Whirlpool VRO 641 D B Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Gebruiksaanwijzing
Inhoud
Installatie, 28-30
Plaatsing
Elektrische aansluiting
Beschrijving van het apparaat, 31-32
Bedieningspaneel
Verlengbare kookgedeeltes
Starten en gebruik, 33-36
Inschakelen kookplaat
Inschakelen kookzones
Uitschakelen kookzones
Power functie
De verwarmingselementen
Programmering kookduur
De timer
Blokkering van het bedieningspaneel
Uitschakelen kookplaat
Demo modus
Praktische tips voor het gebruik van het apparaat
Veiligheidsmechanismen
Kooktips
Voorzorgsmaatregelen en advies, 37
Algemene veiligheid
Afvalverwijdering
Onderhoud en verzorging, 38
De elektrische stroom afsluiten
Reinigen van het apparaat
De kookplaat verwijderen
Technische beschrijving van de
modellen, 39
KOOKPLAAT
Português,1
NL
NL
RS
PLPT
Polski, 14
Ðóññêèé, 40
Nederlands,27
VRO 632 TD B
VRO 632 TD X
VRO 641 D B
VRO 641 D X
28
NL
Installatie
Bewaar dit instructieboekje zorgvuldig voor
eventuele raadpleging in de toekomst. Wanneer u
het product weggeeft, verkoopt, of wanneer u
verhuist, dient u dit boekje bij het apparaat te
bewaren zodat waarschuwingen en informatie
betreffende werking voorhanden blijven.
Lees de instructies aandachtig door: u vindt er
belangrijke informatie betreffende installatie, gebruik
en veiligheid.
Plaatsing
Het verpakkingsmateriaal is niet bestemd voor
kinderen en dient daarom te worden verwijderd
volgens de geldende normen voor gescheiden
afvalverzameling ( zie Voorzorgsmaatregelen en
advies).
De installatie moet worden uitgevoerd door een
bevoegde installateur en volgens de instructies van
de fabrikant. Een verkeerde installatie kan schade
berokkenen aan personen, dieren of dingen.
Inbouw
Voor een goede werking van het apparaat moet het
keukenmeubel de juiste kenmerken hebben:
het keukenblad moet uit hittebestendig materiaal
zijn vervaardigd en een temperatuur van circa
100°C kunnen verdragen;
als de kookplaat boven een oven wordt
geïnstalleerd moet deze zijn voorzien van een
geforceerd geventileerd afkoelingssysteem;
installeer de kookplaat nooit boven een
afwasautomaat: indien u dit toch doet, breng dan
een waterdichte afscheiding aan tussen de twee
apparaten;
naar gelang het type kookplaat dat u wenst te
installeren (zie afbeeldingen), moet het
keukenmeubel de volgende afmetingen hebben:
Ventilatie
Teneinde een correcte ventilatie te bereiken en
een oververhitting van de oppervlakken rondom het
apparaat te voorkomen, moet de kookplaat geïnstalleerd
worden op:
op een minimum afstand van 40 mm van de
achterwand;
op zodanige wijze dat er een minimum afstand
overblijft van 20 mm tussen het inbouwmeubel en
het onderstaande meubel.
VOORZIJDE VAN
DE KOOKPLAAT
KEUKENBLAD
30
40
KOOKPLAAT
ONDERSTEBOVEN
5 mm
min. 20 mm
min. 20 mm
min. 40 mm
LADE
5 mm
min. 40 mm
HETELUCHTOVEN
560 +
/- 1
490 +/- 1
48
590
520
29
NL
De meubels die direct naast de kookplaat staan
en hierboven uitsteken, moeten op minstens 600
mm van de rand van de plaat staan.
Bevestigen
Het apparaat moet op een absoluut horizontaal
oppervlak worden geïnstalleerd.
Eventuele door onjuiste installatie veroorzaakte
vervormingen kunnen de eigenschappen en de
prestaties van de kookplaat aantasten.
De lengte van de regelschroef van de
bevestigingshaken moet op basis van de dikte van het
keukenblad worden ingesteld
voordat de haken
worden gemonteerd:
als de dikte 30 mm is: schroef 17,5 mm;
als de dikte 40 mm is: schroef 7,5 mm.
Voor het bevestigen moet u als volgt te werk gaan:
1. Draai met korte, puntloze schroeven de 4
centreringsklemmen in de openingen in het midden
van elke zijde van het blad
vast;
2. zet de kookplaat in het midden van de opening
van het keukenmeubel door gelijke druk uit te
oefenen op de hele omtrek totdat de kookplaat
perfect aansluit op het keukenblad.
3. voor een blad met zijprofielen: nadat u de
kookplaat in het keukenmeubel heeft geplaatst moet
u de 4 bevestigingshaken aan de
onderste rand van
de kookplaat vastschroeven met gepunte, lange
schroeven, net zolang tot het glas goed aan het
blad vastzit.
De schroeven van de centreringsklemmen moeten
te allen tijde bereikbaar blijven.
Volgens de veiligheidsnormen mag er geen contact
meer mogelijk zijn met de elektrische onderdelen
nadat het apparaat is ingebouwd.
Alle beschermende onderdelen moeten zodanig
worden bevestigd dat ze niet kunnen worden
verwijderd zonder gereedschap te gebruiken.
Elektrische aansluiting
De elektrische aansluitingen van de kookplaat en
de eventuele inbouwoven moeten apart worden
uitgevoerd, zowel om elektrische veiligheidsredenen
als om de oven eventueel eenvoudiger te kunnen
verwijderen.
Klemmenstrook
Aan de onderkant van het
apparaat bevindt zich een
klemmenstrook voor de
verschillende types
elektrische voeding (het is
mogelijk dat de afbeelding
niet exact overeenkomt met
het model dat u heeft
aangeschaft).
Eenfasige aansluiting
De kookplaat is voorzien van een voedingskabel
bestemd voor een eenfasige aansluiting. Voer de
draadverbinding uit zoals aangegeven in de
volgende tabel en tekeningen:
Spanningstype en
netfrequentie
Elektrische kabel Draadverbinding
230-240V 1+N ~
220-240V 1+N ~
50/60 Hz
: geel/groen;
N: de 2 blauwe
draden samen
L: bruin en zwart
samen
Andere soorten aansluitingen
Als het elektrische net overeenkomt met een van de
volgende karakteristieken:
Spanningstype en netfrequentie
400V - 2+N ~ 50/60 Hz
220-240V 3 ~ 50/60Hz
 230-240V 3 ~ 50/60 Hz
 400V - 2+2N ~ 50/60 Hz
Scheid de kabels en voer de draadverbinding uit
zoals aangegeven in de volgende tabel en
tekeningen:
Spanningstype en
netfrequentie
Elektrische kabel Draadverbinding
400V - 2+N ~
50/60 Hz
230-240V 3 ~
220-240V 3 ~
50/60Hz
: geel/groen;
N: de 2 blauwe draden samen
L1: zwart
L2: bruin
400V - 2+2N ~
50/60 Hz
: geel/groen;
N1: blauw
N2: blauw
L1: zwart
L2: bruin
Als het elektrische net overeenkomt met een van de
volgende karakteristieken:
Spanningstype en netfrequentie
KOOKPLAAT
ONDERSTEBOVEN
30
NL
400V 3 - N ~ 50/60 Hz
ga als volgt te werk:
De eventuele bijgeleverde kabel is niet geschikt
voor dit type installatie.
1. Gebruik een geschikte voedingskabel, type
H05RR-F of met een hogere waarde, met de juiste
afmetingen (diameter kabel: 25 mm).
2. Licht de lippen aan de zijkant van het deksel van
de klemmenstrook op met een schroevendraaier en
open hem (zie afbeelding Klemmenstrook).
3. Draai de schroef van de kabelklem en de
schroeven van de benodigde klemmetjes los en
bevestig de verbindingskabels volgens de
aanwijzingen van de volgende tabel en
afbeeldingen.
4. Plaats de draden zoals aangegeven in de
volgende afbeeldingen en tabel en stel een
verbinding tot stand door alle schroeven van de
klemmetjes goed vast te draaien.
Spanningstype en
netfrequentie
Elektrische aansluitingen Klemmenbord
400V 3-N ~
50/60 Hz
Driefasen 400
5. Bevestig de voedingskabel in de speciale
kabelklem en sluit het deksel af.
Driefase 400
Het aansluiten van de voedingskabel aan het
elektrische net
Bij een rechtstreekse aansluiting op het net moet u
tussen het apparaat en het net een meerpolige
schakelaar aanbrengen met een minimum afstand
van 3 mm tussen de contacten.
De installateur is verantwoordelijk voor een correcte
elektrische aansluiting en de inachtneming van de
veiligheidsnormen.
Vóór het aansluiten moet u controleren dat:
de contactdoos geaard is en voldoet aan de
geldende normen;
het stopcontact in staat is het maximale
vermogen van het apparaat te verdragen, zoals
aangegeven op het typeplaatje dat zich op het
apparaat bevindt;
de spanning zich bevindt tussen de waarden die
staan aangegeven op het typeplaatje;
de contactdoos en de stekker overeenkomen. Als
dat niet zo is, dient u ofwel de stekker ofwel de
contactdoos te vervangen; gebruik geen
verlengsnoeren of dubbelstekkers.
Wanneer het apparaat geïnstalleerd is, moeten de
elektrische kabel en de contactdoos gemakkelijk te
bereiken zijn.
De kabel mag niet gebogen of samengedrukt
worden.
De kabel moet van tijd tot tijd worden
gecontroleerd en mag alleen door erkende monteurs
worden vervangen.
De fabrikant kan nergens aansprakelijk voor
worden gesteld als deze normen niet worden
nageleefd.
Fase Fase Fase
Verbindingskabel
Neutraal
Aarde
1
2
3
5
4
31
NL
Beschrijving van het
apparaat
Bedieningspaneel
Toets TOENAME TIJD om de tijd van de timer toe
te laten nemen (zie Starten en gebruik).
Toets AFNAME TIJD om de tijd van de timer af te
laten nemen (zie Starten en gebruik).
Controlelampje GESELECTEERD
KOOKGEDEELTE geeft aan dat het betreffende
kookgedeelte geselecteerd is en dat u het kunt
regelen.
Toets SELECTEREN KOOKGEDEELTE om het
gewenste kookgedeelte te selecteren
AanwijzerVERMOGEN: geeft het bereikte
warmteniveau aan.
Toets ON/OFF voor het in- en uitschakelen van het
apparaat.
Controlelampje ON/OFF: geeft aan of het apparaat
in- of uitgeschakeld is.
Toets PROGRAMMERINGSTIMER om de
programmering van de kookduur te regelen (zie
Starten en gebruik).
Display
P ROGRAMMERINGSTIMER: toont de
keuzes betreffende de programmering aan (zie
Starten en gebruik).
Controlelampjes GEPROGRAMMEERD
KOOKGEDEELTE: tonen de kookgedeeltes aan
als u een programmering start (zie Starten en
gebruik).
Toets BLOKKERING BEDIENINGSPANEEL om te
voorkomen dat er ongewilde wijzigingen aan de
regeling van het kookvlak worden uitgevoerd (zie
Starten en gebruik).
Controlelampje BLOKKERING
BEDIENINGSPANEEL: toont dat de blokkering
van het bedieningspaneel heeft plaatsgevonden
(zie Starten en gebruik).
Toets SELECTEREN KOOKZONES om de
kookplaat aan te zetten en het vermogen te
regelen (zie Starten en gebruik).
Controlelampje
TIMER geeft aan dat de timer
actief is.
Het bedieningspaneel dat hier wordt beschreven en afgebeeld geldt alleen als voorbeeld: het is mogelijk dat
het niet exact overeenkomt met het door u aangeschafte model.
32
NL
Verlengbare kookgedeeltes
Enkele modellen beschikken over verlengbare kookplaten. Deze kunnen verschillende vormen hebben en op
verschillende manieren worden verlengd (dubbel of drievoudig straalelement). Hier worden de betreffende
bedieningsknoppen beschreven; alleen aanwezig op modellen die zijn voorzien van deze opties.
Verlengbare kookplaat rond
Toets ONTSTEKEN DUBBELE KOOKPLAAT om
de dubbele kookplaat in te schakelen (zie Starten
en gebruik).
Controlelampje DUBBELE KOOKPLAAT AAN:
geeft aan dat de dubbele kookplaat ingeschakeld
is.
Toets ONTSTEKEN DRIEVOUDIGE KOOKPLAAT
om de drievoudige kookplaat in te schakelen (zie
Starten en gebruik).
Controlelampje DRIEVOUDIGE KOOKPLAAT
AAN: geeft aan dat de drievoudige kookplaat
ingeschakeld is.
Controlelampje
DUBBELE
KOOKPLAAT
AAN
Toets
ONTSTEKEN
DUBBELE
KOOKPLAAT
Controlelampje
DRIEVOUDIGE
KOOKPLAAT AAN
Toets
ONTSTEKEN
DRIEVOUDIGE
KOOKPLAAT
33
NL
Starten en gebruik
De lijm die gebruikt is voor de afdichtingen laat wat
vetvlekjes achter op het glas. Voordat u het apparaat
gebruikt raden wij u aan de vlekken te verwijderen met
een speciaal niet-schurend schoonmaakmiddel.
Gedurende de eerste paar uur dat u het apparaat
gebruikt kan het zijn dat u een rubbergeur ruikt. Deze
zal echter snel wegtrekken.
Als de kookplaat elektrisch wordt aangesloten hoort u
na enkele seconden een kort geluidssignaal afgaan.
Alleen dan kunt u de kookplaat aanzetten.
Als u lang op de toetsen drukt - en + kunt u de
stroomsterkte en de minuten van de timer snel laten
toenemen.
Inschakelen kookplaat
Druk ongeveer 1 seconde op de knop voor het
inschakelen van de kookplaat.
Inschakelen kookzones
Iedere kookzone wordt in werking gesteld door middel
van een selectietoets
en een regelsysteem voor
de stroomsterkte, bestaande uit selectietoetsen voor
een vermogen van tussen de 0 en de 9.
Voor het in werking stellen van een kookzone drukt u
op de betreffende toets en stelt u de gewenste
stroomsterkte in (van 0 tot 9) door middel van de
selectietoetsen.
Uitschakelen kookgedeeltes
Voor het uitschakelen van een kookgedeelte kiest u dit
door middel van de selectietoets
en:
Druk op de selectietoets voor het vermogen 0: het
vermogen gaat onmiddellijk terug naar 0 en het
kookgedeelte gaat uit.
Power functie
Voor het versnellen van de verwarmingstijd van de
kookzones, is het mogelijk de power functie te
activeren. Schakel de stroom van de gewenste
kookzone
in zoals beschreven in de voorgaande
paragraaf. Houd de toets voor het selecteren van de
kookzone
minstens 2 seconden lang ingedrukt.
Op het display zal de aanwijzer van de stroomsterkte
worden afgewisseld met de letter Pen de voordien
ingestelde stroomsterkte, net zo lang totdat de
gewenste stroomsterkte is bereikt. Zodra de
temperatuur is bereikt zal het display de ingestelde
stroomsterkte tonen. Om deze functie uit te schakelen
houdt u de selectietoets van de kookzone waarop de
functie
actief is minstens 2 seconden lang
ingedrukt. Als alternatief kunt u een verschillende
stroomsterkte selecteren m.b.v. de selectietoetsen 0 t/
m 9.
De verwarmingselementen
Aan de hand van het type kookplaat kunnen twee
verschillende verwarmingselementen worden
gemonteerd: halogeen of stralend.
De halogeenelementen verspreiden de warmte door de
uitstraling van de halogeenlamp die zich erin bevindt.
De belangrijkste eigenschappen lijken op die van het
gasfornuis: snelle reactie op de bediening en het
onmiddellijk zichtbaar worden van de stroomsterkte.
