KitchenAid KRFC 9016 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Gebruiksaanwijzing
Alvorens het apparaat te gebruiken 4
Milieutips 4
Algemene voorzorgsmaatregelen en adviezen 5
Beschrijving van het product 6
Aanraaktoetsen voor temperatuurregeling (sommige modellen) 7
Waterdispenser 8
Gebruik van de ijsmaker en waterdispenser 9
Waterfilter 10
Handleiding voor interne onderdelen 11
Handleiding voor het conserveren en ontdooien van voedsel 13
Onderhoud en reiniging 15
Voorzorgsmaatregelingen bij langdurige afwezigheid 16
Opsporen van storingen / Klantenservice 17
Opsporen van storingen / Consumentenservice 17
Consumentenservice 19
Afmetingen van het product 20
Installatie 21
Wateraansluiting 25
Elektrische aansluiting 26
Het door u aangeschafte apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik.
Voor een optimaal gebruik van uw apparaat is het raadzaam de gebruiksaanwijzing aandachtig
door te lezen. Hierin vindt u een beschrijving van het apparaat en adviezen voor het bewaren
van voedingsmiddelen.
Bewaar dit boekje zodat u het naderhand nog eens kunt raadplegen.
Controleer na het uitpakken van het apparaat of het niet beschadigd is en of de deur goed sluit. Uw
leverancier dient binnen 24 uur na de levering van het product van eventuele schade op de hoogte te
worden gesteld.
Het is raadzaam minstens twee uur te wachten alvorens het apparaat in werking te stellen, om het
koelcircuit perfect te kunnen laten functioneren.
Zorg ervoor dat de installatie en de elektrische aansluiting door een gekwalificeerd technicus worden
verricht overeenkomstig de aanwijzingen van de fabrikant en de plaatselijke veiligheidsvoorschriften.
Reinig de binnenkant van het product alvorens het in gebruik te nemen.
Alvorens het apparaat te gebruiken
1. Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is voor 100%
recyclebaar en draagt het recyclingsymbool .
Voor de verwerking moeten de plaatselijke
voorschriften worden nageleefd. Het
verpakkingsmateriaal (plastiek zakken, stukken
polystyreen enz.) moet buiten het bereik van
kinderen worden gehouden, omdat het een bron
van gevaar kan vormen.
2. Afdanken van het apparaat
Het product is vervaardigd uit materiaal dat kan
worden gerecycled.
Dit apparaat is voorzien van het merkteken volgens
de Europese richtlijn 2002/96/EG inzake
Afgedankte elektrische en elektronische apparaten
(AEEA). Door ervoor te zorgen dat dit product op
de juiste manier als afval wordt verwerkt, helpt u
mogelijk negatieve consequenties voor het milieu
en de menselijke gezondheid te voorkomen.
Het symbool op het product of op de
bijbehorende documentatie geeft aan dat dit
product niet als huishoudelijk afval mag worden
behandeld. In plaats daarvan moet het worden
afgegeven bij een verzamelpunt voor recycling van
elektrische en elektronische apparaten.
Maak het apparaat op het moment dat het wordt
afgedankt onbruikbaar door de voedingskabel door
te snijden en de deuren en schappen te
verwijderen, zodat kinderen niet makkelijk in het
apparaat kunnen kruipen.
Volg bij het afdanken van het apparaat de
plaatselijke voorschriften voor afvalverwerking en
breng het naar een speciaal
afvalverwerkingscentrum, en laat het niet
onbewaakt achter, ook niet voor slechts een paar
dagen, aangezien het voor kinderen een bron van
gevaar kan opleveren. Voor nadere informatie over
de behandeling, terugwinning en recycling van dit
product wordt u verzocht contact op te nemen
met het stadskantoor in uw woonplaats, uw
afvalophaaldienst of de winkel waar u het product
heeft aangeschaft.
Informatie:
Dit apparaat bevat geen CFK. Het koelcircuit bevat
R134a (HFC) of R600a (HC), zie
serienummerplaatje in het apparaat.
Voor apparaten met isobutaan (R600a): isobutaan is
een natuurlijk gas dat geen schadelijke invloed heeft
op het milieu, maar wel ontvlambaar is. Het is
daarom noodzakelijk om te controleren of de
leidingen van het koelcircuit niet beschadigd zijn.
Conformiteitsverklaring
Dit apparaat is bestemd voor het conserveren
van voedingsmiddelen en is vervaardigd in
overeenstemming met de Verordening (EG) nr.
1935/2004.
Dit apparaat is ontwikkeld, gefabriceerd en op
de markt gebracht in overeenstemming met:
- de veiligheidsvereisten van de
laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG (die in plaats
komt van de Richtlijn 73/23/EEG en latere
wijzigingen daarvan);
- de veiligheidsvereisten van de “EMC”-richtlijn
89/336/EEG, gewijzigd door de richtlijn
2004/108/EEG.
De elektrische veiligheid is alleen gewaarborgd
wanneer het op de juiste wijze op een efficiënt
werkende installatie is aangesloten,
die volgens de wettelijke
voorschriften is geaard.
Milieutips
4
5
INSTALLATIE
Het apparaat moet door twee of meerdere
personen worden verplaatst en geïnstalleerd.
Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het
apparaat om te voorkomen dat de vloer
beschadigd raakt (b.v. parket).
Zorg ervoor dat het product tijdens de
installatie de voedingskabel niet beschadigt.
Installeer het product niet in de buurt van een
warmtebron.
Laat een vrije ruimte aan de zijkanten en boven
het apparaat om een goede ventilatie te
garanderen of volg de installatie-instructies.
Houd de ventilatie-openingen van het apparaat
vrij van obstakels.
Beschadig de leidingen van het koelcircuit van
de koelkast niet.
Installeer het product waterpas op een vloer die
het gewicht kan dragen en in een ruimte die
geschikt is voor de afmetingen en het gebruik
van het product.
Plaats het apparaat in een droge en goed
geventileerde ruimte. Het apparaat is afgesteld
om te werken in ruimten waarin de
temperatuur binnen de volgende waarden ligt,
die op hun beurt weer afhankelijk zijn van de
klimaatklasse die op het serienummerplaatje
staat aangegeven: het is mogelijk dat het
apparaat niet goed functioneert als het voor een
lange tijd in een ruimte wordt gelaten met een
hogere of lagere temperatuur dan het
genoemde bereik.
Klimaatklasse Omg. temp. (°C) Omg. temp. (°F)
SN van 10 tot 32 van 50 tot 90
N van 16 tot 32 van 61 tot 90
ST van 16 tot 38 van 61 tot 100
T van 16 tot 43 van 61 tot 110
Controleer of de spanning op het
serienummerplaatje overeenkomt met de
spanning in uw woning.
Gebruik geen enkele of meervoudige adapters
of verlengsnoeren.
Gebruik voor de aansluiting op de waterleiding
de bij het nieuwe apparaat geleverde leiding en
niet die van het vorige apparaat.
De voedingskabel mag alleen door
gekwalificeerd personeel worden gewijzigd of
vervangen.
Het moet mogelijk zijn het apparaat van het
elektriciteitsnet af te koppelen door de stekker
uit het stopcontact te halen of via een
tweepolige netschakelaar die bovenstrooms van
het stopcontact is geplaatst.
VEILIGHEID
Bewaar of gebruik geen benzine of andere
gassen en licht ontvlambare stoffen in de buurt
van het apparaat of van andere elektrische
huishoudelijke apparatuur. De dampen die
hieruit voortkomen kunnen brand of explosies
veroorzaken.
Gebruik geen andere mechanische, elektrische
of chemische systemen die het ontdooiproces
versnellen dan door de fabrikant zijn
aanbevolen.
Gebruik of plaats geen elektrische apparaten in
de vakken van het apparaat, als hiervoor geen
uitdrukkelijke toestemming door de fabrikant is
gegeven.
Het apparaat is niet bestemd om gebruikt te
worden door jonge kinderen of zieke personen
zonder lichamelijke controle.
Om het risico te vermijden dat kinderen in de
koelkast opgesloten raken en stikken, mag hen
niet worden toegestaan in het product te spelen
of zich erin te verstoppen.
Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de
vrieselementen niet in (niet op alle modellen).
Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die net uit de
vriezer komen, aangezien deze zo koud zijn dat
ze ijsbrand kunnen veroorzaken.
GEBRUIK
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de
stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden begint.
Alle apparaten met ijsmakers en
waterdispensers moeten op een waterleidingnet
aangesloten worden dat uitsluitend drinkwater
levert (met een waterleidingdruk van tussen de
0,24 en 0,83 MPa (2,4 en 8,3 bar/35 en 120
PSI)). De ijsmakers en/of waterdispensers die
niet rechtstreeks op het waterleidingnet zijn
aangesloten, mogen uitsluitend met drinkwater
worden gevuld.
Gebruik het koelgedeelte uitsluitend voor het
bewaren van verse levensmiddelen en het
vriesgedeelte uitsluitend voor het bewaren van
diepvriesproducten, het invriezen van verse
levensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
Bewaar geen dranken in glas in het
vriesgedeelte want deze kunnen barsten.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld, indien bovenstaande adviezen en
voorzorgsmaatregelen niet in acht zijn
genomen.
Algemene voorzorgsmaatregelen en adviezen
6
Beschrijving van het product
A. Controlepaneel
B. Zuivelafdeling
C. Flessenhouder
D. Groenten & Fruitladen
E. Delicatessenlade
F. Vriesgedeelte
G. Centrale vakken
H. Glazen plateau’s
7
Koelkast te warm Stel de “Refrigerator” één cijfer hoger af door te drukken op .
Koelkast te koud Stel de “Refrigerator” één cijfer lager af door te drukken op .
Vriezer te warm Stel de “Freezer” één cijfer hoger af door te drukken op .
Vriezer te koud Stel de “Freezer” één cijfer lager af door te drukken op .
Temperatuurinstelling
uitschakelen
Druk voor de “Refrigerator” of “Freezer” op totdat u een
streepje (“–”) ziet.
De toetsen voor temperatuurregeling zijn bovenaan op de voorzijde van het koelkastgedeelte aangebracht.
Temperatuurregeling
Eerste instelling van de temperatuur
Stel de temperatuur in nadat u de stekker van de koelkast in het stopcontact hebt gestoken.
Stel de temperatuur in door te drukken op of .
Stel de “Freezer” (Vriezer) in op 4.
Stel de “Refrigerator” (Koelkast) in op 4.
Laat de koelkast ten minste 8-12 uur functioneren voordat u er voedsel in plaatst.
Warme oppervlakken van de behuizing
De voorzijde van de koelkastbehuizing kan soms warm worden. Dit is normaal en voorkomt dat er zich
condensatie op de behuizing vormt. Dit verschijnsel doet zich vaker voor wanneer u de koelkast voor het
eerst start, wanneer het buiten erg warm is of nadat de deur langdurig heeft opgestaan.
De temperatuur bijstellen
24 uur nadat u voedingsmiddelen in de koelkast en/of vriezer hebt geplaatst, kunt u een of beide
compartimenten kouder of warmer instellen. Stel hiervoor de temperatuur in volgens de
Temperatuurtabel hieronder.
Behalve wanneer u de koelkast start, dient u de temperatuur met niet dan één cijfer tegelijk te wijzigen.
Laat de temperatuur zich gedurende 24 uur stabiliseren.
Temperatuurtabel
Aanraaktoetsen voor temperatuurregeling (sommige modellen)
Waterdispenser
Indien u bij het installeren van de koelkast het watersysteem niet heeft laten
doorspoelen, vang dan in een houder 8 tot 12 L (2 à 3 gal.) of voor ongeveer 6
à 7 minuten nadat het water is gaan lstromen en gooi dit weg. Het water dat u
tapt en vervolgens weggooit spoelt alle leidingen door. Laat de koelkast een
paar uur tot rust komen en laat het water afkoelen.
Water Tappen
1. Houdt een houder onder de verdeler terwijl u op de knop drukt.
2. Laat de knop los om te stoppen met tappen.
OPMERKING: Tap elke week genoeg water af om een voorziening van vers water
te kunnen garanderen.
Gebruikervoorkeur
Het controlecentrum biedt u de mogelijkheid om uw gebruikersvoorkeur in te
stellen, indien u dit wenst.
8
Automatische IJsmaker
Sluit de ijsmaker op de watervoorziening aan zoals
is aangegeven. Een goede doorstroming van het
water en een waterpas geplaatste koelkast
zijn van doorslaggevend belang voor een
optimale functionering van de ijsmaker.
Bediening van de
IJsmaker
Haal de ijzeren arm uit de
geblokkeerde positie naar
beneden om de ijsmaker
aan te zetten.
Haal de arm omhoog en
blokkeer deze om de
ijsmaker uit te zetten.
Bedieningsintructies
Ga na of de ijsbak op zijn plaats zit en dat de
arm van de ijsmaker naar beneden is gebracht.
Als het vriesgedeelte een temperatuur tussen de
-17° en - 18°C (2° en 0°F), vult de ijsmaker zich
met water en begint te functioneren. Ongeveer
elke drie uur zul je nu een flinke hoeveelheid ijs
hebben.
Zorg dat u ongeveer 24 uur na de installatie de
eerste hoeveelheid ijs heeft.
Gooi al het ijs dat binnen de eerste 12 uur na de
installatie wordt gevormd weg om er zeker van
te kunnen zijn dat het ijs geheel zuiver is.
De ijsproductie kan onderbroken worden door
de arm van de ijsmaker omhoog te brengen
totdat men een zachte klik hoort.
De ijsmaker blijft uitgeschakeld zolang de arm
naar boven gericht is.
De eerste twee ladingen ijs kunnen te kleine en
onregelmatige ijsblokjes bevatten. Dit hangt af
van de lucht die in de leiding aanwezig is. Dit zal
echter verdwijnen.
Het is normaal dat meerdere uitgestoten
ijsblokjes met de uiteinden aan elkaar zitten.
Deze kunnen gemakkelijk van elkaar losgehaald
worden. De ijsmaker blijft met het maken van
ijsblokjes doorgaan totdat de hoeveelheid
ijsblokjes in de houder de arm van de ijsmaker
bereiken waardoor de ijsmaker wordt
uigeschakeld.
Door de verschillende cycli van de ijsmaker kan
geluid worden geproduceerd. Het kan zijn dat
de motor zoemt, de ijsblokkjes kletteren
wanneer ze in een lege bak vallen en het
waterventiel kan af en toe klikken of brommen.
Dit alles is normaal.
Als men niet regelmatig van de ijstoevoer
gebruik maakt dan kan het ijs zijn helderheid
verliezen, inkrimpen, aan elkaar plakken en
“muf” smaken. Is dit het geval, gooi dan de
inhoud van de ijsbak weg en maak deze met
handwarm water schoon. Droog de bak goed af
alvorens deze weer terug te plaatsen. De ijsbak
moet regelmatig geleegd worden om vers ijs te
kunnen garanderen.
Plaats nooit drank en voedsel in de ijsbak voor
een snelle afkoeling hiervan. Op deze manier
kan de ijsbak opwarmen waardoor de ijsmaker
slecht zal functioneren.
Zet de ijsmaker uit (arm omhoog) wanneer
gedurende meerdere uren de watertoevoer
wordt afgesloten.
Het verwijderen van de Ijsbak:
Trek hem naar voren en bij de ijsmaker vandaan.
Schakel de ijsmaker uit door de arm omhoog te
brengen om te voorkomen dat de ijsmaker ijs
werkt tijdens het verwijderen van de ijsbak.
Het installeren van de IJsbak:
Loop de hierboven beschreven handeling in
omgekeerde volgorde door. Schakel vervolgens
de ijsmaker aan door de arm naar beneden te
halen.
Waterdispenser
De Waterdispenser bevindt
zich aan de linker kant van
van het gedeelte voor vers
voedsel. Hij is alleen voor
de afgifte van koud water
ontworpen.
Het Aftappen van Water:
Houdt een houder onder
de tap en druk op de
dispender toets.
Gebruik van de ijsmaker en waterdispenser
9
Verwijdering en Installatie van de Waterfilter
Als uw apparaat aan een watertoevoer dient te
worden aangesloten om van de waterdispenser
gebruik te kunnen maken, dan mag dit alleen
drinkwater zijn. De ijsmakers die niet direct op de
watertoevoer zijn mogen alleen met drinkwater
worden gevuld.
Begin installatie van de waterfilter
De waterfilter bevindt zich in de rechter
bovenhoek van het koelgedeelte.
1. Verwijder de blauwe patroondop en bewaar
deze voor later.
2. Verwijder de zegel van de uiteinde van de filter
en stop deze in de filterhuls.
3. Draai op rustige maar doeltreffende wijze de
filter met de klok mee tot deze niet verder
draaien kan. Klap de filterbescherming dicht.
4. Verminder het sputteren van het water door de
lucht uit het systeem te laten lopen. Laat het
water twee minuten door de dispenser lopen
totdat het water rustig loopt. Sta de interne
watertank gedurende de beginfase een
vertraging van één à twee minuten toe om zich
vol te laten lopen alvorens water af te kunnen
geven.
In huishoudens waar het water van een mindere
kwaliteit is kan een regelmatige spoeling nodig
blijken.
Vervanging van het Waterfilter
BELANGRIJK: Lucht dat in het systeem
aanwezig is kan zorgen voor het uitstoten van
water en van het patroon. Tap altijd
gedurende minstens 2 minuten water af
alvorens het filter om welke reden dan ook
wordt vervangen. Let goed op tijdens het
verwijderen.
1. Voor het vervangen van het filter. Draai het
filter met een krachtige beweging linksom tot
deze uit de filtergang los komt.
2. Gooi het water uit het filter in de gootsteen en
stop de filter in het huisafval.
3. Droog het water in de filterhuls op en plaats
een nieuw filter in volgens de aanwijzingen van
de stappen 2 tot 4 van de Begin Installatie van
het waterfilter.
BELANGRIJK: De kwaliteit/staat van het water en
de gebruikte hoeveelheid bepalen de levensduur
van waterfilterpatroon. Als het watergebruik hoog
is, of als de kwaliteit van het water laag is, dan zal
een vervanging van het filter vaker nodig blijken.
Neem contact op met de Klantenservice voor het
aanschaffen van een vervangende
waterfilterpatroon. De dispenser functie kan ook
zonder een waterfilterpatroon worden gebruikt.
Plaats het filter met de blauwe patroondop erop als
u voor deze optie kiest.
OPMERKINGEN:
1. De patroondop filtert het water niet. Zorg
ervoor een vervangingspatroon bij de hand te
hebben als een vervanging nodig blijkt.
2. De filterpatroon moet worden vervangen als
het systeem voor de waterfiltratie bevoren is
geweest.
3. Als het systeem voor waterfiltratie al een paar
maanden niet is gebruikt,of als het water een
onaangename smaak of geur heeft, kan het
system doorgespoeld worden door gedurende
twee à drie minuten water af te tappen.
Vervang het filter als de onaangename smaak of
geur aanhoudt.
Waterfilter
10
Draagplateaus
Probeer nooit om een vol met voedsel geladen draagplateau te verplaatsen.
Controleer dat het draagplateau correct geplaatst is, voor u er iets oplegt.
Uw koelkast is voorzien van glazen draagplateaus met een
overstroombeveiliging of van niet afgesloten draagplateaus.
De glazen draagplateaus zijn voorzien van een rand die overstro-
men tegenhoudt waardoor het onderhoudsvriendelijker is. Een
aantal draagplateaus zijn voorzien van een ’Easy Glide’ verwijde-
ringsfunctie. Pak de voorkant van het draaplateau vast en haal deze
voorzichtig naar voren, als het draagplateau is voorzien van de
Easy Glide verwijderingsfunctie.
Duw het draagplateau naar binnen om hem in de originele positie terug te brengen.
Het verwijderen van een draagplateau:
Verwijder al het voedsel van het draagplateau. Kantel voorzichtig de voorkant en til de achterkant van
het draagplateau op zodat de haken aan de achterkant van het draagplateau vrij komen. Het
draagplateau kan nu aan de voorkant verwijderd worden.
Het dragplateau op een andere plaats vastmaken:
Kantel de voorkant van het draagplateau.
Breng de haken aan de achterkant in de gewenste openingen van het frame door het draagplateau naar
boven gekanteld te houden. Breng de voorkant van het draagplateau naar beneden en leg het
draagplateau op zijn plaats terug.
Controleer dat het draagplateau aan de achterkant goed vastzit.
Handleiding voor interne onderdelen
De Afdekplaat van de Laden dient als de laagste voedselplateau.
Het verwijderen van de versheidlade:
Verwijder de lade.
Plaats een hand onder het frame en duw het glas omhoog. Verwijder het glas.
Haal het frame uit de geleidende rails in de koelkast.
Het installeren:
Herhaal de hierboven beschreven instructies in omgekeerde volgorde.
Bewaren in de deur
Zuivelvak
Het ’zuivelvak’ is handig voor het conserveren van producten zoals
boter en margarine. Het kan naar verschillende plekken worden
verplaatst om aan uw conserveringseisen te kunnen voldoen. Haal
het deksel omhoog om van het zuivelvak gebruik te kunnen
maken.
Het verwijderen:
Haal het deksel omhoog, duw omhoog en verwijder hem.
De installatie:
Keer de hierboven beschreven procedure om.
Het draagplateau over de gehele deurlengte
Het draagplateau over de gehele deurlengte kan worden ver-
wijderd om de reiniging te vergemakkelijken.
Het verwijderen:
Schuif het draagplateau naar boven en verwijder het.
De installatie:
Keer de hierboven beschreven procedures om.
11
Versheidladen
De Versheidladen zorgen voor een omgeving met een hogere luchtvochtigheid voor het conserveren van
verse groenten en fruit.
Bedieningsknoppen
De Bedieningsknoppen regelen de luchtvochtigheid in de laden. Schuif de knop op de FRUIT waarde
voor producten met een schil.
Schuif de knop op de GROENTE waarde voor ’bladproducten’.
Het verwijderen:
haal de lade in zijn geheel naar voren. Haal de voorkant van de lade omhoog en verwijder hem.
De installatie:
plaats de lade in de geleiders van het frame en duw hem op zijn plaats.
Opmerking
Sluit de laden goed af voor een optimaal resultaat.
Lade met gecontroleerde temperatuur
De Lade met temperatuurscontrole is een lade over de volle lengte met een regelbare temperatuursknop.
Deze lade kan worden gebruik voor grote party trays, delicatessen, drank en verschillende ander
producten. Een verdeler voor het naar wens opsplitsen van de lade is bijgeleverd.
De temperatuurknop regelt de hoeveelheid koude lucht die in de lade is toegestaan. Deze knop bevindt
zich onder het deksel aan de rechterkant van de lade.
Plaats de knop op de hoogste waarde om voor een normale koelkasttemperatuur te zorgen. Plaats de
knop op de laagste waarde als men een temperatuur wenst die lager is dan de rest van de koelkast.
Gebruik voor het conserveren van vlees de laagste stand.
Handleiding voor interne onderdelen
12
GROENTE FRUIT
GECONTROLEERDE LUCHTVOCHTIGHEID
Opmerkingen
De temperatuur in de koelkast kan afnemen door de koude lucht die naar de lade wordt gericht. Het
kan dus nodig zijn om de knop van de koelkast bij te stellen.
Plaats nooit bladgroente in de lade aangezien lage temperaturen de bladproducten kunnen schaden.
Het verwijderen van de lade:
Til de deksel op. Trek de lade in zijn geheel uit. Haal de voorkant van de lade naar boven en verwijder
hem.
Het installeren van de lade:
Duw de metalen geleiders naar de achterkant van de koelkast.
Plaats de lade op de geleiders en schuif hem op zijn plaats terug.
Het verwijderen van de verdeler:
Trek de lade helemaal naar voor en til de voorkant van de verdeler op zodat de achterkant van de lade
loskomt. Verwijder hem.
Het installeren van de verdeler:
Haak de achterkant van de verdeler aan de achterkant van de lade vast en breng hem op zijn plaats.
Bovenste korf
Het verwijderen:
trek de bovenste korf helemaal naar voren en verwijder hem.
Het installeren:
schuif de bovenste korf in de vriezer. Controleer dat de haken
aan de achterkant in de rail vastgehaakt zijn.
Handleiding voor interne onderdelen
Het vriesvak met het symbool , is uitstekend geschikt voor conservering van ingevroren
levensmiddelen, als ook voor het invriezen van verse of voorgekookte levensmiddelen.
De maximale hoeveelheid voedsel die bij een omgevingstemperatuur van 25°C en in een periode van 24
uur kan worden ingevroren wordt aangegeven op het serienummerplaatje aan de binnenkant van de
koelkast. Om goed in te vriezen wordt geadviseerd de snelvriesfunctie te selecteren voor de
voorbereiding op het invriezen.
VOORBEREIDEN VAN DE VERSE, IN TE VRIEZEN LEVENSMIDDELEN
Het is van belang dat de voedingsmiddelen zo worden verpakt dat er geen water, vocht of condens in kan
komen; op die manier wordt voorkomen dat er geuren of aroma’s van het ene gebied naar het andere in
de koelkast worden overgebracht, en blijven de ingevroren voedingsmiddelen beter geconserveerd.
Geadviseerd wordt om het in te vriezen voedsel te verpakken in plastiek bakjes met hermetisch sluitende
deksels, aluminium bakjes, aluminiumfolie, plastiekfolie of waterdichte plastiek verpakkingen.
DICHTMAKEN
Wanneer het voedsel in zakjes wordt verpakt, moet alle lucht uit de zakjes worden gedrukt (vloeistoffen
hebben wat extra ruimte nodig om te kunnen uitzetten). Sluit de verpakking met een stripje. Plaats als u
doorzichtige plastiek zakjes gebruikt, het etiket in het zakje; gebruik bij niet doorzichtige zakjes
zelfklevende etiketten die u op de buitenkant plakt.
ONTDOOIEN
Hier volgen enkele nuttige aanwijzingen.
Rauwe groenten: niet ontdooien, maar gelijk in kokend water leggen en koken op de gebruikelijke
manier.
Vlees (grote stukken): in de koelkast ontdooien zonder het vlees uit de verpakking te halen. Alvorens het
te bereiden, een paar uur op omgevingstemperatuur laten rusten.
Vlees (kleine stukken): ontdooien op omgevingstemperatuur of rechtstreeks bereiden.
Vis: ontdooien in de koelkast zonder de vis uit de verpakking te halen of direct bereiden zonder dat de vis
volledig is ontdooid.
Het vriesgedeelte behoudt bij een stroomuitval gedurende ongeveer 12 uur een temperatuur die geschikt
is voor het bewaren van levensmiddelen. We raden u an om de deur van het gedeelte dicht te laten. Vries
gedeeltelijk ontdooid voedsel nooit opnieuw in.
Kant-en-klare voedingsmiddelen: in de oven verwarmen zonder deze uit het aluminium bakje te halen.
Fruit: in de koelkast ontdooien
OPMERKING: zet nooit warme voedingsmiddelen in het vriesvak.
Laat warme voedingsmiddelen gedurende 30 minuten afkoelen tot omgevingstemperatuur, pak ze
vervolgens in en vries ze in. Als u warm voedsel eerst laat afkoelen voordat u het invriest, bespaart u
energie en verlengt u de levensduur van uw apparaat.
Handleiding voor het conserveren en ontdooien van voedsel
13
TABEL VOOR DE CONSERVERING VAN VOEDINGSMIDDELEN
De conserveringstijden variëren op grond van de kwaliteit van het voedsel, het gebruikte type verpakking
of omhulsel (bestand tegen vocht en stoom) en van de conserveringstemperatuur (die -18°C dient te zijn).
Handleiding voor het conserveren en ontdooien van voedsel
VOEDINGSMIDDELEN EN CONSERVERINGSTIJDEN
Fruit
Geconcentreerd vruchtensap 12 maanden
Fruit (in het algemeen) 8 à 12 maanden
Citrusvruchten en vers sap 4 à 6 maanden
Groenten
Commerciële diepvriesproducten 8 maanden
Zelf ingevroren voedsel 8 à 12 maanden
Vlees
Saucijzen 4 weken of korter
Hamburgers 1 maand
Rundvlees, kalfsvlees, lamsvlees 2 à 3 maanden
Braadvlees
Rundvlees 6 à 12 maanden
Lamsvlees en kalfsvlees 6 à 12 maanden
Varkensvlees 4 à 8 maanden
Verse worsten 1 à 2 maanden
Biefstukken en vleeslapjes
Rundvlees 8 à 12 months
Lamsvlees, kalfvlees, varkenvlees 2 à 4 maanden
Vis
Kabeljauw, schol, tong 6 maanden
Zalm 2 à 3 maanden
Makreel, baars 2 à 3 maanden
Gepaneerde vis (gekocht) 3 maanden
Weekdieren, oesters 3 à 4 maanden
Gekookte vis, krab 3 à 4 maanden
Rauwe garnalen 12 maanden
Gevogelte
Kip of kalkoen (heel of in stukken) 12 maanden
Eend en gans 6 maanden
Orgaanvlees 2 à 3 maanden
Gevogelte in saus bereid 6 maanden
Vleeslapjes (zonder jus) 1 maand
Stoofvlees
Vlees, gevogelte en vis 2 à 3 maanden
ZUIVELPRODUCTEN
Boter 6 à 9 maanden
Margarine 12 maanden
Kaas
Camembert, mozzarella, smeerkaas 3 months
Roomkazen niet invriezen
Brie, Emmenthal, Zwitserse kaas,
enz. (Invriezen kan de structuur 6 à 8 maanden
van de kaas wijzigen)
IJs, vruchtensap, melk 12 maanden
Eieren
(Voeg suiker of zout toe aan eidooiers of hele,
geklopte eieren)
Heel (geklopt), eiwit, eidooiers 12 maanden
GEBAK EN BROOD
Gegist brood en broodjes 3 maanden
Niet gebakken brood 1 maand
Croissants 3 maanden
Taarten (niet geglazuurd) 2 à 4 maanden
Taarten (geglazuurd) en koekjes 6 à 12 maanden
Vruchtentaart 12 maanden
Koekjesdeeg 3 maanden
Taartdeeg 4 à 6 maanden
14
Verwijder altijd de stekker uit het stopcontact of koppel hoe dan ook
het apparaat af van de stroomtoevoer, alvorens onderhouds- en
reinigingswerkzaamheden te gaan verrichten. Reinig het koel- en het
vriesgedeelte regelmatig met een vochtige doek met een oplossing
van lauw water en neutrale schoonmaakmiddelen die speciaal
bestemd zijn voor het reinigen van de binnenkant van een koelkast.
Gebruik geen reinigings- of schuurmiddelen. Maak de koelkast nooit
schoon met ontvlambare vloeistoffen. De dampen die hieruit
voortkomen kunnen brand of explosies veroorzaken.
Reinig de buitenkant en de rubber afdichtingen met een vochtige
doek en droog ze af met een zachte doek.
Gebruik geen stoomreinigers.
Belangrijk: de toetsen en het display van het bedieningspaneel (op
de deur van het vriesvak) mogen niet gereinigd worden met
middelen op basis van alcohol of daarvan afgeleide stoffen, maar met
een droge doek.
Haal altijd de stekker van het apparaat uit het stopcontact
voordat u de lampjes gaat vervangen.
Vervanging plafondverlichting
Koelgedeelte
1. Schuif het lampkapje naar achteren om deze van de
lichtvoorziening los te maken.
2. Verwijder het lampje.
3. Vervang het lampje met een ander exemplaar van maximaal 40
watt. Deze zijn bij de Klantenservice of bij geautoriseerde
leveranciers verkrijgbaar.
4. Breng het lampkapje weer aan door de uiteinden van de
bescherming in een lijn met de lamphouder te plaatsen. Schuif het
lampkapje in de richting van de voorkant van de koelkast tot deze
op de “T-vormige” blokkering vastklikt. Forceer het lampkapje
niet over de blokkering heen om beschadiging hiervan te
voorkomen.
Vriesgedeelte
1. Ga naar de achterkant van het lampkapje.
2. Oefen druk uit op de inkepingen aan de achterkant van het
lampkapje en trek deze naar beneden. Het lampkapje gaat van
achteren uit open.
3. Verwijder het lampkapje.
4. Verwijder het lampje.
5. Vervang het lampje met een ander exemplaar van maximaal 40
watt. Deze zijn bij de Klantenservice of bij geautoriseerde
leveranciers verkrijgbaar.
6. Breng de voorkant van het lampkapje aan in de speciale openingen
in de vriezer en klap de achterkant over het lampje heen tot deze
totaal afgesloten is.
Onderhoud en reiniging
15
Korte afwezigheid
Als u minder dan drie weken afwezig bent, is het niet nodig de koelkast af te koppelen van het
elektriciteitsnet. Consumeer de bederfelijke voedingsmiddelen en vries de andere voedingsmiddelen in.
Als uw apparaat met een automatische ijsmaker is uitgerust:
1. schakel de ijsmaker uit.
2. sluit de watertoevoer naar de ijsmaker af.
3. maak de ijsbak leeg.
Lange afwezigheid
Als u meer dan 3 weken afwezig bent dient de koelkast helemaal te worden geleegd.
Als uw apparaat met een automatische ijsmaker is uitgerust:
1. Schakel de automatische ijsmaker uit.
2. Sluit minstens een dag van op voorhand de watertoevoer van de automatische ijsmaker af.
3. Maak de ijsbak leeg.
4. Steek een aantal plastiek of houten wiggen aan de bovenkant van de deuren zodat deze een beetje
open blijven staan. Op deze manier kan de lucht in de verschillende delen circuleren waardoor de
vorming van schimmel of onaangename geuren kan worden voorkomen.
Verhuizen
1. Haal alle verwijderbare elementen uit de koelkast.
2. Verpak ze zorgvuldig en zet ze aan elkaar vast met plakband om te voorkomen dat ze kapot of verloren
gaan.
3. Schroef de stelpootjes vast zodat ze de ondergrond niet raken.
4. Sluit beide deuren en plak ze met plakband dicht en plak ook de voedingskabel met plakband aan de
achterkant van het apparaat vast.
Stroomstoringen
Wend u bij een stroomstoring tot het plaatselijke energiebedrijf om informatie te krijgen over de duur
van de stroomstoring.
Opmerking: Een apparaat dat helemaal gevuld is zal langer koud blijven dan een apparaat dat maar voor
de helft gevuld is. Bevroren voedsel dat ijskristallen vertoont kan weer worden ingevroren. De smaak
hiervan kan echter veranderen. Voedsel dat er slecht uitziet kan beter weg worden gegooid.
Indien de stroomstoring maximaal 24 uur gaat duren
1. houdt alle deuren van het apparaat dicht. Dit zorgt ervoor dat het geconserveerde voedsel zo lang
mogelijk koud blijven.
Indien de stroomstoring meer dan 24 uur duurt
1. Leeg het vriesgedeelte en breng het voedsel in een draagbare vriezer over. Indien dit type vriezer of
kunstijs niet beschikbaar is, probeer dan de levensmiddelen die het snelst bederven te consumeren.
2. Maak de ijsbak leeg.
Voorzorgsmaatregelingen bij langdurige afwezigheid
16
Voordat u contact opneemt met de Consumentenservice....
De problemen bij het gebruik worden vaak veroorzaakt door kleinigheden die u zelf kunt opsporen en
verhelpen, zonder dat hiervoor enig type gereedschap nodig is.
De geluiden die het apparaat produceert zijn normaal, omdat de ventilatoren en de compressoren voor de
regeling van de werking automatisch worden in- en uitgeschakeld.
Sommige geluiden kunnen worden beperkt:
door het apparaat waterpas te zetten en het op een vlakke ondergrond te plaatsen;
door ervoor te zorgen dat het apparaat niet in contact komt met andere meubels;
door te controleren of de interne onderdelen correct zijn geplaatst;
door te controleren of de flessen en de pakken elkaar niet raken.
Enkele mogelijke geluiden:
een gefluit bij de eerste inschakeling van het apparaat of na een lange periode waarin het apparaat niet
gebruikt is;
een geborrel als de koelvloeistof naar de leidingen gaat;
een gezoem als de waterklep of de ventilator in werking treden;
een geknetter als de compressor wordt gestart of als het ijs in de bak druppelt;
een plotselinge klik als de compressor wordt in- en uitgeschakeld.
Als u de volgende geluiden hoort
...werkt uw product uitstekend!!!
Opsporen van storingen / Klantenservice
17
Opsporen van storingen / Consumentenservice
Het apparaat werkt niet
Zit de stekker van de elektrische voedingskabel wel in een stopcontact met de juiste voeding?
Is de zekering doorgebrand? Controleer de stekker en de zekeringkast.
De ijsmaker maakt geluid
Daar uw apparaat voorzien is van een ijsmaker kunt u zoemende geluiden (van het waterventiel), druppe-
lend water en het gekletter van het ijs dat in de ijsbak valt horen.
De ijsmaker functioneert niet:
Heeft de vrieskast voldoende tijd gehad om de vereiste temperatuur te bereiken? In het geval van een
nieuwe koelkast kan dit een nacht duren.
Opsporen van storingen / Consumentenservice
18
Staat de ijsmaker ON/OFF? Controleer de positie van de arm. Omhoog is uit, omlaag is aan.
Staat het waterventiel open? Komt er water bij de ijsmaker?
Is er in de koelkast een waterfilter geïnstalleerd? Dit filter kan verstopt of niet goed geïnstalleerd zijn.
Controleer de instructies voor de installatie van het waterfilter om na te gaan of deze op correcte wijze
is geïnstalleerd en niet verstopt is. Als de installatie of de verstopping niet het problem veroorzaken,
neem dan contact op met de Consumentenservice.
De randen aan de buitenzijde van de koelkast, die in contact komen met de deurafdichtingen,
voelen warm aan:
dit is normaal bij een warm klimaat en als de compressor in werking is.
De verlichting functioneert niet:
Functioneren de elektrische veiligheidscircuits die in uw huis zijn op correcte wijze geïnstalleerd?
Zit de stekker van de elektrische voedingskabel wel in een stopcontact met de juiste voeding?
Is het lampje doorgebrandt?
Als het lampje doorgebrand is:
1. Haal ten eerste altijd de stekker uit het stopcontact.
2. Zie ook het hoofdstuk “Onderhoud en Reiniging”.
Als de motor te lang in werking lijkt te blijven:
Zijn de deuren goed afgesloten?
Zijn de afsluitranden van de deuren correct geïnstalleerd?
Op warme dagen, of als het warm is in de ruimte, zal de motor langer draaien.
Wanneer de deur lang open heeft gestaan, of indien er grote hoeveelheden levensmiddelen in het apparaat
zijn geplaatst, blijft de motor langer werken om de binnenkant van het apparaat goed te koelen.
Denk aan het volgende
De tijd dat de motor draait hangt van verschillende factoren af: het aantal keren dat de deur wordt
geopend, de hoeveelheid voedsel die in de koelkast wordt bewaard, de kamertemperatuur en de instelling
van de temperatuurregelaars. Als uw apparaat na bovengenoemde controles nog steeds niet goed werkt,
neem dan contact op met de Consumentenservice en leg het probleem duidelijk uit. Geef het type en het
serienummer van het apparaat door (deze zijn te vinden op het serienummerplaatje).
De temperatuur van de koelkast is te hoog
Zijn de bedieningen van de koelkast wel goed ingesteld?
s er een grote hoeveelheid voedsel in de koelkast of de vriezer geplaatst?
Controleer of de deuren niet te vaak worden geopend.
Controleer of de deuren perfect sluiten.
Controleer of de luchtopeningen in het vak niet verstopt zijn waardoor de circulatie van koude lucht
verhinderd wordt.
Er is teveel vochtophoping
Controleer of de luchtopeningen in het vak niet verstopt zitten waardoor de circulatie van lucht
verhinderd wordt.
Controleer of het voedsel goed is verpakt. Maak natte houders droog voordat u ze in de koelkast zet.
Controleer of de deuren niet te vaak worden geopend. Door de deur te openen gaat de vochtigheid
die in de buitenlucht aanwezig is, de koelkast binnen. Hoe vaker de deur geopend wordt, des te sneller
zal het vocht zich ophopen, in het bijzonder als het vertrek zelf erg vochtig is.
Als de kamer erg vochtig is, is het normaal dat in de koelkast de vochtigheidsgraad toeneemt.
De deuren sluiten niet of gaan niet op correcte wijze open
Controleer of de deur niet geblokkeerd wordt door levensmiddelen.
Controleer of de bakken, draagplateaus, laden of ijsmaker allemaal goed op hun plaats zitten.
Controleer of de afsluitranden van de deuren niet vuil of kleverig zijn.
Verzeker u ervan dat het apparaat perfect waterpas staat.
Voordat u contact opneemt met de
Consumentenservice:
1. Controleer de handleiding voor het opsporen
van storingen. Wellicht kunt u snel en makkelijk
zelf het probleem oplossen.
2. Schakel het apparaat uit en wederom aan om te
zien of het ongemak is verholpen. Als dit niet
het geval is, koppel dan het apparaat van de
stroomtoevoer af en wacht een uur alvorens de
handeling te herhalen.
3. Als ook in dit geval het probleem niet verholpen
is, neem dan contact op met de
Consumentenservice.
Vermeld de volgende gegevens:
de aard van de storing,
het model,
het servicenummer (nummer achter het woord
SERVICE op het typeplaatje binnenin het
apparaat),
uw volledige adres,
uw telefoonnummer.
Het omkeren van de deuren van het apparaat
door onze klantenservice wordt niet
beschouwd als een ingreep die onder de
garantie valt.
Consumentenservice
19
Afmetingen van het product
20
Uw nieuwe apparaat is een GEHEEL IJSVRIJ model dat voor huishoudelijk gebruik is ontworpen, d.i. zowel
het koel- als vriesgedeelte zijn voorzien van een automatische ontdooifunctie.
Deze handleiding bevat aanwijzingen en waarschuwingen voor een correcte en geheel veilige installatie van
het apparaat – men raadt aan deze handleiding aandachtig door te lezen alvorens met de installatie aan te
vangen.
Bewaar deze handleiding zodat u het naderhand nog eens kunt raadplegen. Lever deze handleiding, indien
u het apparaat verkoopt, aan de nieuwe eigenaar. Gezien het gewicht van het apparaat zijn minstens 2
personen nodig om het veilig te verplaatsen/installeren. De installatie van het apparaat moet door een
gekwalififeerd technicus worden uitgevoerd.
Uw koelkast is zorgvuldig voor het transport ingepakt. Verwijder en gooi het verpakkingsmateriaal en het
plakband weg. Verwijder het serienummerplaatje nooit.
De Opening Meten
Neem tijdens de installatie zorgvuldig alle afmetingen van de koelkast op.
Aan de boven- achterkant van de koelkast moet anderhalve inch (1.5 cm) ruimte worden vrijgelaten.
Opmerking: 60 cm diepe modellen
Schaaf de hoeken van het blad tot een hoek van 45° als het blad 25 mm uitsteekt. Zorg aan beide zijden
van de koelkast voor een ruimte van 5 mm en laat aan de bovenkant 7 mm vrij om de installatie en het
waterpas zetten te vergemakkelijken. Vrije ruimte aan de achterkant van de koelkast is niet nodig.
Vloerbedekking en overvloeren (d.i. tapijt, tegels, parket, vloerkleden) kunnen de opening verkleinen.
Extra ruimte kan worden verkregen met behulp van de nivelleringsprocedures (zie ook Nivelleren P23).
BELANGRIJK: als de koelkast in een nis wordt ingebouwd waar de bovenkant van de koelkast geheel
bedekt zal zijn, neem dan de afmetingen van de bodem tot de bovenkant van de scharnieren op om de
juiste vrije ruimte te kunnen garanderen.
Uw Koelkast verhuizen
Vervoer de koelkast NOOIT op zijn kant. Leg de koelkast op zijn rug als het niet mogelijk is om hem
rechtop te vervoeren. Laat de koelkast minstens 2uur rechtop staan alvorens u de stekker in het
stopcontact steekt. Op deze manier heeft de koelvloeistof de tijd om naar te compressor terug te
vloeien. Het onmiddellijk inschakelen van de koelkast kan interne delen beschadigen.
Maak gebruik van een groot transportmiddel (vrachtwagen) voor het verplaatsen van de koelkast.
Verplaats de koelkast ALTIJD met de rug of de zijkant en NOOIT met de voorkant naar wagen toe
aangezien op deze manier de deuren kunnen beschadigen.
Bescherm tijdens het vervoer de buitenkant van de koelkast door hem met dekens te bedekken of
door stootmateriaal tussen de koelkast en de lwagen te stoppen.
Maak de koelkast stevig aan de lwagen vast met behulp van riemen of elastische koorden. Haal waar
mogelijk de riemen door de handvaten. Trek niet te strak aan. Het te hard aanspannen van de banden
kan de buitenkant van de koelkast indeuken of beschadigen.
Installatie
21
Installatie
Het verwijderen van de vrieslade
Hiervoor zijn twee personen nodig om mogelijke verwonding of
beschadiging van het product of andere voorwerpen te voorkomen.
Ga volgens de aanwijzingen te werk.
Het verwijderen:
1. Trek de vrieslade helemaal open.
2. Trek de bovenste korf helemaal naar buiten en verwijder hem.
3. Haal de onderste korf naar boven en verwijder hem.
4. Aan de beide geleiders bevindt zich een haakkorf met twee
drukklemmen. Druk de drukklemmen naar binnen bij de geleiders
vandaan om de haakkorven los te maken. Haal de korven van de
geleiders.
5. Haal het deksel van de voorkant van de lade om de
ondersteuningen van de geleiders te verwijderen. Til de voorkant
van de deur op om hem te verwijderen.
Het installeren:
1. Trek de geleiders helemaal uit.
2. Haak de ondersteuningen in de lussen aan de binnenkant van de
geleiders terwijl u de voordeur ondersteunt.
3. Breng de voordeur naar beneden op zijn plaats.
4. Plaats de haakkorven terug op de geleiders.
Breng de drukklemmen op de hoogte van de openingen in de
geleiders en druk totdat ze klikken.
5. Hang de korf in de haakkorven terwijl de geleiders helemaal zijn
uitgetrokken.
6. Schuif de bovenste korf in de vriezer. Zorg ervoor dat de
achterkant van de korf achter de geleider haakt.
22
Nivellering
Maak tijdens de nivelleringsprocedures geen gebruik van elektrisch
gereedschap.
Voor het verbeteren van het aanzicht en om de functionering te
waarborgen moet de koelkast waterpas staan. (van zijde tot zijde)
Opmerking
Completeer het omdraaien van de deuren, indien gewenst, de installatie
van het paneel en/of watertoevoer alvorens de koelkast te nivelleren.
Benodigd Materiaal
3/8” zeshoekige schroevendraaier
•Een waterpas
1. Verwijder het voetrooster.
• Pak hem stevig vast en trek hem voorzichtig naar voren om hem los
te maken.
2. Verwijder de bodemplaatbescherming(en).
• Stop het gummetje van een potlood of een dergelijk stomp
voorwerp in de inkeping van de bescherming.
• Voer een lichte druk uit om de bescherming los te krijgen.
• Blijf de neerwaartse druk op de inkeping van de bescherming
uitvoeren terwijl u deze wegdraait.
3. Gebruik de zeshoekige schroevendraaier voor het verhogen of het
verlagen van de voorkant van de koelkast door aan de stelschroeven
(A) aan beide kanten van de koelkast te draaien.
Opmerking:
Sommige modellen zijn alleen van de stelschroeven “A” voorzien.
4. Bepaalde modellen zijn ook voorzien van de stelschroeven aan de
achterkant (B). Gebruik de zeshoekige schroevendraaier voor het
verhogen of het verlagen van de achterkant van de koelkast door aan
de stelschroeven (B) aan beide kanten van de koelkast te draaien.
5. Controleer, met behulp van de waterpas dat de voorkant van de
koelkast 6 mm of een halve luchtbel hoger is dan de achterkant en dat
de koelkast van zijde tot zijde waterpas staat.
6. Draai de verstelbare pootjes (C) rechtsom tot deze stevig op de
grond staan.
7. Alleen voor modellen met een vriezerlade: draai de verstelschroeven
(A) linksom vast zodat het totale gewicht van de
koelkast op de stabiliserende pootjes steunt.
8. Breng de bodemplaatbescherming(en) weer aan.
• Plaats de afdekking in de buitenste rand van het
scharnier.
• Draai de afdekking weer in de richting van de kast
en druk hem op zijn plaats.
9. Leg het voetrooster weer op zijn plaats.
Opmerking:
Controleer dat, voor een correcte herinstallatie, de “topmarkering”
aan de binnenkant van het voetrooster op de juiste manier is
georiënteerd.
Breng de verbindingsklemmen van het voetrooster op een lijn met de
inkepingen in de kast.
Druk als eerste het bodemdeel op zijn plaats. Druk stevig op de
bovenkant van het rooster totdat het bovenste deel op zijn plaats
schiet.
Installatie
23
Openen en Sluiten van uw koelgedeelte
Uw nieuwe koelkast is een uniek ontwerp voorzien van twee deuren.
De beide deuren kunnen elk afzonderlijk van elkaar geopend en
gesloten worden. Aan de linker deur voor verse producten bevindt
zich een scharnierend deel. Als de linker deur wordt gesloten, vormt
het scharnierende deel automatisch een afsluiting tussen de twee
gesloten deuren.
Alleen voor een model met tussenlade:
1. Draai de beide stabiliserende pootjes rechtsom tot ze stevig op de
grond staan. Draai de vertelbare schroeven voor de roller 2 à 3
keer linksom totdat het totale gewicht van de koelkast op de sta-
biliserende pootjes steunt.
2. Breng het voetrooster en bodemplaatbescherming(en) weer op
hun plaats. Maak gebruik van de markeringen aan de binnenkant
van het voetrooster voor een correcte plaatsing.
Installatie
24
Haal de stekker uit het stopcontact alvorens met de operaties
aan te vangen.
De ijsmaker en het watercircuit moeten met een watertoevoer
van drinkbaar water en/of chemisch gereinigd water worden
verbonden.
De wateraansluiting dient in overeenstemming met de plaatselijke
wetgevingen worden uitgevoerd.
Het apparaat is voorzien van een waterleiding en een
overgangsconnector voor het aansluiten van de waterleiding aan
de watertoevoer (bepaalde modellen).
Verwijder de beschermingskap van het uiteinde van de grijze
waterleiding.
Sluit de waterleiding (1) op de overgangsconnector (2) aan. Draai
alles stevig vast en geef dan nog 1 à 2 extra draaien aan alles (bij
bepaalde modellen bevindt de connector zich direct op de
waterleiding).
Verbindt de overgangsconnector (2) met de huishoudelijke
watertoevoer (3).
(4) Verwijder de Plastiek kap van het waterventiel inlaatklep.
(5) Plaats het uiteinde van de Plastiek leiding in het waterventiel
inlaatklep.
(6) Schuif een messingmoer over de mouw en schroef de moer in
de inlaatklep vast. Draai de moer goed vast met een
schroefsleutel. Zorg ervoor dat de moer niet te vast wordt
gedraaid. Sluit de leiding op het frame aan met behulp van de
waterleidingklem (C).
Zorg ervoor dat de waterleiding niet verbogen is.
Het apparaat is vooraf ingesteld om te functioneren bij een druk
tussen de 0.24 en 8.3 bar MPascal (2.4 en 8.3 bar / 35 en 120 PSI).
Open de waterkraan. Controleer of er lekkages en verwijder
deze.
Herstel en drainage van het apparaat zijn niet nodig.
Wateraansluiting
25
Het apparaat is in overeenstemming met de wettelijke verorderingen geaard. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor de verwonding van personen of dieren en voor schade als gevolg van het negeren
van deze instructies.
De installatie en de elektrische aansluiting moeten door een gekwalificeerd technicus in overeenstemming
met de instructies van de fabrikant en de plaatselijke veiligheidsmaatregelingen worden uitgevoerd.
Controleer dat de voltage die op het serienummerplaatje staat aangegeven met de netspanning
overeenkomt.
De stekker van het apparaat dient altijd, ook na de installatie, gemakkelijk te bereiken zijn zodat de
stekker van het apparaat, indien nodig, gemakkelijk uit het stopcontact kan worden gehaald.
Als dit niet mogelijk is, sluit dan het apparaat op de netspanning aan met behulp van een tweepolige
netschakelaar met een minimum onderbrekingsafstand tussen de contacten van 3 mm. en op een
makkelijk te bereiken plek.
Vervang het stopcontact als de stekker van de voedingskabel en het stopcontact niet overeenkomen (dit
moet door een bevoegd en gekwalificeerd persoon worden gedaan).
Maak geen gebruik van verlengsnoeren of adapters.
Controleer, na de installatie, dat het apparaat de voedingskabel niet afknelt.
Schakel het apparaat uit door de stekker uit het stopcontact te halen. Trek nooit aan de voedingskabel.
Elektrische aansluiting
26

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing Alvorens het apparaat te gebruiken 4 Milieutips 4 Algemene voorzorgsmaatregelen en adviezen 5 Beschrijving van het product 6 Aanraaktoetsen voor temperatuurregeling (sommige modellen) 7 Waterdispenser 8 Gebruik van de ijsmaker en waterdispenser 9 Waterfilter 10 Handleiding voor interne onderdelen 11 Handleiding voor het conserveren en ontdooien van voedsel 13 Onderhoud en reiniging 15 Voorzorgsmaatregelingen bij langdurige afwezigheid 16 Opsporen van storingen / Klantenservice 17 Opsporen van storingen / Consumentenservice 17 Consumentenservice 19 Afmetingen van het product 20 Installatie 21 Wateraansluiting 25 Elektrische aansluiting 26 Alvorens het apparaat te gebruiken • Het door u aangeschafte apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik. Voor een optimaal gebruik van uw apparaat is het raadzaam de gebruiksaanwijzing aandachtig door te lezen. Hierin vindt u een beschrijving van het apparaat en adviezen voor het bewaren van voedingsmiddelen. Bewaar dit boekje zodat u het naderhand nog eens kunt raadplegen. • Controleer na het uitpakken van het apparaat of het niet beschadigd is en of de deur goed sluit. Uw leverancier dient binnen 24 uur na de levering van het product van eventuele schade op de hoogte te worden gesteld. • Het is raadzaam minstens twee uur te wachten alvorens het apparaat in werking te stellen, om het koelcircuit perfect te kunnen laten functioneren. • Zorg ervoor dat de installatie en de elektrische aansluiting door een gekwalificeerd technicus worden verricht overeenkomstig de aanwijzingen van de fabrikant en de plaatselijke veiligheidsvoorschriften. • Reinig de binnenkant van het product alvorens het in gebruik te nemen. Milieutips 1. Verpakking Het verpakkingsmateriaal is voor 100% recyclebaar en draagt het recyclingsymbool . Voor de verwerking moeten de plaatselijke voorschriften worden nageleefd. Het verpakkingsmateriaal (plastiek zakken, stukken polystyreen enz.) moet buiten het bereik van kinderen worden gehouden, omdat het een bron van gevaar kan vormen. 2. Afdanken van het apparaat Het product is vervaardigd uit materiaal dat kan worden gerecycled. Dit apparaat is voorzien van het merkteken volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG inzake Afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA). Door ervoor te zorgen dat dit product op de juiste manier als afval wordt verwerkt, helpt u mogelijk negatieve consequenties voor het milieu en de menselijke gezondheid te voorkomen. gevaar kan opleveren. Voor nadere informatie over de behandeling, terugwinning en recycling van dit product wordt u verzocht contact op te nemen met het stadskantoor in uw woonplaats, uw afvalophaaldienst of de winkel waar u het product heeft aangeschaft. Informatie: Dit apparaat bevat geen CFK. Het koelcircuit bevat R134a (HFC) of R600a (HC), zie serienummerplaatje in het apparaat. Voor apparaten met isobutaan (R600a): isobutaan is een natuurlijk gas dat geen schadelijke invloed heeft op het milieu, maar wel ontvlambaar is. Het is daarom noodzakelijk om te controleren of de leidingen van het koelcircuit niet beschadigd zijn. Conformiteitsverklaring • Dit apparaat is bestemd voor het conserveren van voedingsmiddelen en is vervaardigd in overeenstemming met de Verordening (EG) nr. 1935/2004. Het symbool op het product of op de bijbehorende documentatie geeft aan dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. In plaats daarvan moet het worden afgegeven bij een verzamelpunt voor recycling van elektrische en elektronische apparaten. Maak het apparaat op het moment dat het wordt afgedankt onbruikbaar door de voedingskabel door te snijden en de deuren en schappen te verwijderen, zodat kinderen niet makkelijk in het apparaat kunnen kruipen. Volg bij het afdanken van het apparaat de plaatselijke voorschriften voor afvalverwerking en breng het naar een speciaal afvalverwerkingscentrum, en laat het niet onbewaakt achter, ook niet voor slechts een paar dagen, aangezien het voor kinderen een bron van • Dit apparaat is ontwikkeld, gefabriceerd en op de markt gebracht in overeenstemming met: - de veiligheidsvereisten van de laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG (die in plaats komt van de Richtlijn 73/23/EEG en latere wijzigingen daarvan); - de veiligheidsvereisten van de “EMC”-richtlijn 89/336/EEG, gewijzigd door de richtlijn 2004/108/EEG. • De elektrische veiligheid is alleen gewaarborgd wanneer het op de juiste wijze op een efficiënt werkende installatie is aangesloten, die volgens de wettelijke voorschriften is geaard. 4 Algemene voorzorgsmaatregelen en adviezen VEILIGHEID • Bewaar of gebruik geen benzine of andere gassen en licht ontvlambare stoffen in de buurt van het apparaat of van andere elektrische huishoudelijke apparatuur. De dampen die hieruit voortkomen kunnen brand of explosies veroorzaken. • Gebruik geen andere mechanische, elektrische of chemische systemen die het ontdooiproces versnellen dan door de fabrikant zijn aanbevolen. • Gebruik of plaats geen elektrische apparaten in de vakken van het apparaat, als hiervoor geen uitdrukkelijke toestemming door de fabrikant is gegeven. • Het apparaat is niet bestemd om gebruikt te worden door jonge kinderen of zieke personen zonder lichamelijke controle. • Om het risico te vermijden dat kinderen in de koelkast opgesloten raken en stikken, mag hen niet worden toegestaan in het product te spelen of zich erin te verstoppen. • Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de vrieselementen niet in (niet op alle modellen). • Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die net uit de vriezer komen, aangezien deze zo koud zijn dat ze ijsbrand kunnen veroorzaken. INSTALLATIE • Het apparaat moet door twee of meerdere personen worden verplaatst en geïnstalleerd. • Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het apparaat om te voorkomen dat de vloer beschadigd raakt (b.v. parket). • Zorg ervoor dat het product tijdens de installatie de voedingskabel niet beschadigt. • Installeer het product niet in de buurt van een warmtebron. • Laat een vrije ruimte aan de zijkanten en boven het apparaat om een goede ventilatie te garanderen of volg de installatie-instructies. • Houd de ventilatie-openingen van het apparaat vrij van obstakels. • Beschadig de leidingen van het koelcircuit van de koelkast niet. • Installeer het product waterpas op een vloer die het gewicht kan dragen en in een ruimte die geschikt is voor de afmetingen en het gebruik van het product. • Plaats het apparaat in een droge en goed geventileerde ruimte. Het apparaat is afgesteld om te werken in ruimten waarin de temperatuur binnen de volgende waarden ligt, die op hun beurt weer afhankelijk zijn van de klimaatklasse die op het serienummerplaatje staat aangegeven: het is mogelijk dat het apparaat niet goed functioneert als het voor een lange tijd in een ruimte wordt gelaten met een hogere of lagere temperatuur dan het genoemde bereik. Klimaatklasse SN N ST T Omg. temp. (°C) van 10 tot 32 van 16 tot 32 van 16 tot 38 van 16 tot 43 GEBRUIK • Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of onderhoudswerkzaamheden begint. • Alle apparaten met ijsmakers en waterdispensers moeten op een waterleidingnet aangesloten worden dat uitsluitend drinkwater levert (met een waterleidingdruk van tussen de 0,24 en 0,83 MPa (2,4 en 8,3 bar/35 en 120 PSI)). De ijsmakers en/of waterdispensers die niet rechtstreeks op het waterleidingnet zijn aangesloten, mogen uitsluitend met drinkwater worden gevuld. • Gebruik het koelgedeelte uitsluitend voor het bewaren van verse levensmiddelen en het vriesgedeelte uitsluitend voor het bewaren van diepvriesproducten, het invriezen van verse levensmiddelen en het maken van ijsblokjes. • Bewaar geen dranken in glas in het vriesgedeelte want deze kunnen barsten. Omg. temp. (°F) van 50 tot 90 van 61 tot 90 van 61 tot 100 van 61 tot 110 • Controleer of de spanning op het serienummerplaatje overeenkomt met de spanning in uw woning. • Gebruik geen enkele of meervoudige adapters of verlengsnoeren. • Gebruik voor de aansluiting op de waterleiding de bij het nieuwe apparaat geleverde leiding en niet die van het vorige apparaat. • De voedingskabel mag alleen door gekwalificeerd personeel worden gewijzigd of vervangen. • Het moet mogelijk zijn het apparaat van het elektriciteitsnet af te koppelen door de stekker uit het stopcontact te halen of via een tweepolige netschakelaar die bovenstrooms van het stopcontact is geplaatst. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld, indien bovenstaande adviezen en voorzorgsmaatregelen niet in acht zijn genomen. 5 Beschrijving van het product A. B. C. D. E. F. G. H. Controlepaneel Zuivelafdeling Flessenhouder Groenten & Fruitladen Delicatessenlade Vriesgedeelte Centrale vakken Glazen plateau’s 6 Aanraaktoetsen voor temperatuurregeling (sommige modellen) De toetsen voor temperatuurregeling zijn bovenaan op de voorzijde van het koelkastgedeelte aangebracht. Temperatuurregeling Eerste instelling van de temperatuur Stel de temperatuur in nadat u de stekker van de koelkast in het stopcontact hebt gestoken. • Stel de temperatuur in door te drukken op of . • Stel de “Freezer” (Vriezer) in op 4. • Stel de “Refrigerator” (Koelkast) in op 4. • Laat de koelkast ten minste 8-12 uur functioneren voordat u er voedsel in plaatst. Warme oppervlakken van de behuizing De voorzijde van de koelkastbehuizing kan soms warm worden. Dit is normaal en voorkomt dat er zich condensatie op de behuizing vormt. Dit verschijnsel doet zich vaker voor wanneer u de koelkast voor het eerst start, wanneer het buiten erg warm is of nadat de deur langdurig heeft opgestaan. De temperatuur bijstellen • 24 uur nadat u voedingsmiddelen in de koelkast en/of vriezer hebt geplaatst, kunt u een of beide compartimenten kouder of warmer instellen. Stel hiervoor de temperatuur in volgens de Temperatuurtabel hieronder. • Behalve wanneer u de koelkast start, dient u de temperatuur met niet dan één cijfer tegelijk te wijzigen. • Laat de temperatuur zich gedurende 24 uur stabiliseren. Temperatuurtabel Koelkast te warm Stel de “Refrigerator” één cijfer hoger af door te drukken op Koelkast te koud Stel de “Refrigerator” één cijfer lager af door te drukken op Vriezer te warm Stel de “Freezer” één cijfer hoger af door te drukken op Vriezer te koud Stel de “Freezer” één cijfer lager af door te drukken op Temperatuurinstelling uitschakelen Druk voor de “Refrigerator” of “Freezer” op streepje (“–”) ziet. 7 . . . . totdat u een Waterdispenser Indien u bij het installeren van de koelkast het watersysteem niet heeft laten doorspoelen, vang dan in een houder 8 tot 12 L (2 à 3 gal.) of voor ongeveer 6 à 7 minuten nadat het water is gaan lstromen en gooi dit weg. Het water dat u tapt en vervolgens weggooit spoelt alle leidingen door. Laat de koelkast een paar uur tot rust komen en laat het water afkoelen. Water Tappen 1. Houdt een houder onder de verdeler terwijl u op de knop drukt. 2. Laat de knop los om te stoppen met tappen. OPMERKING: Tap elke week genoeg water af om een voorziening van vers water te kunnen garanderen. Gebruikervoorkeur Het controlecentrum biedt u de mogelijkheid om uw gebruikersvoorkeur in te stellen, indien u dit wenst. 8 Gebruik van de ijsmaker en waterdispenser Automatische IJsmaker Sluit de ijsmaker op de watervoorziening aan zoals is aangegeven. Een goede doorstroming van het water en een waterpas geplaatste koelkast zijn van doorslaggevend belang voor een optimale functionering van de ijsmaker. • Als men niet regelmatig van de ijstoevoer gebruik maakt dan kan het ijs zijn helderheid verliezen, inkrimpen, aan elkaar plakken en “muf” smaken. Is dit het geval, gooi dan de inhoud van de ijsbak weg en maak deze met handwarm water schoon. Droog de bak goed af alvorens deze weer terug te plaatsen. De ijsbak moet regelmatig geleegd worden om vers ijs te kunnen garanderen. • Plaats nooit drank en voedsel in de ijsbak voor een snelle afkoeling hiervan. Op deze manier kan de ijsbak opwarmen waardoor de ijsmaker slecht zal functioneren. • Zet de ijsmaker uit (arm omhoog) wanneer gedurende meerdere uren de watertoevoer wordt afgesloten. Bediening van de IJsmaker • Haal de ijzeren arm uit de geblokkeerde positie naar beneden om de ijsmaker aan te zetten. • Haal de arm omhoog en blokkeer deze om de ijsmaker uit te zetten. Bedieningsintructies • Ga na of de ijsbak op zijn plaats zit en dat de arm van de ijsmaker naar beneden is gebracht. • Als het vriesgedeelte een temperatuur tussen de -17° en - 18°C (2° en 0°F), vult de ijsmaker zich met water en begint te functioneren. Ongeveer elke drie uur zul je nu een flinke hoeveelheid ijs hebben. • Zorg dat u ongeveer 24 uur na de installatie de eerste hoeveelheid ijs heeft. • Gooi al het ijs dat binnen de eerste 12 uur na de installatie wordt gevormd weg om er zeker van te kunnen zijn dat het ijs geheel zuiver is. • De ijsproductie kan onderbroken worden door de arm van de ijsmaker omhoog te brengen totdat men een zachte klik hoort. • De ijsmaker blijft uitgeschakeld zolang de arm naar boven gericht is. • De eerste twee ladingen ijs kunnen te kleine en onregelmatige ijsblokjes bevatten. Dit hangt af van de lucht die in de leiding aanwezig is. Dit zal echter verdwijnen. • Het is normaal dat meerdere uitgestoten ijsblokjes met de uiteinden aan elkaar zitten. Deze kunnen gemakkelijk van elkaar losgehaald worden. De ijsmaker blijft met het maken van ijsblokjes doorgaan totdat de hoeveelheid ijsblokjes in de houder de arm van de ijsmaker bereiken waardoor de ijsmaker wordt uigeschakeld. • Door de verschillende cycli van de ijsmaker kan geluid worden geproduceerd. Het kan zijn dat de motor zoemt, de ijsblokkjes kletteren wanneer ze in een lege bak vallen en het waterventiel kan af en toe klikken of brommen. Dit alles is normaal. Het verwijderen van de Ijsbak: • Trek hem naar voren en bij de ijsmaker vandaan. Schakel de ijsmaker uit door de arm omhoog te brengen om te voorkomen dat de ijsmaker ijs werkt tijdens het verwijderen van de ijsbak. Het installeren van de IJsbak: • Loop de hierboven beschreven handeling in omgekeerde volgorde door. Schakel vervolgens de ijsmaker aan door de arm naar beneden te halen. Waterdispenser • De Waterdispenser bevindt zich aan de linker kant van van het gedeelte voor vers voedsel. Hij is alleen voor de afgifte van koud water ontworpen. Het Aftappen van Water: • Houdt een houder onder de tap en druk op de dispender toets. 9 Waterfilter Verwijdering en Installatie van de Waterfilter Als uw apparaat aan een watertoevoer dient te worden aangesloten om van de waterdispenser gebruik te kunnen maken, dan mag dit alleen drinkwater zijn. De ijsmakers die niet direct op de watertoevoer zijn mogen alleen met drinkwater worden gevuld. waterfilterpatroon. De dispenser functie kan ook zonder een waterfilterpatroon worden gebruikt. Plaats het filter met de blauwe patroondop erop als u voor deze optie kiest. OPMERKINGEN: 1. De patroondop filtert het water niet. Zorg ervoor een vervangingspatroon bij de hand te hebben als een vervanging nodig blijkt. 2. De filterpatroon moet worden vervangen als het systeem voor de waterfiltratie bevoren is geweest. 3. Als het systeem voor waterfiltratie al een paar maanden niet is gebruikt,of als het water een onaangename smaak of geur heeft, kan het system doorgespoeld worden door gedurende twee à drie minuten water af te tappen. Vervang het filter als de onaangename smaak of geur aanhoudt. Begin installatie van de waterfilter De waterfilter bevindt zich in de rechter bovenhoek van het koelgedeelte. 1. Verwijder de blauwe patroondop en bewaar deze voor later. 2. Verwijder de zegel van de uiteinde van de filter en stop deze in de filterhuls. 3. Draai op rustige maar doeltreffende wijze de filter met de klok mee tot deze niet verder draaien kan. Klap de filterbescherming dicht. 4. Verminder het sputteren van het water door de lucht uit het systeem te laten lopen. Laat het water twee minuten door de dispenser lopen totdat het water rustig loopt. Sta de interne watertank gedurende de beginfase een vertraging van één à twee minuten toe om zich vol te laten lopen alvorens water af te kunnen geven. • In huishoudens waar het water van een mindere kwaliteit is kan een regelmatige spoeling nodig blijken. Vervanging van het Waterfilter BELANGRIJK: Lucht dat in het systeem aanwezig is kan zorgen voor het uitstoten van water en van het patroon. Tap altijd gedurende minstens 2 minuten water af alvorens het filter om welke reden dan ook wordt vervangen. Let goed op tijdens het verwijderen. 1. Voor het vervangen van het filter. Draai het filter met een krachtige beweging linksom tot deze uit de filtergang los komt. 2. Gooi het water uit het filter in de gootsteen en stop de filter in het huisafval. 3. Droog het water in de filterhuls op en plaats een nieuw filter in volgens de aanwijzingen van de stappen 2 tot 4 van de Begin Installatie van het waterfilter. BELANGRIJK: De kwaliteit/staat van het water en de gebruikte hoeveelheid bepalen de levensduur van waterfilterpatroon. Als het watergebruik hoog is, of als de kwaliteit van het water laag is, dan zal een vervanging van het filter vaker nodig blijken. Neem contact op met de Klantenservice voor het aanschaffen van een vervangende 10 Handleiding voor interne onderdelen Draagplateaus • Probeer nooit om een vol met voedsel geladen draagplateau te verplaatsen. • Controleer dat het draagplateau correct geplaatst is, voor u er iets oplegt. Uw koelkast is voorzien van glazen draagplateaus met een overstroombeveiliging of van niet afgesloten draagplateaus. De glazen draagplateaus zijn voorzien van een rand die overstromen tegenhoudt waardoor het onderhoudsvriendelijker is. Een aantal draagplateaus zijn voorzien van een ’Easy Glide’ verwijderingsfunctie. Pak de voorkant van het draaplateau vast en haal deze voorzichtig naar voren, als het draagplateau is voorzien van de Easy Glide verwijderingsfunctie. Duw het draagplateau naar binnen om hem in de originele positie terug te brengen. Het verwijderen van een draagplateau: • Verwijder al het voedsel van het draagplateau. Kantel voorzichtig de voorkant en til de achterkant van het draagplateau op zodat de haken aan de achterkant van het draagplateau vrij komen. Het draagplateau kan nu aan de voorkant verwijderd worden. Het dragplateau op een andere plaats vastmaken: • Kantel de voorkant van het draagplateau. • Breng de haken aan de achterkant in de gewenste openingen van het frame door het draagplateau naar boven gekanteld te houden. Breng de voorkant van het draagplateau naar beneden en leg het draagplateau op zijn plaats terug. • Controleer dat het draagplateau aan de achterkant goed vastzit. De Afdekplaat van de Laden dient als de laagste voedselplateau. Het verwijderen van de versheidlade: • Verwijder de lade. • Plaats een hand onder het frame en duw het glas omhoog. Verwijder het glas. • Haal het frame uit de geleidende rails in de koelkast. Het installeren: • Herhaal de hierboven beschreven instructies in omgekeerde volgorde. Bewaren in de deur Zuivelvak Het ’zuivelvak’ is handig voor het conserveren van producten zoals boter en margarine. Het kan naar verschillende plekken worden verplaatst om aan uw conserveringseisen te kunnen voldoen. Haal het deksel omhoog om van het zuivelvak gebruik te kunnen maken. Het verwijderen: • Haal het deksel omhoog, duw omhoog en verwijder hem. De installatie: • Keer de hierboven beschreven procedure om. Het draagplateau over de gehele deurlengte Het draagplateau over de gehele deurlengte kan worden verwijderd om de reiniging te vergemakkelijken. Het verwijderen: • Schuif het draagplateau naar boven en verwijder het. De installatie: • Keer de hierboven beschreven procedures om. 11 Handleiding voor interne onderdelen Versheidladen De Versheidladen zorgen voor een omgeving met een hogere luchtvochtigheid voor het conserveren van verse groenten en fruit. Bedieningsknoppen De Bedieningsknoppen regelen de luchtvochtigheid in de laden. Schuif de knop op de FRUIT waarde voor producten met een schil. Schuif de knop op de GROENTE waarde voor ’bladproducten’. GROENTE FRUIT GECONTROLEERDE LUCHTVOCHTIGHEID Het verwijderen: • haal de lade in zijn geheel naar voren. Haal de voorkant van de lade omhoog en verwijder hem. De installatie: • plaats de lade in de geleiders van het frame en duw hem op zijn plaats. Opmerking Sluit de laden goed af voor een optimaal resultaat. Lade met gecontroleerde temperatuur De Lade met temperatuurscontrole is een lade over de volle lengte met een regelbare temperatuursknop. Deze lade kan worden gebruik voor grote party trays, delicatessen, drank en verschillende ander producten. Een verdeler voor het naar wens opsplitsen van de lade is bijgeleverd. De temperatuurknop regelt de hoeveelheid koude lucht die in de lade is toegestaan. Deze knop bevindt zich onder het deksel aan de rechterkant van de lade. Plaats de knop op de hoogste waarde knop op de laagste waarde om voor een normale koelkasttemperatuur te zorgen. Plaats de als men een temperatuur wenst die lager is dan de rest van de koelkast. Gebruik voor het conserveren van vlees de laagste stand. Opmerkingen • De temperatuur in de koelkast kan afnemen door de koude lucht die naar de lade wordt gericht. Het kan dus nodig zijn om de knop van de koelkast bij te stellen. • Plaats nooit bladgroente in de lade aangezien lage temperaturen de bladproducten kunnen schaden. Het verwijderen van de lade: • Til de deksel op. Trek de lade in zijn geheel uit. Haal de voorkant van de lade naar boven en verwijder hem. Het installeren van de lade: • Duw de metalen geleiders naar de achterkant van de koelkast. Plaats de lade op de geleiders en schuif hem op zijn plaats terug. Het verwijderen van de verdeler: • Trek de lade helemaal naar voor en til de voorkant van de verdeler op zodat de achterkant van de lade loskomt. Verwijder hem. Het installeren van de verdeler: • Haak de achterkant van de verdeler aan de achterkant van de lade vast en breng hem op zijn plaats. 12 Handleiding voor interne onderdelen Bovenste korf Het verwijderen: • trek de bovenste korf helemaal naar voren en verwijder hem. Het installeren: • schuif de bovenste korf in de vriezer. Controleer dat de haken aan de achterkant in de rail vastgehaakt zijn. Handleiding voor het conserveren en ontdooien van voedsel Het vriesvak met het symbool , is uitstekend geschikt voor conservering van ingevroren levensmiddelen, als ook voor het invriezen van verse of voorgekookte levensmiddelen. De maximale hoeveelheid voedsel die bij een omgevingstemperatuur van 25°C en in een periode van 24 uur kan worden ingevroren wordt aangegeven op het serienummerplaatje aan de binnenkant van de koelkast. Om goed in te vriezen wordt geadviseerd de snelvriesfunctie te selecteren voor de voorbereiding op het invriezen. VOORBEREIDEN VAN DE VERSE, IN TE VRIEZEN LEVENSMIDDELEN Het is van belang dat de voedingsmiddelen zo worden verpakt dat er geen water, vocht of condens in kan komen; op die manier wordt voorkomen dat er geuren of aroma’s van het ene gebied naar het andere in de koelkast worden overgebracht, en blijven de ingevroren voedingsmiddelen beter geconserveerd. Geadviseerd wordt om het in te vriezen voedsel te verpakken in plastiek bakjes met hermetisch sluitende deksels, aluminium bakjes, aluminiumfolie, plastiekfolie of waterdichte plastiek verpakkingen. DICHTMAKEN Wanneer het voedsel in zakjes wordt verpakt, moet alle lucht uit de zakjes worden gedrukt (vloeistoffen hebben wat extra ruimte nodig om te kunnen uitzetten). Sluit de verpakking met een stripje. Plaats als u doorzichtige plastiek zakjes gebruikt, het etiket in het zakje; gebruik bij niet doorzichtige zakjes zelfklevende etiketten die u op de buitenkant plakt. ONTDOOIEN Hier volgen enkele nuttige aanwijzingen. Rauwe groenten: niet ontdooien, maar gelijk in kokend water leggen en koken op de gebruikelijke manier. Vlees (grote stukken): in de koelkast ontdooien zonder het vlees uit de verpakking te halen. Alvorens het te bereiden, een paar uur op omgevingstemperatuur laten rusten. Vlees (kleine stukken): ontdooien op omgevingstemperatuur of rechtstreeks bereiden. Vis: ontdooien in de koelkast zonder de vis uit de verpakking te halen of direct bereiden zonder dat de vis volledig is ontdooid. Het vriesgedeelte behoudt bij een stroomuitval gedurende ongeveer 12 uur een temperatuur die geschikt is voor het bewaren van levensmiddelen. We raden u an om de deur van het gedeelte dicht te laten. Vries gedeeltelijk ontdooid voedsel nooit opnieuw in. Kant-en-klare voedingsmiddelen: in de oven verwarmen zonder deze uit het aluminium bakje te halen. Fruit: in de koelkast ontdooien OPMERKING: zet nooit warme voedingsmiddelen in het vriesvak. Laat warme voedingsmiddelen gedurende 30 minuten afkoelen tot omgevingstemperatuur, pak ze vervolgens in en vries ze in. Als u warm voedsel eerst laat afkoelen voordat u het invriest, bespaart u energie en verlengt u de levensduur van uw apparaat. 13 Handleiding voor het conserveren en ontdooien van voedsel TABEL VOOR DE CONSERVERING VAN VOEDINGSMIDDELEN De conserveringstijden variëren op grond van de kwaliteit van het voedsel, het gebruikte type verpakking of omhulsel (bestand tegen vocht en stoom) en van de conserveringstemperatuur (die -18°C dient te zijn). VOEDINGSMIDDELEN EN CONSERVERINGSTIJDEN ZUIVELPRODUCTEN Fruit Geconcentreerd vruchtensap 12 maanden Fruit (in het algemeen) 8 à 12 maanden Citrusvruchten en vers sap 4 à 6 maanden Groenten Commerciële diepvriesproducten 8 maanden Zelf ingevroren voedsel 8 à 12 maanden Vlees Saucijzen 4 weken of korter Hamburgers 1 maand Rundvlees, kalfsvlees, lamsvlees 2 à 3 maanden Braadvlees Rundvlees 6 à 12 maanden Lamsvlees en kalfsvlees 6 à 12 maanden Varkensvlees 4 à 8 maanden Verse worsten 1 à 2 maanden Biefstukken en vleeslapjes Rundvlees 8 à 12 months Lamsvlees, kalfvlees, varkenvlees 2 à 4 maanden Vis Kabeljauw, schol, tong 6 maanden Zalm 2 à 3 maanden Makreel, baars 2 à 3 maanden Gepaneerde vis (gekocht) 3 maanden Weekdieren, oesters 3 à 4 maanden Gekookte vis, krab 3 à 4 maanden Rauwe garnalen 12 maanden Gevogelte Kip of kalkoen (heel of in stukken) 12 maanden Eend en gans 6 maanden Orgaanvlees 2 à 3 maanden Gevogelte in saus bereid 6 maanden Vleeslapjes (zonder jus) 1 maand Stoofvlees Vlees, gevogelte en vis 2 à 3 maanden Boter 6 à 9 maanden Margarine 12 maanden Kaas Camembert, mozzarella, smeerkaas 3 months Roomkazen niet invriezen Brie, Emmenthal, Zwitserse kaas, enz. (Invriezen kan de structuur 6 à 8 maanden van de kaas wijzigen) IJs, vruchtensap, melk 12 maanden Eieren (Voeg suiker of zout toe aan eidooiers of hele, geklopte eieren) Heel (geklopt), eiwit, eidooiers 12 maanden GEBAK EN BROOD Gegist brood en broodjes Niet gebakken brood Croissants Taarten (niet geglazuurd) Taarten (geglazuurd) en koekjes Vruchtentaart Koekjesdeeg Taartdeeg 14 3 maanden 1 maand 3 maanden 2 à 4 maanden 6 à 12 maanden 12 maanden 3 maanden 4 à 6 maanden Onderhoud en reiniging Verwijder altijd de stekker uit het stopcontact of koppel hoe dan ook het apparaat af van de stroomtoevoer, alvorens onderhouds- en reinigingswerkzaamheden te gaan verrichten. Reinig het koel- en het vriesgedeelte regelmatig met een vochtige doek met een oplossing van lauw water en neutrale schoonmaakmiddelen die speciaal bestemd zijn voor het reinigen van de binnenkant van een koelkast. Gebruik geen reinigings- of schuurmiddelen. Maak de koelkast nooit schoon met ontvlambare vloeistoffen. De dampen die hieruit voortkomen kunnen brand of explosies veroorzaken. Reinig de buitenkant en de rubber afdichtingen met een vochtige doek en droog ze af met een zachte doek. Gebruik geen stoomreinigers. Belangrijk: de toetsen en het display van het bedieningspaneel (op de deur van het vriesvak) mogen niet gereinigd worden met middelen op basis van alcohol of daarvan afgeleide stoffen, maar met een droge doek. Haal altijd de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u de lampjes gaat vervangen. Vervanging plafondverlichting Koelgedeelte 1. Schuif het lampkapje naar achteren om deze van de lichtvoorziening los te maken. 2. Verwijder het lampje. 3. Vervang het lampje met een ander exemplaar van maximaal 40 watt. Deze zijn bij de Klantenservice of bij geautoriseerde leveranciers verkrijgbaar. 4. Breng het lampkapje weer aan door de uiteinden van de bescherming in een lijn met de lamphouder te plaatsen. Schuif het lampkapje in de richting van de voorkant van de koelkast tot deze op de “T-vormige” blokkering vastklikt. Forceer het lampkapje niet over de blokkering heen om beschadiging hiervan te voorkomen. Vriesgedeelte 1. Ga naar de achterkant van het lampkapje. 2. Oefen druk uit op de inkepingen aan de achterkant van het lampkapje en trek deze naar beneden. Het lampkapje gaat van achteren uit open. 3. Verwijder het lampkapje. 4. Verwijder het lampje. 5. Vervang het lampje met een ander exemplaar van maximaal 40 watt. Deze zijn bij de Klantenservice of bij geautoriseerde leveranciers verkrijgbaar. 6. Breng de voorkant van het lampkapje aan in de speciale openingen in de vriezer en klap de achterkant over het lampje heen tot deze totaal afgesloten is. 15 Voorzorgsmaatregelingen bij langdurige afwezigheid Korte afwezigheid • Als u minder dan drie weken afwezig bent, is het niet nodig de koelkast af te koppelen van het elektriciteitsnet. Consumeer de bederfelijke voedingsmiddelen en vries de andere voedingsmiddelen in. • Als uw apparaat met een automatische ijsmaker is uitgerust: 1. schakel de ijsmaker uit. 2. sluit de watertoevoer naar de ijsmaker af. 3. maak de ijsbak leeg. Lange afwezigheid • Als u meer dan 3 weken afwezig bent dient de koelkast helemaal te worden geleegd. • Als uw apparaat met een automatische ijsmaker is uitgerust: 1. Schakel de automatische ijsmaker uit. 2. Sluit minstens een dag van op voorhand de watertoevoer van de automatische ijsmaker af. 3. Maak de ijsbak leeg. 4. Steek een aantal plastiek of houten wiggen aan de bovenkant van de deuren zodat deze een beetje open blijven staan. Op deze manier kan de lucht in de verschillende delen circuleren waardoor de vorming van schimmel of onaangename geuren kan worden voorkomen. Verhuizen 1. Haal alle verwijderbare elementen uit de koelkast. 2. Verpak ze zorgvuldig en zet ze aan elkaar vast met plakband om te voorkomen dat ze kapot of verloren gaan. 3. Schroef de stelpootjes vast zodat ze de ondergrond niet raken. 4. Sluit beide deuren en plak ze met plakband dicht en plak ook de voedingskabel met plakband aan de achterkant van het apparaat vast. Stroomstoringen • Wend u bij een stroomstoring tot het plaatselijke energiebedrijf om informatie te krijgen over de duur van de stroomstoring. Opmerking: Een apparaat dat helemaal gevuld is zal langer koud blijven dan een apparaat dat maar voor de helft gevuld is. Bevroren voedsel dat ijskristallen vertoont kan weer worden ingevroren. De smaak hiervan kan echter veranderen. Voedsel dat er slecht uitziet kan beter weg worden gegooid. Indien de stroomstoring maximaal 24 uur gaat duren 1. houdt alle deuren van het apparaat dicht. Dit zorgt ervoor dat het geconserveerde voedsel zo lang mogelijk koud blijven. Indien de stroomstoring meer dan 24 uur duurt 1. Leeg het vriesgedeelte en breng het voedsel in een draagbare vriezer over. Indien dit type vriezer of kunstijs niet beschikbaar is, probeer dan de levensmiddelen die het snelst bederven te consumeren. 2. Maak de ijsbak leeg. 16 Opsporen van storingen / Klantenservice Voordat u contact opneemt met de Consumentenservice.... De problemen bij het gebruik worden vaak veroorzaakt door kleinigheden die u zelf kunt opsporen en verhelpen, zonder dat hiervoor enig type gereedschap nodig is. De geluiden die het apparaat produceert zijn normaal, omdat de ventilatoren en de compressoren voor de regeling van de werking automatisch worden in- en uitgeschakeld. Sommige geluiden kunnen worden beperkt: • door het apparaat waterpas te zetten en het op een vlakke ondergrond te plaatsen; • door ervoor te zorgen dat het apparaat niet in contact komt met andere meubels; • door te controleren of de interne onderdelen correct zijn geplaatst; • door te controleren of de flessen en de pakken elkaar niet raken. Enkele mogelijke geluiden: • een gefluit bij de eerste inschakeling van het apparaat of na een lange periode waarin het apparaat niet gebruikt is; • een geborrel als de koelvloeistof naar de leidingen gaat; • een gezoem als de waterklep of de ventilator in werking treden; • een geknetter als de compressor wordt gestart of als het ijs in de bak druppelt; • een plotselinge klik als de compressor wordt in- en uitgeschakeld. Als u de volgende geluiden hoort ...werkt uw product uitstekend!!! Opsporen van storingen / Consumentenservice Het apparaat werkt niet • Zit de stekker van de elektrische voedingskabel wel in een stopcontact met de juiste voeding? • Is de zekering doorgebrand? Controleer de stekker en de zekeringkast. De ijsmaker maakt geluid Daar uw apparaat voorzien is van een ijsmaker kunt u zoemende geluiden (van het waterventiel), druppelend water en het gekletter van het ijs dat in de ijsbak valt horen. De ijsmaker functioneert niet: • Heeft de vrieskast voldoende tijd gehad om de vereiste temperatuur te bereiken? In het geval van een nieuwe koelkast kan dit een nacht duren. 17 Opsporen van storingen / Consumentenservice • Staat de ijsmaker ON/OFF? Controleer de positie van de arm. Omhoog is uit, omlaag is aan. • Staat het waterventiel open? Komt er water bij de ijsmaker? • Is er in de koelkast een waterfilter geïnstalleerd? Dit filter kan verstopt of niet goed geïnstalleerd zijn. Controleer de instructies voor de installatie van het waterfilter om na te gaan of deze op correcte wijze is geïnstalleerd en niet verstopt is. Als de installatie of de verstopping niet het problem veroorzaken, neem dan contact op met de Consumentenservice. De randen aan de buitenzijde van de koelkast, die in contact komen met de deurafdichtingen, voelen warm aan: • dit is normaal bij een warm klimaat en als de compressor in werking is. De verlichting functioneert niet: • Functioneren de elektrische veiligheidscircuits die in uw huis zijn op correcte wijze geïnstalleerd? • Zit de stekker van de elektrische voedingskabel wel in een stopcontact met de juiste voeding? • Is het lampje doorgebrandt? Als het lampje doorgebrand is: 1. Haal ten eerste altijd de stekker uit het stopcontact. 2. Zie ook het hoofdstuk “Onderhoud en Reiniging”. Als de motor te lang in werking lijkt te blijven: • Zijn de deuren goed afgesloten? • Zijn de afsluitranden van de deuren correct geïnstalleerd? • Op warme dagen, of als het warm is in de ruimte, zal de motor langer draaien. Wanneer de deur lang open heeft gestaan, of indien er grote hoeveelheden levensmiddelen in het apparaat zijn geplaatst, blijft de motor langer werken om de binnenkant van het apparaat goed te koelen. Denk aan het volgende De tijd dat de motor draait hangt van verschillende factoren af: het aantal keren dat de deur wordt geopend, de hoeveelheid voedsel die in de koelkast wordt bewaard, de kamertemperatuur en de instelling van de temperatuurregelaars. Als uw apparaat na bovengenoemde controles nog steeds niet goed werkt, neem dan contact op met de Consumentenservice en leg het probleem duidelijk uit. Geef het type en het serienummer van het apparaat door (deze zijn te vinden op het serienummerplaatje). De temperatuur van de koelkast is te hoog • Zijn de bedieningen van de koelkast wel goed ingesteld? • s er een grote hoeveelheid voedsel in de koelkast of de vriezer geplaatst? • Controleer of de deuren niet te vaak worden geopend. • Controleer of de deuren perfect sluiten. • Controleer of de luchtopeningen in het vak niet verstopt zijn waardoor de circulatie van koude lucht verhinderd wordt. Er is teveel vochtophoping • Controleer of de luchtopeningen in het vak niet verstopt zitten waardoor de circulatie van lucht verhinderd wordt. • Controleer of het voedsel goed is verpakt. Maak natte houders droog voordat u ze in de koelkast zet. • Controleer of de deuren niet te vaak worden geopend. Door de deur te openen gaat de vochtigheid die in de buitenlucht aanwezig is, de koelkast binnen. Hoe vaker de deur geopend wordt, des te sneller zal het vocht zich ophopen, in het bijzonder als het vertrek zelf erg vochtig is. • Als de kamer erg vochtig is, is het normaal dat in de koelkast de vochtigheidsgraad toeneemt. De deuren sluiten niet of gaan niet op correcte wijze open • Controleer of de deur niet geblokkeerd wordt door levensmiddelen. • Controleer of de bakken, draagplateaus, laden of ijsmaker allemaal goed op hun plaats zitten. • Controleer of de afsluitranden van de deuren niet vuil of kleverig zijn. • Verzeker u ervan dat het apparaat perfect waterpas staat. 18 Consumentenservice Voordat u contact opneemt met de Consumentenservice: 1. Controleer de handleiding voor het opsporen van storingen. Wellicht kunt u snel en makkelijk zelf het probleem oplossen. 2. Schakel het apparaat uit en wederom aan om te zien of het ongemak is verholpen. Als dit niet het geval is, koppel dan het apparaat van de stroomtoevoer af en wacht een uur alvorens de handeling te herhalen. 3. Als ook in dit geval het probleem niet verholpen is, neem dan contact op met de Consumentenservice. Vermeld de volgende gegevens: • de aard van de storing, • het model, • het servicenummer (nummer achter het woord SERVICE op het typeplaatje binnenin het apparaat), • uw volledige adres, • uw telefoonnummer. Het omkeren van de deuren van het apparaat door onze klantenservice wordt niet beschouwd als een ingreep die onder de garantie valt. 19 Afmetingen van het product 20 Installatie Uw nieuwe apparaat is een GEHEEL IJSVRIJ model dat voor huishoudelijk gebruik is ontworpen, d.i. zowel het koel- als vriesgedeelte zijn voorzien van een automatische ontdooifunctie. Deze handleiding bevat aanwijzingen en waarschuwingen voor een correcte en geheel veilige installatie van het apparaat – men raadt aan deze handleiding aandachtig door te lezen alvorens met de installatie aan te vangen. Bewaar deze handleiding zodat u het naderhand nog eens kunt raadplegen. Lever deze handleiding, indien u het apparaat verkoopt, aan de nieuwe eigenaar. Gezien het gewicht van het apparaat zijn minstens 2 personen nodig om het veilig te verplaatsen/installeren. De installatie van het apparaat moet door een gekwalififeerd technicus worden uitgevoerd. Uw koelkast is zorgvuldig voor het transport ingepakt. Verwijder en gooi het verpakkingsmateriaal en het plakband weg. Verwijder het serienummerplaatje nooit. De Opening Meten Neem tijdens de installatie zorgvuldig alle afmetingen van de koelkast op. Aan de boven- achterkant van de koelkast moet anderhalve inch (1.5 cm) ruimte worden vrijgelaten. Opmerking: 60 cm diepe modellen Schaaf de hoeken van het blad tot een hoek van 45° als het blad 25 mm uitsteekt. Zorg aan beide zijden van de koelkast voor een ruimte van 5 mm en laat aan de bovenkant 7 mm vrij om de installatie en het waterpas zetten te vergemakkelijken. Vrije ruimte aan de achterkant van de koelkast is niet nodig. Vloerbedekking en overvloeren (d.i. tapijt, tegels, parket, vloerkleden) kunnen de opening verkleinen. Extra ruimte kan worden verkregen met behulp van de nivelleringsprocedures (zie ook Nivelleren P23). BELANGRIJK: als de koelkast in een nis wordt ingebouwd waar de bovenkant van de koelkast geheel bedekt zal zijn, neem dan de afmetingen van de bodem tot de bovenkant van de scharnieren op om de juiste vrije ruimte te kunnen garanderen. Uw Koelkast verhuizen • Vervoer de koelkast NOOIT op zijn kant. Leg de koelkast op zijn rug als het niet mogelijk is om hem rechtop te vervoeren. Laat de koelkast minstens 2uur rechtop staan alvorens u de stekker in het stopcontact steekt. Op deze manier heeft de koelvloeistof de tijd om naar te compressor terug te vloeien. Het onmiddellijk inschakelen van de koelkast kan interne delen beschadigen. • Maak gebruik van een groot transportmiddel (vrachtwagen) voor het verplaatsen van de koelkast. Verplaats de koelkast ALTIJD met de rug of de zijkant en NOOIT met de voorkant naar wagen toe aangezien op deze manier de deuren kunnen beschadigen. • Bescherm tijdens het vervoer de buitenkant van de koelkast door hem met dekens te bedekken of door stootmateriaal tussen de koelkast en de lwagen te stoppen. • Maak de koelkast stevig aan de lwagen vast met behulp van riemen of elastische koorden. Haal waar mogelijk de riemen door de handvaten. Trek niet te strak aan. Het te hard aanspannen van de banden kan de buitenkant van de koelkast indeuken of beschadigen. 21 Installatie Het verwijderen van de vrieslade Hiervoor zijn twee personen nodig om mogelijke verwonding of beschadiging van het product of andere voorwerpen te voorkomen. Ga volgens de aanwijzingen te werk. Het verwijderen: 1. Trek de vrieslade helemaal open. 2. Trek de bovenste korf helemaal naar buiten en verwijder hem. 3. Haal de onderste korf naar boven en verwijder hem. 4. Aan de beide geleiders bevindt zich een haakkorf met twee drukklemmen. Druk de drukklemmen naar binnen bij de geleiders vandaan om de haakkorven los te maken. Haal de korven van de geleiders. 5. Haal het deksel van de voorkant van de lade om de ondersteuningen van de geleiders te verwijderen. Til de voorkant van de deur op om hem te verwijderen. Het installeren: 1. Trek de geleiders helemaal uit. 2. Haak de ondersteuningen in de lussen aan de binnenkant van de geleiders terwijl u de voordeur ondersteunt. 3. Breng de voordeur naar beneden op zijn plaats. 4. Plaats de haakkorven terug op de geleiders. Breng de drukklemmen op de hoogte van de openingen in de geleiders en druk totdat ze klikken. 5. Hang de korf in de haakkorven terwijl de geleiders helemaal zijn uitgetrokken. 6. Schuif de bovenste korf in de vriezer. Zorg ervoor dat de achterkant van de korf achter de geleider haakt. 22 Installatie Nivellering • Maak tijdens de nivelleringsprocedures geen gebruik van elektrisch gereedschap. • Voor het verbeteren van het aanzicht en om de functionering te waarborgen moet de koelkast waterpas staan. (van zijde tot zijde) Opmerking Completeer het omdraaien van de deuren, indien gewenst, de installatie van het paneel en/of watertoevoer alvorens de koelkast te nivelleren. Benodigd Materiaal • 3/8” zeshoekige schroevendraaier • Een waterpas 1. Verwijder het voetrooster. • Pak hem stevig vast en trek hem voorzichtig naar voren om hem los te maken. 2. Verwijder de bodemplaatbescherming(en). • Stop het gummetje van een potlood of een dergelijk stomp voorwerp in de inkeping van de bescherming. • Voer een lichte druk uit om de bescherming los te krijgen. • Blijf de neerwaartse druk op de inkeping van de bescherming uitvoeren terwijl u deze wegdraait. 3. Gebruik de zeshoekige schroevendraaier voor het verhogen of het verlagen van de voorkant van de koelkast door aan de stelschroeven (A) aan beide kanten van de koelkast te draaien. Opmerking: • Sommige modellen zijn alleen van de stelschroeven “A” voorzien. 4. Bepaalde modellen zijn ook voorzien van de stelschroeven aan de achterkant (B). Gebruik de zeshoekige schroevendraaier voor het verhogen of het verlagen van de achterkant van de koelkast door aan de stelschroeven (B) aan beide kanten van de koelkast te draaien. 5. Controleer, met behulp van de waterpas dat de voorkant van de koelkast 6 mm of een halve luchtbel hoger is dan de achterkant en dat de koelkast van zijde tot zijde waterpas staat. 6. Draai de verstelbare pootjes (C) rechtsom tot deze stevig op de grond staan. 7. Alleen voor modellen met een vriezerlade: draai de verstelschroeven (A) linksom vast zodat het totale gewicht van de koelkast op de stabiliserende pootjes steunt. 8. Breng de bodemplaatbescherming(en) weer aan. • Plaats de afdekking in de buitenste rand van het scharnier. • Draai de afdekking weer in de richting van de kast en druk hem op zijn plaats. 9. Leg het voetrooster weer op zijn plaats. Opmerking: • Controleer dat, voor een correcte herinstallatie, de “topmarkering” aan de binnenkant van het voetrooster op de juiste manier is georiënteerd. • Breng de verbindingsklemmen van het voetrooster op een lijn met de inkepingen in de kast. • Druk als eerste het bodemdeel op zijn plaats. Druk stevig op de bovenkant van het rooster totdat het bovenste deel op zijn plaats schiet. 23 Installatie Alleen voor een model met tussenlade: 1. Draai de beide stabiliserende pootjes rechtsom tot ze stevig op de grond staan. Draai de vertelbare schroeven voor de roller 2 à 3 keer linksom totdat het totale gewicht van de koelkast op de stabiliserende pootjes steunt. 2. Breng het voetrooster en bodemplaatbescherming(en) weer op hun plaats. Maak gebruik van de markeringen aan de binnenkant van het voetrooster voor een correcte plaatsing. Openen en Sluiten van uw koelgedeelte Uw nieuwe koelkast is een uniek ontwerp voorzien van twee deuren. De beide deuren kunnen elk afzonderlijk van elkaar geopend en gesloten worden. Aan de linker deur voor verse producten bevindt zich een scharnierend deel. Als de linker deur wordt gesloten, vormt het scharnierende deel automatisch een afsluiting tussen de twee gesloten deuren. 24 Wateraansluiting Haal de stekker uit het stopcontact alvorens met de operaties aan te vangen. • De ijsmaker en het watercircuit moeten met een watertoevoer van drinkbaar water en/of chemisch gereinigd water worden verbonden. • De wateraansluiting dient in overeenstemming met de plaatselijke wetgevingen worden uitgevoerd. • Het apparaat is voorzien van een waterleiding en een overgangsconnector voor het aansluiten van de waterleiding aan de watertoevoer (bepaalde modellen). • Verwijder de beschermingskap van het uiteinde van de grijze waterleiding. • Sluit de waterleiding (1) op de overgangsconnector (2) aan. Draai alles stevig vast en geef dan nog 1 à 2 extra draaien aan alles (bij bepaalde modellen bevindt de connector zich direct op de waterleiding). • Verbindt de overgangsconnector (2) met de huishoudelijke watertoevoer (3). • (4) Verwijder de Plastiek kap van het waterventiel inlaatklep. • (5) Plaats het uiteinde van de Plastiek leiding in het waterventiel inlaatklep. • (6) Schuif een messingmoer over de mouw en schroef de moer in de inlaatklep vast. Draai de moer goed vast met een schroefsleutel. Zorg ervoor dat de moer niet te vast wordt gedraaid. Sluit de leiding op het frame aan met behulp van de waterleidingklem (C). • Zorg ervoor dat de waterleiding niet verbogen is. • Het apparaat is vooraf ingesteld om te functioneren bij een druk tussen de 0.24 en 8.3 bar MPascal (2.4 en 8.3 bar / 35 en 120 PSI). • Open de waterkraan. Controleer of er lekkages en verwijder deze. • Herstel en drainage van het apparaat zijn niet nodig. 25 Elektrische aansluiting Het apparaat is in overeenstemming met de wettelijke verorderingen geaard. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor de verwonding van personen of dieren en voor schade als gevolg van het negeren van deze instructies. De installatie en de elektrische aansluiting moeten door een gekwalificeerd technicus in overeenstemming met de instructies van de fabrikant en de plaatselijke veiligheidsmaatregelingen worden uitgevoerd. Controleer dat de voltage die op het serienummerplaatje staat aangegeven met de netspanning overeenkomt. De stekker van het apparaat dient altijd, ook na de installatie, gemakkelijk te bereiken zijn zodat de stekker van het apparaat, indien nodig, gemakkelijk uit het stopcontact kan worden gehaald. Als dit niet mogelijk is, sluit dan het apparaat op de netspanning aan met behulp van een tweepolige netschakelaar met een minimum onderbrekingsafstand tussen de contacten van 3 mm. en op een makkelijk te bereiken plek. Vervang het stopcontact als de stekker van de voedingskabel en het stopcontact niet overeenkomen (dit moet door een bevoegd en gekwalificeerd persoon worden gedaan). Maak geen gebruik van verlengsnoeren of adapters. Controleer, na de installatie, dat het apparaat de voedingskabel niet afknelt. Schakel het apparaat uit door de stekker uit het stopcontact te halen. Trek nooit aan de voedingskabel. 26
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

KitchenAid KRFC 9016 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor