6. Draag geschikte kleding. Draag geen losse
kleding of sieraden. Hou uw haar en kleren
uit de buurt van bewegende onderdelen.
Losse kleding, sieraden en lang haar kunnen
gegrepen worden door bewegende onderdelen.
7. Als er toestellen voorzien worden voor
de aansluiting van stofafzuiging - en
stofopvangvoorzieningen, zorg dan dat
deze aangesloten zijn en correct worden
gebruikt. Gebruik van zulke toestellen kan
risico's veroorzaakt door stof verkleinen.
8. Als u vaak met hetzelfde gereedschap werkt
en ermee vertrouwd raakt, bestaat het gevaar
dat u er minder oplettend mee omgaat en
de veiligheidsrichtlijnen niet meer naleeft.
Let hiervoor op! Een nonchalante actie kan
binnen een fractie van een seconde ernstig
letsel veroorzaken.
IV . Gebruik van en zorg voor elektrisch
gereedschap
1. Belast het elektrisch gereedschap niet
te zwaar . Gebruik het juiste elektrisch
gereedschap voor het werk dat u wilt
verrichten. Het juiste elektrische gereedschap
doet het werk beter , veiliger en in het tempo
waarvoor het bedoeld is.
2. Gebruik het elektrisch gereedschap niet
als u het niet in en uit kunt schakelen met
de schakelaar . Elektrisch gereedschap dat
niet kan worden bediend met de schakelaar is
gevaarlijk en moet worden gerepareerd.
3. Koppel de stekker los van de stroom-
voorziening en/of verwijder het accupack
van het elektrisch gereedschap, indien dit
verwijderbaar is, voordat u aanpassingen
maakt, accessoires verandert of het elek-
trisch gereedschap stalt. Zulke preventieve
veiligheidsmaatregelen verkleinen de kans
dat u het elektrisch gereedschap per ongeluk
inschakelt.
4. Bewaar elektrisch gereedschap dat niet
wordt gebruikt buiten het bereik van
kinderen, en voorkom dat personen die het
elektrisch gereedschap of deze voorschriften
niet kennen het elektrisch gereedschap
gebruiken. Elektrisch gereedschap is gevaarlijk
in de handen van gebruikers die niet bekend zijn
met de instructies.
5. Onderhoud elektrisch gereedschap en
accessoires. Controleer het gereedschap
op slechte uitlijning of vastlopen van
bewegende onderdelen, defecte onderdelen
en andere omstandigheden die de werking
nadelig kunnen beïnvloeden. In geval van
schade dient u het elektrisch gereedschap te
laten repareren voordat u het weer in gebruik
neemt. V eel ongelukken zijn te wijten aan slecht
onderhoud van elektrisch gereedschap.
6. Hou snoeimachines scherp en schoon. Goed
onderhouden snoeimachines met scherpe
snijranden lopen minder snel vast en zijn
eenvoudiger te bedienen.
7. Gebruik elektrisch gereedschap,
accessoires, opzetwerktuigen, enz.
in overeenstemming met deze
instructies, rekening houdend met de
werkomstandigheden en het uit te voeren
werk. Gebruik van het elektrisch gereedschap
voor andere doeleinden dan die waarvoor
het bedoeld is, kan aanleiding geven tot een
gevaarlijke situatie.
8. Hou de handgrepen en aanraakoppervlakken
droog, schoon en vrij van olie en vet. Als
de handgrepen en aanraakoppervlakken
glibberig zijn, kunt u niet veilig omgaan met het
gereedschap en kunt u het niet beheersen in
onverwachte omstandigheden.
V . Gebruik van en zorg voor gereedschap met
accu
1. Alleen herladen met de door de fabrikant
aanbevolen lader . Een lader die geschikt is
voor het ene type accupack kan in combinatie
met een ander accupack voor brandgevaar
zorgen.
2. Gebruik elektrisch gereedschap alleen met
speciek daarvoor bestemde accupacks.
Gebruik van andere accupacks kan lichamelijk
letsel en brand veroorzaken.
3. Als het accupack niet wordt gebruikt, hou
het dan uit de buurt van metalen voorwerpen
zoals paperclips, muntjes, sleutels, nagels,
schroeven en andere kleine metalen objecten
die een brug kunnen vormen tussen de
polen. Kortsluiting tussen de accupolen kan
brandwonden en brand veroorzaken.
4. Bij verkeerd gebruik kan vloeistof uit de accu
lekken; vermijd contact hiermee. Als u er
per ongeluk toch mee in aanraking komt,
spoel dan met water . Als de vloeistof in uw
ogen terechtkomt, raadpleeg dan een arts.
Vloeistof die uit de accu ontsnapt, kan irritatie
van de huid of brandwonden veroorzaken.
5. Gebruik geen accupack of gereedschap dat
beschadigd of aangepast is. Beschadigde of
aangepaste accu's kunnen onverwacht gedrag
vertonen, wat kan leiden tot brand, explosie of
lichamelijk letsel.
6. Stel een accupack of gereedschap niet bloot
aan brand of een buitensporige temperatuur .
Blootstelling aan brand of een temperatuur
boven 130 °C kan een explosie veroorzaken.
5