De stralingselementen bestaat uit een hoeveelheid
spiralen die het gelijkmatig verspreiden van de warmte
op de bodem van de pan garanderen. Hierdoor kunt u
etenswaren optimaal op laag vuur bereiden: voor
stoofschotels, sausen of het opwarmen van gerechten.
Programmering kookduur
Alle kookgedeeltes kunnen tegelijkertijd
geprogrammeerd worden voor een tijdsduur van
tussen de 1 en de 99 minuten.
1. Kies het kookgedeelte door middel van de
betreffende selectietoets.
2. Regel de temperatuur.
3. Druk op de programmeertoets
.
3. Stel de gewenste kookduur in door middel van de
toetsen
- en +.
4. Bevestig door op de toets
te drukken.
De timer begint gelijk met aftellen. Het einde van de
geprogrammeerde kooktijd wordt aangegeven door
een geluidssignaal (van 1 minuut) waarna het
kookgedeelte uitgaat.
Herhaal de hierboven beschreven procedure voor
iedere kookplaat die u wilt programmeren.
Visualisatie bij een meervoudige programmering.
Indien een of meer kookplaten zijn geprogrammeerd
vertoont het display de resterende tijd van de
kookplaat die als eerste eindigt, terwijl hij de positie
ervan aanduidt door middel van het betreffende
controlelampje dat knippert. De controlelampjes van
de andere geprogrammeerde kookplaten zijn aan.
Om de resterende tijd van de andere
geprogrammeerde kookplaten te visualiseren moet u
een aantal keren op de toets
drukken: met de klok
34
NL
mee zullen, de een na de ander, de tijden van alle
geprogrammeerde kookplaten worden getoond, te
beginnen met de kookplaat linksvoor.
Het wijzigen van een programmering
1. Druk een aantal keer op de toets
totdat de tijd
van de kookplaat die u wilt wijzigen verschijnt.
2. Druk op de toetsen
- en + voor het instellen van
de nieuwe tijd.
3. Bevestig door op de toets
te drukken.
Om een programmering te annuleren moet u
bovenstaande handelingen uitvoeren. Bij punt 2 drukt
u op de toets
- : de duur vermindert langzaamaan tot
aan de uitschakeling 0. De programmering wordt
gewist en het display verlaat de
programmeringsmodus.
De timer
De kookplaat moet aan zijn.
Met de timer kunt u een duur tot aan 99 minuten
instellen.
1. Druk op de toets programmering
totdat het
controlelampje van de timer aangaat.
2. Stel de gewenste kookduur in door middel van de
toetsen
- en +.
3. Bevestig door op de toets
te drukken.
De timer begint gelijk met aftellen. Als de tijd
verstreken is hoort u voor de duur van 1 minuut een
geluidssignaal.
Blokkering van het bedieningspaneel
Als de kookplaat in werking is kunt u het
bedieningspaneel blokkeren om een ongewenst
aanraken te vermijden (kinderen,
schoonmaakhandelingen, enz.). Door op de toets
te drukken zal het bedieningspaneel worden
geblokkeerd. Het controlelampje boven de toets gaat
aan.
Als u het bedieningspaneel weer wilt gebruiken (bv.
als u wilt stoppen met koken) moet u de blokkering
uitschakelen: druk even op de toets
. Het
controlelampje gaat uit en het bedieningspaneel wordt
weer geactiveerd.
Uitschakelen kookplaat
Druk op de toets ; het apparaat gaat uit.
Als het bedieningspaneel is geblokkeerd, blijft dit ook
geblokkeerd nadat u de kookplaat opnieuw inschakelt.
Als u de kookplaat opnieuw wilt inschakelen moet u
eerst het bedieningspaneel deblokkeren.
Demo modus
Het is mogelijk een demomodus in te stellen waarbij
het bedieningspaneel normaal functioneert (de
opdrachten betreffende de programmering
inbegrepen), maar waarbij de verwarmingselementen
niet aangaan. Om de demo modus te activeren moet
de kookplaat aanstaan en alle stralingselementen uit:
Druk tegelijkertijd 6 seconden lang op de toetsen
+ en - . Zodra de 6 seconden zijn verstreken
zullen de controlelampjes ON/OFF en BLOKKERING
BEDIENINGSPANEEL een seconde lang knipperen.
Laat de toetsen
+ en - los en druk op de toets
;
het display toont om de beurt de tekst DE en MO en
het kookvlak gaat uit;
de volgende keer dat u de kookplaat inschakelt zal
hij zich in de demo modus bevinden.
Om deze modus te verlaten volgt u de boven
beschreven procedure. Het display toont om de beurt
de tekst DE en OF en het kookvlak gaat uit. Als u het
kookvlak weer inschakelt zal het gewoon functioneren.
Praktische tips voor het gebruik van het
apparaat
Om optimale resultaten te bereiken met de kookplaat:
Gebruik alleen pannen met een dikke, platte bodem
zodat ze perfect aansluiten op het verwarmingsvlak.
Gebruik pannen die groot genoeg zijn om de
kookplaat geheel te bedekken zodat alle
beschikbare hitte wordt benut.
35
NL
Houd de bodem van de pannen altijd goed schoon
en droog zodat ze goed aansluiten op het kookvlak.
Dit verlengt de levensduur van zowel de pannen als
het kookvlak zelf.
Vermijd dezelfde pannen te gebruiken die u ook op
een gasfornuis heeft gebruikt: de
warmteconcentratie van gasbranders kan de bodem
van pannen vervormen, waardoor ze niet goed meer
aansluiten.
Veiligheidssystemen
Pannensensor
Ieder kookgedeelte is voorzien van een systeem dat
waarneemt of er een pan op staat. De plaat straalt
alleen warmte uit als er een pan van de juiste
afmetingen op staat. Het knipperende controlelampje
kan betekenen:
dat de pan niet geschikt is
dat de pan een te kleine diameter heeft
dat de pan niet goed aansluit
Aanwijzers van de resterende warmte
Ieder kookgedeelte is voorzien van een aanwijzer van
de resterende warmte. Deze aanwijzer geeft aan welke
kookzones nog heet zijn. Als het vermogensdisplay
toont dan is het kookgedeelte nog warm. Het is
bijvoorbeeld mogelijk een gerecht warm te houden of
boter of chocolade te laten smelten. Met het afkoelen
van het kookgedeelte zal het vermogensdisplay
tonen. Het display gaat uit wanneer de kookzone
voldoende is afgekoeld.
Oververhitting
In het geval van oververhitting van de elektronische
onderdelen gaat de kookplaat automatisch uit en
verschijnt op het display
F gevolgd door een
knipperend nummer. Deze boodschap verdwijnt en u
kunt de kookplaat weer gebruiken zodra de
temperatuur tot op een acceptabel niveau is gezakt.
Veiligheidsschakelaar
Het apparaat beschikt over een veiligheidsschakelaar
die de kookgedeeltes automatisch uitschakelt als de
tijdslimiet voor een bepaald vermogensniveau is
bereikt. Tijdens deze veiligheidsonderbreking vertoont
het display het cijfer 0.
B.v.: de kookplaat rechtsachter staat op 5, terwijl de
plaat linksvoor op 2 staat. De plaat rechtsachter zal
automatisch na 5 uur uitgaan, de plaat linksvoor na 8
uur.
Vermogensniveau
Begrenzing van de
werkingsduur in uren
1 9
28
37
46
55
64
73
82
9 1
Geluidssignaal
Enkele storingen, zoals:
een voorwerp (pan, bestek, enz.) dat meer dan 10
seconden op het bedieningspaneel ligt,
gemors op het bedieningspaneel,
een lange druk op een toets, kunnen een
geluidssignaal veroorzaken. Verwijder de oorzaak
van de storing en het geluidssignaal houdt op. Als
de oorzaak van de storing niet wordt verwijderd blijft
het geluidssignaal gaan en wordt het kookvlak
uitgeschakeld.
36
NL
Praktische kooktips
ª
Koken met een
snelkookpan
Snelkookpan
Frituren
Koken op zeer hoog
vuur
Grillen
Koken
Koken op
hoog vuur
Crêpes
Koken op hoog vuur en bruin bakken
(Braadstukken, biefstukken, kalfslappen,
visfilets, gebakken eieren)
§
Snel indikken (vloeibare sauzen)
Koken van water (pasta, rijst, groente)
Melk
§
S
Langzaam indikken (gebonden sauzen)
S
Koken op middelmatig vuur
¢
Au bain-marie koken
Koken met snelkookpan, na het sissen
¢
£
Koken op laag
vuur
Koken op laag vuur
(stoofschotels)
Opwarmen van gerechten
Koken op
zeer laag
vuur
¡
Chocoladesaus
Warm houden van gerechten
37
NL
Voorzorgsmaatregelen
en advies
Dit apparaat is ontwikkeld en gefabriceerd volgens
de geldende internationale veiligheidsvoorschriften.
Deze aanwijzingen zijn geschreven voor uw
veiligheid en u dient ze derhalve goed door te
nemen.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU
Richtlijnen:
- 2006/95/EEG van 12/12/06 (Laagspanning) en
daaropvolgende wijzigingen
- 89/336/EEG van 03/05/89 (Elektromagnetische
Compatibiliteit) en daaropvolgende wijzigingen
- 93/68/EEG van 22/07/93 en daaropvolgende
wijzigingen.
Algemene veiligheidsmaatregelen
Controleer dat de luchttoevoeropening van het
rooster van de ventilator niet verstopt is. De
inbouwkookplaat moet voorzien zijn van een goede
ventilatie voor het afkoelen van de elektronische
componenten.
Dit apparaat is vervaardigd voor niet-
professioneel gebruik binnenshuis.
Het apparaat dient niet buitenshuis te worden
geplaatst, ook niet in overdekte toestand. Het is
erg gevaarlijk als het in aanraking komt met regen
of onweer.
Raak het apparaat niet aan als u blootsvoets bent
of met natte of vochtige handen of voeten.
Het apparaat dient om gerechten te koken. Het
mag uitsluitend door volwassenen worden
gebruikt en alleen volgens de instructies die
beschreven staan in deze handleiding. Gebruik
het kookvlak niet om voorwerpen op te plaatsen
en ook niet als snijplank.
Het glaskeramische kookvlak is bestand tegen
mechanische stoten. Het kan echter worden
beschadigd (of barsten) als het wordt geraakt
door een puntig object, bijvoorbeeld door
gereedschap. Als dit gebeurt moet u onmiddellijk
het apparaat afsluiten van de elektrische stroom
en contact opnemen met de Technische Dienst.
Voorkom dat elektrische snoeren van andere
kleine keukenapparaten op warme delen van de
kookplaat terechtkomen.
Vergeet niet dat de temperatuur in het
kookgedeelte aanzienlijk hoog blijft tot minstens
30 minuten nadat u het heeft uitgeschakeld. De
resterende warmte wordt aangeduid door een
aanwijzer (zie Starten en gebruik).
Houd voorwerpen die kunnen smelten op afstand
van de kookplaat, zoals bv. plastic, aluminium of
suikerhoudende etenswaren. Let vooral op plastic
of aluminium verpakkingen en folie: als u ze op
het nog warme of lauwe kookvlak neerlegt, kunt u
zware schade aanrichten.
Richt de handvaten van de pannen altijd naar de
binnenzijde van de kookplaat zodat u er niet per
ongeluk tegenaan stoot.
Trek nooit de stekker aan het snoer uit het
stopcontact, maar pak altijd de stekker direct
beet.
Maak het apparaat niet schoon of voer geen
onderhoud uit als de stekker nog in het
stopcontact zit.
Dit apparaat mag niet worden gebruikt door
personen (kinderen inbegrepen) met een beperkt
lichamelijk, sensorieel of geestelijk vermogen of
personen die niet de nodige ervaring of kennis
hebben met het apparaat, tenzij onder toezicht
van een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid of nadat hun is uitgelegd hoe het
apparaat werkt.
Als de kookplaat halogene kookzones heeft moet
u vermijden er lang naar te kijken.
Voorkom dat kinderen met het apparaat spelen.
Afvalverwijdering
Het verwijderen van het verpakkingsmateriaal:
houdt u aan de plaatselijke normen zodat het
materiaal hergebruikt kan worden.
De Europese richtlijn 2002/96/EG, betreffende
afgedankte elektrische en elektronische
apparatuur (AEEA), voorziet dat huishoudelijke
apparatuur niet met het normale afval mag worden
meegegeven. De verwijderde apparaten moeten
apart worden opgehaald om het terugwinnen en
recyclen van de materialen waaruit ze bestaan te
optimaliseren en te voorkomen dat er eventuele
schade voortvloeit voor de gezondheid en het
milieu. Het symbool van de afvalemmer met een
kruis staat op alle producten om de consument
eraan te herinneren dat dit gescheiden afval is.
Om meer informatie te verkrijgen betreffende een
juiste verwijdering van huishoudapparaten kan de
consument zich richten tot de gemeentelijke
reinigingsdienst of de verkopers.
38
NL
Onderhoud en verzorging
De elektrische stroom afsluiten
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u tot enige
handeling overgaat.
Reinigen van het apparaat
Vermijd het gebruik van schuurmiddelen of
bijtende middelen, zoals sprays voor barbecues en
ovens, vlekkenmiddelen, roestverwijderende
producten, schoonmaakmiddelen in poedervorm of
schuursponzen: deze kunnen het oppervlak
onherstelbaar krassen.
Gebruik nooit stoom- of hogedrukreinigers voor het
reinigen van het apparaat.
Voor normaal onderhoud moet u de kookplaat met
een vochtige spons reinigen en afdrogen met
keukenpapier.
Als de plaat erg vuil is moet hij worden
schoongemaakt met een speciaal middel voor
keramiekplaten. Daarna moet u hem afspoelen en
afdrogen.
Voor het verwijderen van hardnekkig vuil kunt u
een hiervoor bestemd schrapertje gebruiken. Doe
dit zo snel mogelijk voordat het apparaat afkoelt,
zodat de etensresten niet aankoeken. Uitstekende
resultaten bereikt u ook met een speciaal voor
keramiekplaten vervaardigd roestvrij staal
sponsje dat u in een sopje doopt.
Als er op de kookplaat onverhoopt voorwerpen of
plastic materiaal of suiker zouden smelten, moet
u ze onmiddellijk met het schrapertje verwijderen
zolang het oppervlak nog warm is.
Als de plaat is schoongemaakt, kan hij worden
behandeld met een speciaal product voor
onderhoud en bescherming: het onzichtbare
laagje dat dit product achterlaat beschermt de
plaat in het geval er iets overkookt. Dit soort
handelingen moeten worden uitgevoerd als de
plaat lauw of koud is.
Vergeet niet de kookplaat altijd met schoon water
af te spoelen en goed af te drogen: restjes
schoonmaakmiddel kunnen de volgende keer dat
u kookt aankoeken.
Raamwerk van roestvrij staal(alleen bij modellen
met lijst)
Roestvrij staal kan vlekken gaan vertonen als er voor
langere tijd kalkhoudend water op blijft liggen of als
gevolg van gebruik van schoonmaakmiddelen die
fosfor bevatten.
Spoel en droog de kookplaat altijd goed af nadat u
hem heeft schoongemaakt. Droog gemorst water
altijd meteen goed af.
Enkele kookplaten hebben een lijst van aluminium
die lijkt op roestvrij staal. Gebruik voor het reinigen
en ontvetten geen producten die niet geschikt zijn
voor aluminium.
De kookplaat verwijderen
Als u de kookplaat uit elkaar moet halen:
1. verwijder de schroeven die de
centreringsklemmen aan de zijkant vasthouden;
2. maak de schroeven van de bevestigingshaken op
de hoeken los;
3. haal de kookplaat uit het meubel.
U mag nooit aan het interne systeem sleutelen om
een reparatie proberen uit te voeren. Als er een
storing is moet u contact opnemen met de Service
Dienst.
39
NL
Technische beschrijving
van de modellen
In deze tabellen vindt u de waarden terug van de stroomopname voor ieder afzonderlijk model, het type
verwarmingselement en de diameter van ieder kookgedeelte.
Kookplaten
VRO 641 D B
VRO 641 D X
VRO 632 TD B
VRO 632 TD X
Kookgedeeltes Vermogen (in W) Diameter (in mm) Vermogen (in W) Diameter (in mm)
Linksachter
HD 2200/1000 210/140
Rechtsachter
H 1400 160 H 1400 160
Centraal links
HT 2700/1950/1050 270/210/145
Linksvoor
H 1200 145
Rechtsvoor
H 1800 180 HD 1700/700 180/120
Totaal vermogen
6600 5800
Legenda:
H = hilight enkel
HD = hilight dubbel
HT = hilight drievoudig

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing KOOKPLAAT Inhoud PT PL Português,1 Polski, 14 Nederlands,27 Installatie, 28-30 Plaatsing Elektrische aansluiting Beschrijving van het apparaat, 31-32 Bedieningspaneel Verlengbare kookgedeeltes RS Ðóññêèé, 40 VRO VRO VRO VRO NL 632 TD B 632 TD X 641 D B 641 D X Starten en gebruik, 33-36 Inschakelen kookplaat Inschakelen kookzones Uitschakelen kookzones Power functie De verwarmingselementen Programmering kookduur De timer Blokkering van het bedieningspaneel Uitschakelen kookplaat “Demo” modus Praktische tips voor het gebruik van het apparaat Veiligheidsmechanismen Kooktips Voorzorgsmaatregelen en advies, 37 Algemene veiligheid Afvalverwijdering Onderhoud en verzorging, 38 De elektrische stroom afsluiten Reinigen van het apparaat De kookplaat verwijderen Technische beschrijving van de modellen, 39 NL Installatie eventuele raadpleging in de toekomst. Wanneer u het product weggeeft, verkoopt, of wanneer u verhuist, dient u dit boekje bij het apparaat te bewaren zodat waarschuwingen en informatie betreffende werking voorhanden blijven.  Lees de instructies aandachtig door: u vindt er belangrijke informatie betreffende installatie, gebruik en veiligheid. 5 mm  Bewaar dit instructieboekje zorgvuldig voor min. 20 mm LADE min. 40 mm Plaatsing 590 56 0+ /- 1 52 0 /- 1 0+ 49 Ventilatie Teneinde een correcte ventilatie te bereiken en een oververhitting van de oppervlakken rondom het apparaat te voorkomen, moet de kookplaat geïnstalleerd worden op: • op een minimum afstand van 40 mm van de achterwand; • op zodanige wijze dat er een minimum afstand overblijft van 20 mm tussen het inbouwmeubel en het onderstaande meubel. 28 HETELUCHTOVEN min. 40 mm VOORZIJDE VAN DE KOOKPLAAT KEUKENBLAD KOOKPLAAT ONDERSTEBOVEN 30 Inbouw Voor een goede werking van het apparaat moet het keukenmeubel de juiste kenmerken hebben: • het keukenblad moet uit hittebestendig materiaal zijn vervaardigd en een temperatuur van circa 100°C kunnen verdragen; • als de kookplaat boven een oven wordt geïnstalleerd moet deze zijn voorzien van een geforceerd geventileerd afkoelingssysteem; • installeer de kookplaat nooit boven een afwasautomaat: indien u dit toch doet, breng dan een waterdichte afscheiding aan tussen de twee apparaten; • naar gelang het type kookplaat dat u wenst te installeren (zie afbeeldingen), moet het keukenmeubel de volgende afmetingen hebben: min. 20 mm 40 kinderen en dient daarom te worden verwijderd volgens de geldende normen voor gescheiden afvalverzameling ( zie Voorzorgsmaatregelen en advies).  De installatie moet worden uitgevoerd door een bevoegde installateur en volgens de instructies van de fabrikant. Een verkeerde installatie kan schade berokkenen aan personen, dieren of dingen. 5 mm  Het verpakkingsmateriaal is niet bestemd voor 48 NL • De meubels die direct naast de kookplaat staan en hierboven uitsteken, moeten op minstens 600 mm van de rand van de plaat staan. Klemmenstrook KOOKPLAAT ONDERSTEBOVEN Bevestigen Het apparaat moet op een absoluut horizontaal oppervlak worden geïnstalleerd. Eventuele door onjuiste installatie veroorzaakte vervormingen kunnen de eigenschappen en de prestaties van de kookplaat aantasten. aangeschaft). De lengte van de regelschroef van de Eenfasige aansluiting worden gemonteerd: • als de dikte 30 mm is: schroef 17,5 mm; • als de dikte 40 mm is: schroef 7,5 mm. De kookplaat is voorzien van een voedingskabel bestemd voor een eenfasige aansluiting. Voer de draadverbinding uit zoals aangegeven in de volgende tabel en tekeningen: bevestigingshaken moet op basis van de dikte van het keukenblad worden ingesteld voordat de haken Voor het bevestigen moet u als volgt te werk gaan: 1. Draai met korte, puntloze schroeven de 4 centreringsklemmen in de openingen in het midden van elke zijde van het blad vast; 2. zet de kookplaat in het midden van de opening van het keukenmeubel door gelijke druk uit te oefenen op de hele omtrek totdat de kookplaat perfect aansluit op het keukenblad. 3. voor een blad met zijprofielen: nadat u de kookplaat in het keukenmeubel heeft geplaatst moet u de 4 bevestigingshaken aan de onderste rand van de kookplaat vastschroeven met gepunte, lange schroeven, net zolang tot het glas goed aan het blad vastzit.  De schroeven van de centreringsklemmen moeten te allen tijde bereikbaar blijven.  Volgens de veiligheidsnormen mag er geen contact meer mogelijk zijn met de elektrische onderdelen nadat het apparaat is ingebouwd.  Alle beschermende onderdelen moeten zodanig worden bevestigd dat ze niet kunnen worden verwijderd zonder gereedschap te gebruiken. Elektrische aansluiting Spanningstype en netfrequentie Elektrische kabel Draadverbinding : geel/groen; N: de 2 blauwe draden samen L: bruin en zwart samen 230-240V 1+N ~ 220-240V 1+N ~ 50/60 Hz Andere soorten aansluitingen Als het elektrische net overeenkomt met een van de volgende karakteristieken: Spanningstype en netfrequentie • 400V - 2+N ~ 50/60 Hz • 220-240V 3 ~ 50/60Hz • 230-240V 3 ~ 50/60 Hz • 400V - 2+2N ~ 50/60 Hz Scheid de kabels en voer de draadverbinding uit zoals aangegeven in de volgende tabel en tekeningen: Spanningstype en netfrequentie 400V - 2+N ~ 50/60 Hz 230-240V 3 ~ 220-240V 3 ~ 50/60Hz  De elektrische aansluitingen van de kookplaat en de eventuele inbouwoven moeten apart worden uitgevoerd, zowel om elektrische veiligheidsredenen als om de oven eventueel eenvoudiger te kunnen verwijderen. NL Aan de onderkant van het apparaat bevindt zich een klemmenstrook voor de verschillende types elektrische voeding (het is mogelijk dat de afbeelding niet exact overeenkomt met het model dat u heeft Elektrische kabel Draadverbinding : geel/groen; N: de 2 blauwe draden samen L1: zwart L2: bruin : geel/groen; N1: blauw 400V - 2+2N ~ 50/60 Hz N2: blauw L1: zwart L2: bruin Als het elektrische net overeenkomt met een van de volgende karakteristieken: Spanningstype en netfrequentie 29 NL • 400V 3 - N ~ 50/60 Hz ga als volgt te werk: Het aansluiten van de voedingskabel aan het elektrische net  De eventuele bijgeleverde kabel is niet geschikt Bij een rechtstreekse aansluiting op het net moet u tussen het apparaat en het net een meerpolige schakelaar aanbrengen met een minimum afstand van 3 mm tussen de contacten. voor dit type installatie. 1. Gebruik een geschikte voedingskabel, type H05RR-F of met een hogere waarde, met de juiste afmetingen (diameter kabel: 25 mm). 2. Licht de lippen aan de zijkant van het deksel van de klemmenstrook op met een schroevendraaier en open hem (zie afbeelding Klemmenstrook). 3. Draai de schroef van de kabelklem en de schroeven van de benodigde klemmetjes los en bevestig de verbindingskabels volgens de aanwijzingen van de volgende tabel en afbeeldingen. 4. Plaats de draden zoals aangegeven in de volgende afbeeldingen en tabel en stel een verbinding tot stand door alle schroeven van de klemmetjes goed vast te draaien. Spanningstype en netfrequentie Elektrische aansluitingen 400V 3-N ~ 50/60 Hz Klemmenbord Driefasen 400 5. Bevestig de voedingskabel in de speciale kabelklem en sluit het deksel af. Fase Fase Fase  De installateur is verantwoordelijk voor een correcte elektrische aansluiting en de inachtneming van de veiligheidsnormen. Vóór het aansluiten moet u controleren dat: • de contactdoos geaard is en voldoet aan de geldende normen; • het stopcontact in staat is het maximale vermogen van het apparaat te verdragen, zoals aangegeven op het typeplaatje dat zich op het apparaat bevindt; • de spanning zich bevindt tussen de waarden die staan aangegeven op het typeplaatje; • de contactdoos en de stekker overeenkomen. Als dat niet zo is, dient u ofwel de stekker ofwel de contactdoos te vervangen; gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.  Wanneer het apparaat geïnstalleerd is, moeten de elektrische kabel en de contactdoos gemakkelijk te bereiken zijn.  De kabel mag niet gebogen of samengedrukt 3 2 1 Driefase 400 worden.  De kabel moet van tijd tot tijd worden 4 5 gecontroleerd en mag alleen door erkende monteurs worden vervangen.  De fabrikant kan nergens aansprakelijk voor Aarde 30 Neutraal Verbindingskabel worden gesteld als deze normen niet worden nageleefd. Beschrijving van het apparaat Bedieningspaneel NL Het bedieningspaneel dat hier wordt beschreven en afgebeeld geldt alleen als voorbeeld: het is mogelijk dat het niet exact overeenkomt met het door u aangeschafte model. • Toets TOENAME TIJD om de tijd van de timer toe te laten nemen (zie Starten en gebruik). • Toets AFNAME TIJD om de tijd van de timer af te laten nemen (zie Starten en gebruik). • Controlelampje GESELECTEERD KOOKGEDEELTE geeft aan dat het betreffende kookgedeelte geselecteerd is en dat u het kunt regelen. • Toets SELECTEREN KOOKGEDEELTE om het gewenste kookgedeelte te selecteren • AanwijzerVERMOGEN: geeft het bereikte warmteniveau aan. • Toets ON/OFF voor het in- en uitschakelen van het apparaat. • Controlelampje ON/OFF: geeft aan of het apparaat in- of uitgeschakeld is. • Toets PROGRAMMERINGSTIMER om de programmering van de kookduur te regelen (zie Starten en gebruik). • Display PROGRAMMERINGSTIMER: toont de keuzes betreffende de programmering aan (zie Starten en gebruik). • Controlelampjes GEPROGRAMMEERD KOOKGEDEELTE: tonen de kookgedeeltes aan als u een programmering start (zie Starten en gebruik). • Toets BLOKKERING BEDIENINGSPANEEL om te voorkomen dat er ongewilde wijzigingen aan de regeling van het kookvlak worden uitgevoerd (zie Starten en gebruik). • Controlelampje BLOKKERING BEDIENINGSPANEEL: toont dat de blokkering van het bedieningspaneel heeft plaatsgevonden (zie Starten en gebruik). • Toets SELECTEREN KOOKZONES om de kookplaat aan te zetten en het vermogen te regelen (zie Starten en gebruik). • Controlelampje TIMER geeft aan dat de timer actief is. 31 NL Verlengbare kookgedeeltes Enkele modellen beschikken over verlengbare kookplaten. Deze kunnen verschillende vormen hebben en op verschillende manieren worden verlengd (dubbel of drievoudig straalelement). Hier worden de betreffende bedieningsknoppen beschreven; alleen aanwezig op modellen die zijn voorzien van deze opties. Verlengbare kookplaat rond Controlelampje DUBBELE KOOKPLAAT AAN Controlelampje DRIEVOUDIGE KOOKPLAAT AAN Toets ONTSTEKEN DUBBELE KOOKPLAAT Toets ONTSTEKEN DRIEVOUDIGE KOOKPLAAT • Toets ONTSTEKEN DUBBELE KOOKPLAAT om de dubbele kookplaat in te schakelen (zie Starten en gebruik). • Controlelampje DUBBELE KOOKPLAAT AAN: geeft aan dat de dubbele kookplaat ingeschakeld is. • Toets ONTSTEKEN DRIEVOUDIGE KOOKPLAAT om de drievoudige kookplaat in te schakelen (zie Starten en gebruik). • Controlelampje DRIEVOUDIGE KOOKPLAAT AAN: geeft aan dat de drievoudige kookplaat ingeschakeld is. 32 Starten en gebruik  De lijm die gebruikt is voor de afdichtingen laat wat vetvlekjes achter op het glas. Voordat u het apparaat gebruikt raden wij u aan de vlekken te verwijderen met een speciaal niet-schurend schoonmaakmiddel. Gedurende de eerste paar uur dat u het apparaat gebruikt kan het zijn dat u een rubbergeur ruikt. Deze zal echter snel wegtrekken.  Als de kookplaat elektrisch wordt aangesloten hoort u na enkele seconden een kort geluidssignaal afgaan. Alleen dan kunt u de kookplaat aanzetten.  Als u lang op de toetsen drukt - + en kunt u de stroomsterkte en de minuten van de timer snel laten toenemen. Inschakelen kookplaat Druk ongeveer 1 seconde op de knop voor het inschakelen van de kookplaat. Inschakelen kookzones Iedere kookzone wordt in werking gesteld door middel van een selectietoets en een regelsysteem voor de stroomsterkte, bestaande uit selectietoetsen voor een vermogen van tussen de 0 en de 9. • Voor het in werking stellen van een kookzone drukt u op de betreffende toets en stelt u de gewenste stroomsterkte in (van 0 tot 9) door middel van de selectietoetsen. houdt u de selectietoets van de kookzone waarop de functie actief is minstens 2 seconden lang ingedrukt. Als alternatief kunt u een verschillende stroomsterkte selecteren m.b.v. de selectietoetsen 0 t/ m 9. De verwarmingselementen Aan de hand van het type kookplaat kunnen twee verschillende verwarmingselementen worden gemonteerd: halogeen of stralend. De halogeenelementen verspreiden de warmte door de uitstraling van de halogeenlamp die zich erin bevindt. De belangrijkste eigenschappen lijken op die van het gasfornuis: snelle reactie op de bediening en het onmiddellijk zichtbaar worden van de stroomsterkte. De stralingselementen bestaat uit een hoeveelheid spiralen die het gelijkmatig verspreiden van de warmte op de bodem van de pan garanderen. Hierdoor kunt u etenswaren optimaal op laag vuur bereiden: voor stoofschotels, sausen of het opwarmen van gerechten. Programmering kookduur  Alle kookgedeeltes kunnen tegelijkertijd geprogrammeerd worden voor een tijdsduur van tussen de 1 en de 99 minuten. 1. Kies het kookgedeelte door middel van de betreffende selectietoets. 2. Regel de temperatuur. 3. Druk op de programmeertoets . Uitschakelen kookgedeeltes 3. Stel de gewenste kookduur in door middel van de Voor het uitschakelen van een kookgedeelte kiest u dit toetsen door middel van de selectietoets en: • Druk op de selectietoets voor het vermogen 0: het vermogen gaat onmiddellijk terug naar 0 en het kookgedeelte gaat uit. Power functie Voor het versnellen van de verwarmingstijd van de kookzones, is het mogelijk de power functie te activeren. Schakel de stroom van de gewenste kookzone in zoals beschreven in de voorgaande paragraaf. Houd de toets voor het selecteren van de kookzone minstens 2 seconden lang ingedrukt. Op het display zal de aanwijzer van de stroomsterkte worden afgewisseld met de letter “P” en de voordien ingestelde stroomsterkte, net zo lang totdat de gewenste stroomsterkte is bereikt. Zodra de temperatuur is bereikt zal het display de ingestelde stroomsterkte tonen. Om deze functie uit te schakelen - + en . 4. Bevestig door op de toets te drukken. De timer begint gelijk met aftellen. Het einde van de geprogrammeerde kooktijd wordt aangegeven door een geluidssignaal (van 1 minuut) waarna het kookgedeelte uitgaat. Herhaal de hierboven beschreven procedure voor iedere kookplaat die u wilt programmeren. Visualisatie bij een meervoudige programmering. Indien een of meer kookplaten zijn geprogrammeerd vertoont het display de resterende tijd van de kookplaat die als eerste eindigt, terwijl hij de positie ervan aanduidt door middel van het betreffende controlelampje dat knippert. De controlelampjes van de andere geprogrammeerde kookplaten zijn aan. Om de resterende tijd van de andere geprogrammeerde kookplaten te visualiseren moet u een aantal keren op de toets drukken: met de klok 33 NL NL mee zullen, de een na de ander, de tijden van alle geprogrammeerde kookplaten worden getoond, te beginnen met de kookplaat linksvoor. Het wijzigen van een programmering 1. Druk een aantal keer op de toets totdat de tijd van de kookplaat die u wilt wijzigen verschijnt. 2. Druk op de toetsen de nieuwe tijd. - + en 3. Bevestig door op de toets voor het instellen van te drukken. Om een programmering te annuleren moet u bovenstaande handelingen uitvoeren. Bij punt 2 drukt u op de toets : de duur vermindert langzaamaan tot aan de uitschakeling 0. De programmering wordt gewist en het display verlaat de programmeringsmodus. - De timer De kookplaat moet aan zijn. Met de timer kunt u een duur tot aan 99 minuten instellen. 1. Druk op de toets programmering totdat het controlelampje van de timer aangaat. 2. Stel de gewenste kookduur in door middel van de toetsen - + en . 3. Bevestig door op de toets te drukken. De timer begint gelijk met aftellen. Als de tijd verstreken is hoort u voor de duur van 1 minuut een geluidssignaal. Blokkering van het bedieningspaneel Als de kookplaat in werking is kunt u het bedieningspaneel blokkeren om een ongewenst aanraken te vermijden (kinderen, Uitschakelen kookplaat Druk op de toets ; het apparaat gaat uit. Als het bedieningspaneel is geblokkeerd, blijft dit ook geblokkeerd nadat u de kookplaat opnieuw inschakelt. Als u de kookplaat opnieuw wilt inschakelen moet u eerst het bedieningspaneel deblokkeren. “Demo” modus Het is mogelijk een demomodus in te stellen waarbij het bedieningspaneel normaal functioneert (de opdrachten betreffende de programmering inbegrepen), maar waarbij de verwarmingselementen niet aangaan. Om de “demo” modus te activeren moet de kookplaat aanstaan en alle stralingselementen uit: • Druk tegelijkertijd 6 seconden lang op de toetsen + en . Zodra de 6 seconden zijn verstreken zullen de controlelampjes ON/OFF en BLOKKERING BEDIENINGSPANEEL een seconde lang knipperen. Laat de toetsen + en los en druk op de toets ; • het display toont om de beurt de tekst DE en MO en het kookvlak gaat uit; • de volgende keer dat u de kookplaat inschakelt zal hij zich in de “demo” modus bevinden. Om deze modus te verlaten volgt u de boven beschreven procedure. Het display toont om de beurt de tekst DE en OF en het kookvlak gaat uit. Als u het kookvlak weer inschakelt zal het gewoon functioneren. Praktische tips voor het gebruik van het apparaat Om optimale resultaten te bereiken met de kookplaat: • Gebruik alleen pannen met een dikke, platte bodem zodat ze perfect aansluiten op het verwarmingsvlak. schoonmaakhandelingen, enz.). Door op de toets te drukken zal het bedieningspaneel worden geblokkeerd. Het controlelampje boven de toets gaat aan. Als u het bedieningspaneel weer wilt gebruiken (bv. als u wilt stoppen met koken) moet u de blokkering uitschakelen: druk even op de toets . Het controlelampje gaat uit en het bedieningspaneel wordt weer geactiveerd. 34 • Gebruik pannen die groot genoeg zijn om de kookplaat geheel te bedekken zodat alle beschikbare hitte wordt benut. • Houd de bodem van de pannen altijd goed schoon en droog zodat ze goed aansluiten op het kookvlak. Dit verlengt de levensduur van zowel de pannen als het kookvlak zelf. • Vermijd dezelfde pannen te gebruiken die u ook op een gasfornuis heeft gebruikt: de warmteconcentratie van gasbranders kan de bodem van pannen vervormen, waardoor ze niet goed meer aansluiten. Veiligheidssystemen Pannensensor Ieder kookgedeelte is voorzien van een systeem dat waarneemt of er een pan op staat. De plaat straalt alleen warmte uit als er een pan van de juiste afmetingen op staat. Het knipperende controlelampje kan betekenen: • dat de pan niet geschikt is • dat de pan een te kleine diameter heeft • dat de pan niet goed aansluit Aanwijzers van de resterende warmte Ieder kookgedeelte is voorzien van een aanwijzer van de resterende warmte. Deze aanwijzer geeft aan welke kookzones nog heet zijn. Als het vermogensdisplay toont dan is het kookgedeelte nog warm. Het is bijvoorbeeld mogelijk een gerecht warm te houden of boter of chocolade te laten smelten. Met het afkoelen van het kookgedeelte zal het vermogensdisplay tonen. Het display gaat uit wanneer de kookzone voldoende is afgekoeld. Oververhitting In het geval van oververhitting van de elektronische onderdelen gaat de kookplaat automatisch uit en verschijnt op het display F gevolgd door een knipperend nummer. Deze boodschap verdwijnt en u kunt de kookplaat weer gebruiken zodra de temperatuur tot op een acceptabel niveau is gezakt. Veiligheidsschakelaar NL Het apparaat beschikt over een veiligheidsschakelaar die de kookgedeeltes automatisch uitschakelt als de tijdslimiet voor een bepaald vermogensniveau is bereikt. Tijdens deze veiligheidsonderbreking vertoont het display het cijfer “0”. B.v.: de kookplaat rechtsachter staat op 5, terwijl de plaat linksvoor op 2 staat. De plaat rechtsachter zal automatisch na 5 uur uitgaan, de plaat linksvoor na 8 uur. Vermogensniveau Begrenzing van de werkingsduur in uren 1 9 2 8 3 7 4 6 5 5 6 4 7 3 8 2 9 1 Geluidssignaal Enkele storingen, zoals: • een voorwerp (pan, bestek, enz.) dat meer dan 10 seconden op het bedieningspaneel ligt, • gemors op het bedieningspaneel, • een lange druk op een toets, kunnen een geluidssignaal veroorzaken. Verwijder de oorzaak van de storing en het geluidssignaal houdt op. Als de oorzaak van de storing niet wordt verwijderd blijft het geluidssignaal gaan en wordt het kookvlak uitgeschakeld. 35 Koken op laag vuur Koken op middelmatig vuur Koken op hoog vuur Koken op zeer hoog vuur Praktische kooktips Koken op zeer laag vuur NL 36 ª • • ¶ ¶ § § S S ¢ ¢ £ ™ ™ ¡ Koken met een snelkookpan Snelkookpan Frituren Grillen Koken Crêpes Koken op hoog vuur en bruin bakken (Braadstukken, biefstukken, kalfslappen, visfilets, gebakken eieren) Snel indikken (vloeibare sauzen) Koken van water (pasta, rijst, groente) Melk Langzaam indikken (gebonden sauzen) Au bain-marie koken Koken met snelkookpan, na het sissen Koken op laag vuur (stoofschotels) Opwarmen van gerechten Chocoladesaus Warm houden van gerechten Voorzorgsmaatregelen en advies  Dit apparaat is ontwikkeld en gefabriceerd volgens de geldende internationale veiligheidsvoorschriften. Deze aanwijzingen zijn geschreven voor uw veiligheid en u dient ze derhalve goed door te nemen. Dit apparaat voldoet aan de volgende EU Richtlijnen: - 2006/95/EEG van 12/12/06 (Laagspanning) en daaropvolgende wijzigingen - 89/336/EEG van 03/05/89 (Elektromagnetische Compatibiliteit) en daaropvolgende wijzigingen - 93/68/EEG van 22/07/93 en daaropvolgende wijzigingen. • • • • Algemene veiligheidsmaatregelen Controleer dat de luchttoevoeropening van het rooster van de ventilator niet verstopt is. De inbouwkookplaat moet voorzien zijn van een goede ventilatie voor het afkoelen van de elektronische componenten. • Dit apparaat is vervaardigd voor nietprofessioneel gebruik binnenshuis. • Het apparaat dient niet buitenshuis te worden geplaatst, ook niet in overdekte toestand. Het is erg gevaarlijk als het in aanraking komt met regen of onweer. • Raak het apparaat niet aan als u blootsvoets bent of met natte of vochtige handen of voeten. • Het apparaat dient om gerechten te koken. Het mag uitsluitend door volwassenen worden gebruikt en alleen volgens de instructies die beschreven staan in deze handleiding. Gebruik het kookvlak niet om voorwerpen op te plaatsen en ook niet als snijplank. • Het glaskeramische kookvlak is bestand tegen mechanische stoten. Het kan echter worden beschadigd (of barsten) als het wordt geraakt door een puntig object, bijvoorbeeld door gereedschap. Als dit gebeurt moet u onmiddellijk het apparaat afsluiten van de elektrische stroom en contact opnemen met de Technische Dienst. • Voorkom dat elektrische snoeren van andere kleine keukenapparaten op warme delen van de kookplaat terechtkomen. • Vergeet niet dat de temperatuur in het kookgedeelte aanzienlijk hoog blijft tot minstens 30 minuten nadat u het heeft uitgeschakeld. De resterende warmte wordt aangeduid door een aanwijzer (zie Starten en gebruik). • Houd voorwerpen die kunnen smelten op afstand van de kookplaat, zoals bv. plastic, aluminium of suikerhoudende etenswaren. Let vooral op plastic of aluminium verpakkingen en folie: als u ze op • • het nog warme of lauwe kookvlak neerlegt, kunt u zware schade aanrichten. Richt de handvaten van de pannen altijd naar de binnenzijde van de kookplaat zodat u er niet per ongeluk tegenaan stoot. Trek nooit de stekker aan het snoer uit het stopcontact, maar pak altijd de stekker direct beet. Maak het apparaat niet schoon of voer geen onderhoud uit als de stekker nog in het stopcontact zit. Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen (kinderen inbegrepen) met een beperkt lichamelijk, sensorieel of geestelijk vermogen of personen die niet de nodige ervaring of kennis hebben met het apparaat, tenzij onder toezicht van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of nadat hun is uitgelegd hoe het apparaat werkt. Als de kookplaat halogene kookzones heeft moet u vermijden er lang naar te kijken. Voorkom dat kinderen met het apparaat spelen. Afvalverwijdering • Het verwijderen van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt kan worden. • De Europese richtlijn 2002/96/EG, betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA), voorziet dat huishoudelijke apparatuur niet met het normale afval mag worden meegegeven. De verwijderde apparaten moeten apart worden opgehaald om het terugwinnen en recyclen van de materialen waaruit ze bestaan te optimaliseren en te voorkomen dat er eventuele schade voortvloeit voor de gezondheid en het milieu. Het symbool van de afvalemmer met een kruis staat op alle producten om de consument eraan te herinneren dat dit gescheiden afval is. Om meer informatie te verkrijgen betreffende een juiste verwijdering van huishoudapparaten kan de consument zich richten tot de gemeentelijke reinigingsdienst of de verkopers. 37 NL Onderhoud en verzorging NL De elektrische stroom afsluiten Sluit altijd eerst de stroom af voordat u tot enige handeling overgaat. Reinigen van het apparaat  Vermijd het gebruik van schuurmiddelen of bijtende middelen, zoals sprays voor barbecues en ovens, vlekkenmiddelen, roestverwijderende producten, schoonmaakmiddelen in poedervorm of schuursponzen: deze kunnen het oppervlak onherstelbaar krassen.  Gebruik nooit stoom- of hogedrukreinigers voor het reinigen van het apparaat. • Voor normaal onderhoud moet u de kookplaat met een vochtige spons reinigen en afdrogen met keukenpapier. • Als de plaat erg vuil is moet hij worden schoongemaakt met een speciaal middel voor keramiekplaten. Daarna moet u hem afspoelen en afdrogen. • Voor het verwijderen van hardnekkig vuil kunt u een hiervoor bestemd schrapertje gebruiken. Doe dit zo snel mogelijk voordat het apparaat afkoelt, zodat de etensresten niet aankoeken. Uitstekende resultaten bereikt u ook met een speciaal voor keramiekplaten vervaardigd roestvrij staal sponsje dat u in een sopje doopt. • Als er op de kookplaat onverhoopt voorwerpen of plastic materiaal of suiker zouden smelten, moet u ze onmiddellijk met het schrapertje verwijderen zolang het oppervlak nog warm is. • Als de plaat is schoongemaakt, kan hij worden behandeld met een speciaal product voor onderhoud en bescherming: het onzichtbare laagje dat dit product achterlaat beschermt de plaat in het geval er iets overkookt. Dit soort handelingen moeten worden uitgevoerd als de plaat lauw of koud is. • Vergeet niet de kookplaat altijd met schoon water af te spoelen en goed af te drogen: restjes schoonmaakmiddel kunnen de volgende keer dat u kookt aankoeken. 38 Raamwerk van roestvrij staal(alleen bij modellen met lijst) Roestvrij staal kan vlekken gaan vertonen als er voor langere tijd kalkhoudend water op blijft liggen of als gevolg van gebruik van schoonmaakmiddelen die fosfor bevatten. Spoel en droog de kookplaat altijd goed af nadat u hem heeft schoongemaakt. Droog gemorst water altijd meteen goed af.  Enkele kookplaten hebben een lijst van aluminium die lijkt op roestvrij staal. Gebruik voor het reinigen en ontvetten geen producten die niet geschikt zijn voor aluminium. De kookplaat verwijderen Als u de kookplaat uit elkaar moet halen: 1. verwijder de schroeven die de centreringsklemmen aan de zijkant vasthouden; 2. maak de schroeven van de bevestigingshaken op de hoeken los; 3. haal de kookplaat uit het meubel.  U mag nooit aan het interne systeem sleutelen om een reparatie proberen uit te voeren. Als er een storing is moet u contact opnemen met de Service Dienst. Technische beschrijving van de modellen In deze tabellen vindt u de waarden terug van de stroomopname voor ieder afzonderlijk model, het type verwarmingselement en de diameter van ieder kookgedeelte. VRO 641 D B VRO 641 D X Kookplaten Kookgedeeltes Linksachter Rechtsachter Centraal links Linksvoor Rechtsvoor Totaal vermogen VRO 632 TD B VRO 632 TD X Vermogen (in W) Diameter (in mm) HD 2200/1000 H 1400 210/140 160 H 1200 H 1800 145 180 6600 NL Vermogen (in W) Diameter (in mm) H 1400 HT 2700/1950/1050 160 270/210/145 HD 1700/700 180/120 5800 Legenda: H = hilight enkel HD = hilight dubbel HT = hilight drievoudig 39
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

Whirlpool VRO 641 D B Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor