Documenttranscriptie
LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK
NEEMT.
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit
uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te
lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er
later nog eens iets in kunt opzoeken.
2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge,
schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van
warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor
een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de
bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan
de achterkant van dit toestel.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te
voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het
toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad
(bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te
voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat
zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan
dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende
of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet
bovenop dit toestel:
– Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen
doen verkleuren.
– Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen
veroorzaken.
– Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel
kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het
toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz.
zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur
binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand,
schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is
geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot
schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de
stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen;
dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone,
droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik
van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is
gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of
persoonlijk letsel. YAMAHA aanvaardt geen
aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik
van dit toestel met een ander voltage dan hetgeen aangegeven
staat.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient u de
stekker uit het stopcontact te halen en een eventueel
aangesloten buitenantenne los te koppelen van dit toestel
wanneer het onweert.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of
het te repareren. Neem contact op met erkend YAMAHA
servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie
behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een
plek waar u de stekker gemakkelijk kunt bereiken.
17 Lees het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” over
veel voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de
conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
18 Voor u dit toestel gaat verplaatsen dient u MASTER ON/OFF
in te drukken zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om
dit toestel uit te schakelen, waarna u de stekker uit het
stopcontact moet halen.
19 VOLTAGE SELECTOR
(Alleen voor Algemene modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte
netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt.
De geschikte voltages zijn als volgt:
Mogelijke voltages: 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz
wisselstroom
WAARSCHUWING
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF
ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN,
MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL
BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
De stroomvoorziening van dit toestel is niet afgesloten
zolang de stekker in het stopcontact zit, ook al is het
toestel zelf uitgeschakeld. In deze staat is dit toestel
ontworpen om slechts een zeer kleine hoeveelheid
stroom te gebruiken.
Alleen voor klanten in Nederlands
Bij dit product zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
INHOUDSOPGAVE
KENMERKEN ...................................................... 2
VAN START .......................................................... 3
Meegeleverde accessoires......................................... 3
Inzetten van batterijen in de afstandsbediening........ 3
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES........ 4
Automatisch afstemmen .........................................
Handmatig afstemmen ............................................
Automatisch voorprogrammeren ............................
Handmatig voorprogrammeren...............................
Selecteren van voorkeuzezenders ...........................
Omwisselen van voorkeuzezenders........................
46
47
48
49
50
51
AFSTEMMEN OP RADIO DATA SYSTEEM
ZENDERS
(ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA) ..... 53
Selecteren van een Radio Data Systeem programma...... 53
Gebruiken van het Radio Data Systeem netwerk ....... 54
Tonen van Radio Data Systeem informatie ............ 55
VOORBEREDINGEN
AANSLUITINGEN ............................................. 12
WEERGAVE ....................................................... 32
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES .......... 34
GEBRUIKEN VAN VIDEOFUNCTIES........... 40
Tonen van informatie over de signaalbron ............. 40
Selecteren van de OSD (in-beeld display) weergavefunctie ..... 41
Afspelen van video op de achtergrond ................... 41
Luisteren naar multikanaals materiaal met
6.1-kanaals surroundweergave ........................... 42
Genieten van surroundweergave van 2-kanaals materiaal ..... 43
Gebruiken van het Virtual CINEMA DSP ............. 44
OPNEMEN........................................................... 45
SET MENU ........................................................... 66
Gebruiken van het SET MENU..............................
1 SOUND MENU...................................................
2 INPUT MENU.....................................................
3 NET/USB MENU................................................
4 OPTION MENU..................................................
68
69
74
76
78
GEAVANCEERDE SETUP................................ 81
KENMERKEN VAN DE
AFSTANDSBEDIENING................................ 84
Bedienen van dit toestel, een TV of andere
componenten ......................................................
Instellen van afstandsbedieningscodes ...................
Instellen van archiefcodes.......................................
Terugzetten van alle afstandsbedieningscodes .......
84
86
87
88
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN
(MULTI-ZONE) ............................................... 89
Aansluiten Zone 2................................................... 89
Bediening Zone 2.................................................... 90
GEBRUIKEN VAN EEN iPod®......................... 92
iPod bediening ........................................................ 92
GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB
FUNCTIES........................................................ 94
Uw weg vinden in de netwerk en USB menu’s......
Gebruiken van een PC server of YAMAHA
MCX-2000..........................................................
Gebruiken van de Internetradio ..............................
Gebruiken van USB geheugenapparatuur of een
draagbare audiospeler met een USB aansluiting .....
94
96
97
98
RESETTEN VAN HET SYSTEEM ................... 99
AANVULLENDE INFORMATIE
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN .................... 100
WOORDENLIJST ............................................. 107
Audio informatie................................................... 107
Video informatie................................................... 109
Geluidsveldprogramma informatie....................... 109
TECHNISCHE GEGEVENS............................ 110
1 Nl
Nederlands
LUISTEREN NAAR SURROUNDWEERGAVE ...... 42
GEAVANCEERDE BEDIENING
AANVULLENDE
INFORMATIE
Gebruiken van het SILENT CINEMA ................... 34
Tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave ......... 34
Selecteren van de nacht-luisterfunctie .................... 34
Selecteren van de ingangsfunctie............................ 35
Gebruiken van de slaaptimer .................................. 35
Instellen luidsprekerniveaus ................................... 36
Selecteren van de Compressed Music Enhancer functie ....... 37
Selecteren van de MULTI CH INPUT component...... 38
Luisteren naar multikanaals materiaal met 2-kanaals
stereoweergave ................................................... 39
Luisteren naar onbewerkte weergave ..................... 39
Luisteren naar pure hi-fi stereoweergave ............... 39
Selecteren van geluidsveldprogramma’s ................ 57
Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s ............... 58
Veranderen van geluidsveldparameter
instellingen ......................................................... 60
GEAVANCEERDE
BEDIENING
BASISBEDIENING
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S ................... 57
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
BASIS SETUP...................................................... 29
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
BASISBEDIENING
Luidsprekers opstellen ............................................ 12
Aansluiten van luidsprekers.................................... 13
Informatie over aansluitingen en stekkers .............. 16
Stroomschema audio- en videosignalen ................. 17
Aansluiten van een TV ........................................... 18
Aansluiten van een DVD-speler, een DVD-recorder,
een videorecorder of een STB (Set Top Box) ......... 19
Aansluiten van een CD-speler, een MD-speler
of cassettedeck.................................................... 21
Aansluiten van een YAMAHA iPod universeel dock ........ 22
Aansluiten op het netwerk ...................................... 23
Aansluiten van een multiformaat-speler,
externe decoder of geluidsprocessor .................. 24
Aansluiten van een spelcomputer, een videocamera
of een draagbare audiospeler .............................. 24
Aansluiten van de FM en AM antennes ................. 25
Aansluiten van het netsnoer.................................... 26
Instellen van de luidspreker-impedantie................. 27
Aan en uit zetten van dit toestel.............................. 28
VOORBEREDINGEN
Voorpaneel................................................................ 4
Afstandsbediening .................................................... 6
Display voorpaneel ................................................... 9
Achterpaneel ........................................................... 11
FM/AM AFSTEMMEN....................................... 46
INLEIDING
INLEIDING
KENMERKEN
KENMERKEN
Ingebouwde 6-kanaals eindversterker
Netwerkfuncties
◆ Minimum RMS uitgangsvermogen
(20 Hz t/m 20 kHz, 0,06% THV, 8 Ω)
Voor: 95 W + 95 W
Midden: 95 W
Surround: 95 W + 95 W
Surround Achter: 95 W
◆ LAN poort voor aansluiting op een PC en een YAMAHA
MCX-2000, of voor toegang tot Internetradio via een LAN
◆ DHCP automatische of handmatige netwerkconfiguratie
Geluidsveldprogramma’s
◆ Zelf ontwikkelde YAMAHA technologie voor de creatie van
geluidsvelden
◆ Dolby Digital/Dolby Digital EX decoder
◆ DTS/DTS-ES Matrix 6.1, Discrete 6.1, DTS Neo:6, DTS 96/24
decoder
◆ Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic II/Dolby Pro Logic IIx
decoder
◆ Virtual CINEMA DSP
◆ SILENT CINEMA™
Verfijnde AM/FM tuner
◆ 40 Willekeurig en gemakkelijk toegankelijke
voorkeuzezenders
◆ Automatisch voorprogrammeren
◆ Wijzigen van voorkeuzezenders (Bewerken
voorkeuzezenders)
Radio Data Systeem
(Alleen modellen voor Europa)
◆ Radio Data Systeem afstemmogelijkheden
iPod bediening mogelijk
◆ DOCK aansluiting voor een YAMAHA iPod universeel dock
(aansluitsokkel) (zoals de los verkrijgbare YDS-10), met
ondersteuning voor iPod apparatuur met een iPod (Click and
Wheel), iPod nano en iPod mini
Vervaardigd in licentie van Dolby
Laboratories.
“Dolby”, “Pro Logic”, en het dubbele-D
symbool zijn handelsmerken van Dolby
Laboratories.
Gefabriceerd onder licentie van Digital
Theater Systems, Inc. “DTS”, “DTS-ES”,
“NEO:6” en “DTS 96/24” zijn
handelsmerken van Digital Theater Systems,
Inc. Copyright 1996, 2003 Digital Theater
Systems, Inc. Alle rechten voorbehouden.
iPod®
“iPod” is een handelsmerk van Apple
Computer, Inc., geregistreerd in de V.S. en
andere landen.
MPEG Layer-3 audio coderingstechnologie gebruikt onder
licentie van Fraunhofer IIS en Thomson.
2 Nl
USB functies
◆ USB poort voor aansluiting van USB geheugenapparatuur of
een draagbare audiospeler met een USB aansluiting
Overige kenmerken
◆ 192-kHz/24-bits D/A converter
◆ OSD (in-beeld display) menu’s waarmee u dit toestel optimaal
kunt aanpassen aan uw eigen audio/videosysteem
◆ 6 extra ingangsaansluitingen voor gescheiden multikanaals
signalen
◆ S-video in-/uitgangsaansluitingen
◆ Component video in-/uitgangsaansluitingen (3
COMPONENT VIDEO IN en 1 MONITOR OUT)
◆ Digitale videosignaal conversie (composiet video ↔ S-video
→ component video) voor de monitor uitgang
◆ Optisch en coaxiaal digitale audio-aansluitingen
◆ Slaaptimer
◆ Middernacht luisterfuncties voor film en muziek
◆ Afstandsbediening met voorgeprogrammeerde
afstandsbedieningscodes, verlichte ingangskeuzetoetsen en
bedieningsmogelijkheden voor een iPod (geplaatst in een
YAMAHA iPod universeel dock verbonden met de DOCK
aansluiting)
◆ Zone 2 aangepaste installatie mogelijk
◆ Mogelijkheid tot schakelen tussen een eerste ruimte en een
Zone 2 met behulp van ZONE CONTROL
◆ Compressed Music Enhancer stand ter verbetering van de
weergavekwaliteit van ongewenste compressieverschijnselen
(zoals kunnen voorkomen bij MP3) tot het niveau van een
hoogwaardige stereo-installatie
Deze receiver biedt ondersteuning voor
netwerkverbindingen.
“SILENT CINEMA” is een handelsmerk van
YAMAHA CORPORATION.
Dit toestel maakt gebruik van programmatuur die gelicenseerd
wordt onder de GNU General Public License en de GNU Lesser
General Public License.
Windows XP, Windows Media Audio, Windows Media Connect
zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van
Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere
landen.
VAN START
VAN START
Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad
ontvangen hebt.
Afstandsbediening
CODE SET
POWER
TV
AV
STANDBY
SLEEP
CD-R
MULTI CH IN
CBL
DTV
TUNER
DVR
NET
DOCK
V-AUX
3
POWER
MD
CD
1
AM ringantenne
TRANSMIT
POWER
DVD
Inzetten van batterijen in de
afstandsbediening
INLEIDING
Meegeleverde accessoires
2
USB
AMP
SOURCE
TV VOL
TV CH
VOLUME
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
MUSIC
ENTERTAIN
TV
STEREO
MOVIE
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
DIRECT ST.
5
6
7
8
SPEAKERS
ENHANCER
NIGHT
STRAIGHT
9
0
ENT.
10
EFFECT
PRESET/CH
SET MENU
LEVEL
TITLE
MENU
SRCH MODE
BAND
FM binnenantenne
(Modellen voor de V.S., Canada,
China en Algemene modellen)
1
Verwijder de klep van het batterijvak.
2
Doe de twee meegeleverde batterijen
(AA, R6, UM-3) in het vak met de polen
(+ en –) de goede kant op zoals aangegeven
in het batterijvak.
3
Klik de klep van het batterijvak weer terug op
zijn plaats.
ENTER
A/B/C/D/E
RETURN
DISPLAY
DAB MEMORY
ON SCREEN
REC
AUDIO
PC/MCX
NET RADIO
FREQ/TEXT
MODE
USB
PTY SEEK START
EON
Batterijen (2)
(AA, R6, UM-3)
FM binnenantenne
(Modellen voor Europa,
Australië en Korea)
Over deze handleiding
• Verwissel alle batterijen wanneer u het volgende merkt:
– het bereik van de afstandsbediening wordt minder.
– de TRANSMIT indicator knippert niet of wordt zwakker.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar
(alkali en gewone batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie
op de verpakking aandachtig door, want de verschillende
soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
• Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk
weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan
en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het
batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
• Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval
weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk
geldende regelgeving in acht.
• Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder
batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het geheugen
gewist worden. Wanneer het geheugen gewist is, dient u nieuwe
batterijen in de afstandsbediening te doen en moet u eventueel
gewiste afstandsbedieningscodes opnieuw programmeren.
Nederlands
• y geeft een bedieningstip aan.
• Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met
de toetsen op het voorpaneel als met de afstandsbediening.
Als de naam van een toets op de afstandsbediening verschilt
van die op het voorpaneel, zal de naam van de betreffende
toets op de afstandsbediening tussen haakjes vermeld
worden.
• Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd
werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd
zijn als gevolg van verbeteringen enz. Als de handleiding en
het product van elkaar verschillen, heeft het product de
prioriteit.
Opmerkingen
3 Nl
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Voorpaneel
1
3
2
4
5
6
7 8
A
9 0
VOLUME
ZONE 2
ON/OFF
ZONE
CONTROL
MASTER
PRESET/TUNING
FM/AM
EDIT
ON
A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
MEMORY
TUNING MODE
NEXT
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
OFF
PROGRAM
INPUT
MAIN ZONE
PHONES
SPEAKERS
A
B
STRAIGHT
TONE CONTROL
MULTI CH
INPUT
INPUT MODE
VIDEO AUX
VIDEO
ON/OFF
L
AUDIO
USB
R
EFFECT
SILENT CINEMA
B C
DE F G
H
1 MASTER ON/OFF
Zet dit toestel aan of uit (zie bladzijde 28).
2 MAIN ZONE ON/OFF
Zet de eerste ruimte aan of uit (standby) (zie bladzijde 28).
Opmerkingen
• Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds
een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op
de infraroodsignalen van de afstandsbediening.
• Wanneer u dit toestel aan zet, zal het 4 a 5 seconden duren voor
het toestel geluid kan reproduceren.
• Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF naar
binnen, in de ON stand is gedrukt.
3 Sensor voor de afstandsbediening
Ontvangt de signalen van de afstandsbediening
(zie bladzijde 8).
4 Display voorpaneel
Hierop wordt informatie getoond over de bediening en de
toestand waarin het toestel zich bevindt (zie bladzijde 9).
I
J
K
L
M
5 A/B/C/D/E, NEXT
• Hiermee kunt u één van de 5 voorkeuzegroepen
selecteren (A t/m E) wanneer de “TUNER” (radio) is
geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 49).
• Selecteert het luidsprekerkanaal waarvan u het
uitgangsniveau wilt instellen wanneer de “TUNER”
niet geselecteerd is als signaalbron (zie bladzijde 36).
6 PRESET/TUNING l / h, LEVEL +/–
• Hiermee kunt u één van de 8 voorkeuzenummers (1 t/m
8) wanneer de “TUNER” (radio) is geselecteerd als
signaalbron. De dubbele punt (:) zal verschijnen op het
display op het voorpaneel (zie bladzijde 50).
• Selecteert de afstemfrequentie wanneer u “TUNER”
heeft geselecteerd als signaalbron. De dubbele punt (:)
zal niet verschijnen op het display op het voorpaneel
(zie bladzijde 46).
• Hiermee kunt u het niveau instellen van het
luidsprekerkanaal dat u heeft geselecteerd met NEXT
wanneer de “TUNER” niet is geselecteerd als
signaalbron (zie bladzijde 36).
7 MEMORY (MAN’L/AUTO FM)
Hiermee kunt u een zender in het geheugen opslaan. Houd
deze toets tenminste 3 seconden ingedrukt om het
automatisch voorprogrammeren te laten beginnen (zie
bladzijde 48).
4 Nl
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
8 TUNING MODE (AUTO/MAN’L)
Hiermee schakelt u heen en weer tussen automatisch
afstemmen (AUTO indicator aan) en handmatig
afstemmen (AUTO indicator uit) (zie bladzijde 46).
Opmerking
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF naar binnen,
in de ON stand is gedrukt.
0 ZONE CONTROL
Hiermee kunt u de te bedienen zone heen en weer
schakelen tussen de eerste ruimte en Zone 2
(zie bladzijde 90).
y
Wanneer Zone 2 is geselecteerd, zal de ZONE2 indicator
ongeveer 5 seconden knipperen op het display op het voorpaneel.
Voer de gewenste handeling uit terwijl de indicator aan het
knipperen is.
A VOLUME
Hiermee kunt u het volume (uitgangsniveau) van alle
audiokanalen tegelijk instellen.
y
Dit heeft geen invloed op het AUDIO OUT (REC) niveau.
B
PHONES (SILENT CINEMA) aansluiting
Produceert audiosignalen waarnaar u ongestoord kunt
luisteren via een hoofdtelefoon (zie bladzijde 34).
Opmerkingen
• Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen
worden gereproduceerd via de SUBWOOFER OUTPUT
aansluiting of de luidspreker-aansluitingen.
• Alle Dolby Digital en DTS audiosignalen worden
teruggemengd naar de linker en rechter hoofdtelefoonkanalen.
C SPEAKERS A/B
Met elke druk op de bijbehorende toets zet u de set voorluidsprekers aangesloten op de FRONT A en/of B
aansluitingen op het achterpaneel aan of uit.
D PRESET/TUNING, EDIT
• Hiermee schakelt u PRESET/TUNING l / h heen en
weer tussen voorkeuzezenders en gewoon afstemmen.
• Hiermee kunt u de toewijzing van voorkeuzezenders
wijzigen (zie bladzijde 51).
F FM/AM
Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen de
radiobanden FM en AM (MG) wanneer de “TUNER”
(radio) is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 46).
INLEIDING
9 ZONE 2 ON/OFF
Hiermee zet u Zone 2 aan of uit (standby)
(zie bladzijde 90).
E STRAIGHT (EFFECT)
Hiermee zet u de geluidsveldprogramma’s aan of uit.
Wanneer “STRAIGHT” is geselecteerd, zullen 2-kanaals
of multikanaals ingangssignalen direct, onveranderd
worden weergegeven via de bijbehorende luidsprekers,
zonder enig toegevoegd effect (zie bladzijde 39).
G PROGRAM keuzeknop
Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren of de
weergave van de lage/hoge tonen regelen samen met
TONE CONTROL (zie bladzijde 33).
H TONE CONTROL
Regelt de lage/hoge tonen balans tussen de linker en
rechter voor-luidsprekers, samen met PROGRAM
(zie bladzijde 33).
I INPUT MODE
Hiermee kunt u het toestel uitsluitend instellen op digitale
of analoge ingangssignalen, of het toestel automatisch het
soort ingangssignaal laten bepalen wanneer een
component zowel digitaal als analoog op dit toestel is
aangesloten (zie bladzijde 35).
J INPUT keuzeknop
Selecteer de gewenste signaalbron.
K MULTI CH INPUT
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT
aansluitingen verbonden signaalbron (zie bladzijde 38).
Opmerking
De signaalbron die is verbonden met de MULTI CH INPUT
aansluitingen zal voorrang krijgen over een met INPUT op het
voorpaneel (of met de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) geselecteerde signaalbron.
L VIDEO AUX aansluitingen
Via deze audio- en video ingangsaansluitingen kunt u een
externe signaalbron zoals een spelcomputer, een
videocamera of draagbare audiospeler aansluiten
(zie bladzijde 24).
y
Om de signalen die via deze aansluitingen binnenkomen weer te
geven, dient u “V-AUX” in te stellen als signaalbron.
Opmerking
De audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting op
het achterpaneel hebben voorrang boven de via de VIDEO AUX
aansluitingen binnenkomende signalen.
5 Nl
Nederlands
M USB poort
Hierop kan USB geheugenapparatuur of een draagbare
audiospeler met een USB aansluiting worden aangesloten
(zie bladzijde 98).
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Afstandsbediening
In dit hoofdstuk worden de functies van de toetsen op de
bij dit toestel behorende afstandsbediening beschreven.
Zie “KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING”
op bladzijde 84 als u andere componenten wilt kunnen
bedienen.
Opmerking
De bedieningsfuncties van de afstandsbedieningstoetsen in het grijze
gedeelte hieronder hangen af van de stand van de componentkeuzeschakelaar. Zet de component-keuzeschakelaar op AMP om dit
toestel te bedienen. Om de TUNER te kunnen bedienen, dient u de
component-keuzeschakelaar op SOURCE te zetten en vervolgens op
TUNER te drukken om de “TUNER” (radio) als signaalbron te selecteren.
1
2
0
CODE SET
A
TRANSMIT
POWER
POWER
TV
AV
STANDBY
POWER
B
MD
CD
SLEEP
CD-R
3
DVD
DTV
TUNER
DVR
NET
DOCK
V-AUX
SOURCE
VOLUME
4
5
6
7
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
MUSIC
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
DIRECT ST.
5
6
7
8
SPEAKERS
ENHANCER
NIGHT
STRAIGHT
9
0
ENT.
10
EFFECT
PRESET/CH
LEVEL
SET MENU
TITLE
MENU
3 Ingangskeuzetoetsen
Selecteer de signaalbron die u wilt bedienen.
Opmerking
De met de geselecteerde signaalbron corresponderende
ingangskeuzetoets licht ongeveer 5 seconden lang op nadat u op
een toets op de afstandsbediening heeft gedrukt om aan te geven
welke component er bediend wordt.
H
F
I
J
A aan
B aan
SRCH MODE
BAND
A en B uit
8
ENTER
A/B/C/D/E
9
2 CODE SET
Hiermee kunt u afstandsbedieningscodes instellen
(zie bladzijde 86).
5 SPEAKERS
Hiermee kunt u de set voor-luidsprekers aangesloten op de
FRONT A en/of B aansluitingen op het achterpaneel aan
of uit zetten. Druk herhaaldelijk op deze toets om de
instelling als volgt te wijzigen:
E
TV
STEREO
1 Infrarood venster
Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden.
Richt dit venster op de component die u wilt bedienen
(zie bladzijde 8).
G
USB
TV CH
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP om dit toestel
te bedienen.
4 Toetsen voor de geluidsveldprogramma’s
Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren
(zie bladzijde 57).
– Gebruik SELECT om 2-kanaals materiaal met
surroundweergave weer te geven (zie bladzijde 43).
– Gebruik EXTD SUR. om te schakelen tussen 5.1- en
6.1-kanaals weergave van multikanaals materiaal
(zie bladzijde 42).
– Gebruik DIRECT ST. om 2-kanaals bronmateriaal
weer te geven in hi-fi stereo (zie bladzijde 39).
D
AMP
TV VOL
C
MULTI CH IN
CBL
■ Bedienen van dit toestel
RETURN
DISPLAY
DAB MEMORY
ON SCREEN
K
REC
AUDIO
PC/MCX
NET RADIO
FREQ/TEXT
MODE
USB
PTY SEEK START
EON
L
M
6 ENHANCER
Hiermee zet u de Compressed Music Enhancer
weergavefunctie aan of uit (zie bladzijde 37).
7 LEVEL
Hiermee kunt u een luidsprekerkanaal selecteren om het
uitgangsniveau in te stellen (zie bladzijde 36).
8 Cursortoetsen u / d / j / i, ENTER
Hiermee kunt u de parameters van de
geluidsveldprogramma’s of de “SET MENU” parameters
selecteren en instellen.
9 RETURN
Hiermee keert u terug naar het vorige menu bij
instellingen via het “SET MENU”.
6 Nl
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
0 TRANSMIT indicator
Knippert wanneer de afstandsbediening infraroodsignalen
aan het uitzenden is.
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
I NIGHT
Hiermee kunt u de nacht-luisterfuncties aan of uit zetten
(zie bladzijde 34).
B POWER
Hiermee zet u dit toestel aan (zie bladzijde 28).
J SET MENU
Opent het “SET MENU” (zie bladzijde 68).
Opmerking
Opmerking
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
C SLEEP
Hiermee kunt u de slaaptimer instellen (zie bladzijde 35).
D MULTI CH IN
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT
aansluitingen verbonden signaalbron bij gebruik van een
externe decoder enz. (zie bladzijde 38).
E VOLUME +/–
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume.
F Component-keuzeschakelaar
Hiermee bepaalt u de bedieningsfunctie van de toetsen in
het grijze gedeelte.
AMP
Hiermee bedient u dit toestel.
SOURCE
Bedient de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde
component (zie bladzijde 85).
TV
Bedient de TV die is toegewezen aan DTV/CBL of
(zie bladzijde 84).
Opmerkingen
• Voor het instellen van de afstandsbedieningscodes voor andere
componenten, zie bladzijde 86.
• Wanneer u afstandsbedieningscodes instelt voor zowel DTV/
CBL als
(zie bladzijde 86), wordt voorrang gegeven aan de
voor DTV/CBL ingestelde code.
G MUTE
Deze toets schakelt de geluidsweergave tijdelijk uit. Druk
nog eens op deze toets om de geluidsweergave op het
oorspronkelijke volume voort te zetten (zie bladzijde 34).
INLEIDING
A STANDBY
Hiermee zet u dit toestel uit (standby) (zie bladzijde 28).
H STRAIGHT (EFFECT)
Hiermee zet u de geluidsveldprogramma’s aan of uit.
Wanneer “STRAIGHT” is geselecteerd, zullen 2-kanaals
of multikanaals ingangssignalen direct, onveranderd
worden weergegeven via de bijbehorende luidsprekers,
zonder enig toegevoegd effect (zie bladzijde 39).
K DISPLAY
Selecteert de in-beeld display (OSD) functie voor
weergave op uw beeldscherm (zie bladzijde 41).
L Netwerk en USB ingangskeuzetoetsen
Selecteren van de sub-signaalbron voor NET/USB (zie bladzijde 94).
PC/MCX
Selecteert een PC server of YAMAHA MCX-2000 als
sub-signaalbron voor NET/USB.
NET RADIO
Selecteren van Internetradio als sub-signaalbron voor NET/USB.
USB
Selecteert USB geheugenapparatuur of een draagbare
USB audiospeler als sub-signaalbron voor NET/USB.
Opmerkingen
• Druk op NET/USB om “NET/USB” als signaalbron te selecteren
voor u op één van de netwerk en USB ingangskeuzetoetsen drukt
zoals hierboven staat aangegeven om de corresponderende subsignaalbron voor NET/USB te selecteren.
• Wanneer u één van de netwerk en USB ingangskeuzetoetsen indrukt, zal
het materiaal dat eerder werd weergegeven voor de corresponderende
sub-signaalbron voor NET/USB automatisch worden weergegeven.
M Toetsen voor Radio Data Systeem radio-ontvangst
(Alleen modellen voor Europa)
FREQ/TEXT
Hiermee kunt u het Radio Data Systeem display instellen
op weergave van de PS, PTY, RT, of CT functie (als de
zender in kwestie de corresponderende diensten
aanbiedt) en het frequentiedisplay (zie bladzijde 56).
PTY SEEK MODE
Hiermee zet u dit toestel in de PTY SEEK functie
(zie bladzijde 53).
EON
Hiermee kunt u het programmatype selecteren
(NEWS, AFFAIRS, INFO, of SPORT) waarop u
automatisch af wilt laten stemmen (zie bladzijde 55).
7 Nl
Nederlands
PTY SEEK START
Begint het zoeken naar een geschikte zender nadat u
het gewenste programmatype heeft geselecteerd in de
PTY SEEK functie (zie bladzijde 54).
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
■ Bedienen van de TUNER functies
■ Gebruiken van de afstandsbediening
Zet de component-keuzeschakelaar op SOURCE en druk
dan op TUNER om de “TUNER” (radio) als signaalbron
te selecteren.
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal
uit.
U moet de afstandsbediening goed op de
afstandsbedieningssensor op dit toestel richten.
4 Cijfertoetsen
Gebruik de cijfertoetsen 1 t/m 8 om een voorkeuzezender
te selecteren.
7 BAND
Hiermee schakelt u heen en weer tussen de radiobanden
FM en AM (MG).
VOLUME
ZONE 2
ON/OFF
ZONE
CONTROL
MASTER
FM/AM
PRESET/TUNING
EDIT
ON
A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
NEXT
LEVEL
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
OFF
PROGRAM
INPUT
MAIN ZONE
PHONES
8 Cursortoetsen u / d / j / i
Gebruik j / i om een voorkeuzegroep (A t/m E) te
selecteren en u / d om een voorkeuzenummer (1 t/m 8)
te selecteren (zie bladzijde 50).
SPEAKERS
A
B
STRAIGHT
TONE CONTROL
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
VIDEO AUX
VIDEO
ON/OFF
L
AUDIO
USB
R
EFFECT
SILENT CINEMA
30
30
CODE SET
POWER
Ongeveer 6 m
TRANSMIT
POWER
TV
AV
CD
CD-R
STANDBY
POWER
MD
SLEEP
MULTI CH IN
CBL
DVD
DTV
TUNER
DOCK
USB
V-AUX
DVR
NET
TV VOL
TV CH
VOLUME
AMP
Opmerking
SOURCE
TV
TV MUTE
STEREO
TV INPUT
MUTE
MUSIC
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
DIRECT ST.
5
6
7
8
SPEAKERS
ENHANCER
NIGHT
STRAIGHT
9
0
ENT.
10
EFFECT
De opdrukken “DAB MEMORY” en “SRCH MODE” zijn niet
van toepassing op dit model.
PRESET/CH
SET MENU
LEVEL
TITLE
MENU
SRCH MODE
BAND
ENTER
A/B/C/D/E
RETURN
DISPLAY
DAB MEMORY
ON SCREEN
REC
AUDIO
PC/MCX
NET RADIO
FREQ/TEXT
MODE
USB
PTY SEEK START
EON
Opmerkingen
• Mors geen water of andere vloeistoffen op de
afstandsbediening.
• Laat de afstandsbediening niet vallen.
• Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de
volgende plekken:
– zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad
– plekken waar de temperatuur hoog kan worden, zoals bij de
verwarming of kachel
– zeer koude plekken
– stoffige plekken
8 Nl
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Display voorpaneel
1
5 6
7
8
9
0
A
DOCK
VIRTUAL
STANDARD
SP SILENT CINEMA
A B ZONE2 NIGHT
HiFi DSP
PTY HOLD PS PTY RT CT EON SLEEP
q PL
mS
dB
E
F G H
I
J
K
1 Decoder indicators
Wanneer één van de decoders van dit toestel in werking is,
zal de bijbehorende indicator oplichten.
2 ENHANCER indicator
Licht op wanneer de Compressed Music Enhancer functie
is ingeschakeld (zie bladzijde 37).
3 Geluidsveld indicators
Lichten op om aan te geven welke DSP geluidsvelden er
in werking zijn.
DSP aanwezigheidsgeluidsveld
Luisterplek
Rechter surround
DSP geluidsveld
Achter surround DSP geluidsveld
4 VIRTUAL indicator
Licht op wanneer Virtual CINEMA DSP in werking is (zie
bladzijde 44).
5 Signaalbron indicators
De corresponderende cursor licht op om aan te geven
welke signaalbron op dit moment is geselecteerd.
6 DOCK indicator
Licht op wanneer u uw iPod in een YAMAHA iPod
universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10) doet
indien deze is verbonden met de DOCK aansluiting van
dit toestel (zie bladzijde 22).
L C R
SL SB SR
L M N
Q
Linker surround DSP
geluidsveld
dB
MUTE
96/24 LFE
ft
PCM
D
VOLUME
AUTO TUNED STEREO MEMORY
q DIGITAL
q PL x q PL
C
B
pDVR pV-AUX pDTV/CBL pDVD pMD/CD-R pTUNER pCD
pNET
USB
96
24
MATRIX DISCRETE
ENHANCER
q EX
4
INLEIDING
t
2 3
O
P
(Alleen modellen voor Europa)
7 SILENT CINEMA indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten en
er een geluidsveldprogramma is geselecteerd
(zie bladzijde 34).
8 CINEMA DSP indicator
Licht op wanneer u een CINEMA DSP
geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 58).
9 AUTO indicator
Licht op wanneer dit toestel in de automatische
afstemfunctie staat (zie bladzijde 46).
0 TUNED indicator
Licht op wanneer dit toestel is afgestemd op een zender
(zie bladzijde 46).
A STEREO indicator
Licht op wanneer het toestel een sterk FM stereosignaal
ontvangt en de AUTO indicator brandt.
B MEMORY indicator
Knippert ten teken dat een zender opgeslagen kan worden
(zie bladzijde 48).
C VOLUME niveauaanduiding
Geeft het huidige volumeniveau aan.
D PCM indicator
Licht op wanneer dit toestel PCM (pulscode modulatie)
digitale audiosignalen weergeeft.
Nederlands
9 Nl
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
E STANDARD indicator
Licht op wanneer het “SUR. STANDARD” of “SUR.
ENHANCED” programma is geselecteerd.
F SP A B indicators
Lichten op om aan te geven welke set voor-luidsprekers is
geselecteerd.
G Hoofdtelefoon indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten.
H ZONE2 indicator
Licht op wanneer Zone 2 in werking is (zie bladzijde 90).
I NIGHT indicator
Licht op wanneer u een nacht-luisterfunctie selecteert
(zie bladzijde 34).
J HiFi DSP indicator
Licht op wanneer u een HiFi DSP geluidsveldprogramma
selecteert (zie bladzijde 59).
K Multifunctioneel display
Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en
andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van
instellingen.
L SLEEP indicator
Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld
(zie bladzijde 35).
M MUTE indicator
Knippert wanneer de MUTE functie (tijdelijk uitschakelen
geluidsweergave) is ingeschakeld (zie bladzijde 34).
N 96/24 indicator
Licht op wanneer dit toestel een DTS 96/24 signaal
ontvangt.
O Indicators ingangskanalen
Deze geven aan uit welke kanalen het huidige digitale
ingangssignaal bestaat.
P LFE indicator
Licht op wanneer het ingangssignaal een LFE signaal
bevat.
Q Radio Data Systeem indicators
(Alleen modellen voor Europa)
De corresponderende indicator zal oplichten om aan
het soort Radio Data Systeem gegevens aan te geven.
EON
Licht op wanneer er EON gegevens worden
ontvangen.
PTY HOLD
Licht op wanneer er gezocht wordt naar Radio Data
Systeem zenders in de PTY SEEK functie.
10 Nl
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Achterpaneel
1
2
AUDIO
45 6
MULTI CH INPUT
OUTPUT
7
DIGITAL
OUTPUT
CENTER
MD/CD-R
DIGITAL INPUT
MD/CD-R
DVD
DTV/CBL
8
9
DOCK
LAN
DVD
Y
IN
MD/
OUT
(PLAY) CD-R (REC)
CD
FRONT
SURROUND
SUB
WOOFER
ZONE 2
SUB
WOOFER
OPTICAL
OPTICAL
0
INLEIDING
AUDIO
3
PB
PR
Y
PB
PR
COAXIAL
DVR
DVD
DTV/
CBL
DVD
DTV/CBL
IN
DVR OUT
VIDEO
TUNER
AM
ANT
GND
MONITOR
OUT
DVD
DTV/CBL
IN
DVR OUT
S VIDEO
MONITOR OUT
MONITOR
OUT
COMPONENT VIDEO
SPEAKERS
FM ANT
75Ω
UNBAL.
SURROUND
FRONT
A
REMOTE
IN
OUT
CONTROL
OUT
+12V
15mA MAX.
B
CENTER
A B C
SURROUND BACK
D
1 Aansluitingen voor video-apparatuur
Zie de bladzijden 18 en 19 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
2 Aansluitingen voor audio-apparatuur
Zie bladzijde 21 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
3 MULTI CH INPUT aansluitingen
Zie bladzijde 24 voor meer informatie over deze aansluitingen.
4 ZONE 2 OUTPUT aansluitingen
Zie bladzijde 89 voor meer informatie over deze aansluitingen.
E
9 LAN poort
Hierop kunt u een netwerkkabel aansluiten voor
verbinding met uw netwerk.
Zie bladzijde 23 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
0 COMPONENT VIDEO aansluitingen
Zie de bladzijden 18 en 19 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
A REMOTE aansluitingen
Zie bladzijde 89 voor details.
Deze aansluitingen produceren uitsluitend analoge signalen.
B CONTROL OUT aansluiting
Dit is een bedieningsaansluiting voor aangepaste
installaties.
5 SUBWOOFER OUTPUT aansluiting
Zie bladzijde 13 voor meer informatie over deze
aansluiting.
C Antenne-aansluitingen
Zie bladzijde 25 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
6 DIGITAL OUTPUT aansluiting
Zie bladzijde 21 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
D Luidspreker-aansluitingen
Zie bladzijde 13 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
7 DIGITAL INPUT aansluitingen
Zie de bladzijden 19 en 21 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
E AC OUTLET(S)
Hiermee kunt u eventueel andere audiovisuele
componenten van stroom voorzien.
Zie bladzijde 26 voor details.
Opmerking
Nederlands
8 DOCK aansluiting
Hierop kunt u een YAMAHA iPod universeel dock
(zoals de los verkrijgbare YDS-10) aansluiten, waar u uw
iPod in kunt doen.
Zie bladzijde 22 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
■ VOLTAGE SELECTOR
(Alleen voor Algemene modellen)
Zie bladzijde 26 voor details.
11 Nl
AANSLUITINGEN
AANSLUITINGEN
Luidsprekers opstellen
Hieronder ziet u de standaard ITU-R* opstelling van de
luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van
CINEMA DSP en multikanaals audio.
*
ITU-R is de aanduiding voor de afdeling radiocommunicatie
van de ITU (International Telecommunication Union).
FL
Midden-luidspreker (C)
De midden-luidspreker is voor weergave van het
middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een
of andere reden niet mogelijk is om een middenluidspreker te gebruiken, kunt u ook zonder. De beste
resultaten krijgt u echter met een volledig systeem. Plaats
de midden-luidspreker midden tussen de voor-luidsprekers
en zo dicht mogelijk bij het beeldscherm, bijvoorbeeld
direct erboven of eronder.
FR
C
30˚
SL
Linker en rechter voor-luidsprekers (FL en FR)
De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van
het hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op
gelijke afstand van de ideale luisterplek. De afstanden van
deze luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk
zijn.
SR
60˚
SL
80˚
Linker en rechter surround-luidsprekers
(SL en SR)
De surround-luidsprekers worden gebruikt voor
omhullende surroundweergave en effecten. Plaats deze
luidsprekers achter uw luisterplek, een beetje naar binnen
gericht en ongeveer 1,8 m van de vloer.
SR
SB
FR
SW
FL
SR
C
SL
SB
1,8 m
12 Nl
Surround achter-luidspreker (SB)
De surround achter-luidspreker geeft een aanvulling op de
surround-luidsprekers en zorgt voor realistischer
overgangen van voor naar achter. Plaats deze luidspreker
direct achter de luisterplek en op dezelfde hoogte als de
surround-luidsprekers.
Subwoofer (SW)
Een subwoofer met ingebouwde eindversterker, zoals het
YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System,
zorgt niet alleen voor een effectieve versterking van de
lage tonen in sommige of alle kanalen, maar ook voor een
natuurgetrouwe hi-fi (high fidelity) stereo reproductie van
het LFE (lage frequentie effecten) kanaal in Dolby Digital
en DTS geluidsmateriaal. De opstelling van de subwoofer
is niet zo belangrijk, want de zeer lage tonen zijn niet erg
richtingsgevoelig. U kunt de subwoofer het beste in de
buurt van de voor-luidsprekers plaatsen. Richt hem een
beetje naar het midden van de ruimte om weerkaatsing via
de wanden te verminderen.
AANSLUITINGEN
Aansluiten van luidsprekers
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de
aansluitingen niet kloppen, zal er geen geluid worden weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de
luidspreker-aansluitingen niet correct is, zal de weergave onnatuurlijk klinken met te weinig lage tonen.
LET OP
Opmerking
VOORBEREIDINGEN
• U moet het toestel uit zetten voor u de luidsprekers gaat aansluiten (zie bladzijde 28).
• Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de
metalen onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd
raken.
• Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm
storen, zet de luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan.
• Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u “SP IMP.” op “6ΩMIN” zetten voor u dit toestel in
gebruik neemt (zie bladzijde 27). Als voor-luidsprekers kan ook gebruik gemaakt worden van 4 Ohm
luidsprekers (zie bladzijde 82).
Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden naast elkaar. De kabels zijn verschillend gekleurd of gevormd, misschien een
streep, groef of ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel en uw
luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–” (zwarte) aansluitingen.
Voor-luidsprekers (A)
Rechts
Links
Surround-luidsprekers
Rechts
Links
1
2
4
5
Subwoofer
7
OUTPUT
SUB
WOOFER
SPEAKERS
FRONT
SURROUND
A
B
CENTER
SURROUND BACK
Nederlands
3
6
Voorluidsprekers (B) Midden-luidspreker
Surround
achter-luidspreker
13 Nl
AANSLUITINGEN
■ Aansluiten van de luidsprekerkabel
■ Gebruik van bananenstekkers
(behalve modellen voor Europa)
1
Een bananenstekker is een enkelpolige elektrische
verbinding die vaak gebruikt wordt voor het aansluiten
van luidsprekerkabels.
Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie
van het uiteinde van elk van de
luidsprekerdraden en draai vervolgens de
blootliggende draadjes netjes in elkaar om
kortsluiting te voorkomen.
Bananenstekker
10 mm
2
VOORBEREIDINGEN
1
Maak de knop vast.
Maak de knop los.
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
2
3
Steek een ontbloot draadeind in het gat aan
de zijkant van de aansluiting.
4
Draai de draad vervolgens met de knop weer
vast.
Steek de bananenstekker in de bijbehorende
aansluiting.
Nederlands
15 Nl
AANSLUITINGEN
Informatie over aansluitingen en stekkers
Informatie over audio-aansluitingen en stekkers
DIGITAL AUDIO
DIGITAL AUDIO
L
R
COAXIAL
OPTICAL
(Wit)
(Rood)
(Oranje)
L
R
C
AUDIO
Linker en
Coaxiaal
rechter
digitale
analoge
audiostekker
audiostekkers
Video-aansluitingen en stekkers
VIDEO
(Geel)
O
Optisch
digitale
audiostekker
V
COMPONENT VIDEO
Y
PB
PR
S VIDEO
(Groen)
S
Composiet S-videostekker
videostekker
Y
(Blauw) (Rood)
PB
PR
Component
videostekkers
■ Audio-aansluitingen
■ Video-aansluitingen
Dit toestel heeft drie soorten audio-aansluitingen. Welke
aansluiting u nodig heeft hangt af van de audioaansluitingen van uw andere apparatuur.
Dit toestel heeft drie soorten video-aansluitingen. Welke
aansluiting u nodig heeft hangt af van de
ingangsaansluitingen van uw beeldscherm.
AUDIO aansluitingen
Voor conventionele analoge audiosignalen via linker en
rechter analoge audiokabels. Verbind de rode stekkers met
de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen.
VIDEO aansluitingen
Voor conventionele composiet videosignalen die worden
overgebracht via composiet videokabels.
DIGITAL AUDIO COAXIAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via coaxiaal digitale
audiokabels.
DIGITAL AUDIO OPTICAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via optisch digitale
audiokabels.
Opmerkingen
• U kunt de digitale aansluitingen gebruiken voor PCM, Dolby
Digital en DTS ingangssignalen. Wanneer u een bepaalde
component zowel met de COAXIAL als met de OPTICAL
aansluiting verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting
binnenkomende signaal voorrang krijgen. Alle digitale
ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen met
een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz.
• Trek het kapje van de optische aansluiting voor u er de optische
glasvezelkabel op aansluit. Gooi het stofkapje niet weg.
Wanneer u de optische aansluiting niet gebruikt, dient u het
stofkapje er weer op te doen. Dit kapje beschermt de aansluiting
tegen stof.
16 Nl
S VIDEO aansluitingen
Voor S-video signalen, in luminantie (Y) en kleur (C)
gescheiden videosignalen die worden doorgegeven via
aparte draden in speciale S-videokabels.
COMPONENT VIDEO aansluitingen
Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en kleur
(PB, PR) gescheiden videosignalen die worden
doorgegeven via aparte draden in speciale component
videokabels.
y
Wanneer “VIDEO CONV.” op “ON” (zie bladzijde 78) is
ingesteld, zullen videosignalen die binnenkomen via de VIDEO
en S VIDEO aansluitingen worden omgezet en naar keuze
kunnen worden gereproduceerd via de VIDEO, S VIDEO en
COMPONENT VIDEO aansluitingen.
AANSLUITINGEN
Stroomschema audio- en videosignalen
■ Stroomschema audiosignalen voor AUDIO OUT (REC)
Ingang
Uitgang
AUDIO OUT (REC)
DIGITAL AUDIO
COAXIAL
Digitale audio
L
R
L
R
Analoge audio
AUDIO
VOORBEREIDINGEN
DIGITAL AUDIO
OPTICAL
Digitaal uitgangssignaal
Analoog uitgangssignaal
Opmerking
In dit toestel is de verwerking van digitale signalen gescheiden van de verwerking van analoge signalen. Daarom kunnen audiosignalen
die binnenkomen via de analoge ingangsaansluitingen ook alleen via de analoge AUDIO OUT (REC) uitgangsaansluitingen worden
weergegeven. Op dezelfde manier zullen via de DIGITAL INPUT (OPTICAL of COAXIAL) ingangsaansluitingen binnenkomende
audiosignalen alleen via de DIGITAL OUTPUT uitgangsaansluiting kunnen worden weergegeven.
■ Stroomschema videosignalen voor MONITOR OUT
Ingang
Y
PB
Uitgang
(MONITOR OUT)
PR
Y
PB
PR
COMPONENT
VIDEO
Analoge video
S VIDEO
VIDEO
Door
Videoconversie wanneer “VIDEO CONV.” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 78)
Opmerking
17 Nl
Nederlands
Als er tegelijkertijd videosignalen binnenkomen via de COMPONENT VIDEO, S VIDEO en VIDEO aansluitingen wanneer “VIDEO
CONV.” is ingesteld op “ON”, geldt deze volgorde wat betreft de voorrang die aan de ingangssignalen gegeven zal worden:
COMPONENT VIDEO > S VIDEO > VIDEO
AANSLUITINGEN
Aansluiten van een TV
Verbind uw TV met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting, de S VIDEO MONITOR OUT aansluiting of de
COMPONENT VIDEO MONITOR OUT aansluitingen van dit toestel.
LET OP
Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen
de componenten gemaakt zijn.
Y
VIDEO
MONITOR
OUT
MONITOR OUT
MONITOR
OUT
S VIDEO
V
COMPONENT VIDEO
S
Y
PB
PR
S-video ingang
Component video ingang
Video ingang
TV
18 Nl
PB
PR
AANSLUITINGEN
Aansluiten van een DVD-speler, een DVD-recorder, een videorecorder of
een STB (Set Top Box)
Sluit uw DVD-speler, DVD-recorder, videorecorder of STB (set-top box; een kastje bovenop de TV) aan via dezelfde
soort video-aansluitingen als welke u gebruikt heeft voor uw TV (zie bladzijde 18). Een zogenaamde STB kan
bijvoorbeeld een kabel-tv ontvanger of satellietontvanger zijn.
LET OP
Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen
de componenten gemaakt zijn.
• Wanneer “VIDEO CONV.” is ingesteld op “OFF” (zie bladzijde 78) moet u hetzelfde soort video-aansluitingen gebruiken als u
gebruikt heeft om uw TV aan te sluiten (zie bladzijde 18). Als u bijvoorbeeld uw TV heeft verbonden met de VIDEO MONITOR
OUT aansluiting van dit toestel, dan dient u uw andere component te verbinden met de VIDEO aansluitingen.
• Wanneer “VIDEO CONV.” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 78), worden de omgezette videosignalen alleen gereproduceerd via de
MONITOR OUT aansluitingen. Wanneer u iets wilt opnemen moet u gebruik maken van hetzelfde soort video-aansluitingen tussen
alle betrokken componenten.
• Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL
INPUT of DIGITAL OUTPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te selecteren voor “OPTICAL OUT”, “OPTICAL
IN”, of “COAXIAL IN” bij “I/O ASSIGNMENT” (zie bladzijde 74).
• Wanneer u uw DVD-speler zowel met de DIGITAL INPUT (OPTICAL) als met de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting
verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen.
VOORBEREIDINGEN
Opmerkingen
■ Aansluiten van een DVD-speler
DVD-speler
S
O
AUDIO
C
Coaxiale audio uitgang
V
Optische audio
uitgang
L
S-Video uitgang
R
Component video uitgang
Video uitgang
Audio uitgang
Y
PR
PB
DIGITAL INPUT
DVD
DVD
OPTICAL
COAXIAL
Y
DVD
PB
PR
DVD
DVD
VIDEO
S VIDEO
COMPONENT VIDEO
Nederlands
19 Nl
AANSLUITINGEN
■ Aansluiten van een DVD-recorder of videorecorder
AUDIO
Y
PB
PR
DVR
DVR OUT
IN
COMPONENT VIDEO
L
V
V
S
S-video ingang
R
S-Video uitgang
L
Video uitgang
Audio ingang
Audio uitgang
R
DVR OUT
S VIDEO
Video ingang
IN
VIDEO
S
Y
PB
PR
Component video uitgang
DVD-recorder of
videorecorder
■ Aansluiten van een STB
Kabel TV of
satellietontvanger
S
O
AUDIO
Optische audio
uitgang
V
S-Video uitgang
L
Video uitgang
R
Audio uitgang
Component video uitgang
Y
PB
PR
DIGITAL INPUT
DTV/CBL
Y
PB
PR
OPTICAL
DTV/
CBL
DTV/CBL
VIDEO
20 Nl
DTV/CBL
S VIDEO
COMPONENT VIDEO
AANSLUITINGEN
Aansluiten van een CD-speler, een MD-speler of cassettedeck
Sluit uw CD-speler, MD-speler of cassettedeck aan via analoge en/of digitale aansluitingen.
LET OP
Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen
de componenten gemaakt zijn.
Opmerking
CD-speler
Audio uitgang
L
AUDIO
DIGITAL
OUTPUT
MD/CD-R
MD/
OUT
OPTICAL
(PLAY) CD-R (REC)
O
Audio uitgang
R
L
R
L
Audio ingang
Optische audio ingang
IN
CD
DIGITAL INPUT
MD/CD-R
OPTICAL
O
Optische audio uitgang
R
VOORBEREIDINGEN
Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL
INPUT of DIGITAL OUTPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te selecteren voor “OPTICAL OUT”, “OPTICAL
IN”, of “COAXIAL IN” bij “I/O ASSIGNMENT” (zie bladzijde 74).
MD-recorder of
cassettedeck
Nederlands
21 Nl
AANSLUITINGEN
Aansluiten van een YAMAHA iPod universeel dock
Dit toestel is voorzien van een DOCK aansluiting op het achterpaneel waarop u een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare
YDS-10) kan worden aangesloten voor uw iPod, zodat u uw iPod kunt bedienen met de meegeleverde afstandsbediening. Verbind een YAMAHA
iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) met de DOCK aansluiting op het achterpaneel van dit toestel met de speciaal daarvoor
bedoelde kabel. Wanneer deze verbinding tot stand is gebracht, kunt u uw iPod in uw YAMAHA iPod universeel dock plaatsen.
LET OP
Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen
de componenten gemaakt zijn.
Opmerkingen
• Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund.
• U heeft een YAMAHA iPod universeel dock (aansluitsokkel) (zoals een los verkrijgbare YDS-10) en de speciaal daarvoor bedoelde
kabel nodig die geschikt zijn voor de DOCK aansluiting van dit toestel.
• Sluit geen iPod accessoires (zoals een hoofdtelefoon, een afstandsbediening met draad of een FM zender) aan op uw iPod wanneer
deze in een YAMAHA iPod universeel dock zit (zoals een los verkrijgbare YDS-10).
• Wanneer uw iPod geplaatst wordt in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) die is aangesloten op de
DOCK aansluiting van dit toestel, zal dit toestel de signaaloverdracht met uw iPod beginnen.
• Wanneer uw iPod niet correct of stevig genoeg geplaatst is in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) die is aangesloten
op de DOCK aansluiting van dit toestel, is het mogelijk dat de audio- en/of videosignalen daarvan niet naar behoren kunnen worden weergegeven.
• Wanneer de verbinding tussen uw iPod en dit toestel tot stand is gebracht, zal de melding “iPod connected” verschijnen op het display
op het voorpaneel en zal de DOCK indicator daar ook oplichten. Als de verbinding tussen uw iPod en dit toestel mislukt, zal er een
melding van die strekking verschijnen op het display op het voorpaneel. Voor een complete lijst van meldingen met betrekking tot deze
verbindingen, verwijzen we u naar het iPod deel in het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” op bladzijde 104.
• Alleen analoge audio- en videosignalen van uw iPod worden geaccepteerd door de DOCK aansluiting, en de analoge audiosignalen
kunnen voor opname worden gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT (REC) aansluitingen.
• De batterij van uw iPod wordt automatisch opgeladen wanneer uw iPod geplaatst is in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een
los verkrijgbare YDS-10) verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel, zolang dit toestel aan staat.
• Afhankelijk van het type iPod, is het mogelijk dat u een iPod adapter zoals meegeleverd met uw YAMAHA iPod universeel dock
(zoals een los verkrijgbare YDS-10) in de uitsparing zult moeten passen voor uw iPod erin past.
iPod
YAMAHA iPod universeel dock
(zoals een los verkrijgbare YDS-10)
DOCK
22 Nl
AANSLUITINGEN
Aansluiten op het netwerk
Om dit toestel aan te sluiten op uw netwerk dient u het ene uiteinde van een netwerkkabel (CAT-5 of hoger
geclassificeerde zg. ‘straight’ kabel met rechtstreekse doorverbinding) in de LAN poort van dit toestel te steken en het
andere uiteinde in één van de LAN poorten van uw router die ondersteuning biedt voor de DHCP (Dynamic Host
Configuration Protocol) serverfunctie. Het volgende schema toont een aansluitvoorbeeld waarin dit toestel is aangesloten
op één van de LAN poorten van een router met 4 poorten. Om te kunnen luisteren naar muziekbestanden op uw PC en
YAMAHA MCX-2000 of naar Internetradio, moet elk van de apparaten in kwestie correct aangesloten zijn.
Opmerking
YAMAHA MCX-2000
YAMAHA MCX-C15
Internet
WAN
YAMAHA MCX-A10
(met los verkrijgbare
luidsprekers)
VOORBEREIDINGEN
Als de DHCP serverfunctie van uw router uitgeschakeld is, zult u de netwerkinstellingen met de hand moeten configureren(zie
bladzijde 76).
PC
LAN
Modem
Router
Netwerkkabel
LAN
Nederlands
23 Nl
AANSLUITINGEN
Aansluiten van een multiformaatspeler, externe decoder of
geluidsprocessor
Dit toestel is voorzien van 6 extra ingangsaansluitingen (FRONT
L/R, CENTER, SURROUND L/R en SUBWOOFER) voor
gescheiden multikanaals ingangssignalen van een multiformaatspeler, externe decoder of sound processor. Verbind de
uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler, externe
decoder of geluidsprocessor met de MULTI CH INPUT
aansluitingen. Let er goed op dat u de linker en rechter uitgangen
verbindt met de linker en rechter ingangsaansluitingen voor
zowel de voor- als de surroundkanalen.
Aansluiten van een spelcomputer,
een videocamera of een draagbare
audiospeler
Gebruik de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel
als u een spelcomputer, een videocamera of een draagbare
audiospeler wilt aansluiten op dit toestel.
LET OP
U moet het volume van dit toestel en de andere
componenten uit zetten voor u de aansluitingen
gaat maken.
Opmerking
LET OP
Sluit dit toestel of de andere componenten pas
aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen
tussen de componenten gemaakt zijn.
De audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting
hebben voorrang boven de via de VIDEO AUX aansluitingen
binnenkomende signalen.
Opmerkingen
PRESET/TUNING
FM/AM
l PRESET/TUNING h
A/B/C/D/E
EDIT
NEXT
LEVEL
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
OFF
PROGRAM
INPUT
MAIN ZONE
PHONES
SPEAKERS
A
B
STRAIGHT
TONE CONTROL
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
VIDEO AUX
VIDEO
ON/OFF
EFFECT
SILENT CINEMA
VIDEO AUX
VIDEO
V
L
L
AUDIO
R
R
CENTER
L
R
Multiformaat-speler,
externe decoder of
geluidsprocessor
24 Nl
Spelcomputer,
videocamera of draagbare
audiospeler
SUB
WOOFER
Middenkanaal uitgang
R
SURROUND
Subwoofer uitgang
L
Surroundkanaal
uitgang
Voorkanaal uitgang
FRONT
ZONE
CONTROL
MASTER
ON
Audio uitgang
MULTI CH INPUT
VOLUME
ZONE 2
ON/OFF
Video uitgang
• Wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron selecteert (zie
bladzijde 38), zal dit toestel automatisch de digitale
geluidsveldprocessor uitschakelen en zult u geen
geluidsveldprogramma’s kunnen selecteren.
• Dit toestel is niet in staat de via de MULTI CH INPUT
aansluitingen binnenkomende signalen zo te herschikken dat er
wordt gecompenseerd voor eventueel in uw systeem
ontbrekende luidsprekers. Daarom bevelen we u aan tenminste
een 5.1-kanaals luidsprekersysteem aan te sluiten voor u
gebruik maakt van deze functie.
• Wanneer u een hoofdtelefoon gebruikt, zullen alleen de signalen
die binnenkomen via de FRONT L/R aansluitingen worden
gereproduceerd via de PHONES aansluiting.
L
AUDIO
USB
R
AANSLUITINGEN
Aansluiten van de FM en AM antennes
Dit toestel wordt geleverd met zowel een FM als een AM
binnenantenne. Normaal gesproken zorgen deze antennes
voor een voldoende sterke ontvangst. Verbind de antennes
op de juiste manier met de bijbehorende aansluitingen.
2
Houd het lipje van de AM ANT aansluiting
ingedrukt.
3
Steek één van de draden van de AM
ringantenne in de AM ANT aansluiting.
4
Laat het lipje van de AM ANT aansluiting los
zodat dit terugveert.
5
Herhaal de stappen 2 t/m 4 en sluit de andere
draad aan op de GND aansluiting.
Opmerkingen
VOORBEREIDINGEN
• U moet de afstemstap (alleen Algemene modellen) van de tuner
aanpassen aan de ruimte tussen zendfrequenties in uw gebied
(zie bladzijde 83).
• De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst
worden.
• De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er
een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten.
• Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere
ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een
slechte ontvangst, kunt u een buitenantenne installeren. Vraag
bij uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of servicecentrum naar de mogelijkheden met buitenantennes.
AM ringantenne
(meegeleverd)
FM binnenantenne
(meegeleverd)
TUNER
AM
ANT
GND
FM ANT
75Ω
UNBAL.
Aarde
(GND aansluiting)
AM buitenantenne
Gebruik 5 tot 10 meter met plastic
geïsoleerd draad dat u bijvoorbeeld
uit een raam naar buiten spant.
Voor de grootst mogelijke
veiligheid en zo min mogelijk
storing dient u de antenne
GND aansluiting goed te
aarden. Een goede aarding
wordt bijvoorbeeld verzorgd
door een metalen staaf die in
vochtige grond gedreven is.
■ Aansluiten van de AM ringantenne
1
y
Wanneer u de AM ringantenne op de juiste manier heeft
aangesloten op dit toestel, kunt u de AM ringantenne zo draaien
dat u de beste ontvangst bereikt voor uw favoriete AM zenders.
Maak de AM ringantenne gebruiksklaar.
Nederlands
25 Nl
AANSLUITINGEN
Aansluiten van het netsnoer
Pas wanneer alle verbindingen tot stand zijn gebracht kunt u de stekker in het stopcontact steken.
(Modellen voor de V.S.)
AC OUTLETS
Naar het stopcontact
■ VOLTAGE SELECTOR
(Alleen voor Algemene modellen)
LET OP
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van
dit toestel moet worden ingesteld op de ter
plekke gebruikte netspanning VOOR u de stekker
in het stopcontact steekt. Onjuiste instelling van
de VOLTAGE SELECTOR kan dit toestel
beschadigen en kan brandgevaar opleveren.
Draai de VOLTAGE SELECTOR met de klok mee
of er tegenin naar de correcte stand met een
gewone schroevendraaier.
Mogelijke voltages: 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz
wisselstroom
VOLTAGE
SELECTOR
230240V
26 Nl
Aanduiding voltage
■ AC OUTLET(S) (SWITCHED)
Modellen voor Australië ............... 1 Netstroomaansluiting
Modellen voor Korea ..................................................Geen
Overige modellen...................... 2 Netstroomaansluitingen
Met behulp van deze netstroomaansluiting(en) kunt u
daarop aangesloten componenten van stroom voorzien.
Verbind de netsnoeren van uw andere apparatuur met deze
netstroomaansluiting(en). Deze aansluiting(en) worden
van stroom voorzien wanneer de eerste ruimte of Zone 2 is
ingeschakeld. De stroomvoorziening voor deze
aansluiting(en) wordt echter afgesloten wanneer de eerste
ruimte en Zone 2 zijn uitgeschakeld, of wanneer
MASTER ON/OFF op het voorpaneel ingedrukt wordt en
losgelaten zodat deze naar buiten komt, in de OFF stand.
Voor informatie omtrent het maximale vermogen of het
totale stroomverbruik voor de componenten die op deze
aansluiting(en) kunnen worden aangesloten, zie
“TECHNISCHE GEGEVENS” op bladzijde 110.
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de
opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel
uit (standby) staat. Wanneer echter de stekker uit het
stopcontact gehaald wordt of de stroomvoorziening om
een andere reden langer dan een week onderbroken
wordt, zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan.
AANSLUITINGEN
Instellen van de luidspreker-impedantie
LET OP
4
Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u
“SP IMP.” op “6ΩMIN” zetten VOOR u dit toestel in
gebruik neemt. Als voor-luidsprekers kan ook
gebruik gemaakt worden van 4 Ohm luidsprekers.
Druk herhaaldelijk op STRAIGHT (EFFECT)
op het voorpaneel om en selecteer “6ΩMIN”.
De volgende aanduidingen zullen op het display op
het voorpaneel verschijnen.
STRAIGHT
2,5
(Modellen voor de
EFFECT
VOORBEREIDINGEN
VOLUME
ZONE 2
ON/OFF
ZONE
CONTROL
MASTER
PRESET/TUNING
FM/AM
EDIT
ON
A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
NEXT
LEVEL
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
OFF
PROGRAM
INPUT
MAIN ZONE
PHONES
SPEAKERS
A
B
STRAIGHT
TONE CONTROL
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
VIDEO AUX
VIDEO
ON/OFF
L
AUDIO
SP IMP.-6 MIN
USB
R
EFFECT
SILENT CINEMA
5
2,4 3
1
2
Controleer of het toestel uit staat.
Zie bladzijde 28 voor details omtrent het aan en uit
zetten van dit toestel.
Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in
de OFF stand om de nieuwe instelling op te
slaan en dit toestel uit te schakelen.
MASTER
ON
Houd STRAIGHT (EFFECT) op het voorpaneel
ingedrukt en druk vervolgens MASTER ON/OFF naar
binnen in de ON stand om dit toestel in te schakelen.
Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide setup
menu zal verschijnen op het display op het voorpaneel.
OFF
Opmerking
De gewijzigde instelling wordt van kracht zodra u dit toestel de
volgende keer aan zet.
Houd
ingedrukt
MASTER
STRAIGHT
EFFECT
3
ON
OFF
Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en
selecteer “SP IMP.”.
De volgende aanduidingen zullen op het display op
het voorpaneel verschijnen.
PROGRAM
Nederlands
SP IMP.-8 MIN
27 Nl
AANSLUITINGEN
Aan en uit zetten van dit toestel
Wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, kunt u dit toestel aan zetten.
MASTER ON/OFF
CODE SET
STANDBY
TRANSMIT
POWER
POWER
TV
AV
CD
CD-R
STANDBY
POWER
POWER
VOLUME
ZONE 2
ON/OFF
ZONE
CONTROL
MD
SLEEP
MULTI CH IN
CBL
MASTER
PRESET/TUNING
FM/AM
EDIT
ON
A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
NEXT
LEVEL
MEMORY
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
PROGRAM
PHONES
SPEAKERS
A
B
STRAIGHT
DTV
TUNER
V-AUX
DVD
DVR
NET
TV VOL
TV CH
VOLUME
DOCK
OFF
USB
INPUT
MAIN ZONE
TONE CONTROL
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
VIDEO AUX
VIDEO
ON/OFF
L
AUDIO
USB
R
AMP
EFFECT
SILENT CINEMA
SOURCE
TV
MAIN ZONE ON/OFF
■ Aan zetten van dit toestel
■ Uit zetten van dit toestel
Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar
binnen in de ON stand om dit toestel aan te
zetten.
Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel nog
eens in zodat deze naar buiten komt in de OFF
stand om dit toestel uit te schakelen.
MASTER
MASTER
ON
ON
OFF
• Druk op MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel
(of STANDBY op de afstandsbediening) om de eerste
ruimte uit (standby) te zetten.
MAIN ZONE
STANDBY
ON/OFF
of
Voorpaneel
Afstandsbediening
• Druk nog eens op MAIN ZONE ON/OFF op het
voorpaneel (of op POWER op de afstandsbediening)
om de eerste ruimte weer in te schakelen.
MAIN ZONE
POWER
ON/OFF
Voorpaneel
of
Afstandsbediening
Opmerking
MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel en POWER en
STANDBY op de afstandsbediening werken alleen wanneer
MASTER ON/OFF naar binnen is gedrukt in de ON stand.
y
Voor details omtrent het aan en uit zetten van Zone 2, zie
bladzijde 90.
28 Nl
OFF
Voorpaneel
Voorpaneel
BASIS SETUP
BASIS SETUP
De “BASIC SETUP” is handig wanneer u uw systeem snel en met minimale inspanningen klaar voor gebruik wilt
maken.
Opmerkingen
STEREO
CODE SET
TRANSMIT
POWER
POWER
TV
AV
CD
CD-R
STANDBY
POWER
MD
SLEEP
DTV
DOCK
1
V-AUX
DVR
ENTERTAIN
3
4
EXTD SUR.
DIRECT ST.
5
6
7
8
SPEAKERS
ENHANCER
NIGHT
STRAIGHT
9
0
10
ENT.
EFFECT
PRESET/CH
TUNER
LEVEL
SET MENU
USB
TITLE
MENU
SRCH MODE
BAND
NET
ENTER
AMP
A/B/C/D/E
SOURCE
TV VOL
TV CH
4
MOVIE
2
SELECT
MULTI CH IN
CBL
DVD
MUSIC
1
STANDARD
VOLUME
RETURN
DISPLAY
DAB MEMORY
ON SCREEN
2,13
3-12
Druk op ENTER om de “BASIC SETUP” te
openen.
Het volgende scherm zal op het in-beeld display
verschijnen.
;BASIC SETUP
PRESET/CH
REC
TV
VOORBEREIDINGEN
• U moet uw hoofdtelefoon losmaken van het toestel.
• Als u het toestel met de hand nog preciezer wilt instellen, kunt u de gedetailleerde instellingen van het “SOUND MENU”
(zie bladzijde 69) gebruiken.
• Wijzigen van instellingen via de “BASIC SETUP” zorgt ervoor dat alle met de hand via het “SOUND MENU” gewijzigde instellingen
zullen worden teruggezet (zie bladzijde 69).
• De begininstellingen voor elk van de parameters worden vet aangegeven.
• Druk op RETURN op de afstandsbediening om terg te keren naar het vorige menuniveau.
AUDIO
.ROOM:
S >M L
SUBWOOFER;;;;YES
SPEAKERS;;;;6spk
SETUP:>OK CANCEL
ENTER
A/B/C/D/E
p
[]/[]:Up/Down
[<]/[>]:Select
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP.
5
AMP
SOURCE
TV
Druk op u / d, selecteer “ROOM” en druk
vervolgens op j / i om de gewenste instelling
te selecteren.
PRESET/CH
2
.;BASICSETUP
;MANUALSETUP
.;SIGNAL INFO
SET MENU
MENU
SRCH MODE
3
p
p
[ ]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
Druk op u / d en selecteer “BASIC SETUP”.
ENTER
A/B/C/D/E
[]/[]:Up/Down
[<]/[>]:Select
p
SET MENU
;BASIC SETUP
.ROOM:
S >M L
SUBWOOFER;;;;YES
SPEAKERS;;;;6spk
SETUP:>OK CANCEL
p
Druk op SET MENU om de “SET MENU” te
openen.
Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld
display verschijnen.
p
1
Selecteer de afmetingen van de ruimte waarin uw
luidsprekers staan opgesteld. In het algemeen worden
de afmetingen van de kamer als volgt gedefinieerd:
Keuzes: S, M, L
[Modellen voor de V.S. en Canada]
S (klein)
16 x 13ft, 200ft2 (4,8 x 4,0m, 20m2)
M (midden) 20 x 16ft, 300ft2 (6,3 x 5,0m, 30m2)
L (groot)
26 x 19ft, 450ft2 (7,9 x 5,8m, 45m2)
[Overige modellen]
S (klein)
3,6 x 2,8m, 10m2
M (midden) 4,8 x 4,0m, 20m2
L (groot)
6,3 x 5,0m, 30m2
PRESET/CH
ENTER
Nederlands
A/B/C/D/E
29 Nl
BASIS SETUP
6
Druk op d, selecteer “SUBWOOFER” en
druk vervolgens op j / i om de gewenste
instelling te selecteren.
PRESET/CH
8
Druk op d, selecteer “SETUP” en druk
vervolgens op j / i om de gewenste instelling
te selecteren.
PRESET/CH
;BASIC SETUP
ROOM:
S >M L
.SUBWOOFER;;;;YES
SPEAKERS;;;;6spk
SETUP:>OK CANCEL
ENTER
;BASIC SETUP
ROOM:
S >M L
SUBWOOFER;;;;YES
SPEAKERS;;;;6spk
. SETUP:>OK CANCEL
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
p
p
7
[]/[]:Up/Down
[<]/[>]:Select
p
p
[]/[]:Up/Down
[<]/[>]:Select
Keuzes: YES, NONE
• Selecteer “YES” als u een subwoofer in uw
systeem heeft.
• Selecteer “NONE” als u geen subwoofer in uw
systeem heeft.
Keuzes: OK, CANCEL
• Selecteer “OK” om de gewijzigde instellingen
definitief te maken.
• Selecteer “CANCEL” om de instelfunctie te
verlaten zonder wijzigingen aan te brengen.
Druk op d, selecteer “SPEAKERS” en kies
vervolgens met j / i het aantal luidsprekers
dat is aangesloten op dit toestel.
U kunt ook op SET MENU drukken om de setup procedure
te annuleren.
y
9
PRESET/CH
Druk op ENTER om uw keuze te bevestigen.
;BASIC SETUP
PRESET/CH
ROOM:
S >M L
SUBWOOFER;;;;YES
.SPEAKERS;;;;6spk
SETUP:>OK CANCEL
ENTER
ENTER
A/B/C/D/E
p
A/B/C/D/E
30 Nl
p
[]/[]:Up/Down
[<]/[>]:Select
Keuze
Display
Luidsprekers
2spk
L C R
SL SB SR
L/R voor
3spk
L C R
SL SB SR
L/R voor, midden
4spk
L C R
SL SB SR
L/R voor, L/R surround
5spk
L C R
SL SB SR
L/R voor, midden, L/R surround
6spk
L C R
SL SB SR
L/R voor, midden, L/R surround,
surround achter
Als u bij stap 8 “OK” selecteert, zult u twee keer om
beurten uit elk van de luidsprekers een testtoon horen.
“CHECK:Test Tone” zal een paar seconden op het inbeeld display getoond worden, gevolgd door
“CHECK OK?”.
;BASIC SETUP
;BASIC SETUP
ROOM:
S >M L
SUBWOOFER;;;;YES
SPEAKERS;;;;6spk
SETUP:>OK CANCEL
.CHECK:Test Tone
ROOM:
S >M L
SUBWOOFER;;;;YES
SPEAKERS;;;;6spk
SETUP:>OK CANCEL
.CHECK OK?;;;;YES
[<]/[>]:Select
[<]/[>]:Select
y
Controleer de luidsprekerverbindingen (zie bladzijde 13) en
wijzig indien nodig de “SPEAKERS” instellingen in stap 7.
BASIS SETUP
10
Druk op j / i om de gewenste instelling te
selecteren.
12
;BASIC SETUP
PRESET/CH
ROOM:
S >M L
SUBWOOFER;;;;YES
SPEAKERS;;;;6spk
SETUP:>OK CANCEL
.CHECK OK?;;;;YES
ENTER
A/B/C/D/E
Druk op u / d om een luidspreker te
selecteren en gebruik vervolgens j / i om de
juiste balans in te stellen.
De geselecteerde luidspreker en de linker voorluidspreker (of de linker surround-luidspreker) geven
om de beurt de testtoon weer.
• Druk op i om de ingestelde waarde te verhogen.
• Druk op j om de ingestelde waarde te verlagen.
[<]/[>]:Select
PRESET/CH
11
ENTER
A/B/C/D/E
• Selecteer “FR” om de balans tussen de linker en de
rechter voor-luidsprekers in te stellen.
• Selecteer “C” om de balans tussen de linker voorluidspreker en de midden-luidspreker in te stellen.
• Selecteer “SL” om de balans tussen de linker voorluidspreker en de linker surround-luidspreker in te
stellen.
• Selecteer “SB” om de balans tussen de linker
surround-luidspreker en de surround achterluidspreker in te stellen.
• Selecteer “SR” om de balans tussen de linker
surround-luidspreker en de rechter surroundluidspreker in te stellen.
• Selecteer “SWFR” om de balans tussen de linker
voor-luidspreker en de subwoofer in te stellen.
Druk op ENTER om uw keuze te bevestigen.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
• Als u bij stap 10 “YES” heeft geselecteerd, is
daarmee de setup procedure afgesloten en zal het
display terugkeren naar het eerste “SET MENU”
scherm.
• Als u bij stap 10 “NO” heeft gekozen, zal het
instelscherm voor het niveau van de luidsprekers
op het display op het voorpaneel verschijnen.
;BASIC SETUP
-__________+
.FR;;;;;;;;;;
C;;;;;;;;;;
SL;;;;;;;;;;
13
VOORBEREIDINGEN
Keuzes: YES, NO
• Selecteer “YES” om de setup procedure af te
sluiten als de testtoon via elk van de luidsprekers
goed klonk.
• Selecteer “NO” om door te gaan naar het
instelmenu voor het uitgangsniveau van de
verschillende luidsprekers in stap 12 om de
uitgangsniveaus van de luidsprekers op elkaar af te
stemmen.
Druk op SET MENU om de “BASIC SETUP” te
verlaten.
SET MENU
MENU
SRCH MODE
Nederlands
31 Nl
WEERGAVE
WEERGAVE
LET OP
U moet zeer voorzichtig zijn wanneer u DTS gecodeerde CD’s gaat afspelen. Als u een DTS
gecodeerde CD afspeelt op een CD-speler die niet geschikt is voor DTS-weergave, zult u alleen een
ongewenst geruis of lawaai horen dat zelfs uw luidsprekers kan beschadigen. Controleer of uw CDspeler geschikt is voor DTS gecodeerde CD’s. Controleer ook het geluidsniveau van uw CD-speler
voor u een DTS gecodeerde CD gaat afspelen.
3
VOLUME
ZONE 2
ON/OFF
ZONE
CONTROL
Gebruik INPUT op het voorpaneel (of druk op
één van de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) om de gewenste
signaalbron te selecteren.
MASTER
PRESET/TUNING
FM/AM
A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
NEXT
LEVEL
EDIT
ON
MEMORY
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
OFF
PROGRAM
INPUT
MAIN ZONE
PHONES
SPEAKERS
A
B
STRAIGHT
TONE CONTROL
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
VIDEO AUX
VIDEO
ON/OFF
L
AUDIO
MD
USB
INPUT
R
SLEEP
EFFECT
SILENT CINEMA
CD
CD-R
DVD
2
6,7 6
3
TV MUTE
CODE SET
STEREO
TRANSMIT
POWER
POWER
TV
AV
STANDBY
CD
3
2
MUSIC
ENTERTAIN
MULTI CH IN
CBL
2
3
4
SELECT
EXTD SUR.
DIRECT ST.
5
6
7
8
TUNER
2
SPEAKERS
ENHANCER
NIGHT
STRAIGHT
9
0
V-AUX
7
Voorpaneel
SET MENU
TITLE
NET
MENU
SRCH MODE
BAND
VOLUME
TV
NET
Afstandsbediening
Beschikbare signaalbronnen
A/B/C/D/E
SOURCE
TV CH
USB
DVR
ENTER
AMP
TV VOL
TUNER
De naam van de geselecteerde signaalbron wordt een
paar seconden lang op het display op het voorpaneel
en op het in-beeld display getoond.
EFFECT
USB
DVR
DOCK
ENT.
10
PRESET/CH
LEVEL
DOCK
MOVIE
1
STANDARD
DTV
V-AUX
SLEEP
CD-R
DTV
MUTE
POWER
MD
DVD
5
TV INPUT
MULTI CH IN
CBL
of
5
RETURN
DISPLAY
DAB MEMORY
ON SCREEN
REC
AUDIO
DISC SKIP
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
NET
USB
DVR
V-AUX
DTV/CBL pDVD
MD/CD-R
TUNER
CD
VOLUME
SP
A
DVD
1
2
Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
Op dit moment geselecteerde
signaalbron
Druk op SPEAKERS A of B op het voorpaneel
(of zet de component-keuzeschakelaar op
AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op
SPEAKERS op de afstandsbediening) om de
gewenste set voor-luidsprekers in te
schakelen.
Met elke druk op SPEAKERS A of B zet u de
bijbehorende set voor-luidsprekers aan of uit.
Voorpaneel
of
AMP
SPEAKERS
SOURCE
9
TV
Afstandsbediening
32 Nl
L
R
Op dit moment
geselecteerde
ingangsfunctie
Opmerkingen
• Om multikanaals materiaal met surroundweergave weer te
geven dient u de broncomponent via een digitale
aansluiting met dit toestel te verbinden en dient u de
ingangsfunctie in te stellen op “AUTO” of “DTS”
(zie bladzijde 35).
• Zie bladzijde 42 voor details over surroundweergave.
4
SPEAKERS
A
B
dB
AUTO
Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
• Raadpleeg de handleiding van de betreffende
component.
• Zie bladzijde 46 voor details omtrent het
afstemmen.
WEERGAVE
5
Verdraai VOLUME op het voorpaneel (of druk
op VOLUME +/– op de afstandsbediening) om
het volume op het gewenste niveau in te
stellen.
VOLUME
of
Verdraai PROGRAM op het voorpaneel
(of druk op één van de
geluidsveldprogrammatoetsen op de
afstandsbediening) om het gewenste
geluidsveldprogramma te selecteren.
De naam van het geselecteerde
geluidsveldprogramma zal verschijnen op het display
op het voorpaneel en op het in-beeld display.
Zie bladzijde 58 voor details over
geluidsveldprogramma’s.
Afstandsbediening
Voorpaneel
6
VOLUME
7
PROGRAM
Druk herhaaldelijk op TONE CONTROL op
het voorpaneel, kies tussen “TREBLE” (hoge
tonen) en “BASS” (lage tonen) en verdraai
vervolgens PROGRAM om de gekozen tonen
te versterken of te verzwakken.
Voorpaneel
PROGRAM
TONE CONTROL
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
DIRECT ST.
5
6
7
8
SPEAKERS
ENHANCER
NIGHT
STRAIGHT
9
0
10
BASISBEDIENING
of
ENT.
EFFECT
Afstandsbediening
NET
USB
DVR
V-AUX
DTV/CBL pDVD
MD/CD-R
TUNER
CD
VOLUME
SP
A
TREBLE
dB
0dB
L
R
• Selecteer “TREBLE” om de weergave van de hoge
tonen te regelen.
• Selecteer “BASS” om de weergave van de lage
tonen te regelen.
Opmerkingen
• De instellingen voor de luidsprekers en die voor de
hoofdtelefoon worden apart opgeslagen.
• Wanneer “TONE BYPASS” op “AUTO” staat
(zie bladzijde 73) en “BASS” en “TREBLE” op 0 dB
worden gezet, zal het audiosignaal automatisch de
toonregelingsschakelingen van dit toestel onveranderd
passeren.
• Als u de hoge of lage tonen teveel versterkt of verzwakt, is
het mogelijk dat de toonkleur van de voor-luidsprekers
niet meer overeenkomt met die van de andere luidsprekers.
• TONE CONTROL zal niet werken wanneer de “DIRECT
STEREO” functie (zie bladzijde 39) is ingeschakeld of
wanneer de component die is verbonden met de MULTI
CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron
(zie bladzijde 38).
NET
USB
DVR
V-AUX
DTV/CBL pDVD
MD/CD-R
TUNER
CD
VOLUME
SP
A
TV Sports
dB
L
R
Op dit moment
geselecteerde
geluidsveldprogramma
Opmerkingen
33 Nl
Nederlands
• Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak,
niet alleen op basis van de naam van het programma.
• Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het
toestel automatisch het laatst met die signaalbron
gebruikte geluidsveldprogramma instellen.
• Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden
geselecteerd wanneer de component die is verbonden met
de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als
signaalbron (zie bladzijde 38).
• Signalen met een hogere bemonsteringsfrequentie dan
48 kHz (met uitzondering van DTS 96/24 signalen) zullen
worden teruggebracht tot 48 kHz, waarna er
geluidsveldprogramma’s op kunnen worden toegepast.
• Om informatie te laten weergeven op het in-beeld display
over de op dit moment geselecteerde signaalbron, zie
bladzijde 40 voor details.
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
Gebruiken van het SILENT CINEMA
SILENT CINEMA stelt u in staat naar multikanaals
materiaal of filmsoundtracks, inclusief Dolby Digital en
DTS materiaal, te luisteren met een normale
hoofdtelefoon. SILENT CINEMA wordt automatisch
ingeschakeld wanneer u een hoofdtelefoon aansluit op de
PHONES aansluiting terwijl u luistert met de CINEMA
DSP of HiFi DSP geluidsveldprogramma’s (zie
bladzijde 58). Indien ingeschakeld zal de SILENT
CINEMA indicator oplichten op het display op het
voorpaneel.
Selecteren van de nachtluisterfunctie
De middernacht luisterfuncties zijn ontworpen om bij lage volumes,
bijvoorbeeld wanneer u ’s nachts wilt luisteren, toch alles te kunnen
verstaan. Kies “NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC”
afhankelijk van wat voor materiaal u gaat afspelen.
1
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP
en druk vervolgens herhaaldelijk op NIGHT
op de afstandsbediening om te kiezen tussen
“NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC”.
Opmerkingen
AMP
• SILENT CINEMA treedt niet in werking wanneer de
component die is verbonden met de MULTI CH INPUT
aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 38).
• SILENT CINEMA werkt niet wanneer de “DIRECT STEREO”
(zie bladzijde 39), “2ch Stereo” (zie bladzijde 39) of
“STRAIGHT” functie (zie bladzijde 39) is geselecteerd.
NIGHT
SOURCE
10
TV
Keuzes: NIGHT:CINEMA, NIGHT:MUSIC, OFF
• Selecteer “NIGHT:CINEMA” wanneer u naar een
film gaat kijken om het dynamisch bereik van de
soundtrack te verminderen en de gesproken tekst
beter verstaanbaar te maken bij lagere volumes.
• Selecteer “NIGHT:MUSIC” wanneer u naar
muziek wilt luisteren om alle geluiden beter
verstaanbaar te maken.
• Selecteer “OFF” als u deze functie niet wilt gebruiken.
Tijdelijk uitschakelen van de
geluidsweergave
Druk op MUTE op de afstandsbediening om de
geluidsweergave tijdelijk uit te schakelen. Druk
nog eens op MUTE om de geluidsweergave te
hervatten.
y
Wanneer er een nacht-luisterfunctie is geselecteerd, zal de
NIGHT indicator oplichten op het display op het voorpaneel.
MUTE
y
• U kunt ook VOLUME op het voorpaneel of VOLUME +/– op
de afstandsbediening gebruiken om de geluidsweergave te
hervatten.
• U kunt instellen hoe ver het volume verlaagd wordt via de
“MUTING TYPE” parameter in het “SOUND MENU” (zie
bladzijde 73)
• De MUTE indicator knippert op het voorpaneel wanneer de
geluidsweergave tijdelijk is uitgeschakeld en verdwijnt wanneer
de geluidsweergave weer wordt hervat.
2
Druk op j / i op de afstandsbediening om het
effectniveau te regelen terwijl
“NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC” wordt
aangegeven op het display op het voorpaneel.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
Opmerking
Als u een andere signaalbron of een ander geluidsveldprogramma
inschakelt met de afstandsbediening terwijl de geluidsweergave
tijdelijk uitgeschakeld is, zal het toestel de geluidsweergave
hervatten.
Afstandsbediening
Effect.Lvl:MID
Keuzes: MIN, MID, MAX
• Selecteer “MIN” voor minimale compressie.
• Selecteer “MID” voor standaard compressie.
• Selecteer “MAX” voor maximale compressie.
34 Nl
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
y
AUTO
Ingangssignalen worden automatisch
geselecteerd in deze volgorde:
(1) Digitale signalen
(2) Analoge signalen
Alleen DTS gecodeerde digitale
signalen zullen worden geselecteerd.
Als er geen DTS signalen
binnenkomen, zal er geen geluid
worden weergegeven.
Er zullen alleen analoge signalen
worden geselecteerd. Als er geen
analoge signalen binnenkomen, zal er
geen geluid worden weergegeven.
De “NIGHT:CINEMA” en “NIGHT:MUSIC” instellingen
worden apart opgeslagen.
Opmerkingen
DTS
• In de volgende gevallen kunt u de nacht-luisterfuncties
niet gebruiken:
– wanneer de “DIRECT STEREO” functie (zie
bladzijde 39) is ingeschakeld.
– wanneer de component die is verbonden met de MULTI
CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron
(zie bladzijde 38).
– wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit.
• Hoe groot het effect is van de nachtluisterfuncties hangt
mede af van het weergegeven materiaal en van uw
instellingen voor surroundweergave.
ANALOG
Opmerking
Wanneer “INPUT MODE” is ingesteld op “AUTO”, zal dit
toestel automatisch overschakelen naar de juiste decoder
indien er een Dolby Digital of DTS signaal wordt
gedetecteerd.
Selecteren van de ingangsfunctie
Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen. U kunt
als volgt bepalen wat voor ingangssignalen u wilt gebruiken.
• In de meeste gevallen raden we u aan gewoon “INPUT MODE”
op “AUTO” te zetten.
• U kunt de standaard ingangsfunctie van dit toestel zelf bepalen via de
“INPUT MODE” parameter in het “INPUT MENU” (zie bladzijde 75).
Opmerkingen
• Om DTS gecodeerde CD’s weer te kunnen geven bij gebruik
van een digitale audioverbinding, moet u “INPUT MODE”
instellen op “DTS”.
• Ook wanneer u een digitale verbinding tot stand heeft gebracht
tussen dit toestel en de speler in kwestie is het mogelijk dat
DTS materiaal niet correct gedecodeerd kan worden.
1
Gebruiken van de slaaptimer
Met deze functie kunt het toestel zichzelf uit (standby)
laten schakelen na een door u bepaalde tijd. Deze
slaaptimer is bijvoorbeeld handig wanneer u gaat slapen
terwijl uw installatie nog aan het spelen of opnemen is. De
slaaptimer schakelt ook automatisch de op de AC
OUTLET(S) netstroomaansluitingen aangesloten externe
apparatuur uit (zie bladzijde 26).
1
Verdraai INPUT op het voorpaneel en
selecteer de gewenste signaalbron.
Druk op één van de ingangskeuzetoetsen op
de afstandsbediening om de gewenste
signaalbron te selecteren.
MD
CD
SLEEP
CD-R
MULTI CH IN
CBL
DVD
INPUT
DTV
DOCK
V-AUX
2
2
Druk herhaaldelijk op INPUT MODE op het voorpaneel
om de gewenste ingangsfunctie te selecteren.
INPUT MODE
BASISBEDIENING
y
TUNER
USB
DVR
NET
Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
• Raadpleeg de handleiding van de betreffende
component.
• Zie bladzijde 46 voor details omtrent het
afstemmen.
Beschikbare signaalbronnen
NET
USB
DVR
V-AUX
DTV/CBL pDVD
MD/CD-R
TUNER
CD
VOLUME
SP
A
AUTO
Nederlands
DVD
dB
L
R
Op dit moment Op dit moment geselecteerde
geselecteerde signaalbron ingangsfunctie
35 Nl
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
3
Druk herhaaldelijk op SLEEP op de
afstandsbediening om de gewenste tijd in te
stellen.
Met elke druk op SLEEP zal het display op het
voorpaneel als volgt veranderen.
SLEEP
Instellen luidsprekerniveaus
U kunt het uitgangsniveau van de luidsprekers instellen
terwijl u naar muziek aan het luisteren bent. Dit is ook
mogelijk wanneer u een signaal dat via de MULTI CH
INPUT aansluitingen binnenkomt afspeelt.
Opmerking
Deze handeling overschrijft de niveau-instellingen die zijn
gemaakt via de “BASIC SETUP” (zie bladzijde 29) en
“SPEAKER LEVEL” (zie bladzijde 71) methodes.
SLEEP 120min
AMP
SLEEP 90min
SOURCE
TV VOL
TV CH
VOLUME
1
TV
SLEEP OFF
SLEEP 30min
SLEEP
60min
De SLEEP indicator knippert terwijl u de tijd voor de
slaaptimer aan het instellen bent. De SLEEP indicator
zal oplichten op het display op het voorpaneel en het
display keert terug naar het geselecteerde
geluidsveldprogramma.
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
DIRECT ST.
5
6
7
8
SPEAKERS
ENHANCER
NIGHT
STRAIGHT
9
0
10
MOVIE
ENT.
EFFECT
1
PRESET/CH
LEVEL
SET MENU
TITLE
MENU
BAND
SRCH MODE
ENTER
3
A/B/C/D/E
NET
USB
DVR
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R
TUNER pCD
VOLUME
SLEEP
SLEEP 120min
REC
dB
L
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R
SP
A
TUNER pCD
1
VOLUME
SLEEP
STRAIGHT
2
DISC SKIP
R
Knippert
DVR
DISPLAY
ON SCREEN
AUDIO
SP
A
NET
USB
RETURN
DAB MEMORY
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP
en druk vervolgens net zo vaak op LEVEL op
de afstandsbediening tot u de luidspreker die
u wilt instellen heeft geselecteerd.
dB
L
R
AMP
Licht op
SOURCE
LEVEL
TV
BAND
TITLE
4
Druk op net zo vaak op SLEEP op de
afstandsbediening tot “SLEEP OFF” op het
display op het voorpaneel verschijnt.
SLEEP
NET
USB
DVR
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R
TUNER pCD
VOLUME
SP
A
SLEEP OFF
dB
L
R
De SLEEP indicator gaat uit en de melding “SLEEP
OFF” zal na een paar seconden verdwijnen van het
display op het voorpaneel.
y
U kunt de slaaptimer ook annuleren door met MAIN ZONE
ON/OFF op het voorpaneel (of STANDBY op de
afstandsbediening) de eerste ruimte van het toestel uit
(standby) te zetten.
36 Nl
• Druk op “FRONT L” om het uitgangsniveau
(volume) van de linker voor-luidspreker te regelen.
• Druk op “CENTER” om het uitgangsniveau
(volume) van de midden-luidspreker te regelen.
• Druk op “FRONT R” om het uitgangsniveau
(volume) van de rechter voor-luidspreker te
regelen.
• Druk op “SUR. R” om het uitgangsniveau
(volume) van de rechter surround-luidspreker te
regelen.
• Druk op “SUR. B” om het uitgangsniveau
(volume) van de surround achter-luidspreker te
regelen.
• Druk op “SUR. L” om het uitgangsniveau (volume)
van de linker surround-luidspreker te regelen.
• Druk op “SWFR” om het uitgangsniveau (volume)
van de subwoofer te regelen.
y
Wanneer u op LEVEL op de afstandsbediening heeft
gedrukt, kunt u de gewenste luidspreker ook selecteren met
u / d.
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
2
Druk op j / i op de afstandsbediening om het
uitgangsniveau (volume) van de luidspreker
te regelen.
• Druk op i om de ingestelde waarde te verhogen.
• Druk op j om de ingestelde waarde te verlagen.
Instelbereik: –10 dB t/m +10 dB
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
y
Compressie-artefacten (zoals bij MP3) ontstaan
onvermijdelijk door compressiemethoden waarbij
gegevens verloren gaan omdat bijvoorbeeld de
geluidssignalen opnieuw worden bemonsterd met een
lagere bitsnelheid en geluiden die voor mensen
onhoorbaar zijn worden verwijderd. De Compressed
Music Enhancer functie van dit toestel verbetert de
geluidsweergave door de vanwege deze zogenaamde
compressie-artefacten ontbrekende harmonische signalen
te regenereren. Op deze manier wordt gecompenseerd
voor de soms vlakke weergave als gevolg van het verlies
in het gecomprimeerde bestand van zowel de hoogste als
de laagste tonen, hetgeen de algehele geluidskwaliteit van
uw systeem ten goede komt.
Opmerkingen
• De Compressed Music Enhancer functie is geschikt voor PCM
signalen (48 kHz), analoge 2-kanaals materiaal en
muziekgegevens die binnenkomen via de USB poort of de LAN
poort.
• De Compressed Music Enhancer functie werkt niet samen met
de geluidsveldprogramma’s.
• Wanneer de Compressed Music Enhancer functie is
ingeschakeld terwijl er een ongeschikt signaal wordt
weergegeven, zal de melding “Not Available” op het display op
het voorpaneel en op het in-beeld display verschijnen.
• Wanneer de signaalbron wordt omgeschakeld naar één met een
ongeschikt signaal terwijl de Compressed Music Enhancer
functie is ingeschakeld, zal de Compressed Music Enhancer
functie automatisch worden uitgeschakeld en zal het betreffende
signaal worden weergegeven als 2-kanaals of 6-kanaals stereo.
BASISBEDIENING
Deze handeling kan ook worden uitgevoerd met de
bedieningsorganen op het voorpaneel. Druk herhaaldelijk op
NEXT op het voorpaneel om het luidsprekerkanaal te selecteren
waarvan u het uitgangsniveau wilt instellen en gebruik vervolgens
LEVEL op het voorpaneel om het uitgangsniveau te regelen.
Selecteren van de Compressed
Music Enhancer functie
y
De ENHANCER indicator op het display op het voorpaneel licht
op wanneer één van de Compressed Music Enhancer functies is
ingeschakeld.
Nederlands
37 Nl
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
1
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP en
druk vervolgens herhaaldelijk op ENHANCER
op de afstandsbediening om de gewenste
Compressed Music Enhancer functie te kiezen.
Het volgende scherm zal verschijnen op het in-beeld
display en de ENHANCER indicator zal oplichten op
het display op het voorpaneel.
AMP
ENHANCER
SOURCE
Selecteren van de MULTI CH
INPUT component
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT
aansluitingen verbonden signaalbron (zie bladzijde 24).
Druk op MULTI CH INPUT op het voorpaneel (of
op MULTI CH IN op de afstandsbediening) zodat
“MULTI CH INPUT” verschijnt op het display op
het voorpaneel.
0
TV
MULTI CH
INPUT
MULTI CH IN
of
Voorpaneel
Afstandsbediening
MUSIC ENHANCER
.
2ch Enhancer
LOW
>HIGH
ENHANCER
MULTI CH INPUT
Licht op
Keuzes: 2ch Enhancer, 6ch Enhancer, Off (eerder
geselecteerd geluidsveldprogramma)
• Selecteer “2ch Enhancer” voor weergave met compensatie
voor compressie-artefacten in 2-kanaals stereo.
• Selecteer “6ch Enhancer” voor weergave met compensatie
voor compressie-artefacten in 6-kanaals stereo.
• Selecteer Off (eerder geselecteerd
geluidsveldprogramma) om de Compressed Music
Enhancer functie uit te zetten.
y
U kunt ook schakelen tussen “2ch Enhancer” en “6ch
Enhancer” door op j / i op de afstandsbediening te drukken
wanneer de pijl links van “2ch Enhancer” of “6ch Enhancer”
in het in-beeld display staat.
2
Druk één keer op d en vervolgens op j / i op
de afstandsbediening om het gewenste
effectniveau te selecteren.
PRESET/CH
MUSIC ENHANCER
.
ENTER
2ch Enhancer
LOW
>HIGH
A/B/C/D/E
Keuzes: HIGH, LOW
• Selecteer “HIGH” voor een hoog effectniveau.
• Selecteer “LOW” voor een laag effectniveau.
Opmerking
Zet het effectniveau op “HIGH” of “LOW” aan de hand van
de eigenschappen van het bronsignaal. Het is mogelijk dat
de hoge tonen van bepaalde signalen teveel benadrukt
worden. Zet het effectniveau in een dergelijk geval op
“LOW”.
38 Nl
Opmerking
Wanneer “MULTI CH INPUT” wordt getoond op het display, kan
er geen andere signaalbron worden weergegeven. Als u met
INPUT (of één van de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) een andere signaalbron wilt selecteren, druk
dan eerst op MULTI CH INPUT (of MULTI CH IN op de
afstandsbediening) zodat de melding “MULTI CH INPUT”
verdwijnt van het display op het voorpaneel.
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
Luisteren naar multikanaals
materiaal met 2-kanaals
stereoweergave
U kunt multikanaals materiaal laten terugbrengen tot 2
kanalen voor weergave als 2-kanaals stereo.
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP en
druk herhaaldelijk op STEREO op de
afstandsbediening om “2ch Stereo” te selecteren.
AMP
Luisteren naar pure hi-fi
stereoweergave
De “DIRECT STEREO” functie laat bronsignalen alle
decoders en DSP processors van dit toestel onveranderd
passeren zodat u kunt profiteren van pure hi-fi weergave
van 2-kanaals PCM en analoge bronsignalen.
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP en
druk vervolgens op DIRECT ST. op de
afstandsbediening om “DIRECT STEREO” te
selecteren.
STEREO
SOURCE
1
AMP
TV
DIRECT ST.
SOURCE
8
TV
y
• U kunt een subwoofer gebruiken met dit programma wanneer “LFE/
BASS OUT” is ingesteld op “SWFR” of “BOTH” (zie bladzijde 70).
• U kunt de “2ch Stereo” functie ook selecteren door PROGRAM
op het voorpaneel te verdraaien.
Luisteren naar onbewerkte
weergave
Wanneer het toestel in de “STRAIGHT” stand staat,
worden 2-kanaals stereobronnen alleen weergegeven via
de linker en rechter voor-luidsprekers. Multikanaals
materiaal zal rechtstreeks via de diverse kanalen worden
weergegeven zonder verdere toevoeging van effecten.
1
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP en
druk vervolgens op STRAIGHT op de
afstandsbediening om “STRAIGHT” te selecteren.
DIRECT STEREO
Opmerkingen
• Om onverwacht lawaai te voorkomen mag u geen DTS
gecodeerde CD’s afspelen in de “DIRECT STEREO” stand.
• Wanneer er multikanaals signalen (Dolby Digital of DTS)
binnenkomen in deze stand, zal het toestel automatisch
overschakelen naar de corresponderende analoge signaalbron.
Wanneer “DTS” is geselecteerd als ingangsfunctie
(zie bladzijde 35) zal er geen geluid worden weergegeven.
• Er zal geen geluid worden weergegeven via de subwoofer.
• De “TONE CONTROL” (zie bladzijde 33) en “SOUND
MENU” (zie bladzijde 69) instellingen (behalve voor de
instelling van de luidsprekerniveaus) staan buiten werking.
• Het display op het voorpaneel wordt automatisch donkerder.
BASISBEDIENING
2ch Stereo
y
U kunt de “DIRECT STEREO” functie ook selecteren door
PROGRAM op het voorpaneel te verdraaien.
AMP
STRAIGHT
SOURCE
ENT.
TV
EFFECT
STRAIGHT
2
Nederlands
Om de “STRAIGHT” functie uit te schakelen dient
u nog eens op STRAIGHT op de
afstandsbediening te drukken zodat “STRAIGHT”
verdwijnt van het display op het voorpaneel.
Eventuele geluidseffecten worden nu weer ingeschakeld.
y
U kunt de “STRAIGHT” functie ook selecteren door op
STRAIGHT (EFFECT) op het voorpaneel te drukken.
39 Nl
GEBRUIKEN VAN VIDEOFUNCTIES
GEBRUIKEN VAN VIDEOFUNCTIES
Signaalformattering FORMAT
De formattering van het signaal wordt getoond.
Wanneer het toestel geen digitaal signaal kan
detecteren, wordt er automatisch overgeschakeld naar
analoog.
Display status: Analog, Digital, DolbyD, DTS, MP3,
PCM, WMA, ---
Tonen van informatie over de
signaalbron
U kunt de formattering, de bemonsteringsfrequentie, het
aantal kanalen en eventuele signaleringsgegevens (vlag)
van het huidige ingangssignaal laten zien.
1
Opmerking
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP
en druk vervolgens op SET MENU op de
afstandsbediening.
Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld
display verschijnen.
“---” verschijnt wanneer dit toestel geen enkel signaal kan
detecteren.
Bemonsteringsfrequentie SAMPLING
Het aantal metingen per seconden van een continu
signaal om een digitaal signaal te kunnen maken.
Display status: 8kHz, 11kHz, 12kHz, 16kHz,
22.05kHz, 24kHz, 32kHz, 44.1kHz,
48kHz, 64kHz, 88.2kHz, 96kHz, ---
AMP
SET MENU
SOURCE
MENU
SRCH MODE
TV
Opmerking
“---” verschijnt wanneer dit toestel de
bemonsteringsfrequentie niet kan detecteren.
SET MENU
.;BASICSETUP
;MANUALSETUP
.;SIGNAL INFO
Kanaal CHANNEL
Aantal bronkanalen in het ingangssignaal (voor/
surround/LFE). Bijvoorbeeld een multikanaals
soundtrack met 3 voorkanalen, 2 surroundkanalen en
een LFE kanaal, zal worden getoond als “3/2/0.1”.
2
p
p
[ ]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
Opmerking
Druk herhaaldelijk op d om “SIGNAL INFO”
te selecteren en druk dan op ENTER.
De volgende informatie over de signaalbron zal op
het in-beeld display verschijnen.
PRESET/CH
PRESET/CH
ENTER
ENTER
A/B/C/D/E
“---” verschijnt wanneer er geen bronkanalen beschikbaar
zijn.
Bitsnelheid BITRATE
Het aantal bits aan gegevens dat per seconde een
bepaald meetpunt passeert.
Opmerking
“---” verschijnt wanneer dit toestel de bitsnelheid niet kan
detecteren.
A/B/C/D/E
Vlag FLAG
Signalering (vlag) die in DTS, Dolby Digital of PCM
signalen is meegecodeerd en die dit toestel in staat
stelt automatisch van decoder te wisselen.
;SIGNAL INFO
FORMAT
PCM
SAMPLING
48kHz
CHANNEL 2/0/--BITRATE
--FLAG
NONE
[RETURN]:Exit
3
Druk nog eens op SET MENU op de
afstandsbediening om het “SET MENU” te
verlaten.
SET MENU
MENU
SRCH MODE
40 Nl
GEBRUIKEN VAN VIDEOFUNCTIES
Selecteren van de OSD (in-beeld
display) weergavefunctie
U kunt de bedieningsinformatie voor dit toestel laten
weergeven op een beeldscherm. Als u de “SET MENU”
en geluidsveldprogramma parameter instellingen op een
beeldscherm laat weergeven, kunt u gemakkelijker de
beschikbare mogelijkheden en instellingen overzien dan
op het display op het voorpaneel.
Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
2
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP
en druk vervolgens herhaaldelijk op DISPLAY
op de afstandsbediening om heen en weer te
schakelen tussen de verschillende
weergavefuncties van het in-beeld display.
De weergavefunctie van het in-beeld display zal als
volgt veranderen.
AMP
SOURCE
DISPLAY
ON SCREEN
TV
Volledige weergave
U kunt een grijze achtergrond laten weergeven achter het in-beeld
display wanneer er geen videosignaal binnenkomt door “GRAY
BACK” in het “OPTION MENU” op “AUTO” te zetten (zie
bladzijde 79).
Opmerkingen
• Het signaal voor het in-beeld display wordt niet gereproduceerd
via de DVR OUT aansluitingen en wordt dus ook niet
opgenomen.
• U moet “VIDEO CONV.” in het “OPTION MENU” instellen
op “ON” (zie bladzijde 78) om het in-beeld display te laten
weergeven.
• Om het in-beeld display te laten weergeven bij component
videosignalen die worden gereproduceerd via de
COMPONENT VIDEO MONITOR OUT aansluitingen, dient u
het in-beeld display in te stellen op volledige weergave.
• Wanneer “GRAY BACK” in het “OPTION MENU” is ingesteld
op “OFF” (zie bladzijde 79), is het, afhankelijk van de
eigenschappen van de beelden, mogelijk dat het in-beeld
display niet correct zal worden weergegeven.
Afspelen van video op de
achtergrond
U kunt videobeelden van een videobron combineren met
geluid van een audiobron. Zo kunt u bijvoorbeeld naar
klassieke muziek luisteren terwijl u op uw beeldscherm
kijkt naar mooie landschapsopnamen.
Gebruik de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening om de gewenste videobron te
selecteren en kies vervolgens de audiobron.
MD
Verkorte weergave
CD
SLEEP
CD-R
MULTI CH IN
CBL
DVD
Display uit
Verkorte weergave
Laat eventjes beneden aan het scherm de inhoud van
het display op het voorpaneel zien telkens wanneer
het toestel bediend wordt.
Display uit
Er wordt geen informatie weergegeven, met
uitzondering van het “SET MENU” scherm.
P02
DTV
DOCK
V-AUX
Volledige weergave
Toont de volledige geluidsveldprogramma parameter
instellingen en de inhoud van het display op het
voorpaneel.
BASISBEDIENING
1
y
TUNER
USB
DVR
Audiobronnen
NET
Videobronnen
y
Als u wilt luisteren naar een signaalbron die is aangesloten op de
MULTI CH INPUT aansluitingen terwijl u naar andere
videobeelden kijkt, moet u eerst de videobron selecteren en
vervolgens op MULTI CH INPUT op het voorpaneel (of MULTI
CH IN op de afstandsbediening) drukken om de component die is
verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen te selecteren
als signaalbron (zie bladzijde 38).
MUSIC
Pop/Rock
DSP LEVEL;;;;0dB
P.INIT.DLY;;21ms
P.ROOM SIZE;;1.0
S.INIT.DLY;;25ms
S.ROOM SIZE;;1.0
Volledige
P02
Nederlands
.
MUSIC
Pop/Rock
Verkorte weergave
41 Nl
LUISTEREN NAAR SURROUNDWEERGAVE
LUISTEREN NAAR SURROUNDWEERGAVE
Luisteren naar multikanaals
materiaal met 6.1-kanaals
surroundweergave
Als u een surround achter-luidspreker heeft aangesloten,
kunt u via deze functie profiteren van 6.1-kanaals
weergave van multikanaals signaalbronnen met behulp
van de Dolby Pro Logic IIx, Dolby Digital EX of DTS-ES
decoder.
1
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP
en druk herhaaldelijk op EXTD SUR. op de
afstandsbediening om heen en weer te
schakelen tussen 5.1- of 6.1-kanaals
weergave.
AMP
EXTD SUR.
SOURCE
7
TV
2
Om een decoder te selecteren, dient u
herhaaldelijk op j / i te drukken wanneer
“PLIIxMusic” (enz.) wordt getoond.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
Automatisch AUTO
Wanneer er een speciale code (vlag) die door dit toestel
kan worden herkend in het ingangssignaal aanwezig is, zal
het toestel zelf de optimale decoder voor weergave via 6.1
kanalen selecteren.
Als het toestel de ‘vlag’ niet kan herkennen of als het
signaal geen ‘vlag’ bevat, kan er niet automatisch via 6.1
kanalen worden weergegeven.
42 Nl
Decoders
Afhankelijk van de formattering van het weergegeven
materiaal kunt u kiezen uit de volgende decoders.
Decoder
Functies
Voor weergave van Dolby Digital of
PLIIxMusic DTS signalen via 6.1 kanalen met de Pro
Logic IIx muziekdecoder.
EX/ES
Voor weergave van Dolby Digital of
DTS signalen via 6.1 kanalen met de
Dolby Digital EX of DTS-ES decoder.
EX
Voor weergave van Dolby Digital of
DTS signalen via 6.1 kanalen met de
Dolby Digital EX decoder.
Uit OFF
Er worden geen decoders gebruikt om 6.1 kanalen te
creëren.
Opmerkingen
• Sommige discs met 6.1-kanaals materiaal hebben geen aparte
signalering (vlag) die dit toestel automatisch kan detecteren.
Wanneer u een dergelijke disc met 6.1-kanaals materiaal
afspeelt, dient u met de hand een decoder (“PLIIxMusic”,
“EX/ES” of “EX”) te kiezen.
• In de volgende gevallen is 6.1-kanaals weergave niet mogelijk,
ook al wordt EXTD SUR. ingedrukt:
– wanneer “CENTER SP” (zie bladzijde 70), “SUR. L/R SP”
(zie bladzijde 70) of “SUR. B SP” (zie bladzijde 70) op
“NONE” staat.
– wanneer de met de MULTI CH INPUT aansluitingen
verbonden signaalbron wordt weergegeven.
– wanneer het weergegeven materiaal geen linker en rechter
surroundsignalen bevat.
– wanneer er een Dolby Digital KARAOKE signaalbron wordt
weergegeven.
– wanneer de “2ch Stereo” (zie bladzijde 39) of “DIRECT
STEREO” (zie bladzijde 39) functie is ingeschakeld.
• Wanneer dit toestel uit wordt gezet, zal deze instelling
terugkeren naar “AUTO”.
• De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer
“SUR. B SP” op “NONE” is ingesteld (zie bladzijde 70).
LUISTEREN NAAR SURROUNDWEERGAVE
Genieten van surroundweergave
van 2-kanaals materiaal
Ingangssignalen afkomstig van 2 kanaals bronnen kunnen
ook via meerdere kanalen worden weergegeven.
1
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP
en druk vervolgens herhaaldelijk op
STANDARD op de afstandsbediening om
heen en weer te schakelen tussen de “SUR.
STANDARD” en “SUR. ENHANCED”
programma’s, of druk op MOVIE en selecteer
het “MOVIE THEATER” programma.
STANDARD
5
SUR. STANDARD
Functies
PRO LOGIC
Dolby Pro Logic verwerking voor
elk bronmateriaal
PLII Movie
Dolby Pro Logic II verwerking voor
filmmateriaal
PLII Music
Dolby Pro Logic II verwerking voor
muziekmateriaal
PLII Game
Dolby Pro Logic II verwerking voor
spelmateriaal
PLIIx Movie
Dolby Pro Logic IIx verwerking
voor filmmateriaal
PLIIx Music
Dolby Pro Logic IIx verwerking
voor muziekmateriaal
PLIIx Game
Dolby Pro Logic IIx verwerking
voor spelmateriaal
Neo:6 Cinema
DTS verwerking voor filmmateriaal
Neo:6 Music
DTS verwerking voor
muziekmateriaal
AMP
SOURCE
of
MOVIE
4
2
Druk herhaaldelijk op SELECT op de
afstandsbediening om de gewenste decoder
te selecteren.
SELECT
SUR. ENHANCED
of
MOVIE THEATER
PRO LOGIC
Dolby Pro Logic verwerking voor
elk bronmateriaal
PLII Movie
Dolby Pro Logic II verwerking voor
filmmateriaal
PLIIx Movie
Dolby Pro Logic IIx verwerking
voor filmmateriaal
Neo:6 Cinema
DTS verwerking voor filmmateriaal
6
U kunt kiezen uit de volgende functies, afhankelijk
van het materiaal dat wordt afgespeeld en uw
persoonlijke voorkeuren.
y
U kunt ook een decoder kiezen met j / i op de
afstandsbediening terwijl het decodertype op het display op
het voorpaneel wordt getoond.
Functies
BASISBEDIENING
TV
Opmerking
De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer
“SUR. B SP” op “NONE” is ingesteld (zie bladzijde 70).
Nederlands
43 Nl
LUISTEREN NAAR SURROUNDWEERGAVE
Gebruiken van het Virtual CINEMA
DSP
Virtual CINEMA DSP stelt u in staat te profiteren van de
CINEMA DSP programma’s zonder surroundluidsprekers. Dit programma maakt virtuele luidsprekers
om het oorspronkelijke geluidsveld te reproduceren.
Als u “SUR. L/R SP” op “NONE” (zie bladzijde 70)
instelt, zal Virtual CINEMA DSP automatisch worden
ingeschakeld wanneer u een CINEMA DSP
geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 58).
Opmerking
In de volgende gevallen zal Virtual CINEMA DSP niet in
werking treden, ook al staat “SUR. L/R SP” op “NONE”
(zie bladzijde 70):
– wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH
INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron
(zie bladzijde 38).
– wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit.
– wanneer de “DIRECT STEREO” (zie bladzijde 39), “2ch
Stereo” (zie bladzijde 39) of “STRAIGHT” functie
(zie bladzijde 39) is geselecteerd.
44 Nl
OPNEMEN
OPNEMEN
Opname-instellingen en andere handelingen dienen te worden verricht op de opname-apparatuur. Raadpleeg eventueel de
handleidingen van de betreffende componenten.
LET OP
Het DTS signaal bestaat uit een digitale bitstroom. Als u probeert digitale opnamen te maken van de
DTS bitstroom, zal er slechts ruis worden opgenomen. Als u dit toestel wilt gebruiken om DTS
materiaal op te nemen, moet u een aantal dingen in gedachten houden en dient u de volgende
instellingen te verrichten. Om DTS gecodeerde DVD’s en CD’s (bij gebruik van een digitale
audioverbinding) af te kunnen spelen op een speler die geschikt is voor DTS, dient u de handleiding
van de speler te volgen en deze zo in te stellen dat de speler een analoog signaal produceert.
Opmerkingen
BASISBEDIENING
• Wanneer dit toestel uit (standby) staat, kunt u niet opnemen tussen op dit toestel aangesloten componenten.
• De TONE CONTROL instellingen (zie bladzijde 33), het ingestelde VOLUME, de luidsprekerniveaus (zie bladzijde 71) en de
geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 58) hebben geen invloed op het opgenomen materiaal.
• Er kunnen geen opnamen gemaakt worden van een signaalbron die is aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen van dit toestel.
• S-video en composiet videosignalen worden gescheiden verwerkt door dit toestel. Daarom kunt u bij het opnemen of kopiëren van
videosignalen van een videobron die alleen is aangesloten op een S-video aansluiting (of alleen op een composiet video-aansluiting)
alleen een S-videosignaal (of alleen een composiet videosignaal) opnemen met uw videorecorder.
• Digitale signalen die binnenkomen via de DIGITAL INPUT aansluitingen worden niet ten behoeve van uw opnamen gereproduceerd
via de analoge AUDIO OUT (REC) aansluitingen. Op dezelfde manier worden analoge signalen die binnenkomen via de AUDIO IN
aansluitingen niet gereproduceerd via de DIGITAL OUTPUT aansluiting. Als uw signaalbron alleen digitaal (of alleen analoog) is
aangesloten, kunt u dus ook alleen maar digitale (of alleen analoge) signalen daarvan opnemen.
• Een bepaalde signaalbron wordt niet gereproduceerd via hetzelfde OUT (REC) kanaal.
• Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in het gebied waar u zich bevindt voor u opnamen gaat maken van CD’s,
radio enz. Opnemen van auteursrechtelijk beschermd materiaal kan inbreuk maken op de op het materiaal rustende rechten.
• Audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting kunnen via de analoge AUDIO OUT (REC) uitgangsaansluitingen worden
weergegeven en opgenomen.
y
Maak een test-opname voor u aan de echte opname begint.
Als u videomateriaal weergeeft met gescramblede (verhaspelde) of gecodeerde signalen die moeten voorkomen dat
het materiaal gekopieerd wordt, is het mogelijk dat deze signalen de weergave zelf storen.
VOLUME
ZONE 2
ON/OFF
ZONE
CONTROL
1
Zet alle aangesloten componenten aan.
2
Gebruik INPUT op het voorpaneel (of druk op
één van de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) om de signaalbron
waarvan u wilt opnemen te selecteren.
MASTER
PRESET/TUNING
FM/AM
l PRESET/TUNING h
A/B/C/D/E
EDIT
ON
NEXT
MEMORY
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
OFF
PROGRAM
INPUT
MAIN ZONE
PHONES
SPEAKERS
A
B
STRAIGHT
TONE CONTROL
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
VIDEO AUX
ON/OFF
VIDEO
L
AUDIO
USB
R
EFFECT
SILENT CINEMA
MD
SLEEP
INPUT
CD-R
CD
2
CODE SET
POWER
TV
AV
STANDBY
POWER
MD
CD
2
V-AUX
CD-R
DTV
DTV
TUNER
USB
DVR
NET
SLEEP
Voorpaneel
MULTI CH IN
CBL
DVD
DOCK
DVD
DOCK
TRANSMIT
POWER
MULTI CH IN
CBL
of
Afstandsbediening
TUNER
USB
DVR
NET
TV VOL
TV CH
VOLUME
AMP
SOURCE
3
Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
4
Start de opname op de opnemende component.
TV
45 Nl
Nederlands
V-AUX
FM/AM AFSTEMMEN
FM/AM AFSTEMMEN
Er zijn twee manieren om af te stemmen op een zender: automatisch en handmatig. Automatisch afstemmen gaat goed
wanneer u sterke signalen ontvangt en er weinig storing is. Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te
zwak is, moet u er met de hand op afstemmen. U kunt ook maximaal 40 zenders (A1 t/m E8: 8 voorkeuzezenders in 5
groepen) automatisch of met de hand voorprogrammeren. U kunt voorgeprogrammeerde zenders gemakkelijk weer
oproepen en indien gewenst twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen.
Opmerking
Stel de aangesloten FM en AM antennes zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt.
Automatisch afstemmen
3
Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke
signalen ontvangt en er weinig storing is.
Druk op TUNING MODE (AUTO/MAN’L) zodat
de AUTO indicator op het display oplicht.
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
VOLUME
ZONE 2
ON/OFF
ZONE
CONTROL
MASTER
PRESET/TUNING
FM/AM
EDIT
ON
A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
NEXT
LEVEL
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
TUNING MODE
NET
USB
AUTO/MAN'L
OFF
PROGRAM
PHONES
SPEAKERS
A
B
STRAIGHT
DVR
V-AUX
DTV/CBL
DVD
TONE CONTROL
INPUT MODE
VIDEO
ON/OFF
L
AUDIO
VOLUME
dB
USB
R
A
EFFECT
SILENT CINEMA
AM 1440 kHz
Geen dubbele punt (:)
1
CD
AUTO TUNED
SP
A
MULTI CH
INPUT
VIDEO AUX
3 2
MD/CD-R pTUNER
INPUT
MAIN ZONE
4
1
3
L
R
Licht op
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
kunt u niet afstemmen. Druk op PRESET/TUNING
om de dubbele punt (:) uit te schakelen.
Verdraai INPUT en selecteer “TUNER” (radio)
als signaalbron.
PRESET/TUNING
EDIT
INPUT
4
Voorpaneel
2
Druk op FM/AM om de radioband te kiezen.
“FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
FM/AM
FM
of
AM
Druk één keer op PRESET/TUNING l / h om
het automatisch afstemmen te laten
beginnen.
Wanneer het toestel is afgestemd op een zender, zal
de TUNED indicator oplichten en zal de frequentie
waarop is afgestemd worden getoond op het display.
• Druk op h om af te stemmen op een hogere
frequentie.
• Druk op l om af te stemmen op een lagere
frequentie.
l PRESET/TUNING h
LEVEL
NET
USB
DVR
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R pTUNER
CD
AUTO TUNED
VOLUME
SP
A
A
dB
AM 1530 kHz
Licht op
46 Nl
L
R
FM/AM AFSTEMMEN
Handmatig afstemmen
3
Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te
zwak is, moet u er met de hand op afstemmen.
Druk op TUNING MODE (AUTO/MAN’L) zodat
de AUTO indicator van het display verdwijnt.
TUNING MODE
Opmerking
AUTO/MAN'L
Handmatig afstemmen op een FM zender zal automatisch de
ontvangst naar mono overschakelen om de kwaliteit van de
ontvangst te verbeteren.
NET
USB
DVR
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R pTUNER
CD
TUNED
VOLUME
SP
A
A
dB
AM 1440 kHz
L
R
VOLUME
ZONE 2
ON/OFF
Geen dubbele punt (:)
ZONE
CONTROL
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
kunt u niet afstemmen. Druk op PRESET/TUNING
om de dubbele punt (:) uit te schakelen.
MASTER
PRESET/TUNING
FM/AM
EDIT
ON
A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
NEXT
MEMORY
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
OFF
PROGRAM
INPUT
MAIN ZONE
PHONES
SPEAKERS
A
B
STRAIGHT
TONE CONTROL
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
VIDEO AUX
ON/OFF
VIDEO
L
AUDIO
USB
R
EFFECT
SILENT CINEMA
1
4
1
3
EDIT
Verdraai INPUT en selecteer “TUNER” (radio)
als signaalbron.
INPUT
4
Druk op PRESET/TUNING l / h om met de
hand af te stemmen op de gewenste zender.
Houd de toets ingedrukt om de frequentie doorlopend
te laten veranderen.
BASISBEDIENING
PRESET/TUNING
3 2
l PRESET/TUNING h
LEVEL
Voorpaneel
2
Druk op FM/AM om de radioband te kiezen.
“FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
FM/AM
FM
of
AM
Nederlands
47 Nl
FM/AM AFSTEMMEN
Automatisch voorprogrammeren
U kunt maximaal 40 zenders (A1 t/m E8: 8
voorkeuzezenders in 5 groepen) automatisch of met de
hand voorprogrammeren. U kunt vervolgens gemakkelijk
via de bijbehorende voorkeuzenummers afstemmen op de
voorgeprogrammeerde zenders.
3
Houd MEMORY (MAN’L/AUTO FM) tenminste
3 seconden ingedrukt.
Het voorkeuzenummer alsook de MEMORY en
AUTO indicators gaan knipperen. Na ongeveer 5
seconden zal het automatisch voorprogrammeren
beginnen vanaf de huidige frequentie naar hogere
frequenties.
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
VOLUME
ZONE 2
ON/OFF
ZONE
CONTROL
Knippert
MASTER
PRESET/TUNING
FM/AM
EDIT
ON
A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
MEMORY
TUNING MODE
NEXT
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
OFF
PROGRAM
INPUT
MAIN ZONE
PHONES
SPEAKERS
A
B
STRAIGHT
TONE CONTROL
INPUT MODE
NET
USB
MULTI CH
INPUT
VIDEO AUX
VIDEO
ON/OFF
L
AUDIO
USB
R
EFFECT
DVR
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R pTUNER
AUTO TUNED
CD
MEMORY
A1:FM 87.50MHz
2
1
VOLUME
SP
A
SILENT CINEMA
13
Verdraai INPUT en selecteer “TUNER” (radio)
als signaalbron.
dB
L
R
Knippert
Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is,
zal de frequentie voor de laatst
voorgeprogrammeerde zender op het display getoond
worden.
y
INPUT
U kunt het voorkeuzenummer opgeven waar u het toestel
wilt laten beginnen met het opslaan van FM zenders en/of
vanwaar het afstemmen naar lagere frequenties zal
beginnen. Zie voor details “Mogelijkheden automatisch
voorprogrammeren” op bladzijde 49.
Voorpaneel
Opmerkingen
2
Druk op FM/AM en selecteer “FM” als de
radioband.
“FM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
FM/AM
FM
48 Nl
• Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder
een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een
andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
• Als er niet meer dan 40 (E8) zenders ontvangen kunnen
worden, zal het automatisch voorprogrammeren stoppen
nadat alle beschikbare zenders zijn opgeslagen.
• Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst
worden opgeslagen bij het automatisch
voorprogrammeren. Als u een zwakkere zender wilt
opslaan, dient u hierop met de hand af te stemmen zoals
beschreven onder “Handmatig voorprogrammeren” op
bladzijde 49.
FM/AM AFSTEMMEN
■ Mogelijkheden automatisch
voorprogrammeren
Handmatig voorprogrammeren
U kunt het voorkeuzenummer opgeven waar u het toestel
wilt laten beginnen met het opslaan van FM zenders en/of
vanwaar het afstemmen naar lagere frequenties zal
beginnen.
U kunt ook met de hand maximaal 40 zenders (A1 t/m E8:
8 zenders in 5 groepen) voorprogrammeren.
Opmerking
VOLUME
ZONE 2
ON/OFF
Voer eerst de stappen 1 t/m 3 onder “Automatisch
voorprogrammeren” op bladzijde 48 uit.
MASTER
PRESET/TUNING
FM/AM
• Druk op A/B/C/D/E en vervolgens op
PRESET/TUNING l / h om het
voorkeuzenummer te selecteren waaronder de
eerste zender zal worden opgeslagen.
Het automatisch voorprogrammeren stopt wanneer
voorkeuzenummer E8 bereikt is.
NEXT
LEVEL
l PRESET/TUNING h
EDIT
LEVEL
LEVEL
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
PROGRAM
PHONES
SPEAKERS
A
B
STRAIGHT
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
INPUT
TONE CONTROL
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
VIDEO AUX
VIDEO
ON/OFF
L
AUDIO
USB
R
EFFECT
SILENT CINEMA
3 4
1
• Druk op PRESET/TUNING zodat de dubbele
punt (:) verdwijnt van het display op het
voorpaneel en druk vervolgens op
PRESET/TUNING l om af te stemmen naar
lagere frequenties.
PRESET/TUNING
NEXT
OFF
MAIN ZONE
2,5
Stem automatisch of met de hand af op een zender.
Zie de bladzijden 46 en 47 voor aanwijzingen over
hoe u moet afstemmen op een zender.
NET
USB
DVR
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R pTUNER
CD
VOLUME
TUNED
SP
A
A
dB
AM
630 kHz
L
R
Wanneer het toestel is afgestemd op een zender zal de
bijbehorende frequentie op het display op het
voorpaneel getoond worden.
2
BASISBEDIENING
l PRESET/TUNING h
l PRESET/TUNING h
A/B/C/D/E
EDIT
ON
A/B/C/D/E
ZONE
CONTROL
Druk op MEMORY (MAN’L/AUTO FM).
De MEMORY indicator knippert ongeveer 5
seconden lang op het display op het voorpaneel.
MEMORY
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
Knippert
3
Druk, terwijl de MEMORY indicator knippert,
net zo vaak op A/B/C/D/E tot u de gewenste
voorkeuzegroep (A t/m E) heeft geselecteerd.
De letter van de geselecteerde groep zal nu
verschijnen. Controleer of de dubbele punt (:)
inderdaad verschijnt op het display.
A/B/C/D/E
NEXT
Knippert
DVR
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R pTUNER
TUNED
CD
MEMORY
VOLUME
SP
A
C :AM
dB
630 kHz
L
R
Voorkeuzegroep Dubbele punt (:)
49 Nl
Nederlands
NET
USB
FM/AM AFSTEMMEN
4
Druk op PRESET/TUNING l / h om het
gewenste voorkeuzenummer (1 t/m 8) te
selecteren terwijl de MEMORY indicator nog
aan het knipperen is.
• Druk op h om een hoger voorkeuzenummer te
selecteren.
• Druk op l om een lager voorkeuzenummer te
selecteren.
Selecteren van voorkeuzezenders
U kunt op de gewenste zender afstemmen door
eenvoudigweg het voorkeuzenummer waaronder die
zender is opgeslagen te selecteren.
VOLUME
ZONE 2
ON/OFF
ZONE
CONTROL
MASTER
l PRESET/TUNING h
PRESET/TUNING
FM/AM
l PRESET/TUNING h
A/B/C/D/E
EDIT
ON
NEXT
LEVEL
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
OFF
PROGRAM
INPUT
MAIN ZONE
PHONES
SPEAKERS
A
B
STRAIGHT
TONE CONTROL
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
VIDEO AUX
LEVEL
VIDEO
ON/OFF
L
AUDIO
USB
R
EFFECT
SILENT CINEMA
Knippert
NET
USB
DVR
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R pTUNER
TUNED
1 2
CD
MEMORY
VOLUME
SP
A
dB
C3:AM
630 kHz
L
R
STEREO
Voorkeuzenummer
MUSIC
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
DIRECT ST.
5
6
7
8
SPEAKERS
ENHANCER
NIGHT
STRAIGHT
9
0
10
ENT.
EFFECT
PRESET/CH
LEVEL
5
Druk op MEMORY (MAN’L/AUTO FM) terwijl
de MEMORY indicator knippert.
De radioband en de frequentie voor deze zender
verschijnen op het display, samen met de door u
geselecteerde voorkeuzegroep en het
voorkeuzenummer. De MEMORY indicator zal van
het display op het voorpaneel verdwijnen.
SET MENU
TITLE
MENU
BAND
SRCH MODE
1
ENTER
A/B/C/D/E
RETURN
DISPLAY
DAB MEMORY
ON SCREEN
2
REC
y
Wanneer u de afstandsbediening gebruikt, dient u de componentkeuzeschakelaar op SOURCE te zetten en vervolgens op TUNER
te drukken om de “TUNER” (radio) als signaalbron te selecteren.
MEMORY
1
MAN'L/AUTO FM
NET
USB
DVR
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R pTUNER
CD
TUNED
VOLUME
SP
A
C3:AM
dB
630 kHz
L
R
Druk op A/B/C/D/E op het voorpaneel
(of A/B/C/D/E op de afstandsbediening) om
de gewenste voorkeuzegroep (A t/m E) te
selecteren.
De letter van de voorkeuzegroep verschijnt op het
display op het voorpaneel en verandert met elke druk
op de toets.
De getoonde zender is opgeslagen als C3.
6
PRESET/CH
A/B/C/D/E
Herhaal de stappen 1 t/m 5 om andere
zenders op te slaan.
Opmerkingen
• Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder
een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een
andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
• De soort ontvangst (stereo of mono) wordt samen met de
frequentie van de zender opgeslagen.
50 Nl
of
ENTER
NEXT
A/B/C/D/E
Voorpaneel
Afstandsbediening
FM/AM AFSTEMMEN
2
Druk op PRESET/TUNING l / h op het
voorpaneel (of PRESET/CH u / d op de
afstandsbediening) om het gewenste
voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren.
De voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer
verschijnen op het display op het voorpaneel, samen
met de radioband en de frequentie.
Omwisselen van voorkeuzezenders
U kunt twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen.
In het voorbeeld hieronder ziet u hoe u voorkeuzezender
“E1” van plaats kunt laten wisselen met “A5”.
PRESET/CH
VOLUME
ZONE 2
ON/OFF
ZONE
CONTROL
MASTER
PRESET/TUNING
l PRESET/TUNING h
FM/AM
EDIT
ON
A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
NEXT
LEVEL
PROGRAM
of
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
OFF
INPUT
MAIN ZONE
ENTER
PHONES
SPEAKERS
A
B
STRAIGHT
TONE CONTROL
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
VIDEO AUX
ON/OFF
LEVEL
DVR
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R pTUNER
2,4
E1:FM 87.50MHz
1,3
Selecteer voorkeuzezender “E1” met
A/B/C/D/E en PRESET/TUNING l / h.
Zie “Selecteren van voorkeuzezenders” op
bladzijde 50.
2
Houd EDIT tenminste 3 seconden ingedrukt.
De “E1” en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
VOLUME
dB
L
USB
R
1
CD
TUNED
SP
A
AUDIO
R
BASISBEDIENING
NET
USB
L
SILENT CINEMA
Afstandsbediening
Voorpaneel
VIDEO
EFFECT
A/B/C/D/E
PRESET/TUNING
EDIT
Knippert
NET
USB
DVR
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R pTUNER
TUNED
CD
MEMORY
VOLUME
SP
A
E1:FM 87.50MHz
dB
L
R
Knippert
Nederlands
51 Nl
FM/AM AFSTEMMEN
3
Selecteer voorkeuzezender “A5” met
A/B/C/D/E en PRESET/TUNING l / h.
De “A5” en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
Zie “Selecteren van voorkeuzezenders” op
bladzijde 50.
A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
NEXT
LEVEL
Knippert
NET
USB
DVR
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R pTUNER
TUNED
CD
MEMORY
VOLUME
SP
A
dB
A5:FM 90.60MHz
L
R
Knippert
4
Druk nog eens op EDIT.
“EDIT E1–A5” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen wanneer de twee voorkeuzezenders van
plaats wisselen.
PRESET/TUNING
EDIT
NET
USB
DVR
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R pTUNER
TUNED
CD
VOLUME
SP
A
EDIT
52 Nl
dB
E1-A5
L
R
AFSTEMMEN OP RADIO DATA SYSTEEM ZENDERS (ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA)
AFSTEMMEN OP RADIO DATA SYSTEEM ZENDERS
(ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA)
Het Radio Data Systeem (alleen modellen voor Europa) is een systeem voor gegevensoverdracht dat door FM zenders in
een groot aantal landen worden gebruikt. De Radio Data Systeem functies worden verzorgd door zenders in een netwerk.
Dit toestel is geschikt voor verschillende soorten Radio Data Systeem gegevens, zoals PS (Programma Service naam),
PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst), CT (Klok-tijd), EON (Enhanced Other Networks; Verbeterde service andere
netwerken) wanneer er wordt afgestemd op Radio Data Systeem zenders.
Selecteren van een Radio Data
Systeem programma
Met deze functie kunt u één van de 15 Radio Data
Systeem programmatypes selecteren en het toestel onder
alle beschikbare voorkeuzezenders laten zoeken naar
programma’s van het gewenste type.
9
0
3
Druk op PRESET/CH u / d op de
afstandsbediening om het gewenste
programmatype te selecteren.
De naam van het geselecteerde programmatype zal
verschijnen op het display op het voorpaneel.
PRESET/CH
ENT.
10
EFFECT
POWER
TRANSMIT
POWER
PRESET/CH
STANDBY
POWER
LEVEL
SET MENU
TITLE
MENU
SRCH MODE
BAND
TV
AV
ENTER
MD
1
CD
SLEEP
CD-R
RETURN
MULTI CH IN
V-AUX
TUNER
ON SCREEN
REC
USB
DVR
A/B/C/D/E
DISPLAY
DAB MEMORY
DTV
POP M
ENTER
A/B/C/D/E
CBL
DVD
DOCK
3
BASISBEDIENING
CODE SET
NET
AMP
2
AUDIO
PC/MCX
FREQ/TEXT
NET RADIO
MODE
USB
PTY SEEK START
Licht op
4
EON
SOURCE
TV VOL
TV CH
VOLUME
Programmatype
TV
1
Druk op TUNER op de afstandsbediening en
selecteer “TUNER” als signaalbron.
TUNER
2
Druk op PTY SEEK MODE op de
afstandsbediening om dit toestel in de PTY
SEEK functie te zetten.
De naam van het geselecteerde programmatype of
“NEWS” zal gaan knipperen op het display op het
voorpaneel.
NEWS
MODE
Beschrijving
NEWS
Nieuws
AFFAIRS
Actualiteiten
INFO
Algemene informatie
SPORT
Sport
EDUCATE
Educatief
DRAMA
Theater
CULTURE
Cultuur
SCIENCE
Wetenschap
VARIED
Licht amusement
POP M
Populaire muziek
ROCK M
Rock muziek
M.O.R. M
Middle-of-the-road muziek
(easy-listening)
LIGHT M
Licht klassiek
CLASSICS
Klassiek
OTHER M
Overige muziek
PTY SEEK START
Knippert
y
Om de PTY SEEK functie te annuleren, dient u nog eens op
PTY SEEK MODE op de afstandsbediening te drukken.
Nederlands
53 Nl
AFSTEMMEN OP RADIO DATA SYSTEEM ZENDERS (ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA)
4
Druk op PTY SEEK START op de
afstandsbediening om alle
voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem
zenders af te zoeken.
Het geselecteerde programmatype blijft knipperen op
het display op het voorpaneel en de PTY HOLD
indicator licht op terwijl het toestel naar een
geschikte zender zoekt.
MODE
POP M
PTY SEEK START
Gebruiken van het Radio Data
Systeem netwerk
Deze functie stelt u in staat te profiteren van de EON
(Enhanced Other Networks) gegevensservice van het
Radio Data Systeem netwerk. Wanneer u één van de 4
Radio Data Systeem programmatypes (NEWS, AFFAIRS,
INFO of SPORT) heeft geselecteerd, zal dit toestel
automatisch een bepaalde tijd lang alle beschikbare
voorkeuzezenders afzoeken die EON gegevens uitzenden
naar een programma van het geselecteerde type. Wanneer
de geplande EON service begint, zal dit toestel
automatisch overschakelen naar de lokale zender die de
EON gegevens uitzendt en vervolgens terugschakelen naar
de landelijke zender wanneer de EON gegevens
ophouden.
PTY HOLD
Opmerkingen
Knippert
Licht op
y
Om het zoeken naar geschikte zenders te annuleren, dient u
nog eens op PTY SEEK START op de afstandsbediening te
drukken.
• U kunt deze functie alleen gebruiken wanneer de EON
gegevensservice beschikbaar is.
• De EON indicator zal alleen oplichten op het display op het
voorpaneel wanneer de EON gegevensservice ontvangen wordt
van een Radio Data Systeem zender.
9
0
ENT.
10
EFFECT
CODE SET
TRANSMIT
PRESET/CH
SET MENU
LEVEL
POWER
• Het toestel stopt met zoeken zodra er een zender gevonden
wordt die een programma van het geselecteerde type
uitzendt.
• Als u niet tevreden bent met de gevonden zender, kunt u
nog eens op PTY SEEK START drukken om te zoeken
naar een andere zender met een programma van het
gewenste type.
POWER
STANDBY
TITLE
POWER
MENU
SRCH MODE
BAND
Opmerkingen
TV
AV
ENTER
MD
1
CD
SLEEP
A/B/C/D/E
CD-R
MULTI CH IN
CBL
DVD
DTV
DOCK
V-AUX
TUNER
RETURN
DISPLAY
DAB MEMORY
ON SCREEN
REC
USB
DVR
AUDIO
PC/MCX
NET
AMP
FREQ/TEXT
NET RADIO
MODE
USB
PTY SEEK START
EON
3
SOURCE
TV VOL
TV CH
VOLUME
TV
1
Druk op TUNER op de afstandsbediening en
selecteer “TUNER” als signaalbron.
TUNER
2
54 Nl
Controleer of de EON indicator brandt op het
display op het voorpaneel.
Als de EON indicator niet oplicht op het display,
dient u af te stemmen op een ander Radio Data
Systeem programma waarbij de EON indicator wel
gaat branden.
AFSTEMMEN OP RADIO DATA SYSTEEM ZENDERS (ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA)
3
Druk herhaaldelijk op EON op de
afstandsbediening om het gewenste
programmatype (NEWS, AFFAIRS, INFO of
SPORT) te selecteren.
De naam van het geselecteerde programmatype zal
verschijnen op het display op het voorpaneel.
NEWS
Tonen van Radio Data Systeem
informatie
Gebruik deze functie om de 4 types Radio Data Systeem
informatie weer te laten geven: PS (Programmaservice),
PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst) en CT (Klok
Tijd). De corresponderende indicators zullen oplichten op
het display op het voorpaneel.
Opmerkingen
EON
Licht op
y
Om de EON functie te annuleren dient u net zo vaak op
EON op de afstandsbediening te drukken tot de naam van
het programmatype verdwijnt en de malding “EON OFF”
verschijnt op het display op het voorpaneel.
9
0
BASISBEDIENING
• U kunt deze Radio Data Systeem functies alleen selecteren
wanneer de corresponderende indicators oplichten op het
display op het voorpaneel. Het kan even duren voor dit toestel
alle Radio Data Systeem gegevens heeft ontvangen van de
zender in kwestie.
• U kunt alleen de door de zender aangeboden Radio Data
Systeem functies selecteren.
• Als de signalen niet goed genoeg kunnen worden ontvangen, is
het mogelijk dat dit toestel geen gebruik kan maken van de
Radio Data Systeem gegevens. De “RT” functie in het bijzonder
vergt een grote hoeveelheid gegevens en het is daarom mogelijk
dat deze functie niet beschikbaar is zelfs wanneer de andere
Radio Data Systeem functies wel beschikbaar zijn.
• Bij slechte ontvangst kunt u op TUNING MODE (AUTO/
MAN’L) op het voorpaneel drukken zodat de AUTO indicator
verdwijnt van het display op het voorpaneel.
• Als het signaal externe storing ondervindt terwijl dit toestel de
Radio Data Systeem gegevens aan het ontvangen is, kan de
ontvangst onverwacht onderbroken worden en kan de melding
“...WAIT” verschijnen op het display op het voorpaneel.
• Wanneer de “RT” functie wordt geselecteerd, kan dit toestel
maximaal 64 alfanumerieke tekens, inclusief het trema, aan
programmagegevens op het display tonen. Tekens die niet
kunnen worden weergegeven worden vervangen door een “_”
(onderstreping).
• Als de ontvangst wordt onderbroken wanneer de “CT” functie is
geselecteerd, zal “CT WAIT” verschijnen op het display op het
voorpaneel.
ENT.
10
EFFECT
CODE SET
POWER
TRANSMIT
POWER
PRESET/CH
STANDBY
POWER
LEVEL
SET MENU
TITLE
MENU
SRCH MODE
BAND
TV
AV
ENTER
MD
1
CD
SLEEP
A/B/C/D/E
CD-R
RETURN
MULTI CH IN
CBL
DISPLAY
DAB MEMORY
DVD
DTV
DOCK
TUNER
ON SCREEN
REC
USB
V-AUX
DVR
NET
TV VOL
TV CH
VOLUME
AUDIO
AMP
2
PC/MCX
FREQ/TEXT
NET RADIO
MODE
USB
PTY SEEK START
EON
SOURCE
TV
1
Druk op TUNER op de afstandsbediening en
selecteer “TUNER” als signaalbron.
TUNER
Nederlands
55 Nl
AFSTEMMEN OP RADIO DATA SYSTEEM ZENDERS (ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA)
2
Druk herhaaldelijk op FREQ/TEXT op de
afstandsbediening om de gewenste Radio
Data Systeem weergavefunctie te selecteren.
FREQ/TEXT
PS
PTY
RT
CT
Frequentiedisplay
• Selecteer “PS” om de naam van het ontvangen
Radio Data Systeem programma weer te laten
geven.
• Selecteer “PTY” om het type van het ontvangen
Radio Data Systeem programma weer te laten
geven.
• Selecteer “RT” om eventuele tekstgegevens voor
het ontvangen Radio Data Systeem programma
weer te laten geven.
• Selecteer “CT” om de tijd op dit moment weer te
laten geven.
56 Nl
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Wat het meeste bijdraagt aan de rijke, volle tonen van een live voorstelling, zijn de ingewikkelde weerkaatsingen via de
wanden van de ruimte. Naast het feit dat deze weerkaatsingen het geluid verlevendigen, vertellen ze ons ook waar de
muzikanten zich bevinden, hoe groot de ruimte is waar we in zitten en welke vorm deze heeft.
■ Onderdelen van een geluidsveld
Naast de door de muzikanten geproduceerde geluiden die onze oren direct bereiken zijn er twee verschillende soorten
weerkaatsingen die samen onze waarneming van het geluid bepalen.
Vroege weerkaatsingen
Deze reflecties bereiken onze oren zeer snel (50 ms tot 100 ms na het directe geluid) en zijn slechts door één enkel
oppervlak weerkaatst (bijvoorbeeld door het plafond of een muur). Deze vroege weerkaatsingen maken het direct
waargenomen geluid voor ons helderder.
Natrillingen
Deze worden veroorzaakt door weerkaatsingen via meer dan één oppervlak (bijvoorbeeld via de muren en het plafond)
en zijn zo talrijk dat ze samensmelten tot een bijna doorlopende nagalm. Deze natrillingen zijn niet richtinggevoelig en
maken het directe geluid in onze waarneming minder helder.
Het directe geluid, de vroege weerkaatsingen en de natrillingen samen helpen ons bij het bepalen van onze indruk van de
grootte en de vorm van de ruimte en het is deze informatie die door de digitale geluidsveld processor wordt
gereproduceerd bij het samenstellen van het geluidsveld.
Als u in de kamer waar u altijd naar uw muziek luistert de juiste vroege weerkaatsingen en natrillingen zou kunnen
maken, zou u uw eigen akoestische luisterparadijs kunnen bouwen. U zou de akoestiek van uw kamer kunnen veranderen
in die van een concertzaal, een dansvloer of in die van vrijwel elke ruimte die u zich zou kunnen indenken. Deze kunst
om zelf geluidsvelden samen te stellen is precies wat YAMAHA nu heeft bereikt met de digitale geluidsveld processor.
Opmerkingen
• Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet alleen op basis van de naam van het programma.
• Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte
geluidsveldprogramma instellen.
• Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden geselecteerd wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT
aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 38).
• Signalen met een hogere bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz (met uitzondering van DTS 96/24 signalen) zullen worden
teruggebracht tot 48 kHz, waarna er geluidsveldprogramma’s op kunnen worden toegepast.
■ Bediening via het voorpaneel
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Selecteren van geluidsveldprogramma’s
■ Afstandsbediening
AMP
AMP
SOURCE
TV VOL
TV CH
VOLUME
TV
VOLUME
ZONE 2
ON/OFF
ZONE
CONTROL
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
MEMORY
TUNING MODE
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
NEXT
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
DIRECT ST.
MASTER
PRESET/TUNING
FM/AM
EDIT
ON
MOVIE
OFF
PROGRAM
INPUT
MAIN ZONE
PHONES
SPEAKERS
A
B
STRAIGHT
TONE CONTROL
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
VIDEO AUX
VIDEO
ON/OFF
L
AUDIO
USB
R
5
6
7
8
SPEAKERS
ENHANCER
NIGHT
STRAIGHT
9
0
Toetsen voor de
geluidsveldprogramma’s
EFFECT
SILENT CINEMA
10
ENT.
EFFECT
PRESET/CH
PROGRAM keuzeknop
57 Nl
Nederlands
Verdraai PROGRAM op het voorpaneel.
De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal
verschijnen op het display op het voorpaneel en op het inbeeld display.
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP en
druk vervolgens op één van de
geluidsveldprogrammatoetsen op de
afstandsbediening.
De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal
verschijnen op het display op het voorpaneel en op het inbeeld display.
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s
Dit toestel is uitgerust met diverse zeer precieze digitale decoders waarmee u kunt profiteren van multikanaals weergave
van vrijwel elke stereo of multikanaals geluidsbron. Dit toestel is tevens voorzien van een YAMAHA digitale
geluidsveldprogramma (DSP) processor met een aantal geluidsveldprogramma’s waarmee u uw luister-ervaring een extra
dimensie kunt geven.
y
De YAMAHA CINEMA DSP functies zijn geheel compatibel met alle Dolby Digital, DTS en Dolby Surround bronnen. Zet “INPUT
MODE” op “AUTO” (zie bladzijde 35) zodat dit toestel automatisch kan overschakelen naar de juiste digitale decoder voor het
binnenkomende ingangssignaal.
Opmerkingen
• De DSP geluidsveldprogramma’s van dit toestel zijn natuurgetrouwe reproducties van echte akoestische omgevingen, samengesteld
aan de hand van exacte metingen verricht in de betreffende ruimtes, concertzalen, bioscopen enz., zelf. Op deze manier kunt u de
variaties waarnemen in de weerkaatsingen van voren, achteren, links en rechts.
• Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet alleen op basis van de naam van het programma.
■ Voor film/video bronnen
U kunt kiezen uit de volgende geluidsvelden wanneer u film- of videomateriaal afspeelt. De met “MULTI” aangeduide
geluidsvelden kunnen worden gebruikt met multikanaals signaalbronnen, zoals DVD, digitale TV enz. De met “2-CH”
aangeduide kunnen worden gebruikt met 2-kanaals (stereo) bronnen zoals TV programma’s, videobanden enz.
y
Verdraai PROGRAM op het voorpaneel (of zet de component-keuzeschakelaar op AMP en druk dan op één van de
geluidsveldprogrammatoetsen op de afstandsbediening) om het gewenste geluidsveldprogramma te selecteren (zie bladzijde 57).
Toets
afstandsbediening
Geluidsveldprogramma
Kenmerken
1
STEREO
2ch Stereo
Brengt multikanaals materiaal terug tot 2 kanalen of geeft 2-kanaals materiaal
onveranderd weer.
2
MUSIC
Pop/Rock
CINEMA DSP verwerking. Dit programma creëert een enthousiaste atmosfeer
waarin u zich middenin een echt jazz of rock concert kunt wanen.
ENTERTAINMENT
TV Sports
CINEMA DSP verwerking. Dit programma reproduceert de geluidsomgeving
van een grote concertzaal met behulp van het surround geluidsveld om de
weergave van allerlei TV programma’s, zoals nieuws, licht amusement,
muziekprogramma’s of sportprogramma’s, te verbeteren.
ENTERTAINMENT
Mono Movie
CINEMA DSP verwerking. Dit programma reproduceert mono videobronnen
(zoals oude films) met een optimaal natrillingsniveau om het geluid meer diepte
te geven, alleen met behulp van het zogenaamde aanwezigheidsgeluidsveld.
ENTERTAINMENT
Game
CINEMA DSP verwerking. Dit programma voegt een diepe en ruimtelijke
dimensie toe aan de geluidsweergave van videospelletjes.
3
58 Nl
Bronnen
MULTI
2-CH
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Toets
afstandsbediening
Geluidsveldprogramma
Kenmerken
MOVIE THEATER
Spectacle
CINEMA DSP verwerking. Dit programma reproduceert tot in de details het
extreem brede geluidsveld van een 70-mm bioscoop, hetgeen zowel de videoals de geluidsweergave ongelofelijk realistisch maakt. Dit is ideaal voor Dolby
Surround, Dolby Digital of DTS gecodeerd videomateriaal; vooral voor groots
opgezette films.
MOVIE THEATER
Sci-Fi
CINEMA DSP verwerking. Dit programma zorgt voor duidelijke weergave van
gesproken tekst en geluidseffecten in een vorm die opgang doet in science
fiction films, zodat er een weidse cinematische ruimte wordt gecreëerd temidden
van de koude stilte. U kunt zo beter genieten van science fiction films in een
virtuele geluidsruimte met Dolby Surround, Dolby Digital of DTS gecodeerd
materiaal dat gebruik maakt van de meest geavanceerde technieken.
MOVIE THEATER
Adventure
CINEMA DSP verwerking. Dit programma reproduceert de geluidsweergave
van de nieuwste 70-mm en multikanaals filmsoundtracks zoals weergegeven in
de nieuwste bioscopen, waarbij de natrillingen van het geluidsveld zelf zoveel
mogelijk worden onderdrukt.
MOVIE THEATER
General
CINEMA DSP verwerking. Dit programma is bedoeld voor de reproductie van
70-mm films en films met multikanaals soundtracks en wordt gekenmerkt door
een zacht en weids geluidsveld.
SUR. STANDARD
Standaard verwerking voor de geselecteerde decoder.
SUR. ENHANCED
Verbeterde verwerking voor de geselecteerde decoder.
4
Bronnen
MULTI
2-CH
5
■ Voor muziekmateriaal
U kunt kiezen uit de volgende geluidsvelden bij weergave van muziek, zoals CD’s, FM/AM uitzendingen, cassettes enz.
y
Toets
afstandsbediening
1
2
3
Geluidsveldprogramma
Kenmerken
STEREO
2ch Stereo
Voor weergave van 2-kanaals bronmateriaal.
STEREO
6ch Stereo
Voor weergave van 2-kanaals bronmateriaal met alle luidsprekers via 6.1
kanalen, waarmee een groter geluidsveld geproduceerd wordt; ideaal voor
achtergrondmuziek bij feesten en partijen enz.
MUSIC
Hall in Vienna
HiFi DSP verwerking. Dit programma reproduceert een klassieke doosvormige
concertzaal met ongeveer 1700 stoelen. De zuilen en ingewikkelde versieringen
zorgen voor zeer complexe reflecties en voor een volle en rijke geluidsweergave.
MUSIC
The Bttm Line
HiFi DSP verwerking. Dit programma reproduceert het geluidsveld vlak voor
het podium in “The Bottom Line”, de befaamde New Yorkse jazz club met 300
zitplaatsen.
MUSIC
The Roxy Thtr
HiFi DSP verwerking. Dit programma reproduceert de dynamische rock-sound
van “The Roxy Theatre”, één van de vetste rock clubs in L.A. De virtuele
luisterplek bevindt zich iets links van het midden van de zaal.
ENTERTAINMENT
Disco
HiFi DSP verwerking. Dit programma bootst de akoestiek na van een
wervelende disco in het hart van een grote stad en geeft een geconcentreerde en
energieke weergave.
SUR. STANDARD
Standaard verwerking voor de geselecteerde decoder.
SUR. ENHANCED
Verbeterde verwerking voor de geselecteerde decoder.
Bronnen
2-CH
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Verdraai PROGRAM op het voorpaneel (of zet de component-keuzeschakelaar op AMP en druk dan op één van de
geluidsveldprogrammatoetsen op de afstandsbediening) om het gewenste geluidsveldprogramma te selecteren (zie bladzijde 57).
MULTI
2-CH
5
Nederlands
59 Nl
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Veranderen van
geluidsveldparameter instellingen
2
U kunt een goede geluidskwaliteit bereiken met de
fabrieksinstellingen. U hoeft deze begininstellingen niet te
veranderen, maar u kunt dat wel doen wanneer u de
weergave beter wilt proberen aan te passen aan de
specifieke omstandigheden in uw kamer.
Zet het beeldscherm aan en druk op de
afstandsbediening op DISPLAY.
Het volgende scherm zal op het in-beeld display
verschijnen.
DISPLAY
ON SCREEN
Opmerkingen
• Gebruik de “PARAM. INI” functie in het “OPTION MENU”
om de parameters voor alle geluidsveldprogrammafs in een
groep terug te zetten op de begininstellingen (zie bladzijde 80).
• Wanneer u een geluidsveldparameter instelt op een andere
waarde dan de fabrieksinstelling, zal er een sterretje (asterisk; *)
bij de parameternaam op het in-beeld display verschijnen.
• U kunt de ingestelde waarden voor geluidsveldparameters niet
veranderen wanneer “MEMORY GUARD” in het “OPTION
MENU” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 79). Als u toch
parameterwaarden wilt wijzigen, dient u “MEMORY GUARD”
op “OFF” in te stellen.
Geluidsveldprogramma categorie
P02
Cursor
MUSIC
.
Pop/Rock
DSP LEVEL;;;;0dB
P.INIT.DLY;;21ms
P.ROOM SIZE;;1.0
S.INIT.DLY;;25ms
S.ROOM SIZE;;1.0
Geluidsveldparameters
Geluidsveldparameter
waarden
y
• Voor details over de functie en het mogelijke instelbereik voor
elk van de geluidsveldparameters, zie bladzijde 61.
• Herhaal de stappen 3 en 4 indien u nog andere parameters voor
dit geluidsveldprogramma wilt veranderen.
• Voor sommige geluidsveldprogrammafs zijn zoveel parameters
beschikbaar dat deze meer dan één scherm van het in-beeld
display beslaan. Druk in een dergelijk geval op u / d om door
de verschillende schermen te balderen.
• Als u j / i ingedrukt houdt bij het wijzigen van de waarde van
een geluidsveldparameter, zal de oorspronkelijke
fabrieksinstelling kort op het display op het voorpaneel worden
getoond.
TV MUTE
CODE SET
STEREO
POWER
TV
AV
STANDBY
POWER
SLEEP
MD
MUSIC
ENTERTAIN
DTV
MOVIE
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
DIRECT ST.
5
6
7
8
MULTI CH IN
SPEAKERS
ENHANCER
NIGHT
STRAIGHT
9
0
10
4
ENT.
TUNER
USB
PRESET/CH
LEVEL
DVR
1
NET
TITLE
SET MENU
MENU
SRCH MODE
BAND
AMP
ENTER
SOURCE
TV VOL
TV CH
A/B/C/D/E
VOLUME
TV
RETURN
DISPLAY
DAB MEMORY
ON SCREEN
REC
4
2
AUDIO
1
MUSIC
ENTERTAIN
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
DIRECT ST.
5
6
7
8
SPEAKERS
ENHANCER
NIGHT
STRAIGHT
9
0
10
MOVIE
ENT.
3
EFFECT
DOCK
V-AUX
STEREO
EFFECT
CD-R
CBL
DVD
MUTE
Druk net zo vaak op één van de toetsen voor
de geluidsveldprogramma’s tot u het
geluidsveldprogramma dat u wilt instellen
geselecteerd heeft.
TRANSMIT
POWER
CD
TV INPUT
3
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP.
Druk op u / d om de gewenste
geluidsveldparameter te selecteren en
vervolgens op j / i om de ingestelde waarde
te veranderen.
• Druk op i om de ingestelde waarde te verhogen.
• Druk op j om de ingestelde waarde te verlagen.
PRESET/CH
AMP
ENTER
SOURCE
A/B/C/D/E
TV
60 Nl
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
■ Beschrijvingen geluidsveldparameters
U kunt de waarden van bepaalde parameters van de digitale geluidsveldprogramma’s wijzigen om de weergave aan te
passen aan de omstandigheden in uw kamer. Niet alle onderstaande parameters gelden voor alle programma’s.
y
Voor details met betrekking tot het veranderen van ingestelde waarden voor geluidsveldparameters, zie bladzijde 60.
Geluidsveldparameter
DSP LEVEL
Kenmerken
DSP niveau. Regelt het niveau van alle DSP effectgeluiden binnen een klein bereik. Afhankelijk
van de akoestiek in uw kamer wilt u mogelijk het DSP effectniveau verhogen of verlagen ten
opzichte van het niveau van de directe weergave.
Instelbereik: –6 dB t/m +3 dB
Aanvankelijke vertraging. Aanwezigheids-, surround- en surround-achter aanvankelijke
vertraging. Wijzigt de schijnbare afstand tot de geluidsbron door het verschil te regelen tussen
het moment dat de luisteraar het directe geluid hoort en wanneer hij of zij de eerste weerkaatsing
daarvan hoort. Hoe kleiner de ingestelde waarde, hoe dichter de geluidsbron zich bij het
weerkaatsende oppervlak lijkt te bevinden. Hoe groter deze waarde, hoe verder weg het lijkt.
Gebruik een kleine waarde voor een kleine kamer. Gebruik een grotere waarde voor een grote
kamer.
Instelbereik: 1 t/m 99 ms (INIT.DLY och P.INIT.DLY)
1 t/m 49 ms (S.INIT.DLY och SB INI.DLY)
Niveau
Niveau
Brongeluid
Vroege
weerkaatsingen
Niveau
INIT.DLY
P.INIT.DLY
S.INIT.DLY
SB INI.DLY
Vertraging
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Tijd
Tijd
Tijd
Vertraging
Vertraging
Geluidsbron
Weerkaatsend
oppervlak
Kleine waarde = 1 ms
Grote waarde = 99 ms
Nederlands
61 Nl
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Geluidsveldparameter
ROOM SIZE
P.ROOM SIZE
S.ROOM SIZE
SB ROOM SIZE
Kenmerken
Kamergrootte. Aanwezigheids-, surround- en surround-achter kamerafmetingen. Deze
parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld. Hoe groter deze
waarde, hoe groter het surround geluidsveld wordt. Omdat geluid keer op keer wordt weerkaatst
in een ruimte, zal de tijd tussen het oorspronkelijk gereflecteerde geluid en elke volgende
weerkaatsing langer worden naarmate de ruimte groter is. Door de tijd tussen de weerkaatsingen
te regelen, kunt u bepalen hoe groot de virtuele ruimte lijkt. Door de waarde van deze parameter
te veranderen van een naar twee, zal de schijnbare lengte van de ruimte verdubbeld worden.
Tijd
Brongeluid
Vroege
weerkaatsingen
Niveau
Niveau
Niveau
Instelbereik: 0,1 t/m 2,0
Tijd
Tijd
Geluidsbron
Kleine waarde = 0,1
LIVENESS
S.LIVENESS
SB LIVENESS
Grote waarde = 2,0
Levendigheid. Surround en surround-achter levendigheid. Deze parameter regelt de reflectiviteit
van de virtuele wanden van de ruimte door de mate waarin de vroege weerkaatsingen in kracht
afnemen te veranderen. De vroege weerkaatsingen van een geluidsbron worden sneller zwakker
in een ruimte met geluidabsorberende wanden dan in een ruimte met wanden die juist veel geluid
weerkaatsen. Een ruimte met geluidabsorberende oppervlakken wordt ook wel akoestisch
“dood” genoemd, terwijl een ruimte met oppervlakken die veel geluid weerkaatsen “levendig”
genoemd wordt. Via deze parameter kunt u de mate waarin de vroege weerkaatsingen
wegsterven en dus de “levendigheid” van de ruimte regelen.
Instelbereik: 0 t/m 10
Brongeluid
Tijd
Weinig weerkaatst
geluid
Kleine waarde = 0
62 Nl
Niveau
Dood
Niveau
Niveau
Levendig
Tijd
Tijd
Veel weerkaatst
geluid
Grote waarde = 10
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Geluidsveldparameter
REV.TIME
Kenmerken
Natriltijd. Deze parameter regelt hoe lang het duurt voordat de dichte natrillingen verzwakt zijn
met 60 dB bij 1 kHz. Hierdoor worden de schijnbare afmetingen van de akoestische omgeving
over een zeer groot bereik veranderd. Stel een lengere natriltijd in voor “dode” bronnen en
luisterplekken en een kortere natriltijd voor “levendige” bronnen en ruimtes.
Instelbereik: 1,0 t/m 5,0 s
Natrillingen
Brongeluid
Vroege
weerkaatsingen
60 dB
REV.TIME
Geluidsbron
60 dB
REV.TIME
60 dB
REV.TIME
Lange
natrillingen
Korte
natrillingen
Kleine waarde = 1,0 s
Grote waarde = 5,0 s
Beginvertraging natrillingen. Deze parameter regelt het tijdverschil tussen het begin van het
directe geluid en het begin van de natrillingen. Hoe groter deze waarde, hoe later de natrillingen
zullen beginnen. Als de natrillingen later beginnen, krijgt u het gevoel dat u zich in een ruimere
akoestische omgeving bevindt.
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Instelbereik: 0 t/m 250 ms
Niveau
REV.DELAY
Natrillingen
Brongeluid
(dB)
60 dB
Natrillingen
Tijd
REV.DELAY
REV.TIME
Nederlands
63 Nl
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Geluidsveldparameter
REV.LEVEL
Kenmerken
Niveau natrillingen. Deze arameter regelt het volume van de natrillingen. Hoe groter deze
waarde, hoe sterker de natrillingen zullen zijn.
Niveau
Instelbereik: 0 t/m 100%
Brongeluid
REV. LEVEL
Tijd
2ch Stereo
DIRECT
2-kanaals stereo direct. Passeert de decoders en DSP processors van dit toestel voor pure hi-fi
stereoweergave van 2-kanaals analoog bronmateriaal.
Keuzes: AUTO, OFF
y
• De “AUTO” instelling laat het signaal alleen de decoders en DSP processors passeren wanneer
“BASS” en “TREBLE” op 0 dB zijn ingesteld (zie bladzijde 33).
• Wanneer er multi-kanaals signalen (Dolby Digital en DTS) binnenkomen, zullen deze worden
teruggemengd naar 2 kanalen en worden weergegeven via de linker en rechter voorluidsprekers.
• In de volgende gevallen zullen de lage tonen voor de linker en rechter voor-luidsprekers
omgeleid worden naar de subwoofer:
– “LFE/BASS OUT” is ingesteld op “BOTH” (zie bladzijde 70).
– “FRONT SP” is ingesteld op “SMALL” (zie bladzijde 69) en “LFE/BASS OUT” is ingesteld
op “SWFR” (zie bladzijde 70).
6ch Stereo
CT LEVEL
SL LEVEL
SR LEVEL
SB LEVEL
64 Nl
6-kanaals stereo midden, links surround, rechts surround en surround achter niveaus. Regelt het
volumeniveau voor elk kanaal in de 6-kanaals stereo weergavefunctie.
Instelbereik: 0 t/m 100%
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Geluidsveldparameter
Kenmerken
PRO LOGIC IIx Music
PRO LOGIC II Music
PANORAMA
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music panorama. Stuurt stereosignalen naar de surroundluidsprekers zowel als naar de voor-luidsprekers voor een omhullend effect.
PRO LOGIC IIx Music
PRO LOGIC II Music
DIMENSION
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music dimension. Zorgt voor een graduele aanpassing van
het geluidsveld naar voren of naar achteren.
Keuzes: OFF, ON
Instelbereik: –3 (naar achteren) t/m +3 (naar voren)
Begininstelling: STD (standaard)
PRO LOGIC IIx Music
PRO LOGIC II Music
CENTER WIDTH
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music middenbreedte. Plaatst de weergave voor het
middenkanaal helemaal op de midden-luidspreker of verdeelt deze over de linker en rechter
voor-luidsprekers. Een grotere waarde verdeelt het middenkanaal meer over de linker en rechter
voor-luidsprekers.
Instelbereik: 0 (geluid voor het middenkanaal wordt alleen maar weergegeven via de middenluidspreker) t/m 7 (het middenkanaal wordt helemaal via de linker en rechter voorluidsprekers weergegeven)
Begininstelling: 3
DTS Neo:6 Music
C.IMAGE
DTS Neo:6 Music middenbeeld. Regelt het volume van de linker en rechter voorkanalen in
samenhang met het middenkanaal om het middenkanaal meer of minder overheersend te maken.
Instelbereik: 0,0 t/m 1,0
Begininstelling: 0,3
De “PRO LOGIC IIx Music”, “PRO LOGIC II Music” en “DTS Neo:6 Music” parameters kunnen alleen worden ingesteld wanneer
“SUR. STANDARD” is geselecteerd. Zet de component-keuzeschakelaar op AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op STANDARD op
de afstandsbediening om “SUR. STANDARD” te selecteren (zie bladzijde 43).
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
y
Nederlands
65 Nl
SET MENU
SET MENU
Met behulp van het “SET MENU” (instelmenu) kunt u allerlei systeeminstellingen wijzigen en kunt u de manier waarop
het toestel werkt aanpassen aan uw voorkeuren. Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis
van uw specifieke systeem en uw voorkeuren.
■ Basis setup BASIC SETUP
Deze functie is handig wanneer u uw systeem snel en met minimale inspanningen klaar voor gebruik wilt maken
(zie bladzijde 29).
■ Handmatige setup MANUAL SETUP
Via deze functie kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen.
Geluidsmenu 1 SOUND MENU
Via dit menu kunt u met de hand alle luidspreker-instellingen wijzigen, de kwaliteit en de toonkleur van de weergave van
uw systeem aanpassen of compenseren voor eventueel vertraagde videoweergave bij gebruik van LCD monitoren of
projectoren.
Parameter
Kenmerken
Bladzijde
A)SPEAKER SET
Selecteren van de afmetingen van de luidsprekers, de luidsprekers voor weergave van lage
tonen en de crossover frequentie.
69
B)SPEAKER LEVEL
Instellen van het uitgangsniveau van elke luidspreker.
71
C)SP DISTANCE
Instellen van de vertraging voor elke luidspreker.
72
D)CENTER GEQ
Instellen van de klankkleur (toon) van de midden-luidspreker.
72
E)LFE LEVEL
Instellen van het uitgangsniveau van het LFE kanaal bij Dolby Digital of DTS signalen.
72
F)DYNAMIC RANGE
Instellen van het dynamisch bereik bij Dolby Digital of DTS signalen.
73
G)AUDIO SET
Aanpassen van de volume-afname bij de MUTE functie, de audiovertraging en de instellingen
voor het passeren van de toonregeling.
73
Ingangsmenu 2 INPUT MENU
Via dit menu kunt u met de hand de in- en uitgangsaansluitingen toewijzen aan andere apparatuur, de ingangsfunctie
wijzigen of een signaalbron een andere naam geven.
Parameter
Kenmerken
Bladzijde
A)I/O ASSIGNMENT
Toewijzen van in- en uitgangsaansluitingen van dit toestel aan de daarmee verbonden
componenten.
74
B)INPUT MODE
Selecteren van de begininstelling van de ingangsfunctie voor de signaalbron.
75
C)INPUT RENAME
Hiermee kunt u een signaalbron een andere naam geven.
75
D)VOLUME TRIM
Instellen van het uitgangsniveau van elke aansluiting.
76
66 Nl
SET MENU
Netwerk en USB menu 3 NET/USB MENU
Via dit menu kunt u met de hand de netwerk en USB systeeminstellingen wijzigen.
Parameter
Kenmerken
Bladzijde
A)NETWORK
Automatisch of handmatig configureren van de netwerkinstellingen.
76
B)PLAY STYLE
Regelen van de weergavestijl.
77
C)INFORMATION
Tonen van de netwerk systeeminformatie.
78
Optiemenu 4 OPTION MENU
Via dit menu kunt u met de hand de optionele systeeminstellingen wijzigen.
Parameter
Kenmerken
Bladzijde
A)DISPLAY SET
Instellen van de helderheid van het display en het omzetten van videosignalen. Instellen van de
weergavetijd voor het in-beeld display (OSD) en de scrollfunctie voor het display op het
voorpaneel.
78
B)MEMORY GUARD
Vergrendelen van instellingen voor de geluidsveldprogramma’s en andere “SET MENU”
instellingen.
79
C)PARAM. INI
Initialiseren van de instellingen voor een groep geluidsveldprogramma’s.
80
D)MULTI ZONE SET
Specificeert de locatie van de luidsprekers die zijn aangesloten op de SPEAKERS B
aansluitingen.
80
■ Signaalinformatie SIGNAL INFO
Met deze functie kunt u informatie over het audiosignaal controleren (zie bladzijde 40).
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
67 Nl
SET MENU
Gebruiken van het SET MENU
2
Gebruik de afstandsbediening om de menu’s te openen en
de instellingen te verrichten.
TV
AV
CD
CD-R
SET MENU
DTV
TUNER
MUSIC
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
SELECT
EXTD SUR.
6
7
8
ENHANCER
NIGHT
STRAIGHT
9
0
ENTER
A/B/C/D/E
ENT.
10
EFFECT
1
AMP
SOURCE
TV VOL
TV CH
PRESET/CH
SET MENU
LEVEL
TITLE
MENU
SRCH MODE
BAND
VOLUME
TV
ENTER
A/B/C/D/E
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
RETURN
DISPLAY
DAB MEMORY
ON SCREEN
1,7
2-6
REC
MOVIE
[ ]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
NET
DIRECT ST.
5
SPEAKERS
;BASICSETUP
.;MANUALSETUP
.;SIGNAL INFO
p
USB
DVR
STEREO
STANDARD
MULTI CH IN
CBL
DOCK
V-AUX
PRESET/CH
SLEEP
MD
DVD
Druk op u / d en selecteer “MANUAL
SETUP”.
3
y
;MANUAL SETUP
PRESET/CH
ENTER
p
A/B/C/D/E
.1SOUNDMENU
2INPUTMENU
3NET/USBMENU
4OPTIONMENU
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
• U kunt de “SET MENU” parameters wijzigen terwijl het toestel
geluid aan het weergeven is.
• Als u op een geluidsveldtoets drukt terwijl u bezig bent in het
“SET MENU”, zal het “SET MENU” worden geannuleerd.
• Herhaal de volgende procedure om de diverse instellingen te
selecteren en te wijzigen.
• Druk op RETURN om terug te keren naar het vorige
menuniveau.
Druk op ENTER om de “MANUAL SETUP” te
openen.
Het “MANUAL SETUP” scherm zal op het in-beeld
display verschijnen.
Opmerking
U kunt sommige “SET MENU” parameters niet wijzigen terwijl
“NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC” is geselecteerd als
nacht-luisterfunctie (zie bladzijde 34).
1
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP
en druk vervolgens op SET MENU om het
“SET MENU” te openen.
Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld
display verschijnen.
4
Druk herhaaldelijk op u / d om het gewenste
menu te selecteren en druk op ENTER om het
te openen.
De volgende schermen zijn voorbeelden waarin het
“SOUND MENU” wordt geselecteerd.
PRESET/CH
PRESET/CH
ENTER
ENTER
A/B/C/D/E
AMP
A/B/C/D/E
SET MENU
SOURCE
MENU
SRCH MODE
TV
1 SOUND MENU 1/2
SET MENU
1 SOUND MENU 2/2
p
.E)LFE LEVEL
F)DYNAMIC RANGE
G)AUDIO SET
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
68 Nl
p
p
[ ]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
.;BASICSETUP
;MANUALSETUP
.;SIGNAL INFO
.A)SPEAKERSET
B)SPEAKERLEVEL
C)SPDISTANCE
D)CENTER GEQ
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
SET MENU
5
Druk herhaaldelijk op u / d om het gewenste
submenu te selecteren en druk op ENTER
om het te openen.
Het volgende scherm is een voorbeeld waarin
“SPEAKER LEVEL” wordt geselecteerd.
PRESET/CH
1 SOUND MENU
Via dit menu kunt u met de hand luidspreker-instellingen
wijzigen of compenseren voor vertraging in de
videoweergave bij gebruik van LCD monitoren of
projectoren.
PRESET/CH
1 SOUND MENU 1/2
ENTER
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
1 SOUND MENU 2/2
p
.E)LFE LEVEL
F)DYNAMIC RANGE
G)AUDIO SET
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
B)SPEAKER LEVEL
p
p
.A)SPEAKERSET
B)SPEAKERLEVEL
C)SPDISTANCE
D)CENTER GEQ
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
■ Luidspreker-instellingen A)SPEAKER SET
-__________+
.FL;;;;;;;;;;
FR;;;;;;;;;;
C;;;;;;;;;;
Via dit menu kunt u met de hand de luidsprekerinstellingen wijzigen.
y
6
Druk op u / d om de gewenste parameter te
selecteren en vervolgens op j / i om de
instelling te wijzigen.
• Druk op i om de ingestelde waarde te verhogen.
• Druk op j om de ingestelde waarde te verlagen.
PRESET/CH
Voor-luidsprekers FRONT SP
Keuzes: SMALL, LARGE
FRONT SP
PRESET/CH
ENTER
SMALL>LARGE
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
Druk op SET MENU om de “SET MENU” te
verlaten.
SET MENU
MENU
SRCH MODE
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de
opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel
uit (standby) staat. Wanneer echter de stekker uit het
stopcontact gehaald wordt of de stroomvoorziening om
een andere reden langer dan een week onderbroken
wordt, zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan.
• Selecteer “SMALL” (klein) als u kleine voorluidsprekers heeft die niet goed in staat zijn lage tonen
weer te geven. De lage tonen in de signalen voor de
linker en rechter voor-luidsprekers zullen nu naar de bij
“LFE/BASS OUT” geselecteerde luidsprekers
gedirigeerd worden (zie bladzijde 70).
• Selecteer “LARGE” (groot) als u grote voorluidsprekers heeft die goed in staat zijn lage tonen weer
te geven. Alle signalen voor de linker en rechter
voorkanalen worden naar de linker en rechter voorluidsprekers gedirigeerd.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
7
Als u niet tevreden bent met de door uw luidsprekers
geproduceerde lage tonen, kunt u deze instellingen aanpassen aan
uw voorkeuren.
Opmerking
Als “LFE/BASS OUT” is ingesteld op “FRNT” (zie bladzijde 70),
zullen eventuele LFE signalen in Dolby Digital of DTS
bronsignalen, de lage tonen in de linker en rechter voorkanalen, en
de lage tonen voor andere luidsprekers die zijn ingesteld op
“SML” (of “SMALL”) allemaal gedirigeerd worden naar de linker
en rechter voor-luidsprekers, ongeacht de “FRONT SP” instelling.
Nederlands
69 Nl
SET MENU
Midden-luidspreker CENTER SP
Keuzes: NONE, SML, LRG
CENTER SP
Surround achter-luidsprekers SUR. B SP
Keuzes: NONE, SML, LRG
SUR. B SP
NONE>SML LRG
NONE>SMLLRG
• Selecteer “NONE” (geen) als u geen middenluidspreker heeft aangesloten. De signalen voor het
middenkanaal zullen naar de linker en rechter voorluidsprekers worden gestuurd.
• Selecteer “SML” (klein) als u een kleine middenluidspreker heeft die niet goed in staat is lage tonen
weer te geven. De lage tonen uit het middenkanaal
zullen naar de luidsprekers worden gedirigeerd die zijn
geselecteerd bij “LFE/BASS OUT”.
• Selecteer “LRG” (groot) als u een grote middenluidspreker heeft die goed in staat is lage tonen weer te
geven. Alle signalen voor het middenkanaal worden
naar de midden-luidspreker gedirigeerd.
Linker/rechter surround-luidsprekers
SUR. L/R SP
Keuzes: NONE, SML, LRG
• Selecteer “NONE” (geen) als u geen surround schterluidspreker heeft aangesloten. De signalen voor het
surround-achterkanaal zullen naar de linker en rechter
surround-luidsprekers worden gestuurd.
• Selecteer “SML” (klein) als u een kleine surround
achter-luidspreker heeft die niet goed in staat is lage
tonen weer te geven. De lage tonen uit het surroundachterkanaal worden gedirigeerd naar de luidsprekers
die u heeft geselecteerd bij “LFE/BASS OUT”.
• Selecteer “LRG” (groot) als u een grote surround
achter-luidspreker heeft die goed in staat is lage tonen
weer te geven. Alle signalen voor het surroundachterkanaal worden naar de surround achterluidspreker gedirigeerd.
Lage tonen weergave LFE/BASS OUT
Gebruik deze functie om de luidsprekers te selecteren die
de LFE (Lage Frequentie Effecten) en de lage tonen
weergeven.
Keuzes: SWFR, FRNT, BOTH
SUR. L/R SP
LFE/BASS OUT
NONE>SMLLRG
SWFRFRNT>BOTH
• Selecteer “NONE” (geen) als u geen surroundluidsprekers heeft aangesloten. Hiermee zet u het
toestel in de Virtual CINEMA DSP stand
(zie bladzijde 44) en zal “SUR. B SP” automatisch op
“NONE” (geen) worden ingesteld.
• Selecteer “SML” (klein) als u kleine linker en rechter
surround-luidsprekers heeft die niet goed in staat zijn
lage tonen weer te geven. De lage tonen in de linker en
rechter surroundkanalen zullen naar de bij “LFE/BASS
OUT” geselecteerde luidsprekers gedirigeerd worden.
• Selecteer “LRG” (groot) als u grote linker en rechter
surround-luidsprekers heeft die goed in staat zijn lage
tonen weer te geven. Het hele toonbereik van het
surroundkanaal zal naar de linker en rechter surroundluidsprekers worden gestuurd.
70 Nl
• Selecteer “SWFR” (subwoofer) als u een subwoofer
aangesloten heeft. Zowel de LFE signalen als de lage
tonen in de signalen voor andere luidsprekers die zijn
ingesteld op “SML” (of “SMALL”) worden naar de
subwoofer gedirigeerd.
• Selecteer “FRNT” (voor) als u geen subwoofer heeft
aangesloten. De LFE signalen, de lage tonen in de
linker en rechter voorkanalen, en de lage tonen voor
andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of
“SMALL”) zullen allemaal gedirigeerd worden naar de
linker en rechter voor-luidsprekers, ongeacht de
“FRONT SP” instelling (zie bladzijde 69).
• Selecteer “BOTH” (beide) als u een subwoofer
aangesloten heeft. De lage tonen worden voor elke
signaalbron weergegeven door de subwoofer. Zowel de
LFE signalen als de lage tonen in de signalen voor
andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of
“SMALL”) worden naar de subwoofer gedirigeerd. De
lage tonen in de linker en rechter voorkanalen zullen
naar de linker en rechter voor-luidsprekers en de
subwoofer worden gedirigeerd, ongeacht de “FRONT
SP” instelling (zie bladzijde 69).
SET MENU
Crossover CROSSOVER
Met deze functie kunt u een crossover frequentie instellen
voor alle luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of
“SMALL”) of op “NONE” via “SPEAKER SET”
(zie de bladzijden 69 en 70). Alle frequenties onder de
geselecteerde frequentie zullen naar de subwoofer worden
gedirigeerd of naar de luidsprekers die zijn ingesteld op
“LRG” (of “LARGE”) via “SPEAKER SET”
(zie de bladzijden 69 en 70).
Keuzes: 40Hz, 60Hz, 80Hz, 90Hz, 100Hz, 110Hz,
120Hz, 160Hz, 200Hz
■ Luidsprekerniveau B)SPEAKER LEVEL
Deze functie stelt u in staat met de hand de balans te
bepalen tussen het volume (luidsprekerniveau) van de
linker voor- of linker surround-luidspreker en elk van de
bij “SPEAKER SET” (zie bladzijde 69) geselecteerde
luidsprekers.
Instelbereik: –10,0 t/m +10,0 dB
Instelstap: 1,0 dB
Begininstelling: 0 dB
B)SPEAKER LEVEL
-__________+
.FL;;;;;;;;;;
FR;;;;;;;;;;
C;;;;;;;;;;
CROSSOVER
FREQ;;;80Hz
Subwooferfase SUBWOOFER PHASE
Als de lage tonen niet of onduidelijk worden
weergegeven, kunt u hiermee de fase van uw subwoofer
omschakelen.
Keuzes: NORMAL, REVERSE
02ASUBWOOFER PHASE
>NORMALREVERSE
• Selecteer “NORMAL” als u de fase voor uw
subwoofer niet wilt omkeren.
• Selecteer “REVERSE” om de fase voor uw subwoofer
om te keren.
• Selecteer “FL” om de balans voor de linker voorluidspreker in te stellen.
• Selecteer “FR” om de balans voor de rechter voorluidspreker in te stellen.
• Selecteer “C” om de balans voor de middenluidspreker in te stellen.
• Selecteer “SL” om de balans voor de linker surroundluidspreker in te stellen.
• Selecteer “SR” om de balans voor de rechter surroundluidspreker in te stellen.
• Selecteer “SB” om de balans voor de surround achterluidspreker in te stellen.
• Selecteer “SWFR” om de balans voor de subwoofer in
te stellen.
Opmerking
GEAVANCEERDE
BEDIENING
“C”, “SL”, “SR”, “SB” en “SWFR” kunnen niet worden ingesteld
indien “CENTER SP” (zie bladzijde 70), “SUR. L/R SP”
(zie bladzijde 70), “SUR. B SP” (zie bladzijde 70) en
“LFE/BASS OUT” (zie bladzijde 70) zijn ingesteld op “NONE”.
Nederlands
71 Nl
SET MENU
■ Luidsprekerafstand C)SP DISTANCE
Met deze functie kunt u met de hand de afstand van elke
luidspreker tot de luisterplek invoeren en zo de vertraging
voor het bijbehorende kanaal instellen. In het ideale geval
zouden alle luidsprekers op dezelfde afstand van de
luisterplek moeten staan. Maar in de meeste gevallen is dat
praktisch gezien niet mogelijk. Daarom moet de weergave
van luidsprekers die eigenlijk te dichtbij staan heel eventjes
vertraagd worden, zodat het geluid van alle luidsprekers op
hetzelfde moment op de luisterplek arriveert.
■ Grafische equalizer voor het
middenkanaal D)CENTER GEQ
Met deze functie kunt u de geluidsweergave via het middenkanaal
zo aanpassen met de ingebouwde 5-banden (100Hz, 300Hz, 1kHz,
3kHz en 10kHz) grafische equalizer, dat de toonkwaliteit van de
middenluidspreker overeenkomt met die van de voorluidsprekers.
U kunt de instelling verrichten terwijl u naar de huidige
signaalbron luistert, of luisterend naar een testtoon.
Instelbereik: –6 t/m +6 dB
Instelstap: 0,5 dB
Begininstelling: 0 dB
C)SP DISTANCE
D)CENTER GEQ
p
Eenheid UNIT
Keuzes: meters (m), feet (ft)
Begininstelling:
[Modellen voor de V.S. en Canada]: feet (ft)
[Overige modellen]: meters (m)
• Selecteer “meters” om de afstanden van de
luidsprekers in meters in te kunnen voeren.
• Selecteer “feet” om de afstanden van de luidsprekers in
feet (voeten) in te kunnen voeren.
Testtoon TEST
Keuzes: OFF, ON
• Selecteer “OFF” om de testtoon te stoppen en de op dit
moment geselecteerde signaalbron weer te laten geven.
• Selecteer “ON” om de linker voor- en de midden-luidspreker
een testtoon te laten produceren en stel aan de hand daarvan
de toonkwaliteit van de midden-luidspreker in.
y
Druk op u / d om een frequentieband te selecteren en op j / i
om de geselecteerde frequentieband in te stellen.
■ Niveau Lage Frequentie Effecten
E)LFE LEVEL
Deze functie stelt u in staat het volume (uitgangsniveau) van het
LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal aan te passen aan de capaciteit
van uw subwoofer of hoofdtelefoon. Het LFE kanaal zorgt voor de
weergave van speciale effecten met zeer lage tonen bij bepaalde
passages. Deze instelling treedt alleen in werking bij weergave
wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS signalen decodeert.
Instelbereik: –20 t/m 0 dB
Instelstap: 1 dB
E)LFE LEVEL
.SPEAKER;;;;;;0dB
HEADPHONE;;;;0dB
p
[]/[]:Up/Down
[<]/[>]:Adjust
p
Luidsprekerafstanden
Instelbereik: 0,3 t/m 24,00 m (1.0 t/m 80.0 ft)
Instelstap: 0,10 m (0.5 ft)
• Selecteer “FRONT L” om de afstand voor de linker
voor-luidspreker in te stellen.
Begininstelling: 3,00 m (10.0 ft)
• Selecteer “FRONT R” om de afstand voor de rechter
voor-luidspreker in te stellen.
Begininstelling: 3,00 m (10.0 ft)
• Selecteer “CENTER” om de afstand voor de middenluidspreker in te stellen.
Begininstelling: 3,00 m (10.0 ft)
• Selecteer “SUR. L” om de afstand voor de linker
surround-luidspreker in te stellen.
Begininstelling: 3,00 m (10.0 ft)
• Selecteer “SUR. R” om de afstand voor de rechter
surround-luidspreker in te stellen.
Begininstelling: 3,00 m (10.0 ft)
• Selecteer “SUR. B” om de afstand voor de surround
achter-luidspreker in te stellen.
Begininstelling: 2,10 m (7.0 ft)
• Selecteer “SWFR” om de afstand voor de subwoofer in
te stellen.
Begininstelling: 3,00 m (10.0 ft)
0dB
0dB
0dB
0dB
0dB
p
.TEST>OFFON
-______+
100Hz ;;;;;;
300Hz ;;;;;;
1kHz ;;;;;;
3kHz ;;;;;;
10kHz ;;;;;;
[]/[]:Up/Down
[<]/[>]:Adjust
p
p
. UNIT;;;;;;meters
FRONTL;;;;3.00m
FRONTR;;;;3.00m
CENTER;;;;;3.00m
[]/[]:Up/Down
[<]/[>]:Adjust
Luidspreker SPEAKER
Stelt het LFE luidsprekerniveau in.
Hoofdtelefoon HEADPHONE
Stelt het LFE hoofdtelefoonniveau in.
Opmerking
“CENTER”, “SUR.L”, “SUR.R”, “SUR.B” en “SWFR” kunnen
niet worden ingesteld indien “CENTER SP” (zie bladzijde 70),
“SUR. L/R SP” (zie bladzijde 70), “SUR. B SP” (zie bladzijde 70)
en “LFE/BASS OUT” (zie bladzijde 70) zijn ingesteld op “NONE”.
72 Nl
Opmerking
Afhankelijk van de instellingen bij “LFE/BASS OUT”
(zie bladzijde 70) is het mogelijk dat sommige signalen niet via
de SUBWOOFER OUTPUT aansluiting worden gereproduceerd.
SET MENU
■ Dynamisch bereik F)DYNAMIC RANGE
■ Audio instellingen G)AUDIO SET
Via deze functie kunt u instellen hoeveel het dynamisch
bereik moet worden gecomprimeerd voor uw luidsprekers
of uw hoofdtelefoon. Deze instelling treedt alleen in
werking wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS
signalen decodeert.
Hiermee kunt algemene audio instellingen voor dit toestel
wijzigen.
p
[]/[]:Up/Down
[<]/[>]:Select
p
F)DYNAMIC RANGE
.SP:MINSTD>MAX
HP:MINSTD>MAX
G)AUDIO SET
.MUTING TYPE;FULL
AUDIO DELAY;;0ms
TONE BYPASS;AUTO
p
p
[]/[]:Up/Down
[<]/[>]:Select
Luidspreker SP
Stelt de compressie voor de luidsprekers in.
Hoofdtelefoon HP
Stelt de compressie voor de hoofdtelefoon in.
Keuzes: MIN, STD, MAX
• Selecteer “MIN” (minimum) als u regelmatig bij een
laag volume wilt luisteren.
• Selecteer “STD” (standaard) voor algemeen gebruik.
• Selecteer “MAX” (maximum) om het grootste
dynamische bereik te behouden.
Tijdelijk uit of lager zetten van het geluid
MUTING TYPE
U kunt zelf bepalen hoeveel het volume verlaagd moet
worden wanneer u deze functie gebruikt (zie bladzijde 34).
Keuzes: FULL, –20dB
• Selecteer “FULL” om de geluidsweergave helemaal te
stoppen.
• Selecteer “–20dB” om het huidige volume met 20 dB
te verlagen.
Audio vertraging AUDIO DELAY
U kunt de geluidsweergave vertragen zodat deze
synchroon loopt met de videobeelden. Dit is soms nodig
bij gebruik van bepaalde LCD monitors of projectoren.
Instelbereik: 0 t/m 160 ms
Instelstap: 1 ms
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Passeren toonregeling TONE BYPASS
U kunt de geluidssignalen de schakelingen voor de
toonregeling helemaal laten negeren wanneer “TREBLE”
en “BASS” op 0 dB zijn ingesteld (zie bladzijde 33).
Keuzes: AUTO, OFF
• Selecteer “AUTO” als u de schakelingen voor de
toonregeling wilt laten negeren om een zo puur
mogelijke weergave te verkrijgen.
• Selecteer “OFF” als u niet wilt dat de toonregeling
helemaal genegeeerd wordt.
Nederlands
73 Nl
SET MENU
2 INPUT MENU
Via dit menu kunt u de in-/uitgangsaansluitingen
toewijzen aan andere apparatuur, de ingangsfunctie
wijzigen of een signaalbron een andere naam geven.
2 INPUTMENU
p
p
.A)I/OASSIGNMENT
B)INPUTMODE
C)INPUTRENAME
D)VOLUME TRIM
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
Voor de OPTICAL INPUT aansluitingen 2, 3 en 4
OPTICAL IN (2)
OPTICAL IN (3)
OPTICAL IN (4)
Keuzes: (2) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, V-AUX,
DVR
(3) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, V-AUX,
DVR
(4) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, V-AUX,
DVR
OPTICALIN
.(2);;;;;MD/CD-R
(MD/CD-R)
(3);;;;; DVD
(DVD )
(4);;;;;DTV/CBL
(DTV/CBL )
■ Toewijzen van in-/uitgangsaansluitingen
A)I/O ASSIGNMENT
U kunt de in-/uitgangsaansluitingen toewijzen aan andere
componenten als de begininstellingen van dit toestel niet
overeenkomen met uw voorkeuren. Wijzig de volgende
instellingen om de respectievelijke aansluitingen toe te
wijzen aan andere apparatuur en uiteindelijk meer
componenten te kunnen aansluiten.
Wanneer de in-/uitgangsaansluitingen opnieuw zijn
toegewezen, kunt u de daarbij behorende component
selecteren als signaalbron met INPUT op het voorpaneel
(of met de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening).
Voor de COMPONENT VIDEO aansluitingen
A, B en C
CMPNT-V INPUT [A]
CMPNT-V INPUT [B]
CMPNT-V INPUT [C]
Keuzes: [A] DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR
[B] DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR
[C] DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR
CMPNT-VINPUT
.[A];;;;;DVD
(DVD)
[B];;;;;DTV/CBL
(DTV/CBL)
[C];;;;; DVR
( DVR )
Voor OPTICAL OUTPUT aansluiting 1
OPTICAL OUT (1)
Keuzes: CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, V-AUX,
DVR
OPTICALOUT
.(1);;;;;MD/CD-R
(MD/CD-R )
74 Nl
Voor de COAXIAL INPUT aansluiting 5
COAXIAL IN (5)
Keuzes: (5) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, V-AUX,
DVR
COAXIALIN
.(5);;;;;
(
DVD
DVD
)
Opmerkingen
• U kunt een bepaalde naam maar één keer gebruiken voor een
bepaald soort aansluiting.
• Wanneer u een bepaalde component zowel met de DIGITAL
INPUT (COAXIAL) als met de DIGITAL INPUT (OPTICAL)
aansluiting verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT
(COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang
krijgen.
SET MENU
■ Ingangsfunctie B)INPUT MODE
Gebruik deze functie om de “INPUT MODE” van dit
toestel terug te zetten op “AUTO” (zie bladzijde 35)
ongeacht de vorige instelling of om de laatste
ingangsfunctie op te roepen (“AUTO”, “DTS”, of
“ANALOG”) die gebruikt werd met de signaalbron in
kwestie zodra u dit toestel inschakelt.
Keuzes: AUTO, LAST
2
Druk op j / i op de afstandsbediening om de
“_” (onderstreping) onder de spatie of het
teken dat u wilt bewerken te plaatsen.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
B)INPUTMODE
>AUTOLAST
3
[<]/[>]:Select
[ENTER]:Return
• Selecteer “AUTO” om “INPUT MODE” terug te zetten
op “AUTO” (zie bladzijde 35) ongeacht de vorige
instelling zodra u dit toestel aan zet. Ingangssignalen
worden door dit toestel automatisch geselecteerd in
deze volgorde:
(1) Digitale signalen
(2) Analoge signalen
• Selecteer “LAST” om het toestel automatisch de
ingangsfunctie (“AUTO”, “DTS”, of “ANALOG”) in
te laten schakelen die het laatst met de signaalbron in
kwestie gebruikt is.
ENTER
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
Opmerkingen
• U kunt maximaal 8 tekens gebruiken voor elke
signaalbron.
• Druk op d om de tekens als volgt te laten veranderen, of
druk op u om deze reeks in omgekeerde volgorde te
doorlopen:
A t/m Z, spatie, 0 t/m 9, spatie, a t/m z, spatie, symbolen
(#, *, +, –, enz.)
C)INPUT RENAME
Met deze functie kunt u de namen van de signaalbronnen
zoals die op het in-beeld display op het voorpaneel
verschijnen veranderen.
Herhaal de stappen 1 t/m 3 als u de namen
van andere signaalbronnen wilt veranderen.
5
Druk nog eens op ENTER op de
afstandsbediening om de “INPUT RENAME”
functie af te sluiten.
C)INPUTRENAME
p
p
PRESET/CH
1
Druk op één van de ingangskeuzetoetsen op
de afstandsbediening om de signaalbron
waarvan u de naam wilt veranderen te
selecteren.
MD
CD
DTV
DOCK
A/B/C/D/E
SLEEP
MULTI CH IN
TUNER
USB
DVR
Nederlands
V-AUX
ENTER
CD-R
CBL
DVD
GEAVANCEERDE
BEDIENING
4
[<]/[>]:Position
[]/[]:Chara.
PRESET/CH
PRESET/CH
■ Signaalbronnen nieuwe namen geven
DVD-> DVD
Kies met u / d het teken dat u wilt gebruiken
en ga vervolgens met j / i naar het volgende
teken.
NET
75 Nl
SET MENU
[<]/[>]:Adjust
[RETURN]:Exit
Via dit menu kunt u de netwerk en USB
systeeminstellingen wijzigen.
3 NET/USBMENU
.A)NETWORK
B)PLAY STYLE
C)INFORMATION
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
D)VOLUME TRIM
DVD
DVD-> 0.0dB
3 NET/USB MENU
p
■ Volume trim D)VOLUME TRIM
Met deze functie kunt u het niveau van de ingangssignalen
voor elk van de ingangsaansluitingen op elkaar
afstemmen. Dit komt van pas wanneer u wilt vermijden
dat het volume plotseling verandert wanneer u
overschakelt naar een andere signaalbron.
Keuzes: CD, MD/CD-R, TUNER, DVD, DTV/CBL,
V-AUX, DOCK, DVR, PC/MCX, USB, NET
RADIO, MULTI CH IN
Instelbereik: –6,0 t/m 6,0 dB
Instelstap: 1,0 dB
Begininstelling: 0,0 dB
■ Netwerkinstellingen A)NETWORK
Gebruik deze functie om de netwerkparameters
(IP adres enz.) te bekijken of deze met de hand te
wijzigen.
A)NETWORK
p
p
. DHCP
ON
IP
192.168.000.002
SUBNET 255.255.255.000
GATEWAY 192.168.000.001
DNS (P) 192.168.000.001
DNS (S) 000.000.000.000
SET
>CANCEL
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
Opmerking
Het scherm hierboven is slechts een voorbeeld.
DHCP DHCP
Wanneer deze parameter is ingesteld op “ON”, worden
netwerkparameters voor “IP”, “SUBNET”, “GATEWAY”,
“DNS (P)” en “DNS (S)” verkregen van een router met
ingeschakelde DHCP weergegeven. Als de DHCP
serverfunctie niet beschikbaar is, dient u deze instelling
“OFF” te zetten om de netwerkinstellingen met de hand te
kunnen configureren.
Keuzes: ON, OFF
IP adres IP
Gebruik deze parameter om het aan dit toestel toegewezen
IP adres te specificeren. Deze waarde mag niet hetzelfde
zijn als een die reeds gebruikt wordt voor andere
apparatuur in het beoogde netwerk.
Subnet masker SUBNET
Gebruik deze parameter om het aan dit toestel toegewezen
subnet masker te specificeren.
y
In de meeste gevallen kan de waarde voor het subnet masker
worden ingesteld op “255.255.255.0”.
Default gateway GATEWAY
Gebruik deze parameter om het IP adres van de standaard
toegewezen gateway te specificeren.
76 Nl
SET MENU
Primaire DNS server DNS (P)
Secundaire DNS server DNS (S)
Gebruik deze parameter om de IP adressen van de
primaire en secundaire DNS (Domain Name System)
servers te specificeren.
■ Weergavestijlen B)PLAY STYLE
Met deze functie kunt u de weergavestijl aanpassen aan
uw persoonlijke voorkeur. U kunt muziekstukken in een
willekeurige volgorde laten weergeven, of een bepaald
muziekstukken of een reeks muziekstukken laten
herhalen.
Opmerking
B)PLAY STYLE
Als u slechts één DNS adres heeft, vul dit dan in bij “DNS (P)”.
Als u twee of meer DNS adressen heeft gekregen, vul er dan één
in bij “DNS (P)” en een ander bij “DNS (S)”.
.REPEAT;;;;;;;OFF
SHUFFLE;;;;;;OFF
p
Druk op u / d op de afstandsbediening tot u
het gewenste menu geselecteerd heeft, en
druk vervolgens op ENTER om de gewenste
netwerkparameter te selecteren en in te
voeren.
Opmerking
Wanneer “DHCP” is ingesteld op “ON”, kunt u geen andere
netwerkinstellingen meer selecteren of instellen. Om de
andere parameters te kunnen specificeren moet u eerst
“DHCP” op “OFF” instellen.
2
Om de parameter te specificeren drukt u
herhaaldelijk op u / d om het cijfer te
veranderen en kiest u het te veranderen cijfer
met j / i.
Druk op ENTER om uw instelling te
bevestigen.
4
Herhaal de stappen 1 t/m 3 om alle
networkparameters in te stellen.
5
Selecteer “SET” en druk vervolgens op
ENTER om de instelling af te sluiten.
Herhaalde weergave REPEAT
Met deze functie kunt u dit toestel een muziekstuk of een
reeks muziekstukken laten herhalen.
Keuzes: OFF, SINGLE, ALL
• Selecteer “OFF” om deze functie uit te schakelen.
• Selecteer “SINGLE” om dit toestel één muziekstuk te
laten herhalen.
• Selecteer “ALL” om dit toestel een reeks
muziekstukken te laten herhalen.
Opmerkingen
• Wanneer “REPEAT” op een andere instelling dan “OFF” staat,
zal de letter “R” oplichten in de rechter bovenhoek van het
weergavestatus scherm terwijl het muziekstuk of de
muziekstukken worden herhaald.
• Als “REPEAT” is ingesteld op “SINGLE”, zal deze worden
teruggezet op “OFF” wanneer zowel de eerste ruimte als
Zone 2 worden uitgeschakeld.
Willekeurige weergave SHUFFLE
Met deze functie kunt u dit toestel muziekstukken of
albums in willekeurige volgorde laten weergeven.
Keuzes: OFF, ON
• Selecteer “OFF” om deze functie uit te schakelen.
• Selecteer “ON” om dit toestel muziekstukken of
albums in willekeurige volgorde te laten weergeven.
Opmerking
Opmerking
Als u uw externe netwerkconfiguratie heeft gewijzigd, is het
mogelijk dat u de netwerkinstellingen daaraan zult moeten
aanpassen.
y
U kunt de netwerkinstellingen van dit toestel terugzetten op de
fabrieksinstellingen door middel van “N-RESET” in het
geavanceerde instellingenmenu (zie bladzijde 82).
Wanneer “SHUFFLE” op “ON” staat, zal de letter “S” oplichten
in de rechter bovenhoek van het weergavestatus scherm terwijl de
muziekstukken of albums in willekeurige volgorde worden
weergegeven.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
3
[]/[]:Up/Down
[<]/[>]:Select
p
1
Nederlands
77 Nl
SET MENU
■ Netwerkinformatie C)INFORMATION
Gebruik deze functie om de netwerk-systeeminformatie te
kunnen bekijken.
4 OPTION MENU
Via dit menu kunt u de optionele systeeminstellingen
wijzigen.
C)INFORMATION
MAC ADDRESS
XX:XX:XX:XX:XX:XX
STATUS
10BASE-T
FULL-DUPLEX
[ENTER]:Return
4 OPTIONMENU
p
p
.A)DISPLAYSET
B)MEMORYGUARD
C)PARAM.INI
D)MULTI ZONESET
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
Opmerking
Het scherm hierboven is slechts een voorbeeld.
MAC (Media Access Control) adres
MAC ADDRESS
Deze informatie geeft het MAC adres weer dat is
toegewezen aan dit toestel.
p
[]/[]:Up/Down
[<]/[>]:Select
p
“NO LINK” verschijnt wanneer er geen verbinding met het
netwerk is gemaakt.
A)DISPLAYSET
.ON SCREEN;;;;10s
FL SCROLL;;;CONT
p
Opmerking
A)DISPLAYSET
.DIMMER;;;;;;;;;0
VIDEOCONV.;;;ON
OSD SHIFT;;;;;;0
GRAY BACK;;;AUTO
[]/[]:Up/Down
[<]/[>]:Select
p
Status STATUS
Deze informatie geeft de status van de huidige verbinding
met het netwerk weer.
Display status: 10BASE-T, 100BASE-TX,
FULL-DUPLEX, HALF-DUPLEX,
NO LINK
■ Display instellingen A)DISPLAY SET
Dimmer DIMMER
Hiermee kunt u de helderheid van het display op het
voorpaneel instellen.
Instelbereik: – 4 t/m 0
Instelstap: 1
• Druk op j om het display op het voorpaneel te
dimmen.
• Druk op i om het display op het voorpaneel helderder
te maken.
Video conversie VIDEO CONV.
Gebruik deze functie om in te stellen of videosignalen die
binnenkomen via de VIDEO en S VIDEO aansluitingen
moeten worden omgezet.
Keuzes: ON, OFF
• Selecteer “ON” om composiet en S-videosignalen om
te zetten en in voorkomende gevallen op te waarderen
naar component videosignalen.
• Selecteer “OFF” om geen signalen om te laten zetten.
Opmerkingen
• De geconverteerde videosignalen worden alleen gereproduceerd
via de MONITOR OUT aansluitingen. Wanneer u een
videobron wilt opnemen moet u gebruik maken van hetzelfde
soort video-aansluitingen tussen alle betrokken componenten.
• Wanneer composiet video- of S-videosignalen van een
videorecorder worden omgezet naar component videosignalen,
kan de beeldkwaliteit achteruitgaan, afhankelijk van uw
videorecorder.
• U moet “VIDEO CONV.” instellen op “ON” om het in-beeld
display te laten weergeven.
• Onconventionele signalen die binnenkomen via de composiet
video of S-video aansluitingen kunnen niet worden omgezet of
worden mogelijk niet correct gereproduceerd. Zet in dergelijke
gevallen “VIDEO CONV.” op “OFF”.
78 Nl
SET MENU
OSD (in-beeld display) vershuiven OSD SHIFT
Hiermee kunt u de verticale positie van het OSD (in-beeld
display) instellen.
Instelbereik: –5 (naar boven) t/m +5 (naar beneden)
Instelstap: 1
Begininstelling: 0
• Druk op j om het in-beeld display hoger op het scherm
weer te geven.
• Druk op i om het in-beeld display lager op het scherm
weer te geven.
Grijze achtergrond GRAY BACK
Met deze functie kunt u een grijze achtergrond weer laten
geven achter het in-beeld display wanneer er geen
videosignaal binnenkomt.
Keuzes: AUTO, OFF
• Selecteer “AUTO” om een grijze achtergrond weer te
laten geven achter het in-beeld display wanneer er geen
videosignaal binnenkomt.
• Selecteer “OFF” om geen achtergrond te laten zien
achter het in-beeld display.
Opmerkingen
Scrollen over het display op het voorpaneel
FL SCROLL
Gebruik deze functie om te bepalen of de informatie
(zoals de songtitel of de naam van een kanaal) volledig
over het display op het voorpaneel moet worden
weergegeven door eroverheen te blijven bewegen, of dat
alleen de eerste 14 letters en cijfers daarvan weergegeven
moeten worden nadat de volledige naam of titel één keer
over het dp is geschoven wanneer “DOCK” of
“NET/USB” is geselecteerd als signaalbron.
Keuzes: CONT, ONCE
• Selecteer “CONT” om de bedieningsstatus doorlopend
weer te laten geven op het display op het voorpaneel.
• Selecteer “ONCE” om de bedieningsstatus met de
eerste 14 alfanumerieke tekens op het display op het
voorpaneel te laten zien.
■ Geheugen beveiliging B)MEMORY GUARD
Met deze functie kunt u voorkomen dat de DSP
programma instellingen en andere systeeminstellingen per
abuis gewijzigd worden.
Keuzes: OFF, ON
• Afhankelijk van de binnenkomende signalen of de
systeeminstelling van uw beeldscherm (NTSC of PAL), is het
mogelijk dat het in-beeld display niet correct kan worden
weergegeven. Zet in dergelijke gevallen “GRAY BACK” op
“OFF”.
• Zelfs wanneer “GRAY BACK” is ingesteld op “OFF”, is het,
afhankelijk van de eigenschappen van de beelden, mogelijk dat
het in-beeld display niet correct zal worden weergegeven.
[<]/[>]:Select
[ENTER]:Return
• Selecteer “OFF” om de “MEMORY GUARD” functie
uit te schakelen.
• Kies “ON” om de inhoud van het geheugen te
beveiligen:
– DSP programma instellingen
– alle “SET MENU” onderdelen
– alle luidsprekerniveaus
Opmerking
Wanneer “MEMORY GUARD” is ingesteld op “ON”, kunt u
geen andere “SET MENU” items meer selecteren of instellen.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Weergavetijd in-beeld display ON SCREEN
Via deze functie kunt u bepalen hoe lang het iPod menu of
NET/USB menu nog moet worden weergegeven op het inbeeld display (OSD) nadat u een handeling heeft
uitgevoerd.
Keuzes: ON, 10s, 30s
• Select “ON” om het in-beeld display voortdurend te
laten weergeven tijdens een handeling.
• Selecteer “10s” om het in-beeld display 10 seconden
nadat u een handeling heeft verricht uit te schakelen.
• Selecteer “30s” om het in-beeld display 30 seconden
nadat u een handeling heeft verricht uit te schakelen.
B)MEMORYGUARD
>OFFON
Nederlands
79 Nl
SET MENU
■ Parameters initialiseren C)PARAM. INI
Met deze functie kunt u de instellingen voor alle
geluidsveldprogramma’s in een programmagroep tegelijk
initialiseren. Wanneer u een geluidsveldprogrammagroep
initialiseert, zullen alle gewijzigde instellingen voor de
programma’s in die groep worden teruggezet op hun
beginwaarden.
Druk op de corresponderende toetsen voor de
geluidsveldprogramma’s op de afstandsbediening om het
geluidsveldprogramma dat u wilt initialiseren te
selecteren.
Een asterisk (*) verschijnt links naast namen van
programma’s waarvan de begininstellingen gewijzigd zijn.
Keuzes: STEREO, MUSIC, ENTERTAINMENT,
MOVIE THEATER, STANDARD
C)PARAM.INI
STEREO
*MUSIC
ENTERTAINMENT
MOVIE THEATER
*STANDARD
Press DSP key
Opmerkingen
• U kunt de eerder ingestelde waarden niet meer automatisch
terughalen nadat u een geluidsveldprogrammagroep heeft
geïnitialiseerd.
• U kunt geen individuele geluidsveldprogramma’s initialiseren.
• U kunt geen geluidsveldprogrammagroepen initialiseren
wanneer de “MEMORY GUARD” beveiliging is ingesteld op
“ON” (zie bladzijde 79).
80 Nl
■ Zone instelling D)MULTI ZONE SET
Via deze instelling kunt u de locatie aangeven van de
luidsprekers die zijn verbonden met de SPEAKERS B
aansluitingen van dit toestel.
D)MULTI ZONESET
.SPB;;;;;;;FRONT
[<]/[>]:Select
[ENTER]:Return
Instelling luidsprekerset B SP B
Met deze functie kunt u bepalen waar de voor-luidsprekers
die zijn verbonden met de SPEAKERS B aansluitingen
zich bevinden.
Keuzes: FRONT, ZONE B
• Selecteer “FRONT” om de SPEAKERS A en B set aan
of uit te zetten wanneer de met de SPEAKERS B
aansluitingen verbonden luidsprekers zich in uw eerste
luisterruimte bevinden.
• Selecteer “ZONE B” als de met de SPEAKERS B
aansluitingen verbonden luidsprekers zich in een
andere ruimte (zone) bevinden. Als SPEAKERS A
wordt uitgeschakeld en SPEAKERS B wordt
ingeschakeld, zullen alle luidsprekers in de eerste
luisterruimte, inclusief de subwoofer, worden
uitgeschakeld en zal er alleen via de SPEAKERS B
aansluitingen geluid worden weergegeven.
Opmerkingen
• Als u een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting van dit
toestel doet, zal het geluid worden weergegeven via zowel de
hoofdtelefoon als de SPEAKERS B aansluitingen wanneer
“SP B” is ingesteld op “ZONE B”.
• Als er een DSP programma is ingeschakeld wanneer “SP B” op
“ZONE B” is ingesteld, zal het toestel automatisch in de Virtual
CINEMA DSP stand gaan (zie bladzijde 44).
GEAVANCEERDE SETUP
GEAVANCEERDE SETUP
Dit toestel heeft extra menu’s die worden getoond op het display op het voorpaneel. Het uitgebreide instelmenu biedt
aanvullende handelingen om de manier waarop dit toestel functioneert aan te passen. Verander de begininstellingen
(hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren.
Opmerkingen
• De nieuwe instellingen zullen in werking treden wanneer u de volgende keer MASTER ON/OFF naar binnen in de ON stand drukt om
dit toestel in te schakelen (zie bladzijde 28).
• Alleen MASTER ON/OFF, STRAIGHT (EFFECT) en PROGRAM functioneren terwijl u het uitgebreide instelmenu gebruikt.
• Er kunnen geen andere handelingen worden verricht terwijl u het uitgebreide instelmenu aan het gebruiken bent.
• Het uitgebreide instelmenu is alleen beschikbaar via het display op het voorpaneel.
3
VOLUME
ZONE 2
ON/OFF
ZONE
CONTROL
MASTER
PRESET/TUNING
FM/AM
EDIT
ON
A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
NEXT
LEVEL
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
OFF
PROGRAM
INPUT
MAIN ZONE
PHONES
SPEAKERS
A
B
STRAIGHT
TONE CONTROL
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
VIDEO AUX
ON/OFF
VIDEO
L
AUDIO
USB
R
EFFECT
SILENT CINEMA
Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en
selecteer de parameter waarvoor u de
instelling wilt wijzigen.
De naam van de geselecteerde parameter verschijnt
op het display op het voorpaneel.
Zie bladzijde 82 voor een complete lijst met alle
beschikbare parameters.
PROGRAM
1-2,5
1
2,4 3
Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in
de OFF stand om dit toestel uit te schakelen.
Op dit moment
geselecteerde
parameterinstelling
Op dit moment
geselecteerde parameter
MASTER
SP IMP.-8 MIN
ON
2
OFF
Houd
ingedrukt
STRAIGHT
EFFECT
4
STRAIGHT
EFFECT
5
MASTER
ON
Druk herhaaldelijk op STRAIGHT (EFFECT)
op het voorpaneel om de geselecteerde
instelling te wijzigen.
OFF
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Houd STRAIGHT (EFFECT) op het
voorpaneel ingedrukt en druk vervolgens
MASTER ON/OFF naar binnen in de ON stand
om dit toestel in te schakelen.
Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide
setup menu zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in
de OFF stand om de nieuwe instelling op te
slaan en dit toestel uit te schakelen.
MASTER
ON
OFF
De gewijzigde instellingen worden van kracht zodra u dit toestel
de volgende keer aan zet.
81 Nl
Nederlands
y
GEAVANCEERDE SETUP
■ Luidsprekerimpedantie SP IMP.
Gebruik deze functie om de luidsprekerimpedantie van het
toestel aan te passen aan die van uw luidsprekers.
Keuzes: 8ΩMIN, 6ΩMIN
• Selecteer “8ΩMIN” om de luidsprekerimpedantie in te
stellen op 8 Ω .
• Selecteer “6ΩMIN” om de luidsprekerimpedantie in te
stellen op 6 Ω .
SP IMP.
Luidspreker
Impedantieniveau
Als u twee sets (A en B)
gebruikt, moet de
impedantie van elk van de
luidsprekers 16 Ω of hoger
zijn.*
■ Netwerk resetten N-RESET
De impedantie van elk van
de luidsprekers moet 8 Ω of
hoger zijn.
Surround Achter
Als u één set (A of B)
gebruikt, moet de
impedantie van elk van de
luidsprekers 4 Ω of hoger
zijn.
Voor
Als u twee sets (A en B)
gebruikt, moet de
impedantie van elk van de
luidsprekers 8 Ω of hoger
zijn.
6ΩMIN
Midden
Surround
De impedantie van elk van
de luidsprekers moet 6 Ω of
hoger zijn.
Surround Achter
*
Opmerkingen
• Deze instelling zet alle parameters van dit toestel terug,
inclusief de “SET MENU” parameters. De parameters voor het
uitgebreide instelmenu zullen echter niet worden teruggezet.
• De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht
wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld.
Midden
Surround
Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel
terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen
(zie bladzijde 99).
Keuzes: CANCEL, RESET
• Select “CANCEL” om de instellingen van dit toestel
niet terug te zetten.
• Select “RESET” om de instellingen van dit toestel
terug te zetten.
Als u één set (A of B)
gebruikt, moet de
impedantie van elk van de
luidsprekers 8 Ω of hoger
zijn.
Voor
8ΩMIN
■ Fabrieksinstellingen PRESET
Modellen voor Canada kunnen niet tegelijkertijd gebruik
maken van twee gescheiden luidsprekersystemen (A en B)
wanneer “SP IMP.” is ingesteld op “8ΩMIN”.
Met deze functie kunt u alle netwerkinstellingen van dit
toestel (zie bladzijde 76) terugzetten op de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
Keuzes: CANCEL, RESET
• Select “CANCEL” om de netwerkinstellingen van dit
toestel niet terug te zetten.
• Select “RESET” om de netwerkinstellingen van dit
toestel terug te zetten.
Opmerkingen
• De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht
wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld.
• Wanneer de netwerkinstellingen teruggezet zijn, zal “DHCP” in
het “NET/USB MENU” automatisch worden ingesteld op
“ON” (zie bladzijde 76) en zal de geregistreerde client ID van
dit toestel op uw YAMAHA MCX-2000 worden gewist
(zie bladzijde 96).
■ Afstandsbediening AMP ID REMOTE AMP
Hiermee stelt u het AMP ID nummer van dit toestel in
voor herkenning van afstandsbedieningssignalen
(zie bladzijde 87).
Keuzes: ID1, ID2
• Selecteer “ID1” wanneer de AMP ID-archiefcode voor
de afstandsbediening is ingesteld op “00001”.
• Selecteer “ID2” wanneer de AMP ID-archiefcode voor
de afstandsbediening is ingesteld op “00002”.
Opmerking
U moet de corresponderende AMP-archiefcode voor de
afstandsbediening instellen op de afstandsbediening
(zie bladzijde 87).
82 Nl
GEAVANCEERDE SETUP
■ Afstandsbediening TUNER ID
REMOTE TUN
Hiermee stelt u het TUNER ID nummer van dit toestel in
voor herkenning van afstandsbedieningssignalen
(zie bladzijde 87).
Keuzes: ID1, ID2
• Selecteer “ID1” wanneer de TUNER ID-archiefcode
voor de afstandsbediening is ingesteld op “81916”.
• Selecteer “ID2” wanneer de TUNER ID-archiefcode
voor de afstandsbediening is ingesteld op “81917”.
Opmerking
U moet de corresponderende TUNER-archiefcode voor de
afstandsbediening instellen op de afstandsbediening
(zie bladzijde 87).
■ Afstemstap tuner TU
(Alleen voor Algemene modellen)
Hiermee kunt u de afstemstap van de tuner aanpassen aan
de ruimte tussen zendfrequenties in uw gebied.
Keuzes: AM10/FM100, AM9/FM50
• Selecteer “AM10/FM100” voor Noord, Midden en
Zuid Amerika.
• Selecteer “AM9/FM50” voor alle andere gebrieden.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
83 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Naast dit toestel kan de afstandsbediening ook andere audiovisuele componenten van YAMAHA en van andere
fabrikanten aansturen. Om uw TV of andere componenten te kunnen bedienen, moet u de juiste afstandsbedieningscodes
voor de diverse signaalbronnen instellen (zie bladzijde 86).
Bedienen van dit toestel, een TV of andere componenten
■ Bedienen van dit toestel
■ Bedienen van een TV
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP om dit toestel
te bedienen.
Zet de component-keuzeschakelaar op TV om uw TV te
bedienen. Om uw TV te kunnen bedienen moet u de juiste
afstandsbedieningscode instellen voor DTV/CBL of
(zie bladzijde 86). Wanneer u afstandsbedieningscodes
instelt voor zowel DTV/CBL als
, wordt voorrang
gegeven aan de voor DTV/CBL ingestelde code.
CODE SET
TRANSMIT
POWER
POWER
TV
AV
STANDBY
POWER
MD
CD
SLEEP
CD-R
MULTI CH IN
CBL
DVD
TUNER
DTV
DOCK
V-AUX
USB
CODE SET
NET
DVR
AMP
*1
POWER
TV
AV
CD
CD-R
SOURCE
TV VOL
TV CH
TRANSMIT
POWER
STANDBY
MD
VOLUME
TV
SLEEP
MULTI CH IN
CBL
DVD
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
DIRECT ST.
5
6
7
8
POWER
*1
TUNER
DTV
DOCK
USB
V-AUX
DVR
NET
TV VOL
TV CH
VOLUME
AMP
SPEAKERS
ENHANCER
9
0
NIGHT
SOURCE
STRAIGHT
TV
ENT.
10
EFFECT
PRESET/CH
SET MENU
LEVEL
TITLE
MENU
BAND
SRCH MODE
*2
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
DIRECT ST.
5
6
7
8
SPEAKERS
ENHANCER
NIGHT
STRAIGHT
9
0
MOVIE
ENTER
A/B/C/D/E
RETURN
DISPLAY
DAB MEMORY
ON SCREEN
REC
ENT.
10
AUDIO
PC/MCX
FREQ/TEXT
NET RADIO
MODE
EFFECT
PRESET/CH
USB
PTY SEEK START
SET MENU
LEVEL
EON
TITLE
MENU
BAND
SRCH MODE
*2
ENTER
A/B/C/D/E
RETURN
DISPLAY
DAB MEMORY
ON SCREEN
REC
AUDIO
PC/MCX
NET RADIO
FREQ/TEXT
MODE
USB
PTY SEEK START
EON
Opmerkingen
*1
Deze toetsen bedienen altijd alleen dit toestel, ongeacht de
stand van de component-keuzeschakelaar.
*2 Deze toetsen bedienen dit toestel alleen wanneer de
component-keuzeschakelaar op AMP staat.
Opmerkingen
*1
Deze toetsen bedienen altijd uw TV, ongeacht de stand van de
component-keuzeschakelaar.
Afstandsbediening
*2
84 Nl
Digitale TV/ Kabel TV
TV POWER
Hiermee schakelt u de stroom in of uit.
TV VOL +/–
Hiermee verhoogt of verlaagt u het
volume.
TV CH +/–
Wijzigt het kanaalnummer.
TV MUTE
Deze toets schakelt de geluidsweergave
tijdelijk uit.
TV INPUT
Wijzigt de signaalbron.
Deze toetsen bedienen uw TV alleen wanneer de componentkeuzeschakelaar op TV staat. Zie voor details de “Digitale TV/
Kabel TV” kolom op bladzijde 85.
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
■ Bedienen van andere componenten
Zet de component-keuzeschakelaar op SOURCE om
andere componenten geselecteerd met de
ingangskeuzetoetsen,
of de blanco toets rechts van
MD/CD-R te kunnen bedienen. U moet voor elke
signaalbron de juiste afstandsbedieningscode instellen (zie
bladzijde 86). De volgende tabel toont de functies van de
bedieningstoetsen voor het bedienen van andere
componenten die zijn toegewezen aan de
ingangskeuzetoetsen,
en de blanco toets rechts van
MD/CD-R. Het is mogelijk dat sommige toetsen niet het
verwachte effect hebben op de geselecteerde component.
Afstandsbediening
U
1
CODE SET
POWER
TRANSMIT
STANDBY
POWER
TV
AV
CD
CD-R
POWER
MD
DTV
TUNER
DVR
NET
DOCK
USB
V-AUX
AMP
SOURCE
TV VOL
TV CH
VOLUME
3
4
5
TV INPUT
MUTE
MUSIC
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
Digitale TV/
Kabel TV
LD/CD-speler
MD/CDrecorder
3
4
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
DIRECT ST.
MOVIE
5
6
7
8
SPEAKERS
ENHANCER
NIGHT
STRAIGHT
9
0
ENT.
10
PRESET/CH
SET MENU
LEVEL
TITLE
MENU
SRCH MODE
BAND
7
8
ENTER
A/B/C/D/E
RETURN
DISPLAY
DAB MEMORY
ON SCREEN
9
REC
6
TV MUTE
STEREO
Videorecorder
ENTERTAIN
2
EFFECT
TV
DVD-speler/
recorder
U
MUSIC
1
MULTI CH IN
CBL
DVD
2
SLEEP
U
STEREO
Tuner
AUDIO
PC/MCX
NET RADIO
FREQ/TEXT
MODE
USB
PTY SEEK START
iPod®
EON
PC/MCX-2000/
Internetradio/
USB
1
2
AV POWER
Aan/uit *1
Aan/uit *1
Aan/uit *2
Aan/uit *1
Aan/uit *1
1-9, 0, +10
Cijfertoetsen
Cijfertoetsen
Cijfertoetsen
Cijfertoetsen
Cijfertoetsen
3
4
TITLE
Titel
Band
Bladwijzer *5
PRESET/CH
u
Hoger
VCR volgende
kanaal
Hoger
Volgende
voorkeuzezender Hoger
(1-8)
Hoger
PRESET/CH
d
Lager
VCR vorige
kanaal
Lager
Vorige
voorkeuzezender Lager
(1-8)
Lager
A/B/C/D/E j
Links
Links
Vorige
voorkeuzezender Vorige menu
(A-E)
Vorige menu
A/B/C/D/E i
Rechts
Rechts
Volgende
voorkeuzezender Volgende menu
(A-E)
Volgende menu
Volgende menu
Volgende menu
5
6
Voorkeuzezenders
(1-8)
ENTER
Enter
Enter
RETURN
Terug
Terug
REC
Disc overslaan
(speler)
Rec *3
Rec (opname) *3
Rec *2*3
Disc overslaan
(CD-speler)
Rec *3
p
Weergave
Weergave
Weergave *2
Weergave
Weergave
Weergave
Weergave
w
Terug zoeken
Terug zoeken
Terug zoeken *2 Terug zoeken
Terug zoeken
Terug zoeken *4
Selecteer NET
RADIO
f
Vooruit zoeken
Vooruit zoeken
Vooruit zoeken *2 Vooruit zoeken
Vooruit zoeken
Vooruit zoeken *4 Selecteer USB
Selecteer
PC/MCX
Audio
Audio
Audio *2
e
Pauze
Pauze
Pauze *2
Pauze
Pauze
Pauze
b
Terug springen
Terug springen
Terug springen *2 Terug springen
Terug springen
Terug springen
Terug springen *6
a
Vooruit
springen
Vooruit
springen
Vooruit
springen *2
Vooruit
springen
Vooruit
springen
Vooruit
springen
Vooruit
springen *6
s
Stop
Stop
Stop *2
Stop
Stop
Stop
Stop
Enter
Hoofdstuk/Tijd
(LD-speler)
Index
Index (CD-speler)
Vorige menu
Vorige menu
Display
Display
7
ENT.
8
9
MENU
Menu
DISPLAY
Display
Titel/Index
Enter
Menu
Display
Display
Display
Display
GEAVANCEERDE
BEDIENING
AUDIO
Geluid
(LD-speler)
Opmerkingen
*1
Deze toets werkt alleen wanneer de originele afstandsbediening van de component in kwestie een POWER (aan/uit) toets heeft.
Deze toetsen bedienen uw videorecorder of DVD-recorder alleen wanneer u de juiste afstandsbedieningscode instelt voor DVR (zie
bladzijde 86).
*3 Wanneer u deze toets gebruikt om opnamen te maken van een signaalbron, dient u deze tweemaal in te drukken om storingen te
voorkomen.
*4 Houd de toets ingedrukt om terug of vooruit te zoeken.
*5 Houd de toets ingedrukt om uw favoriete Internetradiozenders op te slaan via bladwijzers (zie bladzijde 97).
*6 Deze toetsen werken niet wanneer de Internetradio is geselecteerd als de sub-signaalbron voor NET/USB.
*2
Nederlands
85 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Instellen van
afstandsbedieningscodes
1
Druk op een ingangskeuzetoets, op
of op
de blanco toets rechts van MD/CD-R om de
component die u wilt instellen te selecteren.
Om uw TV of andere componenten te kunnen bedienen,
moet u de juiste afstandsbedieningscodes voor de diverse
signaalbronnen instellen. Raadpleeg de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding voor een complete lijst met de
beschikbare afstandsbedieningscodes.
MD
CD
Archief
Componenten
(categorie)
Fabrikant
Standaard
code
CD
CD
YAMAHA
61907
MD/CD-R
MD
YAMAHA
70888
DVD
DVD
YAMAHA
40539
DTV/CBL
–
–
–
TUNER
TUNER
YAMAHA
81916
V-AUX/
DOCK
OTHER AUDIO
ACCESSORIES
(iPod)
YAMAHA
81981
DVR
DVR
YAMAHA
51544
DTV
DOCK
2
Standaardinstellingen afstandsbedieningscodes
Signaalbron
MULTI CH IN
CBL
DVD
V-AUX
De volgende tabel toont de standaard ingestelde
component in de “Archief (componentencategorie)”
kolom en de afstandsbedieningscode voor elk van de
signaalbronnen.
SLEEP
CD-R
TUNER
USB
DVR
NET
Druk met een balpen of iets dergelijks CODE
SET in.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer.
TRANSMIT
CODE SET
Knippert
3
Voer met de cijfertoetsen (0 t/m 9) de vijf
cijfers van de afstandsbedieningscode voor
de component in kwestie in.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer, waarna de
afstandsbedieningscode voor de geselecteerde
component zal zijn ingesteld.
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
1
2
3
MOVIE
4
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
DIRECT ST.
5
6
7
8
SPEAKERS
ENHANCER
NIGHT
STRAIGHT
9
0
TRANSMIT
NET/USB
Blanco toets
OTHER AUDIO
ACCESSORIES
(NET/USB)
YAMAHA
–
–
–
TAPE
YAMAHA
70524
81982
Opmerking
Het is mogelijk dat u uw specifieke YAMAHA component niet
kunt bedienen, ook al is er een YAMAHA
afstandsbedieningscode voorgeprogrammeerd. Probeer in een
dergelijk geval een andere YAMAHA afstandsbedieningscode in
te stellen.
y
De blanco toets is de toets rechts naast MD/CD-R.
86 Nl
10
Knippert
ENT.
EFFECT
y
Om een eerder voor de geselecteerde component ingestelde
afstandsbedieningscode te wissen, dient u code “9980” in te
voeren.
Opmerkingen
• Als er meerdere codes zijn voor de fabrikant van uw
component, probeer ze dan één voor één tot u de juiste
gevonden heeft.
• Als u bij stap 3 niet binnen 30 seconden op een toets drukt, zal
de insteprocedure worden geannuleerd. Herhaal in een dergelijk
geval de instelprocedure.
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
■ Instellen van TUNER ID archiefcodes
voor de afstandsbediening
Instellen van archiefcodes
U kunt verschillende YAMAHA receivers of versterkers in
dezelfde ruimte tegelijkertijd bedienen met de
meegeleverde afstandsbediening. Stel de juiste
archiefcode in om de gewenste component te selecteren en
te bedienen met de meegeleverde afstandsbediening.
Selecteer één van de volgende codes om de TUNER ID
archiefcode van de afstandsbediening voor de component
die u wilt gebruiken in te stellen.
1
■ Instellen van AMP ID archiefcodes voor
de afstandsbediening
Druk op TUNER om de “TUNER” (radio) als
signaalbron te selecteren.
TUNER
Selecteer één van de volgende codes om de AMP ID
archiefcode van de afstandsbediening voor de component
die u wilt gebruiken in te stellen.
2
1
Druk met een balpen of iets dergelijks CODE
SET in.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer.
Druk met een balpen of iets dergelijks CODE
SET in.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer.
TRANSMIT
CODE SET
TRANSMIT
CODE SET
Knippert
Knippert
3
2
Gebruik de cijfertoetsen om de code “00001”
of “00002” in te voeren.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer, waarna de AMP ID archiefcode
zal zijn ingesteld.
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
DIRECT ST.
5
6
7
8
SPEAKERS
ENHANCER
NIGHT
STRAIGHT
9
0
10
Gebruik de cijfertoetsen om de code “81916”
of “81917” in te voeren.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer, waarna de TUNER ID
archiefcode zal zijn ingesteld.
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
DIRECT ST.
5
6
7
8
SPEAKERS
ENHANCER
NIGHT
STRAIGHT
9
0
TRANSMIT
TRANSMIT
10
Knippert
ENT.
EFFECT
Knippert
ENT.
AMP ID
archiefcode *1
Functie
00001
Bedienen van het toestel
(begininstelling) met de standaardcode.
00002
Afstandsbediening
AMP ID *2
ID1
(begininstelling)
Om het toestel te
gebruiken met een
alternatieve code.
TUNER ID
archiefcode *1
81916
Bedienen van het toestel
(begininstelling) met de standaardcode.
81917
ID2
*1
Instelling van de afstandsbediening
*2 Instelling van dit toestel (zie bladzijde 82)
Functie
*1
*2
Afstandsbediening
TUNER ID *2
ID1
(begininstelling)
Om het toestel te
gebruiken met een
alternatieve code.
ID2
GEAVANCEERDE
BEDIENING
EFFECT
Instelling van de afstandsbediening
Instelling van dit toestel (zie bladzijde 83)
Opmerkingen
Opmerkingen
87 Nl
Nederlands
• U moet de corresponderende AMP ID-archiefcode voor de
dit toestel instellen via de uitgebreide setup
(zie bladzijde 82).
• Wanneer u verschillende YAMAHA receivers/versterkers
gebruikt is het mogelijk dat u de andere componenten ook
bedient met de standaardcode voor de afstandsbediening.
Stel in een dergelijk geval één vd alternatieve codes in om
dit toestel apart te kunnen bedienen.
• U moet de corresponderende TUNER ID-archiefcode voor
de dit toestel instellen via de uitgebreide setup
(zie bladzijde 83).
• Wanneer u verschillende YAMAHA receivers/versterkers
gebruikt is het mogelijk dat u de andere componenten ook
bedient met de standaardcode voor de afstandsbediening.
Stel in een dergelijk geval één vd alternatieve codes in om
dit toestel apart te kunnen bedienen.
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Terugzetten van alle
afstandsbedieningscodes
Met deze functie kunt u alle eerder ingestelde
afstandsbedieningscodes terugzetten op de
fabrieksinstellingen.
1
Druk met een balpen of iets dergelijks CODE
SET in.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer.
TRANSMIT
CODE SET
Knippert
2
Gebruik de cijfertoetsen om de code “9981”
in te voeren.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer, waarna alle eerder ingestelde
afstandsbedieningscodes zullen worden gewist en
teruggezet op de fabrieksinstellingen.
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
DIRECT ST.
5
6
7
8
SPEAKERS
ENHANCER
NIGHT
STRAIGHT
9
0
10
MOVIE
ENT.
TRANSMIT
Knippert
EFFECT
y
Als u na stap 2 niet binnen 30 seconden op een toets drukt,
zal het wissen worden geannuleerd. Herhaal in een dergelijk
geval de procedure voor het wissen.
88 Nl
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE)
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE)
Dit toestel stelt u in staat uw audiosysteem in meerdere ruimten (multi-zone) te gebruiken. De Zone 2 functie maakt het
mogelijk dit toestel zo in te stellen dat er verschillende signaalbronnen worden weergegeven in de belangrijkste
luisterruimte en in een tweede ruimte (Zone 2). Met de meegeleverde afstandsbediening kunt u dit toestel ook vanuit de
andere ruimte bedienen.
Er kunnen alleen analoge signalen gebruikt worden in de tweede ruimte (zone). Een signaalbron waarnaar u ook in de
tweede ruimte wilt kunnen luisteren moet via de analoge AUDIO IN ingangsaansluitingen op dit toestel zijn
aangesloten.
Aansluiten Zone 2
Om ook in een andere ruimte gebruik te kunnen maken van dit toestel heeft u de volgende extra apparatuur nodig:
• Een infrarood ontvanger in de tweede ruimte.
• Een infrarood zender in de eerste ruimte. Deze zender brengt de infraroodsignalen van de afstandsbediening in de
tweede ruimte over naar de eerste ruimte (naar een CD-speler of DVD-speler, bijvoorbeeld).
• Een versterker en luidsprekers in de tweede ruimte.
y
• Omdat er allerlei manieren zijn waarop dit toestel aangesloten en gebruikt kan worden in een installatie met weergave in meerdere
ruimten, raden we u aan uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of service-centrum te raadplegen omtrent de Zone 2
aansluitingen die het best zouden voldoen aan uw wensen.
• Sommige YAMAHA modellen kunnen direct worden verbonden met de REMOTE aansluitingen van dit toestel. Als u een dergelijk
product heeft, is het mogelijk dat u geen infraroodzender nodig heeft. Er kunnen maximaal 6 YAMAHA componenten worden
aangesloten op de hieronder aangegeven manier.
REMOTE IN
REMOTE IN
REMOTE OUT
Infraroodontvanger
REMOTE OUT
REMOTE IN
REMOTE IN
REMOTE OUT
YAMAHA
component
Dit toestel
REMOTE OUT
YAMAHA
component
Eerste ruimte
GEAVANCEERDE
BEDIENING
■ Gebruik in meerdere ruimten en Zone 2 aansluitingen
Tweede ruimte
ZONE 2 OUTPUT
SP OUT
Versterker
MONITOR OUT
DVD-speler
Afstandsbediening
AUDIO IN
VIDEO IN
Dit toestel
MAIN ZONE
ZONE 2
Infraroodontvanger
Infraroodzender
Nederlands
REMOTE OUT
REMOTE IN
Opmerkingen
• Wanneer u de eerste ruimte niet hoeft te gebruiken, kunt u deze met MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel uitschakelen.
• Om onverwacht lawaai te voorkomen mag u IN GEEN GEVAL de Zone 2 functie gebruiken met DTS gecodeerde CD’s.
89 Nl
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE)
Bediening Zone 2
U kunt Zone 2 selecteren en bedienen met de
bedieningstoetsen op het voorpaneel of op de
afstandsbediening. De beschikbare mogelijkheden zijn als
volgt:
• Selecteren van de signaalbron voor Zone 2
• Afstemmen op FM of AM wanneer “TUNER” is
geselecteerd als de signaalbron voor Zone 2
(zie bladzijde 46)
• U kunt luisteren naar de muziek op uw iPod indien
deze is geplaatst in een YAMAHA iPod univereel dock
(zoals de los verkrijgbare YDS-10) verbonden met de
DOCK aansluiting van dit toestel, en met “V-AUX”
geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 92)
2
Druk op ZONE CONTROL om Zone 2 te
kunnen bedienen.
De ZONE2 indicator knippert ongeveer 5 seconden
lang op het display op het voorpaneel.
ZONE
CONTROL
ZONE2
Knippert
3
y
Verdraai INPUT om de gewenste signaalbron
te selecteren terwijl de ZONE2 indicator
knippert op het display op het voorpaneel.
INPUT
Het volume en de toonweergave kunnen niet worden geregeld
voor Zone 2. Regel het volume met de regelaar op de versterker in
Zone 2.
Opmerkingen
• U moet elk van deze stappen afronden terwijl de ZONE2
indicator knippert op het display op het voorpaneel. Doet u dat
niet, dan zal de Zone 2 functie automatisch worden geannuleerd
en keert het toestel terug naar de normale gebruiksfunctie.
Herhaal in een dergelijk geval de Zone 2 instelprocedure.
• De Zone 2 bediening werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF
op het voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
■ Bediening Zone 2 via het voorpaneel
1
Kies ZONE 2 ON/OFF om Zone 2 in te
schakelen.
ZONE 2
ON/OFF
y
ZONE 2 ON/OFF werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF
op het voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
90 Nl
4
Druk op ZONE 2 ON/OFF om Zone 2 uit
(standby) te zetten.
ZONE 2
ON/OFF
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE)
■ De afstandsbediening in de stand voor
Zone 2 zetten
1
Opmerking
De afstandsbediening staat oorspronkelijk in de stand voor de
bediening van de eerste ruimte. Om Zone 2 te kunnen bedienen
met de afstandsbediening, moet eerst de afstandsbediening in de
stand voor Zone 2 zetten.
1
Druk met een balpen of iets dergelijks CODE
SET in.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer.
Houd POWER of STANDBY ingedrukt en druk
dan op
om de afstandsbediening in de
Zone 2 stand te zetten.
• Druk op POWER wanneer de eerste ruimte is
ingeschakeld.
• Druk op STANDBY wanneer de eerste ruimte is
uitgeschakeld.
De TRANSMIT indicator op de afstandsbediening
licht op wanneer de afstandsbediening in de Zone 2
stand wordt gezet.
POWER
Houd
ingedrukt
TRANSMIT
CODE SET
TRANSMIT
of
Knippert
2
Gebruik de cijfertoetsen om de code “9992”
in te voeren.
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
2
Kies POWER om Zone 2 in te schakelen.
MOVIE
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
DIRECT ST.
5
6
7
8
SPEAKERS
ENHANCER
NIGHT
STRAIGHT
9
0
10
Licht op
STANDBY
ENT.
POWER
TRANSMIT
Knippert
EFFECT
3
■ Bediening Zone 2 via de
afstandsbediening
Druk op één van de ingangskeuzetoetsen om
de gewenste signaalbron voor Zone 2 te
selecteren.
MD
Opmerkingen
SLEEP
CD-R
MULTI CH IN
CBL
DVD
DTV
TUNER
DOCK
V-AUX
USB
DVR
NET
y
Om de geluidsweergave in Zone 2 tijdelijk uit te schakelen,
dient u op de afstandsbediening op MUTE te drukken. Druk
nog eens op MUTE om de geluidsweergave in Zone 2 te
hervatten.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
• De afstandsbediening staat oorspronkelijk in de stand voor de
eerste ruimte en de TRANSMIT indicator op de
afstandsbediening is uit wanneer de afstandsbediening in de
stand voor de eerste ruimte staat.
• Wanneer de afstandsbediening in de stand voor Zone 2 staat,
kunt u de POWER, STANDBY, MUTE en de
ingangskeuzetoetsen gebruiken voor de bediening van Zone 2.
De andere toetsen van de afstandsbediening blijven echter
gereserveerd voor de bediening van de eerste ruimte.
• De afstandsbediening gaat in de volgende gevakkeb
automatisch uit de stand voor Zone 2:
– wanneer u niet binnen 10 seconden nadat u de
afstandsbediening op Zone 2 heeft gezet een handeling
uitvoert.
– wanneer u op de afstandsbediening op een andere toets dan
POWER, STANDBY, MUTE of de ingangskeuzetoetsen
drukt.
CD
MUTE
4
Druk op STANDBY om Zone 2 uit (standby) te
zetten.
STANDBY
Nederlands
91 Nl
GEBRUIKEN VAN EEN IPOD®
GEBRUIKEN VAN EEN iPod®
Wanneer uw iPod is geplaatst in een YAMAHA iPod univereel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10) verbonden met
de DOCK aansluiting van dit toestel (zie bladzijde 22), kunt met de meegeleverde afstandsbediening de weergave van uw
iPod regelen. U kunt de Compressed Music Enhancer functie van dit toestel gebruiken om de geluidskwaliteit van
gecomprimeerde digitale audiobestanden (zoals MP3) op uw iPod te verbeteren (zie bladzijde 37).
Opmerkingen
• Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund.
• Afhankelijk van het model of de softwareversie van uw iPod is het mogelijk dat sommige functies daarmee niet compatibel zijn.
y
• Voor een commplete lijst met afstandsbedieningsfuncties voor uw iPod, verwijzen we u naar de “iPod” kolom onder “Bedienen van
andere componenten” op bladzijde 85.
• Voor een complete lijst met statusmeldingen die op het display op het voorpaneel en het in-beeld display kunnen verschijnen verwijzen
we u naar het “iPod” gedeelte in het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” op bladzijde 104.
iPod bediening
U kunt uw iPod gebruiken wanneer “V-AUX” is
geselecteerd als signaalbron. U kunt uw iPod bedienen via
het in-beeld display van dit toestel (menufunctie) of
zonder dit hulpmiddel (eenvoudige
afstandsbedieningsfunctie).
■ Bedienen van een iPod met de
eenvoudige afstandsbedieningsfunctie
U kunt de basisfuncties van uw iPod (weergave, stop,
overslaan enz.) uitvoeren met de meegeleverde
afstandsbediening, zonder gebruik te maken van het inbeeld display van dit toestel.
y
• U kunt de op uw iPod opgeslagen foto’s of videoclips bekijken.
• U kunt de bediening ook uitvoeren met de bedieningsorganen
op uw iPod.
92 Nl
■ Bedienen van een iPod met de
menufunctie
U kunt de meer geavanceerde functies van uw iPod
uitvoeren met de meegeleverde afstandsbediening met
behulp van het in-beeld display van dit toestel. De naam
van het weergegeven muziekstuk zal op het display op het
voorpaneel worden weergegeven in overeenstemming met
de “FL SCROLL” instelling in het “OPTION MENU” (zie
bladzijde 79). U kunt via het in-beeld display ook door de
muziekstukken op uw iPod bladeren. U kunt bovendien
instellingen voor uw iPod aanpassen aan uw persoonlijke
voorkeuren.
Opmerkingen
• U kunt de bediening niet uitvoeren met de bedieningsorganen
op uw iPod.
• Het YAMAHA logo zal verschijnen op het display van uw iPod.
• Sommige tekens kunnen niet worden weergegeven op het
display op het voorpaneel of in het in-beeld display van dit
toestel. Dergelijke tekens worden vervangen door een “_”
(onderstreping).
• De “Setup” parameters kunnen alleen worden gewijzigd via het
in-beeld display. Druk op ENTER op de afstandsbediening om
heen en weer te schakelen tussen de “Setup” instellingen.
• U kunt niet met het in-beeld display bladeren door eventueel op
uw iPod opgeslagen foto’s of videoclips. U moet in plaats
daarvan de bedieningsorganen op uw iPod gebruiken om de
gewenste foto of videoclip te selecteren.
GEBRUIKEN VAN EEN iPod®
1
Druk op DISPLAY op de afstandsbediening.
Het volgende scherm zal op het in-beeld display
verschijnen.
iPod
DISPLAY
ON SCREEN
2
Top
Playlists
Artists
Albums
Songs
Genres
Composers
Setup
>
>
>
>
>
>
>
Druk op u / d / j / i op de afstandsbediening
om het iPod menu te bedienen en druk
vervolgens op ENTER om het geselecteerde
muziekstuk weer te laten geven.
PRESET/CH
PRESET/CH
ENTER
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
Keuzes: Playlists (speellijsten), Artists (artiesten),
Albums (albums), Songs (songs), Genres
(genres), Composers (componisten)
• Playlists > Songs
• Artists > Albums > Songs
• Albums > Songs
• Songs
• Genres > Artists > Albums > Songs
• Composers > Albums > Songs
• Setup > Shuffle, Repeat
Willekeurige weergave Shuffle
Met deze functie kunt u dit toestel muziekstukken of
albums in willekeurige volgorde laten weergeven.
Keuzes: Off, Songs, Albums
• Selecteer “Off ” om deze functie uit te schakelen.
• Selecteer “Songs” om dit toestel muziekstukken in
willekeurige volgorde te laten weergeven.
• Selecteer “Albums” om dit toestel albums in
willekeurige volgorde te laten weergeven.
Opmerking
Wanneer “Shuffle” op een andere instelling dan “Off ” staat, zal
de letter “S” oplichten in de rechter bovenhoek terwijl de
muziekstukken of albums in willekeurige volgorde worden
weergegeven.
Herhaalde weergave Repeat
Met deze functie kunt u dit toestel een muziekstuk of een
reeks muziekstukken laten herhalen.
Keuzes: Off, One, All
• Selecteer “Off ” om deze functie uit te schakelen.
• Selecteer “One” om dit toestel één muziekstuk te laten
herhalen.
• Selecteer “All” om dit toestel een reeks muziekstukken
te laten herhalen.
Opmerking
Wanneer “Repeat” op een andere instelling dan “Off ” staat, zal de
letter “R” oplichten in de rechter bovenhoek terwijl het
muziekstuk of de muziekstukken worden herhaald.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
93 Nl
GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES
GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES
Dit toestel is uitgerust met netwerk en USB functies die u in staat stellen te luisteren naar WAV (uitsluitend PCM
formaat), MP3 en WMA bestanden die zijn opgeslagen op uw PC, YAMAHA MCX-2000, USB geheugenapparatuur of
draagbare USB audiospeler, en die u toegang geven tot Internetradio.
Opmerkingen
• De YAMAHA MCX-2000 is mogelijk niet verkrijgbaar in bepaalde locaties.
• Voor verdere details over netwerkaansluitingen dient u tevens de handleidingen van uw netwerkapparatuur te raadplegen. Raadpleeg
indien nodig ook technische referentiewerken.
• Het is mogelijk dat sommige WAV, MP3 en WMA bestanden niet weergegeven kunnen worden of veel ruis of storing bevatten.
y
• Voor een commplete lijst met afstandsbedieningsfuncties voor de netwerk en USB functies verwijzen we u naar de “PC/MCX-2000/
Internetradio/USB” kolom in “Bedienen van andere componenten” op bladzijde 85.
• Voor een complete lijst met statusmeldingen die op het display op het voorpaneel en het in-beeld display kunnen verschijnen verwijzen
we u naar het “Netwerk en USB” gedeelte in het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” op bladzijde 105.
Uw weg vinden in de netwerk en USB menu’s
Het volgende schema laat de opbouw van het netwerk en USB menu zien.
NET/USB
PC/MusicCAST
(MCX-2000)
Internet Radio
USB
Server*
Playlists
Selecteren van een muziekstuk via een speellijst.
Artists
Selecteren van een muziekstuk op artiest. Bovendien kunt u voor een
bepaalde artiest ook een album selecteren (alleen voor de MCX-2000).
Albums
Selecteren van een muziekstuk op album.
Songs
Direct selecteren van een muziekstuk.
Genres
Selecteren van een muziekstuk op genre. Bovendien kunt u voor een
bepaald genre ook een album selecteren (alleen voor de MCX-2000).
Recall Play
Laat dit toestel de weergave oproepen van een MCX-2000 of andere cliënt.
Raadpleeg voor details de handleiding van de MCX-2000.
Bookmarks
Selecteren van een Internetradiozender die is opgenomen in de lijst met “Bookmarks”
(zie bladzijde 97).
Locations
Selecteren van een Internetradiozender of een Podcast dienst op locatie.
Genres
Selecteren van een Internetradiozender of een Podcast dienst op genre.
New Stations
Selecteren van een Internetradiozender uit zenders die zojuist met een programma begonnen
zijn.
Popular Stations
Selecteren van een Internetradiozender uit een lijst met populaire zenders.
Podcasts
Selecteren van een Podcast dienst op locatie of genre.
Help
Zendt stembegeleiding uit over diverse onderwerpen met betrekking tot de gerelateerde
Internetservice.
Bestanden/Mappen
Selecteren van een bestand door het bladeren door mappen.
Opmerking
*
Alleen de beschikbare PC servers en MCX-2000 apparaten worden getoond.
94 Nl
GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES
De volgende procedure laat de basisstappen zien voor het
navigeren, het bladeren, door de netwerk en USB menu’s.
Zie de bladzijden 96 en 97 voor details over elke subsignaalbron.
2
Opmerking
“Please wait” kan verschijnen wanneer de communicatie tijd kost.
Dit duidt niet op een storing aan uw systeem. U zult gewoon even
geduld moeten oefenen.
1
Zet de component-keuzeschakelaar op
SOURCE en druk vervolgens op NET/USB op
de afstandsbediening om “NET/USB” als
signaalbron te selecteren.
De cursor links van de NET/USB indicator zal
oplichten op het display op het voorpaneel en het
eerder weergegeven materiaal voor de
corresponderende su-signaalbron voor NET/USB zal
automatisch worden weergegeven.
NET/USB
SET MENU
MENU
Top
PC/MusicCAST
Internet Radio
USB
>
>
>
SRCH MODE
1/3
3
AMP
USB
SOURCE
Druk op MENU op de afstandsbediening om
het NET/USB hoofdmenu weer te laten
geven.
Het volgende scherm zal op het in-beeld display
verschijnen.
Als er een ander scherm op het in-beeld display
verschijnt, dient u net zo vaak op MENU op de
afstandsbediening te drukken tot het NET/USB
hoofdmenu verschijnt.
Druk op u / d om de gewenste subsignaalbron te selecteren en druk vervolgens
op i of ENTER.
NET
y
TV
U kunt de gewenste sub-signaalbron ook selecteren door op
de corresponderende toets op de afstandsbediening te
drukken (zie bladzijde 7).
Licht op
4
pNET
USB
DVR
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R
TUNER
CD
VOLUME
SP
A
PC/MCX
dB
L
R
Druk op u / d / j / i op de afstandsbediening
om het gewenste muziekstuk of de gewenste
Internetradiozender te selecteren.
• Druk op u / d om het gewenste menu te
selecteren.
• Druk op i om het gewenste menu te openen.
• Druk op j om terug te keren naar het vorige
menuniveau.
5
GEAVANCEERDE
BEDIENING
y
• “i” in de rechter hoek van een menuregel geeft aan dat er
een submenu beschikbaar is op het volgende menuniveau.
• U kunt op ENTER of MENU drukken om het
geselecteerde menu te openen of om terug te keren naar
het vorige menuniveau.
Druk op ENTER om het geselecteerde
muziekstuk weer te laten geven of om te
luisteren naar de geselecteerde zender.
Nederlands
95 Nl
GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES
Gebruiken van een PC server of
YAMAHA MCX-2000
Gebruik deze functie om te luisteren naar
muziekbestanden die zijn opgeslagen op uw PC of
YAMAHA MCX-2000. De MCX-2000 is een
muziekserver die het concept volgt van YAMAHA’s
exclusieve MusicCAST, een digitaal muzieksysteem voor
weergave via een persoonlijk netwerk.
1
Installeer Windows Media Connect 2.0 op uw
PC, of registreer dit toestel op uw YAMAHA
MCX-2000.
• Raadpleeg “Installeren van Windows Media
Connect 2.0 op uw PC” op bladzijde 96 en
“Registreren van dit toestel op de YAMAHA
MCX-2000” op bladzijde 97.
• Deze procedure hoeft u alleen de eerste keer uit te
voeren.
2
Zet uw PC of MCX-2000 aan.
De PC server of MCX-2000 wordt toegevoegd aan de
serverlijst op het submenu van PC/MusicCAST.
3
Selecteer de gewenste server or MusicCAST
om de weergave te laten beginnen.
Opmerkingen
• De YAMAHA MCX-2000 is mogelijk niet verkrijgbaar in
bepaalde locaties.
• U kunt dit toestel aansluiten op maximaal 4 PC servers en op 1
MCX-2000 en elke server moet zijn aangesloten op hetzelfde
subnet als dit toestel.
• Het is mogelijk dat sommige WAV, MP3 en WMA bestanden op
uw PC niet weergegeven kunnen worden of veel ruis of storing
bevatten.
• (Alleen voor de MCX-2000) Bestanden met een asterisk (*) zijn
niet omgezet naar MP3 formaat. U kunt dergelijke bestanden
niet onmiddellijk afspelen, behalve wanneer u de “Receive
PCM Stream” instelling voor dit toestel instelt op “ON” op
MCX-2000. Raadpleeg voor details de handleiding van de
MCX-2000.
y
• Terwijl er een muziekstuk wordt weergegeven, zal de verstreken
tijd onderaan het in-beeld display worden aangegeven.
• U kunt met b / a vooruit/terug springen en met h / s
de weergave starten/stoppen, onafhankelijk van het menu in het
in-beeld display.
• U kunt de instellingen voor herhaalde en willekeurige weergave
bepalen via de “PLAY STYLE” parameters in het “NET/USB
MENU” (zie bladzijde 77).
• U kunt instellen of de bedieningsstatus doorlopend over het
display op het voorpaneel moet lopen of maar één keer en
vervolgens alleen moet worden aangeduid met de eerste 14
tekens via de “FL SCROLL” instelling in het “OPTION
MENU” (zie bladzijde 79).
96 Nl
■ Installeren van Windows Media Connect
2.0 op uw PC
Met Windows Media Connect 2.0 kunt u de op uw PC
opgeslagen audiobestanden weergeven. Raadpleeg voor
details de documentatie van Windows Media Connect 2.0.
1
Installeer Windows Media Connect 2.0 op uw
PC.
U kunt het installatieprogramma voor Windows
Media Connect 2.0 downloaden van de Microsoft
website.
2
Zet uw PC aan en deel een map op de PC met
anderen.
De 'gedeelde' map wordt toegevoegd aan de
serverlijst op het submenu van PC/MusicCAST.
Opmerkingen
• Het is mogelijk dat bepaalde beveiligingssoftware op uw PC
(antivirussoftware, firewall enz.) de toegang van dit toestel tot
uw PC blokkeert. Maak in een dergelijk geval de juiste
instellingen in de betreffende beveiligingssoftware.
• Als u een PC gebruikt met Windows XP Professional en de PC
inlogt op een domein, is het mogelijk dat u geen verbinding zult
kunnen krijgen met de PC server. Log in een dergelijk geval in
op de lokale machine in plaats van het domein.
GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES
■ Registreren van dit toestel op de
YAMAHA MCX-2000
U moet dit toestel registreren op uw YAMAHA
MCX-2000 zodat dit toestel kan worden herkend door uw
YAMAHA MCX-2000. Raadpleeg voor details de
handleiding van uw YAMAHA MCX-2000.
1
Zet dit toestel uit.
2
Zet uw YAMAHA MCX-2000 in de “Auto
Config” stand.
3
Zet dit toestel aan.
• De MCX-2000 wordt toegevoegd aan de serverlijst
op het submenu van PC/MCX.
• De cliënt ID van dit toestel verschijnt in het inbeeld display van uw YAMAHA MCX-2000
(als CL-XXXXX), en hiermee is de automatische
configuratieprocedure ten einde.
Opmerkingen
• Het laatste deel van de cliënt ID van dit toestel is hetzelfde als
de laatste 5 cijfers van het MAC adres van dit toestel. Voor
details over het MAC adres, zie bladzijde 78.
• Om de geregistreerde cliënt ID van dit toestel te wissen dient u
de “Manual Config” stand van uw YAMAHA MCX-2000 te
gebruiken (raadpleeg de handleiding van uw MCX-2000) en de
“N-RESET” instelling in het geavanceerde instellingenmenu
van dit toestel op “RESET” te zetten (zie bladzijde 82).
• De cliënt bedieningsfuncties van MusicCAST zijn niet
beschikbaar met betrekking tot dit toestel, met uitzondering van
“View Play Info”, “Receive PCM Stream” en “Edit Client title”.
Vermijd het gebruik van deze functies, want deze zullen de
weergave op dit toestel stoppen.
Gebruiken van de Internetradio
Gebruik deze functie om naar Internetradiozenders te
luisteren. Dit toestel maakt gebruik van de vTuner service
voor Internetradiozenders, speciaal aangepast voor dit
toestel, met een database van meer dan 2000 radiozenders.
Bovendien kunt u uw favoriete zenders opslaan door
middel van ‘bladwijzers’.
Opmerkingen
• Deze service kan zonder kennisgeving worden opgeheven.
• Het is mogelijk dat sommige Internetradiozenders niet kunnen
worden weergegeven, ook al worden ze geselecteerd in het NET
RADIO menu.
• Om naar de Internetradio te kunnen luisteren, moet dit toestel
aangesloten zijn op uw netwerk (zie bladzijde 23).
• Een smalband internetverbinding (bijv. 56K modem, ISDN) zal
geen goede resultaten opleveren en daarom bevelen we een
breedbandaansluiting aan (bijv. een kabelmodem, xDSL
modem, enz.). Neem voor gedetailleerde informatie hieromtrent
contact op met uw internet service-provider.
y
• U kunt met h / s de weergave starten/stoppen, onafhankelijk
van het menu in het in-beeld display.
• Een “Podcast” is een soort Internetradioprogramma en er zijn
een aantal Podcast programma's beschikbaar op het Internet.
Een Podcast is geen doorlopende voorstelling. Dat wil zeggen
dat dit toestel de weergave zal stoppen wanneer de Podcast is
afgelopen.
• Het is mogelijk dat bepaalde beveligingsvoorzieningen (zoals
een firewall) de toegang van dit toestel tot Internetradiozenders
blokkeert. Maak in een dergelijk geval de juiste
beveligingsinstellingen.
■ Opslaan van uw favoriete
Internetradiozenders met behulp van
bladwijzers
Houd TITLE op de afstandsbediening ingedrukt
terwijl u luistert naar de gewenste
Internetradiozender.
De opgeslagen Internetradiozender wordt toegevoegd aan
de “Bookmarks” lijst (zie bladzijde 94).
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Gebruik deze functie om snel uw favoriete
Internetradiozender op te kunnen zoeken.
y
Om een opgeslagen zender te verwijderen van de lijst, dient u dit
item te selecteren in het eerste niveau van de “Bookmarks” lijst
en dan op de afstandsbediening TITLE ingedrukt te houden.
Nederlands
97 Nl
GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES
Gebruiken van USB
geheugenapparatuur of een
draagbare audiospeler met een
USB aansluiting
Gebruik deze functie om te kunnen luisteren naar WAV
(alleen PCM formaat), MP3 en WMA bestanden op USB
geheugenapparatuur of draagbare USB audiospelers die
zijn aangesloten op de USB poort op het voorpaneel van
dit toestel.
Opmerkingen
• Dit toestel biedt ondersteuning voor USB massaopslagapparaten die gebruik maken van FAT 16 of FAT 32.
• Alleen de eerste partitie wordt weergegeven in het in-beeld
display. U kunt geen bestanden selecteren in andere partities.
• Er kunnen maximaal 8 mapniveaus met 500 muziekbestanden
per map worden herkend.
• Het is mogelijk dat sommige apparaten niet naar behoren
functioneren, ook al voldoen ze aan de eisen.
• Het is mogelijk dat sommige WAV, MP3 en WMA bestanden
niet weergegeven kunnen worden of veel ruis of storing
bevatten.
• Wanneer u USB geheugenapparatuur of een draagbare USB
audiospeler aansluit, kan het ongeveer 10 seconden duren voor
het apparaat herkend wordt.
y
• Terwijl er een muziekstuk wordt weergegeven, zal de verstreken
tijd onderaan het in-beeld display worden aangegeven.
• U kunt met b / a vooruit/terug springen en met h / s
de weergave starten/stoppen, onafhankelijk van het menu in het
in-beeld display.
• U kunt de instellingen voor herhaalde en willekeurige weergave
bepalen via de “PLAY STYLE” parameters in het “NET/USB
MENU” (zie bladzijde 77).
• U kunt instellen of de bedieningsstatus doorlopend over het
display op het voorpaneel moet lopen of maar één keer en
vervolgens alleen moet worden aangeduid met de eerste 14
tekens via de “FL SCROLL” instelling in het “OPTION
MENU” (zie bladzijde 79).
98 Nl
RESETTEN VAN HET SYSTEEM
RESETTEN VAN HET SYSTEEM
Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
Opmerkingen
• Deze procedure zet alle parameters van dit toestel terug, inclusief de “SET MENU” parameters. De parameters voor het uitgebreide
instelmenu zullen echter niet worden teruggezet.
• De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld.
y
Om het resetten halverwege te onderbreken zonder wijzigingen aan te brengen, kunt u op MASTER ON/OFF op het voorpaneel drukken
zodat de knop naar buiten komt in de OFF stand.
3
Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en
selecteer “PRESET”.
VOLUME
ZONE 2
ON/OFF
ZONE
CONTROL
PROGRAM
MASTER
PRESET/TUNING
FM/AM
EDIT
ON
A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
NEXT
LEVEL
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
OFF
PROGRAM
INPUT
MAIN ZONE
PHONES
SPEAKERS
A
B
STRAIGHT
TONE CONTROL
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
VIDEO AUX
ON/OFF
VIDEO
L
AUDIO
USB
R
EFFECT
SILENT CINEMA
1-2,5
1
2,4 3
Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in
de OFF stand om dit toestel uit te schakelen.
PRESET-CANCEL
4
MASTER
ON
2
Druk herhaaldelijk op STRAIGHT (EFFECT)
op het voorpaneel en selecteer “RESET”.
STRAIGHT
OFF
EFFECT
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Houd STRAIGHT (EFFECT) op het
voorpaneel ingedrukt en druk vervolgens
MASTER ON/OFF naar binnen in de ON stand
om dit toestel in te schakelen.
Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide
setup menu zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
PRESET-RESET
y
Houd
ingedrukt
STRAIGHT
EFFECT
Selecteer “CANCEL” om de reset procedure te annuleren
zonder wijzigingen aan te brengen.
MASTER
5
ON
OFF
Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel in
zodat deze naar buiten komt in de OFF stand
om uw keuze te bevestigen en dit toestel uit
te schakelen.
MASTER
Nederlands
ON
OFF
99 Nl
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld
staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde YAMAHA dealer of servicecentrum.
■ Algemeen
Probleem
Het toestel gaat niet
aan, of gaat direct
weer uit (standby)
zodra de stroom
wordt ingeschakeld.
Geen geluid
Geen beeld
100 Nl
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
Het netsnoer of de stekker is niet of niet
goed aangesloten.
Sluit het netsnoer op de juiste manier aan.
—
De instelling voor de
luidsprekerimpedantie is niet correct.
Stel de luidsprekerimpedantie in zodat deze
overeenkomt met die van uw luidsprekers.
27
De beveiliging is in werking getreden.
Controleer of alle luidsprekerbedrading, op het toestel
en op de luidsprekers zelf, op de juiste manier is
aangesloten en dat de draden geen contact maken met
andere dingen dan de bijbehorende aansluitingen.
13
Het toestel heeft blootgestaan aan een
sterke, externe elektrische schok
(bijvoorbeeld een blikseminslag of een
ontlading van statische elektriciteit).
Zet het toestel uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact, wacht 30 seconden voor u de stekker
weer terug doet en probeer het toestel vervolgens
weer gewoon te gebruiken.
—
In- of uitgangskabels niet op de juiste
manier aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
“INPUT MODE” is ingesteld op “DTS”
of “ANALOG”.
Zet “INPUT MODE” op “AUTO”.
Er is geen geschikte signaalbron
geselecteerd.
Selecteer een geschikte signaalbron met INPUT op
het voorpaneel (of de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) of met MULTI CH INPUT op het
voorpaneel (of MULTI CH IN op de
afstandsbediening).
De luidsprekers zijn niet goed
aangesloten.
Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan.
13
De te gebruiken voor-luidsprekers zijn
niet op de juiste manier geselecteerd.
Selecteer de set voor-luidsprekers met SPEAKERS A
of B op het voorpaneel of SPEAKERS op de
afstandsbediening.
32
Het volume staat uit.
Zet het volume hoger.
—
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
Druk op MUTE of VOLUME +/– op de
afstandsbediening om de geluidsweergave te
herstellen en het volume te kunnen regelen.
34
“INPUT MODE” is ingesteld op
“ANALOG” terwijl er DTS gecodeerd
materiaal wordt weergegeven.
Zet “INPUT MODE” op “AUTO” of “DTS”.
35
Er worden signalen van een
broncomponent ontvangen die dit toestel
niet kan weergeven, zoals van een
CD-ROM.
Gebruik een signaalbron waarvan de signalen wel
door dit toestel kunnen worden gereproduceerd.
—
Er wordt gebruik gemaakt van
verschillende types video-aansluitingen
voor de in- en uitgang van het
beeldsignaal.
Zet “VIDEO CONV.” op “ON”.
78
18-24
35
32, 38
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Probleem
Het geluid valt
plotseling uit.
Er klinkt alleen geluid
uit de luidspreker aan
één kant.
Oorzaak
De beveiliging is in werking getreden
vanwege kortsluiting enz.
Oplossing
Controleer of de luidsprekerimpedantie correct is
ingesteld.
Zie
bladzijde
27, 82
Controleer of de luidsprekerbedrading nergens
kortsluiting maakt en zet vervolgens het toestel weer
aan.
—
De slaaptimer heeft het toestel
uitgeschakeld.
Zet het toestel aan en speel de gewenste signaalbron
weer af.
—
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
Druk op MUTE of VOLUME +/– op de
afstandsbediening om de geluidsweergave te
hervatten.
34
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
13
Onjuiste balans ingesteld via “SPEAKER
LEVEL”.
Wijzig de “SPEAKER LEVEL” instellingen.
71
Wanneer er een mono bronsignaal wordt
weergegeven met een CINEMA DSP
programma, zal dit signaal via het
middenkanaal worden weergegeven,
terwijl alleen eventuele door het
programma toegevoegde effecten via de
voor- en surround-luidsprekers worden
geproduceerd.
Er klinkt geen geluid
uit de middenluidspreker.
“CENTER SP” in het “SET MENU” staat
op “NONE”.
Zet “CENTER SP” op “SML” of “LRG”.
70
Eén van de HiFi DSP programma’s
(uitgezonderd “6ch Stereo”) is
geselecteerd.
Probeer een ander geluidsveldprogramma.
57
“SUR. L/R SP” in het “SET MENU” staat
op “NONE”.
Zet “SUR. L/R SP” op “SML” of “LRG”.
70
Dit toestel staat in de “STRAIGHT” stand
en er wordt mono materiaal weergegeven.
Druk op STRAIGHT (EFFECT) op het voorpaneel
zodat “STRAIGHT” van het display op het
voorpaneel verdwijnt.
39
“SUR. L/R SP” in het “SET MENU” is
ingesteld op “NONE” en “SUR. B SP” is
automatisch ingesteld op “NONE”.
Zet “SUR. L/R SP” en “SUR. B SP” op “SML” of
“LRG”.
70
“SUR. B SP” in het “SET MENU” staat
op “NONE”.
Zet “SUR. B SP” op “SML” of “LRG”.
70
“LFE/BASS OUT” staat op “FRNT” in
het “SET MENU” terwijl er een Dolby
Digital of DTS signaal wordt
weergegeven.
Zet “LFE/BASS OUT” op “SWFR” of “BOTH”.
70
“LFE/BASS OUT” in het “SET MENU”
staat op “SWFR” of “FRNT” terwijl er
een 2-kanaals bronsignaal wordt
weergegeven.
Zet “LFE/BASS OUT” op “BOTH”.
70
Er klinkt geen geluid
uit de surroundluidsprekers.
Er klinkt geen geluid
uit de surround
achter-luidspreker.
Er klinkt geen geluid
uit de subwoofer.
Het bronsignaal bevat geen zeer lage
tonen.
AANVULLENDE
INFORMATIE
Er wordt alleen flink
geluid geproduceerd
door de middenluidspreker.
Nederlands
101 Nl
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Zie
bladzijde
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Er kunnen geen Dolby
Digital of DTS bronnen
worden weergegeven.
(De Dolby Digital of DTS
indicator op het display
op het voorpaneel licht
niet op.)
De aangesloten component is niet correct
ingesteld voor het produceren van Dolby
Digital of DTS digitale signalen.
Volg de handleiding van de apparatuur in kwestie en
maak de vereiste instellingen.
—
“INPUT MODE” is ingesteld op
“ANALOG”.
Zet “INPUT MODE” op “AUTO” of “DTS”.
35
U hoort een zeker
gebrom.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de audiokabels stevig en op de juiste manier aan.
Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat
er iets mis is met de kabels.
—
Het volume kan niet
worden verhoogd, of
het geluid klinkt
vervormd.
De op de AUDIO OUT (REC)
aansluitingen van dit toestel aangesloten
component staat uit.
Zet de betreffende component aan.
—
Geluidseffecten
worden niet
opgenomen.
Het is niet mogelijk door het toestel
toegevoegde effecten op te nemen met
aangesloten opname-apparatuur.
Er wordt niet
opgenomen door
digitale opnameapparatuur die is
aangesloten op de
DIGITAL OUTPUT
aansluiting van dit
toestel.
De signaalbron is niet aangesloten op de
DIGITAL INPUT aansluitingen van dit
toestel.
Er kan niet worden
opgenomen door
analoge opnameapparatuur die is
aangesloten op de
AUDIO OUT (REC)
aansluitingen.
De signaalbron is niet aangesloten op de
analoge AUDIO IN aansluitingen van dit
toestel.
Sluit de signaalbron aan op de analoge AUDIO IN
aansluitingen.
21
De geluidsveldparameters
en sommige andere
instellingen van dit toestel
kunnen niet worden
gewijzigd.
“MEMORY GUARD” in het “SET
MENU” staat op “ON”.
Zet “MEMORY GUARD” op “OFF”.
79
Het toestel
functioneert niet naar
behoren.
De interne microcomputer is vastgelopen
door een externe elektrische schok
(bijvoorbeeld blikseminslag of ontlading
van statische elektriciteit) of door een te
laag voltage van de stroomvoorziening.
Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem na
ongeveer 30 seconden weer terug.
—
“CHECK SP WIRES”
zal op het display op
het voorpaneel
verschijnen.
De luidsprekerbedrading maakt
kortsluiting.
Controleer of alle luidsprekerkabels op de juiste
manier zijn aangesloten.
13
U ondervindt storing
van digitale of andere
apparatuur die
radiogolven
gegenereert.
Dit toestel staat te dicht bij de digitale of
hoogfrequente apparatuur.
Zet het toestel verder bij dergelijke apparatuur
vandaan.
—
De beeldweergave
wordt gestoord.
De videobron maakt gebruik van
gescramblede of gecodeerde signalen om
kopiëren tegen te gaan.
Het toestel gaat
plotseling uit
(standby).
De interne temperatuur is te hoog
opgelopen en de oververhittingsbeveiliging
is in werking getreden.
Wacht ongeveer 1 uur tot het toestel afgekoeld is voor
u het weer aan zet.
—
102 Nl
Sluit de signaalbron aan op de DIGITAL INPUT
aansluitingen.
19, 21
Sommige componenten kunnen geen
Dolby Digital of DTS bronmateriaal
opnemen.
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
■ Tuner
FM
AM
Oplossing
Zie
bladzijde
Probleem
Oorzaak
Veel ruis in de FM
stereo-ontvangst.
Dit probleem is inherent aan FM
stereo-uitzendingen wanneer de zender
te ver weg is of het ontvangstsignaal
dat binnenkomt via de antenne niet
sterk genoeg is.
Controleer de aansluitingen van de antenne.
25
Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige
FM antenne.
—
Stem met de hand af.
47
Er is vervorming en ook
een betere FM antenne
zorgt niet voor een
betere ontvangst.
U ondervindt interferentie doordat
hetzelfde signaal op verschillende
manieren ontvangen wordt.
Verander de opstelling van de antenne zodat
u van deze interferentie geen last meer hebt.
—
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het radiosignaal is te zwak.
Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige
FM antenne.
—
Stem met de hand af.
47
Er kan niet langer
worden afgestemd op
eerder
voorgeprogrammeerde
zenders.
Het toestel is te lang zonder stroom
geweest.
Programmeer zenders voor.
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het signaal is te zwak of de antenne is
los.
Controleer de aansluitingen van de AM
ringantenne en stel deze zo op dat u de beste
ontvangst verkrijgt.
—
Stem met de hand af.
47
48, 49
U hoort doorlopend
gekraak en gesis.
Deze geluiden kunnen het gevolg zijn
van bliksem, TL verlichting, motoren,
thermostaten en andere elektrische
apparatuur.
Gebruik een buitenantenne en een goede
aarding. Dit kan in sommige gevallen helpen,
maar het blijft moeilijk om alle
storingsbronnen te elimineren.
—
U hoort gezoem en
gefluit.
Er wordt in de buurt van het toestel een
TV gebruikt.
Zet dit toestel verder bij de TV vandaan.
—
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
103 Nl
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
■ Afstandsbediening
Probleem
De afstandsbediening
werkt niet of niet naar
behoren.
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
Te ver weg of onder te scherpe hoek
gebruikt.
De afstandsbediening werkt binnen een maximaal
bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten
opzichte van loodrecht op het voorpaneel.
8
Direct zonlicht of sterke verlichting (vooral
van TL lampen enz.) valt op de sensor voor
de afstandsbediening van dit toestel.
Stel het toestel anders op.
—
De batterijen raken leeg.
Vervang alle batterijen.
3
De afstandsbedieningscode is niet goed
ingesteld.
Stel de afstandsbedieningscode op de juiste manier in met behulp
van de “LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het
eind van deze handleiding.
86
Stel een andere afstandsbedieningscode in voor dezelfde fabrikant
met behulp van de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van deze
handleiding.
86
De archiefcode van de afstandsbediening
en de afstandsbedienings-ID van dit
toestel komen niet overeen.
Zorg ervoor dat de afstandsbedienings-ID van dit
toestel overeenkomt met de archiefcode van de
afstandsbediening.
82, 87
Ook als de juiste afstandsbedieningscode is ingesteld
is het mogelijk dat bepaalde modellen niet goed
reageren op de afstandsbediening.
■ iPod
Opmerking
Wanneer er iets mis gaat met de gegevensoverdracht zonder dat er een melding verschijnt op het display op het voorpaneel of het inbeeld display, dient u de aansluiting van uw iPod te controleren (zie bladzijde 22).
Statusmelding
Loading...
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijd
e
Dit toestel is bezig de verbinding met uw
iPod te herkennen.
Dit toestel is bezig songlijsten over te
nemen van uw iPod.
Connect error
Er is een probleem met het signaal dat dit
toestel ontvangt van uw iPod.
Zet dit toestel uit en sluit uw YAMAHA iPod
universeel dock opnieuw aan op de DOCK
aansluiting van dit toestel.
22
Probeer uw iPod te resetten.
—
Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and
Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund.
—
Unknown type
De gebruikte iPod wordt niet ondersteund
door dit toestel.
iPod connected
Uw iPod is correct geplaatst in een YAMAHA
iPod univereel dock (zoals de los verkrijgbare
YDS-10) verbonden met de DOCK aansluiting
van dit toestel, en de verbinding tussen uw iPod
en dit toestel is correct tot stand gebracht.
Disconnected
Uw iPod is verwijderd uit uw YAMAHA
iPod universeel dock (zoals de los
verkrijgbare YDS-10), verbonden met de
DOCK aansluiting van dit toestel.
Plaats uw iPod terug in uw YAMAHA iPod
universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10),
verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel.
22
Unable to play
Dit toestel kan de op dit moment op uw iPod
opgeslagen muziekstukken niet weergeven.
Controleer of de muziekstukken op uw iPod
inderdaad weergegeven kunnen worden.
—
Sla andere muziekbestanden op uw iPod op die wel
kunnen worden weergegeven.
—
104 Nl
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
■ Netwerk en USB
Probleem
De PC server/MCX-2000/
Internetradio functioneert
niet naar behoren.
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
76
De netwerkkabel is niet aangesloten.
Sluit deze op de juiste manier aan.
23
Op de PC is Windows Media Connect 2.0
nog niet geïnstalleerd.
Installeer Windows Media Connect 2.0 op de PC.
—
De muziek is opgenomen in een
bestandsindeling of formattering die niet met dit
toestel kan worden weergegeven. Dit toestel kan
geen andere muziekbestanden weergeven dan
WMA, MP3 en WAV (PCM formaat) bestanden.
Vergeet ook niet dat het toestel soms toch niet in
staat zal zijn bepaalde muziekbestanden weer te
geven, ook al zijn deze opgeslagen in WMA,
MP3 of WAV formaat.
Kies muziek die is opgeslagen in een formaat dat
compatibel is met dit toestel.
—
De muziek is auteursrechtelijk
beschermd.
Dit toestel kan geen auteursrechtelijk beschermd
materiaal weergeven.
—
Geen verbinding met
Windows Media Connect
2.0.
De Windows XP PC logt in op een
domein.
Log in op de lokale machine in plaats van het
domein.
—
Geen verbinding met de
MusicCAST server.
U probeert verbinding te krijgen met de
MCX-1000. De MusicCAST server die
verbonden kan worden met dit toestel is
de MCX-2000.
Gebruik een MCX-2000 of de PC server.
—
De automatische configuratie wordt niet
uitgevoerd.
Voer “Auto Configure” uit.
96
De firewall van het netwerkapparaat is
ingeschakeld. Er kan alleen Internetradio worden
weergegeven wanneer het signaal de door elke
zender gespecificeerde poort passeert. Het
poortnummer hangt af van de radiozender zelf.
Controleer de firewall-instellingen van het
netwerkapparaat in kwestie.
—
De verbinding met het internet is
verbroken.
Controleer de configuratie van het
netwerkapparaat en zoek vervolgens verbinding
met uw provider.
—
De muziekbestanden en
mappen op het USB
apparaat kunnen niet
worden bekeken.
De muziekbestanden en mappen staan op
andere geheugenlocaties dan de primaire
FAT partitie.
Plaats muziekbestanden en mappen in de correcte
FAT partitie.
—
U probeert dieper dan 8 mapniveaus te
bekijken of een map met meer dan 500
bestanden.
Wijzig de gegevensstructuur op uw USB
apparaat.
—
Het USB apparaat kan niet
worden herkend.
Het aangesloten USB apparaat is geen
USB massa opslag USB
geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler.
Dit toestel kan alleen USB massa opslag USB
geheugenapparaten of draagbare USB audiospelers
herkennen. Vergeet ook niet dat het toestel toch niet in
staat kan blijken te zijn bepaalde USB apparaten te
herken, ook al zijn dit ogenschijnlijk geschikte
apparaten zoals hierboven vermeld.
98
Sommige apparaten kunnen makkelijker herkend
worden wan u ze aansluit voor u dit toestel aan zet.
28
Zet dit toestel uit en dan weer aan.
28
De muziek op de PC
server kan niet worden
weergegeven.
Er kan geen Internetradio
worden weergegeven.
De melding
“Disconnected”
(Niet aangesloten)
verschijnt ook al is er wel
degelijk een USB
apparaat aangesloten.
Dit toestel heeft het USB apparaat
herkend als niet geschikt voor aansluiting
op het toestel.
105 Nl
Nederlands
Zet de DHCP serverfunctie van de router aan
(ON). Of voer met de hand de vereiste
instellingen uit aan de hand van de huidige
gebruiksomgeving.
AANVULLENDE
INFORMATIE
Het IP adres is niet correct ingesteld.
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Statusmelding
Please wait
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
Dit toestel is bezig de verbinding met uw
netwerk te herkennen.
Dit duidt niet op een storing aan uw systeem. U
zult gewoon even geduld moeten oefenen.
—
Dit toestel is bezig de verbinding met uw
USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler te herkennen.
Dit duidt niet op een storing aan uw systeem. U
zult gewoon even geduld moeten oefenen.
—
Please wait
(Starting Server)
Dit toestel is bezig de MCX-2000 in te
schakelen die uit (standby) is gezet.
Wacht ongeveer 20 seconden.
—
Connect error
Er is een probleem met het signaal dat dit
toestel ontvangt van uw netwerk.
Controleer de verbindingen tussen dit toestel en
de LAN poort van uw router of hub.
23
Zorg ervoor dat uw router correct is aangesloten
en is ingeschakeld. Zorg er ook voor dat uw
modem op de juiste manier is aangesloten en is
ingeschakeld wanneer u naar de Internetradio wilt
luisteren.
23
Uw USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler is niet meer aangesloten
op de USB poort van dit toestel.
Controleer de verbindingen tussen dit toestel en
uw USB geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler.
—
De eerder op dit toestel aangesloten PC
server of MCX-2000 bestaat niet meer.
Sluit dit toestel aan op een beschikbare PC server
of MCX-2000.
96
Er is een probleem met het signaal dat dit
toestel ontvangt van uw USB
geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler.
Zet dit toestel uit en sluit uw USB
geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler
opnieuw aan op de USB poort van dit toestel.
28
Probeer uw USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler te resetten.
—
Dit toestel krijgt geen toegang tot uw
USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler.
Probeer een ander USB geheugenapparaat of
andere draagbare USB audiospeler.
—
Er is een probleem met het signaal dat dit
toestel ontvangt van uw USB
geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler.
Zet dit toestel uit en sluit uw USB
geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler
opnieuw aan op de USB poort van dit toestel.
28
Probeer uw USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler te resetten.
—
Dit toestel kan de op dit moment op uw
PC opgeslagen muziekstukken niet
weergeven.
Zorg ervoor dat Windows Media Connect 2.0
correct is geïnstalleerd op uw PC.
—
Controleer of de op uw PC opgeslagen
muziekstukken inderdaad weergegeven kunnen
worden (MP3, WMA en WAV).
—
Sla andere geschikte muziekbestanden
(MP3, WMA en WAV) op uw PC op die wel
kunnen worden weergegeven.
—
Probeer een netwerk te installeren dat exclusief
voor dit toestel bedoeld is, gescheiden van het
algemene netwerk.
—
Disconnected
Access error
Unable to play
Het netwerk kan tijdelijk overbelast zijn,
hetgeen de weergave stoort of
onmogelijk maakt.
List updated
De lijst met materiaal dat is opgeslagen
op uw PC server of MCX-2000 is
bijgewerkt.
Bookmark ON
De gewenste Internetradiozender is
toegevoegd aan de “Bookmarks” lijst.
Bookmark OFF
De opgeslagen Internetradiozender is
verwijderd van de “Bookmarks” lijst.
106 Nl
WOORDENLIJST
WOORDENLIJST
Audio informatie
■ Dolby Digital
Dolby Digital is een digitaal surroundsysteem met
volledig van elkaar gescheiden multikanaals audio. Met 3
voorkanalen (links, midden en rechts), en 2 surroundstereokanalen biedt Dolby Digital in totaal 5 audiokanalen
met het volle frequentiebereik. Met een extra kanaal
speciaal voor de zeer lage tonen, het zogenaamde LFE
(Lage Frequentie Effect) kanaal, biedt dit systeem in totaal
5.1 kanalen (het LFE kanaal wordt als 0.1 kanaal geteld).
Door 2-kanaals stereo voor de surround-luidsprekers te
gebruiken is er een betere weergave van bewegende
geluidsbronnen en een beter algeheel surroundeffect
mogelijk dan bij Dolby Surround. Het grote dynamische
bereik (van het zachtste tot het hardste geluid dat nog kan
worden weergegeven) van de 5 kanalen met het volle
frequentiebereik en de precieze plaatsing van het geluid
door de digitale verwerking biedt de luisteraar een
ongehoord realistische weergave. Met dit toestel kunt u
zelf kiezen wat voor weergave u wilt horen, van mono tot
5.1 kanaals weergave, u vraagt, wij draaien.
■ Dolby Digital EX
Dolby Digital EX creëert 6 kanalen met het volledige
frequentiebereik van 5.1-kanaals bronmateriaal. Dit wordt
bereikt met een matrix decoder die 3 surroundkanalen
samenstelt uit de gegevens voor de 2 surroundkanalen uit
de oorspronkelijke opnamen. Voor de beste resultaten
moet Dolby Digital EX gebruikt worden met
filmsoundtracks die zijn opgenomen in Dolby Digital
Surround EX. Met dit extra kanaal krijgt u een meer
dynamische en realistische weergave van bewegende
geluidsbronnen, vooral bij zogenaamde “fly-over” en “flyaround” effecten.
■ Dolby Pro Logic II
■ Dolby Pro Logic IIx
■ DTS 96/24
DTS 96/24 biedt een ongekend hoog niveau
audiokwaliteit voor multikanaals weergave van DVDVideo en is volledig compatibel met alle vroegere DTS
decoders. “96” refereert aan de 96 kHz
bemonsteringsfrequentie (vergeleken met een normale
waarde van 48 kHz). “24” refereert aan de gebruikte
codelengte van 24 bits. DTS 96/24 biedt een
geluidskwaliteit die vergelijkbaar is met die van de
originele 96/24 masteropnamen, en 96/24 5.1-kanaals
weergave met video van hoge kwaliteit voor
muziekprogramma’s zowel als speelfilms op DVD-Video.
■ DTS (Digital Theater Systems) Digital
Surround
DTS digitale surroundweergave is ontwikkeld om de
analoge filmsoundtracks te vervangen door een 6.1kanaals digitale soundtrack en is over de hele wereld bezig
aan een opmars in de bioscoop. Digital Theater Systems
Inc. heeft tevens een thuisbioscoopsysteem ontwikkeld
zodat u gewoon thuis kunt profiteren van de verbluffende
DTS digitale surroundweergave. Dit systeem produceert
een vrijwel vervormingsvrije weergave via 6.1 kanalen
(dat wil zeggen; links en rechts voor, midden, links en
rechts surround, en een LFE (subwoofer) kanaal dat als
0.1 geteld wordt voor in totaal 5.1 kanalen). Dit toestel is
uitgerust met een DTS-ES decoder die 6.1-kanaals
weergave mogelijk maakt door uit bestaand 5.1-kanaals
bronmateriaal een surround-achterkanaal te destilleren.
■ ITU-R
ITU-R is de radio-communicatie afdeling van de ITU
(International Telecommunication Union). De ITU-R
beveelt een standaard luidspreker-opstelling aan die vaak
wordt gebruikt in professionele luisterruimtes, in het
bijzonder bij het masteren van opnamen.
107 Nl
Nederlands
Dolby Pro Logic IIx is een nieuwe technologie die
gescheiden multikanaals weergave mogelijk maakt van 2kanaals of multikanaals bronmateriaal. Er zijn drie
standen beschikbaar: een “Music” stand voor muziek, een
“Movie” stand voor films (alleen 2-kanaals materiaal) en
een “Game” stand voor spelletjes.
Dolby Surround maakt gebruik van een 4-kanaals analoog
opnamesysteem voor de reproductie van realistische en
dynamische geluidseffecten: 2 voorkanalen, links en
rechts (stereo), een middenkanaal voor gesproken tekst
(mono) en een surroundkanaal voor speciale
geluidseffecten (mono). Het surroundkanaal reproduceert
geluid binnen een nauw begrensd frequentiebereik. Dolby
Surround wordt veel gebruikt op videobanden en
laserdiscs en ook wel bij TV en kabelprogramma’s. De in
dit toestel ingebouwde Dolby Pro Logic decoder maakt
gebruik van een digitale signaalverwerking die
automatisch het volume van de verschillende kanalen
stabiliseert om de richtingsgevoeligheid en de weergave
van bewegende geluidsbronnen te verbeteren.
AANVULLENDE
INFORMATIE
Dolby Pro Logic II is een verbeterde decoderingstechniek
voor de grote hoeveelheid aan bestaand Dolby Surround
materiaal. Deze nieuwe technologie maakt gescheiden 5kanaals weergave mogelijk met 2 voorkanalen, links en
rechts, 1 middenkanaal en 2 surroundkanalen, links en
rechts, in plaats van slechts 1 surroundkanaal bij
conventionele Pro Logic weergave. Er zijn drie standen
beschikbaar: een “Music” stand voor muziek, een
“Movie” stand voor films en een “Game” stand voor
spelletjes.
■ Dolby Surround
WOORDENLIJST
■ LFE 0.1 kanaal
Dit kanaal reproduceert de zeer lage tonen. Het
frequentiebereik voor dit kanaal is 20 Hz t/m 120 Hz. Dit
kanaal wordt meestal als 0.1 geteld omdat niet het
volledige frequentiebereik wordt weergegeven, zoals de
andere 5/6 kanalen in een Dolby Digital of DTS 5.1/6.1kanaals systeem.
■ MP3
Eén van de audiocompressietechnieken gebruikt voor
MPEG. Deze methode maakt gebruik van een
onomkeerbare compressietechniek die een hoge
compressie bereikt door onder andere audiogegevens voor
geluiden die niet meer onderscheiden kunnen worden door
het menselijk oor te verwijderen. Deze techniek maakt het
mogelijk de hoeveelheid gegevens tot ongeveer 1/11 te
verminderen (bij 128 kbps) terwijl de geluidskwaliteit
vergelijkbaar blijft met die van een muziek-CD.
■ Neo:6
Neo:6 bewerkt conventioneel 2-kanaals bronmateriaal
voor 6-kanaals weergave met een speciale decoder.
Hierdoor wordt weergave mogelijk met kanalen met het
volle bereik en met een verbeterde kanaalscheiding, zoals
bij weergave van digitale signalen met gescheiden
kanalen. Er zijn twee standen beschikbaar: een “Music”
stand voor muziek en een “Cinema” stand voor films.
■ PCM (Lineair PCM)
Lineair PCM is een signaalformaat voor het
ongecomprimeerd digitaliseren, opnemen en overbrengen
van analoge audiosignalen. Dit wordt gebruikt als
opnamemethode van CD’s en DVD audio. Het PCM
systeem maakt gebruik van een techniek waarmee het
analoge signaal zeer vaak per seconde wordt gemeten. De
afkorting staat voor “Puls Code Modulatie”, het analoge
signaal wordt gecodeerd als pulsjes en dan gemoduleerd
voor opname.
108 Nl
■ Bemonsteringsfrequentie en aantal
kwantisatiebits
Bij het digitaliseren van een analoog audiosignaal wordt
het aantal keren dat het signaal per seconde wordt gemeten
de bemonsteringsfrequentie genoemd en de
gedetailleerdheid waarmee het geluid in een numerieke
waarde wordt omgezet, het aantal kwantisatiebits. Het
frequentiebereik dat kan worden weergegeven is
gebaseerd op de bemonsteringsfrequentie, terwijl het
dynamisch bereik, het verschil tussen het zachtste en het
hardste geluid, bepaald wordt door het aantal
kwantisatiebits. In principe is het zo dat hoe hoger de
bemonsteringsfrequentie is, hoe groter het aantal tonen is
dat kan worden weergegeven, en hoe hoger het aantal
kwantisatiebits is, hoe precieser het geluidsniveau kan
worden gereproduceerd.
■ WAV
Standaard Windows audiobestandsindeling waarbij
geluidssignalen direct worden omgezet in digitale
gegevens. De bestandsindeling specificeert geen aparte
compressiemethode (codering) zodat in principe de
gewenste methode erop kan worden toegepast. Standaard
is deze bestandsindeling compatibel met PCM signalen
(ongecomprimeerd) en met sommige
compressiemethoden, waaronder ADPCM.
■ WMA
Een door Microsoft Corporation ontwikkelde
compressiemethode. Deze methode maakt gebruik van
een onomkeerbare compressietechniek die een hoge
compressie bereikt door onder andere audiogegevens voor
geluiden die niet meer onderscheiden kunnen worden door
het menselijk oor te verwijderen. Deze techniek maakt het
mogelijk de hoeveelheid gegevens tot ongeveer 1/22 te
verminderen (bij 64 kbps) terwijl de geluidskwaliteit
vergelijkbaar blijft met die van een muziek-CD.
WOORDENLIJST
Video informatie
Geluidsveldprogramma informatie
■ Component videosignaal
■ CINEMA DSP
In een component video systeem wordt het videosignaal
gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en in PB
en PR signalen voor de kleuren. Dit systeem zorgt voor een
betere kleurweergave omdat elk van deze signalen
onafhankelijk is van de andere. Componentsignalen
worden ook wel “kleurverschilsignalen” genoemd omdat
het luminantiesignaal wordt afgetrokken van het
kleursignaal. U heeft een monitor met component
ingangsaansluitingen nodig om component videosignalen
te kunnen weergeven.
Omdat de Dolby Surround en DTS systemen
oorspronkelijk bedoeld waren voor de bioscoop, werken
deze systemen het best in een theatrale ruimte met een
heleboel luidsprekers opgesteld voor het maximale
akoestische effect. Maar de omstandigheden bij mensen
thuis, de afmetingen van de kamer, het materiaal waar de
muur van gemaakt is, het aantal luidsprekers enz., zijn zo
verschillend, dat de weergave ook anders wordt. Op basis
van een massa in het echt gemeten gegevens maken nu de
YAMAHA CINEMA DSP programma’s gebruik van de
origineel door YAMAHA ontwikkelde
geluidsveldentechnologie om in combinatie met Dolby
Pro Logic, Dolby Digital en DTS systemen te komen tot
een zo goed mogelijke benadering in uw huiskamer van de
audiovisuele ervaring die tot nog toe alleen in de bioscoop
gerealiseerd kon worden.
■ Composiet videosignaal
Een composiet videosignaal bestaat uit alle drie de
basiselementen van het videobeeld: kleur, helderheid en
synchronisatiegegevens. Een composiet video-aansluiting
op een videocomponent geeft deze drie elementen
gecombineerd door.
■ S-videosignaal
In een S-video systeem wordt het videosignaal dat
normaal via een enkele kabel zou worden doorgegeven
gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en een C
signaal voor de kleur en doorgegeven via speciale S-video
aansluitingen. Gebruik van een S VIDEO aansluiting
vermindert signaalverslechtering bij lange verbindingen
en zorgt voor een betere beeldkwaliteit.
■ SILENT CINEMA
YAMAHA heeft een natuurlijk en realistisch DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld voor hoofdtelefoons.
Voor elk apart geluidsveld zijn parameters voor weergave
via een hoofdtelefoon opgenomen zodat alle
geluidsveldprogramma’s natuurgetrouw kunnen worden
weergegeven.
■ Virtual CINEMA DSP
YAMAHA heeft een Virtual CINEMA DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld dat u ook zonder
daadwerkelijke surround-luidsprekers in staat stelt te
profiteren van DSP surroundeffecten door middel van
virtuele surround-luidsprekers. U kunt Virtual CINEMA
DSP zelfs gebruiken op een minimaal systeem met slechts
twee luidsprekers zonder midden-luidspreker.
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
109 Nl
TECHNISCHE GEGEVENS
TECHNISCHE GEGEVENS
AUDIO GEDEELTE
FM GEDEELTE
• Minimum RMS uitgangsvermogen voor, midden, surround,
surround-achter
20 Hz t/m 20 kHz, 0,06% THV, 8 Ω .................................... 95 W
• Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] .............. 87,5 t/m 107,9 MHz
[Algemene modellen] ............. 87,5/87,50 t/m 108,0/108,00 MHz
[Overige modellen] ................................... 87,50 t/m 108,00 MHz
• Maximum bruikbaar uitgangsvermogen (JEITA)
[Modellen voor China, Korea en Algemene modellen]
1 kHz, 10% THV, 8 Ω ........................................................ 135 W
• Dynamisch vermogen (IHF)
8/6/4/2 Ω ....................................................... 130/165/195/240 W
• Maximum uitgangsvermogen [Modellen voor Europa]
1 kHz, 0,7% THV, 4 Ω ......................................................... 145 W
• IEC uitgangsvermogen [Modellen voor Europa]
1 kHz, 0,06% THV, 8 Ω ..................................................... 105 W
• Dempingsfactor
20 Hz t/m 20 kHz, 8 Ω ............................................... 120 of meer
• Maximum ingangsvoltage
CD, enz. (1 kHz, 0,5% THV) ................................... 2,2 V of meer
• Frequentierespons
CD, enz. ............................................... 10 Hz t/m 100 kHz, –3 dB
V-AUX .................................................. 10 Hz t/m 20 kHz, –3 dB
• Totale harmonische vervorming
CD, enz. naar L/R voor (20 Hz t/m 20 kHz, 50 W, 8 Ω)
.......................................................................... 0,06% of minder
• Signaal-ruis verhouding (IHF-A netwerk)
CD, enz. (250 mV) naar L/R voor ........................ 100 dB of meer
• Restruis (IHF-A netwerk)
L/R voor ............................................................ 150 µV of minder
• Kanaalscheiding (1 kHz/10 kHz)
CD (5,1 kΩ afgesloten) naar L/R voor ........ 60 dB/45 dB of meer
• Toonregeling (L/R voor)
BASS versterking/drempel ...................................... ±10 dB/60 Hz
TREBLE versterking/drempel .............................. ±10 dB/20 kHz
• Hoofdtelefoon uitgangsvermogen ............................ 150 mV/100 Ω
• Ingangsgevoeligheid/ingangsimpedantie
CD, enz. ................................................................. 200 mV/47 kΩ
MULTI CH INPUT ............................................... 200 mV/47 kΩ
• Opgegeven Uitgangsvoltage/Uitgangsimpedantie
OUT (REC) ........................................................... 200 mV/1,2 kΩ
SUBWOOFER ............................................................ 4 V/1,2 kΩ
ZONE 2 OUT ....................................................... 200 mV/1,2 kΩ
• Volumeregeling ................. Geluid uit/–80 dB t/m +16 dB/1 dB stap
VIDEO GEDEELTE
• Videoformaat (Grijze achtergrond)
[Modellen voor de V.S., Canada, Korea en Algemene modellen]
............................................................................................ NTSC
[Overige modellen] ................................................................. PAL
• Videoformaat (Videoconversie) ..................................... NTSC/PAL
• Opgegeven ingangsvoltage
Composiet ..................................................................1 Vp-p/75 Ω
S-video (Y) .................................................................1 Vp-p/75 Ω
S-video (C) ..........................................................0,286 Vp-p/75 Ω
Component (Y) ..........................................................1 Vp-p/75 Ω
Component (PB, PR) .................................................0,7 Vp-p/75 Ω
• Signaal-ruis verhouding ............................................ 50 dB of meer
• Frequentierespons (MONITOR OUT)
Component ............................................... 5 Hz t/m 60 MHz, –3 dB
110 Nl
• Bruikbare gevoeligheid (IHF) .............................. 1,0 µV (11,2 dBf)
• Signaal-ruis verhouding (IHF)
Mono/Stereo ............................................................. 76 dB/70 dB
• Harmonische vervorming (1 kHz)
Mono/Stereo ................................................................ 0,2%/0,3%
• Stereoscheiding (1 kHz) ......................................................... 42 dB
• Frequentierespons ........................... 20 Hz t/m 15 kHz, +0,5, –2 dB
AM GEDEELTE
• Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] .................. 530 t/m 1710 kHz
[Algemene modellen] ....................... 530/531 t/m 1710/1611 kHz
[Overige modellen] ........................................... 531 t/m 1611 kHz
• Bruikbare gevoeligheid ..................................................... 300 µV/m
ALGEMEEN
• Stroomvoorziening
[Modellen voor de V.S. en Canada]
.......................................................... 120 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Australië] .................. 240 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor China] ....................... 220 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor Korea] ....................... 220 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Europa] ..................... 230 V, 50 Hz wisselstroom
[Algemene modellen] ............. 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz
wisselstroom
• Stroomverbruik
[Modellen voor de V.S. en Canada] ....................... 350 W/440 VA
[Overige modellen] ............................................................. 360 W
• Stroomverbruik Uit (standby) ................................ 0,1 W of minder
• Netstroomaansluitingen
[Modellen voor Australië] ........................... 1 (100 W maximum)
[Modellen voor de V.S., Canada en China]
........................................................ 2 (Totaal 100 W maximum)
[Modellen voor Europa en Algemene modellen]
.......................................................... 2 (Totaal 50 W maximum)
• Afmetingen (b x h x d) .................................... 435 x 171 x 393 mm
• Gewicht ................................................................................. 11,7 kg
GPL/LGPL
Dit product maakt gebruik van softwarecode die onderworpen is
aan de GNU General Public License (GPL) of GNU Lesser
General Public License (LGPL). Kopiëren, verspreiden of
wijzigen van deze softwarecode geschiedt onder GPL of LGPL
licentievoorwaarden. De broncode is beschikbaar via de volgende
website:
http://www.global.yamaha.com/download/
De broncode is ook beschikbaar op opslagmedia (zoals CDROM) tegen kostprijs.
Contactinformatie: AV products division YAMAHA CORPORATION,
10-1 Nakazawa-cho, Hamamatsu 430-8650, Japan
In principe wordt de broncode 3 jaar lang na de datum van
aankoop aangeboden.