Whirlpool KIO 632 C C Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
Gebruiksaanwijzing
KIO 632 CC
KOOKPLAAT
NL
Inhoud
Installatie, 26-27
Plaatsing
Elektrische aansluiting
Beschrijving van het apparaat, 28
Bedieningspaneel
Verlengbare kookgedeeltes
Starten en gebruik, 29-33
Inschakelen kookplaat
Inschakelen kookzones
Boosterfunctie
Uitschakelen kookzones
Programmering kookduur
De timer
Blokkering van het bedieningspaneel
Uitschakelen kookplaat
“Demo” modus
Praktische tips voor het gebruik van het apparaat
Veiligheidsmechanismen
FlexiZONE
Kooktips
Voorzorgsmaatregelen en advies, 34
Algemene veiligheid
Afvalverwijdering
Onderhoud en verzorging, 35
De elektrische stroom afsluiten
Reinigen van het apparaat
De kookplaat verwijderen
Technische beschrijving van de
modellen, 36
Portugus,1
NL
RS
PLPT
Polski, 13
, 37
Nederlands,25
26
NL
Installatie
! Bewaar dit instructieboekje zorgvuldig voor eventuele
raadpleging in de toekomst. Wanneer u het product weggeeft,
verkoopt, of wanneer u verhuist, dient u dit boekje bij het
apparaat te bewaren zodat waarschuwingen en informatie
betreffende werking voorhanden blijven.
! Lees de instructies aandachtig door: u vindt er belangrijke
informatie betreffende installatie, gebruik en veiligheid.
Plaatsing
! Het verpakkingsmateriaal is niet bestemd voor kinderen en
dient daarom te worden verwijderd volgens de geldende
normen voor gescheiden afvalverzameling (
zie
Voorzorgsmaatregelen en advies
).
! De installatie moet worden uitgevoerd door een bevoegde
installateur en volgens de instructies van de fabrikant. Een
verkeerde installatie kan schade berokkenen aan personen,
dieren of dingen.
Inbouw
Voor een goede werking van het apparaat moet het
keukenmeubel de juiste kenmerken hebben:
het keukenblad moet uit hittebestendig materiaal zijn
vervaardigd en een temperatuur van circa 100°C kunnen
verdragen;
als de kookplaat boven een oven wordt genstalleerd moet
deze zijn voorzien van een geforceerd geventileerd
afkoelingssysteem;
installeer de kookplaat nooit boven een afwasautomaat:
indien u dit toch doet, breng dan een waterdichte
afscheiding aan tussen de twee apparaten;
naar gelang het type kookplaat dat u wenst te installeren
(
zie afbeeldingen
), moet het keukenmeubel de volgende
afmetingen hebben:
560 +/- 1
490 +/- 1
48
590
520
690
520
560 +/- 1
490 +/- 1
48
Ventilatie
Teneinde een correcte ventilatie te bereiken en
een oververhitting van de oppervlakken rondom het apparaat te voorkomen,
moet de kookplaat genstalleerd worden op:
op een minimum afstand van 40 mm van de achterwand;
op zodanige wijze dat er een minimum afstand overblijft
van 20 mm tussen het inbouwmeubel en het onderstaande
meubel.
De meubels die direct naast de kookplaat staan en
hierboven uitsteken, moeten op minstens 600 mm van de
rand van de plaat staan.
VOORZIJDE VAN
DE KOOKPLAAT
KEUKENBLAD
30
40
KOOKPLAAT
ONDERSTEBOVEN
5 mm
min. 20 mm
min. 20 mm
min. 40 mm
LADE
5 mm
min. 40 mm
HETELUCHTOVEN
27
NL
Bevestigen
Het apparaat moet op een absoluut horizontaal oppervlak worden
genstalleerd.
Eventuele door onjuiste installatie veroorzaakte vervormingen
kunnen de eigenschappen en de prestaties van de kookplaat
aantasten.
De lengte van de regelschroef van de
bevestigingshaken moet op
basis van de dikte van het keukenblad worden ingesteld
voordat de haken
worden gemonteerd:
als de dikte 30 mm is: schroef 23 mm;
als de dikte 40 mm is: schroef 13 mm.
Voor het bevestigen moet u als volgt te werk gaan:
1. Draai met korte, puntloze schroeven de 4
centreringsklemmen in de openingen in het midden van elke
zijde van het blad vast;
2. zet de kookplaat in het midden van de opening van het
keukenmeubel door gelijke druk uit te oefenen op de hele
omtrek totdat de kookplaat perfect aansluit op het
keukenblad.
3. voor een blad met zijprofielen: nadat u de kookplaat in het
keukenmeubel heeft geplaatst moet u de 4 bevestigingshaken
aan de onderste rand van de kookplaat vastschroeven met
gepunte, lange schroeven, net zolang tot het glas goed aan
het blad vastzit.
! De schroeven van de centreringsklemmen moeten te allen
tijde bereikbaar blijven.
! Volgens de veiligheidsnormen mag er geen contact meer
mogelijk zijn met de elektrische onderdelen nadat het
apparaat is ingebouwd.
! Alle beschermende onderdelen moeten zodanig worden
bevestigd dat ze niet kunnen worden verwijderd zonder
gereedschap te gebruiken.
Elektrische aansluiting
! De elektrische aansluitingen van de kookplaat en de
eventuele inbouwoven moeten apart worden uitgevoerd,
zowel om elektrische veiligheidsredenen als om de oven
eventueel eenvoudiger te kunnen verwijderen.
Eenfasige aansluiting
De kookplaat is voorzien van een voedingskabel bestemd
voor een eenfasige aansluiting. Voer de draadverbinding uit
zoals aangegeven in de volgende tabel en tekeningen:
Spanningstype
en netfrequentie
Elektrische kabel Draadverbinding
220-240V 1+N ~
50 Hz
: geel/groen;
N
: de 2 blauwe draden samen
L
: bruin en zwart samen
Andere soorten aansluitingen
Als het elektrische net overeenkomt met een van de volgende
karakteristieken:
Spanningstype en netfrequentie
• 400V - 2+N ~ 50 Hz
• 220-240V 3 ~ 50/Hz
• 400V 3 - N ~ 50 Hz
• 400V - 2+2N ~ 50 Hz
Scheid de kabels en voer de draadverbinding uit zoals
aangegeven in de volgende tabel en tekeningen:
Spanningstype
en netfrequentie
Elektrische kabel Draadverbinding
400V - 2+N ~
50 Hz
220-240V 3 ~
50 Hz
400V 3-N ~
50 Hz
: geel/groen;
N: de 2 blauwe
draden samen
L1: zwart
L2: bruin
400V - 2+2N ~
50 Hz
: geel/groen;
N1: blauw
N2: blauw
L1: zwart
L2: bruin
Het aansluiten van de voedingskabel aan het elektrische net
Bij een rechtstreekse aansluiting op het net moet u tussen het
apparaat en het net een meerpolige schakelaar aanbrengen
met een minimum afstand van 3 mm tussen de contacten.
! De installateur is verantwoordelijk voor een correcte
elektrische aansluiting en de inachtneming van de
veiligheidsnormen.
Vóór het aansluiten moet u controleren dat:
de contactdoos geaard is en voldoet aan de geldende
normen;
het stopcontact in staat is het maximale vermogen van het
apparaat te verdragen, zoals aangegeven op het
typeplaatje dat zich op het apparaat bevindt;
de spanning zich bevindt tussen de waarden die staan
aangegeven op het typeplaatje;
de contactdoos en de stekker overeenkomen. Als dat niet
zo is, dient u ofwel de stekker ofwel de contactdoos te
vervangen; gebruik geen verlengsnoeren of
dubbelstekkers.
! Wanneer het apparaat genstalleerd is, moeten de
elektrische kabel en de contactdoos gemakkelijk te bereiken
zijn.
! De kabel mag niet gebogen of samengedrukt worden.
! De kabel moet van tijd tot tijd worden gecontroleerd en mag
alleen door erkende monteurs worden vervangen.
! De fabrikant kan nergens aansprakelijk voor worden gesteld
als deze normen niet worden nageleefd.
! Verwijder of vervang de voedingskabel voor geen enkele
reden. De eventuele verwijdering of vervanging doet de
garantie en de CE markering vervallen. INDESIT kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor ongelukken of schade die
het resultaat zijn van de vervanging/verwijdering van de
originele voedingskabel. De vervanging met een origineel
onderdeel is alleen toegestaan indien uitgevoerd door een
erkende INDESIT technicus.
28
NL
Beschrijving van het apparaat
Bedieningspaneel
Toets TOENAME TIJD om de tijd van de timer toe
te laten nemen
(zie Starten en gebruik)
.
Toets AFNAME TIJD om de tijd van de timer af te
laten nemen
(zie Starten en gebruik)
.
Toets TOENAME VERMOGEN om de kookplaat
aan te zetten en het vermogen ervan te regelen
(
zie Starten en gebruik
).
Toets AFNAME VERMOGEN om het vermogen te
regelen en de kookplaat uit te zetten (
zie Starten
en gebruik
).
Controlelampje GESELECTEERD
KOOKGEDEELTE geeft aan dat het betreffende
kookgedeelte geselecteerd is en dat u het kunt
regelen.
AanwijzerVERMOGEN: geeft het bereikte
warmteniveau aan.
Toets ON/OFF voor het in- en uitschakelen van het
apparaat.
Controlelampje ON/OFF: geeft aan of het apparaat
in- of uitgeschakeld is.
Toets PROGRAMMERINGSTIMER om de
programmering van de kookduur te regelen (
zie
Starten en gebruik
).
Display PROGRAMMERINGSTIMER: toont de
keuzes betreffende de programmering aan (
zie
Starten en gebruik
).
Controlelampjes GEPROGRAMMEERD
KOOKGEDEELTE: tonen de kookgedeeltes aan
als u een programmering start (
zie Starten en
gebruik
).
Toets BLOKKERING BEDIENINGSPANEEL om te
voorkomen dat er ongewilde wijzigingen aan de
regeling van het kookvlak worden uitgevoerd (
zie
Starten en gebruik
).
Controlelampje BLOKKERING
BEDIENINGSPANEEL: toont dat de blokkering
van het bedieningspaneel heeft plaatsgevonden
(
zie Starten en gebruik
).
Toets SELECTEREN KOOKZONES om de
kookplaat aan te zetten en het vermogen te
regelen
(zie Starten en gebruik)
.
Controlelampje TIMER geeft aan dat de timer
actief is.
BOOSTER toets om het extra vermogen - 3000 W
- van de kookzone in te schakelen
(zie Starten en
gebruik)
.
BOOSTER controlelampje, geeft aan dat het
'booster' extra vermogen actief is.
Toets MAX-
om de kookzone in te schakelen op
het maximale niveau 9
Toets FLEXI ZONE -om de kookzone FLEXI ZONE
Controlelampje FLEXI ZONE geeft aan dat de
FLEXI ZONE actief is.
! Dit product voldoet aan de eisen die gesteld
worden door de nieuwe Europese Richtlijn voor
energiebesparing voor apparaten in de standby-
stand.
Wanneer 2 minuten lang geen handelingen worden
uitgevoerd gaat het apparaat, na het uitgaan van de
waarschuwingslampjes voor restwarmte en voor de
ventilator (indien aanwezig), automatisch in de “off
mode”.
Door op de ON/OFF toets te drukken, keert het
apparaat weer terug in de operationele stand.
Het bedieningspaneel dat hier wordt beschreven en afgebeeld geldt alleen als voorbeeld: het is mogelijk dat
het niet exact overeenkomt met het door u aangeschafte model.
Toets
BOOSTER
Controlelampje
BOOSTER
Controlelampje
ON/OFF
Controlelampje
BLOKKERING
BEDIENINGSPANEEL
Toets
BLOKKERING
BEDIENINGSPANEEL
Toets
TOENAME VERMOGEN
Controlelampje
GEPROGRAMMEERD KOOKGEDEELTE
Display
PROGRAMMERINGSTIMER
Toets
PROGRAMMERINGSTIMER
Toets
AFNAME VERMOGEN
Controlelampje
GESELECTEERD
KOOKGEDEE
LTE
Aanwijzers
STROOMSTERKTE en
RESTERENDE WARMTE
Toets
ON/OFF
Controlelampje
TIMER
Booster
Max
Max
Booster
Toets
MAX
Toets
FLEXI ZONE
Toets
TOENAME KOOKTIJD
Toets
AFNAME KOOKTIJD
Controlelampje
FLEXI ZONE
29
NL
Starten en gebruik
! De lijm die gebruikt is voor de afdichtingen laat wat
vetvlekjes achter op het glas. Voordat u het
apparaat gebruikt raden wij u aan de vlekken te
verwijderen met een speciaal niet-schurend
schoonmaakmiddel. Gedurende de eerste paar uur
dat u het apparaat gebruikt kan het zijn dat u een
rubbergeur ruikt. Deze zal echter snel wegtrekken.
! Als de kookplaat elektrisch wordt aangesloten
hoort u na enkele seconden een kort geluidssignaal
afgaan. Alleen dan kunt u de kookplaat aanzetten.
Geluiden normale werking kookplaat:
Zoemen:Zoemen:
Zoemen:Zoemen:
Zoemen: geluid geproduceerd door het trillen
van de metalen onderdelen waarvan de inductor
en de pan zijn gemaakt en wordt gevormd door
het elektromagnetische veld dat noodzakelijk is
voor de verwarming. Dit neemt toe bij het
toenemen van het vermogen van de inductor.
Zacht fluiten:Zacht fluiten:
Zacht fluiten:Zacht fluiten:
Zacht fluiten: dit hoort u als een lege pan op de
kookplaat wordt gezet. Het geluid verdwijnt zodra
u voedsel of water in de pan doet.
Knetteren:Knetteren:
Knetteren:Knetteren:
Knetteren: dit geluid wordt geproduceerd door
het trillen van het materiaal van de bodem van de
pan als er parasitaire stromingen plaatsvinden
gevormd door het elektromagnetische veld
(inductie). De intensiteit kan variëren aan de hand
van het materiaal waarmee de bodem van de pan
gemaakt is en wordt minder naarmate de
afmetingen van de pan toenemen.
Hard fluiten:Hard fluiten:
Hard fluiten:Hard fluiten:
Hard fluiten: u hoort dit geluid als de twee
inductoren op dezelfde verticale lijn tegelijkertijd
op maximum vermogen werken en/of als op de
grootste de boosterfunctie is ingesteld en de
ander op zelfregeling staat. Het geluid wordt
minder als u het vermogen van de zelfregelende
inductor lager zet. Dit doet zich vooral voor als de
bodem van de pan bestaat uit verschillende lagen
van verschillende materialen.
Geluid van de ventilator:Geluid van de ventilator:
Geluid van de ventilator:Geluid van de ventilator:
Geluid van de ventilator: voor een juist
gebruik van de kookplaat en om de veiligheid van
het elektronische gedeelte te behoeden voor
eventuele oververhitting is het noodzakelijk de
ventilator in te schakelen. De ventilator draait op
maximaal vermogen als de grote inductor op
maximaal vermogen staat of als de boosterfunctie
is ingeschakeld. In alle andere gevallen draait hij
op middelmatig vermogen aan de hand van de
waargenomen temperatuur. Het is bovendien
mogelijk dat de ventilator blijft draaien nadat u de
kookplaat heeft uitgezet, als de waargenomen
temperatuur zeer hoog is.
De genoemde geluiden zijn het resultaat van de
inductietechnologie en zijn niet noodzakelijkerwijs
functioneringsdefecten.
! Als u lang op de toetsen drukt
--
--
- en
++
++
+ kunt u de
stroomsterkte en de minuten van de timer snel laten
toenemen.
Inschakelen kookplaat
Druk ongeveer 1 seconde op de knop voor het
inschakelen van de kookplaat.
Inschakelen kookzones
Iedere kookzone wordt in werking gesteld door
middel van een selectietoets
en een
regelsysteem voor de stroomsterkte, bestaande
uit een dubbele toets
--
--
- en
++
++
+.
Voor het in werking stellen van een kookzone drukt u
op de betreffende toets en stelt u de gewenste
stroomsterkte in met de toetsen
--
--
- en
++
++
+.
Booster functie*
Om de verwarmingstijd te versnellen kunt u in enkele
kookzones de booster functie activeren door op de
Booster
toets te drukken. Het controlelampje boven de
toets gaat aan. Deze functie verhoogt het vermogen tot
2000 W of 3000 W, aan de hand van de grootte van de
gekozen kookzone.
De boosterfunctie stopt na 4 minuten automatisch.
Zolang de booster van een van de kookzones actief is,
zal het gedeelte daarvoor of daarachter slechts over
een beperkt vermogen beschikken (bv.: als in de
kookzone linksachter de booster actief is, zal het
vermogen in de kookzone linksvoor afnemen). Voor
verdere informatie kunt u de
Technische beschrijving
van de modellen raadplegen.
Uitschakelen kookgedeeltes
Voor het uitschakelen van een kookgedeelte kiest u
dit door middel van de selectietoets
en:
Druk op de toets
--
--
- : het vermogen van het
kookgedeelte wordt langzaam minder totdat het
uitgaat.
Programmering kookduur
! Alle kookgedeeltes kunnen tegelijkertijd
geprogrammeerd worden voor een tijdsduur van
tussen de 1 en de 99 minuten.
1. Kies het kookgedeelte door middel van de
betreffende selectietoets.
2. De gewenste stroomsterkte van het kookgedeelte
instellen.
*
Slechts op enkele modellen aanwezig.
30
NL
3. Druk op de programmeertoets . Het controlelampje
voor het betreffende kookgedeelte begint te knipperen.
4. Stel de gewenste kookduur in door middel van de
toetsen
--
--
- en
++
++
+.
5. Bevestig door op de toets
te drukken, of na
10 seconden vindt automatische selectie plaats.
De timer begint gelijk met aftellen. Het einde van de
geprogrammeerde kooktijd wordt aangegeven door een
geluidssignaal (van 1 minuut) waarna
het kookgedeelte uitgaat. Herhaal de
hierboven beschreven procedure voor
iedere kookplaat die u wilt
programmeren.
Visualisatie bij een meervoudige programmering.
Indien een of meer kookplaten zijn geprogrammeerd
vertoont het display de resterende tijd van de
kookplaat die als eerste eindigt, terwijl hij de positie
ervan aanduidt door middel van het betreffende
controlelampje dat knippert. De controlelampjes van
de andere geprogrammeerde kookplaten zijn aan.
Om de resterende tijd van de andere
geprogrammeerde kookplaten te visualiseren moet u
een aantal keren op de toets
drukken: met de
klok mee zullen, de een na de ander, de tijden van
de timer alle geprogrammeerde kookplaten worden
getoond, te beginnen met de kookplaat linksvoor.
Het wijzigen van een programmering
1. Druk een aantal keer op de toets
totdat de
tijd van de kookplaat die u wilt wijzigen verschijnt.
2. Druk op de toetsen
--
--
- en
++
++
+ voor het instellen
van de nieuwe tijd.
3. Bevestig door op de toets
te drukken.
Om een programmering te annuleren moet u
bovenstaande handelingen uitvoeren. Bij punt 2 drukt u
op de toets
--
--
- : de duur vermindert langzaamaan tot
aan de uitschakeling 0. De programmering wordt gewist
en het display verlaat de programmeringsmodus.
De timer
De kookplaat moet aan zijn.
Met de timer kunt u een duur tot aan 99 minuten instellen.
1. Druk op de toets programmering
totdat het
controlelampje van de timer aangaat
.
2. Stel de gewenste kookduur in door middel van de
toetsen
--
--
- en
++
++
+.
3. Bevestig door op de toets te drukken.
De timer begint gelijk met aftellen. Als de tijd
verstreken is hoort u voor de duur van 1 minuut een
geluidssignaal.
Blokkering van het bedieningspaneel
Als de kookplaat in werking is kunt u het
bedieningspaneel blokkeren om een ongewenst
aanraken te vermijden (kinderen,
schoonmaakhandelingen, enz.). Door op de toets
te drukken zal het bedieningspaneel worden
geblokkeerd. Het controlelampje boven de toets
gaat aan.
Als u het bedieningspaneel weer wilt gebruiken (bv.
als u wilt stoppen met koken) moet u de blokkering
uitschakelen: druk even op de toets
. Het
controlelampje gaat uit en het bedieningspaneel
wordt weer geactiveerd.
Uitschakelen kookplaat
Druk op de toets ; wordt het apparaat
uitgeschakeld. Vertrouw niet op de pannendetector.
Als het bedieningspaneel is geblokkeerd, blijft dit ook
geblokkeerd nadat u de kookplaat opnieuw inschakelt.
Als u de kookplaat opnieuw wilt inschakelen moet u
eerst het bedieningspaneel deblokkeren.
“Demo” modus
Het is mogelijk een demomodus in te stellen waarbij
het bedieningspaneel normaal functioneert (de
opdrachten betreffende de programmering
inbegrepen), maar waarbij de verwarmingselementen
niet aangaan. Om de “demo” modus te activeren moet
de kookplaat aanstaan en alle stralingselementen uit:
Druk tegelijkertijd 6 seconden lang op de toetsen
++
++
+
en
--
--
- . Zodra de 6 seconden zijn verstreken zullen de
controlelampjes ON/OFF en BLOKKERING
BEDIENINGSPANEEL een seconde lang knipperen.
Laat de toetsen
++
++
+ en
--
--
- los en druk op de toets ;
het display toont om de beurt de tekst DE en MO
en het kookvlak gaat uit;
de volgende keer dat u de kookplaat inschakelt
zal hij zich in de “demo” modus bevinden.
Om deze modus te verlaten volgt u de boven
beschreven procedure. Het display toont om de
beurt de tekst DE en OF en het kookvlak gaat uit.
Als u het kookvlak weer inschakelt zal het gewoon
functioneren.
31
NL
Praktische tips voor het gebruik van het
apparaat
! Gebruik pannen die gemaakt zijn van materiaal dat
geschikt is voor inductie (ferromagnetisch
materiaal). Wij raden het gebruik aan van pannen
van: gietijzer, geëmailleerd staal of speciaal inductie
roestvrij staal. U kunt zelf testen of een pan geschikt
is door hem uit te proberen met een magneet.
*
GESCHIKTE MATERIALEN
ONGESCHIKTE MATERIALEN
Gietijzer
Ge‘mailleerd staal
Speciaal roestvrij staal
Koper,
Aluminium, Glas, Terracotta,
Aardewerk, Niet magnetisch roestvrij staal
Om optimale resultaten te bereiken met de
kookplaat:
Gebruik alleen pannen met een dikke, platte
bodem zodat ze perfect aansluiten op het
verwarmingsvlak.
Gebruik pannen die groot genoeg zijn om de
kookplaat geheel te bedekken zodat alle
beschikbare hitte wordt benut.
Houd de bodem van de pannen altijd goed
schoon en droog zodat ze goed aansluiten op het
kookvlak. Dit verlengt de levensduur van zowel
de pannen als het kookvlak zelf.
Vermijd dezelfde pannen te gebruiken die u ook
op een gasfornuis heeft gebruikt: de
warmteconcentratie van gasbranders kan de
bodem van pannen vervormen, waardoor ze niet
goed meer aansluiten.
Veiligheidssystemen
Pannensensor
Ieder kookgedeelte is voorzien van een systeem dat
waarneemt of er een pan op staat. De plaat straalt
alleen warmte uit als er een pan van de juiste
afmetingen op staat. Het knipperende
controlelampje kan betekenen:
dat de pan niet geschikt is
dat de pan een te kleine diameter heeft
dat de pan niet goed aansluit
Oververhitting
In het geval van oververhitting van de elektronische
onderdelen gaat de kookplaat automatisch uit en
verschijnt op het display
F gevolgd door een
knipperend nummer. Deze boodschap verdwijnt en
u kunt de kookplaat weer gebruiken zodra de
temperatuur tot op een acceptabel niveau is gezakt.
Veiligheidsschakelaar
Het apparaat beschikt over een veiligheidsschakelaar
die de kookgedeeltes automatisch uitschakelt als de
tijdslimiet voor een bepaald vermogensniveau is
bereikt. Tijdens deze veiligheidsonderbreking vertoont
het display het cijfer “
00
00
0”.
B.v.: de kookplaat rechtsachter staat op 5, terwijl de
plaat linksvoor op 2 staat. De plaat rechtsachter zal
automatisch na 5 uur uitgaan, de plaat linksvoor na 8 uur.
Vermogensniveau
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Begrenzing van de werkingsduur in uren
9
8
7
6
5
4
3
2
1
Geluidssignaal
Enkele storingen, zoals:
een voorwerp (pan, bestek, enz.) dat meer dan 10
seconden op het bedieningspaneel ligt,
gemors op het bedieningspaneel,
een lange druk op een toets, kunnen een
geluidssignaal veroorzaken. Verwijder de oorzaak
van de storing en het geluidssignaal houdt op.
Als de oorzaak van de storing niet wordt
verwijderd blijft het geluidssignaal gaan en wordt
het kookvlak uitgeschakeld.
32
NL
FlexiZONE FlexiZONE
FlexiZONE FlexiZONE
FlexiZONE modus
M.b.v. de
FlexiZONEFlexiZONE
FlexiZONEFlexiZONE
FlexiZONE zone kunt u dezelfde
stroomsterkte instellen op twee "aaneengesloten"
kookplaten. U kunt deze functie activeren door op
de
FlexiZONEFlexiZONE
FlexiZONEFlexiZONE
FlexiZONE toets ( ) te drukken mits de twee
kookplaten zich in de OFF stand bevinden.
Het is mogelijk de
FlexiZONEFlexiZONE
FlexiZONEFlexiZONE
FlexiZONE functie te activeren
terwijl de kookplaat aan is, door een enkele keer op
de
FlexiZONEFlexiZONE
FlexiZONEFlexiZONE
FlexiZONE toets te drukken. De leds op de
aaneengesloten platen gaan beide aan.
De 2 leds blijven aan zodra de platen met elkaar zijn
verbonden (als u weer op
FlexiZONEFlexiZONE
FlexiZONEFlexiZONE
FlexiZONE drukt worden
ze losgekoppeld en wordt het vermogen op beide
platen op 0 gezet).
Als u op een van de twee FLEXI ZONE platen op de
toetsen +, - of max drukt verschijnt het effect zowel
op de ene als op de andere plaat.
Als u de
FlexiZONEFlexiZONE
FlexiZONEFlexiZONE
FlexiZONE zone wilt uitschakelen dient u
op de
FlexiZONEFlexiZONE
FlexiZONEFlexiZONE
FlexiZONE toets ( ) te drukken.
U kunt ook een timer instellen voor de
Flexi Flexi
Flexi Flexi
Flexi zone.
Deze wordt getoond op het display, waarna de leds
van beide aaneengesloten platen zullen aangaan.
Als u op de "timer" toets drukt zullen de twee
aaneengesloten platen zich als één gedragen.
Selectie en gebruik FLEXI ZONESelectie en gebruik FLEXI ZONE
Selectie en gebruik FLEXI ZONESelectie en gebruik FLEXI ZONE
Selectie en gebruik FLEXI ZONE
Om de kookzone FLEXI ZONE te gebruiken drukt u
op de toets ( ).
Om de stroomsterkte in te stellen (zie boven).
Werking van de FLEXI ZONEWerking van de FLEXI ZONE
Werking van de FLEXI ZONEWerking van de FLEXI ZONE
Werking van de FLEXI ZONE
Zodra u de FLEXI ZONE heeft geselecteerd en u
drukt op de toets ( ) gaan de 2 leds van de FLEXI
ZONE op beide platen aan en is het dus mogelijk
beide zones te regelen als ware het een enkele
zone. De stroomsterkte wordt op beide displays
getoond. Als u alleen de bovenzijde of alleen de
onderzijde gebruikt zal het display van de zone die
niet wordt gebruikt beginnen te knipperen. Na een
gebruik van 3 min zal de bereiding automatisch naar
de standaard modus overgaan. (niet
FlexiFlexi
FlexiFlexi
Flexi).
! Zodra hij geactiveerd is, is het ook mogelijk de
FLEXI ZONE te programmeren met dezelfde modus
die is beschreven voor de enkele platen.
! Accessoires
Voor de juiste werking van de kookzone FLEXI
ZONE raden wij u aan pannen te gebruiken met een
elliptische of verlengde bodem en met een lengte
van minstens 250 mm. Als u pannen gebruikt met
een kleinere diameter raden wij u aan ze aan de
boven- of onderzijde te gebruiken, welke is
aangegeven door het symbool X.
Als de gebruikte pan niet gecentreerd is t.o.v. de
serigrafie zou u een fluittoon of een zacht geruis
kunnen horen. Dit signaleert geen slechte werking
van de kookplaat. We raden u aan de pan op het
centrum van de FLEXI ZONE te plaatsen.
33
NL
Praktische kooktips
ª
Koken met een snel
kookpanSnelkookpan
Frituren
Grillen Koken
VKoken op zeer
hoog vuur
Koken op
hoog vuur
Koken op middelmatig vuurKoken op
laag vuur
Koken op
zeer laag
vuur
Crêpes Koken op hoog vuur en bruin bakken
(Braadstukken, biefstukken, kalfslappen,
visfilets, gebakken eieren)
§
Snel indikken (vloeibare sauzen)
Koken van water (pasta, rijst, groente)
Melk
§
S
Langzaam indikken (gebonden sauzen)
S
¢
Au bain-marie koken Koken met snelkookpan, na het sissen
¢
£
Koken op laag vuur
(stoofschotels)
Opwarmen van gerechten
¡
Chocoladesaus Warm houden van gerechten
34
NL
Voorzorgsmaatregelen
en advies
! Dit apparaat is ontwikkeld en gefabriceerd volgens de
geldende internationale veiligheidsvoorschriften. Deze
aanwijzingen zijn geschreven voor uw veiligheid en u dient
ze derhalve goed door te nemen.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU
Richtlijnen:
- 2006/95/EEG van 12/12/06 (Laagspanning) en
daaropvolgende wijzigingen
- 2004/108/EEG van 15/12/04 (Elektromagnetische
Compatibiliteit) en daaropvolgende wijzigingen
- 93/68/EEG van 22/07/93 en daaropvolgende wijzigingen.
- 1275/2008 stand-by/off mode.
Algemene veiligheidsmaatregelen
!Controleer dat de luchttoevoeropening van het rooster van
de ventilator niet verstopt is. De inbouwkookplaat moet
voorzien zijn van een goede ventilatie voor het afkoelen
van de elektronische componenten.
!Het is niet aan te raden de inductiekookplaat boven een
koelkast te plaatsen (hitte) of boven een wasautomaat
(trillingen). Er zou geen voldoende ruimte zijn voor de
ventilatie van de elektronische elementen.
Dit apparaat is vervaardigd voor niet-professioneel
gebruik binnenshuis.
Het apparaat dient niet buitenshuis te worden geplaatst,
ook niet in overdekte toestand. Het is erg gevaarlijk als
het in aanraking komt met regen of onweer.
Raak het apparaat niet aan als u blootsvoets bent of
met natte of vochtige handen of voeten.
Het apparaat dient om gerechten te koken. Het mag
uitsluitend door volwassenen worden gebruikt en alleen
volgens de instructies die beschreven staan in deze
handleiding. Gebruik het kookvlak niet om voorwerpen
op te plaatsen en ook niet als snijplank.
Het glaskeramische kookvlak is bestand tegen
mechanische stoten. Het kan echter worden
beschadigd (of barsten) als het wordt geraakt door een
puntig object, bijvoorbeeld door gereedschap. Als dit
gebeurt moet u onmiddellijk het apparaat afsluiten van
de elektrische stroom en contact opnemen met de
Technische Dienst.
Voorkom dat elektrische snoeren van andere kleine
keukenapparaten op warme delen van de kookplaat
terechtkomen.
Vergeet niet dat de temperatuur in het kookgedeelte
aanzienlijk hoog blijft tot minstens 30 minuten nadat u
het heeft uitgeschakeld. De resterende warmte wordt
aangeduid door een aanwijzer (
zie Starten en gebruik
).
Houd voorwerpen die kunnen smelten op afstand van
de kookplaat, zoals bv. plastic, aluminium of
suikerhoudende etenswaren. Let vooral op plastic of
aluminium verpakkingen en folie: als u ze op het nog
warme of lauwe kookvlak neerlegt, kunt u zware schade
aanrichten.
Richt de handvaten van de pannen altijd naar de
binnenzijde van de kookplaat zodat u er niet per
ongeluk tegenaan stoot.
Trek nooit de stekker aan het snoer uit het stopcontact,
maar pak altijd de stekker direct beet.
Maak het apparaat niet schoon of voer geen onderhoud
uit als de stekker nog in het stopcontact zit.
Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen
(kinderen inbegrepen) met een beperkt lichamelijk,
sensorieel of geestelijk vermogen of personen die niet
de nodige ervaring of kennis hebben met het apparaat,
tenzij onder toezicht van een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid of nadat hun is
uitgelegd hoe het apparaat werkt.
Mededeling voor dragers van een pacemakerMededeling voor dragers van een pacemaker
Mededeling voor dragers van een pacemakerMededeling voor dragers van een pacemaker
Mededeling voor dragers van een pacemaker
of een ander actief ingeplant medischof een ander actief ingeplant medisch
of een ander actief ingeplant medischof een ander actief ingeplant medisch
of een ander actief ingeplant medisch
apparaat:apparaat:
apparaat:apparaat:
apparaat:
De kookplaat voldoet aan alle geldende normen
betreffende elektromagnetische storing.
Dit product is aldus in volkomen overeenstemming met
de voorschriften van de wet (richtlijn 89/336/EEG). Het
ontwerp is zodanig gepland dat het geen storingen
veroorzaakt bij andere elektrische apparaten die worden
gebruikt, mits ook dezen voldoen aan bovengenoemde
normen.
De inductieplaat creëert elektromagnetische velden op
korte afstand.
Teneinde ieder risico van storing tussen de kookplaat
en de pacemaker te vermijden moet deze laatste ook
voldoen aan de geldende normen.
Wat dat betreft kunnen wij slechts de conformiteit van
ons eigen product garanderen. Voor informatie omtrent
conformiteit of eventuele problemen verzoeken wij u
zich tot uw behandelende arts te wenden of tot de
fabrikant van de pacemaker.
Voorkom dat kinderen met het apparaat spelen.
Plaats geen metalen voorwerpen (messen, lepels,
deksels enz.) op de kookplaat aangezien zij heet
kunnen worden..
Het apparaat is niet geschikt om te worden
ingeschakeld m.b.v. een externe timer ofwel door een
gescheiden afstandsbedieningssysteem.
Afvalverwijdering
Het verwijderen van het verpakkingsmateriaal: houdt u
aan de plaatselijke normen zodat het materiaal
hergebruikt kan worden.
De Europese richtlijn 2002/96/EG, betreffende
afgedankte elektrische en elektronische apparatuur
(AEEA), voorziet dat huishoudelijke apparatuur niet met
het normale afval mag worden meegegeven. De
verwijderde apparaten moeten apart worden opgehaald
om het terugwinnen en recyclen van de materialen
waaruit ze bestaan te optimaliseren en te voorkomen
dat er eventuele schade voortvloeit voor de gezondheid
en het milieu. Het symbool van de afvalemmer met een
kruis staat op alle producten om de consument eraan te
herinneren dat dit gescheiden afval is.
Om meer informatie te verkrijgen betreffende een juiste
verwijdering van huishoudapparaten kan de consument
zich richten tot de gemeentelijke reinigingsdienst of de
verkopers.
35
NL
Onderhoud en verzorging
De elektrische stroom afsluiten
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u tot enige
handeling overgaat.
Reinigen van het apparaat
! Vermijd het gebruik van schuurmiddelen of
bijtende middelen, zoals sprays voor barbecues en
ovens, vlekkenmiddelen, roestverwijderende
producten, schoonmaakmiddelen in poedervorm of
schuursponzen: deze kunnen het oppervlak
onherstelbaar krassen.
! Gebruik nooit stoom- of hogedrukreinigers voor het
reinigen van het apparaat.
Voor normaal onderhoud moet u de kookplaat met
een vochtige spons reinigen en afdrogen met
keukenpapier.
Als de plaat erg vuil is moet hij worden
schoongemaakt met een speciaal middel voor
keramiekplaten. Daarna moet u hem afspoelen en
afdrogen.
Voor het verwijderen van hardnekkig vuil kunt u
een hiervoor bestemd schrapertje gebruiken. Doe
dit zo snel mogelijk voordat het apparaat afkoelt,
zodat de etensresten niet aankoeken. Uitstekende
resultaten bereikt u ook met een speciaal voor
keramiekplaten vervaardigd roestvrij staal
sponsje dat u in een sopje doopt.
Als er op de kookplaat onverhoopt voorwerpen of
plastic materiaal of suiker zouden smelten, moet
u ze onmiddellijk met het schrapertje verwijderen
zolang het oppervlak nog warm is.
Als de plaat is schoongemaakt, kan hij worden
behandeld met een speciaal product voor
onderhoud en bescherming: het onzichtbare
laagje dat dit product achterlaat beschermt de
plaat in het geval er iets overkookt. Dit soort
handelingen moeten worden uitgevoerd als de
plaat lauw of koud is.
Vergeet niet de kookplaat altijd met schoon water
af te spoelen en goed af te drogen: restjes
schoonmaakmiddel kunnen de volgende keer dat
u kookt aankoeken.
Raamwerk van roestvrij staal(alleen bij modellen
met lijst)
Roestvrij staal kan vlekken gaan vertonen als er voor
langere tijd kalkhoudend water op blijft liggen of als
gevolg van gebruik van schoonmaakmiddelen die
fosfor bevatten.
Spoel en droog de kookplaat altijd goed af nadat u
hem heeft schoongemaakt. Droog gemorst water
altijd meteen goed af.
! Enkele kookplaten hebben een lijst van aluminium
die lijkt op roestvrij staal. Gebruik voor het reinigen
en ontvetten geen producten die niet geschikt zijn
voor aluminium.
De kookplaat verwijderen
Als u de kookplaat uit elkaar moet halen:
1. verwijder de schroeven die de
centreringsklemmen aan de zijkant vasthouden;
2. maak de schroeven van de bevestigingshaken op
de hoeken los;
3. haal de kookplaat uit het meubel.
! U mag nooit aan het interne systeem sleutelen om
een reparatie proberen uit te voeren. Als er een
storing is moet u contact opnemen met de Service
Dienst.
36
NL
Technische beschrijving van
de modellen
Het inductiesysteem is het snelste kooksysteem dat er bestaat. In tegenstelling tot de traditionele kookplaten
wordt niet het kookgedeelte verwarmd: de warmte wordt direct binnenin de pan gecreëerd, die daarom
noodzakelijkerwijs een bodem van ferromagnetisch materiaal moet bezitten.
Legenda:
I = kookgedeelte met eenvoudige inductie
B = booster: de kookzone kan over een extra vermogen van 3000 W beschikken
* = het maximale vermogen wordt beperkt terwijl de booster in het kookgedeelte erachter actief is (zie
Starten
en gebruik
).
Kookplaten KIO 632 CC
Kookgedeeltes Vermogen (in W)
Linksachter I 1400
Rechtsachter I 2200 – B 3000* - 1600 als Rechtsvoor*
Linksvoor I 1400
Rechtsvoor I 1400 – B 2000* – 600 als Rechtsachter*
Totaal vermogen 6400

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing KOOKPLAAT Inhoud PT Portugu s,1 RS , 37 KIO 632 CC PL Polski, 13 NL Nederlands,25 Installatie, 26-27 Plaatsing Elektrische aansluiting Beschrijving van het apparaat, 28 Bedieningspaneel Verlengbare kookgedeeltes Starten en gebruik, 29-33 Inschakelen kookplaat Inschakelen kookzones Boosterfunctie Uitschakelen kookzones Programmering kookduur De timer Blokkering van het bedieningspaneel Uitschakelen kookplaat “Demo” modus Praktische tips voor het gebruik van het apparaat Veiligheidsmechanismen FlexiZONE Kooktips Voorzorgsmaatregelen en advies, 34 Algemene veiligheid Afvalverwijdering Onderhoud en verzorging, 35 De elektrische stroom afsluiten Reinigen van het apparaat De kookplaat verwijderen Technische beschrijving van de modellen, 36 NL Installatie raadpleging in de toekomst. Wanneer u het product weggeeft, verkoopt, of wanneer u verhuist, dient u dit boekje bij het apparaat te bewaren zodat waarschuwingen en informatie betreffende werking voorhanden blijven. ! Lees de instructies aandachtig door: u vindt er belangrijke informatie betreffende installatie, gebruik en veiligheid. 5 mm ! Bewaar dit instructieboekje zorgvuldig voor eventuele min. 20 mm LADE Plaatsing min. 40 mm 590 0 48 690 52 /- 0+ 56 0+ /- 1 49 0 52 1 /- 0+ 56 0+ /- 1 1 49 Ventilatie Teneinde een correcte ventilatie te bereiken en een oververhitting van de oppervlakken rondom hetapparaattevoorkomen, moetdekookplaatge nstalleerdwordenop: • op een minimum afstand van 40 mm van de achterwand; • op zodanige wijze dat er een minimum afstand overblijft van 20 mm tussen het inbouwmeubel en het onderstaande meubel. • De meubels die direct naast de kookplaat staan en hierboven uitsteken, moeten op minstens 600 mm van de rand van de plaat staan. 26 HETELUCHTOVEN min. 40 mm VOORZIJDE VAN DE KOOKPLAAT KEUKENBLAD KOOKPLAAT ONDERSTEBOVEN 30 Inbouw Voor een goede werking van het apparaat moet het keukenmeubel de juiste kenmerken hebben: • het keukenblad moet uit hittebestendig materiaal zijn vervaardigd en een temperatuur van circa 100°C kunnen verdragen; • als de kookplaat boven een oven wordt ge nstalleerd moet deze zijn voorzien van een geforceerd geventileerd afkoelingssysteem; • installeer de kookplaat nooit boven een afwasautomaat: indien u dit toch doet, breng dan een waterdichte afscheiding aan tussen de twee apparaten; • naar gelang het type kookplaat dat u wenst te installeren (zie afbeeldingen), moet het keukenmeubel de volgende afmetingen hebben: min. 20 mm 40 dient daarom te worden verwijderd volgens de geldende normen voor gescheiden afvalverzameling ( zie Voorzorgsmaatregelen en advies). ! De installatie moet worden uitgevoerd door een bevoegde installateur en volgens de instructies van de fabrikant. Een verkeerde installatie kan schade berokkenen aan personen, dieren of dingen. 5 mm ! Het verpakkingsmateriaal is niet bestemd voor kinderen en 48 NL Bevestigen Als het elektrische net overeenkomt met een van de volgende karakteristieken: Het apparaat moet op een absoluut horizontaal oppervlak worden ge nstalleerd. Eventuele door onjuiste installatie veroorzaakte vervormingen kunnen de eigenschappen en de prestaties van de kookplaat aantasten. Spanningstypeennetfrequentie De lengte van de regelschroef van de bevestigingshaken moet op basis van de dikte van het keukenblad worden ingesteld voordat de haken worden gemonteerd: • als de dikte 30 mm is: schroef 23 mm; • als de dikte 40 mm is: schroef 13 mm. Voor het bevestigen moet u als volgt te werk gaan: 1. Draai met korte, puntloze schroeven de 4 centreringsklemmen in de openingen in het midden van elke zijde van het blad vast; 2. zet de kookplaat in het midden van de opening van het keukenmeubel door gelijke druk uit te oefenen op de hele omtrek totdat de kookplaat perfect aansluit op het keukenblad. 3. voor een blad met zijprofielen: nadat u de kookplaat in het keukenmeubel heeft geplaatst moet u de 4 bevestigingshaken aan de onderste rand van de kookplaat vastschroeven met gepunte, lange schroeven, net zolang tot het glas goed aan het blad vastzit. ! De schroeven van de centreringsklemmen moeten te allen tijde bereikbaar blijven. ! Volgens de veiligheidsnormen mag er geen contact meer mogelijk zijn met de elektrische onderdelen nadat het apparaat is ingebouwd. ! Alle beschermende onderdelen moeten zodanig worden bevestigd dat ze niet kunnen worden verwijderd zonder gereedschap te gebruiken. Elektrische aansluiting ! De elektrische aansluitingen van de kookplaat en de eventuele inbouwoven moeten apart worden uitgevoerd, zowel om elektrische veiligheidsredenen als om de oven eventueel eenvoudiger te kunnen verwijderen. Eenfasige aansluiting De kookplaat is voorzien van een voedingskabel bestemd voor een eenfasige aansluiting. Voer de draadverbinding uit zoals aangegeven in de volgende tabel en tekeningen: Spanningstype en netfrequentie Elektrische kabel 220-240V 1+N ~ 50 Hz Andere soorten aansluitingen Draadverbinding : geel/groen; N: de 2 blauwe draden samen L: bruin en zwart samen • 400V - 2+N ~ 50 Hz • 220-240V 3 ~ 50/Hz • 400V 3 - N ~ 50 Hz • 400V - 2+2N ~ 50 Hz Scheid de kabels en voer de draadverbinding uit zoals aangegeven in de volgende tabel en tekeningen: Spanningstype en netfrequentie 400V - 2+N ~ 50 Hz 220-240V 3 ~ 50 Hz 400V 3-N ~ 50 Hz Elektrische kabel Draadverbinding : geel/groen; N: de 2 blauwe draden samen L1: zwart L2: bruin : geel/groen; 400V - 2+2N ~ 50 Hz N1: blauw N2: blauw L1: zwart L2: bruin Het aansluiten van de voedingskabel aan het elektrische net Bij een rechtstreekse aansluiting op het net moet u tussen het apparaat en het net een meerpolige schakelaar aanbrengen met een minimum afstand van 3 mm tussen de contacten. ! De installateur is verantwoordelijk voor een correcte elektrische aansluiting en de inachtneming van de veiligheidsnormen. Vóór het aansluiten moet u controleren dat: • de contactdoos geaard is en voldoet aan de geldende normen; • het stopcontact in staat is het maximale vermogen van het apparaat te verdragen, zoals aangegeven op het typeplaatje dat zich op het apparaat bevindt; • de spanning zich bevindt tussen de waarden die staan aangegeven op het typeplaatje; • de contactdoos en de stekker overeenkomen. Als dat niet zo is, dient u ofwel de stekker ofwel de contactdoos te vervangen; gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers. ! Wanneer het apparaat ge nstalleerd is, moeten de elektrische kabel en de contactdoos gemakkelijk te bereiken zijn. ! De kabel mag niet gebogen of samengedrukt worden. ! De kabel moet van tijd tot tijd worden gecontroleerd en mag alleen door erkende monteurs worden vervangen. ! De fabrikant kan nergens aansprakelijk voor worden gesteld als deze normen niet worden nageleefd. ! Verwijder of vervang de voedingskabel voor geen enkele reden. De eventuele verwijdering of vervanging doet de garantie en de CE markering vervallen. INDESIT kan niet aansprakelijk worden gesteld voor ongelukken of schade die het resultaat zijn van de vervanging/verwijdering van de originele voedingskabel. De vervanging met een origineel onderdeel is alleen toegestaan indien uitgevoerd door een erkende INDESIT technicus. 27 NL Beschrijving van het apparaat NL Bedieningspaneel Het bedieningspaneel dat hier wordt beschreven en afgebeeld geldt alleen als voorbeeld: het is mogelijk dat het niet exact overeenkomt met het door u aangeschafte model. Controlelampje TIMER Controlelampje FLEXI ZONE Toets AFNAME KOOKTIJD Aanwijzers STROOMSTERKTE en RESTERENDE WARMTE Max Max Controlelampje GEPROGRAMMEERD KOOKGEDEELTE Toets BOOSTER Toets Toets FLEXI ZONE MAX Controlelampje BOOSTER Booster Display PROGRAMMERINGSTIMER Toets ON/OFF Controlelampje ON/OFF Booster Controlelampje BLOKKERING BEDIENINGSPANEEL Toets AFNAME VERMOGEN Toets BLOKKERING BEDIENINGSPANEEL Controlelampje GESELECTEERD LTE KOOKGEDEE Toets TOENAME KOOKTIJD Toets TOENAME VERMOGEN • Toets TOENAME TIJD om de tijd van de timer toe te laten nemen (zie Starten en gebruik). • Toets AFNAME TIJD om de tijd van de timer af te laten nemen (zie Starten en gebruik). • Toets TOENAME VERMOGEN om de kookplaat aan te zetten en het vermogen ervan te regelen (zie Starten en gebruik). • Toets AFNAME VERMOGEN om het vermogen te regelen en de kookplaat uit te zetten (zie Starten en gebruik). • Controlelampje GESELECTEERD KOOKGEDEELTE geeft aan dat het betreffende kookgedeelte geselecteerd is en dat u het kunt regelen. • AanwijzerVERMOGEN: geeft het bereikte warmteniveau aan. • Toets ON/OFF voor het in- en uitschakelen van het apparaat. • Controlelampje ON/OFF: geeft aan of het apparaat in- of uitgeschakeld is. • Toets PROGRAMMERINGSTIMER om de programmering van de kookduur te regelen (zie Starten en gebruik). • Display PROGRAMMERINGSTIMER: toont de keuzes betreffende de programmering aan (zie Starten en gebruik). • Controlelampjes GEPROGRAMMEERD KOOKGEDEELTE: tonen de kookgedeeltes aan als u een programmering start (zie Starten en gebruik). • Toets BLOKKERING BEDIENINGSPANEEL om te voorkomen dat er ongewilde wijzigingen aan de 28 Toets PROGRAMMERINGSTIMER • • • • • • • • regeling van het kookvlak worden uitgevoerd (zie Starten en gebruik). Controlelampje BLOKKERING BEDIENINGSPANEEL: toont dat de blokkering van het bedieningspaneel heeft plaatsgevonden (zie Starten en gebruik). Toets SELECTEREN KOOKZONES om de kookplaat aan te zetten en het vermogen te regelen (zie Starten en gebruik). Controlelampje TIMER geeft aan dat de timer actief is. BOOSTER toets om het extra vermogen - 3000 W - van de kookzone in te schakelen (zie Starten en gebruik). BOOSTER controlelampje, geeft aan dat het 'booster' extra vermogen actief is. Toets MAX- om de kookzone in te schakelen op het maximale niveau 9 Toets FLEXI ZONE -om de kookzone FLEXI ZONE Controlelampje FLEXI ZONE geeft aan dat de FLEXI ZONE actief is. ! Dit product voldoet aan de eisen die gesteld worden door de nieuwe Europese Richtlijn voor energiebesparing voor apparaten in de standbystand. Wanneer 2 minuten lang geen handelingen worden uitgevoerd gaat het apparaat, na het uitgaan van de waarschuwingslampjes voor restwarmte en voor de ventilator (indien aanwezig), automatisch in de “off mode”. Door op de ON/OFF toets te drukken, keert het apparaat weer terug in de operationele stand. Starten en gebruik ! De lijm die gebruikt is voor de afdichtingen laat wat vetvlekjes achter op het glas. Voordat u het apparaat gebruikt raden wij u aan de vlekken te verwijderen met een speciaal niet-schurend schoonmaakmiddel. Gedurende de eerste paar uur dat u het apparaat gebruikt kan het zijn dat u een rubbergeur ruikt. Deze zal echter snel wegtrekken. ! Als de kookplaat elektrisch wordt aangesloten hoort u na enkele seconden een kort geluidssignaal afgaan. Alleen dan kunt u de kookplaat aanzetten. Geluiden normale werking kookplaat: • Zoemen: geluid geproduceerd door het trillen van de metalen onderdelen waarvan de inductor en de pan zijn gemaakt en wordt gevormd door het elektromagnetische veld dat noodzakelijk is voor de verwarming. Dit neemt toe bij het toenemen van het vermogen van de inductor. • Zacht fluiten: dit hoort u als een lege pan op de kookplaat wordt gezet. Het geluid verdwijnt zodra u voedsel of water in de pan doet. • Knetteren: dit geluid wordt geproduceerd door het trillen van het materiaal van de bodem van de pan als er parasitaire stromingen plaatsvinden gevormd door het elektromagnetische veld (inductie). De intensiteit kan variëren aan de hand van het materiaal waarmee de bodem van de pan gemaakt is en wordt minder naarmate de afmetingen van de pan toenemen. • Hard fluiten: u hoort dit geluid als de twee inductoren op dezelfde verticale lijn tegelijkertijd op maximum vermogen werken en/of als op de grootste de boosterfunctie is ingesteld en de ander op zelfregeling staat. Het geluid wordt minder als u het vermogen van de zelfregelende inductor lager zet. Dit doet zich vooral voor als de bodem van de pan bestaat uit verschillende lagen van verschillende materialen. • Geluid van de ventilator: voor een juist gebruik van de kookplaat en om de veiligheid van het elektronische gedeelte te behoeden voor eventuele oververhitting is het noodzakelijk de ventilator in te schakelen. De ventilator draait op maximaal vermogen als de grote inductor op maximaal vermogen staat of als de boosterfunctie is ingeschakeld. In alle andere gevallen draait hij op middelmatig vermogen aan de hand van de waargenomen temperatuur. Het is bovendien mogelijk dat de ventilator blijft draaien nadat u de kookplaat heeft uitgezet, als de waargenomen temperatuur zeer hoog is. De genoemde geluiden zijn het resultaat van de inductietechnologie en zijn niet noodzakelijkerwijs functioneringsdefecten. * Slechts op enkele modellen aanwezig. ! Als u lang op de toetsen drukt - + en kunt u de NL stroomsterkte en de minuten van de timer snel laten toenemen. Inschakelen kookplaat Druk ongeveer 1 seconde op de knop voor het inschakelen van de kookplaat. Inschakelen kookzones Iedere kookzone wordt in werking gesteld door en een middel van een selectietoets regelsysteem voor de stroomsterkte, bestaande uit een dubbele toets - + en . • Voor het in werking stellen van een kookzone drukt u op de betreffende toets en stelt u de gewenste stroomsterkte in met de toetsen - + en . Booster functie* Om de verwarmingstijd te versnellen kunt u in enkele kookzones de booster functie activeren door op de Booster toets te drukken. Het controlelampje boven de toets gaat aan. Deze functie verhoogt het vermogen tot 2000 W of 3000 W, aan de hand van de grootte van de gekozen kookzone. De boosterfunctie stopt na 4 minuten automatisch. Zolang de booster van een van de kookzones actief is, zal het gedeelte daarvoor of daarachter slechts over een beperkt vermogen beschikken (bv.: als in de kookzone linksachter de booster actief is, zal het vermogen in de kookzone linksvoor afnemen). Voor verdere informatie kunt u de Technische beschrijving van de modellen raadplegen. Uitschakelen kookgedeeltes Voor het uitschakelen van een kookgedeelte kiest u dit door middel van de selectietoets - en: : het vermogen van het • Druk op de toets kookgedeelte wordt langzaam minder totdat het uitgaat. Programmering kookduur ! Alle kookgedeeltes kunnen tegelijkertijd geprogrammeerd worden voor een tijdsduur van tussen de 1 en de 99 minuten. 1. Kies het kookgedeelte door middel van de betreffende selectietoets. 2. De gewenste stroomsterkte van het kookgedeelte instellen. 29 NL 3. Druk op de programmeertoets . Het controlelampje voor het betreffende kookgedeelte begint te knipperen. 4. Stel de gewenste kookduur in door middel van de toetsen - + en . 5. Bevestig door op de toets te drukken, of na 10 seconden vindt automatische selectie plaats. De timer begint gelijk met aftellen. Het einde van de geprogrammeerde kooktijd wordt aangegeven door een geluidssignaal (van 1 minuut) waarna het kookgedeelte uitgaat. Herhaal de hierboven beschreven procedure voor iedere kookplaat die u wilt programmeren. Visualisatie bij een meervoudige programmering. Indien een of meer kookplaten zijn geprogrammeerd vertoont het display de resterende tijd van de kookplaat die als eerste eindigt, terwijl hij de positie ervan aanduidt door middel van het betreffende controlelampje dat knippert. De controlelampjes van de andere geprogrammeerde kookplaten zijn aan. Om de resterende tijd van de andere geprogrammeerde kookplaten te visualiseren moet u een aantal keren op de toets drukken: met de klok mee zullen, de een na de ander, de tijden van de timer alle geprogrammeerde kookplaten worden getoond, te beginnen met de kookplaat linksvoor. Het wijzigen van een programmering 1. Druk een aantal keer op de toets totdat de tijd van de kookplaat die u wilt wijzigen verschijnt. 2. Druk op de toetsen - + en voor het instellen van de nieuwe tijd. 3. Bevestig door op de toets te drukken. - De timer De kookplaat moet aan zijn. Met de timer kunt u een duur tot aan 99 minuten instellen. 1. Druk op de toets programmering totdat het controlelampje van de timer aangaat . 2. Stel de gewenste kookduur in door middel van de 30 - + en . te drukken. De timer begint gelijk met aftellen. Als de tijd verstreken is hoort u voor de duur van 1 minuut een geluidssignaal. Blokkering van het bedieningspaneel Als de kookplaat in werking is kunt u het bedieningspaneel blokkeren om een ongewenst aanraken te vermijden (kinderen, schoonmaakhandelingen, enz.). Door op de toets te drukken zal het bedieningspaneel worden geblokkeerd. Het controlelampje boven de toets gaat aan. Als u het bedieningspaneel weer wilt gebruiken (bv. als u wilt stoppen met koken) moet u de blokkering uitschakelen: druk even op de toets . Het controlelampje gaat uit en het bedieningspaneel wordt weer geactiveerd. Uitschakelen kookplaat Druk op de toets ; wordt het apparaat uitgeschakeld. Vertrouw niet op de pannendetector. Als het bedieningspaneel is geblokkeerd, blijft dit ook geblokkeerd nadat u de kookplaat opnieuw inschakelt. Als u de kookplaat opnieuw wilt inschakelen moet u eerst het bedieningspaneel deblokkeren. “Demo” modus Het is mogelijk een demomodus in te stellen waarbij het bedieningspaneel normaal functioneert (de opdrachten betreffende de programmering inbegrepen), maar waarbij de verwarmingselementen niet aangaan. Om de “demo” modus te activeren moet de kookplaat aanstaan en alle stralingselementen uit: • Druk tegelijkertijd 6 seconden lang op de toetsen Om een programmering te annuleren moet u bovenstaande handelingen uitvoeren. Bij punt 2 drukt u op de toets : de duur vermindert langzaamaan tot aan de uitschakeling 0. De programmering wordt gewist en het display verlaat de programmeringsmodus. toetsen 3. Bevestig door op de toets - + en . Zodra de 6 seconden zijn verstreken zullen de controlelampjes ON/OFF en BLOKKERING BEDIENINGSPANEEL een seconde lang knipperen. Laat de toetsen + en los en druk op de toets • het display toont om de beurt de tekst DE en MO en het kookvlak gaat uit; • de volgende keer dat u de kookplaat inschakelt zal hij zich in de “demo” modus bevinden. Om deze modus te verlaten volgt u de boven beschreven procedure. Het display toont om de beurt de tekst DE en OF en het kookvlak gaat uit. Als u het kookvlak weer inschakelt zal het gewoon functioneren. ; Praktische tips voor het gebruik van het apparaat • dat de pan een te kleine diameter heeft • dat de pan niet goed aansluit ! Gebruik pannen die gemaakt zijn van materiaal dat geschikt is voor inductie (ferromagnetisch materiaal). Wij raden het gebruik aan van pannen van: gietijzer, geëmailleerd staal of speciaal inductie roestvrij staal. U kunt zelf testen of een pan geschikt is door hem uit te proberen met een magneet. Oververhitting ONGESCHIKTE MATERIALEN GESCHIKTE MATERIALEN NL In het geval van oververhitting van de elektronische onderdelen gaat de kookplaat automatisch uit en verschijnt op het display F gevolgd door een knipperend nummer. Deze boodschap verdwijnt en u kunt de kookplaat weer gebruiken zodra de temperatuur tot op een acceptabel niveau is gezakt. Veiligheidsschakelaar * Gietijzer Ge‘mailleerd staal Speciaal roestvrij staal Koper, Aluminium, Glas, Terracotta, Aardewerk, Niet magnetisch roestvrij staal Om optimale resultaten te bereiken met de kookplaat: • Gebruik alleen pannen met een dikke, platte bodem zodat ze perfect aansluiten op het verwarmingsvlak. • Gebruik pannen die groot genoeg zijn om de kookplaat geheel te bedekken zodat alle beschikbare hitte wordt benut. • Houd de bodem van de pannen altijd goed schoon en droog zodat ze goed aansluiten op het kookvlak. Dit verlengt de levensduur van zowel de pannen als het kookvlak zelf. • Vermijd dezelfde pannen te gebruiken die u ook op een gasfornuis heeft gebruikt: de warmteconcentratie van gasbranders kan de bodem van pannen vervormen, waardoor ze niet goed meer aansluiten. Veiligheidssystemen Pannensensor Ieder kookgedeelte is voorzien van een systeem dat waarneemt of er een pan op staat. De plaat straalt alleen warmte uit als er een pan van de juiste afmetingen op staat. Het knipperende controlelampje kan betekenen: • dat de pan niet geschikt is Het apparaat beschikt over een veiligheidsschakelaar die de kookgedeeltes automatisch uitschakelt als de tijdslimiet voor een bepaald vermogensniveau is bereikt. Tijdens deze veiligheidsonderbreking vertoont 0”. het display het cijfer “0 B.v.: de kookplaat rechtsachter staat op 5, terwijl de plaat linksvoor op 2 staat. De plaat rechtsachter zal automatisch na 5 uur uitgaan, de plaat linksvoor na 8 uur. Vermogensniveau Begrenzing van de werkingsduur in uren 1 9 2 8 3 7 4 6 5 5 6 4 7 3 8 2 9 1 Geluidssignaal Enkele storingen, zoals: • een voorwerp (pan, bestek, enz.) dat meer dan 10 seconden op het bedieningspaneel ligt, • gemors op het bedieningspaneel, • een lange druk op een toets, kunnen een geluidssignaal veroorzaken. Verwijder de oorzaak van de storing en het geluidssignaal houdt op. Als de oorzaak van de storing niet wordt verwijderd blijft het geluidssignaal gaan en wordt het kookvlak uitgeschakeld. 31 NL FlexiZONE modus M.b.v. de FlexiZONE zone kunt u dezelfde stroomsterkte instellen op twee "aaneengesloten" kookplaten. U kunt deze functie activeren door op de FlexiZONE toets ( ) te drukken mits de twee kookplaten zich in de OFF stand bevinden. Het is mogelijk de FlexiZONE functie te activeren terwijl de kookplaat aan is, door een enkele keer op de FlexiZONE toets te drukken. De leds op de aaneengesloten platen gaan beide aan. De 2 leds blijven aan zodra de platen met elkaar zijn verbonden (als u weer op FlexiZONE drukt worden ze losgekoppeld en wordt het vermogen op beide platen op 0 gezet). Als u op een van de twee FLEXI ZONE platen op de toetsen +, - of max drukt verschijnt het effect zowel op de ene als op de andere plaat. Als u de FlexiZONE zone wilt uitschakelen dient u op de FlexiZONE toets ( ) te drukken. U kunt ook een timer instellen voor de Flexi zone. Deze wordt getoond op het display, waarna de leds van beide aaneengesloten platen zullen aangaan. Als u op de "timer" toets drukt zullen de twee aaneengesloten platen zich als één gedragen. Selectie en gebruik FLEXI ZONE Om de kookzone FLEXI ZONE te gebruiken drukt u op de toets ( ). Om de stroomsterkte in te stellen (zie boven). Werking van de FLEXI ZONE Zodra u de FLEXI ZONE heeft geselecteerd en u drukt op de toets ( ) gaan de 2 leds van de FLEXI ZONE op beide platen aan en is het dus mogelijk beide zones te regelen als ware het een enkele zone. De stroomsterkte wordt op beide displays getoond. Als u alleen de bovenzijde of alleen de onderzijde gebruikt zal het display van de zone die niet wordt gebruikt beginnen te knipperen. Na een gebruik van 3 min zal de bereiding automatisch naar Flexi). de standaard modus overgaan. (niet Flexi ! Zodra hij geactiveerd is, is het ook mogelijk de FLEXI ZONE te programmeren met dezelfde modus die is beschreven voor de enkele platen. ! Accessoires Voor de juiste werking van de kookzone FLEXI ZONE raden wij u aan pannen te gebruiken met een elliptische of verlengde bodem en met een lengte van minstens 250 mm. Als u pannen gebruikt met een kleinere diameter raden wij u aan ze aan de boven- of onderzijde te gebruiken, welke is aangegeven door het symbool X. 32 Als de gebruikte pan niet gecentreerd is t.o.v. de serigrafie zou u een fluittoon of een zacht geruis kunnen horen. Dit signaleert geen slechte werking van de kookplaat. We raden u aan de pan op het centrum van de FLEXI ZONE te plaatsen. Koken op zeer laag vuur Koken op laag vuur Koken op middelmatig vuur Koken op hoog vuur VKoken op zeer hoog vuur Praktische kooktips ª • • ¶ ¶ § § S S ¢ ¢ £ ™ ™ ¡ NL Koken met een snel kookpanSnelkookpan Frituren Grillen Koken Crêpes Koken op hoog vuur en bruin bakken (Braadstukken, biefstukken, kalfslappen, visfilets, gebakken eieren) Snel indikken (vloeibare sauzen) Koken van water (pasta, rijst, groente) Melk Langzaam indikken (gebonden sauzen) Au bain-marie koken Koken met snelkookpan, na het sissen Koken op laag vuur (stoofschotels) Opwarmen van gerechten Chocoladesaus Warm houden van gerechten 33 Voorzorgsmaatregelen en advies NL ! Dit apparaat is ontwikkeld en gefabriceerd volgens de geldende internationale veiligheidsvoorschriften. Deze aanwijzingen zijn geschreven voor uw veiligheid en u dient ze derhalve goed door te nemen. Dit apparaat voldoet aan de volgende EU Richtlijnen: - 2006/95/EEG van 12/12/06 (Laagspanning) en daaropvolgende wijzigingen - 2004/108/EEG van 15/12/04 (Elektromagnetische Compatibiliteit) en daaropvolgende wijzigingen - 93/68/EEG van 22/07/93 en daaropvolgende wijzigingen. - 1275/2008 stand-by/off mode. Algemene veiligheidsmaatregelen !Controleer dat de luchttoevoeropening van het rooster van de ventilator niet verstopt is. De inbouwkookplaat moet voorzien zijn van een goede ventilatie voor het afkoelen van de elektronische componenten. !Het is niet aan te raden de inductiekookplaat boven een koelkast te plaatsen (hitte) of boven een wasautomaat (trillingen). Er zou geen voldoende ruimte zijn voor de ventilatie van de elektronische elementen. • Dit apparaat is vervaardigd voor niet-professioneel gebruik binnenshuis. • Het apparaat dient niet buitenshuis te worden geplaatst, ook niet in overdekte toestand. Het is erg gevaarlijk als het in aanraking komt met regen of onweer. • Raak het apparaat niet aan als u blootsvoets bent of met natte of vochtige handen of voeten. • Het apparaat dient om gerechten te koken. Het mag uitsluitend door volwassenen worden gebruikt en alleen volgens de instructies die beschreven staan in deze handleiding. Gebruik het kookvlak niet om voorwerpen op te plaatsen en ook niet als snijplank. • Het glaskeramische kookvlak is bestand tegen mechanische stoten. Het kan echter worden beschadigd (of barsten) als het wordt geraakt door een puntig object, bijvoorbeeld door gereedschap. Als dit gebeurt moet u onmiddellijk het apparaat afsluiten van de elektrische stroom en contact opnemen met de Technische Dienst. • Voorkom dat elektrische snoeren van andere kleine keukenapparaten op warme delen van de kookplaat terechtkomen. • Vergeet niet dat de temperatuur in het kookgedeelte aanzienlijk hoog blijft tot minstens 30 minuten nadat u het heeft uitgeschakeld. De resterende warmte wordt aangeduid door een aanwijzer (zie Starten en gebruik). • Houd voorwerpen die kunnen smelten op afstand van de kookplaat, zoals bv. plastic, aluminium of suikerhoudende etenswaren. Let vooral op plastic of aluminium verpakkingen en folie: als u ze op het nog warme of lauwe kookvlak neerlegt, kunt u zware schade aanrichten. • Richt de handvaten van de pannen altijd naar de binnenzijde van de kookplaat zodat u er niet per ongeluk tegenaan stoot. • Trek nooit de stekker aan het snoer uit het stopcontact, maar pak altijd de stekker direct beet. 34 • Maak het apparaat niet schoon of voer geen onderhoud uit als de stekker nog in het stopcontact zit. • Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen (kinderen inbegrepen) met een beperkt lichamelijk, sensorieel of geestelijk vermogen of personen die niet de nodige ervaring of kennis hebben met het apparaat, tenzij onder toezicht van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of nadat hun is uitgelegd hoe het apparaat werkt. • Mededeling voor dragers van een pacemaker of een ander actief ingeplant medisch apparaat: De kookplaat voldoet aan alle geldende normen betreffende elektromagnetische storing. Dit product is aldus in volkomen overeenstemming met de voorschriften van de wet (richtlijn 89/336/EEG). Het ontwerp is zodanig gepland dat het geen storingen veroorzaakt bij andere elektrische apparaten die worden gebruikt, mits ook dezen voldoen aan bovengenoemde normen. De inductieplaat creëert elektromagnetische velden op korte afstand. Teneinde ieder risico van storing tussen de kookplaat en de pacemaker te vermijden moet deze laatste ook voldoen aan de geldende normen. Wat dat betreft kunnen wij slechts de conformiteit van ons eigen product garanderen. Voor informatie omtrent conformiteit of eventuele problemen verzoeken wij u zich tot uw behandelende arts te wenden of tot de fabrikant van de pacemaker. • Voorkom dat kinderen met het apparaat spelen. • Plaats geen metalen voorwerpen (messen, lepels, deksels enz.) op de kookplaat aangezien zij heet kunnen worden.. • Het apparaat is niet geschikt om te worden ingeschakeld m.b.v. een externe timer ofwel door een gescheiden afstandsbedieningssysteem. Afvalverwijdering • Het verwijderen van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt kan worden. • De Europese richtlijn 2002/96/EG, betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA), voorziet dat huishoudelijke apparatuur niet met het normale afval mag worden meegegeven. De verwijderde apparaten moeten apart worden opgehaald om het terugwinnen en recyclen van de materialen waaruit ze bestaan te optimaliseren en te voorkomen dat er eventuele schade voortvloeit voor de gezondheid en het milieu. Het symbool van de afvalemmer met een kruis staat op alle producten om de consument eraan te herinneren dat dit gescheiden afval is. Om meer informatie te verkrijgen betreffende een juiste verwijdering van huishoudapparaten kan de consument zich richten tot de gemeentelijke reinigingsdienst of de verkopers. Onderhoud en verzorging De elektrische stroom afsluiten Sluit altijd eerst de stroom af voordat u tot enige handeling overgaat. Reinigen van het apparaat ! Vermijd het gebruik van schuurmiddelen of bijtende middelen, zoals sprays voor barbecues en ovens, vlekkenmiddelen, roestverwijderende producten, schoonmaakmiddelen in poedervorm of schuursponzen: deze kunnen het oppervlak onherstelbaar krassen. Raamwerk van roestvrij staal(alleen bij modellen met lijst) NL Roestvrij staal kan vlekken gaan vertonen als er voor langere tijd kalkhoudend water op blijft liggen of als gevolg van gebruik van schoonmaakmiddelen die fosfor bevatten. Spoel en droog de kookplaat altijd goed af nadat u hem heeft schoongemaakt. Droog gemorst water altijd meteen goed af. ! Enkele kookplaten hebben een lijst van aluminium die lijkt op roestvrij staal. Gebruik voor het reinigen en ontvetten geen producten die niet geschikt zijn voor aluminium. ! Gebruik nooit stoom- of hogedrukreinigers voor het reinigen van het apparaat. • Voor normaal onderhoud moet u de kookplaat met een vochtige spons reinigen en afdrogen met keukenpapier. • Als de plaat erg vuil is moet hij worden schoongemaakt met een speciaal middel voor keramiekplaten. Daarna moet u hem afspoelen en afdrogen. De kookplaat verwijderen Als u de kookplaat uit elkaar moet halen: 1. verwijder de schroeven die de centreringsklemmen aan de zijkant vasthouden; 2. maak de schroeven van de bevestigingshaken op de hoeken los; 3. haal de kookplaat uit het meubel. ! U mag nooit aan het interne systeem sleutelen om • Voor het verwijderen van hardnekkig vuil kunt u een hiervoor bestemd schrapertje gebruiken. Doe dit zo snel mogelijk voordat het apparaat afkoelt, zodat de etensresten niet aankoeken. Uitstekende resultaten bereikt u ook met een speciaal voor keramiekplaten vervaardigd roestvrij staal sponsje dat u in een sopje doopt. een reparatie proberen uit te voeren. Als er een storing is moet u contact opnemen met de Service Dienst. • Als er op de kookplaat onverhoopt voorwerpen of plastic materiaal of suiker zouden smelten, moet u ze onmiddellijk met het schrapertje verwijderen zolang het oppervlak nog warm is. • Als de plaat is schoongemaakt, kan hij worden behandeld met een speciaal product voor onderhoud en bescherming: het onzichtbare laagje dat dit product achterlaat beschermt de plaat in het geval er iets overkookt. Dit soort handelingen moeten worden uitgevoerd als de plaat lauw of koud is. • Vergeet niet de kookplaat altijd met schoon water af te spoelen en goed af te drogen: restjes schoonmaakmiddel kunnen de volgende keer dat u kookt aankoeken. 35 Technische beschrijving van de modellen NL Het inductiesysteem is het snelste kooksysteem dat er bestaat. In tegenstelling tot de traditionele kookplaten wordt niet het kookgedeelte verwarmd: de warmte wordt direct binnenin de pan gecreëerd, die daarom noodzakelijkerwijs een bodem van ferromagnetisch materiaal moet bezitten. Legenda: I = kookgedeelte met eenvoudige inductie B = booster: de kookzone kan over een extra vermogen van 3000 W beschikken * = het maximale vermogen wordt beperkt terwijl de booster in het kookgedeelte erachter actief is (zie Starten en gebruik). Kookplaten Kookgedeeltes Linksachter Rechtsachter Linksvoor Rechtsvoor Totaal vermogen 36 KIO 632 CC Vermogen (in W) I 1400 I 2200 – B 3000* - 1600 als Rechtsvoor* I 1400 I 1400 – B 2000* – 600 als Rechtsachter* 6400
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

Whirlpool KIO 632 C C Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding

in andere talen