Aeg-Electrolux SK98843-6I Handleiding

Type
Handleiding
N/AE/93. (09.)
200382777
SK 98843-6I
Koelkast
Refrigerateur
Gebruiksaanwijzing
Mode d`emploi
2
Instructies voor het gebruik van de gebruiksaanwijzing
Opmerkingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor de juiste
werking van het apparaat.
Aanvullende informatie met betrekking tot de bediening en praktische
toepassingen van het apparaat.
Nuttige tips voor het economisch en milieuvriendelijk verstandige gebruik
van het apparaat
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product
niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een
plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur
wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier
wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve
gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit
product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het
bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de
winkel waar u het product hebt gekocht.
3
Inhoudsopgave
Veiligheidsinformatie .....................................................................................................................4
Veiligheid van kinderen / Bescherming van het milieu .....................................................5
Afvoer / Veiligheidsmaatregelen voor isobutaan..................................................................6
Werking en gebruik / Voor de ingebruikneming/ ................................................................7
Bedieningspaneel / Toetsen temperatuurinstelling..............................................................7
Temperatuurdisplay / Opstarten en temperatuurregeling ................................................8
COOLMATIC / FROSTMATIC .........................................................................................................9
Interne onderdelen......................................................................................................................12
Tips....................................................................................................................................................13
Onderhoud / Ontdooien.............................................................................................................16
Lamp vervangen............................................................................................................................18
Hulp bij storingen ........................................................................................................................19
Klantenservice en reserveonderdelen / Technische gegevens ........................................20
Installatie .......................................................................................................................................20
Opstelling........................................................................................................................................21
Elektrische aansluiting ...............................................................................................................22
4
Veiligheidsinformatie
Deze informatie werd voorzien ten behoeve van uw veiligheid. Lees dit
alvorens het apparaat te installeren of te gebruiken. Bewaar deze
gebruiksaanwijzing voor toekomstige raadpleging. Als het apparaat van
eigenaar verandert, dient de gebruiksaanwijzing meegeleverd te worden.
Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed en geef hem door aan een evt.
volgende eigenaar van het apparaat.
Dit apparaat is alleen bedoeld voor gebruik in het huishouden, voor het
bewaren van levensmiddelen en dient volgens de voorschriften te worden
gebruikt.
Reparaties aan dit apparaat, ook vervangen van het aansluitsnoer,
mogen alleen door Service worden uitgevoerd. Daarbij mogen alleen
originele Service-onderdelen gebruikt worden. Onvakkundige reparaties
kunnen tot aanzienlijke risico's voor de gebruiker leiden!
Het apparaat is alleen spanningloos als de stekker uit het stopcontact is
getrokken. Voordat u het apparaat gaat reinigen, dient u het altijd
spanningloos te maken. Trek de stekker nooit aan het snoer, maar aan de
stekker zelf uit het stopcontact. Als het stopcontact moeilijk bereikbaar is,
schakel dan de zekering in de huisinstallatie uit.
Het aansluitsnoer mag niet verlengd worden.
Zorg ervoor dat de stekker niet wordt platgedrukt of beschadigd door
de achterkant van het koel/vriesapparaat.
- Een beschadigde stekker kan oververhit raken en brand veroorzaken.
Plaats geen zware voorwerpen of het koel/vriesapparaat zelf op het
aansluitsnoer.
- Daardoor bestaat kans op kortsluiting en brand.
Trek de stekker niet uit het stopcontact door aan het snoer te trekken,
vooral niet als het koel/vriesapparaat uit de nis wordt getrokken.
- Schade aan het snoer kan kortsluiting, brand en/of een elektrische schok
veroorzaken.
- Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet het worden vervangen door onze
service-afdeling of door een erkend installateur.
Als het stopcontact los zit, steek de stekker er dan niet in.
- Daardoor bestaat kans op een elektrische schok of brand.
Gebruik het apparaat niet zonder de afdekking van de binnenverlichting.
Gebruik bij het schoonmaken, het ontdooien of het uitnemen van
diepvriesproducten of het ijsblokjesbakje geen scherpe of puntige
voorwerpen. Die kunnen het apparaat beschadigen.
Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen bij de temperatuurregelaar en de
verlichting komen.
5
Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct uit de vriesruimte in de mond
stoppen. IJs kan aan lippen of tong vastvriezen en verwondingen
veroorzaken.
Eenmaal ontdooide levensmiddelen mogen niet opnieuw ingevroren
worden, maar moeten zo snel mogelijk geconsumeerd worden.
Kant-en-klare diepvriesproducten volgens de aanwijzingen van de
fabrikant van deze producten bewaren.
Probeer niet het ontdooiproces te versnellen m.b.v. elektrische
verwarmingstoestellen of chemische stoffen.
Laat kunststof onderdelen niet met hete voorwerpen in aanraking komen.
Geen bussen of flessen met brandbaar gas of vloeistof in het apparaat
bewaren. Explosiegevaar!
Geen koolzuurhoudende dranken, flessen en blikjes in de diepvriesruimte
bewaren.
Het dooiwaterafvoergootje regelmatig controleren en schoonmaken. Bij
verstopping kan het verzamelde dooiwater storingen veroorzaken.
Veiligheid van kinderen
Houd de verpakking uit de buurt van kinderen. Kunststof folie kan
verstikkingsgevaar opleveren.
Het apparaat is bedoeld voor gebruik door volwassenen. Laat kinderen niet
met het apparaat of de bedieningselementen spelen.
Als u het apparaat afdankt, trek dan de stekker uit het stopcontact, snijd
het aansluitsnoer af (zo dicht mogelijk bij het apparaat) en haal de deur
eruit. U verhindert daardoor, dat spelende kinderen een elektrische schok
krijgen of elkaar of zichzelf in het apparaat opsluiten.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen, personen met
verminderde lichamelijke, zintuigelijke of geestelijke capaciteiten of een
gebrek aan kennis en ervaring, tenzij er toezicht is ingesteld door de
persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of tenzij zij van deze
persoon instructies hebben gekregen over het gebruik.
Bescherming van het milieu
Dit apparaat bevat geen gassen die de ozonlaag kunnen beschadigen, niet
in het koelcircuit en evenmin in de isolatiematerialen.
Het apparaat mag niet samen met huisvuil worden afgevoerd. Voorkom
beschadiging aan de koeleenheid. Informatie over uw plaatselijke
afvalverwerkingslocaties kunt u bij de gemeente opvragen.
Verwijder de stekker en zorg dat alle sloten en grendels verwijderd zijn zodat
kinderen niet opgesloten kunnen raken in het apparaat.
6
Afvoer
Verpakkingsinformatie van het apparaat
De materialen met het symbool kunnen gerecycled worden.
>PE< voor polyethyleen, bijv. verpakkingsmateriaal van folie
>PS< voor polystyreen, bijv. vulmateriaal (altijd CFK-vrij)
>POM< polyoxymethyleen, bijv. plastic sluitingen.
Alle materialen zijn milieuvriendelijk!
Informatie over de inzamelroosters of -plaatsen kunnen worden verkregen
bij de gemeente.
Veiligheidsmaatregelen voor isobutaan
Waarschuwing
Het koelmiddel van het apparaat is isobutaan
(R 600a) dat in hoge mate brandbaar en explosief is.
Houd ventilatie-openingen in het apparaat of in het inbouwmeubel vrij.
Gebruik geen mechanische apparaten of andere middelen om het
ontdooiproces te bespoedigen, die niet door de fabrikant worden
aangeraden.
Beschadig het koelcircuit niet.
Gebruik geen elektrische apparaten binnenin het apparaat, tenzij ze door
de fabrikant worden geadviseerd.
Als u zich niet aan deze aanwijzingen houdt, kan de fabrikant niet
aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade.
7
Werking en gebruik
Voor de ingebruikneming
Wacht ten minste 4 uur voordat u het apparaat aansluit, dan kan de
olie terugvloeien in de compressor.
Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, wast u de binnenkant
en de interne accessoires met lauwwarm water en een beetje neutrale
zeep om de typische geur van een nieuw product weg te nemen. Droog
daarna grondig af.
Gebruik geen oplosmiddelen of schuurpoeders. Deze beschadigen de
lak.
Verwijder de veiligheidselementen die gebruikt worden bij het transport.
Bedieningspaneel
1.Aanduidingslicht (groen)
2.AAN/UIT knop
3.Selectieknoppen
temperatuur (voor warmere temperaturen)
4.Temperatuur beeldscherm
5.Selectieknoppen temperatuur (voor koudere temperaturen)
6.FROSTMATIC functie "aan" indicator (geel)
FROSTMATIC Om items snel in het vries compartiment te bevriezen
7.Druk deze knop in voor FROSTMATIC
8.COOLMATIC functie "aan" indicator (geel)
COOLMATIC voor intensieve koelkast koeling
9.Knop indrukken voor COOLMATIC
Toetsen temperatuurinstelling
De temperatuur wordt aangepast met de "+" (WARMER) en "-" (KOUDER)
toetsen.
Deze toetsen zijn verbonden met het temperatuurdisplay.
Het temperatuurdisplay schakelt over van het tonen van de ACTUELE
temperatuur (temperatuurdisplay is verlicht) naar het tonen van de
GEWENSTE temperatuur (temperatuurdisplay knippert) door op een van de
toetsen "+" of "-" te drukken.
8
Elke keer dat op een van deze twee toetsen wordt gedrukt, wordt de
GEWENSTE temperatuur met 1°C aangepast.
Als op geen van de toetsen wordt gedrukt, schakelt het
temperatuurdisplay automatisch terug na een korte tijd (ong. 5 sec.) naar
het tonen van de ACTUELE temperatuur.
GEWENSTE temperatuur betekent:
De temperatuur die vereist is in de koelkast. Deze kan worden bijgesteld tot
de temperaturen die op het display worden getoond. De GEWENSTE
temperatuur wordt aangeduid met knipperende getallen.
ACTUELE temperatuur betekent:
Het temperatuurdisplay toont de temperatuur die momenteel in de koelkast
heerst. De ACTUELE temperatuur wordt getoond met continu brandende
getallen.
Temperatuurdisplay
Het temperatuurdisplay kan verschillende informatie tonen.
Tijdens de normale werking wordt de temperatuur die op dat moment
heerst in de koelkast (ACTUELE temperatuur) weergegeven.
Als de temperatuur wordt bijgesteld, knippert de temperatuur die op dat
moment is ingesteld (GEWENSTE temperatuur).
Voor het eerste gebruik
Maak voor het eerste gebruik de binnenkant van het apparaat en alle
toebehoren schoon (zie hoofdstuk: "Reiniging en onderhoud").
Opstarten en temperatuurregeling
1.Steek de stekker in het stopcontact. Als de deur van het
koelkastcompartiment wordt geopend, gaat de binnenverlichting aan.
2.Druk op de AAN-/UIT-toets. Het groene hoofdindicatielampje gaat branden.
3.Druk op de "+" (WARMER) of "-" (KOUDER) toets. Het temperatuurdisplay
schakelt om en de GEWENSTE temperatuur die momenteel is ingesteld
knippert op het temperatuurdisplay.
4.Stel de vereiste temperatuur in door op de "+" (WARMER) of "-" (KOUDER)
toetsen te drukken (zie hoofdstuk "Toetsen temperatuurinstelling"). Het
temperatuurdisplay zal direct de gewijzigde instelling tonen. Elke keer dat op
een van deze twee toetsen wordt gedrukt, wordt de GEWENSTE temperatuur
met 1°C aangepast. Instelbaar temperatuurbereik: +2°C tot +8°C.
9
NB: Vanuit het oogpunt van voedselveiligheid, wordt +5°C als koud
genoeg beschouwd als opslagtemperatuur voor het
koelkastcompartiment.
5.Als de vereiste temperatuur is ingesteld, zal na een korte periode (ong. 5
sec.) het temperatuurdisplay veranderen en weer de ACTUELE temperatuur in
de koelkast tonen.
Het display verandert van knipperende naar continue verlichting. De
compressor start en werkt vervolgens automatisch.
Informatie! Als de instelling is gewijzigd, start de compressor niet meteen als
op dat moment automatisch ontdooien plaatsvindt.
Aangezien de opslagtemperatuur binnen in de koelkast snel wordt
bereikt, kunt u meteen na het inschakelen voedsel opslaan.
Belangrijk! Wacht tot er in het vriescompartiment een temperatuur van -18
°C is bereikt, alvorens er bevroren voedsel in op te slaan.
COOLMATIC/FROSTMATIC
COOLMATIC Knop
De COOLMATIC functie is geschikt om snel grote hoeveelheden goederen in
de koelkast te koelen, b.v. dranken en salades voor een feestje.
1.De COOLMATIC functie wordt aangezet door op de COOLMATIC knop te
drukken. Het gele lampje gaat branden.
2.De COOLMATIC functie verzekerd nu intensieve koeling. Een GEWENSTE
temperatuur van +2°C is automatisch geselecteerd. De COOLMATIC functie
wordt na een periode van 6 uur automatisch beëindigd. De oorspronkelijk
geselecteerde GEWENSTE temperatuur is opnieuw geldig en de temperatuur
in het compartiment zal hiernaar terugkeren.
Het temperatuur beeldscherm laat de WERKELIJKE koelkast-temperatuur
zien.
3.De COOLMATIC functie kan op elk moment handmatig beëindigd worden
door opnieuw op de COOLMATIC knop te drukken. Het gele lampje gaat uit.
FROSTMATIC Knop
DE FROSTMATIC functie accelereert de bevriezing van vers eten en beschermt,
op hetzelfde moment, voedselwaren die al opgeslagen zijn onder ongewenste
temperaturen.
10
1.De FROSTMATIC functie wordt aangezet door op de FROSTMATIC knop te
drukken. Het gele lampje gaat branden.
Indien de FROSTMATIC functie niet handmatig wordt beëindigd, sluit de
elektronica in de applicatie de FROSTMATIC functie na 24 uur af. Het gele
lampje gaat uit.
2.De FROSTMATIC functie kan op elk moment handmatig beëindigd worden
door nogmaals op de FROSTMATIC knop te drukken. Het gele lampje gaat uit.
Wanneer de FROSTMATIC functie aangezet is, kan de WERKELIJKE
temperatuur in de koelkast licht dalen.
Zodra de FROSTMATIC functie uitgezet is, zal de geselecteerde GEWENSTE
temperatuur worden hervat.
Waarschuwing: De COOLMATIC en FROSTMATIC functies kunnen niet
gelijktijdig worden aangezet.
Indien de COOLMATIC of de FROSTMATIC functies zijn aangezet zal de
temperatuurinstelling misschien niet veranderen.
Uitzetten van de applicatie
Om uit te zetten, druk ongeveer 3 seconden op de AAN/UIT knop. Dit zal
resulteren in het aftellen van "3" naar "1" in het temperatuur beeldscherm.
Bij "1" zal de koelkast uitgaan. Het temperatuur beeldscherm zal uitgaan.
Opmerking: De applicatie kan niet worden aan- of uitgezet indien het
losgekoppeld is of indien er geen stroom naar wordt geleverd. Na connectie
met de belangrijkste elektriciteitbron zal de applicatie terugkeren naar
dezelfde operationele staat zoals voor de interruptie van de
stroomvoorziening. Indien de applicatie voor een langere periode niet zal
worden gebruikt:
1.Verwijder alle bevroren en gekoelde pakketen.
2.Zet de applicatie uit door op de AAN/UIT knop te drukken totdat het
beeldscherm uitgaat (zie boven).
3.Verwijder de belangrijke stekkers of zet uit, of ontkoppel van, de
belangrijkste elektriciteitbron.
4.Ontdooi het vriescompartiment en maak het grondig schoon (zie sectie
“Reinigen en Verzorging”).
5.Laat de deuren open om de opbouw van geuren te vermijden.
11
Temperatuur indicator
De temperatuur indicator geeft een verscheidenheid aan informatie.
Tijdens normale werking, laat het de temperatuur binnen in het
koelcompartiment zien (werkelijke temperatuur).
Wanneer de temperatuur ingesteld wordt, zal de temperatuur instelling
voor het koelcompartiment (nominale temperatuur) op dat moment
knipperen.
Waarschuwing: Tot wel 24 uur kan nodig zijn voordat de temperatuur
indicator de werkelijke temperatuur aangeeft.
SUPERCOOL functie
De SUPERCOOL functie versnelt de koeling van verse voedselproducten
terwijl, op hetzelfde moment, al opgeslagen producten worden beschermd
tegen ongewenste verwarming. Een nominale temperatuur van +2°C is
automatisch vooraf ingesteld.
· De functie wordt aangezet door de SUPERCOOL knop in te drukken (I). De
gele indicator (H) licht op.
Het is te allen tijde mogelijk om deze functie stop te zetten door de
SUPERCOOL knop opnieuw in te drukken. De gele indicator gaat uit.
Indien de SUPERCOOL functie niet handmatig stopt, wordt het na
ongeveer 6 uur automatisch op elektronische wijze stopgezet.
De SUPERCOOL functie wordt gedeactiveerd als de elektrische stroom wordt
afgesloten!
Temperatuur
Er zijn verschillende temperatuur zones in het koelkast compartiment. De
warmste zone zit aan de bovenkant, en de koudste zone zit boven de
afdekking van de groente bakken.
De interne temperatuur wordt beïnvloed door de volgende factoren:
Kamer temperatuur
Hoe vaak de deur wordt geopend
Hoeveelheid opgeslagen voedselproducten
Applicatie instellingen
12
Deurplateaus
Om de opslag van voedselverpakkingen
van verschillende afmeting te kunnen
ondersteunen, kan het middelste
deurplateau in hoogte versteld worden.
Trek het plateau geleidelijk in de richting
van de pijlen totdat het los komt en
plaats hem op een andere gewenste
hoogte terug.
Voor grondiger reinigen kunnen de
bovenste en onderste deurplateaus
worden verwijderd door ze in de richting
van de pijlen te trekken en ze daarna weer terug te plaatsen.
Interne onderdelen
Legplateaus
De legplateaus kunnen verwijderd worden
om ze te reinigen.
Om de opslag van voedselverpakkingen
van verschillende afmetingen te kunnen
ondersteunen, kunnen de legplateaus op
verschillende hoogten worden geplaatst.
Om een intern legplateau te verwijderen,
trekt u het naar voren totdat het kan
worden opgetild of gekanteld en worden
verwijderd.
Om het plateau op een andere hoogte terug te plaatsen, doet u hetzelfde
in omgekeerde volgorde.
Voor beter gebruik van ruimte kunnen de voorste helften van de plateaus
over de achterste liggen.
13
Tips
Energiebesparing
Let op waar de koelkast wordt geplaatst. Zie paragraaf “Installatie”. Zodra
het juist geïnstalleerd is, verbruikt de koelkast minder energie.
Probeer te voorkomen dat u de deur lange tijd open houdt of dat u de
deur te vaak opent, aangezien warme lucht in de koelkast komt en ervoor
zorgt dat de compressor onnodig vaak aan slaat.
Als de omgevingstemperatuur hoog is, de thermostaatknop op de koudste
instelling (hogere cijfers) staat en het apparaat volledig gevuld is, kan de
compressor continu aan staan waardoor er ijs op de verdamper ontstaat.
Als dit gebeurt, draait u de knop naar een warmere instelling (lagere
cijfers) om de koelkast automatisch te laten ontdooien en zo
elektriciteitsverbruik te besparen.
Plaats geen warm voedsel in de koelkast. Laat warm voedsel eerst afkoelen.
Houd de hitte-emissiecondensor, het metalen rooster aan de achterwand
van de koelkast, altijd schoon..
Nuttige tips voor het koelen
Bewaar geen warm voedsel of dampende vloeistoffen in de koelkast en
bedek het voedsel, vooral als het een sterke geur verspreidt.
Om de koelkast op de juiste manier te gebruiken, zijn hier een aantal nuttige
tips:
Rauw vlees (biefstuk, varkensvlees, lam en gevogelte): stop dit in plastic
zakken en leg boven de saladeruimte. Dit is het koudste punt in de
koelkast. Vlees kan alleen op deze manier veilig worden opgeborgen voor
ten hoogste een of twee dagen.
Gekookt voedsel, koude stukken, pudding, enz.: dit moet goed bedekt
worden en kan op een van de glasplaten worden gezet.
Fruit en groenten: dit moet goed schoongemaakt worden en in de
onderste lade(n) bewaard worden.
Boter en kaas: dit moet in speciale luchtdichte bakjes gelegd of in
aluminiumfolie of plastic zakjes gewikkeld worden om zoveel mogelijk
lucht buiten te sluiten.
Melkflessen: deze moeten een afdekdop hebben en opgeslagen worden in
het flessenrek in de deur.
Bananen, aardappelen, uien en knoflook, indien niet verpakt, mogen niet
in de koelkast bewaard worden.
14
Opslaan van voedsel
Verzeker dat koude lucht kan circuleren wanneer u voedsel opslaat.
Het product dat gekoeld moet worden, mag nooit direct contact maken met
de achterste wand binnen in het koelkastcompartiment.
Deze kunnen bevriezen en gedeeltelijk vast blijven zitten tegen de wand
wanneer het wordt verwijderd, zodat het de dauw ervan weerhoudt
regelmatig te stromen.
Plaats voedsel zoals kaas, vleeswaren, fruit, groenten, al gekookt eten en
bereide salades in bakjes en sluit ze af.
Op deze manier wordt hun natuurlijke frisheid en aroma behouden.
Voedsel moet worden opgeslagen volgens de verschillende temperatuur zones.
Boter, kaas - in de binnenkant van de deur in het boter schaaltje en de kaas
houder.
Eieren - in de binnenkant van de deur
Fruit, groenten, sla - in de groente bakjes
Vleeswaren, vlees - in het onderste gedeelte (eerste lade of het afdeksel
boven de groentebak)
Melk producten, conserven, potjes - in het bovenste gedeelte of in de
binnenkant van de deur
Flessen / tubes - in de binnenkant van de deur
Gebruik van het vriescompartiment
Belangrijk!
Doe de koelkast niet open als de elektrische stroom is afgesloten! Voedsel
bederft niet als de applicatie vol is en voor een korte periode is afgesloten
(kijk voor meer informatie onder “houdbaarheidsdatum in geval van uitval” in
de catalogus of in het advertentie materiaal). Indien de stroomuitval
voortzet, gebruik dan het ontdooide voedsel binnen een korte periode.
Houdbaarheidsdatum verandert wanneer de temperatuur van het bevroren
voedsel stijgt.
Temperatuur instelling
Om de temperatuur in te stellen, gebruik de relevante knoppen voor zowel de
koelkast als het vriescompartiment. Zie “Gebruik van het
koelkastcompartiment”. De juiste temperatuur voor bevroren voedsel en nog
te bevriezen voedsel is -18°C.
15
SUPERFROST functie
De SUPERFROST functie versnelt het vriezen van verse voedselproducten,
terwijl op hetzelfde moment, al opgeslagen producten in het compartiment
worden beschermd tegen ongewenste opwarming.
- De functie wordt aangezet door de SUPERFROST knop in te drukken (G).
De gele indicator (F) gaat branden.
- Het is te allen tijde mogelijk om deze functie stop te zetten door de
SUPERFROST knop opnieuw in te drukken.
De gele indicator gaat uit.
- Indien de SUPERFROST functie niet handmatig stopt, wordt het na
ongeveer 24 uur automatisch op elektronische wijze stopgezet.
De gele indicator gaat uit.
De SUPERFROST functie is gedeactiveerd indien de elektrische stroom is
afgesloten!
Temperatuur van het vriescompartiment
De interne temperatuur wordt beïnvloed door de volgende factoren:
- Kamertemperatuur
- Hoe vaak de deur is geopend
- Hoeveelheid opgeslagen voedselproducten
- Applicatie instellingen
Waarschuwing: Controleer de staat van het bevroren voedsel als het
vriescompartiment opwarmt.
Voedsel bevriezen
Om voedsel te bevriezen, schakel de SUPERFROST functie 24 uur voor
bevriezing in. Maar 4-6 uur is nodig voor een kleinere hoeveelheid.
Vriescompartiment toerusting
16
Onderhoud
Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook verricht, de stekker
uit het stopcontact trekken.
WAARSCHUWING
Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in de koeleenheid. Onderhoud en
herladen mag alleen uitgevoerd worden door bevoegde technici.
Ontdooien
Een deel van het vocht uit de koelruimte wordt tijdens het gebruik in de vorm
van ijs of rijp afgescheiden.
Dikke lagen ijs en rijp hebben een isolerend effect. Het koelvermogen wordt
minder, de temperatuur stijgt, er is meer energie nodig en als ijs of rijp te dik
worden, kan de deur van de vriesruimte niet meer open, de deur kan zelfs
kapotgaan.
Bij dit type apparaat gebeurt het ontdooien van de koelruimte automatisch,
zonder dat u daaraan iets hoeft te doen.
De thermostaat onderbreekt regelmatig de werking van de compressor. Het
koelen wordt dan onderbroken, de temperatuur in de koelruimte stijgt en het
ontdooien begint. Na het ontdooien start de thermostaat het koelen weer.
Het dooiwater loopt via het dooiwaterafvoergootje in het condensbakje
bovenop de compressor en verdampt
door de warmte.
Controleer regelmatig of het
dooiwaterafvoergootje niet
verstopt is. Als het afvoergootje
verstopt is, kan het dooiwater
schade veroorzaken aan de isolatie
van het apparaat.
Maak het gootje schoon m.b.v. het
meegeleverde krabbertje (zie afb.).
17
Het krabbertje kunt u weer in het gootje opbergen.
Controleer regelmatig of het dooiwaterafvoergootje niet verstopt is.
Meestal raakt het afvoergootje verstopt door in papier verpakte
levensmiddelen. Het papier komt in aanraking met de achterzijde van de
koelruimte en vriest daaraan vast. Als u de levensmiddelen uit de koelruimte
haalt, scheurt het papier en dat kan tot verstopping van het afvoergootje
leiden. Doe dus voorzichtig met in papier verpakte levensmiddelen.
Als erg veel koelvermogen nodig is, bijv. tijdens een hittegolf, werkt de
koelkast soms continu. Er wordt dan niet automatisch ontdooid.
Het is niet abnormaal als er na het ontdooien kleine restjes ijs en rijp op de
achterkant van de koelruimte achterblijven.
De vriesruimte kan niet automatisch ontdooid worden, omdat de
diepvriesproducten geen hogere temperaturen kunnen verdragen.
De laag ijs kan afgeschraapt en verwijderd worden met een plastic schraper,
mits de laag niet te dik is.
Als de ijslaag zo dik is, dat hij niet met de kunststof schraper verwijderd kan
worden, moet de vriesruimte ontdooid worden (in het algemeen 2 tot 3 keer
per jaar).
Neem de levensmiddelen uit de koel- en vriesruimte en wikkel ze in enkele
lagen krantenpapier of dekens. Bewaar ze op een zo koel mogelijke plaats.
Maak het apparaat spanningloos en laat de deuren van vries- en koelruimte
open.
Veeg het dooiwater aldoor met een zachte doek of spons weg.
Na het ontdooien de binnenzijde van vries- en koelruimte droog wrijven, de
stekker weer in het stopcontact steken en de levensmiddelen weer in het
apparaat leggen.
Zet na het ontdooien de temperatuurregelaar op de hoogste stand, zodat het
apparaat zo snel mogelijk weer de geschikte bewaartemperatuur kan
bereiken.
Normaal onderhoud
Het wordt aangeraden om de binnenkant van de koelkast binnen 3-4 weken
schoon te maken.
Huishoudelijk schoonmaakmiddel of zeep mag niet worden gebruikt.
Nadat u de stroom eraf heeft gehaald, was dan de applicatie met lauw water
en veeg het schoon.
Reinig het rubberen magneetdeur stripje met schoon water.
18
Steek na het reinigen de stekker van de applicatie in het stopcontact.
Het is praktisch om het bevroren voedselcompartiment schoon te maken en
te ontdooien wanneer deze leeg is.
Stof en vuil, verzameld op de achterkant van de koelkast en condensator, zou
één of twee keer per jaar verwijderd moeten worden. Op hetzelfde moment
zou de verdamingsopvanger bovenop de compressor ook schoongemaakt
moeten worden.
Als de koelkast niet in gebruik is
Voer als het apparaat langere tijd niet gebruikt wordt de volgende stappen uit:
Koppel het apparaat los van de stroomtoevoer.
Haal al het voedsel uit de koelkast.
Laat de koelkast ontdooien en maak hem schoon zoals eerder beschreven.
Laat ten slotte de deur open zodat er geen nare geurtjes ontstaan.
Lamp vervangen
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder de schroef van de afdekking van het lampje.
3. Verwijder de afdekking van het lampje (raadpleeg de afbeelding).
4. Vervang het kapotte lampje door een nieuw lampje met hetzelfde vermogen
(het maximumvermogen is vermeld op de afdekking van het lampje).
5. Installeer de afdekking van het
lampje.
6. Draai de schroef van de
afdekking van het lampje vast.
7. Steek de stekker in het
stopcontact.
8. Maak de deur open. Controleer
of het lampje gaat branden.
19
Hulp bij storingen
Sommige problemen kunnen gemakkelijk verholpen worden voordat u de
Technische Service belt. Volg de onderstaande instructies:
PROBLEEM
De deur sluit niet
De koelkast is te warm
Het is te koud in de
koelkast.
De compressor werkt
continu.
Geluiden
OPLOSSING
Het gewicht is groter dan de opslaglimiet van de deur aan kan,
dus verspreid het gewicht gelijkmatiger of haal producten weg.
Het apparaat is niet juist geinstalleerd. Kijk in het hoofdstuk over
inbouwen.
Stel een lagere temperatuur in.
Verdeel de voedselproducten zodat koude lucht eromheen kan
circuleren.
Zorg dat de deur goed gesloten is en dat de isoleerstrip volledig
en schoon is.
De temperatuur op de plek van de koelkast is boven normale
kamertemperatuur.
Stel een hogere temperatuur in.
Stel een hogere temperatuur in.
De temperatuur op de plek van de koelkast is boven normale
kamertemperatuur.
Controleer of de ventilatie voldoende is en of de
ventilatieopeningen niet verstopt zijn.
De oorzaak kan liggen in de plaatsing van grote hoeveelheden
voedsel en/of het vaak openen/sluiten van de deur.
Dit kan normaal zijn. De temperatuurregeling kan tikgeluiden
veroorzaken als het systeem is aangesloten of niet is aangesloten.
Het geinjecteerde koelgas kan een borrelend geluid produceren
als het door de leidingen stroomt.
De motor kan een brommend geluid en/of een licht bonzen
veroorzaken.
Het isolatiemateriaal heeft de neiging om de geluidsniveaus licht
te verhogen. Het zorgt echter wel voor een veel betere isolatie en
een lager energieverbruik.
Storingen
Als de elektronica in het apparaat een fout hebben gedetecteerd waardoor
de ACTUELE temperatuur niet kan worden gemeten, laat het
temperatuurdisplay een vierkantje zien. Het apparaat blijft werken met
gebruik van een backupprogramma tot uw monteur van de plaatselijke
klantenservice het apparaat heeft gerepareerd.
20
Klantenservice en reserveonderdelen
Als u geen oplossing kunt vinden voor een storing in deze
bedieningsinstructies, kunt u contact opnemen met de vakhandelaar of de
klantenservice en raadpleeg uw Garantiekaart.
Selectief bestellen van vervangende onderdelen kan onnodig reizen en kosten
besparen.
Geeft om deze reden altijd de volgende informatie van het apparaat door:
Modelnaam
Modelnummer (PNC)
Serienummer (S-No.)
Deze informatie bevindt zich op het typeplaatje in de koelkast aan de
linkerwand. We raden u aan deze informatie hieronder op te schrijven, zodat
u het bij de hand heeft indien nodig.
Technische specificaties
De technische gegevens staan op het typeplaatje aan de linkerkant in het
apparaat.
Indien er een stroomstoring is, terwijl er voedsel in de vriezer zit, open
dan niet de deur van het vriescompartiment.
Het bevroren voedsel zal niet bederven indien de stroomstoring van korte
duur is (tot 12 uur) en het vries compartiment vol is, indien anders, wordt het
aangeraden het voedsel binnen een korte periode te gebruiken. (een
temperatuurstijging van het bevroren voedsel bekort de veilige
opslagperiode).
Installatie
Behandel het apparaat uiterst voorzichtig om geen schade aan de
koeleenheid te veroorzaken met mogelijk vloeistoflekkage.
Tijdens normale bediening worden de condensor en compressor aan de
achterkant van het apparaat erg heet. Zorg er altijd voor dat er voldoende
ventilatie is, anders leidt dit tot uitval van onderdelen en mogelijk verlies
van voedsel. Raadpleeg de installatie-instructies.
Belangrijk: Als het netsnoer beschadigd is, moet dit vervangen worden
door een speciale kabel of kabelsamenstel die verkrijgbaar zijn bij de
fabrikant of diens servicevertegenwoordiger.
Opstelling
Pak de koelkast uit en controleer of hij in goede conditie is en geen schade
van het transport heeft opgelopen.
Het apparaat mag niet vlakbij radiatoren of kooktoestellen op gas
geplaatst worden.
Stel het apparaat niet langdurig bloot aan direct zonlicht.
Om veiligheidsredenen moet de minimale ventilatie zijn zoals getoond in
Afb.
Let op: Houd de ventilatie-openingen altijd vrij van obstructies.
De nis moet voorzien worden van een ventilatieleiding met de volgende
afmetingen:
Diepte 50 mm
Breedte 540 mm
De klimaatklassificatie bevindt zich op
het typeplaatje in de koelkast aan de
linkerwand.
De volgende tabel toont welke omgevingstemperatuur juist is voor elke
klimaatklassificatie:
Klimaatklassificatie voor een
omgevingstemperatuur van
SN + 10... +32°C
N + 16... +32°C
ST + 16... +38°C
T + 16... +43°C
Wanneer de omgevingstemperatuur buiten de reikwijdte valt die voor de
klasse van deze applicatie wordt omschreven, kan de opslagtemperatuur in
de applicatie niet worden gegarandeerd; daarom is het
aanbevelenswaardig om het opgeslagen voedsel zo snel mogelijk te
gebruiken.
21
22
Elektrische aansluiting
Zorg er vóór het aansluiten voor dat de voltage en frequentie op het
serienummerplaatje overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis.
Het voltage kan ±6% verschillen van het opgegeven voltage.
Voor bediening met verschillende voltages moet een geschikte
autotransformator gebruikt worden.
Belangrijk
Het apparaat moet geaard zijn.
De netsnoerstekker is voorzien van een contact voor dit doel.
Als de stroomtoevoer in uw huis niet geaard is. sluit het apparaat aan op een
afzonderlijke aarde in overeenstemming met de huidige regelgeving. Vraag
daarbij een gespecialiseerd technicus om advies.
De fabrikant neemt geen verantwoordelijkheid op zich als de
bovenstaande veiligheidsmaatregelen niet worden nageleefd.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU- richtlijnen:
- 87/308 EEC van 2/6/87 met betrekking tot onderdrukking van radio-
interferentie.
- 73/23 EEC van 19.2.73 (Richtlijn betreffende laag voltage) en
daaropvolgende aanpassingen.
- 89/336 EEC van 3.5.89
(Richtlijn inzake electromagnetische compatibiliteit) en daaropvolgende
aanpassingen.
Belangrijk!
Het moet mogelijk zijn het apparaat van de hoofdstroomtoevoer af te halen;
de stekker moet daarom na installatie gemakkelijk toegankelijk zijn.

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing Mode d`emploi SK 98843-6I Koelkast Refrigerateur N/AE/93. (09.) 200382777 Instructies voor het gebruik van de gebruiksaanwijzing Opmerkingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor de juiste werking van het apparaat. Aanvullende informatie met betrekking tot de bediening en praktische toepassingen van het apparaat. Nuttige tips voor het economisch en milieuvriendelijk verstandige gebruik van het apparaat Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht. 2 Inhoudsopgave Veiligheidsinformatie .....................................................................................................................4 Veiligheid van kinderen / Bescherming van het milieu .....................................................5 Afvoer / Veiligheidsmaatregelen voor isobutaan ..................................................................6 Werking en gebruik / Voor de ingebruikneming/ ................................................................7 Bedieningspaneel / Toetsen temperatuurinstelling..............................................................7 Temperatuurdisplay / Opstarten en temperatuurregeling ................................................8 COOLMATIC / FROSTMATIC .........................................................................................................9 Interne onderdelen......................................................................................................................12 Tips ....................................................................................................................................................13 Onderhoud / Ontdooien.............................................................................................................16 Lamp vervangen............................................................................................................................18 Hulp bij storingen ........................................................................................................................19 Klantenservice en reserveonderdelen / Technische gegevens ........................................20 Installatie .......................................................................................................................................20 Opstelling ........................................................................................................................................21 Elektrische aansluiting ...............................................................................................................22 3 Veiligheidsinformatie Deze informatie werd voorzien ten behoeve van uw veiligheid. Lees dit alvorens het apparaat te installeren of te gebruiken. Bewaar deze gebruiksaanwijzing voor toekomstige raadpleging. Als het apparaat van eigenaar verandert, dient de gebruiksaanwijzing meegeleverd te worden. Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid - 4 Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed en geef hem door aan een evt. volgende eigenaar van het apparaat. Dit apparaat is alleen bedoeld voor gebruik in het huishouden, voor het bewaren van levensmiddelen en dient volgens de voorschriften te worden gebruikt. Reparaties aan dit apparaat, ook vervangen van het aansluitsnoer, mogen alleen door Service worden uitgevoerd. Daarbij mogen alleen originele Service-onderdelen gebruikt worden. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's voor de gebruiker leiden! Het apparaat is alleen spanningloos als de stekker uit het stopcontact is getrokken. Voordat u het apparaat gaat reinigen, dient u het altijd spanningloos te maken. Trek de stekker nooit aan het snoer, maar aan de stekker zelf uit het stopcontact. Als het stopcontact moeilijk bereikbaar is, schakel dan de zekering in de huisinstallatie uit. Het aansluitsnoer mag niet verlengd worden. Zorg ervoor dat de stekker niet wordt platgedrukt of beschadigd door de achterkant van het koel/vriesapparaat. Een beschadigde stekker kan oververhit raken en brand veroorzaken. Plaats geen zware voorwerpen of het koel/vriesapparaat zelf op het aansluitsnoer. Daardoor bestaat kans op kortsluiting en brand. Trek de stekker niet uit het stopcontact door aan het snoer te trekken, vooral niet als het koel/vriesapparaat uit de nis wordt getrokken. Schade aan het snoer kan kortsluiting, brand en/of een elektrische schok veroorzaken. Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet het worden vervangen door onze service-afdeling of door een erkend installateur. Als het stopcontact los zit, steek de stekker er dan niet in. Daardoor bestaat kans op een elektrische schok of brand. Gebruik het apparaat niet zonder de afdekking van de binnenverlichting. Gebruik bij het schoonmaken, het ontdooien of het uitnemen van diepvriesproducten of het ijsblokjesbakje geen scherpe of puntige voorwerpen. Die kunnen het apparaat beschadigen. Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen bij de temperatuurregelaar en de verlichting komen. Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct uit de vriesruimte in de mond stoppen. IJs kan aan lippen of tong vastvriezen en verwondingen veroorzaken. Eenmaal ontdooide levensmiddelen mogen niet opnieuw ingevroren worden, maar moeten zo snel mogelijk geconsumeerd worden. Kant-en-klare diepvriesproducten volgens de aanwijzingen van de fabrikant van deze producten bewaren. Probeer niet het ontdooiproces te versnellen m.b.v. elektrische verwarmingstoestellen of chemische stoffen. Laat kunststof onderdelen niet met hete voorwerpen in aanraking komen. Geen bussen of flessen met brandbaar gas of vloeistof in het apparaat bewaren. Explosiegevaar! Geen koolzuurhoudende dranken, flessen en blikjes in de diepvriesruimte bewaren. Het dooiwaterafvoergootje regelmatig controleren en schoonmaken. Bij verstopping kan het verzamelde dooiwater storingen veroorzaken. Veiligheid van kinderen Houd de verpakking uit de buurt van kinderen. Kunststof folie kan verstikkingsgevaar opleveren. Het apparaat is bedoeld voor gebruik door volwassenen. Laat kinderen niet met het apparaat of de bedieningselementen spelen. Als u het apparaat afdankt, trek dan de stekker uit het stopcontact, snijd het aansluitsnoer af (zo dicht mogelijk bij het apparaat) en haal de deur eruit. U verhindert daardoor, dat spelende kinderen een elektrische schok krijgen of elkaar of zichzelf in het apparaat opsluiten. Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen, personen met verminderde lichamelijke, zintuigelijke of geestelijke capaciteiten of een gebrek aan kennis en ervaring, tenzij er toezicht is ingesteld door de persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of tenzij zij van deze persoon instructies hebben gekregen over het gebruik. Bescherming van het milieu Dit apparaat bevat geen gassen die de ozonlaag kunnen beschadigen, niet in het koelcircuit en evenmin in de isolatiematerialen. Het apparaat mag niet samen met huisvuil worden afgevoerd. Voorkom beschadiging aan de koeleenheid. Informatie over uw plaatselijke afvalverwerkingslocaties kunt u bij de gemeente opvragen. Verwijder de stekker en zorg dat alle sloten en grendels verwijderd zijn zodat kinderen niet opgesloten kunnen raken in het apparaat. 5 Afvoer Verpakkingsinformatie van het apparaat De materialen met het symbool kunnen gerecycled worden. >PE< voor polyethyleen, bijv. verpakkingsmateriaal van folie >PS< voor polystyreen, bijv. vulmateriaal (altijd CFK-vrij) >POM< polyoxymethyleen, bijv. plastic sluitingen. Alle materialen zijn milieuvriendelijk! Informatie over de inzamelroosters of -plaatsen kunnen worden verkregen bij de gemeente. Veiligheidsmaatregelen voor isobutaan Waarschuwing Het koelmiddel van het apparaat is isobutaan (R 600a) dat in hoge mate brandbaar en explosief is. Houd ventilatie-openingen in het apparaat of in het inbouwmeubel vrij. Gebruik geen mechanische apparaten of andere middelen om het ontdooiproces te bespoedigen, die niet door de fabrikant worden aangeraden. Beschadig het koelcircuit niet. Gebruik geen elektrische apparaten binnenin het apparaat, tenzij ze door de fabrikant worden geadviseerd. Als u zich niet aan deze aanwijzingen houdt, kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade. 6 Werking en gebruik Voor de ingebruikneming Wacht ten minste 4 uur voordat u het apparaat aansluit, dan kan de olie terugvloeien in de compressor. Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, wast u de binnenkant en de interne accessoires met lauwwarm water en een beetje neutrale zeep om de typische geur van een nieuw product weg te nemen. Droog daarna grondig af. Gebruik geen oplosmiddelen of schuurpoeders. Deze beschadigen de lak. Verwijder de veiligheidselementen die gebruikt worden bij het transport. Bedieningspaneel 1.Aanduidingslicht (groen) 2.AAN/UIT knop 3.S e l e c t i e k n o p p e n temperatuur (voor warmere temperaturen) 4.Temperatuur beeldscherm 5.Selectieknoppen temperatuur (voor koudere temperaturen) 6.FROSTMATIC functie "aan" indicator (geel) FROSTMATIC Om items snel in het vries compartiment te bevriezen 7.Druk deze knop in voor FROSTMATIC 8.COOLMATIC functie "aan" indicator (geel) COOLMATIC voor intensieve koelkast koeling 9.Knop indrukken voor COOLMATIC Toetsen temperatuurinstelling De temperatuur wordt aangepast met de "+" (WARMER) en "-" (KOUDER) toetsen. Deze toetsen zijn verbonden met het temperatuurdisplay. Het temperatuurdisplay schakelt over van het tonen van de ACTUELE temperatuur (temperatuurdisplay is verlicht) naar het tonen van de GEWENSTE temperatuur (temperatuurdisplay knippert) door op een van de toetsen "+" of "-" te drukken. 7 Elke keer dat op een van deze twee toetsen wordt gedrukt, wordt de GEWENSTE temperatuur met 1°C aangepast. Als op geen van de toetsen wordt gedrukt, schakelt het temperatuurdisplay automatisch terug na een korte tijd (ong. 5 sec.) naar het tonen van de ACTUELE temperatuur. GEWENSTE temperatuur betekent: De temperatuur die vereist is in de koelkast. Deze kan worden bijgesteld tot de temperaturen die op het display worden getoond. De GEWENSTE temperatuur wordt aangeduid met knipperende getallen. ACTUELE temperatuur betekent: Het temperatuurdisplay toont de temperatuur die momenteel in de koelkast heerst. De ACTUELE temperatuur wordt getoond met continu brandende getallen. Temperatuurdisplay Het temperatuurdisplay kan verschillende informatie tonen. Tijdens de normale werking wordt de temperatuur die op dat moment heerst in de koelkast (ACTUELE temperatuur) weergegeven. Als de temperatuur wordt bijgesteld, knippert de temperatuur die op dat moment is ingesteld (GEWENSTE temperatuur). Voor het eerste gebruik Maak voor het eerste gebruik de binnenkant van het apparaat en alle toebehoren schoon (zie hoofdstuk: "Reiniging en onderhoud"). Opstarten en temperatuurregeling 1.Steek de stekker in het stopcontact. Als de deur van het koelkastcompartiment wordt geopend, gaat de binnenverlichting aan. 2.Druk op de AAN-/UIT-toets. Het groene hoofdindicatielampje gaat branden. 3.Druk op de "+" (WARMER) of "-" (KOUDER) toets. Het temperatuurdisplay schakelt om en de GEWENSTE temperatuur die momenteel is ingesteld knippert op het temperatuurdisplay. 4.Stel de vereiste temperatuur in door op de "+" (WARMER) of "-" (KOUDER) toetsen te drukken (zie hoofdstuk "Toetsen temperatuurinstelling"). Het temperatuurdisplay zal direct de gewijzigde instelling tonen. Elke keer dat op een van deze twee toetsen wordt gedrukt, wordt de GEWENSTE temperatuur met 1°C aangepast. Instelbaar temperatuurbereik: +2°C tot +8°C. 8 NB: Vanuit het oogpunt van voedselveiligheid, wordt +5°C als koud genoeg beschouwd als opslagtemperatuur voor het koelkastcompartiment. 5.Als de vereiste temperatuur is ingesteld, zal na een korte periode (ong. 5 sec.) het temperatuurdisplay veranderen en weer de ACTUELE temperatuur in de koelkast tonen. Het display verandert van knipperende naar continue verlichting. De compressor start en werkt vervolgens automatisch. Informatie! Als de instelling is gewijzigd, start de compressor niet meteen als op dat moment automatisch ontdooien plaatsvindt. Aangezien de opslagtemperatuur binnen in de koelkast snel wordt bereikt, kunt u meteen na het inschakelen voedsel opslaan. Belangrijk! Wacht tot er in het vriescompartiment een temperatuur van -18 °C is bereikt, alvorens er bevroren voedsel in op te slaan. COOLMATIC/FROSTMATIC COOLMATIC Knop De COOLMATIC functie is geschikt om snel grote hoeveelheden goederen in de koelkast te koelen, b.v. dranken en salades voor een feestje. 1.De COOLMATIC functie wordt aangezet door op de COOLMATIC knop te drukken. Het gele lampje gaat branden. 2.De COOLMATIC functie verzekerd nu intensieve koeling. Een GEWENSTE temperatuur van +2°C is automatisch geselecteerd. De COOLMATIC functie wordt na een periode van 6 uur automatisch beëindigd. De oorspronkelijk geselecteerde GEWENSTE temperatuur is opnieuw geldig en de temperatuur in het compartiment zal hiernaar terugkeren. Het temperatuur beeldscherm laat de WERKELIJKE koelkast-temperatuur zien. 3.De COOLMATIC functie kan op elk moment handmatig beëindigd worden door opnieuw op de COOLMATIC knop te drukken. Het gele lampje gaat uit. FROSTMATIC Knop DE FROSTMATIC functie accelereert de bevriezing van vers eten en beschermt, op hetzelfde moment, voedselwaren die al opgeslagen zijn onder ongewenste temperaturen. 9 1.De FROSTMATIC functie wordt aangezet door op de FROSTMATIC knop te drukken. Het gele lampje gaat branden. Indien de FROSTMATIC functie niet handmatig wordt beëindigd, sluit de elektronica in de applicatie de FROSTMATIC functie na 24 uur af. Het gele lampje gaat uit. 2.De FROSTMATIC functie kan op elk moment handmatig beëindigd worden door nogmaals op de FROSTMATIC knop te drukken. Het gele lampje gaat uit. Wanneer de FROSTMATIC functie aangezet is, kan de WERKELIJKE temperatuur in de koelkast licht dalen. Zodra de FROSTMATIC functie uitgezet is, zal de geselecteerde GEWENSTE temperatuur worden hervat. Waarschuwing: De COOLMATIC en FROSTMATIC functies kunnen niet gelijktijdig worden aangezet. Indien de COOLMATIC of de FROSTMATIC functies zijn aangezet zal de temperatuurinstelling misschien niet veranderen. Uitzetten van de applicatie Om uit te zetten, druk ongeveer 3 seconden op de AAN/UIT knop. Dit zal resulteren in het aftellen van "3" naar "1" in het temperatuur beeldscherm. Bij "1" zal de koelkast uitgaan. Het temperatuur beeldscherm zal uitgaan. Opmerking: De applicatie kan niet worden aan- of uitgezet indien het losgekoppeld is of indien er geen stroom naar wordt geleverd. Na connectie met de belangrijkste elektriciteitbron zal de applicatie terugkeren naar dezelfde operationele staat zoals voor de interruptie van de stroomvoorziening. Indien de applicatie voor een langere periode niet zal worden gebruikt: 1.Verwijder alle bevroren en gekoelde pakketen. 2.Zet de applicatie uit door op de AAN/UIT knop te drukken totdat het beeldscherm uitgaat (zie boven). 3.Verwijder de belangrijke stekkers of zet uit, of ontkoppel van, de belangrijkste elektriciteitbron. 4.Ontdooi het vriescompartiment en maak het grondig schoon (zie sectie “Reinigen en Verzorging”). 5.Laat de deuren open om de opbouw van geuren te vermijden. 10 Temperatuur indicator De temperatuur indicator geeft een verscheidenheid aan informatie. Tijdens normale werking, laat het de temperatuur binnen in het koelcompartiment zien (werkelijke temperatuur). Wanneer de temperatuur ingesteld wordt, zal de temperatuur instelling voor het koelcompartiment (nominale temperatuur) op dat moment knipperen. Waarschuwing: Tot wel 24 uur kan nodig zijn voordat de temperatuur indicator de werkelijke temperatuur aangeeft. SUPERCOOL functie De SUPERCOOL functie versnelt de koeling van verse voedselproducten terwijl, op hetzelfde moment, al opgeslagen producten worden beschermd tegen ongewenste verwarming. Een nominale temperatuur van +2°C is automatisch vooraf ingesteld. · De functie wordt aangezet door de SUPERCOOL knop in te drukken (I). De gele indicator (H) licht op. Het is te allen tijde mogelijk om deze functie stop te zetten door de SUPERCOOL knop opnieuw in te drukken. De gele indicator gaat uit. Indien de SUPERCOOL functie niet handmatig stopt, wordt het na ongeveer 6 uur automatisch op elektronische wijze stopgezet. De SUPERCOOL functie wordt gedeactiveerd als de elektrische stroom wordt afgesloten! Temperatuur Er zijn verschillende temperatuur zones in het koelkast compartiment. De warmste zone zit aan de bovenkant, en de koudste zone zit boven de afdekking van de groente bakken. De interne temperatuur wordt beïnvloed door de volgende factoren: Kamer temperatuur Hoe vaak de deur wordt geopend Hoeveelheid opgeslagen voedselproducten Applicatie instellingen 11 Interne onderdelen Legplateaus De legplateaus kunnen verwijderd worden om ze te reinigen. Om de opslag van voedselverpakkingen van verschillende afmetingen te kunnen ondersteunen, kunnen de legplateaus op verschillende hoogten worden geplaatst. Om een intern legplateau te verwijderen, trekt u het naar voren totdat het kan worden opgetild of gekanteld en worden verwijderd. Om het plateau op een andere hoogte terug te plaatsen, doet u hetzelfde in omgekeerde volgorde. Voor beter gebruik van ruimte kunnen de voorste helften van de plateaus over de achterste liggen. Deurplateaus Om de opslag van voedselverpakkingen van verschillende afmeting te kunnen ondersteunen, kan het middelste deurplateau in hoogte versteld worden. Trek het plateau geleidelijk in de richting van de pijlen totdat het los komt en plaats hem op een andere gewenste hoogte terug. Voor grondiger reinigen kunnen de bovenste en onderste deurplateaus worden verwijderd door ze in de richting van de pijlen te trekken en ze daarna weer terug te plaatsen. 12 Tips Energiebesparing Let op waar de koelkast wordt geplaatst. Zie paragraaf “Installatie”. Zodra het juist geïnstalleerd is, verbruikt de koelkast minder energie. Probeer te voorkomen dat u de deur lange tijd open houdt of dat u de deur te vaak opent, aangezien warme lucht in de koelkast komt en ervoor zorgt dat de compressor onnodig vaak aan slaat. Als de omgevingstemperatuur hoog is, de thermostaatknop op de koudste instelling (hogere cijfers) staat en het apparaat volledig gevuld is, kan de compressor continu aan staan waardoor er ijs op de verdamper ontstaat. Als dit gebeurt, draait u de knop naar een warmere instelling (lagere cijfers) om de koelkast automatisch te laten ontdooien en zo elektriciteitsverbruik te besparen. Plaats geen warm voedsel in de koelkast. Laat warm voedsel eerst afkoelen. Houd de hitte-emissiecondensor, het metalen rooster aan de achterwand van de koelkast, altijd schoon.. Nuttige tips voor het koelen Bewaar geen warm voedsel of dampende vloeistoffen in de koelkast en bedek het voedsel, vooral als het een sterke geur verspreidt. Om de koelkast op de juiste manier te gebruiken, zijn hier een aantal nuttige tips: Rauw vlees (biefstuk, varkensvlees, lam en gevogelte): stop dit in plastic zakken en leg boven de saladeruimte. Dit is het koudste punt in de koelkast. Vlees kan alleen op deze manier veilig worden opgeborgen voor ten hoogste een of twee dagen. Gekookt voedsel, koude stukken, pudding, enz.: dit moet goed bedekt worden en kan op een van de glasplaten worden gezet. Fruit en groenten: dit moet goed schoongemaakt worden en in de onderste lade(n) bewaard worden. Boter en kaas: dit moet in speciale luchtdichte bakjes gelegd of in aluminiumfolie of plastic zakjes gewikkeld worden om zoveel mogelijk lucht buiten te sluiten. Melkflessen: deze moeten een afdekdop hebben en opgeslagen worden in het flessenrek in de deur. Bananen, aardappelen, uien en knoflook, indien niet verpakt, mogen niet in de koelkast bewaard worden. 13 Opslaan van voedsel Verzeker dat koude lucht kan circuleren wanneer u voedsel opslaat. Het product dat gekoeld moet worden, mag nooit direct contact maken met de achterste wand binnen in het koelkastcompartiment. Deze kunnen bevriezen en gedeeltelijk vast blijven zitten tegen de wand wanneer het wordt verwijderd, zodat het de dauw ervan weerhoudt regelmatig te stromen. Plaats voedsel zoals kaas, vleeswaren, fruit, groenten, al gekookt eten en bereide salades in bakjes en sluit ze af. Op deze manier wordt hun natuurlijke frisheid en aroma behouden. Voedsel moet worden opgeslagen volgens de verschillende temperatuur zones. Boter, kaas - in de binnenkant van de deur in het boter schaaltje en de kaas houder. Eieren - in de binnenkant van de deur Fruit, groenten, sla - in de groente bakjes Vleeswaren, vlees - in het onderste gedeelte (eerste lade of het afdeksel boven de groentebak) Melk producten, conserven, potjes - in het bovenste gedeelte of in de binnenkant van de deur Flessen / tubes - in de binnenkant van de deur Gebruik van het vriescompartiment Belangrijk! Doe de koelkast niet open als de elektrische stroom is afgesloten! Voedsel bederft niet als de applicatie vol is en voor een korte periode is afgesloten (kijk voor meer informatie onder “houdbaarheidsdatum in geval van uitval” in de catalogus of in het advertentie materiaal). Indien de stroomuitval voortzet, gebruik dan het ontdooide voedsel binnen een korte periode. Houdbaarheidsdatum verandert wanneer de temperatuur van het bevroren voedsel stijgt. Temperatuur instelling Om de temperatuur in te stellen, gebruik de relevante knoppen voor zowel de koelkast als het vriescompartiment. Zie “Gebruik van het koelkastcompartiment”. De juiste temperatuur voor bevroren voedsel en nog te bevriezen voedsel is -18°C. 14 SUPERFROST functie De SUPERFROST functie versnelt het vriezen van verse voedselproducten, terwijl op hetzelfde moment, al opgeslagen producten in het compartiment worden beschermd tegen ongewenste opwarming. - De functie wordt aangezet door de SUPERFROST knop in te drukken (G). De gele indicator (F) gaat branden. - Het is te allen tijde mogelijk om deze functie stop te zetten door de SUPERFROST knop opnieuw in te drukken. De gele indicator gaat uit. - Indien de SUPERFROST functie niet handmatig stopt, wordt het na ongeveer 24 uur automatisch op elektronische wijze stopgezet. De gele indicator gaat uit. De SUPERFROST functie is gedeactiveerd indien de elektrische stroom is afgesloten! Temperatuur van het vriescompartiment De interne temperatuur wordt beïnvloed door de volgende factoren: - Kamertemperatuur - Hoe vaak de deur is geopend - Hoeveelheid opgeslagen voedselproducten - Applicatie instellingen Waarschuwing: Controleer de staat van het bevroren voedsel als het vriescompartiment opwarmt. Voedsel bevriezen Om voedsel te bevriezen, schakel de SUPERFROST functie 24 uur voor bevriezing in. Maar 4-6 uur is nodig voor een kleinere hoeveelheid. Vriescompartiment toerusting 15 Onderhoud Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook verricht, de stekker uit het stopcontact trekken. WAARSCHUWING Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in de koeleenheid. Onderhoud en herladen mag alleen uitgevoerd worden door bevoegde technici. Ontdooien Een deel van het vocht uit de koelruimte wordt tijdens het gebruik in de vorm van ijs of rijp afgescheiden. Dikke lagen ijs en rijp hebben een isolerend effect. Het koelvermogen wordt minder, de temperatuur stijgt, er is meer energie nodig en als ijs of rijp te dik worden, kan de deur van de vriesruimte niet meer open, de deur kan zelfs kapotgaan. Bij dit type apparaat gebeurt het ontdooien van de koelruimte automatisch, zonder dat u daaraan iets hoeft te doen. De thermostaat onderbreekt regelmatig de werking van de compressor. Het koelen wordt dan onderbroken, de temperatuur in de koelruimte stijgt en het ontdooien begint. Na het ontdooien start de thermostaat het koelen weer. Het dooiwater loopt via het dooiwaterafvoergootje in het condensbakje bovenop de compressor en verdampt door de warmte. Controleer regelmatig of het dooiwaterafvoergootje niet verstopt is. Als het afvoergootje verstopt is, kan het dooiwater schade veroorzaken aan de isolatie van het apparaat. Maak het gootje schoon m.b.v. het meegeleverde krabbertje (zie afb.). 16 Het krabbertje kunt u weer in het gootje opbergen. Controleer regelmatig of het dooiwaterafvoergootje niet verstopt is. Meestal raakt het afvoergootje verstopt door in papier verpakte levensmiddelen. Het papier komt in aanraking met de achterzijde van de koelruimte en vriest daaraan vast. Als u de levensmiddelen uit de koelruimte haalt, scheurt het papier en dat kan tot verstopping van het afvoergootje leiden. Doe dus voorzichtig met in papier verpakte levensmiddelen. Als erg veel koelvermogen nodig is, bijv. tijdens een hittegolf, werkt de koelkast soms continu. Er wordt dan niet automatisch ontdooid. Het is niet abnormaal als er na het ontdooien kleine restjes ijs en rijp op de achterkant van de koelruimte achterblijven. De vriesruimte kan niet automatisch ontdooid worden, omdat de diepvriesproducten geen hogere temperaturen kunnen verdragen. De laag ijs kan afgeschraapt en verwijderd worden met een plastic schraper, mits de laag niet te dik is. Als de ijslaag zo dik is, dat hij niet met de kunststof schraper verwijderd kan worden, moet de vriesruimte ontdooid worden (in het algemeen 2 tot 3 keer per jaar). Neem de levensmiddelen uit de koel- en vriesruimte en wikkel ze in enkele lagen krantenpapier of dekens. Bewaar ze op een zo koel mogelijke plaats. Maak het apparaat spanningloos en laat de deuren van vries- en koelruimte open. Veeg het dooiwater aldoor met een zachte doek of spons weg. Na het ontdooien de binnenzijde van vries- en koelruimte droog wrijven, de stekker weer in het stopcontact steken en de levensmiddelen weer in het apparaat leggen. Zet na het ontdooien de temperatuurregelaar op de hoogste stand, zodat het apparaat zo snel mogelijk weer de geschikte bewaartemperatuur kan bereiken. Normaal onderhoud Het wordt aangeraden om de binnenkant van de koelkast binnen 3-4 weken schoon te maken. Huishoudelijk schoonmaakmiddel of zeep mag niet worden gebruikt. Nadat u de stroom eraf heeft gehaald, was dan de applicatie met lauw water en veeg het schoon. Reinig het rubberen magneetdeur stripje met schoon water. 17 Steek na het reinigen de stekker van de applicatie in het stopcontact. Het is praktisch om het bevroren voedselcompartiment schoon te maken en te ontdooien wanneer deze leeg is. Stof en vuil, verzameld op de achterkant van de koelkast en condensator, zou één of twee keer per jaar verwijderd moeten worden. Op hetzelfde moment zou de verdamingsopvanger bovenop de compressor ook schoongemaakt moeten worden. Als de koelkast niet in gebruik is Voer als het apparaat langere tijd niet gebruikt wordt de volgende stappen uit: Koppel het apparaat los van de stroomtoevoer. Haal al het voedsel uit de koelkast. Laat de koelkast ontdooien en maak hem schoon zoals eerder beschreven. Laat ten slotte de deur open zodat er geen nare geurtjes ontstaan. Lamp vervangen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 18 Trek de stekker uit het stopcontact. Verwijder de schroef van de afdekking van het lampje. Verwijder de afdekking van het lampje (raadpleeg de afbeelding). Vervang het kapotte lampje door een nieuw lampje met hetzelfde vermogen (het maximumvermogen is vermeld op de afdekking van het lampje). Installeer de afdekking van het lampje. Draai de schroef van de afdekking van het lampje vast. Steek de stekker in het stopcontact. Maak de deur open. Controleer of het lampje gaat branden. Hulp bij storingen Sommige problemen kunnen gemakkelijk verholpen worden voordat u de Technische Service belt. Volg de onderstaande instructies: PROBLEEM De deur sluit niet OPLOSSING Het gewicht is groter dan de opslaglimiet van de deur aan kan, dus verspreid het gewicht gelijkmatiger of haal producten weg. Het apparaat is niet juist geinstalleerd. Kijk in het hoofdstuk over inbouwen. De koelkast is te warm Stel een lagere temperatuur in. Verdeel de voedselproducten zodat koude lucht eromheen kan circuleren. Zorg dat de deur goed gesloten is en dat de isoleerstrip volledig en schoon is. Het is te koud in de koelkast. De compressor werkt continu. De temperatuur op de plek van de koelkast is boven normale kamertemperatuur. Stel een hogere temperatuur in. Stel een hogere temperatuur in. De temperatuur op de plek van de koelkast is boven normale kamertemperatuur. Controleer of de ventilatie voldoende is en of de ventilatieopeningen niet verstopt zijn. De oorzaak kan liggen in de plaatsing van grote hoeveelheden voedsel en/of het vaak openen/sluiten van de deur. Geluiden Dit kan normaal zijn. De temperatuurregeling kan tikgeluiden veroorzaken als het systeem is aangesloten of niet is aangesloten. Het geinjecteerde koelgas kan een borrelend geluid produceren als het door de leidingen stroomt. De motor kan een brommend geluid en/of een licht bonzen veroorzaken. Het isolatiemateriaal heeft de neiging om de geluidsniveaus licht te verhogen. Het zorgt echter wel voor een veel betere isolatie en een lager energieverbruik. Storingen Als de elektronica in het apparaat een fout hebben gedetecteerd waardoor de ACTUELE temperatuur niet kan worden gemeten, laat het temperatuurdisplay een vierkantje zien. Het apparaat blijft werken met gebruik van een backupprogramma tot uw monteur van de plaatselijke klantenservice het apparaat heeft gerepareerd. 19 Klantenservice en reserveonderdelen Als u geen oplossing kunt vinden voor een storing in deze bedieningsinstructies, kunt u contact opnemen met de vakhandelaar of de klantenservice en raadpleeg uw Garantiekaart. Selectief bestellen van vervangende onderdelen kan onnodig reizen en kosten besparen. Geeft om deze reden altijd de volgende informatie van het apparaat door: Modelnaam Modelnummer (PNC) Serienummer (S-No.) Deze informatie bevindt zich op het typeplaatje in de koelkast aan de linkerwand. We raden u aan deze informatie hieronder op te schrijven, zodat u het bij de hand heeft indien nodig. Technische specificaties De technische gegevens staan op het typeplaatje aan de linkerkant in het apparaat. Indien er een stroomstoring is, terwijl er voedsel in de vriezer zit, open dan niet de deur van het vriescompartiment. Het bevroren voedsel zal niet bederven indien de stroomstoring van korte duur is (tot 12 uur) en het vries compartiment vol is, indien anders, wordt het aangeraden het voedsel binnen een korte periode te gebruiken. (een temperatuurstijging van het bevroren voedsel bekort de veilige opslagperiode). Installatie Behandel het apparaat uiterst voorzichtig om geen schade aan de koeleenheid te veroorzaken met mogelijk vloeistoflekkage. Tijdens normale bediening worden de condensor en compressor aan de achterkant van het apparaat erg heet. Zorg er altijd voor dat er voldoende ventilatie is, anders leidt dit tot uitval van onderdelen en mogelijk verlies van voedsel. Raadpleeg de installatie-instructies. Belangrijk: Als het netsnoer beschadigd is, moet dit vervangen worden door een speciale kabel of kabelsamenstel die verkrijgbaar zijn bij de fabrikant of diens servicevertegenwoordiger. 20 Opstelling Pak de koelkast uit en controleer of hij in goede conditie is en geen schade van het transport heeft opgelopen. Het apparaat mag niet vlakbij radiatoren of kooktoestellen op gas geplaatst worden. Stel het apparaat niet langdurig bloot aan direct zonlicht. Om veiligheidsredenen moet de minimale ventilatie zijn zoals getoond in Afb. Let op: Houd de ventilatie-openingen altijd vrij van obstructies. De nis moet voorzien worden van een ventilatieleiding met de volgende afmetingen: Diepte 50 mm Breedte 540 mm De klimaatklassificatie bevindt zich op het typeplaatje in de koelkast aan de linkerwand. De volgende tabel toont welke omgevingstemperatuur juist is voor elke klimaatklassificatie: Klimaatklassificatie voor een omgevingstemperatuur van SN + 10... +32°C N + 16... +32°C ST + 16... +38°C T + 16... +43°C Wanneer de omgevingstemperatuur buiten de reikwijdte valt die voor de klasse van deze applicatie wordt omschreven, kan de opslagtemperatuur in de applicatie niet worden gegarandeerd; daarom is het aanbevelenswaardig om het opgeslagen voedsel zo snel mogelijk te gebruiken. 21 Elektrische aansluiting Zorg er vóór het aansluiten voor dat de voltage en frequentie op het serienummerplaatje overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis. Het voltage kan ±6% verschillen van het opgegeven voltage. Voor bediening met verschillende voltages moet een geschikte autotransformator gebruikt worden. Belangrijk Het apparaat moet geaard zijn. De netsnoerstekker is voorzien van een contact voor dit doel. Als de stroomtoevoer in uw huis niet geaard is. sluit het apparaat aan op een afzonderlijke aarde in overeenstemming met de huidige regelgeving. Vraag daarbij een gespecialiseerd technicus om advies. De fabrikant neemt geen verantwoordelijkheid op zich als de bovenstaande veiligheidsmaatregelen niet worden nageleefd. Dit apparaat voldoet aan de volgende EU- richtlijnen: - 87/308 EEC van 2/6/87 met betrekking tot onderdrukking van radiointerferentie. - 73/23 EEC van 19.2.73 (Richtlijn betreffende laag voltage) en daaropvolgende aanpassingen. - 89/336 EEC van 3.5.89 (Richtlijn inzake electromagnetische compatibiliteit) en daaropvolgende aanpassingen. Belangrijk! Het moet mogelijk zijn het apparaat van de hoofdstroomtoevoer af te halen; de stekker moet daarom na installatie gemakkelijk toegankelijk zijn. 22
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

Aeg-Electrolux SK98843-6I Handleiding

Type
Handleiding