Whirlpool TIC 740 DD L IT Gebruikershandleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Whirlpool TIC 740 DD L IT Gebruikershandleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
Gebruiksaanwijzing
Inhoud
Installatie, 22-23
Plaatsing
Elektrische aansluiting
Beschrijving van het apparaat, 24
Bedieningspaneel
Verlengbare kookgedeeltes
Starten en gebruik, 25-28
Inschakelen kookplaat
Inschakelen kookzones
Uitschakelen kookzones
Programmering kookduur
De timer
Blokkering van het bedieningspaneel
Uitschakelen kookplaat
“Demo” modus
Praktische tips voor het gebruik van het apparaat
Veiligheidsmechanismen
Kooktips
Voorzorgsmaatregelen en advies, 29
Algemene veiligheid
Afvalverwijdering
Onderhoud en verzorging, 30
De elektrische stroom afsluiten
Reinigen van het apparaat
De kookplaat verwijderen
TIC 740 DD L IT
KOOKPLAAT
Português,1
NL
RS
PLPT
Polski, 11
, 31
Nederlands,21
NL
22
NL
Installatie
! Bewaar dit instructieboekje zorgvuldig voor eventuele
raadpleging in de toekomst. Wanneer u het product weggeeft,
verkoopt, of wanneer u verhuist, dient u dit boekje bij het
apparaat te bewaren zodat waarschuwingen en informatie
betreffende werking voorhanden blijven.
! Lees de instructies aandachtig door: u vindt er belangrijke
informatie betreffende installatie, gebruik en veiligheid.
Plaatsing
! Het verpakkingsmateriaal is niet bestemd voor kinderen en dient
daarom te worden verwijderd volgens de geldende normen voor
gescheiden afvalverzameling (
zie Voorzorgsmaatregelen en
advies
).
! De installatie moet worden uitgevoerd door een bevoegde
installateur en volgens de instructies van de fabrikant. Een
verkeerde installatie kan schade berokkenen aan personen,
dieren of dingen.
Inbouw
Voor een goede werking van het apparaat moet het
keukenmeubel de juiste kenmerken hebben:
het keukenblad moet uit hittebestendig materiaal zijn
vervaardigd en een temperatuur van circa 100°C kunnen
verdragen;
als de kookplaat boven een oven wordt geïnstalleerd moet
deze zijn voorzien van een geforceerd geventileerd
afkoelingssysteem;
installeer de kookplaat nooit boven een afwasautomaat: indien
u dit toch doet, breng dan een waterdichte afscheiding aan
tussen de twee apparaten;
naar gelang het type kookplaat dat u wenst te installeren (
zie
afbeeldingen
), moet het keukenmeubel de volgende
afmetingen hebben:
690
520
560 +/- 1
490 +/- 1
53
Ventilatie
Teneinde een correcte ventilatie te bereiken en
een oververhitting van de oppervlakken rondom het apparaat te
voorkomen, moet de kookplaat geïnstalleerd worden op:
een minimum afstand van 40 mm van de achterwand of van
elk ander verticaal oppervlak;
op zodanige wijze dat er een minimum afstand overblijft van 20
mm tussen het inbouwmeubel en het onderstaande meubel.
• De meubels die direct naast de kookplaat staan en hierboven
uitsteken, moeten op minstens 600 mm van de rand van de
plaat staan.
VOORZIJDE VAN
DE KOOKPLAAT
KEUKENBLAD
30
40
KOOKPLAAT
ONDERSTEBOVEN
5 mm
min. 20 mm
min. 20 mm
min. 40 mm
LADE
5 mm
min. 40 mm
HETELUCHTOVEN
23
NL
Bevestigen
Het apparaat moet op een absoluut horizontaal oppervlak worden
geïnstalleerd.
Eventuele door onjuiste installatie veroorzaakte vervormingen
kunnen de eigenschappen en de prestaties van de kookplaat
aantasten.
De lengte van de regelschroef van de
bevestigingshaken moet op
basis van de dikte van het keukenblad worden ingesteld
voordat de
haken worden gemonteerd:
als de dikte 30 mm is: schroef 23 mm;
als de dikte 40 mm is: schroef 13 mm.
Voor het bevestigen moet u als volgt te werk gaan:
1. Draai met korte, puntloze schroeven de 4 centreringsklemmen
in de openingen in het midden van elke zijde van het blad vast;
2. zet de kookplaat in het midden van de opening van het
keukenmeubel door gelijke druk uit te oefenen op de hele omtrek
totdat de kookplaat perfect aansluit op het keukenblad.
3. voor een blad met zijprofielen: nadat u de kookplaat in het
keukenmeubel heeft geplaatst moet u de 4 bevestigingshaken
aan de onderste rand van de kookplaat vastschroeven met
gepunte, lange schroeven, net zolang tot het glas goed aan het
blad vastzit.
! De schroeven van de centreringsklemmen moeten te allen tijde
bereikbaar blijven.
! Volgens de veiligheidsnormen mag er geen contact meer
mogelijk zijn met de elektrische onderdelen nadat het apparaat is
ingebouwd.
! Alle beschermende onderdelen moeten zodanig worden
bevestigd dat ze niet kunnen worden verwijderd zonder
gereedschap te gebruiken.
Elektrische aansluiting
! De elektrische aansluitingen van de kookplaat en de eventuele
inbouwoven moeten apart worden uitgevoerd, zowel om
elektrische veiligheidsredenen als om de oven eventueel
eenvoudiger te kunnen verwijderen.
Eenfasige aansluiting
De kookplaat is voorzien van een voedingskabel bestemd voor
een eenfasige aansluiting. Voer de draadverbinding uit zoals
aangegeven in de volgende tabel en tekeningen:
Spanningstype en
netfrequentie
Elektrische kabel Draadverbinding
22 0- 240 V 1+ N ~
50 Hz
:
g
eel/
g
roen;
N: de 2 bl auwe draden
samen
L: bruin en zwart
samen
Andere soorten aansluitingen
Als het elektrische net overeenkomt met een van de volgende
karakteristieken:
Spanningstype en netfrequentie
• 400V - 2+N ~ 50 Hz
• 220-240V 3 ~ 50 Hz
• 400V 3 - N ~ 50 Hz
• 400V - 2+2N ~ 50 Hz
Scheid de kabels en voer de draadverbinding uit zoals
aangegeven in de volgende tabel en tekeningen:
Spanningstype en
netfrequentie
Elektrische kabel Draadverbinding
400V - 2+N ~ 50
Hz
220-240V 3 ~
50Hz
400V 3-N~ 50Hz
: geel/groen;N: de 2
blauwe draden samenL1:
zwart
L2: bruin
400V - 2+2N ~
50 Hz
: geel/groen;N1: blauw
N2: blauw
L1: zwart
L2: bruin
Het aansluiten van de voedingskabel aan het
elektrische net
Bij een rechtstreekse aansluiting op het net moet u tussen het
apparaat en het net een meerpolige schakelaar aanbrengen met
een minimum afstand van 3 mm tussen de contacten.
! De installateur is verantwoordelijk voor een correcte elektrische
aansluiting en de inachtneming van de veiligheidsnormen.
Vóór het aansluiten moet u controleren dat:
de contactdoos geaard is en voldoet aan de geldende
normen;
het stopcontact in staat is het maximale vermogen van het
apparaat te verdragen, zoals aangegeven op het typeplaatje
dat zich op het apparaat bevindt;
de spanning zich bevindt tussen de waarden die staan
aangegeven op het typeplaatje;
de contactdoos en de stekker overeenkomen. Als dat niet zo
is, dient u ofwel de stekker ofwel de contactdoos te
vervangen; gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.
! Wanneer het apparaat geïnstalleerd is, moeten de elektrische
kabel en de contactdoos gemakkelijk te bereiken zijn.
! De kabel mag niet gebogen of samengedrukt worden.
! De kabel moet van tijd tot tijd worden gecontroleerd en mag
alleen door erkende monteurs worden vervangen.
! De fabrikant kan nergens aansprakelijk voor
worden gesteld als deze normen niet worden
nageleefd.
! Verwijder of vervang de voedingskabel voor geen
enkele reden. De eventuele verwijdering of
vervanging doet de garantie en de CE markering
vervallen. INDESIT kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor ongelukken of schade die het resultaat
zijn van de vervanging/verwijdering van de originele
voedingskabel. De vervanging met een origineel
onderdeel is alleen toegestaan indien uitgevoerd
door een erkende INDESIT technicus.
24
NL
Beschrijving van het
apparaat
Bedieningspaneel
Toets TOENAME VERMOGEN om de kookplaat
aan te zetten en het vermogen ervan te regelen
(
zie Starten en gebruik
).
Toets AFNAME VERMOGEN om het vermogen te
regelen en de kookplaat uit te zetten (
zie Starten
en gebruik
).
Controlelampje GESELECTEERD
KOOKGEDEELTE geeft aan dat het betreffende
kookgedeelte geselecteerd is en dat u het kunt
regelen.
Toets SELECTEREN KOOKGEDEELTE om het
gewenste kookgedeelte te selecteren
AanwijzerVERMOGEN: geeft het bereikte
warmteniveau aan.
Toets ON/OFF voor het in- en uitschakelen van het
apparaat.
Controlelampje ON/OFF: geeft aan of het apparaat
in- of uitgeschakeld is.
Toets PROGRAMMERINGSTIMER* om de
programmering van de kookduur te regelen (
zie
Starten en gebruik
).
Display PROGRAMMERINGSTIMER*: toont de
keuzes betreffende de programmering aan (
zie
Starten en gebruik
).
Controlelampjes GEPROGRAMMEERD
KOOKGEDEELTE*: tonen de kookgedeeltes aan
als u een programmering start (
zie Starten en
gebruik
).
Toets BLOKKERING BEDIENINGSPANEEL om te
voorkomen dat er ongewilde wijzigingen aan de
regeling van het kookvlak worden uitgevoerd (
zie
Starten en gebruik
).
Controlelampje BLOKKERING
BEDIENINGSPANEEL: toont dat de blokkering
van het bedieningspaneel heeft plaatsgevonden
(
zie Starten en gebruik
).
Controlelampje TIMER* geeft aan dat de timer
actief is.
Controlelampje OPGENOMEN VERMOGEN: geeft
aan dat het op een bepaalde kookplaat niet meer
mogelijk is het vermogen te vermeerderen, om te
voorkomen dat het maximale opgenomen
vermogen van 3,0 kW niet wordt overschreden.
! Dit product voldoet aan de eisen die gesteld
worden door de nieuwe Europese Richtlijn voor
energiebesparing voor apparaten in de standby-
stand.
Wanneer 2 minuten lang geen handelingen worden
uitgevoerd gaat het apparaat, na het uitgaan van de
waarschuwingslampjes voor restwarmte en voor de
ventilator (indien aanwezig), automatisch in de “off
mode”.
Door op de ON/OFF toets te drukken, keert het
apparaat weer terug in de operationele stand.
Het bedieningspaneel dat hier wordt beschreven en afgebeeld geldt alleen als voorbeeld: het is mogelijk dat
het niet exact overeenkomt met het door u aangeschafte model.
*
Slechts op enkele modellen aanwezig.
Controlelampje
ABSORPTIEVERMOGEN
Controlelampje
ON/OFF
Controlelampje
BLOKKERING
BEDIENINGSPANEEL
Toe ts
BLOKKERING
BEDIENINGSPANEEL
Toets
TOENAME VERMOGEN
Controlelampje
GEPROGRAMMEERD KOOKGEDEELTE*
Display
PROGRAMMERINGSTIMER*
Toets
PROGRAMMERINGSTIMER*
Toets
SELECTIE KOOKGEDEELTES
Toets
AFNAME VERMOGEN
Controlelampje
GESELECTEERD KOOKGEDEELTE
Aanwijzers
STROOMSTERKTE en
RESTERENDE WARMTE
Toe ts
ON/OFF
Controlelampje
TIMER*
25
NL
Starten en gebruik
! De lijm die gebruikt is voor de afdichtingen laat wat
vetvlekjes achter op het glas. Voordat u het apparaat gebruikt
raden wij u aan de vlekken te verwijderen met een speciaal
niet-schurend schoonmaakmiddel. Gedurende de eerste paar
uur dat u het apparaat gebruikt kan het zijn dat u een
rubbergeur ruikt. Deze zal echter snel wegtrekken.
! Als de kookplaat elektrisch wordt aangesloten hoort u na
enkele seconden een kort geluidssignaal afgaan. Alleen dan
kunt u de kookplaat aanzetten.
! De interne software van de kookplaat regelt het maximale
opgenomen vermogen van alle zones en voorziet een flexibel
en onafhankelijk gebruik van het maximale afgegeven
vermogen. In onderstaande afbeeldingen tonen wij twee
voorbeelden van de werking.
In afbeelding A is de kookzone linksvoor op maximaal
vermogen (niveau 9). Als gevolg zal de kookzone linksachter
niet afgesteld kunnen worden op een vermogen van meer dan
niveau 7. Het betreffende controlelampje Max zal aangaan.
Zodra het vermogen van de voorste zone wordt verminderd
zal het betreffende controlelampje max uitgaan en zal de
achterste kookzone worden afgesteld op een hoger
vermogen.
Afbeelding B toont een soortgelijk voorbeeld op de kookzones
in de diagonale stand. Als de kookzone linksvoor op het
maximum niveau staat (niveau 9) kan de kookzone
rechtsachter uitsluitend het niveau 4 bereiken.
De constante informatie betreffende het energieverbruik wordt
gegarandeerd door het aangaan van de controlelampjes
die worden ontstoken als de kookplaat het maximaal
beschikbare vermogen heeft afgegeven. Als alle
controlelampjes van de actieve kookplaten aan zijn dient u, om
het vermogen van een kookplaat te vermeerderen,
noodzakelijkerwijs het vermogen van een andere actieve
kookplaat verminderen.
5-7
5-7
8-9
8-9
1-4
1-4
8-9
8-9
AB
Geluiden normale werking kookplaat:
Zoemen:Zoemen:
Zoemen:Zoemen:
Zoemen: geluid geproduceerd door het trillen van de
metalen onderdelen waarvan de inductor en de pan zijn
gemaakt en wordt gevormd door het elektromagnetische
veld dat noodzakelijk is voor de verwarming. Dit neemt toe
bij het toenemen van het vermogen van de inductor.
Zacht fluiten:Zacht fluiten:
Zacht fluiten:Zacht fluiten:
Zacht fluiten: dit hoort u als een lege pan op de
kookplaat wordt gezet. Het geluid verdwijnt zodra u
voedsel of water in de pan doet.
Knetteren:Knetteren:
Knetteren:Knetteren:
Knetteren: dit geluid wordt geproduceerd door het
trillen van het materiaal van de bodem van de pan als er
parasitaire stromingen plaatsvinden gevormd door het
elektromagnetische veld (inductie). De intensiteit kan
variëren aan de hand van het materiaal waarmee de
bodem van de pan gemaakt is en wordt minder naarmate
de afmetingen van de pan toenemen.
Hard fluiten:Hard fluiten:
Hard fluiten:Hard fluiten:
Hard fluiten: u hoort dit geluid als de twee inductoren
op dezelfde verticale lijn tegelijkertijd op maximum
vermogen werken en/of als op de grootste de
boosterfunctie is ingesteld en de ander op zelfregeling
staat. Het geluid wordt minder als u het vermogen van de
zelfregelende inductor lager zet. Dit doet zich vooral voor
als de bodem van de pan bestaat uit verschillende lagen
van verschillende materialen.
Geluid van de ventilator:Geluid van de ventilator:
Geluid van de ventilator:Geluid van de ventilator:
Geluid van de ventilator: voor een juist gebruik
van de kookplaat en om de veiligheid van het elektronische
gedeelte te behoeden voor eventuele oververhitting is het
noodzakelijk de ventilator in te schakelen. De ventilator
draait op maximaal vermogen als de grote inductor op
maximaal vermogen staat of als de boosterfunctie is
ingeschakeld. In alle andere gevallen draait hij op
middelmatig vermogen aan de hand van de waargenomen
temperatuur. Het is bovendien mogelijk dat de ventilator
blijft draaien nadat u de kookplaat heeft uitgezet, als de
waargenomen temperatuur zeer hoog is.
De genoemde geluiden zijn het resultaat van de
inductietechnologie en zijn niet noodzakelijkerwijs
functioneringsdefecten.
! Als u lang op de toetsen drukt
--
--
- en
++
++
+ kunt u de
stroomsterkte en de minuten van de timer snel laten
toenemen.
Inschakelen kookplaat
Druk ongeveer 1 seconde op de knop voor het
inschakelen van de kookplaat.
Inschakelen kookzones
Iedere kookzone wordt in werking gesteld door middel van
een selectietoets
en een regelsysteem voor de
stroomsterkte, bestaande uit een dubbele toets
--
--
- en
++
++
+.
Voor het in werking stellen van een kookzone drukt u op de
betreffende toets en stelt u de gewenste stroomsterkte in
met de toetsen
--
--
- en
++
++
+.
Uitschakelen kookgedeeltes
Voor het uitschakelen van een kookgedeelte kiest u dit door
middel van de selectietoets
en:
Druk op de toets
--
--
- : het vermogen van het kookgedeelte
wordt langzaam minder totdat het uitgaat.
*
Slechts op enkele modellen aanwezig.
26
NL
Programmering kookduur
! Alle kookgedeeltes kunnen tegelijkertijd geprogrammeerd
worden voor een tijdsduur van tussen de 1 en de 99 minuten.
1. Kies het kookgedeelte door middel van de betreffende
selectietoets.
2.
De stroomsterkte instellen.
3. Druk op de programmeertoets
.
Het controlelampje voor het betreffende
kookgedeelte begint te knipperen.
4. Stel de gewenste kookduur in door middel van de
toetsen
--
--
- en
++
++
+.
5. Bevestigen door op toets
te drukken, of na
10 seconden vindt automatische selectie plaats.
De timer begint gelijk met aftellen. Het einde van de
geprogrammeerde kooktijd wordt aangegeven door een
geluidssignaal (van 1 minuut) waarna het kookgedeelte
uitgaat.
Herhaal de hierboven beschreven procedure voor iedere
kookplaat die u wilt programmeren.
Visualisatie bij een meervoudige programmering.
Indien een of meer kookplaten zijn geprogrammeerd vertoont
het display de resterende tijd van de kookplaat die als eerste
eindigt, terwijl hij de positie ervan aanduidt door middel van
het betreffende controlelampje dat knippert. De
controlelampjes van de andere geprogrammeerde kookplaten
zijn aan.
Om de resterende tijd van de andere
geprogrammeerde kookplaten te visualiseren moet u
een aantal keren op de toets
drukken: met de
klok mee zullen, de een na de ander,
de tijden van de timer alle
geprogrammeerde kookplaten worden
getoond, te beginnen met de
kookplaat linksvoor.
Het wijzigen van een programmering
1. Druk een aantal keer op de toets
totdat de tijd van de
kookplaat die u wilt wijzigen verschijnt.
2. Druk op de toetsen
--
--
- en
++
++
+ voor het instellen van de
nieuwe tijd.
3. Bevestig door op de toets
te drukken.
Om een programmering te annuleren moet u bovenstaande
handelingen uitvoeren. Bij punt 2 drukt u op de toets
--
--
- : de
duur vermindert langzaamaan tot aan de uitschakeling 0. De
programmering wordt gewist en het display verlaat de
programmeringsmodus.
De timer
De kookplaat moet aan zijn.
Met de timer kunt u een duur tot aan 99 minuten instellen.
1. Druk op de toets programmering
totdat het
controlelampje van de timer aangaat
.
2. Stel de gewenste kookduur in door middel van de toetsen
--
--
- en
++
++
+.
3. Bevestig door op de toets
te drukken.
De timer begint gelijk met aftellen. Als de tijd verstreken is
hoort u voor de duur van 1 minuut een geluidssignaal.
Blokkering van het bedieningspaneel
Als de kookplaat in werking is kunt u het bedieningspaneel
blokkeren om een ongewenst aanraken te vermijden
(kinderen, schoonmaakhandelingen, enz.). Door op de toets
te drukken zal het bedieningspaneel worden
geblokkeerd. Het controlelampje boven de toets gaat aan.
Als u het bedieningspaneel weer wilt gebruiken (bv. als u wilt
stoppen met koken) moet u de blokkering uitschakelen: druk
even op de toets
. Het controlelampje gaat uit en het
bedieningspaneel wordt weer geactiveerd.
Uitschakelen kookplaat
Druk op de toets ; het apparaat gaat uit.
Als het bedieningspaneel is geblokkeerd, blijft dit ook
geblokkeerd nadat u de kookplaat opnieuw inschakelt. Als u
de kookplaat opnieuw wilt inschakelen moet u eerst het
bedieningspaneel deblokkeren.
“Demo” modus
Het is mogelijk een demomodus in te stellen waarbij het
bedieningspaneel normaal functioneert (de opdrachten
betreffende de programmering inbegrepen), maar waarbij de
verwarmingselementen niet aangaan. Om de “demo” modus
te activeren moet de kookplaat aanstaan en alle
stralingselementen uit:
Druk tegelijkertijd 6 seconden lang op de toetsen
++
++
+ en
--
--
- . Zodra de 6 seconden zijn verstreken zullen de
controlelampjes ON/OFF en BLOKKERING
BEDIENINGSPANEEL een seconde lang knipperen. Laat
de toetsen
++
++
+ en
--
--
- los en druk op de toets ;
het display toont om de beurt de tekst DE en MO en het
kookvlak gaat uit;
de volgende keer dat u de kookplaat inschakelt zal hij zich
in de “demo” modus bevinden.
27
NL
Om deze modus te verlaten volgt u de boven beschreven
procedure. Het display toont om de beurt de tekst DE en OF
en het kookvlak gaat uit. Als u het kookvlak weer inschakelt
zal het gewoon functioneren.
Praktische tips voor het gebruik van het apparaat
! Gebruik pannen die gemaakt zijn van materiaal dat geschikt
is voor inductie (ferromagnetisch materiaal). Wij raden het
gebruik aan van pannen van: gietijzer, geëmailleerd staal of
speciaal inductie roestvrij staal. U kunt zelf testen of een pan
geschikt is door hem uit te proberen met een magneet.
*
G
ESCHIKTE MATERIALEN
ONGESCHIKTE MATERIALEN
Gietijzer
Ge‘mailleerd staal
Speciaal roestvrij staal
Koper,
Aluminium, Glas, Terracotta,
Aardewerk, Niet magnetisch roestvrij staal
Om optimale resultaten te bereiken met de kookplaat:
Gebruik alleen pannen met een dikke, platte bodem zodat
ze perfect aansluiten op het verwarmingsvlak.
Gebruik pannen die groot genoeg zijn om de kookplaat
geheel te bedekken zodat alle beschikbare hitte wordt
benut.
Houd de bodem van de pannen altijd goed schoon en
droog zodat ze goed aansluiten op het kookvlak. Dit
verlengt de levensduur van zowel de pannen als het
kookvlak zelf.
Vermijd dezelfde pannen te gebruiken die u ook op een
gasfornuis heeft gebruikt: de warmteconcentratie van
gasbranders kan de bodem van pannen vervormen,
waardoor ze niet goed meer aansluiten.
Veiligheidssystemen
Pannensensor
Ieder kookgedeelte is voorzien van een systeem dat
waarneemt of er een pan op staat. De plaat straalt alleen
warmte uit als er een pan van de juiste afmetingen op staat.
Het knipperende controlelampje kan betekenen:
dat de pan niet geschikt is
dat de pan een te kleine diameter heeft
dat de pan niet goed aansluit
Aanwijzers van de resterende warmte
Ieder kookgedeelte is voorzien van een aanwijzer van de
resterende warmte. Deze aanwijzer geeft aan welke
kookzones nog heet zijn. Als het vermogensdisplay
toont
dan is het kookgedeelte nog warm. Het is bijvoorbeeld
mogelijk een gerecht warm te houden of boter of chocolade te
laten smelten. Met het afkoelen van het kookgedeelte zal het
vermogensdisplay
tonen. Het display gaat uit wanneer de
kookzone voldoende is afgekoeld.
Oververhitting
In het geval van oververhitting van de elektronische
onderdelen gaat de kookplaat automatisch uit en verschijnt op
het display
F gevolgd door een knipperend nummer. Deze
boodschap verdwijnt en u kunt de kookplaat weer gebruiken
zodra de temperatuur tot op een acceptabel niveau is gezakt.
Veiligheidsschakelaar
Het apparaat beschikt over een veiligheidsschakelaar die de
kookgedeeltes automatisch uitschakelt als de tijdslimiet voor
een bepaald vermogensniveau is bereikt. Tijdens deze
veiligheidsonderbreking vertoont het display het cijfer “
00
00
0”.
B.v.: de kookplaat rechtsachter staat op 5, terwijl de plaat
linksvoor op 2 staat. De plaat rechtsachter zal automatisch na
5 uur uitgaan, de plaat linksvoor na 8 uur.
Vermogensniveau
Begrenzing van de
werkingsduur in uren
19
28
37
46
55
64
73
82
91
Geluidssignaal
Enkele storingen, zoals:
een voorwerp (pan, bestek, enz.) dat meer dan 10
seconden op het bedieningspaneel ligt,
gemors op het bedieningspaneel,
een lange druk op een toets, kunnen een geluidssignaal
veroorzaken. Verwijder de oorzaak van de storing en het
geluidssignaal houdt op. Als de oorzaak van de storing
niet wordt verwijderd blijft het geluidssignaal gaan en wordt
het kookvlak uitgeschakeld.
28
NL
Praktische kooktips
Koken op zeer hoog
vuur
ª
Koken met een
snelkookpan
Snelkookpan
Frituren
Grillen Koken
Koken op
hoog vuur
Crêpes Koken op hoog vuur en bruin bakken
(Braadstukken, biefstukken, kalfslappen,
visfilets,
ebakken eieren
Koken op middelmatig vuur
§
Snel indikken (vloeibare sauzen)
Koken van water (pasta, rijst, groente)
Melk
§
S
Langzaam indikken (gebonden sauzen)
S
¢
Au bain-marie koken Koken met snelkookpan, na het sissen
Koken op laag
vuur
¢
Koken op laag vuur
(stoofschotels)
Opwarmen van gerechten
£
Koken op
zeer laag
vuur
¡
Chocoladesaus Warm houden van gerechten
29
NL
Voorzorgsmaatregelen
en advies
! Dit apparaat is ontwikkeld en gefabriceerd volgens de geldende
internationale veiligheidsvoorschriften. Deze aanwijzingen zijn
geschreven voor uw veiligheid en u dient ze derhalve goed door te
nemen.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU Richtlijnen:
- 2006/95/EEG van 12/12/06 (Laagspanning) en
daaropvolgende wijzigingen
- 2004/108/EEG van 15/12/04 (Elektromagnetische Compatibiliteit) en
daaropvolgende wijzigingen
- 93/68/EEG van 22/07/93 en daaropvolgende wijzigingen.
- 1275/2008 stand-by/off mode.
Algemene veiligheidsmaatregelen
!Controleer dat de luchttoevoeropening van het rooster van de
ventilator niet verstopt is. De inbouwkookplaat moet voorzien zijn van
een goede ventilatie voor het afkoelen van de elektronische
componenten.
!Het is niet aan te raden de inductiekookplaat boven een koelkast te
plaatsen (hitte) of boven een wasautomaat (trillingen). Er zou geen
voldoende ruimte zijn voor de ventilatie van de elektronische
elementen.
Dit apparaat is vervaardigd voor niet-professioneel gebruik
binnenshuis.
Het apparaat dient niet buitenshuis te worden geplaatst, ook niet in
overdekte toestand. Het is erg gevaarlijk als het in aanraking komt
met regen of onweer.
Raak het apparaat niet aan als u blootsvoets bent of met natte of
vochtige handen of voeten.
Het apparaat dient om gerechten te koken. Het mag uitsluitend
door volwassenen worden gebruikt en alleen volgens de
instructies die beschreven staan in deze handleiding. Gebruik het
kookvlak niet om voorwerpen op te plaatsen en ook niet als
snijplank.
Het glaskeramische kookvlak is bestand tegen mechanische
stoten. Het kan echter worden beschadigd (of barsten) als het
wordt geraakt door een puntig object, bijvoorbeeld door
gereedschap. Als dit gebeurt moet u onmiddellijk het apparaat
afsluiten van de elektrische stroom en contact opnemen met de
Technische Dienst.
Voorkom dat elektrische snoeren van andere kleine
keukenapparaten op warme delen van de kookplaat
terechtkomen.
Vergeet niet dat de temperatuur in het kookgedeelte aanzienlijk
hoog blijft tot minstens 30 minuten nadat u het heeft uitgeschakeld.
De resterende warmte wordt aangeduid door een aanwijzer (
zie
Starten en gebruik
).
Houd voorwerpen die kunnen smelten op afstand van de
kookplaat, zoals bv. plastic, aluminium of suikerhoudende
etenswaren. Let vooral op plastic of aluminium verpakkingen en
folie: als u ze op het nog warme of lauwe kookvlak neerlegt, kunt u
zware schade aanrichten.
Richt de handvaten van de pannen altijd naar de binnenzijde van
de kookplaat zodat u er niet per ongeluk tegenaan stoot.
Trek nooit de stekker aan het snoer uit het stopcontact, maar pak
altijd de stekker direct beet.
Maak het apparaat niet schoon of voer geen onderhoud uit als de
stekker nog in het stopcontact zit.
Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen (kinderen
inbegrepen) met een beperkt lichamelijk, sensorieel of geestelijk
vermogen of personen die niet de nodige ervaring of kennis
hebben met het apparaat, tenzij onder toezicht van een persoon
die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of nadat hun is uitgelegd
hoe het apparaat werkt.
Mededeling voor dragers van een pacemakerMededeling voor dragers van een pacemaker
Mededeling voor dragers van een pacemakerMededeling voor dragers van een pacemaker
Mededeling voor dragers van een pacemaker
of een ander actief ingeplant medischof een ander actief ingeplant medisch
of een ander actief ingeplant medischof een ander actief ingeplant medisch
of een ander actief ingeplant medisch
apparaat:apparaat:
apparaat:apparaat:
apparaat:
De kookplaat voldoet aan alle geldende normen betreffende
elektromagnetische storing.
Dit product is aldus in volkomen overeenstemming met de
voorschriften van de wet (richtlijn 89/336/EEG). Het ontwerp is
zodanig gepland dat het geen storingen veroorzaakt bij andere
elektrische apparaten die worden gebruikt, mits ook dezen
voldoen aan bovengenoemde normen.
De inductieplaat creëert elektromagnetische velden op korte
afstand.
Teneinde ieder risico van storing tussen de kookplaat en de
pacemaker te vermijden moet deze laatste ook voldoen aan de
geldende normen.
Wat dat betreft kunnen wij slechts de conformiteit van ons eigen
product garanderen. Voor informatie omtrent conformiteit of
eventuele problemen verzoeken wij u zich tot uw behandelende
arts te wenden of tot de fabrikant van de pacemaker.
Voorkom dat kinderen met het apparaat spelen.
Als het oppervlak van de kookplaat gebarsten is moet u het
apparaat uitschakelen om te voorkomen dat u een elektrische
schok krijgt.
Plaats geen metalen voorwerpen (messen, lepels, deksels enz.)
op de kookplaat aangezien zij heet kunnen worden.
Het apparaat is niet geschikt om te worden
ingeschakeld m.b.v. een externe timer ofwel door een
gescheiden afstandsbedieningssysteem.
Afvalverwijdering
Het verwijderen van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan de
plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt kan worden.
De Europese richtlijn 2002/96/EG, betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur (AEEA), voorziet dat
huishoudelijke apparatuur niet met het normale afval mag worden
meegegeven. De verwijderde apparaten moeten apart worden
opgehaald om het terugwinnen en recyclen van de materialen
waaruit ze bestaan te optimaliseren en te voorkomen dat er
eventuele schade voortvloeit voor de gezondheid en het milieu. Het
symbool van de afvalemmer met een kruis staat op alle producten
om de consument eraan te herinneren dat dit gescheiden afval is.
Om meer informatie te verkrijgen betreffende een juiste
verwijdering van huishoudapparaten kan de consument zich
richten tot de gemeentelijke reinigingsdienst of de verkopers.
30
NL
Onderhoud en verzorging
De elektrische stroom afsluiten
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u tot enige
handeling overgaat.
Reinigen van het apparaat
! Vermijd het gebruik van schuurmiddelen of
bijtende middelen, zoals sprays voor barbecues en
ovens, vlekkenmiddelen, roestverwijderende
producten, schoonmaakmiddelen in poedervorm of
schuursponzen: deze kunnen het oppervlak
onherstelbaar krassen.
! Gebruik nooit stoom- of hogedrukreinigers voor het
reinigen van het apparaat.
Voor normaal onderhoud moet u de kookplaat met
een vochtige spons reinigen en afdrogen met
keukenpapier.
Als de plaat erg vuil is moet hij worden
schoongemaakt met een speciaal middel voor
keramiekplaten. Daarna moet u hem afspoelen en
afdrogen.
Voor het verwijderen van hardnekkig vuil gebruikt
u het bijgeleverde schrapertje. Doe dit zo snel
mogelijk voordat het apparaat afkoelt zodat de
etensresten niet aankoeken. Uitstekende
resultaten bereikt u ook met een speciaal voor
keramiekplaten vervaardigd roestvrij staal
sponsje dat u in een sopje doopt.
Als er op de kookplaat onverhoopt voorwerpen of
plastic materiaal of suiker zouden smelten, moet
u ze onmiddellijk met het schrapertje verwijderen
zolang het oppervlak nog warm is.
Als de plaat is schoongemaakt, kan hij worden
behandeld met een speciaal product voor
onderhoud en bescherming: het onzichtbare
laagje dat dit product achterlaat beschermt de
plaat in het geval er iets overkookt. Dit soort
handelingen moeten worden uitgevoerd als de
plaat lauw of koud is.
Vergeet niet de kookplaat altijd met schoon water
af te spoelen en goed af te drogen: restjes
schoonmaakmiddel kunnen de volgende keer dat
u kookt aankoeken.
Raamwerk van roestvrij staal(alleen bij modellen
met lijst)
Roestvrij staal kan vlekken gaan vertonen als er voor
langere tijd kalkhoudend water op blijft liggen of als
gevolg van gebruik van schoonmaakmiddelen die
fosfor bevatten.
Spoel en droog de kookplaat altijd goed af nadat u
hem heeft schoongemaakt. Droog gemorst water
altijd meteen goed af.
! Enkele kookplaten hebben een lijst van aluminium
die lijkt op roestvrij staal. Gebruik voor het reinigen
en ontvetten geen producten die niet geschikt zijn
voor aluminium.
De kookplaat verwijderen
Als u de kookplaat uit elkaar moet halen:
1. verwijder de schroeven die de
centreringsklemmen aan de zijkant vasthouden;
2. maak de schroeven van de bevestigingshaken op
de hoeken los;
3. haal de kookplaat uit het meubel.
! U mag nooit aan het interne systeem sleutelen om
een reparatie proberen uit te voeren. Als er een
storing is moet u contact opnemen met de Service
Dienst.
1/40