mogelijk langs de sensor (5) kan stromen. Als dit niet mogelijk is, advi-
seren wij de Remote Sensor
TM
op een afstand van minstens 30 cm tot de
muur en minstens 2 meter tot ramen en ventilatieopeningen te plaatsen.
4. Trek het waterreservoir (6) aan de greep omhoog uit het apparaat.
Schroef het deksel van het waterreservoir (7) los en vul het waterre-
servoir met schoon, koud leidingwater tot aan de maximummarkering.
Let op dat het ontkalkingspatroon (8) voor gebruik 24 uur in water heeft
gelegen (zie Voor gebruik). Schroef vervolgens het deksel (7) weer op
het waterreservoir (6). Zet het waterreservoir (6) in het apparaat. De
waterbak (9) vult zich nu langzaam met water uit het waterreservoir.
Belangrijk: verplaats het apparaat niet als het is gevuld met water. Het
water kan in de elektronica terecht komen.
5. Schakel Eva in door op de aan-uitknop (10) te drukken. De actuele rela-
tieve luchtvochtigheid in % wordt aangegeven op het display (15). Als
de led van de waterniveau-indicator (16) rood brandt, zit er te weinig
water in het apparaat. De bevochtiging staat standaard op stand 3 en de
gewenste luchtvochtigheid op 45 % ingesteld.
6. Activeer de Remote Sensor
TM
(2) door op knop Hygrostaat (11a) te druk-
ken. De luchtvochtigheidssensor stuurt automatisch meerdere keren per
minuut informatie over de gemeten relatieve luchtvochtigheid naar het
apparaat. Dit wordt op het display (15) weergegeven. Naast de aan-uit-
knop (10) kunt u het meten ook activeren door op een willekeurige ande-
re knop van de Remote Sensor
TM
(2) te drukken.
7. De gewenste luchtvochtigheid kunt u instellen door enkele keren op de
knop Hygrostaat (11) (30 – 75 % en continu bedrijf CO) te drukken. Het
symbool op het display (15) knippert tijdens het instellen. Als er gedu-
rende enkele seconden niets wordt ingevoerd, wordt de geselecteerde
waarde opgeslagen. Het display geeft de actuele gemeten luchtvoch-
tigheid aan. Zodra de gewenste luchtvochtigheid is bereikt, stopt het
apparaat en begint het display te knipperen. Als de gemeten luchtvoch-
tigheid onder de ingestelde waarde daalt, begint het apparaat weer met
bevochtigen.
8. De bevochtigingscapaciteit kunt u instellen door enkele keren op de
knop Output (12) (stand 1–5) te drukken. De stand wordt op het display
(15) aangegeven met horizontale balkjes (bijv. 1 balkje = stand 1).
9. Met de knop Warm (13) schakelt u de warme modus in. De led van de
knop Warm gaat nu branden. De verwarmingsplaat (17) verwarmt het
water voordat het door het ultrasone membraan (19) wordt verneveld.
De warme modus zorgt voor een aangenaam warme nevel en een hogere
luchtvochtigheidsgraad.
10. Door op de knop “Auto” (14) te drukken activeert u de automatische
modus met Adaptive Humidity
TM
- technologie. De led van de knop Auto
gaat nu branden. In de automatische modus past Eva de bevochtiging
automatisch aan tot de gewenste luchtvochtigheid van 45% stil en
energie-efficiënt is bereikt. Hoe lager de luchtvochtigheid, hoe hoger
de bevochtiging automatisch wordt ingesteld (onder 33 % = stand 4,
van 34 % – 37 % = stand 3, van 38 % – 41 % = stand 2, van 42 % – 45 % =
stand 1). U kunt de gewenste luchtvochtigheid in de automatische mo-
dus wijzigen door meerdere keren op de knop Hygrostaat (11) te druk-
ken, terwijl de automatische modus is geactiveerd (de led op de knop
“Auto” brandt). De bevochtigingsstand (12) kan in automatische modus