcontact). De voorgeschreven netspanning en frequentie
zijn op het typeplaatje van de koelkast vermeld.
De aansluiting op het electriciteitsnet en de aarding van het
apparaat moeten volgens de geldige standaarden en
voorschriften uitgevoerd zijn.
Het apparaat laat een kortdurende spanningsafwijking toe,
echter hoogstens van -6 tot +6%.
Gebruiksaanwijzing
38
Beschrijving van het apparaat
Het vriesvak (1)
Dient voor het invriezen van verse levensmiddelen.
Het bewaarmandje (2)
Dient voor het bewaren van bevroren levensmiddelen.
Het schakelpaneel (3)
(zie het hoofdstuk "Bediening")
Verstelbare wijzers (4)
(slechts bij enkele modellen aanweizig)
Aan de voorkant van de mandjes en aan de deurtjes van het
vriesvak zijn verstelbare wijzers bevestigt, die u een overzicht
geven over de bewaarde levensmiddelen.
Gebruik twee wijzers van dezelfde kleur - met de ene merkt u
het soort levensmiddel en met de andere de maand waarin het
bewaard wordt.
Gleuf voor de afvoer van het dooiwater (5)
(zie het hoofdstuk "Reiniging en onderhoud")
Plaat voor het bewaren van levensmiddelen (6)
hierop kunt u diepgevroren levensmiddelen bewaren
OPERKING:
De binnenkant van de koelkast kan afhankelijk van het
model veranderd worden.
Bediening
U bedient de diepvriezer met de thermostaatknop.
1. Het rode lampje
2. Het gele lampje
3. De thermostaatknop
Werking
Ononderbroken werking - het gele lampje brandt.
Het koelsysteem werkt ononderbroken (de thermostaatknop
staat op de stand voor ononderbroken werking).
Deze wijze kiest u bij het invriezen van grotere hoeveelheden
verse levensmiddelen en wanneer u reeds bevroren
levensmiddelen heel diep wilt laten bevriezen.
Automatische werking - het gele lampje brandt niet.
De temperatuur in het apparaat wordt geregeld door de
thermostaat, die de werking van het koelsysteem in- en
uitschakelt.
De frequentie van het in- en uitschakelen is afhankelijk van:
de stand van de thermostaatknop (de instelling van de
thermostaat)
hoe vaak de deur wordt geopend
de temperatuur van de omgeving
Gebruiksaanwijzing
39
Temperatuurkeuze
De temperatuur in het apparaat wordt tijdens het automatisch
functioneren geregeld door de thermostaat.
Aanbevolen wordt, de thermostaatknop midden tussen max en
min te draaien.
U draait hem alleen dichter bij max wanneer u intensieve
koeling voor het invriezen van kleine hoeveelheden verse
levensmiddelen wenst of wanneer u de werking van het
apparaat aan de temperatuur van de omgeving wenst aan te
passen.
De stand in de richting van min is geschikt wanneer u stroom
wilt sparen. De voorwaarde is echter, dat de diepvriezer slechts
een geringe hoeveelheid levensmiddelen bevat.
Temperatuurverandering van de omgeving beinvloedt de
temperatuur in het apparaat. Pas de stand van de
thermostaatknop hierbij aan.
Het rode lampje
Het rode lampje brandt wanneer de temperatuur in de
diepvriezer niet juist is (zie hoofdstuk "Storingen en hoe ze
verholpen kunnen worden").
Gebruik
Het aanzetten van de lege diepvrieskist
Zet de diepvrieskist aan en draai de thermostaatknop in de
stand voor ononderbroken werking. Het rode en het gele
lampje branden. Plaats de verse levensmiddelen enkele uren
nadat het rode lampje uit is gegaan in de diepvrieskist.
Het invriezen van levensmiddelen
Het juiste gebruik van de vriezer en ook een goede verpakking
van de levensmiddelen, handhaving van de juiste temperatuur
en het in acht nemen van de hygienische voorschriften voor de
levensmiddelen zijn van doorslaggevende invloed op de
kwaliteit van het invriezen van levensmiddelen resp. het
langdurige bewaren ervan.
Kies voor het invriezen levensmiddelen die hiervoor geschikt
zijn en lage temperaturen goed verdragen. De
levensmiddelen moeten vers en van goede kwaliteit zijn.
Gebuik het juiste verpakkingsmateriaal voor de
levensmiddelen en verpak ze goed.
De verpakking mag geen lucht en vocht doorlaten. Dit zou
uitdroging van de levensmiddelen en vitamineverlies tot
gevolg hebben.
De verpakkingsfolie en de zakjes moeten zacht en soepel
zijn, zodat ze zich volledig aan de inhoud aanpassen.
Schrijf de inhoud, het gewicht de datum op de verpakte
levensmiddelen.
Het is vooral belangrijk, dat de levensmiddelen binnen de
kortstmogelijke tijd bevriezen. Maak daarom de pakjes niet
te groot en laat de levensmiddelen goed afkoelen voor ze in
de diepvriezer te leggen.
De hoeveelheid verse levensmiddellen, die in één keer in 24
uur in de diepvriezer gelegd mag worden is op het
typeplaatje vermeld (de invrieskapaciteit). Bij grotere
hoeveelheden is de kwaliteit van het invriezen minder en
gaat ook de kwaliteit van de reeds diepgevroren producten in
de diepvriezer achteruit.
De invriesprocedure
De levensmiddelen in het invriesgedeelte invriezen (zie
hoofdstuk Beschrijving van het apparaat).
Draai 24 uur voor het invriezen de thermostaatknop op de
stand ononderbroken werking (het gele lampje brandt). Leg
daarna de verse levensmiddelen in het invriesgedeelte.
Na 24 uur kunt u de levensmiddelen in de mandjes leggen
en eventueel de invriesprocedure herhalen. De verse
levensmiddelen mogen niet met de bevroren pakjes in
aanraking komen.
Draai ongeveer 24 uur nadat u voor het laatst verse
levensmiddelen in de diepvriezer heeft gelegd, de
thermostaatknop op de gewenste stand van de
automatische werking (het gele lampje brandt niet).
Voor het invriezen van kleine hoeveelheden verse
levensmiddelen (1-2 kg) is het niet nodig om de wijze van
werking te veranderen.
Het bewaren van bevroren levensmiddelen
De bevroren levensmiddelen bewaart u in de mandjes. Als u
wilt kunt u de mandjes verwijderen en de levensmiddelen op de
koelroosters leggen.
Industriële diepvriesprodukten
Op de verpakking van industriële diepvriesprodukten zijn de
houdbaarheidsduur en bewaartemperatuur vermeld. Houdt u
bij het bewaren en gebruik aan de aanwijzingen van de
producent.
Kies in de winkel alleen goed verpakte levensmiddelen, waarop
de volledige gegevens vermeld zijn en die in diepvrieskisten
met een temperatuur van minstens -18°C bewaard worden.
Koop geen levensmiddelen met rijp, deze zijn al meerdere
malen ontdooid geweest.
Bescherm de levensmiddelen tegen ontdooien. een hogere
temperatuur verkort de houdbaarheidsduur van de diepvries-
produkten en vermindert de kwaliteit.
Gebruiksaanwijzing
40
Approximatieve houdbaarheid van bevroren levensmiddelen
Levensmiddelen Houdbaarheid (in maanden)
123456789101112
Groente +++
Fruit +++
Brood, gebak +
Melk +
Klaargemaakte gerechten +
Vlees: rundvlees +++
kalfsvlees +++
varkensvlees + + +
kip +++
wild + + +
gehakt +
Rookworst +
Vis: niet vet +
vet +
Pens +
Het ontdooien van diepvriesprodukten
Gebruik ontdooide levensmiddelen zo snel mogelijk. Koude
conserveert het levensmiddel namelijk wel, maar vernietigt de
micro-organismen niet, die na het ontdooien versneld actief zijn
en het produkt snel bederven.
Gedeeltelijk ontdooien vermindert de voedingswaarde van het
produkt, vooral van fruit en groenten en van klaargemaakte
gerechten.
Onderhoud en reiniging
Het ontdooien van de diepvriezer
Aan de binnenkant van de diepvriezer onstaat rijp of ijs, dat u
bij een dikte van 3-5 mm moet ontdooien.
Draai 24 uur voor het ontdooien de thermostaatknop in de
stand voor ononderbroken werking (het gele lampje brandt),
zodat de levensmiddelen heel diep bevriezen. Neem daarna
de bevroren levensmiddelen uit de diepvriezer en houd ze zo
koel mogelijk, zodat ze niet beginnen te ontdooien.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Plaats het buisje in het gleufje in de bodem van het apparaat
en zet er een bakje waarin het dooiwater kan lopen onder.
Het ontdooien gaat sneller, wanneer u de deur van het
apparaat open laat staan.
Gebruik bij het ontdoolen a.u.b. geen ontdooisprays omdat
deze kunststofoplossende resp. voor de gezondheid
schadelijke middelen kunnen bevatten.
De reiniging van het apparaat
Verwijder alvorens het apparaat te reinigen de stekker uit
het stopcontact! Gebruik geen scherpe en schurende
schoonmaak- middelen.
Reinig de buitenkant van het apparaat met water en een
vloeibaar reinigingsmiddel.
Reinig de gelakte oppervlakten met een zachte doek en een
reinigingsmiddel op basis van alcohol (bijv. een glasreiniger).
U kunt ook alcohol (ethanol of isopropylalcohol) gebruiken.
Voor plastic en gelakte delen mag u geen schurende of
speciale bijtende reinigingsmiddelen zoals
reinigingsmiddelen voor roestvrij staal e.d. gebruiken.
Neem de binnenkant van het lege apparaat as met
lauwwarm water, waaraan u een scheutje azijn heeft
toegevoegd.
Verwijder het stof van de condensator aan de achterkant
van het apparaat met een zachte, niet metalen borstel of
met de stofzuiger.
Sluit het apparaat na het schoonmaken weer aan op het
electriciteitsnet, schakel het in en vul het met de
levensmiddelen.
Het buiten werking stellen van het apparaat
Wanneer u het apparaat langere tijd niet gebruikt, verwijder de
stekker uit het stopcontact, maak de koelkast leeg, ontdooi en
maak hem schoon. Laat de deur op een kier staan.
Gebruiksaanwijzing
41
Storingen en hoe ze verholpen kunnen worden
Tijdens het gebruik van het apparaat kunnen storingen
optreden. Hieronder vermelden we enkele storingen, die
meestal het gevolg zijn van onjuist gebruik en die u zelf
verhelpen kunt.
Het apparaat functioneert niet na aansluiting op het
electriciteitsnet
Controleer of er spanning op het stopcontact staat en of het
apparaat aan staat.
Het rode lampje brandt
De deur wordt te vaak geopend of blijft te lang open staan.
De deur is niet goed gesloten (misschien zit er iets tussen
de deur, hangt de deur of is de rubber band beschadigd,..).
Stroomuitval gedurende langere tijd.
Er is een te grote hoeveelheid verse levensmiddelen in de
diepvriezer geplaatst.
Het koelsysteem werkt al langere tijd ononderbroken
Zet de schakelaar voor de wijze van functioneren van
ononderbroken op automatisch.
De compressor en de condensator koelen niet voldoende.
Controleer of de lucht ongestoord circuleert. Reinig de
condensator.
Moeilijkheden bij het openen van de deur
Wanneer u de deur van de diepvrieskast wilt openen als deze
juist of nier lang geleden geopend was, kan het gebeuren dat
dit moeilijk gaat. Tijdens het openen van de deur ontsnapt er
namelijk wat koude lucht uit het apparaat en hiervoor in de
plaats komt warme lucht uit de omgeving. Bij het koelen van
deze lucht onstaat een onderdruk, waardoor de deur moeilijk
geopend kan worden. Na enkele minuten (5-10) is de toestand
weer normaal en kunt u de deur zonder moeilijkheden openen.
Geluid
Voor het koelen in de koel- en diepvriesapparaten zorgt een
koelsysteem met compressor, dit veroorzaakt echter ook een
zeker geluid. De geluidssterkte is afhankelijk van de opstelling,
het juiste gebruik en hoe oud het apparaat is.
Wanneer de compressor in werking is, horen we het geluid
van het stromen van de vloeistof, wanneer hij niet in werking
is, horen we het overgieten van de koelvloeistof. Dat is
normaal en heeft geen invloed op de levensduur van het
apparaat.
Na de ingebruikname van het apparaat kunnen de werking
van de compressor en het overgieten van de koelvloeistof
luider zijn. Dit duidt niet op een storing en heeft geen invloed
op de levensduur van het apparaat. Na verloop van tijd
nemen deze geluiden af.
Soms treden tijdens de werking van het apparaat ook
ongewone of sterkere geluiden op, die niet gebruikelijk en
meestal het gevolg zijn van onjuist opstellen. (Het apparaat
moet recht en stabiel op een stevige ondergrond staan. Het
mag geen wanden of andere elementen raken.)
WIJ BEHOUDEN HET RECHT VOOR OP VERANDERINGEN DIE DE FUNCTIE VAN HET APPARAAT
NIET BEINVLOEDEN.

Documenttranscriptie

Diepvrieskast NL Wij danken u voor het vertrouwen dat u in ons gesteld hebt door de aankoop van ons apparaat. Wij wensen u veel genoegen bij het gebruik ervan. De diepvrieskast dient voor huishoudelijk gebruik voor het invriezen van verse levensmiddelen en gedurende langere tijd bewaren van bevroren levensmiddelen (tot één jaar, afhankelijk van de levensmiddelensoort, dient). Voor de ingebruikname................................................ 36 Het rode lampje Gebruik ..........................................................................39 Onze zorg voor het milieu Energiesparen Belangrijke wenken ...................................................... 37 Afvoer van de oude koelkast Opstellen........................................................................ 37 De keuze van de ruimte Aansluiten Beschrijving van het apparaat .................................... 38 Bediening....................................................................... 38 Werking Temperatuurkeuze Het invriezen van levensmiddelen Het bewaren van bevroren levensmiddelen Het ontdooien van diepvriesprodukten Onderhoud en reiniging................................................40 Het ontdooien van de diepvriezer De reiniging van het apparaat Het buiten werking stellen van het apparaat Storingen en hoe ze verholpen kunnen worden............................................................................41 Voor de ingebruikname • Laat het apparaat ongeveer 2 uur stilstaan, alvorens het op het electriciteitsnet aan te sluiten. Hierdoor is de mogelijkheid van storingen door de invloed van het transport op het koelsysteem kleiner. • Reinig het apparaat grondig, vooral de binnenkant (zie het hoofdstuk "Reiniging". Gebruiksaanwijzing De gebruiksaanwijzing is voor de gebruiker bestemd en geeft een beschrijving van het juiste en veilige gebruik van de koelkast. De gebruiksaanwijzing is aan de verschillende apparatentypes aangepast en beschrijft misschien ook functies en delen, die uw koelkast niet heeft. Aanwijzingen voor de inbouw Voor geintegreerde apparaten zijn de aanwijzingen voor de inbouw bijgesloten. Ze zijn bestemd voor de vakman, die het apparaat in een kast moet plaatsen. Onze zorg voor het milieu • Draai de thermostaatknop van een hogere op een lagere stand wanneer het gebruik van het apparaat en de omstandigheden dit toelaten. • Gebruik het ononderbroken functioneren van het apparaat niet, wanneer dit niet dringend nodig is en schakel over op automatisch functioneren zodra dit mogelijk is. • Alvorens levensmiddelen in de koelkast te leggen, moetan deze tot kamertemperatuur worden afgekoeld (behalve soep). • Rijp of ijslagen doen het stroomgebruik toenemen, verwijder deze daarom regelmatig zodra ze 3-5 mm dik zijn. • Een verkaard of niet afdichtend deurrubber kan het stroomverbruik verhogen, daarom moet het tijdig en vakkundig worden vervangen. • De condensor aan de achterkant van de kast moet altijd schoon en vrij van stof of keukenwazemafzettingen worden gehouden. • Eike instructie uit de hoofdstukken installatie en energiebesparing die niet wordt nageleefd, kan leiden tot een hoger stroomverbruik. • Vor de verpakking van de producten gebruiken wij milieuvriendelijke materialen die zonder risico voor het milieu hergebruikt (gerecycled), gestort of verbrand kunnen worden. Daartoe zijn de verpakkingsmaterialen dienovereenkomstig gemerkt. • Ook onze gebruiksaanwijzing is op gerecycled papier of op zonder chloor gebleekt papier gedrukt. • Als u de koelkast in de toekomst niet meer zult gebruiken en hij u in de weg staat, zorg er dan voor dat hij het milieu niet belast. Lever de koelkast in bij een erkend inzamelingsbedrijf voor gebruikte apparatuur (zie het onderdeel over de afvoer van de oude koelkast). Energiesparen • Open de deur van de koelkast niet vaker dan nodig is. Dat geldt in het bijzonder bij warm en vochtig weer. Zorg er ook voor dat de koelkast (vooral het vriesgedeelte) maar zo kort mogelijk open is. • Controleer af en toe of het apparaat voldoende koelt (vrije circulatie van de lucht achter het apparaat). 36 Gebruiksaanwijzing Belangrijke wenken • Wanneer u thuis een oude, niet meer gebruikte koelkast/diepvriezer met een slot of grendel, die van binnen uit niet geopend kunnen worden, vervangt, maak deze dan onbruikbaar. Zo kunt u kinderen voor eventuele verstikking behoeden. • Sluit het apparaat op de juiste wijze op het electriciteitsnet aan (zie het hoofdstuk "Aansluiten"). • Raak wanneer het apparaat in werking is de koelplaten niet aan, vooral niet met vochtige of natte handen omdat dan de huid er aan kan blijven plakken. • Bevries geen dranken in flessen, vooral geen koolzuurhoudende dranken zoals spawater, champagne, bier, cola enz.. Vloeistoffen zetten uit bij bevriezing en het glas kan barsten. • Eet geen bevroren levensmiddelen (brood, fruit, groente). Door de kou kunnen brandwonden onstaan. • Wanneer de geur of kleur van een levensmiddel verdacht is, gooi het dan weg omdat het waarschijnlijk niet meer eetbaar is. • Trek de stekker uit de wandcontactdoos bij reparaties (laat de koelkast altijd door een vakman repareren!) en reiniging. • Ontdool de koelkast in geen geval met elektrische apparatuur (zoals bijv. een föhn) en gebruik geen scherpe voorwerpen voor het verwijderen van de rijp - resp. de ijslaag. Gebruik uitsluitend de bijverpakte resp. door de fabrikant toegestane hulpmiddelen. • Denk aan het milieu en zorg ervoor dat de achterwand van de kast (condensor of pijpleiding bij het transport van de uitgediende koelkast) resp. het koelsysteem binnen in de kast niet worden beschadigd. Daarom ook dient u bij het ontdoolen van de koelkast geen scherpe voorwerpen te gebruiken, maar uitsluitend de bijverpakte resp. door de fabrikant toegestane hulpmiddelen. • In de rand van het huis van de diepvriezer is een verwarmingselement ingebouwd, dat tegeljik met de compressor functioneert en voorkomt, dat de dichtingen van de deur aan het huis van de diepvriezer vastvriezen. • Bij het inschakelen van de functie super kan het rode lampje gaan branden. Dit is normal en geld als waarschschuwing. • Wanneer de aansluitkabel beschadigd is, moet deze door de fabricant of zijn erkende vakman worden vernieuwd, om ongelukken te voorkomen. • Het typeplaatje bevindt zich in de koelkast of aan de achterkant. Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht. De houdbaarheid van diepgevroren levensmiddelen bij stroomuitval Open de diepvriezer niet bij stroomstoringen of stroomuitval. Bij een stroomuitval die langer dan 16 uur duurt, de diepgevroren levensmiddelen consumeren of ze in een vervangend apparaat leggen. Afvoer van de oude koelkast • De uitgediende koelkast dient onmiddellijk buiten gebruik te worden gesteld. Maak een eventueel deurslot of een sluiting onbruikbaar om kinderen te beschermen tegen mogelijk verstikkingsgevaar. • Alle koel- en vrieskasten bevatten ook koelmiddelen en andere isolatiematerialen die een speciale verwerking vereisen. Daarom dient u bij de afvoer van de oude kast altijd contact op te nemen met een bevoegd en gekwalificeerd gemsantalijk bedrijf of dienaangaande bij de gemeente of bij de winkelier informatie in te winnen. Let er vanwege een mogelijk risico voor vervuiling van het milieu op om de leiding aan de achterkant van de kast niet te beschadigen. Opstellen De keuze van de ruimte Plaats het apparaat in een droge en regelmatig geventileerde ruimte. De toegestane temperatuur van de omgeving voor de juiste werking van het apparaat is afhankelijk van de uitvoering (klasse) van het apparaat, die op het typeplaatje van het apparaat vermeld is. Plaats het apparaat niet in de buurt van warmtebronnen, bijvoorbeeld een gasfornuis, verwarming, boiler enz. en stel het niet bloot aan directe zonnestraling. Klasse SN (subnormaal) N (normaal) ST (subtropisch) T (tropisch) De koelkast moet tenminste 3 cm van het elektrisch of gasfonuls respectievelijk 30 cm van de ollekachel of kolenkachel worden geinstalleerd. Bij kleinere afstanden moet er een isolatieplaat worden gebruikt. De afstand tot de muur respectievelijk de vrije ruimte achter de kast dient ongeveer 200 cm² te bedragen. Een keukenkastje boven de koelkast moet een ruimte van tenminste 5 cm laten. Daardoor wordt een voldoende koeling van de condensor gewaarborgd. Raumtemperatur van + 10°C tot + 32°C van + 16°C tot + 32°C van + 16°C tot + 38°C van + 16°C tot + 43°C Aansluiten Sluit het apparaat met de aansluitkabel op het electriciteitsnet aan. De wandcontactdoos moet geaard zijn (veiligheidsstopcontact). De voorgeschreven netspanning en frequentie zijn op het typeplaatje van de koelkast vermeld. De aansluiting op het electriciteitsnet en de aarding van het apparaat moeten volgens de geldige standaarden en voorschriften uitgevoerd zijn. Het apparaat laat een kortdurende spanningsafwijking toe, echter hoogstens van -6 tot +6%. Gebruiksaanwijzing 37 Beschrijving van het apparaat Gebruik twee wijzers van dezelfde kleur - met de ene merkt u het soort levensmiddel en met de andere de maand waarin het bewaard wordt. Het vriesvak (1) Dient voor het invriezen van verse levensmiddelen. Het bewaarmandje (2) Gleuf voor de afvoer van het dooiwater (5) Dient voor het bewaren van bevroren levensmiddelen. (zie het hoofdstuk "Reiniging en onderhoud") Het schakelpaneel (3) Plaat voor het bewaren van levensmiddelen (zie het hoofdstuk "Bediening") (6) hierop kunt u diepgevroren levensmiddelen bewaren Verstelbare wijzers (4) (slechts bij enkele modellen aanweizig) Aan de voorkant van de mandjes en aan de deurtjes van het vriesvak zijn verstelbare wijzers bevestigt, die u een overzicht geven over de bewaarde levensmiddelen. OPERKING: • De binnenkant van de koelkast kan afhankelijk van het model veranderd worden. Bediening U bedient de diepvriezer met de thermostaatknop. 1. Het rode lampje 2. Het gele lampje 3. De thermostaatknop Werking Ononderbroken werking - het gele lampje brandt. Het koelsysteem werkt ononderbroken (de thermostaatknop staat op de stand voor ononderbroken werking). Deze wijze kiest u bij het invriezen van grotere hoeveelheden verse levensmiddelen en wanneer u reeds bevroren levensmiddelen heel diep wilt laten bevriezen. Automatische werking - het gele lampje brandt niet. De temperatuur in het apparaat wordt geregeld door de thermostaat, die de werking van het koelsysteem in- en uitschakelt. De frequentie van het in- en uitschakelen is afhankelijk van: − de stand van de thermostaatknop (de instelling van de thermostaat) − hoe vaak de deur wordt geopend − de temperatuur van de omgeving 38 Gebruiksaanwijzing Temperatuurkeuze De temperatuur in het apparaat wordt tijdens het automatisch functioneren geregeld door de thermostaat. Aanbevolen wordt, de thermostaatknop midden tussen max en min te draaien. U draait hem alleen dichter bij max wanneer u intensieve koeling voor het invriezen van kleine hoeveelheden verse levensmiddelen wenst of wanneer u de werking van het apparaat aan de temperatuur van de omgeving wenst aan te passen. De stand in de richting van min is geschikt wanneer u stroom wilt sparen. De voorwaarde is echter, dat de diepvriezer slechts een geringe hoeveelheid levensmiddelen bevat. Temperatuurverandering van de omgeving beinvloedt de temperatuur in het apparaat. Pas de stand van de thermostaatknop hierbij aan. Het rode lampje Het rode lampje brandt wanneer de temperatuur in de diepvriezer niet juist is (zie hoofdstuk "Storingen en hoe ze verholpen kunnen worden"). Gebruik Het aanzetten van de lege diepvrieskist Het bewaren van bevroren levensmiddelen Zet de diepvrieskist aan en draai de thermostaatknop in de stand voor ononderbroken werking. Het rode en het gele lampje branden. Plaats de verse levensmiddelen enkele uren nadat het rode lampje uit is gegaan in de diepvrieskist. De bevroren levensmiddelen bewaart u in de mandjes. Als u wilt kunt u de mandjes verwijderen en de levensmiddelen op de koelroosters leggen. Industriële diepvriesprodukten Het invriezen van levensmiddelen Het juiste gebruik van de vriezer en ook een goede verpakking van de levensmiddelen, handhaving van de juiste temperatuur en het in acht nemen van de hygienische voorschriften voor de levensmiddelen zijn van doorslaggevende invloed op de kwaliteit van het invriezen van levensmiddelen resp. het langdurige bewaren ervan. • Kies voor het invriezen levensmiddelen die hiervoor geschikt zijn en lage temperaturen goed verdragen. De levensmiddelen moeten vers en van goede kwaliteit zijn. • Gebuik het juiste verpakkingsmateriaal voor de levensmiddelen en verpak ze goed. − De verpakking mag geen lucht en vocht doorlaten. Dit zou uitdroging van de levensmiddelen en vitamineverlies tot gevolg hebben. − De verpakkingsfolie en de zakjes moeten zacht en soepel zijn, zodat ze zich volledig aan de inhoud aanpassen. • Schrijf de inhoud, het gewicht de datum op de verpakte levensmiddelen. • Het is vooral belangrijk, dat de levensmiddelen binnen de kortstmogelijke tijd bevriezen. Maak daarom de pakjes niet te groot en laat de levensmiddelen goed afkoelen voor ze in de diepvriezer te leggen. • De hoeveelheid verse levensmiddellen, die in één keer in 24 uur in de diepvriezer gelegd mag worden is op het typeplaatje vermeld (de invrieskapaciteit). Bij grotere hoeveelheden is de kwaliteit van het invriezen minder en gaat ook de kwaliteit van de reeds diepgevroren producten in de diepvriezer achteruit. Op de verpakking van industriële diepvriesprodukten zijn de houdbaarheidsduur en bewaartemperatuur vermeld. Houdt u bij het bewaren en gebruik aan de aanwijzingen van de producent. Kies in de winkel alleen goed verpakte levensmiddelen, waarop de volledige gegevens vermeld zijn en die in diepvrieskisten met een temperatuur van minstens -18°C bewaard worden. Koop geen levensmiddelen met rijp, deze zijn al meerdere malen ontdooid geweest. Bescherm de levensmiddelen tegen ontdooien. een hogere temperatuur verkort de houdbaarheidsduur van de diepvriesprodukten en vermindert de kwaliteit. De invriesprocedure De levensmiddelen in het invriesgedeelte invriezen (zie hoofdstuk Beschrijving van het apparaat). • Draai 24 uur voor het invriezen de thermostaatknop op de stand ononderbroken werking (het gele lampje brandt). Leg daarna de verse levensmiddelen in het invriesgedeelte. • Na 24 uur kunt u de levensmiddelen in de mandjes leggen en eventueel de invriesprocedure herhalen. De verse levensmiddelen mogen niet met de bevroren pakjes in aanraking komen. • Draai ongeveer 24 uur nadat u voor het laatst verse levensmiddelen in de diepvriezer heeft gelegd, de thermostaatknop op de gewenste stand van de automatische werking (het gele lampje brandt niet). • Voor het invriezen van kleine hoeveelheden verse levensmiddelen (1-2 kg) is het niet nodig om de wijze van werking te veranderen. Gebruiksaanwijzing 39 Approximatieve houdbaarheid van bevroren levensmiddelen Levensmiddelen 1 Groente Fruit Brood, gebak Melk Klaargemaakte gerechten Vlees: rundvlees kalfsvlees varkensvlees kip wild gehakt Rookworst Vis: niet vet vet Pens 2 3 4 Houdbaarheid (in maanden) 5 6 7 8 + 9 + 10 + + 11 12 + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + Het ontdooien van diepvriesprodukten Gebruik ontdooide levensmiddelen zo snel mogelijk. Koude conserveert het levensmiddel namelijk wel, maar vernietigt de micro-organismen niet, die na het ontdooien versneld actief zijn en het produkt snel bederven. Gedeeltelijk ontdooien vermindert de voedingswaarde van het produkt, vooral van fruit en groenten en van klaargemaakte gerechten. Onderhoud en reiniging Het ontdooien van de diepvriezer Aan de binnenkant van de diepvriezer onstaat rijp of ijs, dat u bij een dikte van 3-5 mm moet ontdooien. • Draai 24 uur voor het ontdooien de thermostaatknop in de stand voor ononderbroken werking (het gele lampje brandt), zodat de levensmiddelen heel diep bevriezen. Neem daarna de bevroren levensmiddelen uit de diepvriezer en houd ze zo koel mogelijk, zodat ze niet beginnen te ontdooien. • Haal de stekker uit het stopcontact. • Plaats het buisje in het gleufje in de bodem van het apparaat en zet er een bakje waarin het dooiwater kan lopen onder. Het ontdooien gaat sneller, wanneer u de deur van het apparaat open laat staan. • Verwijder het stof van de condensator aan de achterkant van het apparaat met een zachte, niet metalen borstel of met de stofzuiger. Sluit het apparaat na het schoonmaken weer aan op het electriciteitsnet, schakel het in en vul het met de levensmiddelen. Het buiten werking stellen van het apparaat Wanneer u het apparaat langere tijd niet gebruikt, verwijder de stekker uit het stopcontact, maak de koelkast leeg, ontdooi en maak hem schoon. Laat de deur op een kier staan. • Gebruik bij het ontdoolen a.u.b. geen ontdooisprays omdat deze kunststofoplossende resp. voor de gezondheid schadelijke middelen kunnen bevatten. De reiniging van het apparaat Verwijder alvorens het apparaat te reinigen de stekker uit het stopcontact! Gebruik geen scherpe en schurende schoonmaak- middelen. • Reinig de buitenkant van het apparaat met water en een vloeibaar reinigingsmiddel. Reinig de gelakte oppervlakten met een zachte doek en een reinigingsmiddel op basis van alcohol (bijv. een glasreiniger). U kunt ook alcohol (ethanol of isopropylalcohol) gebruiken. Voor plastic en gelakte delen mag u geen schurende of speciale bijtende reinigingsmiddelen zoals reinigingsmiddelen voor roestvrij staal e.d. gebruiken. • Neem de binnenkant van het lege apparaat as met lauwwarm water, waaraan u een scheutje azijn heeft toegevoegd. 40 Gebruiksaanwijzing Storingen en hoe ze verholpen kunnen worden Tijdens het gebruik van het apparaat kunnen storingen optreden. Hieronder vermelden we enkele storingen, die meestal het gevolg zijn van onjuist gebruik en die u zelf verhelpen kunt. Het apparaat functioneert niet na aansluiting op het electriciteitsnet • Controleer of er spanning op het stopcontact staat en of het apparaat aan staat. Het rode lampje brandt • De deur wordt te vaak geopend of blijft te lang open staan. • De deur is niet goed gesloten (misschien zit er iets tussen de deur, hangt de deur of is de rubber band beschadigd,..). • Stroomuitval gedurende langere tijd. • Er is een te grote hoeveelheid verse levensmiddelen in de diepvriezer geplaatst. Het koelsysteem werkt al langere tijd ononderbroken • Zet de schakelaar voor de wijze van functioneren van ononderbroken op automatisch. • De compressor en de condensator koelen niet voldoende. Controleer of de lucht ongestoord circuleert. Reinig de condensator. Moeilijkheden bij het openen van de deur Wanneer u de deur van de diepvrieskast wilt openen als deze juist of nier lang geleden geopend was, kan het gebeuren dat dit moeilijk gaat. Tijdens het openen van de deur ontsnapt er namelijk wat koude lucht uit het apparaat en hiervoor in de plaats komt warme lucht uit de omgeving. Bij het koelen van deze lucht onstaat een onderdruk, waardoor de deur moeilijk geopend kan worden. Na enkele minuten (5-10) is de toestand weer normaal en kunt u de deur zonder moeilijkheden openen. Geluid Voor het koelen in de koel- en diepvriesapparaten zorgt een koelsysteem met compressor, dit veroorzaakt echter ook een zeker geluid. De geluidssterkte is afhankelijk van de opstelling, het juiste gebruik en hoe oud het apparaat is. • Wanneer de compressor in werking is, horen we het geluid van het stromen van de vloeistof, wanneer hij niet in werking is, horen we het overgieten van de koelvloeistof. Dat is normaal en heeft geen invloed op de levensduur van het apparaat. • Na de ingebruikname van het apparaat kunnen de werking van de compressor en het overgieten van de koelvloeistof luider zijn. Dit duidt niet op een storing en heeft geen invloed op de levensduur van het apparaat. Na verloop van tijd nemen deze geluiden af. • Soms treden tijdens de werking van het apparaat ook ongewone of sterkere geluiden op, die niet gebruikelijk en meestal het gevolg zijn van onjuist opstellen. (Het apparaat moet recht en stabiel op een stevige ondergrond staan. Het mag geen wanden of andere elementen raken.) WIJ BEHOUDEN HET RECHT VOOR OP VERANDERINGEN DIE DE FUNCTIE VAN HET APPARAAT NIET BEINVLOEDEN. Gebruiksaanwijzing 41
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

Ignis ARF 247/A+ Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding