Documenttranscriptie
hp photosmart
7150
beknopte handleiding
bedieningspaneel
Op het bedieningspaneel van de printer bevinden zich de volgende knoppen.
ANNULEREN
HERVATTEN
AAN/ UIT
inhoud
1 aan de slag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
printeronderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
voorzijde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
achterzijde. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
bedieningspaneel en indicatielampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
informatie over papier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
papier laden in de invoerlade . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
fotopapier laden in de fotolade . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
informatie over inktpatronen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
een inktpatroon in de houder plaatsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
werken met de reservemodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
de inktpatronen installeren of vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
werken met het bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
de knoppen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
de indicatielampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
2 de printer gebruiken met een hp direct-printing digitale camera . 15
op de camera geselecteerde foto’s afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
foto’s selecteren en afdrukken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
3 de printer gebruiken met een computer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
afdrukken onder Windows . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
afdrukken vanuit software-toepassing. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
werken met het pictogram op de taakbalk van Windows . . . . . . . . . . . . . 19
afdrukken op de Macintosh. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
afdrukken vanuit een software-toepassing (OS X of OS 9.x) . . . . . . . . . . . 20
inhoud
i
4 problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
problemen met de USB-aansluiting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
problemen met de printer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
problemen met afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
index . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
beknopte handleiding
ii
aan de slag
inleiding
1
1
Hartelijk dank voor het aanschaffen van een HP Photosmart
printer. Bij uw nieuwe printer wordt de volgende documentatie
geleverd waarin wordt beschreven hoe u de printer in gebruik
neemt en deze optimaal kunt gebruiken.
•
Installatiegids — De HP Photosmart Installatiegids is de
poster die bij de printer wordt geleverd. Hier vindt u
handzame instructies voor het instellen van de printer en
het installeren van de bijbehorende software.
•
Beknopte handleiding — De HP Photosmart Beknopte
handleiding is het boekje dat u momenteel onder ogen
hebt. Hierin vindt u een korte beschrijving van de
onderdelen van uw nieuwe printer. Verder wordt uitgelegd
hoe u de voornaamste functies van de printer kunt
gebruiken en hoe u problemen met de hardware kunt
opsporen en oplossen.
•
Software-installatie & productondersteuning — Het boekje
HP Photosmart Software-installatie & productondersteuning
biedt uitleg over het installeren en configureren van de
software die bij de printer wordt geleverd. U kunt hierin
ook lezen hoe u softwareproblemen kunt opsporen en
oplossen, hoe u ondersteuning kunt opvragen bij
www.hp.com en hoe u contact kunt opnemen met HP
Support & Services.
•
Help bij HP Photosmart-printer — In de on line
handleiding Help bij HP Photosmart-printer worden de
meer geavanceerde functies van uw nieuwe printer
beschreven. Verder vindt u hierin informatie over het
onderhoud van de printer en uitleg over foutberichten en
geavanceerde procedures voor foutopsporing.
Wanneer u de HP Photosmart-software op de computer
hebt geïnstalleerd, kunt u de Help bij de HP Photosmartprinter bekijken en afdrukken.
aan de slag
1
de help bij de hp photosmart-printer weergeven
• Onder Windows: Ga naar het menu Start, kies
Programma’s, Hewlett-Packard, Photosmart-printer
130, 230, 7150, 7345, 7350, 7550 en HP-dirigent
voor foto- en beeldbewerking. Klik in de HP-dirigent
voor foto- en beeldbewerking op Help.
• Op de Macintosh: Plaats de HP Photosmart-cd in het cdromstation. Selecteer uw taal in de map User Docs en
klik op het bestand photosmart 7150.html.
de help bij de hp photosmart-printer afdrukken
• Onder Windows: Klik op Afdrukken op de
navigatiebalk boven aan het venster Help bij HP
Photosmart-printer.
• Op de Macintosh: Ga naar het menu File en selecteer
Print of klik op Print op de navigatiebalk boven aan het
browservenster.
beknopte handleiding
2
printeronderdelen
voorzijde
Bovenste klep
Open deze klep om de
inktpatroon te vervangen
Fotolade
In deze lade
plaatst u het
fotopapier
(10 x 15 cm)
waarop u wilt
afdrukken
Envelopinvoer
In deze opening plaatst u
één envelop die u wilt
bedrukken
Deksel van fotolade
Via dit deksel hebt u
toegang tot de
fotolade
Camerapoort
Via deze poort
kunt u een HP
direct-printing
digitale camera
op de printer
aansluiten
Uitvoerlade
In deze verwijderbare lade worden
de afgedrukte foto’s
of documenten
opgevangen
Papierbreedtegeleider
Schuif deze geleider
tegen de rand van het
papier in de invoerlade
Uitschuifbare uitvoerlade
Als u een groot aantal
pagina’s wilt afdrukken,
trekt u deze lade
voorzichtig uit om te
voorkomen dat het papier
op de grond valt
aan de slag: printeronderdelen
Bedieningspaneel
Zie bedienings-paneel
en indicatie-lampjes
op pagina 5
Invoerlade
In deze lade
plaatst u het
papier of de
enveloppen
waarop u wilt
afdrukken
Papierlengtegeleider
Schuif deze geleider
tegen de rand van
het papier in de
invoerlade
Schuifknop fotolade
Met deze schuifknop
kunt u de fotolade inof uitschakelen
3
achterzijde
USB-poort
Via deze poort
kunt u de
printer op de
computer
aansluiten
Netsnoeraansluiting
Sluit hier het
meegeleverde
netsnoer aan
beknopte handleiding
Klep aan achterzijde
Verwijder deze klep
als u een
papierstoring wilt
verhelpen
4
bedieningspaneel en
indicatielampjes
ANNULEREN
Met deze knop
kunt u de huidige
afdruktaak
afbreken
Lampje Status inktpatronen
Aan
Een van de inktpatronen
(of beide) is bijna leeg
Knippert
Een van de inktpatronen
(of beide) is niet goed
geïnstalleerd of is defect
HERVATTEN
Met deze knop kunt
u een afdruktaak
voortzetten nadat u
papier hebt
bijgevuld of een
papierstoring hebt
verholpen
AAN/UIT
Met deze knop
kunt u de printer
aan- of uitzetten
Lampje Hervatten
Aan
Het papier in de printer is
op
Knippert
Er is een probleem met de
printer
Camerapoort
Via deze poort kunt u
een HP direct-printing
digitale camera op de
printer aansluiten
aan de slag: printeronderdelen
Lampje Afdrukken
Aan (groen)
De printer staat aan
Uit
De printer staat uit
Knippert (groen)
De printer is bezig
Knippert (oranje)
Er is een probleem met de
printer
5
informatie over papier
U kunt afdrukken op papier van uiteenlopende soorten en
formaten, van indexkaarten en fotopapier tot enveloppen en
transparanten. Voor de beste afdrukkwaliteit raden we u aan
inkjetpapier van HP te gebruiken.
Als u inkjetpapier van HP gebruikt, moet u de
juiste papiersoort instellen in het dialoogvenster
Eigenschappen van de printer (onder Windows)
of het dialoogvenster Print (op de Macintosh).
•
Gebruik de invoerlade voor alle ondersteunde
papiersoorten en -formaten
•
Gebruik de fotolade als u wilt afdrukken op fotopapier van
10 x 15 cm
•
Gebruik de envelopinvoer boven de uitvoerlade als u één
envelop wilt bedrukken
Raadpleeg de Help bij de HP Photosmart-printer voor meer
informatie over de ondersteunde papiersoorten en -formaten.
papier laden in
de invoerlade
1
Til de uitvoerlade omhoog.
Uitvoerlade
Schuifknop
fotolade
Papierbreedtegeleider
2
beknopte handleiding
Invoerlade
Papierlengtegeleider
Trek de papierlengtegeleider uit de invoerlade en schuif de
papierbreedtegeleider zo ver mogelijk naar links.
6
3
Plaats een stapel papier in de invoerlade.
• Leg het papier met de kant waarop u wilt afdrukken
naar beneden. Het papier wordt de printer in
getrokken, omgedraaid en vervolgens bedrukt, waarna
het document met de bedrukte zijde naar boven in de
uitvoerlade wordt opgevangen.
• Leg het papier altijd in de lengterichting in de printer,
met de korte zijde naar u toe gekeerd.
• Gebruik niet te veel of te weinig papier. Wanneer de
invoerlade maar één of twee vellen papier bevat, kan
de printer moeite hebben met het oppakken van het
volgende vel papier. Zorg ervoor dat de stapel
meerdere vellen bevat, maar niet boven de bovenzijde
van de papierlengtegeleider uitsteekt. Zie de sectie
over de specificaties in de Help bij de HP Photosmartprinter voor meer informatie.
• Gebruik slechts één soort en formaat papier tegelijk.
Doe geen verschillende soorten en formaten papier
door elkaar in de invoerlade.
fotopapier
laden in de
fotolade
4
Trek de schuifknop van de fotolade helemaal naar u toe.
Hiermee schakelt u de fotolade uit.
5
Schuif de papierbreedtegeleider en papierlengtegeleider
zo dicht mogelijk tegen het papier aan, zonder dat het
papier opbolt. Dit zorgt ervoor dat het papier recht in de
printer wordt ingevoerd.
6
Laat de uitvoerlade zakken.
Wanneer u de fotolade gebruikt, kunt u het papier in de
invoerlade laten zitten.
Als het fotopapier in de fotolade op is, wordt er
verder afgedrukt op het papier uit de invoerlade.
1
Trek de schuifknop van de fotolade helemaal naar u toe.
Hiermee schakelt u de fotolade uit.
2
Til het deksel van de fotolade op.
aan de slag: informatie over papier
7
3
Leg het papier in de fotolade met de kant waarop u wilt
afdrukken naar beneden. Als u papier met een afscheurstrook gebruikt, plaatst u dit zo dat de strook als eerste
wordt ingevoerd. Het papier wordt de printer in getrokken,
omgedraaid en vervolgens bedrukt, waarna het document
met de bedrukte zijde naar boven in de uitvoerlade wordt
opgevangen.
• U kunt maximaal 20 vellen papier in de fotolade
plaatsen.
Deksel van
fotolade
Schuifknop
fotolade
Uitvoerlade
4
Laat het deksel van de fotolade zakken.
5
Duw de schuifknop van de fotolade van u af (in de richting
van de printer) totdat deze tegen de rand van het papier
tot stilstand komt. Zo wordt de fotolade ingeschakeld.
Wanneer u de fotolade niet meer wilt gebruiken,
trekt u de schuifknop van de fotolade helemaal
naar u toe. De fotolade wordt dan uitgeschakeld
en er wordt weer afgedrukt op het papier in de
invoerlade.
Zie de Help bij de HP Photosmart-printer voor meer informatie
over:
beknopte handleiding
•
het laden van één envelop
•
het laden van een stapel enveloppen
•
het laden van indexkaarten en andere kleine afdrukmedia
•
het laden van transparanten
8
informatie over inktpatronen
Voor uw printer kunt u kiezen uit drie inkpatronen.
De twee inktpatronen die worden geleverd bij de printer zijn bij
uitstek geschikt voor het afdrukken van prachtige foto's.
•
HP #57 (C6657A) — Driekleurige inktpatroon
•
HP #58 (C6658A) — Inktpatroon voor foto’s
Voor het voordelig afdrukken van gewone documenten kunt u
een zwarte inktpatroon kopen voor gebruik in plaats van de
inktpatroon voor foto’s:
•
HP #56 (C6656A) — Zwarte inktpatroon
De wagen voor inktpatronen op de printer biedt plaats aan
twee inktpatronen. Welke inktpatronen u gebruikt, hangt af van
wat u wilt afdrukken.
Type afdruk
Aanbevolen inkpatronen
Documenten
Links: Driekleurige inktpatroon (HP #57)
Rechts: Zwarte inktpatroon (HP #56)
Foto’s op
fotopapier
Links: Driekleurige inktpatroon (HP #57)
Rechts: Inktpatroon voor foto’s (HP #58)
Bij het afdrukken van foto’s kunt u de zwarte
inktpatroon in de wagen laten zitten. Voor de
beste fotokwaliteit is het raadzaam de
inktpatroon voor foto’s te installeren.
aan de slag: informatie over inktpatronen
9
een inktpatroon
in de houder
plaatsen
werken met de
reservemodus
beknopte handleiding
Door een ongebruikte inkpatroon in de houder te plaatsen kunt
u deze langer goed houden. Bewaar de inktpatroon daarom
altijd in de meegeleverde houder wanneer u deze uit de printer
verwijdert.
•
U kunt een inktpatroon in de houder plaatsen door de
patroon schuin in de houder te schuiven en deze
vervolgens op zijn plaats te klikken.
•
U kunt de inktpatroon weer uit de houder verwijderen door
op de bovenkant van de houder te drukken en deze naar
achter te bewegen, waarna u de inktpatroon uit de houder
kunt schuiven.
In de reservemodus kunt u doorgaan met afdrukken als een van
de inktpatronen defect raakt, geen inkt meer bevat of niet
compatibel is met uw printer. Als er een foutbericht over de
inktpatroon verschijnt op het computerscherm of het LCDscherm van uw camera, of als het statuslampje van de
inktpatroon brandt of knippert, verwijdert u de inktpatroon in
kwestie en sluit u het bovenste deksel van de printer. Vervolgens
wordt de reservemodus geactiveerd. Er verschijnt een bericht
waarin wordt gemeld dat de reservemodus is geactiveerd.
10
In de reservemodus wordt er trager afgedrukt en is de kwaliteit
van de afdrukken minder.
Gebruikte inktpatroon
Resultaat
Zwarte inktpatroon
Kleuren worden afgedrukt
in grijstinten
Driekleurige inktpatroon
Kleuren worden gewoon
afgedrukt, maar zwart als
grijs
Inkpatroon voor foto’s
Kleuren worden afgedrukt
in grijstinten
Hoewel u in de reservemodus kunt doorgaan
met afdrukken, is de afdrukkwaliteit minder
goed. Vervang de ontbrekende inktpatroon
daarom zo snel mogelijk, zodat u weer
afdrukken kunt maken van de hoogste kwaliteit.
de inktpatronen
installeren of
vervangen
Uw printer presteert pas optimaal als u echte HP-benodigdheden gebruikt, zoals echte HP-inktpatronen die door HP zijn
gevuld.
De inktpatronen gaan het langst mee als u de printer na gebruik
uitzet met de knop AAN/UIT. Trek de stekker pas uit het
stopcontact of schakel de stroomvoorziening (bijvoorbeeld een
snoercentrale) pas uit wanneer het lampje Afdrukken niet meer
brandt. Op die manier kunnen de inktpatronen veilig worden
weggeborgen.
Let op! Controleer of u de juiste inktpatronen gebruikt. Vul
de inktpatronen niet zelf bij. Schade die ontstaat door het
aanpassen of bijvullen van HP-inktpatronen valt
uitdrukkelijk niet onder de garantie van HP.
1
Als de printer uit staat, drukt u op de knop AAN/UIT op
het bedieningspaneel om de printer aan te zetten.
2
Open de bovenste klep. De wagen met de inktpatronen
beweegt naar het midden van de printer.
3
Til de vergrendeling van de wagen voor de inktpatroon die
u wilt installeren of vervangen op door uw vinger onder
het nummer op het palletje te plaatsen en dit naar u toe te
trekken. De vergrendeling van de inktpatroon wordt
geopend.
aan de slag: informatie over inktpatronen
11
4
Als u de inktpatroon wilt vervangen, trekt u de oude
inktpatroon eruit en ruimt u deze op.
5
Neem de nieuwe inktpatroon uit de verpakking.
6
Pak deze vast bij het roze lipje en trek de plastic tape los.
Let erop dat u alleen de doorzichtige tape van de
inktsproeiers aftrekt en de koperen contactpunten laat
zitten.
Raak de inktsproeiers en de koperen
contactpunten NIET aan. Als u deze onderdelen
aanraakt, kunt u de inktpatroon beschadigen.
beknopte handleiding
12
7
De inktpatroon plaatsen:
• Houd de inktpatroon met de koperen contactpunten
naar de houder. Zorg ervoor dat de opstaande randen
links en rechts op de bovenkant van de inktpatroon zich
precies onder de uitsparingen op de wagen bevinden.
Schuif de inktpatroon voorzichtig in de wagen en druk
deze vervolgens stevig op zijn plaats.
• Duw de vergrendeling naar beneden. Plaats uw vinger
bovenop het palletje. Plaats uw duim onder het nummer
op het palletje en druk dit naar beneden. Laat het
palletje los zodat de inktpatroon op zijn plaats klikt.
8
Sluit de bovenste klep.
Er wordt automatisch een kalibratiepagina
afgedrukt. Zorg ervoor dat de invoerlade gewoon
papier bevat.
aan de slag: informatie over inktpatronen
13
werken met het bedieningspaneel
de knoppen
Op het bedieningspaneel van de printer ziet u drie knoppen:
•
ANNULEREN — Met deze knop kunt u de huidige
afdruktaak afbreken.
•
HERVATTEN — Met deze knop kunt u een afdruktaak
voortzetten nadat u papier hebt bijgevuld of een
papierstoring hebt verholpen.
•
AAN/UIT — Met deze knop zet u de printer aan of uit.
Gebruik altijd de knop AAN/UIT om de printer
uit te zetten.
de indicatielampjes
Op het bedieningspaneel van de printer ziet u drie
indicatielampjes:
•
Lampje Status inktpatronen — Wanneer dit lampje brandt,
is een van de inktpatronen (of beide) bijna leeg. Wanneer
dit lampje knippert, is een van de inktpatronen (of beide)
niet goed geïnstalleerd of defect.
•
Lampje Hervatten — Wanneer dit lampje brandt, is het
papier in de printer op. Wanneer dit lampje knippert, is er
een probleem met de printer.
•
Lampje Afdrukken — Wanneer dit lampje brandt, staat de
printer aan. Wanneer dit lampje groen knippert, is de
printer bezig. Wanneer dit lampje oranje knippert, is er
een probleem met de printer.
Wanneer het Lampje Status inktpatronen en
het lampje Hervatten allebei knipperen, is er
een papierstoring opgetreden. Wanneer
alledrie de lampjes knipperen, is de wagen
vastgelopen. Zie problemen met afdrukken op
pagina 28 voor meer informatie.
beknopte handleiding
14
de printer gebruiken met
een hp direct-printing
digitale camera
2
2
Met de HP Photosmart 7150 printer kunt u zonder computer
prachtige foto’s afdrukken. Alles wat u daar verder voor nodig
hebt is uw digitale camera.
op de camera geselecteerde foto’s afdrukken
Als u een HP direct-printing digitale camera hebt, kunt u op de
camera geselecteerde foto’s rechtstreeks op de printer
afdrukken.
foto’s selecteren
en afdrukken
1
Selecteer de foto’s die u wilt afdrukken in het menu Delen
op de camera. Raadpleeg de documentatie bij de camera
voor meer informatie.
2
Sluit de camera aan op de camerapoort aan de voorzijde
van de printer met behulp van de speciale USB-kabel die
bij de camera wordt geleverd.
de printer gebruiken met een hp direct-printing digitale camera
15
3
Wanneer u de camera op de printer aansluit, verschijnt het
menu Afdrukinstellingen. Met dit menu kunt u het volgende
doen:
• De voor afdrukken geselecteerde foto’s wijzigen
• De papiersoort selecteren
• Het papierformaat selecteren
4
Volg de aanwijzingen op het LCD-scherm voor het maken
van afdrukken.
Raadpleeg de documentatie bij de camera
voor meer informatie over het werken met
foto’s die op de camera zijn geselecteerd.
beknopte handleiding
16
de printer gebruiken
met een computer
3
3
U kunt de HP Photosmart 7150 printer gebruiken in combinatie
met elke softwaretoepassing voor Windows of de Macintosh
waarmee kan worden afgedrukt. U kunt allerlei soorten
projecten afdrukken, van pagina’s uit een fotoalbum tot
wenskaarten en nieuwsbrieven.
Als u al weet hoe u een printer in combinatie met uw computer
kunt gebruiken, kunt u meteen beginnen met afdrukken. Als u
nog niet zoveel afweet van afdrukken of nog vragen hebt, kunt
u in dit hoofdstuk meer over dit onderwerp lezen.
afdrukken onder Windows
afdrukken
vanuit
softwaretoepassing
1
Ga naar het menu Bestand in de gebruikte
softwaretoepassing en kies Afdrukken.
2
Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt. Selecteer de
pagina’s die en het aantal exemplaren dat u wilt
afdrukken.
de printer gebruiken met een computer
17
3
Klik op Eigenschappen voor meer instelmogelijkheden.
Stel de eigenschappen van de printer in (zoals de
afdrukkwaliteit en de papiersoort) en klik op OK.
Als u meer wilt weten over de beschikbare
instellingen, klikt u op ? in de rechterbovenhoek
van het dialoogvenster Afdrukken en klikt u
vervolgens op het item waarover u meer
informatie wenst. U kunt ook op Help klikken.
4
Klik op OK om met afdrukken te beginnen.
Zie de Help bij de HP Photosmart-printer voor meer informatie
over de volgende onderwerpen:
beknopte handleiding
•
het wijzigen van de afdrukinstellingen
•
het werken met geavanceerde instellingen
•
het aanpassen van de kleur en de helderheid van foto’s
18
werken met het
pictogram op
de taakbalk van
Windows
Wanneer u de printersoftware installeert, verschijnt het
pictogram HP Photosmart-printer op de taakbalk van Windows.
Via dit pictogram kunt u diverse taken uitvoeren.
Printerpictogram
het pictogram hp photosmart-printer
Via het printerpictogram kunt u het dialoogvenster
Eigenschappen voor de printer activeren, een standaardprinter
selecteren of de Werkset openen.
•
Wanneer u op het printerpictogram dubbelklikt, verschijnt
het dialoogvenster Eigenschappen.
•
Wanneer u met de rechtermuisknop op het printerpictogram klikt, verschijnt het volgende menu. Kies een
optie in het menu.
Klik hierop om het
dialoogvenster
Eigenschappen te
openen.
Klik hierop om het menu
te sluiten en het printerpictogram van de taakbalk
te verwijderen. Als u het
menu wilt sluiten zonder
het printerpictogram van
de taakbalk te
verwijderen, klikt u ergens
buiten het menu.
Klik hierop om de
Werkset van de HP
Photosmart-printer te
openen.
In de lijst met geïnstalleerde
printers kunt u de gewenste
HP Photosmart-printer
selecteren. De geselecteerde
printer wordt aangegeven
met een vinkje.
Zie de Help bij de HP Photosmart-printer voor meer informatie
over:
•
het instellen van de printereigenschappen
•
het gebruik van de Werkset
•
het werken met de HP-dirigent voor foto- en
beeldbewerking
de printer gebruiken met een computer: afdrukken onder Windows
19
afdrukken op de Macintosh
afdrukken
vanuit een
softwaretoepassing
(OS X of
OS 9.x)
De volgende stappen zijn specifiek voor OS X.
Voor OS 9.x kunnen deze stappen iets afwijken.
Zorg ervoor dat u de Photosmart-printer hebt
geselecteerd in het Print Center (OS X) of in de
Kiezer (OS 9.x) voordat u met afdrukken begint.
Zie het boekje Software-installatie &
productondersteuning bij de printer voor meer
informatie.
1
Kies Pagina-instelling in het menu Archief van de
softwaretoepassing.
2
Kies Photosmart 7150 in het uitrolmenu Indeling en
selecteer vervolgens de paginakenmerken (zoals
papierformaat, afdrukstand en schaal) voor uw project.
Wanneer u klaar bent met het instellen van de
paginakenmerken klikt u op OK.
3
Kies Print in het menu Archief van de softwaretoepassing.
4
Selecteer de gewenste afdrukinstellingen voor uw project.
Via het uitrolmenu kunt u naar de andere deelvensters
gaan.
5
Klik op Print (OS X) of OK (OS 9.x) om met afdrukken te
beginnen.
Klik op ? in de linkerbenedenhoek van het
dialoogvenster als u meer wilt weten over de
beschikbare instellingen (alleen onder OS X).
Zie de Help bij de HP Photosmart-printer voor meer informatie
over:
beknopte handleiding
•
het wijzigen van de afdrukinstellingen
•
het werken met geavanceerde instellingen
•
het aanpassen van de kleur en de helderheid van foto’s
20
problemen oplossen
4
4
Uw HP Photosmart-printer is zodanig ontworpen met het oog op
betrouwbaarheid en gebruiksgemak. In deze sectie vindt u tips,
adviezen en antwoorden op veelgestelde vragen. Controleer
eerst het volgende:
•
Zijn alle kabels tussen de printer en de computer op de
juiste manier aangesloten?
•
Gebruikt u de meest recente versie van de software?
Ga na of er software-updates beschikbaar zijn op
www.hp.com. Raadpleeg het boekje Software-installatie &
productondersteuning dat bij de printer wordt geleverd
voor contactinformatie.
De informatie in deze sectie heeft betrekking op
Windows- en Macintosh-besturingssystemen.
problemen oplossen
21
problemen met de USB-aansluiting
Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Alleen onder
Windows
Ik heb de printer
met een USB-kabel
aangesloten via
een ander USBapparaat of een
hub, maar
wanneer ik
probeer af te
drukken verschijnt
er een foutbericht
met de volgende of
een vergelijkbare
melding: FOUT BIJ
SCHRIJVEN NAAR
<NAAM VAN
USB-POORT>.
Misschien ontvangt de
printer niet de juiste
gegevens van het andere
apparaat of de hub.
OF
De communicatie tussen
de printer en de computer
is onderbroken door een
ander apparaat dat op de
hub is aangesloten.
Probeer het volgende:
• Sluit de printer rechtstreeks aan
op de USB-poort van de
computer.
• Sluit de USB-kabel op de juiste
manier aan op de computer en
de USB-poort op de achterzijde
van de printer.
• Koppel de andere USBapparaten los van de hub en
probeer het document opnieuw
af te drukken.
De USB-kabel is te lang.
Gebruik een USB-kabel met een
lengte die wordt ondersteund door
de printer. Zie de sectie over de
specificaties in de Help bij de HPprinter voor informatie over de
ondersteunde lengte van de USBkabel.
Alleen onder
Windows
Ik heb de printer
aangesloten met
een USB-kabel,
maar wanneer ik
probeer af te
drukken verschijnt
er een bericht met
de volgende of een
vergelijkbare
melding: FOUT BIJ
SCHRIJVEN NAAR
<NAAM VAN
DOT4>.
Er is een probleem met de
USB-aansluiting.
Probeer het volgende:
• Koppel de USB-kabel los van de
computer en sluit deze opnieuw
aan.
• Sluit de kabel op de juiste
manier aan op de computer en
de USB-poort op de achterzijde
van de printer.
• Start de computer opnieuw.
beknopte handleiding
22
Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Wanneer ik een
USB-kabel aansluit
tussen de printer en
de computer,
verschijnt er een
foutbericht met de
volgende of een
vergelijkbare
melding: U HEBT
DE COMPUTER
AANGESLOTEN
OP DE USB-POORT
AAN DE VOORZIJDE VAN DE
PRINTER.
U hebt de computer
aangesloten op de
camerapoort op de
voorzijde van de printer.
U kunt via deze poort
alleen een HP
direct-printing digitale
camera op de printer
aansluiten.
Probeer het volgende:
• Sluit de USB-kabel aan op de
USB-poort op de achterzijde van
de printer.
Als u printersoftware aan het
installeren was toen het foutbericht
verscheen, probeert u het volgende:
Onder Windows
1 Verwijder de printersoftware.
Plaats de cd met de printersoftware in de computer, klik op
Verwijderen HP Photosmartsoftware en volg de aanwijzingen op het scherm.
2 Start de computer opnieuw
nadat u de software hebt
verwijderd.
3 Sluit de USB-kabel aan op de
USB-poort op de achterzijde van
de printer.
4 Installeer de printersoftware
opnieuw. Raadpleeg het boekje
Software-installatie &
productondersteuning voor
instructies.
Op de Macintosh
1 Verwijder de printersoftware.
Plaats de cd met de printersoftware in de computer, klik op
Verwijder in de Installer en volg
de aanwijzingen op het scherm.
2 Start de computer opnieuw
nadat u de software hebt
verwijderd.
3 Sluit de USB-kabel aan op de
USB-poort op de achterzijde van
de printer.
4 Installeer de printersoftware
opnieuw. Raadpleeg het boekje
Software-installatie &
productondersteuning voor
instructies.
problemen oplossen: problemen met de USB-aansluiting
23
Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Alleen onder
Windows
Wanneer ik een
USB-kabel aansluit
tussen de printer en
de computer,
verschijnt het
bericht
ONBEKEND
APPARAAT.
Misschien is er statische
elektriciteit ontstaan in de
kabel tussen de computer
en de printer.
OF
Misschien is de USB-kabel
defect.
OF
Misschien hebt u de USBkabel niet op de juiste
wijze aangesloten.
OF
De software herkent de
printer niet. Misschien is
de USB-aansluiting van de
printer defect.
Probeer het volgende:
1 Koppel de USB-kabel los van de
printer.
2 Koppel het netsnoer los van de
printer.
3 Wacht ongeveer 10 seconden.
4 Sluit het netsnoer weer aan op
de printer.
5 Sluit de USB-kabel weer aan op
de USB-poort op de achterzijde
van de printer.
6 Als het bericht ONBEKEND
APPARAAT nog steeds wordt
weergegeven in het dialoogvenster van de wizard Nieuwe
hardware, kijkt u op
www.hp.com om te zien of er
updates zijn of neemt u contact
op met HP Support & Services.
Raadpleeg het boekje
Software-installatie &
productondersteuning dat bij de
printer wordt geleverd voor
contactinformatie.
problemen met de printer
Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Het afdrukken
verloopt erg
langzaam.
(zie volgende
pagina)
Misschien voldoet de
computer niet aan de
systeemvereisten.
Controleer de hoeveelheid vrij RAMgeheugen en de processorsnelheid van
de computer. Zie de sectie over de
specificaties in de Help bij de HP
Photosmart-printer voor informatie over
de systeemvereisten.
Misschien worden er
te veel programma’s
tegelijk uitgevoerd.
Sluit alle overbodige programma’s.
beknopte handleiding
24
Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
(vervolg van vorige
pagina)
Het afdrukken
verloopt erg
langzaam.
Misschien gebruikt u
verouderde
printersoftware.
Kijk op www.hp.com om te zien of er
een recentere versie van de software
beschikbaar is. Raadpleeg het boekje
Software-installatie & productondersteuning dat bij de printer wordt
geleverd voor contactinformatie.
Onder Windows
Gebruik de toepassing Web Update
van HP om te controleren welke versie
van het printerstuurprogramma u
gebruikt. Zie de sectie over
productgebruik en -onderhoud in de
Help bij de HP Photosmart-printer voor
meer informatie.
Op de Macintosh
In het dialoogvenster Print (OS 9.x) of
het Print Center (OS X) kunt u
controleren welke versie van het
printerstuurprogramma u momenteel
gebruikt. Zie de sectie over afdrukopties
voor alledag in de Help bij de HP
Photosmart-printer voor meer informatie.
Misschien drukt u een
complex document af
met afbeeldingen of
foto’s.
OF
Misschien drukt u een
foto met een hoge
resolutie af.
Probeer het volgende:
• Maak wat ruimte vrij op de vaste
schijf. Als er minder dan 100 MB
schijfruimte op de computer vrij is,
kan het verwerken van afdruktaken
langer duren.
• Wacht even. Het afdrukken van
grote, complexe documenten met
afbeeldingen of foto’s duurt langer
dan het afdrukken van
tekstdocumenten.
problemen oplossen: problemen met de printer
25
Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
(vervolg van vorige
pagina)
Het afdrukken
verloopt erg
langzaam.
Misschien hebt u
4800x1200 dpi
Geoptimaliseerd
gekozen.
Onder Windows
1 Ga naar de tab Kwaliteit in het
dialoogvenster Eigenschappen van
de printer, stel de afdrukkwaliteit in
op Beste en selecteer de papiersoort
Fotopapier. Selecteer als optie voor
hoge resolutie PhotoREt in plaats van
4800x1200 dpi Geoptimaliseerd.
2 Druk het document opnieuw af.
Op de Macintosh
1 Ga naar het deelvenster Papiertype/
Kwaliteit en schakel de optie Foto
met hoge resolutie uit.
2 Druk het document opnieuw af.
Misschien gebruikt u
een USB-hub en zijn
er andere USBapparaten in
gebruik.
Probeer het volgende:
• Sluit de USB-kabel van de computer
rechtstreeks aan op de USB-poort op
de achterzijde van de printer.
Gebruik geen hub.
• Gebruik tijdens het afdrukken geen
andere apparaten die aan de hub
zijn gekoppeld.
Misschien is de optie
Automatisch
geselecteerd bij
Papiersoort.
Wanneer als papiersoort Automatisch is
ingesteld, scant de printer het papier om
het juiste papiertype te bepalen. Dit kan
enkele seconden langer duren. U kunt
dit voorkomen door de juiste papiersoort op te geven voordat u met
afdrukken begint.
Onder Windows
• Selecteer de juiste papiersoort op het
tabblad Kwaliteit in het dialoogvenster Eigenschappen van de
printer.
Op de Macintosh
• Selecteer de juiste papiersoort in het
deelvenster Papiertype/Kwaliteit van
het dialoogvenster Print.
beknopte handleiding
26
Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
(vervolg van vorige
pagina)
Het afdrukken
verloopt erg
langzaam.
Misschien drukt u af
in de reservemodus.
De reservemodus
wordt geactiveerd
wanneer een van de
inktpatronen
ontbreekt.
Vervang de ontbrekende inktpatroon
door een nieuwe.
Ik kan de printer
niet aanzetten.
Misschien heeft de
printer te veel stroom
gebruikt.
Koppel het netsnoer los van de printer en
wacht ongeveer tien seconden. Sluit het
netsnoer weer aan en druk op de AAN/
UIT-knop om de printer aan te zetten.
De printer is aangesloten op een
snoercentrale en deze
is uitgeschakeld.
Schakel de snoercentrale in.
Het groene lampje
Afdrukken knippert.
Misschien is de
printer bezig met het
verwerken van
gegevens.
Wacht even. De printer heeft enige tijd
nodig om de gegevens te verwerken.
Het oranje lampje
Afdrukken knippert.
Er is een probleem
met de printer.
Probeer het volgende:
1 Kijk op de computermonitor of het
LCD-scherm van de camera voor
instructies.
2 Als dit geen soelaas biedt, zet u de
printer uit. Koppel het netsnoer los
van de printer, wacht een minuut en
sluit het netsnoer weer aan. Zet de
printer aan.
Het rode lampje
Afdrukken knippert.
Er is een fatale fout
opgetreden.
Probeer het volgende:
1 Zet de printer uit. Koppel het netsnoer
los van de printer, wacht een minuut
en sluit het netsnoer weer aan. Zet de
printer aan.
2 Als dit geen soelaas biedt, kijkt u op
www.hp.com of neemt u contact op
met HP Support & Services.
Raadpleeg het boekje Softwareinstallatie & productondersteuning dat
bij de printer wordt geleverd voor
contactinformatie.
problemen oplossen: problemen met de printer
27
problemen met afdrukken
Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Het fotopapier
wordt niet naar
behoren
ingevoerd.
De fotolade is niet
ingeschakeld.
Schakel de fotolade in door de
schuifknop van u af te duwen totdat
deze tot stilstand komt tegen de rand
van het papier.
Uw werkomgeving is
extreem droog of
vochtig.
Probeer het volgende:
• Schuif het fotopapier zo ver mogelijk
in de fotolade.
• Laad één vel fotopapier tegelijk.
Misschien zit er te veel
papier in de invoerlade.
Verwijder wat papier uit de invoerlade
en probeer het opnieuw.
Misschien zijn de
papiergeleiders niet
goed ingesteld.
Controleer of de papierbreedtegeleider
en de papierlengtegeleider goed tegen
de randen van het papier aanzitten,
zonder dat het papier daarbij opbolt.
Misschien is het papier
te dun of te dik.
Zie de sectie over de specificaties in de
Help bij de HP Photosmart-printer voor
informatie over ondersteunde
papiergewichten.
Misschien is het papier
gekreukt.
Gebruik ander papier.
Er is een probleem met
de printer.
Kijk op de computermonitor of het LCDscherm van de camera voor instructies.
Misschien is er geen
stroom of zit er een
kabel los.
Probeer het volgende:
• Controleer of de printer aan staat.
• Controleer of het netsnoer op de
juiste wijze is aangesloten.
Misschien bevat de
papierlade geen
papier.
Controleer of het papier op de juiste
manier in de papierlade is geplaatst.
Zie informatie over papier op pagina 6
voor instructies bij het laden van
papier.
Misschien staat de
bovenste klep van de
printer open.
Sluit de bovenste klep van de printer.
Het papier wordt
niet naar behoren
ingevoerd.
OF
Het papier wordt
niet naar behoren
uitgevoerd.
Er komt niets uit
de printer.
(zie volgende
pagina)
beknopte handleiding
28
Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
(vervolg van
vorige pagina)
Er komt niets uit
de printer.
Misschien is er een
papierstoring.
Probeer het volgende:
• Kijk op de computermonitor of het
LCD-scherm van de camera voor
instructies.
• Verwijder het papier uit de
invoerlade en/of de uitvoerlade.
• Als u momenteel etiketten afdrukt,
controleert u of er tijdens het
afdrukken misschien een etiket is
losgeraakt van het vel papier.
Als er nog steeds problemen zijn met de
papierdoorvoer, probeert u het
volgende:
1 Zet de printer uit.
2 Koppel de printer los. Open de
achterklep door de knop naar links
te draaien. Verwijder de klep.
3 Verwijder het vastgelopen papier
voorzichtig uit de printer en zet de
achterklep weer op zijn plaats.
4 Sluit de printer weer aan en zet hem
aan.
5 Wanner u de papierstoring hebt
verholpen, drukt u het document
opnieuw af.
Als het papier vastloopt wanneer u op
fotopapier afdrukt, probeert u het
volgende:
• Schuif het fotopapier zo ver mogelijk
in de fotolade.
• Laad één vel fotopapier tegelijk.
Misschien zit de wagen
met de inktpatronen
vast.
Controleer de indicatielampjes. Als
alledrie de lampjes knipperen, is de
wagen met de inktpatronen vastgelopen. Verwijder al het papier uit het
doorvoerpad van de wagen met de
inktpatronen en druk op de knop
HERVATTEN.
problemen oplossen: problemen met afdrukken
29
Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
(vervolg van
vorige pagina)
Er komt niets uit
de printer.
Misschien is er iets aan
de hand met de
inktpatronen.
Probeer het volgende:
• Kijk op de computermonitor of het
LCD-scherm van de camera voor
eventuele foutberichten.
• Controleer het lampje Status
inktpatronen.
• Vervang de inktpatronen.
Misschien is de printer
nog bezig met het
verwerken van
gegevens.
Zie problemen met de printer op
pagina 24.
Alleen onder
OS 9.x op de
Macintosh
Er komt niets uit
de printer.
Er is niet voldoende
geheugen toegewezen
in de toepassing
PrintMonitor in Systeem.
Wijs meer geheugen toe aan de
toepassing in het dialoogvenster Info.
Er komt een lege
pagina uit de
printer.
(zie volgende
pagina)
Misschien is de inkt op.
Onder Windows
• Controleer het inktniveau van beide
inktpatronen op het tabblad Geschat
inktniveau van de Werkset.
Op de Macintosh
• Controleer het inktniveau met de HP
Inkjet-hulpprogramma.
Als de inkt op is, vervangt u de
inktpatroon.
Misschien hebt u een
afdruktaak gestart en
deze vervolgens
geannuleerd.
Als u een afdruktaak annuleert voordat
het bestand is afgedrukt, kan het papier
al in de printer zijn geladen. Wanneer
u de volgende afdruktaak start, komt er
een lege pagina uit de printer voordat
de huidige taak wordt uitgevoerd.
Misschien probeert u
een fax af te drukken.
Probeer het volgende:
1 Sla het faxbericht op met een
grafische indeling, bijvoorbeeld TIFF.
2 Neem het aldus opgeslagen
faxbericht op in een
tekstverwerkingsdocument en druk
het van daaruit af.
beknopte handleiding
30
Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
(vervolg van
vorige pagina)
Er komt een lege
pagina uit de
printer.
U drukt af in de
reservemodus terwijl de
zwarte inktpatroon is
geïnstalleerd EN de
optie voor afdrukken
zonder randen is
ingeschakeld.
Vervang de ontbrekende inktpatroon
door een nieuwe.
OF
Schakel de optie voor afdrukken
zonder randen uit.
Zie werken met de reservemodus op
pagina 10 voor meer informatie.
Het document
wordt niet
afgedrukt met de
geselecteerde
standaardafdrukinstellingen.
Het kan zijn dat de
standaardafdrukinstellin
gen van de printer
afwijken van de
afdrukinstellingen van
de toepassing. De
afdrukinstellingen van
de toepassing hebben
voorrang op de
standaardinstellingen
van de printer.
Onder Windows
• Ga naar het menu Bestand van de
toepassing, selecteer Afdrukken en
klik op Eigenschappen om de
gewenste afdrukinstellingen op te
geven.
Op de Macintosh
• Ga naar het menu Archief van de
toepassing, selecteer Print en geef
de gewenste afdrukinstellingen op.
De papiersoort is
ingesteld op
Automatisch,
maar bij het
voorbereiden van
de afdruk wordt
het papier
uitgeworpen.
Misschien staat de
printer in direct
zonlicht, waardoor de
automatische papiersensor ontregeld raakt.
Verplaats de printer naar een minder
zonnig plekje.
Delen van het
document
ontbreken of
zitten niet op de
juiste plaats.
(zie volgende
pagina)
Misschien hebt u niet de
juiste afdrukstand
geselecteerd.
Onder Windows
• Selecteer de juiste afdrukstand
(Staand of Liggend) op het tabblad
Lay-out van het dialoogvenster
Eigenschappen van de printer en in
het dialoogvenster Pagina-instelling
van de toepassing.
Op de Macintosh
• Controleer of u de juiste afdrukstand
hebt geselecteerd (staand of
liggend) in het dialoogvenster
Pagina-instelling.
problemen oplossen: problemen met afdrukken
31
Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
(vervolg van
vorige pagina)
Delen van het
document
ontbreken of
zitten niet op de
juiste plaats.
Misschien hebt u niet
het juiste papierformaat
geselecteerd.
Onder Windows
• Selecteer het juiste papierformaat op
het tabblad Lay-out van het dialoogvenster Eigenschappen van de
printer en in het dialoogvenster
Pagina-instelling van de toepassing.
Op de Macintosh
• Controleer of u het juiste papierformaat hebt geselecteerd in het
dialoogvenster Pagina-instelling.
Misschien hebt u niet de
juiste marges
geselecteerd in de
gebruikte toepassing.
De marges moeten binnen het afdrukgebied vallen. Zie de sectie over de
specificaties in de Help bij de HP
Photosmart-printer voor meer
informatie.
Misschien is de optie
Posters afdrukken
(Windows) of
Paginadelen
(Macintosh) nog
ingeschakeld.
Onder Windows
• Schakel de optie Posters afdrukken
uit op het tabblad Functies in het
dialoogvenster Eigenschappen van
de printer.
Op de Macintosh
• Ga naar het deelvenster Lay-out in
het dialoogvenster Print en stel de
optie Meerdere pagina's per vel in
op 1.
Misschien hebt u een
fout gemaakt bij het
instellen van de schaal
voor de tekst of de
afbeeldingen, of zijn er
problemen met de
interne bestandsindeling van het
document.
Controleer of de schaal van de tekst en
de afbeeldingen klopt en of de
gebruikte bestandsindelingen
compatibel zijn binnen uw document.
beknopte handleiding
32
Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Het document
wordt schuin of
niet midden op
het papier
afgedrukt.
Misschien is het papier
niet goed geladen.
Probeer het volgende:
• Zorg ervoor dat het papier goed in
de invoerlade zit.
• Controleer of de papierbreedtegeleider en de papierlengtegeleider
goed tegen de randen van het
papier aanzitten.
Zie informatie over papier op pagina 6
voor instructies bij het laden van
papier.
De afdrukkwaliteit valt
tegen.
(zie volgende
pagina)
Misschien drukt u af in
de reservemodus. De
reservemodus wordt
geactiveerd wanneer
een van de inktpatronen
ontbreekt.
Vervang de ontbrekende inktpatroon
door een nieuwe.
Misschien raakt de inkt
op.
Onder Windows
• Controleer het inktniveau van beide
inktpatronen op het tabblad Geschat
inktniveau van de Werkset.
Op de Macintosh
• Controleer het inktniveau met de HP
Inkjet-hulpprogramma.
Als de inkt bijna op is, vervangt u de
inktpatroon.
De papiersoort die u
gebruikt is mogelijk niet
optimaal voor uw
uitvoer.
Probeer het volgende:
• Gebruik een papiersoort die geschikt
is voor de printer. Voor optimale
resultaten kunt u het beste inkjetpapier van HP-gebruiken.
• Kies een papiersoort die is bedoeld
voor het type afdruk (foto’s,
transparanten, enzovoort) dat u wilt
maken, in plaats van gewoon
papier.
problemen oplossen: problemen met afdrukken
33
Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
(vervolg van
vorige pagina)
De afdrukkwaliteit valt
tegen.
Misschien drukt u af op
de verkeerde kant van
het papier.
Leg het papier met de kant waarop u
wilt afdrukken naar beneden.
Misschien hebt u niet de
juiste papiersoort
geselecteerd in de
printersoftware.
Onder Windows
• Selecteer de juiste papiersoort op het
tabblad Kwaliteit in het dialoogvenster Eigenschappen van de
printer.
Op de Macintosh
• Selecteer de juiste papiersoort in het
deelvenster Papiertype/Kwaliteit van
het dialoogvenster Print.
Misschien moet u de
inktpatronen reinigen.
Onder Windows
• Ga naar het tabblad
Apparaatservices in het dialoogvenster HP PhotoSmart Werkset en
klik op Inktpatronen reinigen.
Op de Macintosh
• Ga naar het deelvenster Reinigen in
het HP Inkjet-hulpprogramma en klik
op Reinig.
Zie de sectie over productgebruik en onderhoud in de Help bij de HP
Photosmart-printer voor meer
informatie.
beknopte handleiding
34
Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
(vervolg van
vorige pagina)
De afdrukkwaliteit valt
tegen.
Als zwarte afdrukken
nog steeds worden
ontsierd door witte
vegen nadat u de
inktpatronen hebt
gereinigd en u zeker
weet dat de
inktpatronen nog
voldoende inkt
bevatten, hebt u een
van de inktpatronen
misschien laten vallen.
Onder Windows
1 Klik op Beste in plaats van Alledaags
of Snelconcept op het tabblad
Kwaliteit in het dialoogvenster
Eigenschappen van de printer. Zie
de Help bij de HP Photosmart-printer
voor meer informatie.
2 Druk een dag lang af met de hogere
kwaliteit.
3 Schakel na een dag weer over op de
gewenste afdrukkwaliteit.
Op de Macintosh
1 Klik op Beste in plaats van Alledaags
of Snelconcept in het deelvenster
Papiertype/Kwaliteit in het dialoogvenster Print. Zie de Help bij de HP
Photosmart-printer voor meer
informatie.
2 Druk een dag lang af met de hogere
kwaliteit.
3 Schakel na een dag weer over op de
gewenste afdrukkwaliteit.
Misschien zijn de
inktpatronen niet (meer)
goed uitgelijnd.
Onder Windows
• Als de gekleurde en de zwarte inkt
op de afdruk niet samenvallen, gaat
u naar het tabblad Apparaatservices
van de HP PhotoSmart Werkset en
klikt u op Printer kalibreren.
Op de Macintosh
• Als de gekleurde en de zwarte inkt
op de afdruk niet samenvallen, gaat
u naar het deelvenster Kalibreren in
het HP Inkjet-hulpprogramma en
klikt u op Lijn uit.
problemen oplossen: problemen met afdrukken
35
Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
(vervolg van
vorige pagina)
De afdrukkwaliteit valt
tegen.
Als de afdruk er vaal of
verbleekt uitziet,
gebruikt u misschien de
optie Alledaags of
Snelconcept.
Onder Windows
• Klik op Normaal of Beste in plaats
van Alledaags of Snelconcept op het
tabblad Kwaliteit in het dialoogvenster Eigenschappen van de
printer.
Op de Macintosh
• Klik op Normaal of Beste in plaats
van Alledaags of Snelconcept in het
deelvenster Papiertype/Kwaliteit in
het dialoogvenster Print.
Als de kleuren op de
afdruk uitlopen, wordt
voor de geselecteerde
afdrukkwaliteit mogelijk
te veel inkt gebruikt voor
het papier waarop u
afdrukt.
Onder Windows
• Klik op Alledaags of Snelconcept in
plaats van Beste of Normaal op het
tabblad Kwaliteit in het dialoogvenster Eigenschappen van de
printer.
OF
• Verminder de gebruikte hoeveelheid
inkt door te klikken op
Geavanceerde functies op het
tabblad Functies in het dialoogvenster Eigenschappen van de
printer en de schuifregelaar
Inktvolume te gebruiken.
Op de Macintosh
• Klik op Alledaagsof Snelconcept in
plaats van Beste of Normaal in het
deelvenster Papiertype/Kwaliteit in
het dialoogvenster Print.
OF
• Verminder de gebruikte hoeveelheid
inkt. Ga naar het deelvenster
Papiertype/Kwaliteit in het dialoogvenster Print en kies het tabblad Inkt.
Pas de inktdichtheid aan met behulp
van de schuifregelaars.
beknopte handleiding
36
Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Foto’s worden
niet goed
afgedrukt.
(zie volgende
pagina)
Misschien is het
fotopapier niet goed
geladen.
Leg het fotopapier met de kant waarop
u wilt afdrukken naar beneden. Als u
papier met een afscheurstrook gebruikt,
plaatst u dit zo dat de strook als eerste
wordt ingevoerd.
Misschien is het
fotopapier niet op de
juiste wijze ingevoerd
in de printer.
Kijk of het papier misschien is
vastgelopen en probeer dan het
volgende:
• Schuif het fotopapier zo ver mogelijk
in de fotolade.
• Laad één vel fotopapier tegelijk.
Misschien hebt u niet de
juiste papiersoort of het
juiste papierformaat
geselecteerd.
Onder Windows
1 Selecteer het juiste HP-fotopapier op
het tabblad Kwaliteit in het dialoogvenster Eigenschappen van de
printer.
2 Stel het formaat van het
desbetreffende fotopapier in bij
Papierformaat.
Op de Macintosh
1 Selecteer het formaat van de foto in
het dialoogvenster Pagina-instelling.
2 Ga naar het deelvenster Papiertype/
Kwaliteit van het dialoogvenster
Print, selecteer Fotopapier als de
papiersoort en selecteer vervolgens
het fotopapier dat u gebruikt.
3 Klik op OK om het document af te
drukken.
problemen oplossen: problemen met afdrukken
37
Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
(vervolg van
vorige pagina)
Foto’s worden
niet goed
afgedrukt.
Misschien hebt u het
papierformaat of de
papiersoort opgegeven
in het dialoogvenster
Pagina-instelling van de
toepassing.
Onder Windows
• Ga naar het menu Bestand van de
toepassing, selecteer Afdrukken en
klik op Eigenschappen om het juiste
papierformaat en de juiste papiersoort op te geven.
Op de Macintosh
• Ga naar het menu Archief van de
toepassing, selecteer Paginainstelling en stel het juiste papierformaat in.
• Ga naar het menu Archief van de
toepassing, selecteer Print en stel de
juiste papiersoort in.
Misschien hebt u niet de
afdrukkwaliteit Beste
geselecteerd.
Onder Windows
• Schakel de optie Beste uit op het
tabblad Kwaliteit in het dialoogvenster Eigenschappen van de
printer.
Op de Macintosh
• Klik op Beste in het deelvenster
Papiertype/Kwaliteit in het dialoogvenster Print.
U drukt af in de
reservemodus terwijl de
zwarte inktpatroon is
geïnstalleerd EN de
optie voor afdrukken
zonder randen is
uitgeschakeld.
Vervang de ontbrekende inktpatroon
door een nieuwe. Zie werken met de
reservemodus op pagina 10 voor meer
informatie.
Wanneer het papiertype is ingesteld op
Automatisch, wordt de
afdrukkwaliteit
automatisch ingesteld
op Normaal. Wanneer
een bepaald papiertype is ingesteld, kan de
standaardafdrukkwalite
it anders zijn.
Onder Windows
• Selecteer de juiste papiersoort op het
tabblad Kwaliteit in het dialoogvenster Eigenschappen van de
printer en kies vervolgens de
gewenste afdrukkwaliteit.
Op de Macintosh
• Selecteer de juiste papiersoort in het
deelvenster Papiertype/Kwaliteit van
het dialoogvenster Print en kies
vervolgens de gewenste afdrukkwaliteit.
De afdrukkwaliteit is anders
wanneer ik de
papiersoort instel
op Automatisch in
plaats van op een
bepaald papiertype.
beknopte handleiding
38
Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
De papiersoort is
ingesteld op
Automatisch,
maar de printer
gebruikt niet de
beste afdrukmodus voor het
papier.
Misschien is het papier
beschadigd, gescheurd
of gekreukt.
OF
Misschien is het papier
donker van kleur of
bevat het metaalvezels.
Als het papier op de een of andere
manier beschadigd is, donker van kleur
is of metaalvezels bevat. kan het zijn
dat de sensor de juiste papiersoort en
het juiste papierformaat niet herkent.
Zorg ervoor dat het papier schoon is,
geen krassen of vouwen bevat, licht van
kleur is en geen metaalvezels bevat.
Onder Windows
• Selecteer de juiste papiersoort op het
tabblad Kwaliteit in het dialoogvenster Eigenschappen van de
printer.
Op de Macintosh
• Selecteer de juiste papiersoort in het
deelvenster Papiertype/Kwaliteit van
het dialoogvenster Print.
Misschien bevat het
papier een briefhoofd
of een gedrukt patroon
aan de bovenkant.
Stel de papiersoort handmatig in in
plaats van met de optie Automatisch.
Zie de Help bij de HP Photosmart-printer voor meer informatie
over:
•
problemen met de software
•
foutberichten
problemen oplossen: problemen met afdrukken
39
index
A
Aan/uit (knop)
beschrijving 5, 14
afdrukken
problemen 28
vanuit Macintosh-softwaretoepassing 20
vanuit Windows-softwaretoepassing 17
digitale camera
via camera geselecteerde foto’s
afdrukken 15
E
Eigenschappen
(dialoogvenster op Windows-pc) 17
Afdrukken (dialoogvenster op Windows-pc) 17
envelopinvoer
beschrijving 3
Afdrukken (lampje)
beschrijving 5, 14
F
Annuleren (knop)
beschrijving 5, 14
B
bedieningspaneel
beschrijving 5, 14
indicatielampjes 14
knoppen 14
Beknopte handleiding 1
Boekje Software-installatie &
productondersteuning 1
bovenste klep
beschrijving 3
C
camerapoort
beschrijving 3, 5
computer
gebruiken met printer 17
D
deksel van fotolade
beschrijving 3
index
foto’s
via camera geselecteerde foto’s
afdrukken 15
fotolade
beschrijving 3
H
Help bij HP Photosmart-printer
afdrukken 2
beschrijving 1
weergeven 2
Help bij printer
afdrukken 2
beschrijving 1
weergeven 2
Hervatten (knop)
beschrijving 5, 14
Hervatten (lampje)
beschrijving 5, 14
houder voor inktpatroon 10
HP direct-printing digitale camera
foto’s afdrukken 15
41
I
bedieningspaneel 5
documentatie 1
gebruiken met computer 17
indicatielampjes 5
problemen 24
voorzijde 3
indicatielampjes
beschrijving 5, 14
inktpatronen
beschrijving 9
bewaren 10
houder voor inktpatronen gebruiken 10
selecteren 9
Installatiegids 1
invoerlade
beschrijving 3
K
klep aan achterzijde
beschrijving 4
printerpictogram 19
problemen oplossen
problemen met afdrukken 28
problemen met printer 24
problemen met USB-aansluiting 22
R
reservemodus 10
S
knoppen
beschrijving 14
schuifknop fotolade
beschrijving 3
L
statuslampje inktpatronen
beschrijving 14
lampje Status inktpatronen
beschrijving 5
M
Macintosh
afdrukken 20
N
netsnoeraansluiting
beschrijving 4
T
taakbalkpictogrammen
beschrijving 19
printerpictogram 19
U
uitschuifbare uitvoerlade
beschrijving 3
P
uitvoerlade
beschrijving 3
Pagina-instelling (dialoogvenster op
Macintosh) 20
USB
aansluitproblemen 22
papier
overzicht 6
USB-poort
beschrijving 4
papierbreedtegeleider
beschrijving 3
V
papierlengtegeleider
beschrijving 3
pictogram HP Photosmart-printer 19
Print (dialoogvenster op Macintosh) 20
printer
achterzijde 4
beknopte handleiding
via camera geselecteerde foto’s
afdrukken 15
W
Windows-pc
afdrukken 17
taakbalkpictogrammen 19
42
© Copyright 2002 Hewlett-Packard Company
Alle rechten zijn voorbehouden. Niets uit dit document mag worden gefotokopieerd, gereproduceerd of
vertaald in een andere taal zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Hewlett-Packard Company.
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Hewlett-Packard is
niet aansprakelijk voor fouten in dit materiaal noch voor indirecte schade in verband met de aflevering, het
functioneren of het gebruik van dit materiaal.
HP, het HP-logo en PhotoSmart zijn eigendom van Hewlett-Packard Company.
Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
CompactFlash, CF en het CF-logo zijn handelsmerken van de CompactFlash Association (CFA).
Mac, het Mac-logo en Macintosh zijn geregistreerde handelsmerken van Apple Computer, Inc.
IBM is een geregistreerd handelsmerk van International Business Machines Corporation.
Andere merken en producten zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de respectieve
eigenaren.
De auteursrechten op bepaalde foto’s in dit document blijven eigendom van de oorspronkelijke eigenaren.
Gedrukt op gerecycled papier
Gedrukt in Duitsland, augustus 2002
ENERGY STAR® is een geregistreerd
handelmerk in de Verenigde Staten.
Als ENERGY STAR®-partner heeft
Hewlett-Packard Company vastgesteld dat dit
product voldoet aan de ENERGY STAR ®richtlijnen voor energiezuinigheid.
www.hp.com
©2002 Hewlett-Packard Company
Q1604-90200