Genius STEP T Handleiding

Type
Handleiding
66
NEDERLANDS
Fig.01
Fig.02
LEDOMT-PETS
gnideoV cdV21
)W(emanpomoortselanimoN 84
tsalebnodiehlenseriaenil.xaM
).nim/m(
51
)N(thcarkehcsita
tS 051
)ruu/ilcyc(eitneuqerfskiurbeG 03
jirettabdjitdaalpO
eredeiroov'2
sulcycedreovegtiu
)C°(ruutarepmetsgn
ivegmO 55+÷02-
)gK(gnivjirdnaathciweG 3,5
daargsgnimrehcseB 44PI
)m(etgnelleguelv.xaM 5
)gK(thciwegleguelv.xa
M 003
)mm(DxHxLgnivjirdnaagalsebetmiuR 2.gifeiz
• maten in mm
Automatisch systeem STEP-T
Deze instructies zijn geldig voor het volgende model:
GENIUS STEP-T
Met het automatische systeem STEP-T kunnen schuifpoorten bij
woonhuizen met vleugels met een lengte van max. 5 m. en een
gewicht van max. 300 kg worden geautomatiseerd.
Bestaat uit een onomkeerbare elektromechanische
motorvertraging, gevoed op 12 V dc via een ringtransformator en
een voedingskaart. In de STEP-T is een programmeerbaar
elektronisch apparaat ondergebracht, waarmee het mogelijk is
de bedrijfslogica's, de werktijden (met zelfleren) en de pauzetijden,
de snelheid van de poort, de gevoeligheid van de beveiliging
tegen inklemming en de omvang van de gedeeltelijke opening
in te stellen.
Het onomkeerbare systeem waarborgt de mechanische
blokkering van de poort wanneer de motor niet in werking is.
Dankzij de handbediende ontgrendeling kan de poort ook
worden ontgrendeld als het systeem niet goed werkt.
Het automatische systeem STEP-T is ontworpen en gebouwd om
de toegang van voertuigen te controleren. Leder ander gebruik
moet worden vermeden.
1. BESCHRIJVING EN TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN
Tab. 1 - Technische eigenschappen STEP-T aandrijving
De thermische softwarebeveiliging maakt 30 achtereenvolgende
cycli mogelijk. De hersteltijd bedraagt 2’ voor elke uitgevoerde
cyclus.
2. AFMETINGEN
1) STEP-T aandrijving
2) Beschermende zijstukken
3) Pignon
4) Handmatige ontgrendeling
5) Funderingsplaat
6) Elektronische kaart
7) Ringtransformator
8) Steun transformator en voedingskaart
9) Voedingskaart
10) Handbescherming
11) Antenne (Optie)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
67
NEDERLANDS
2x1,5 mm + (230Vac)
2
Fig.03
Fig.04
Fig.05
175,5
0
÷
50
90
°
1
Fig.06
Fig.07
0
÷
50
90,5
90
°
1
1) Aandrijving met apparatuur
2) Fotocellen
3) Sleutelschakelaar
4) Waarschuwingslamp
5) Radio-ontvanger
*Gebruik de maten overeenkomstig het type tandheugel
Verzinkte tandheugel 30x6 = 36,5mm
Verzinkte tandheugel 30x12 = 39,5mm
Nylon tandheugel 30x20 = 41,5mm
Sluitingsrichting
Sluitingsrichting
*Gebruik de maten overeenkomstig het type tandheugel
Verzinkte tandheugel 30x6 = 36,5mm
Verzinkte tandheugel 30x12 = 39,5mm
Nylon tandheugel 30x20 = 41,5mm
3. BESCHRIJVING VAN HET SYSTEEM - ELEKTRISCHE
AANSLUITINGEN (standaard systeem)
Opmerkingen:
1) Gebruik voor de plaatsing van de elektriciteitskabels geschikte
starre en/of buigzame leidingen.
2) Om interferentie te voorkomen altijd de laagspanningskabels
scheiden van de 230 Vac voedingskabel.
4. INSTALLATIE VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM
4.1. Voorbereidende controles
Uit het oogpunt van de veiligheid en om een goede werking van
het automatische systeem te verzekeren, dient aan de volgende
vereisten te worden voldaan:
• De constructie van de poort moet geschikt zijn voor
automatisering. Controleer met name of de poort voldoende
stevig en rigide is en of de afmetingen en het gewicht in
overeenstemming zijn met hetgeen vermeld wordt onder de
technische eigenschappen.
• Controleer of de poort niet tegen een helling moet schuiven.
• Controleer of de poort soepel, gelijkmatig verschuift, zonder
onregelmatige wrijvingen over zijn hele beweging.
• De eigenschappen van de ondergrond moeten waarborgen
dat de verankeringspluggen van de funderingsplaat goed
houden.
• Controleer of er een bovenrail en mechanische eindaanslagen
aanwezig zijn.
• Verwijder eventuele sluitingen en grendels.
Het wordt geadviseerd eventuele smeedwerkzaamheden te
laten verrichten vóór installatie van het automatische systeem.
4.2. Voorbereiding funderingsplaat
• Steek de 4 bijgeleverde kooimoeren in de 4 vierkante gaten
van de plaat, zoals op fig. 4.
4.3. Bevestiging funderingsplaat
1) De funderingsplaat moet worden geplaatst zoals op fig. 5
(sluiting naar rechts) of fig. 6 (sluiting naar links) om te verzekeren
dat pignon en tandheugel goed in elkaar grijpen.
2) Bevestig de funderingsplaat aan de grond met daarvoor
bestemde pluggen (fig. 7), en breng hierbij één of meer hulzen
aan om de elektriciteitskabels door de plaat te leiden (fig. 5-6,
ref. a). Controleer met een waterpas of de plaat perfect
horizontaal is.
68
NEDERLANDS
A
B
Fig.09
Fig.08
Fig.10
Fig.11
Fig.12
Gebruik de maten overeenkomstig het type tandheugel:
Verzinkte tandheugel 30x6
!!
!!
!
A = 46,5mm en B =146mm
Verzinkte tandheugel 30x12
!!
!!
!
A = 49,5mm en B =146mm
Nylon tandheugel 30x20
!!
!!
!
A = 51,5mm en B =112,5mm
4.4. Plaatsing aandrijving
• Leg de elektriciteitskabels aan voor verbinding met de
accessoires en voor de elektrische voeding, zoals op fig. 3. Om
de aansluitingen gemakkelijk tot stand te kunnen brengen,
moeten de kabels met de nodige lengte uitsteken, om hen te
kunnen aansluiten op het klemmenbord, de transformator en
de decodeerkaart (indien aanwezig).
• Plaats de aandrijving met de bijgeleverde schroeven op de
plaat, zoals op fig. 8.
4.5. Regeling aandrijving
• Stel de afstand van de aandrijving tot de poort af aan de
hand van fig. 9.
4.6. Bevestiging aandrijving
• Zet de aandrijving voorlopig vast met de schroeven, zoals op
fig. 10.
4.7. Ontgrendeling van de aandrijving
Stel de aandrijving in op handbediening, zoals hieronder wordt
aangegeven:
• Open het beschermluikje met een munt.
• Haal de bijgeleverde sleutel die achter het luikje zit weg; steek
deze in het ontgrendelsysteem en draai hem met de klok mee
tot de mechanische aanslag (fig. 11).
4.8Montage van de tandheugel
4.8.1. Stalen tandheugel - lassen (fig. 12)
1) Monteer drie palletjes met schroefdraad op het element van
de tandheugel door hen boven in de uitsparing te plaatsen.
Op deze manier zal de speling van de uitsparing in de loop der
tijd eventuele bijstellingen mogelijk maken.
2) Breng de vleugel met de hand terug in gesloten positie.
3) Leg het eerste stuk van de tandheugel vlak op de pignon, en
las de pal met schroefdraad op de poort zoals aangegeven
op fig. 15.
4) Beweeg de poort met de hand, controleer of de tandheugel
zich tegen de pignon bevindt, en las de tweede en derde pal.
5) Plaats een ander tandheugelelement tegen het vorige, en
gebruik een stuk tandheugel om de vertanding van de twee
elementen in fase te brengen, zoals op fig. 16 Ref.1.
6) Beweeg de poort met de hand en las de drie pallen met
schroefdraad, en ga zo verder totdat de hele poort is gedekt.
4.8.2. Stalen tandheugel - vastschroeven (fig. 13)
1) Breng de vleugel met de hand terug in gesloten positie.
2) Leg het eerste stuk van de tandheugel vlak op de pignon en
plaats het afstandstuk tussen tandheugel en poort, boven in
de uitsparing.
3) Teken het punt dat geboord moet worden af op de poort.
Boor een gat met Ø 6,5 mm en maak mannelijk schroefdraad
M8 mm. Schroef de bout vast.
4) Beweeg de poort met de hand, en ga na of de tandheugel
tegen de pignon steunt; herhaal de handelingen van punt 3.
5) Plaats een ander tandheugelelement tegen het vorige, en
gebruik een stuk tandheugel om de vertanding van de twee
elementen in fase te brengen, zoals op fig. 16 Ref.1.
6) Beweeg de poort met de hand en ga verder met de
bevestiging zoals bij het eerste element; ga door tot de hele
poort gedekt is.
69
NEDERLANDS
1
1
.
5
m
m
Fig.13
Fig.14
Fig.16
Fig.15
Fig.17
4.8.3. Nylon tandheugel - vastschroeven (fig. 14)
1) Breng de vleugel met de hand terug in gesloten positie.
2) Plaats het eerste stuk tandheugel tegen de pignon en teken
het punt dat geboord moet worden af op de poort; boor een
gat met een boorpunt Ø 4 mm en schroef de zelftappende
schroef 6x20 mm vast met het bijbehorende verstevigingsplaatje.
3) Beweeg de poort met de hand, en ga na of de tandheugel
tegen de pignon steunt; herhaal de handelingen van punt 2.
4) Plaats een ander tandheugelelement tegen het vorige, en
gebruik een stuk tandheugel om de vertanding van de twee
elementen in fase te brengen, zoals op fig. 16 Ref.1.
5) Beweeg de poort met de hand en ga verder met de
bevestiging zoals bij het eerste element; ga door tot de hele
poort gedekt is.
Opmerkingen over de installatie van de tandheugel
• Controleer of alle elementen van de tandheugel over de hele
beweging van de poort goed in de pignon grijpen.
• Las beslist geen tandheugelelementen aan de afstandstukken
of aan elkaar.
• Nadat de tandheugel geïnstalleerd is, moet de afstand tussen
de tanden van de pignon en de groef van de tandheugel
worden geregeld, waarbij gecontroleerd moet worden of de
afstand 1,5 mm bedraagt (fig. 17) over de hele beweging, door
de uitsparingen in de tandheugel te benutten.
• Controleer met de hand of de poort de mechanische
eindaanslagen soepel bereikt, en of er geen sprake is van wrijving
tijdens de beweging.
• Gebruik geen vet of andere smeermiddelen tussen pignon en
tandheugel.
70
NEDERLANDS
F
V
Fig.18
J1
J2
J3
J4
P2
P1
P
J10
J5
LED
DEL sdelreemmargorP
P keitsongaidnegninnapsdiehgizewnaadeL
1P ponkreemmargorp"eitcnuF"
2P ponkreemmargorp"e
draaW"
1F A02F-rotomnejirettabgnirekeZ
1J seriosseccadrobnemmelK
2J tkiurbegteiN
3J gnitiulsnaarotomdrobnemme
lK
4J peorgsgnideovrotcennocsgnidnibreV
5J raakregnavtnOnetraaK
01J rosnesteengamdrobnemmelK
gnideoV zH06/05)%01-%6+(~V032
emanpomoortS W081
moortsrotom.xaM A51
ruutarepmetsgnivegmO C°55+÷C°02-
negnirek
ezsdiehgilieV A02-1
gnimmelkninegetgnigilieveB elortnocmoortS/redocnE
cdV42poseriosseccagnitsaleb.xaM Am05
1
gnileppoklensgnitsaleb.xaM Am05
s'acigolsfjirdeB hcsitamotuaflaH/diehgilieV/"patsroovpats"hcsitamotuA/h
csitamotuA
djittiuls/-nepO nerelflezrood
djitezuaP .ces03,02,01,5raabreemmargorP
ekjiletleedegednavgnavmO
g
ninepo
.mc081,051,021,09
diehlenS suaevin4poraabletsnI
thcarkehcsitatsgnilegeR suaevin4poraabletsnI
gnimazg
nalreV hcsinortkelE
drobnemmelkponegnagnI rosneS-.lsjibnedehgilieV-.pojibnedehgilieV-nepokjiletleedeG-ne
pO
drobnemmelkponegnagtiU cdV21-cdV42seriosseccagnideoV-ejpmalelortnoC-pmalsgniwuhcsraaW-rotoM
srotcenno
C peorgsgnideov-raakregnavtnOnetraaK
seitcnuferabreemmargorP
diehlens-gnimmelkninegetthcark-gninepoekjil
etleedeggnavmo-djitezuap-acigoL
gnivjirdnaa
Positie bruggen
niet wijzigen
ELEKTRONISCHE APPARATUUR
WAARSCHUWINGEN
Let op: alvorens werkzaamheden op de elektronische apparatuur te verrichten (verbindingen, onderhoud), moet de elektrische
voeding worden afgekoppeld.
• Breng vóór installatie een magnetothermische differentieelschakelaar met een geschikte inschakellimiet aan.
• Scheid de 230VAC voedingskabel altijd van de bedienings- en veiligheidskabel (drukknoppen, ontvanger, fotocellen etc.). Om
elektrische storingen te vermijden dienen gescheiden hulzen of afgeschermde kabels te worden gebruikt (met de afscherming
verbonden met de aarde).
5. LAY-OUT KAART
Opmerking: de voedingsgroep bestaat uit de ringtransformator
en de voedingskaart.
6. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN ELEKTRONISCHE KAART
Tab. 2 - Technische eigenschappen
71
NEDERLANDS
Fig.19
melKgnivjirhcseB eriosseccanetolsegnaA
1ANEPO)gninepoegidellovodnammoc(
.vjiB(tcatnocdnepoeglaamrontemgnine
izrooV
)ponkletuels
2BNEPO)gninepoekjiletleedegodnammoc(
.vjiB(tcatnocdnepoeglaamrontemgnineizrooV
)ponklet
uels
3POTS)troopgnirekkolbodnammoc( tcatnocnetolseglaamrontemgnineizrooV
)1(
4POWSF)gnineporoovnedehgilievtcatnoc( nellecotoF
)1(
5LCWSF)gnitiulsroovnedehgilievtcatnoc( nellecotoF
)1(
6TKIURBEGTEIN/
8-7+ )V42gnideovfeitisop( Am051seriosseccaemanpoelatotXAM
11-9.L.W)ejpmalelortnocgnideov( W5,0-V2
1navejpmaL
11-01PMAL)thcilreppinkgnideov( V21thcilreppinK
51÷21- )cdV42gnideovfeitagen( /
*
Zie voor de aansluiting van de fotocellen par. 7.3
Niet gebruikt
7. ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
Voer de bekabelingen uit zoals is aangegeven op fig. 19.
7.1 Beschrijving klemmenbord J1
Tab. 3 - Beschrijving aansluiting accessoires
(1)
Als er niets is aangesloten, moet de klem worden verbonden met de massa (klemmen 12 ÷ 15)
*
72
NEDERLANDS
J2
J3
J4
J2
J3
J4
Fig.20
Fig.21
Fig.22
Fig.23
Serieaansluiting van twee normaal gesloten contacten
Parallelaansluiting van twee normaal geopende contacten
Veiligheden bij opening of
opening/sluiting
Veiligheden bij sluiting
Veiligheden bij opening
Sluitingsrichting
BRUIN
BLAUW
Sluitingsrichting
BRUIN
BLAUW
voedingsgroep
voedingsgroep
7.2 Bekabeling van de motor
Bekabel de motor van de STEP-T zoals aangegeven op onderstaande figuur, al naar gelang de richting waarin de poort sluit.
7.3 Aansluiting fotocellen en veiligheidsvoorzieningen
Alvorens de fotocellen (of andere voorzieningen) aan te sluiten, is het goed het bedrijfstype ervan te kiezen op basis van de
bewegingszone die beschermd moet worden (zie fig. 21).
Opmerking: als twee veiligheidsvoorzieningen met normaal
gesloten contact dezelfde functie hebben, moeten ze onderling
in serie worden aangesloten (fig. 22).
Opmerking: als twee veiligheidsvoorzieningen met normaal
geopend contact dezelfde functie hebben, moeten ze onderling
parallel worden aangesloten (fig. 23).
73
NEDERLANDS
Fig.24
J10
AB CDE
1234
F
V
F
V
Fig.25
1 paar fotocellen voor OPENING
1 paar fotocellen voor SLUITING
1 paar fotocellen voor SLUITING
en 1 voor OPENING/SLUITING
2 paren fotocellen voor SLUITING
geen enkel mechanisme wordt
aangesloten
Let op: er kunnen maximaal 2 paar fotocellen worden aangesloten op de elektronische kaart
Aansluitvoorbeelden van fotocellen
7.4. Aansluiting Kaarten Ontvangerkaar
Steek de Kaarten Ontvangerkaar in de kamconnector J5 (fig. 18) zoals aangegeven op fig. 25.
Voor de programmering van de decodeerkaarten volgt u de afzonderlijke instructies.
74
NEDERLANDS
AB CDE
1234
F
V
F
V
max 5mm
Fig.26
Fig.27
Fig.28
1
2
3
2
1
!
P2
P1
Fig.29
Fig.30
naatnenamreP
ednesigninnapstenretadnaatfeeG
.kiurbegroovsideeregtraak
snee(nereppinklenS
).cesm052rep
gnig
ilievebehcsimrehtedtadnaatfeeG
netunim2snetsnimthca.sidreevitcaeg
nedrownaksulcycneeretadroov
.dreovegti
u
tiU
.signinnapstenneegretadnaatfeeG
tehtreenoitcnufesafezedsnedjiT
.teinmeetsysehcsitamotua
led 1
8.1 Inschakeling van het systeem
Nadat alle eerder beschreven bekabelingen zijn aangebracht,
moet de installatie worden gevoed om de diagnostiek te kunnen
verrichten, de eindaanslagmagneten te plaatsen, de status van
de ingangen te verifiëren en de aandrijving te programmeren.
8.2 Diagnostiek
De led "P" (zie fig. 18), alleen zichtbaar vanaf de binnenzijde van
de houder, heeft de diagnostiekfunctie. De led kent 3 statussen,
zoals blijkt uit onderstaande tabel.
Tab. 4 - Beschrijving status led P
8.3 Plaatsing van de eindaanslagmagneten
8.3.1 Voorbereiding
De STEP-T aandrijving is voorzien van een sensor, die de poort in
geopende of gesloten positie laat stoppen wanneer hij de
passage van twee magneten waarneemt, die bevestigd zijn aan
de bovenkant van de tandheugel.
Ga als volgt te werk om de bijgeleverde magneten correct te
plaatsen:
• Monteer de magneten afhankelijk van de tandheugel die
gebruikt wordt:
1) Verzinkte tandheugel 30x6 module 4 (fig. 26 - ref. 1)
2) Verzinkte tandheugel 30x12 module 4 (fig. 26 - ref. 2)
3) Verstevigde nylon tandheugel 30x20 module 4 (fig. 26 - ref. 3)
8.3.2 Plaatsing
• Plaats de magneten op de tandheugel zoals aangegeven op
fig. 27 ref. 1. Ga na of de afstand tussen de magneet en het huis
van de aandrijving maximaal 5 mm bedraagt (fig. 27, ref. 2).
• Haal de bevestigingsschroeven van de aandrijving definitief
aan (fig. 10).
8.3.3 Regeling en bevestiging
• Roep de functie Status van de ingangen op door op de knop
P2 te drukken (fig. 28 en par. 8.4).
• Breng de poort met de hand in geopende positie, op 2 cm
afstand tot de mechanische eindaanslag.
• Verschuif de magneet over de tandheugel (fig. 29) totdat u ziet
dat led 1 op de elektronische kaart uitgaat (fig. 28).
• Haal de bevestigingsschroeven van de magneet aan.
• Breng de poort met de hand in gesloten positie, op 2 cm afstand
tot de mechanische eindaanslag.
• Verschuif de magneet over de tandheugel (fig. 30) totdat u ziet
dat led 1 op de elektronische kaart uitgaat (fig. 28).
• Haal de bevestigingsschroeven van de magneet aan.
75
NEDERLANDS
AB CDE
1234
F
V
F
V
Fig.31
P1
P2
!
P1
P2
!
P1
P2
!
!
!
P1
P2
!
P1
P2
!
!
!
P1
P2
!
DEL
naA
)tcatnocnetolseg(
tiU
)tcatnocdnepoeg(
AnepO=AfeitcaodnammoC feitcateinodnammoC
BnepO=BfeitcaodnammoC f
eitcateinodnammoC
potS=C feitcateinodnammoC feitcaodnammoC
powsF=D
teinnedehgilieV
dreevitcaeg
dreevitcaegne
dehgilieV
lcwsF=E
teinnedehgilieV
dreevitcaeg
dreevitcaegnedehgilieV
rosneS=1 dreevitcaegteinrosneS dreevitc
aegrosneS
8.3.4 Vergrendeling van de aandrijving
• Verzeker u ervan dat de poort gesloten is.
• Draai de ontgrendelsleutel tegen de klok in (fig. 31).
• Haal de ontgrendelsleutel weg en berg hem op zijn plaats op;
sluit het beschermluikje weer.
• Beweeg de poort totdat de ontgrendeling aangrijpt.
8.4 Status van de ingangen
De kaart heeft een functie waarmee de status van de ingangen
op het klemmenbord kan worden nagegaan.
Bij de status met alle led’s uit (zowel die met letters als die met
cijfers) drukt u op de knop P2.
De inschakeling van de led’s signaleert de status van de ingangen
zoals beschreven in Tab. 5.
Tab. 5 - Beschrijving led’s status ingangen
Opmerkingen:
• zwartgedrukt zijn de condities van de led’s met de poort
gesloten in ruststand.
• In de functie status van de ingangen geeft de knop P1 het
commando voor OPEN A.
Na afloop van de controles drukt u opnieuw op de knop P2 om
de functie status van de ingangen te verlaten.
8.5 Programmering
De kaart heeft de volgende basisinstellingen:
Bedrijfslogica: A4
Pauzetijden: B1
Omvang gedeeltelijke opening: C2
Statische kracht: D3
Snelheid: E3
Als men een op de individuele wensen afgestemd programma
wil uitvoeren (zie par. 8.5.1 tot en met 8.5.5) en om de tijden te
leren (zie par. 8.5.6), moeten de volgende stappen worden
uitgevoerd.
8.5.1 Bedrijfslogica
Status alle led’s uit: druk op de knop P1.
De led A en de led 4 gaan branden.
Door op de knop P2 te drukken kan gekozen worden uit 4
verschillende bedrijfslogica’s.
A1 automatisch
A2 veiligheid
A3 automatisch stap voor stap
A4 halfautomatisch stap voor stap (default)
8.5.2 Pauzetijden
Wanneer u nogmaals op de knop P1 drukt, gaan de led B en de
led 1 branden.
Door op de knop P2 te drukken kan gekozen worden uit 4
verschillende pauzetijden.
B1 5 seconden (default)
B2 10 seconden
B3 20 seconden
B4 30 seconden
8.5.3 Omvang van de gedeeltelijke opening
Wanneer u nogmaals op de knop P1 drukt, gaan de led C en de
led 2 branden.
76
NEDERLANDS
P1
P2
!
P1
P2
!
P1
P2
!
P1
P2
!
P1
P2
!
!
!
!
!
!
!
P1
P2
!
P1
P2
!
P1
P2
!
pmalelortnocsutatStroopsutatS
tiUnetolseG
naAezuapninepO-nepO
treppinKgnitiulsnI
naAgnineponI
naAdreekkolbeG
Door op de toets P2 te drukken kunnen 4 verschillende gedeeltelijke
openingen worden gekozen.
C1 90 cm
C2 120 cm (default)
C3 150 cm
C4 180 cm
8.5.4 Statische kracht
Wanneer u nogmaals op de knop P1 drukt, gaan de led D en de
led 3 branden.
Door op de knop P2 te drukken kan gekozen worden uit 4
verschillende statische krachten.
D1 laag
D2 middellaag
D3 middelhoog (default)
D4 hoog
8.5.5 Snelheid
Wanneer u nogmaals op de knop P1 drukt, gaan de led E en de
led 3 branden.
Door op de knop P2 te drukken kan gekozen worden uit 4
verschillende snelheden.
E1 laag
E2 middellaag
E3 middelhoog (default)
E4 hoog
8.5.6 Eenvoudige zelfleerprocedure
Wanneer u nogmaals op de knop P1 drukt, gaan alle 5 de led’s,
van A tot E branden.
(controleer of de poort gesloten is en de aandrijving vergrendeld).
Door de toets P2 1 seconde ingedrukt te houden, begint de poort
te bewegen totdat de magneet, die de eindaanslag bij opening
geeft, de sensor op de aandrijving in werking stelt. Gedurende
deze fase knipperen de 5 led’s. Na afloop van de
zelfleerprocedure blijven de 5 led’s vast branden.
Druk nogmaals op de knop P1 om af te sluiten (alle led’s uit).
Geef een impuls OPEN A met de radio-afstandsbediening of met
de sleutelschakelaar, om de poort weer te sluiten.
8.6 Status controlelamp
Voor een controlelamp van 12V-0,5W (klem 9 - 11 op J1, zie fig. 18)
wordt in de volgende tabel de status van deze lamp beschreven
naar gelang van de stand van de poort.
Tab. 6 - Status van de controlelamp
8.7 Test der automatische systeem
Na afloop van de programmering moet de werking van het
automatische systeem en van alle ermee verbonden accessoires,
met name de veiligheidsvoorzieningen, nauwkeurig worden
gecontroleerd.
77
NEDERLANDS
Fig.32
BLOKKEREN
DEBLOKKEREN
gnirotS nekazrooekjilegoM gnissolpO
poPdeL.dreekkolbegmeetsyshcsitamotuA
.tiutraaked
.gninnapstenneeG
edtadtotdreekkolbegtfjilbtroo
peD
.sidreekegguretgninnapsten
tgeeweB.dreekkolbegmeetsyshcsitamotuA
odnammoclekneneegtemhciz
)raalekahcs
letuelsfognineidebdnatsfa(
tein)5ne4(WSFne)3(POTSroovnemmelK
.netolsegnaa
slaoznegnilebakebedreelortnoC
r
eelortnocneseitcurtsniedninevegegnaa
edninaagnaatcerrocE,D,Cs'deledfo
.negnagniednavsutats
.topaktraakgn
irekeZ
leeutnevenenerelortnocgnirekezeD
.)A02F(negnavrev
tgeeweB.dreekkolbegmeetsyshcsitamotuA
.gnineideb
letuelsaivneellahciz
.tcefedgnineidebdnatsfA
erednaneetemreelortnoC
tcerrocmeetsystehfognineidebdnatsfa
e
tcefededleeutnevegnavrevnetkrew
.gnineidebdnatsfa
.tcefedtraakregnavtnO
meetsysehcsitamotuatehneidnI
navr
ehciznemnetfjilbdreekkolbeg
gnineidebdnatsfaedtadtfeehdgiutrevo
traakregnavtnoed,sitcefedtein
.negnavrev
rotomeD.dlednergrevmeetsyshcsitamotuA
troopedraam,dlekahcsegnitdrow
.teintgeeweb
ehcsinahcemedtfeehrotom
eD
.tkierebgalsnaadnie
sneglovnetengamgalsnaadnieedstaalP
.eitcurtsnied
tehtreekgnigewebedednerudeG
rednoz
gnigewebedmeetsysehcsitamotua
.moneder
temgniteomtno(thcarkegaleT
.)lekatsbogidleebkned
fonenets,slekatsb
oneegreforeelortnoC
,njiztroopednavetuoredpotlafsaneffeno
ednavthcarkehcsitatsedgoohrevne
.rotom
elehedtr
eovmeetsysehcsitamotuateH
dgaartrevgnitiuls/gnineporoovgnigeweb
rednozgalsnaadnieedpotpotsfo,tiu
.gnigar
trev
.dreovegtiutcerrocteinnerelfleZ .seitcurtsniedsneglovtiunerelfleztehreoV
siteengamgalsnaadnieednave
itisopeD
.tcerroctein
negalsnaadnieednaveitisopedreelortnoC
nerelfleztehreovne,eitcurtsniedsneglov
.tiuwu
einpo
ednegetdiehlensellovtemtmoktroopeD
.galsnaaehcsinahcem
siteengamgalsnaadnieednaveitisopeD
.tcerroct
ein
negalsnaadnieednaveitisopedreelortnoC
nerelfleztehreovne,eitcurtsniedsneglov
.tiuwueinpo
9. HANDBEDIENDE WERKING
Als het nodig is de poort met de hand te bedienen omdat het
automatische systeem niet goed werkt, dient u het
ontgrendelsysteem als volgt te gebruiken:
• Open het beschermluikje met een munt.
• Haal de bijgeleverde sleutel die achter het luikje zit weg; steek
deze in het ontgrendelsysteem en draai hem met de klok mee
tot de mechanische aanslag (fig. 32).
• Voer de manoeuvre voor opening of sluiting met de hand uit.
10. HERSTEL VAN DE NORMALE WERKING
Als men de poort weer wil vergrendelen, moet de inrichting voor
ontgrendeling/vergrendeling als volgt worden bediend:
• Breng de poort met de hand terug in gesloten positie.
• Draai de ontgrendelsleutel tegen de klok in tot aan de
mechanische aanslag (fig. 32).
• Haal de ontgrendelsleutel weg en berg hem op zijn plaats op;
sluit het beschermluikje weer.
• Beweeg de poort totdat de ontgrendeling aangrijpt.
11. ONDERHOUD
Verricht de volgende werkzaamheden minstens eenmaal per zes
maanden:
• Controle van de juiste afstelling van de beveiliging tegen
inklemming.
• Controle van de werking van het ontgrendelsysteem.
• Controle van de werking van de veiligheidsvoorzieningen en
van de accessoires.
12. REPARATIES
Neem voor eventuele reparaties contact op met erkende
reparatiecentra.
RICHTSNOER VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
78
NEDERLANDS
a/7.baT
"1A"ACIGOL NESLUPMI
TROOPSUTATSA-NEPOBNEPOPOTSGNINEPONEDEHGILIEVGNITIULSNEDEHGILIEVLS/PONEDEHGILIEV
NET
OLSEG djitezuapedanreewtiulsne,troopedtnepO )tkurdrednonepO(tceffeneeGtceffeneeG
tceffeneeG
)tkurdrednonepO(
EZUAPniNEPO djitezuapedtdaalreH
gnikrewedtreekkolB
tceffeneeGdjitezuapedtdaalreH
GNITIULSJIB reewkjilledd
imnotroopedtnepO tceffeneeG
nemokjilleddimnotreeK
nepotaag
nimotreeknetreekkolB
gnirevitcaedjibgninepo
GNIN
EPOJIB tceffeneeG
nemokjilleddimnotreeK
tiuls
tceffeneeG
temroodtaagnetreekkolB
gnirevitcaedjibnenepo
DREEKK
OLBEG troopedtiulStceffeneeGtceffeneeG)tkurdrednonepO(tceffeneeG
b/7.baT
"2A"ACIGOL NESLUPMI
TROOPSUTATSA-NEPOBNEPOPOTSGNINEPONEDEHGILIEVGNITIULSNEDEHGILIEVLS/PONEDEHGILIEV
NET
OLSEG djitezuapedanreewtiulsne,troopedtnepO )tkurdrednonepO(tceffeneeGtceffeneeG
nepO(tceffeneeG
)tkurdredno
EZUAPniNEPO reewkjilleddimnotroopedtiulS
gnikrewedtreekkolB
tceffeneeG gnirevitcaedjib)tkurdrednoNEPO("
5antiulS
GNITIULSJIB reewkjilleddimnotroopedtnepO tceffeneeG
nemokjilleddimnotreeK
nepotaag
nimotreeknetree
kkolB
gnirevitcaedjibgninepo
GNINEPOJIB reewkjilleddimnotroopedtiulS
nemokjilleddimnotreeK
tiuls
tceffeneeG
temroodtaagnetreekkolB
gnirevitcaedjibnenepo
DREEKKOLBEG troopedtiulStceffeneeGtceffeneeG)tkurdrednonepO(tc
effeneeG
c/7.baT
"3A"ACIGOL NESLUPMI
TROOPSUTATSA-NEPOBNEPOPOTSGNINEPONEDEHGILIEVGNITIULSNEDEHGILIEVLS/PONEDEHGILIEV
NET
OLSEG djitezuapedanreewtiulsne,troopedtnepO )tkurdrednonepO(tceffeneeGtceffeneeG
nepO(tceffeneeG
)tkurdred
no
EZUAPniNEPO gnikrewedtreekkolB
gnikrewedtreekkolB
tceffeneeGdjitezuapedtdaalreH
GNITIULSJIB reewkjilleddi
mnotroopedtnepO tceffeneeG
nemokjilleddimnotreeK
nepotaag
nimotreeknetreekkolB
gnirevitcaedjibgninepo
GNINE
POJIB gnikrewedtreekkolB
nemokjilleddimnotreeK
tiuls
tceffeneeG
temroodtaagnetreekkolB
gnirevitcaedjibnenepo
DREEKKOLBEG troopedtiulStceffeneeGtceffeneeG)tkurdrednonepO(tceffeneeG
d/7.baT
"4A"ACIGOL NESLUPMI
TROOPSUTATSA-NEPOBNEPOPOTSGNINEPONEDEHGILIEVGNITIULSNEDEHGILIEVLS/PONEDEHGILIEV
NET
OLSEG troopedtnepO )tkurdrednonepO(tceffeneeGtceffeneeG
nepO(tceffeneeG
)tkurdredno
NEPO reewkjilleddimnotro
opedtiulS
gnikrewedtreekkolB
tceffeneeG
)tkurdrednonepO(tceffeneeG
GNITIULSJIB gnikrewedtreekkolB
nemokjill
eddimnotreeK
nepotaag
nimotreeknetreekkolB
gnirevitcaedjibgninepo
GNINEPOJIB gnikrewedtreekkolB
nemokjilled
dimnotreeK
tiuls
tceffeneeG
temroodtaagnetreekkolB
gnirevitcaedjibnenepo
DREEKKOLBEG
gnithciredreekegmonign
igewebedtavreH:NEPOaN
reewkjilleddimnotroopedtiulS:POTSaN
nepO(tceffeneeG
)tkurdredno
teomjihsla(tceffeneeG
jihtrednihrev,nenepo
)NEPO
)tkurdrednonepO(tceffeneeG
ADVERTENCIAS PARA EL INSTALADOR
REGLAS GENERALES PARA LA SEGURIDAD
1) ¡ATENCION! Es sumamente importante para la seguridad de las personas seguir atentamente las
presentes instrucciones. Una instalación incorrecta o un uso impropio del producto puede causar
graves daños a las personas.
2) Lean detenidamente las instrucciones antes de instalar el producto.
3) Los materiales del embalaje (plástico, poliestireno, etc.) no deben dejarse al alcance de los
niños, ya que constituyen fuentes potenciales de peligro.
4) Guarden las instrucciones para futuras consultas.
5) Este producto ha sido proyectado y fabricado exclusivamente para la utilización indicada en
el presente manual. Cualquier uso diverso del previsto podría perjudicar el funcionamiento del
producto y/o representar fuente de peligro.
6) GENIUS declina cualquier responsabilidad derivada de un uso impropio o diverso del previsto.
7) No instalen el aparato en atmósfera explosiva: la presencia de gas o humos inflamables
constituye un grave peligro para la seguridad.
8) Los elementos constructivos mecánicos deben estar de acuerdo con lo establecido en las
Normas EN 12604 y EN 12605.
Para los países no pertenecientes a la CEE, además de las referencias normativas nacionales,
para obtener un nivel de seguridad adecuado, deben seguirse las Normas arriba indicadas.
9 ) GENIUS no es responsable del incumplimiento de las buenas técnicas de fabricación de los cierres que
se han de motorizar, así como de las deformaciones que pudieran intervenir en la utilización.
10) La instalación debe ser realizada de conformidad con las Normas EN 12453 y EN 12445. E l
nivel de seguridad de la automación debe ser C+D.
11) Quiten la alimentación eléctrica y desconecten las baterías antes de efectuar cualquier
intervención en la instalación.
12) Coloquen en la red de alimentación de la automación un interruptor omnipolar con distancia
de apertura de los contactos igual o superior a 3 mm. Se aconseja usar un magnetotérmico
de 6A con interrupción omnipolar.
13) Comprueben que la instalación disponga línea arriba de un interruptor diferencial con umbral
de 0,03 A.
14) Verifiquen que la instalación de tierra esté correctamente realizada y conecten las partes
metálicas del cierre.
15) La automación dispone de un dispositivo de seguridad antiaplastamiento constituido por un
control de par. No obstante, es necesario comprobar el umbral de intervención según lo
previsto en las Normas indicadas en el punto 10.
16) Los dispositivos de seguridad (norma EN 12978) permiten proteger posibles áreas de peligro
de Riesgos mecánicos de movimiento, como por ej. aplastamiento, arrastre, corte.
17) Para cada equipo se aconseja usar por lo menos una señalización luminosa así como un
cartel de señalización adecuadamente fijado a la estructura del bastidor, además de los
dispositivos indicados en el “16”.
1 8) GENIUS declina toda responsabilidad relativa a la seguridad y al buen funcionamiento de la automación
si se utilizan componentes de la instalación que no sean de producción GENIUS.
19) Para el mantenimiento utilicen exclusivamente piezas originales GENIUS
20) No efectúen ninguna modificación en los componentes que forman parte del sistema de
automación.
21) El instalador debe proporcionar todas las informaciones relativas al funcionamiento del
sistema en caso de emergencia y entregar al usuario del equipo el manual de advertencias
que se adjunta al producto.
22) No permitan que niños o personas se detengan en proximidad del producto durante su
funcionamiento.
23) Mantengan lejos del alcance los niños los telemandos o cualquier otro emisor de impulso, para
evitar que la automación pueda ser accionada involuntariamente.
24) Sólo puede transitarse entre las hojas si la cancela está completamente abierta.
25) El usuario no debe por ningún motivo intentar reparar o modificar el producto, debe siempre
dirigirse a personal cualificado.
26) No pongan en cortocircuito los polos de las baterías y no intenten recargarlas con alimentadores
diferentes de las tarjetas Master o Slave.
27) No abandonen las baterías agotadas en el ambiente, hay que eliminarlas utilizando los
específicos contenedores para permitir el reciclaje de las mismas. Los costes de eliminación
ya han sido pagados por el fabricante.
28) Todo lo que no esté previsto expresamente en las presentes instrucciones debe entenderse como
no permitido
HINWEISE FÜR DEN INSTALLATIONSTECHNIKER
ALLGEMEINE SICHERHEITSVORSCHRIFTEN
1) ACHTUNG! Um die Sicherheit von Personen zu gewährleisten, sollte die Anleitung aufmerksam
befolgt werden. Eine falsche Installation oder ein fehlerhafter Betrieb des Produktes können zu
schwerwiegenden Personenschäden führen.
2) Bevor mit der Installation des Produktes begonnen wird, sollten die Anleitungen aufmerksam
gelesen werden.
3) Das Verpackungsmaterial (Kunststoff, Styropor, usw.) sollte nicht in Reichweite von Kindern
aufbewahrt werden, da es eine potentielle Gefahrenquelle darstellt.
4) Die Anleitung sollte aufbewahrt werden, um auch in Zukunft Bezug auf sie nehmen zu können.
5 ) Dieses Produkt wurde ausschließlich für den in diesen Unterlagen angegebenen Gebrauch entwickelt
und hergestellt. Jeder andere Gebrauch, der nicht ausdrücklich angegeben ist, könnte die Unversehrtheit
des Produktes beeinträchtigen und/oder eine Gefahrenquelle darstellen.
6) Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung für Schäden, die durch unsachgemäßen oder nicht
bestimmungsgemäßen Gebrauch der Automatik verursacht werden, ab.
7 ) Das Gerät sollte nicht in explosionsgefährdeten Umgebungen installiert werden: das Vorhandensein von
entflammbaren Gasen oder Rauch stellt ein schwerwiegendes Sicherheitsrisiko dar.
8) Die mechanischen Bauelemente müssen den Anforderungen der Normen EN 12604 und EN
12605 entsprechen.
Für Länder, die nicht der Europäischen Union angehören, sind für die Gewährleistung eines
entsprechenden Sicherheitsniveaus neben den nationalen gesetzlichen Bezugsvorschriften die
oben aufgeführten Normen zu beachten.
9) Die Firma GENIUS übernimmt keine Haftung im Falle von nicht fachgerechten Ausführungen bei
der Herstellung der anzutreibenden Schließvorrichtungen sowie bei Deformationen, die eventuell
beim Betrieb entstehen.
10) Die Installation muß unter Beachtung der Normen EN 12453 und EN 12445 erfolgen. Die
Sicherheitsstufe der Automatik sollte C+D sein.
11) Vor der Ausführung jeglicher Eingriffe auf der Anlage sind die elektrische Versorgung und die
Batterie abzunehmen.
12) Auf dem Versorgungsnetz der Automatik ist ein omnipolarer Schalter mit Öffnungsabstand der
Kontakte von über oder gleich 3 mm einzubauen. Darüber hinaus wird der Einsatz eines
Magnetschutzschalters mit 6A mit omnipolarer Abschaltung empfohlen.
13) Es sollte überprüft werden, ob vor der Anlage ein Differentialschalter mit einer Auslöseschwelle
von 0,03 A zwischengeschaltet ist.
14) Es sollte überprüft werden, ob die Erdungsanlage fachgerecht ausgeführt wurde. Die Metallteile
der Schließung sollten an diese Anlage angeschlossen werden.
WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
1) LET OP! Het is belangrijk voor de veiligheid dat deze hele instructie zorgvuldig wordt opgevolgd.
Een onjuiste installatie of foutief gebruik van het product kunnen ernstig persoonlijk letsel
veroorzaken.
2) Lees de instructies aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het product.
3) De verpakkingsmaterialen (plastic, polystyreen, enz.) mogen niet binnen het bereik van
kinderen worden gelaten, want zij vormen een mogelijke bron van gevaar.
4) Bewaar de instructies voor raadpleging in de toekomst.
5) Dit product is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het doel dat in deze documentatie wordt
aangegeven. Elk ander gebruik, dat niet uitdrukkelijk wordt vermeld, zou het product kunnen
beschadigen en/of een bron van gevaar kunnen vormen.
6) GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die ontstaat uit oneigenlijk
gebruik of ander gebruik dan waarvoor het automatische systeem is bedoeld.
7) Installeer het apparaat niet in een explosiegevaarlijke omgeving: de aanwezigheid van
ontvlambare gassen of dampen vormt een ernstig gevaar voor de veiligheid.
8) De mechanische bouwelementen moeten in overeenstemming zijn met de bepalingen van
de normen EN 12604 en EN 12605.
Voor niet-EEG landen moeten, om een goed veiligheidsniveau te bereiken, behalve de
nationale voorschriften ook de bovenstaande normen in acht worden genomen.
9) GENIUS is niet aansprakelijk als de regels der goede techniek niet in acht genomen zijn bij de
bouw van het sluitwerk dat gemotoriseerd moet worden, noch voor vervormingen die zouden
kunnen ontstaan bij het gebruik.
10) De installatie dient te geschieden in overeenstemming met de normen EN 12453 en EN 12445.
Het veiligheidsniveau van het automatische systeem moet C+D zijn.
11) Alvorens ingrepen te gaan verrichten op de installatie moet de elektrische voeding worden
weggenomen en moeten de batterijen worden afgekoppeld.
12) Zorg op het voedingsnet van het automatische systeem voor een meerpolige schakelaar met
een opening tussen de contacten van 3 mm of meer. Het wordt geadviseerd een
magnetothermische schakelaar van 6A te gebruiken met meerpolige onderbreking.
13) Controleer of er bovenstrooms van de installatie een differentieelschakelaar is geplaatst met
een limiet van 0,03 A.
14) Controleer of de aardingsinstallatie vakkundig is aangelegd en sluit er de metalen delen van
het sluitsysteem op aan.
15) Het automatische systeem beschikt over een intrinsieke beveiliging tegen inklemming, bestaande uit
een controle van het koppel. De inschakellimiet hiervan dient echter te worden gecontroleerd volgens
de bepalingen van de normen die worden vermeld onder punt 10.
16) De veiligheidsvoorzieningen (norm EN 12978) maken het mogelijk eventuele gevaarlijke
gebieden te beschermen tegen Mechanische gevaren door beweging, zoals bijvoorbeeld
inklemming, meesleuren of amputatie.
17) Het wordt voor elke installatie geadviseerd minstens één lichtsignaal te gebruiken alsook een
waarschuwingsbord dat goed op de constructie van het hang- en sluitwerk dient te worden
bevestigd, afgezien nog van de voorzieningen die genoemd zijn onder punt “16”.
18) GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor wat betreft de veiligheid en de goede
werking van het automatische systeem, als er in de installatie gebruik gemaakt wordt van
componenten die niet door GENIUS zijn geproduceerd.
19) Gebruik voor het onderhoud uitsluitend originele GENIUS-onderdelen.
20) Verricht geen wijzigingen op componenten die deel uitmaken van het automatische systeem.
21) De installateur dient alle informatie te verstrekken over de handbediening van het systeem in
noodgevallen, en moet de gebruiker van de installatie het bij het product geleverde boekje
met aanwijzingen overhandigen.
22) Sta het niet toe dat kinderen of volwassenen zich ophouden in de buurt van het product terwijl
dit in werking is.
23) Houd radio-afstandsbedieningen of alle andere impulsgevers buiten het bereik van kinderen,
om te voorkomen dat het automatische systeem onopzettelijk kan worden aangedreven.
24) Ga alleen tussen de vleugels door als het hek helemaal geopend is.
25) De gebruiker mag geen pogingen tot reparatie doen of directe ingrepen plegen, en dient zich
uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd personeel.
26) Breng de polen van de batterijen niet in kortsluiting en probeer niet de batterijen op te laden
met andere voeders dan de Master- of Slave-kaarten.
27) Gooi lege batterijen niet weg bij het gewone afval, maar maak gebruik van de speciale
verzamelbakken om recycling mogelijk te maken. De kosten voor afvalverwerking zijn al
betaald door de fabrikant.
28) Alles wat niet uitdrukkelijk in deze instructies wordt aangegeven, is niet toegestaan
1 5) Die Automation verfügt über eine eingebaute Sicherheitsvorrichtung für den Quetschschutz, die aus einer
Drehmomentkontrolle besteht. Es ist in jedem Falle erforderlich, deren Eingriffsschwelle gemäß der
Vorgaben der unter Punkt 10 angegebenen Vorschriften zu überprüfen.
16) Die Sicherheitsvorrichtungen (Norm EN 12978) ermöglichen den Schutz eventueller
Gefahrenbereiche vor mechanischen Bewegungsrisiken, wie zum Beispiel Quetschungen,
Mitschleifen oder Schnittverletzungen.
1 7 ) Für jede Anlage wird der Einsatz von mindestens einem Leuchtsignal empfohlen sowie eines Hinweisschildes,
das über eine entsprechende Befestigung mit dem Aufbau des Tors verbunden wird. Darüber hinaus sind
die unter Punkt “16” erwähnten Vorrichtungen einzusetzen.
18) Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung hinsichtlich der Sicherheit und des störungsfreien Betriebs
der Automatik ab, soweit Komponenten auf der Anlage eingesetzt werden, die nicht im Hause
GENIUS hergestellt wurden.
19) Bei der Instandhaltung sollten ausschließlich Originalteile der Firma GENIUS verwendet werden.
20) Auf den Komponenten, die Teil des Automationssystems sind, sollten keine Veränderungen
vorgenommen werden.
21) Der Installateur sollte alle Informationen hinsichtlich des manuellen Betriebs des Systems in
Notfällen liefern und dem Betreiber der Anlage das Anleitungsbuch, das dem Produkt beigelegt
ist, übergeben.
22) Weder Kinder noch Erwachsene sollten sich während des Betriebs in der unmittelbaren Nähe
der Automation aufhalten.
23) Die Funksteuerungen und alle anderen Impulsgeber sollten außerhalb der Reichweite von Kindern
aufbewahrt werden, um ein versehentliches Aktivieren der Automation zu vermeiden.
24) Der Durchgang oder die Durchfahrt zwischen den Flügeln darf lediglich bei vollständig geöffnetem
Tor erfolgen.
25) Der Betreiber sollte keinerlei Reparaturen oder direkte Eingriffe auf der Automation ausführen,
sondern sich hierfür ausschließlich an qualifiziertes Fachpersonal wenden.
26) Die Pole der Batterien sollten nicht kurzgeschlossen werden. Die Batterien sollten nicht mit
Speisegeräten geladen werden, die von den Karten Master oder Slave abweichen.
27) Leere Batterien gehören nicht in den Hausmüll, sondern sind über die entsprechenden Behälter
zu entsorgen, damit sie dem Recycling zugeführt werden können. Die Entsorgungskosten
wurden bereits vom Hersteller bezahlt.
28) Alle Vorgehensweisen, die nicht ausdrücklich in der vorliegenden Anleitung vorgesehen sind, sind
nicht zulässig
4
Automatisierung, der Sicherheitsvorrichtungen und des Zubehörs
durch qualifiziertes Fachpersonal prüfen lassen.
BESCHREIBUNG
Die vorliegenden Anweisungen gelten für das folgende Modell:
GENIUS STEP-T
Die Automation STEP-T für Schiebetore für Wohngebäude besteht
aus einem elektromechanischen irreversiblen Antrieb, der mit 12
Vdc versorgt wird und an ein elektronisches Gerät mit
Betriebsbatterie (es handelt sicht nicht um eine Black out-Batte-
rie) angeschlossen ist, das den Betrieb der Automation auch bei
Ausfall der Netzspannung gewährleistet.
Das irreversible System gewährleistet die mechanische Sperre des
Tors bei ausgeschaltetem Motor. Eine manuelle Entriegelung
ermöglicht die Bewegung des Tors bei Betriebsstörungen.
Der Betrieb der Antriebe wird über eine elektronische Steuerzentrale
gesteuert, die im Getriebemotor mit entsprechender Schutzart für
den Schutz vor Witterungseinflüssen untergebracht ist .
Das Tor befindet sich normalerweise in der Schließposition.
Empfängt die elektronische Steuerzentrale ein Öffnungsbefehl über
die Funksteuerung oder einen anderen Impulsgeber, so startet sie
den Getriebemotor und es erfolgt die Bewegung des Tors, bis die
Öffnungsposition erreicht ist, die die Zufahrt ermöglicht.
Steht das Steuergerät auf Automatikbetrieb, schließen die Flügel
das Tor automatisch nach Ablauf der eingestellten Pausenzeit.
Wurde der halbautomatische Betrieb eingestellt, muß ein zweiter
Impuls gegeben werden, um das Tor erneut zu schließen.
Durch einen Stoppimpuls (soweit vorgesehen) wird die Bewegung
grundsätzlich gestoppt.
Hinsichtlich des genauen Verhaltens der Automation in den
verschiedenen Betriebssteuerungen ist auf den Installateur Bezug
zu nehmen.
Auf den Automatisierungen befinden sich Sicherheitsvorrichtungen,
die die Bewegung des Tors verhindern, soweit sich ein Hindernis im
von ihnen überwachten Bereich befindet.
Die Automation STEP-T ist mit einer regulierbaren
Quetschschutzvorrichtung ausgestattet, die bei Berührung eines
Hindernisses die Bewegung des Tors umkehrt.
Die Leuchtsignale zeigen die jeweils ablaufende Bewegung des
Tors an.
MANUELLER BETRIEB
Sollte eine manuelle Bewegung des Tors aufgrund einer
Betriebsstörung der Automation erforderlich werden, so ist die
Entriegelungseinrichtung wie folgt zu bedienen:
• Die Schutzklappe unter Verwendung einer Münze öffnen.
• Den mitgelieferten Schlüssel, der hinter der Klappe untergebracht
ist, herausnehmen. Den Schlüssel in das Entriegelungssystem
stecken und im Uhrzeigersinn bis zum mechanischen Anschlag
drehen (Abb. 1).
• Manuell den Öffnungs- und den Schließvorgang ausführen.
WIEDERHERSTELLUNG DES NORMALEN BETRIEBS
• Das Tor manuell in die Schließposition bringen.
• Den Entriegelungsschlüssel im Gegenuhrzeigersinn bis zum
mechanischen Anschlag drehen (Abb. 2).
• Den Entriegelungsschlüssel abnehmen und an den
entsprechenden Platz legen. Die Schutzklappe schließen.
• Das Tor bewegen, bis die Entriegelung eingreift.
NEDERLANDS
Lees deze instructies aandachtig door alvorens het product te
gebruiken, en bewaar hen voor eventueel gebruik in de toekomst
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Als het automatische systeem STEP-T correct geïnstalleerd en
gebruikt wordt, garandeert het een hoge veiligheidsgraad.
Enkele eenvoudige gedragsnormen kunnen verder ongewenste
ongemakken vermijden:
• Passeer de poort niet wanneer deze in beweging is. Wacht tot
de poort helemaal geopend is, alvorens te passeren.
• Blijf beslist niet stilstaan op de route waarover de poort zich
verplaatst.
• Blijf niet in de buurt van het automatische systeem staan en sta
het niet toe dat kinderen, volwassenen en voorwerpen in de
buurt van het systeem blijven staan; dit geldt nog des te meer
wanneer het systeem in werking is.
• Houd de radio-afstandsbediening of alle andere impulsgevers
die de deur kunnen aandrijven buiten bereik van kinderen, om
te voorkomen dat het automatische systeem ongewenst wordt
aangedreven.
• Sta het kinderen niet toe met het automatische systeem te
spelen.
• Houd de beweging van de poort niet opzettelijk tegen.
• Voorkom dat takken of struiken de beweging van de poort
kunnen hinderen.
• Houd de lichtsignaleringssystemen efficiënt en goed zichtbaar.
• Probeer de poort niet met de hand te bewegen als deze niet
eerst ontgrendeld is.
• Bij storingen moet de motorvertraging worden ontgrendeld om
binnen te kunnen en moet een technische ingreep door
gekwalificeerd personeel worden afgewacht.
• De batterijen moeten worden afgekoppeld voordat de
handbediende ontgrendeling wordt gebruikt.
• Breng geen wijzigingen aan op componenten die deel uitmaken
van het automatische systeem.
• Doe geen pogingen tot reparaties of directe ingrepen, en wendt
u zich alleen tot gekwalificeerd personeel.
• Laat de werking van het automatische systeem, de
veiligheidsvoorzieningen en de accessoires minstens eenmaal per
half jaar controleren door gekwalificeerd personeel.
BESCHRIJVING
Deze aanwijzingen zijn geldig voor het volgende model:
GENIUS STEP-T
Het automatische systeem STEP-T voor schuifpoorten bij
woonhuizen bestaat uit een onomkeerbare elektromechanische
aandrijving die wordt gevoed op 12 V dc, en gecombineerd is
met elektronische apparatuur met een werkbatterij (dus geen
black-out batterij), die de werking van het automatische systeem
ook garandeert als de netspanning uitvalt.
Het onomkeerbare systeem garandeert de mechanische
blokkering van de poort wanneer de motor niet in werking is. Een
handbediende deblokkering maakt het mogelijk de poort ook te
manoeuvreren als het automatische systeem niet goed werkt.
De werking van de motorvertraging wordt bestuurd door een
elektronische besturingsunit die is ondergebracht in de
motorvertraging, en voldoende beschermd is tegen
weersinvloeden.
De poort bevindt zich gewoonlijk in gesloten positie.
Wanneer de elektronische unit een commando tot opening
ontvangt via de radio-afstandsbediening of een willekeurige
andere impulsgever, drijft hij de motorvertraging aan die de deur
in geopende positie brengt waardoor toegang mogelijk wordt.
Als het automatische bedrijf is ingesteld, gaan de vleugels na de
ingestelde pauzetijd weer uit zichzelf dicht.
Als de halfautomatische werking is ingesteld, moet een tweede
impuls worden gegeven om de poort weer te sluiten.
Een stop-impuls (indien voorzien) laat de beweging altijd stoppen.
Voor het gedetailleerde gedrag van het automatische systeem
met de verschillende logica's, vraag de installatietechnicus.
Bij automatische systemen zijn veiligheidsvoorzieningen aanwezig
die de beweging van de deur verhinderen wanneer er zich een
obstakel in het door hun beschermde gebied bevindt.
Het automatische systeem STEP-T is voorzien van een regelbare
beveiliging tegen inklemming, die de beweging van de poort
omkeert indien hij in contact komt met een obstakel.
De lichtsignalering geeft aan dat de poort een beweging aan
het maken is.
HANDBEDIENDE WERKING
Als het nodig is de poort met de hand te bedienen omdat het
automatische systeem buiten werking is, dient u als volgt de
ontgrendeling te gebruiken:
• Open het beschermluikje met een munt.
• Haal de bijgeleverde sleutel die achter het luikje zit weg; steek
deze in het ontgrendelsysteem en draai hem met de klok mee
tot de mechanische aanslag (fig. 1).
• Voer de manoeuvre voor opening of sluiting met de hand uit.
HERVATTING VAN DE NORMALE WERKING
• Breng de poort met de hand terug in gesloten positie.
• Draai de ontgrendelsleutel tegen de klok in tot aan de
mechanische aanslag (fig. 2).
• Beweeg de poort totdat de ontgrendeling aangrijpt.
• Haal de ontgrendelsleutel weg en berg hem op zijn plaats op;
sluit het beschermluikje weer.

Documenttranscriptie

NEDERLANDS Automatisch systeem STEP-T Deze instructies zijn geldig voor het volgende model: GENIUS STEP-T Met het automatische systeem STEP-T kunnen schuifpoorten bij woonhuizen met vleugels met een lengte van max. 5 m. en een gewicht van max. 300 kg worden geautomatiseerd. Bestaat uit een onomkeerbare elektromechanische motorvertraging, gevoed op 12 V dc via een ringtransformator en een voedingskaart. In de STEP-T is een programmeerbaar elektronisch apparaat ondergebracht, waarmee het mogelijk is de bedrijfslogica's, de werktijden (met zelfleren) en de pauzetijden, de snelheid van de poort, de gevoeligheid van de beveiliging tegen inklemming en de omvang van de gedeeltelijke opening in te stellen. Het onomkeerbare systeem waarborgt de mechanische blokkering van de poort wanneer de motor niet in werking is. Dankzij de handbediende ontgrendeling kan de poort ook worden ontgrendeld als het systeem niet goed werkt. Tab. 1 - Technische eigenschappen STEP-T aandrijving MODEL Voeding Nominale stroomopname (W) Max. lineaire snelheid onbelast (m/min.) Statische kracht (N) Gebruiksfrequentie (cycli/uur) Oplaadtijd batterij Omgevingstemperatuur (°C) Gewicht aandrijving (Kg) Beschermingsgraad Max. vleugellengte (m) Max. vleugelgewicht (Kg) Ruimtebeslag aandrijving LxHxD(mm) Het automatische systeem STEP-T is ontworpen en gebouwd om de toegang van voertuigen te controleren. Leder ander gebruik moet worden vermeden. STEP - T 12Vdc 48 15 150 30 2' voor iedere uitgevoerde cyclus -20 ÷ +55 5,3 I P 44 5 300 zie fig. 2 De thermische softwarebeveiliging maakt 30 achtereenvolgende cycli mogelijk. De hersteltijd bedraagt 2’ voor elke uitgevoerde cyclus. 1. BESCHRIJVING EN TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN 2. AFMETINGEN 6 7 8 9 4 10 3 11 2 1 5 1) STEP-T aandrijving 2) Beschermende zijstukken 3) Pignon 4) Handmatige ontgrendeling 5) Funderingsplaat 6) Elektronische kaart 7) Ringtransformator 8) Steun transformator en voedingskaart 9) Voedingskaart 10) Handbescherming 11) Antenne (Optie) • maten in mm Fig.01 66 Fig.02 NEDERLANDS 3. BESCHRIJVING VAN HET SYSTEEM - ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN (standaard systeem) 2 2x1,5 mm + 4.3. Bevestiging funderingsplaat 1) De funderingsplaat moet worden geplaatst zoals op fig. 5 (sluiting naar rechts) of fig. 6 (sluiting naar links) om te verzekeren dat pignon en tandheugel goed in elkaar grijpen. 2) Bevestig de funderingsplaat aan de grond met daarvoor bestemde pluggen (fig. 7), en breng hierbij één of meer hulzen aan om de elektriciteitskabels door de plaat te leiden (fig. 5-6, ref. a). Controleer met een waterpas of de plaat perfect horizontaal is. (230Vac) Sluitingsrichting 1) 2) 3) 4) 5) Aandrijving met apparatuur Fotocellen Sleutelschakelaar Waarschuwingslamp Radio-ontvanger 90° 1 Fig.03 Opmerkingen: 1) Gebruik voor de plaatsing van de elektriciteitskabels geschikte starre en/of buigzame leidingen. 2) Om interferentie te voorkomen altijd de laagspanningskabels scheiden van de 230 Vac voedingskabel. 175,5 0÷50 *Gebruik de maten overeenkomstig het type tandheugel Verzinkte tandheugel 30x6 = 36,5mm Verzinkte tandheugel 30x12 = 39,5mm Nylon tandheugel 30x20 = 41,5mm Fig.05 4. INSTALLATIE VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM 4.1. Voorbereidende controles Sluitingsrichting Uit het oogpunt van de veiligheid en om een goede werking van het automatische systeem te verzekeren, dient aan de volgende vereisten te worden voldaan: • De constructie van de poort moet geschikt zijn voor automatisering. Controleer met name of de poort voldoende stevig en rigide is en of de afmetingen en het gewicht in overeenstemming zijn met hetgeen vermeld wordt onder de technische eigenschappen. • Controleer of de poort niet tegen een helling moet schuiven. • Controleer of de poort soepel, gelijkmatig verschuift, zonder onregelmatige wrijvingen over zijn hele beweging. • De eigenschappen van de ondergrond moeten waarborgen dat de verankeringspluggen van de funderingsplaat goed houden. • Controleer of er een bovenrail en mechanische eindaanslagen aanwezig zijn. • Verwijder eventuele sluitingen en grendels. Het wordt geadviseerd eventuele smeedwerkzaamheden te laten verrichten vóór installatie van het automatische systeem. 90° 0÷50 90,5 1 *Gebruik de maten overeenkomstig het type tandheugel Verzinkte tandheugel 30x6 = 36,5mm Verzinkte tandheugel 30x12 = 39,5mm Nylon tandheugel 30x20 = 41,5mm Fig.06 4.2. Voorbereiding funderingsplaat • Steek de 4 bijgeleverde kooimoeren in de 4 vierkante gaten van de plaat, zoals op fig. 4. Fig.04 Fig.07 67 NEDERLANDS 4.4. Plaatsing aandrijving 4.7. Ontgrendeling van de aandrijving • Leg de elektriciteitskabels aan voor verbinding met de accessoires en voor de elektrische voeding, zoals op fig. 3. Om de aansluitingen gemakkelijk tot stand te kunnen brengen, moeten de kabels met de nodige lengte uitsteken, om hen te kunnen aansluiten op het klemmenbord, de transformator en de decodeerkaart (indien aanwezig). • Plaats de aandrijving met de bijgeleverde schroeven op de plaat, zoals op fig. 8. Stel de aandrijving in op handbediening, zoals hieronder wordt aangegeven: • Open het beschermluikje met een munt. • Haal de bijgeleverde sleutel die achter het luikje zit weg; steek deze in het ontgrendelsysteem en draai hem met de klok mee tot de mechanische aanslag (fig. 11). Fig.11 4.8Montage van de tandheugel Fig.08 4.8.1. Stalen tandheugel - lassen (fig. 12) 1) Monteer drie palletjes met schroefdraad op het element van de tandheugel door hen boven in de uitsparing te plaatsen. Op deze manier zal de speling van de uitsparing in de loop der tijd eventuele bijstellingen mogelijk maken. 2) Breng de vleugel met de hand terug in gesloten positie. 3) Leg het eerste stuk van de tandheugel vlak op de pignon, en las de pal met schroefdraad op de poort zoals aangegeven op fig. 15. 4) Beweeg de poort met de hand, controleer of de tandheugel zich tegen de pignon bevindt, en las de tweede en derde pal. 5) Plaats een ander tandheugelelement tegen het vorige, en gebruik een stuk tandheugel om de vertanding van de twee elementen in fase te brengen, zoals op fig. 16 Ref.1. 6) Beweeg de poort met de hand en las de drie pallen met schroefdraad, en ga zo verder totdat de hele poort is gedekt. 4.5. Regeling aandrijving • Stel de afstand van de aandrijving tot de poort af aan de hand van fig. 9. Gebruik de maten overeenkomstig het type tandheugel: Verzinkte tandheugel 30x6 ! A = 46,5mm en B =146mm Verzinkte tandheugel 30x12 ! A = 49,5mm en B =146mm ! A = 51,5mm en B =112,5mm Nylon tandheugel 30x20 B A Fig.09 4.6. Bevestiging aandrijving Fig.12 • Zet de aandrijving voorlopig vast met de schroeven, zoals op fig. 10. 4.8.2. Stalen tandheugel - vastschroeven (fig. 13) 1) Breng de vleugel met de hand terug in gesloten positie. 2) Leg het eerste stuk van de tandheugel vlak op de pignon en plaats het afstandstuk tussen tandheugel en poort, boven in de uitsparing. 3) Teken het punt dat geboord moet worden af op de poort. Boor een gat met Ø 6,5 mm en maak mannelijk schroefdraad M8 mm. Schroef de bout vast. 4) Beweeg de poort met de hand, en ga na of de tandheugel tegen de pignon steunt; herhaal de handelingen van punt 3. 5) Plaats een ander tandheugelelement tegen het vorige, en gebruik een stuk tandheugel om de vertanding van de twee elementen in fase te brengen, zoals op fig. 16 Ref.1. 6) Beweeg de poort met de hand en ga verder met de bevestiging zoals bij het eerste element; ga door tot de hele poort gedekt is. Fig.10 68 NEDERLANDS Opmerkingen over de installatie van de tandheugel • Controleer of alle elementen van de tandheugel over de hele beweging van de poort goed in de pignon grijpen. • Las beslist geen tandheugelelementen aan de afstandstukken of aan elkaar. • Nadat de tandheugel geïnstalleerd is, moet de afstand tussen de tanden van de pignon en de groef van de tandheugel worden geregeld, waarbij gecontroleerd moet worden of de afstand 1,5 mm bedraagt (fig. 17) over de hele beweging, door de uitsparingen in de tandheugel te benutten. • Controleer met de hand of de poort de mechanische eindaanslagen soepel bereikt, en of er geen sprake is van wrijving tijdens de beweging. • Gebruik geen vet of andere smeermiddelen tussen pignon en tandheugel. Fig.13 1.5 mm 4.8.3. Nylon tandheugel - vastschroeven (fig. 14) 1) Breng de vleugel met de hand terug in gesloten positie. 2) Plaats het eerste stuk tandheugel tegen de pignon en teken het punt dat geboord moet worden af op de poort; boor een gat met een boorpunt Ø 4 mm en schroef de zelftappende schroef 6x20 mm vast met het bijbehorende verstevigingsplaatje. 3) Beweeg de poort met de hand, en ga na of de tandheugel tegen de pignon steunt; herhaal de handelingen van punt 2. 4) Plaats een ander tandheugelelement tegen het vorige, en gebruik een stuk tandheugel om de vertanding van de twee elementen in fase te brengen, zoals op fig. 16 Ref.1. 5) Beweeg de poort met de hand en ga verder met de bevestiging zoals bij het eerste element; ga door tot de hele poort gedekt is. Fig.17 Fig.14 Fig.15 1 Fig.16 69 NEDERLANDS ELEKTRONISCHE APPARATUUR WAARSCHUWINGEN Let op: alvorens werkzaamheden op de elektronische apparatuur te verrichten (verbindingen, onderhoud), moet de elektrische voeding worden afgekoppeld. • Breng vóór installatie een magnetothermische differentieelschakelaar met een geschikte inschakellimiet aan. • Scheid de 230VAC voedingskabel altijd van de bedienings- en veiligheidskabel (drukknoppen, ontvanger, fotocellen etc.). Om elektrische storingen te vermijden dienen gescheiden hulzen of afgeschermde kabels te worden gebruikt (met de afscherming verbonden met de aarde). 5. LAY-OUT KAART Positie bruggen niet wijzigen P1 LED P2 F V P J4 J5 J3 J10 LED Programmeerled’s P Led aanwezigheid spanning en diagnostiek P1 "Functie" programmeerknop P2 "Waarde" programmeerknop F1 Zekering batterij en motor - F20A J1 Klemmenbord accessoires J2 Niet gebruikt J3 Klemmenbord motoraansluiting J4 Verbindingsconnector voedingsgroep J5 Kaarten Ontvangerkaar J 10 Klemmenbord magneetsensor Opmerking: de voedingsgroep bestaat uit de ringtransformator en de voedingskaart. J2 J1 Fig.18 6. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN ELEKTRONISCHE KAART Tab. 2 - Technische eigenschappen Voeding Stroomopname Max. motorstroom Omgevingstemperatuur Veiligheidszekeringen Beveiliging tegen inklemming Max. belasting accessoires op 24 Vdc Max. belasting snelkoppeling Bedrijfslogica' s Open-/sluittijd Pauzetijd Omvang van de gedeeltelijke opening Snelheid Regeling statische kracht Verlangzaming Ingangen op klemmenbord Uitgangen op klemmenbord Connectors Programmeerbare functies 230V~ (+6% -10%) 50/60Hz 180 W 15A -20°C ÷ +55°C 1 - 20A Encoder / Stroomcontrole 1 5 0 mA 5 0 mA Automatisch / Automatisch "stap voor stap"/ Veiligheid / Halfautomatisch door zelfleren Programmeerbaar 5, 10, 20, 30 sec. 90, 120, 150, 180 cm. Instelbaar op 4 niveaus Instelbaar op 4 niveaus Elektronisch Open - Gedeeltelijk open - Veiligheden bij op. - Veiligheden bij sl. - Sensor Motor - Waarschuwingslamp - Controlelampje - Voeding accessoires 24Vdc - 12 Vdc Kaarten Ontvangerkaar - voedingsgroep Logica - pauzetijd - omvang gedeeltelijke opening - kracht tegen inklemming - snelheid aandrijving 70 NEDERLANDS 7. ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN Voer de bekabelingen uit zoals is aangegeven op fig. 19. * * Niet gebruikt Zie voor de aansluiting van de fotocellen par. 7.3 Fig.19 7.1 Beschrijving klemmenbord J1 Tab. 3 - Beschrijving aansluiting accessoires Klem Beschrijving 1 OPEN A (commando volledige opening) 2 OPEN B (commando gedeeltelijke opening) 3 ST O P (commando blokkering poort) Voorziening met normaal gesloten contact 4 FSW OP (contact veiligheden voor opening) Fotocellen 5 FSW CL (contact veiligheden voor sluiting) Fotocellen (1) 6 (1) Aangesloten accessoire Voorziening met normaal geopend contact (Bijv. sleutelknop) Voorziening met normaal geopend contact (Bijv. sleutelknop) NIET GEBRUIKT 7-8 + 9 - 11 W.L. 10 - 11 LAMP 12 ÷ 15 - (1) / (positief voeding 24V) MAX totale opname accessoires 150mA (voeding controlelampje) Lampje van 12V - 0,5W (voeding knipperlicht) Knipperlicht 12V (negatief voeding 24Vdc) / Als er niets is aangesloten, moet de klem worden verbonden met de massa (klemmen 12 ÷ 15) 71 (1) NEDERLANDS 7.2 Bekabeling van de motor Bekabel de motor van de STEP-T zoals aangegeven op onderstaande figuur, al naar gelang de richting waarin de poort sluit. voedingsgroep J4 voedingsgroep J4 Sluitingsrichting Sluitingsrichting BRUIN BLAUW J3 BRUIN J3 BLAUW J2 J2 Fig.20 7.3 Aansluiting fotocellen en veiligheidsvoorzieningen Alvorens de fotocellen (of andere voorzieningen) aan te sluiten, is het goed het bedrijfstype ervan te kiezen op basis van de bewegingszone die beschermd moet worden (zie fig. 21). Veiligheden bij opening of opening/sluiting Veiligheden bij sluiting Veiligheden bij opening Fig.21 Opmerking: als twee veiligheidsvoorzieningen met normaal gesloten contact dezelfde functie hebben, moeten ze onderling in serie worden aangesloten (fig. 22). Opmerking: als twee veiligheidsvoorzieningen met normaal geopend contact dezelfde functie hebben, moeten ze onderling parallel worden aangesloten (fig. 23). Serieaansluiting van twee normaal gesloten contacten Parallelaansluiting van twee normaal geopende contacten Fig.22 Fig.23 72 NEDERLANDS Let op: er kunnen maximaal 2 paar fotocellen worden aangesloten op de elektronische kaart Aansluitvoorbeelden van fotocellen 1 paar fotocellen voor SLUITING geen enkel mechanisme wordt aangesloten 1 paar fotocellen voor OPENING 1 paar fotocellen voor SLUITING en 1 voor OPENING/SLUITING 2 paren fotocellen voor SLUITING Fig.24 7.4. Aansluiting Kaarten Ontvangerkaar Steek de Kaarten Ontvangerkaar in de kamconnector J5 (fig. 18) zoals aangegeven op fig. 25. Voor de programmering van de decodeerkaarten volgt u de afzonderlijke instructies. F V A B C D 1 2 3 4 E F V J10 Fig.25 73 NEDERLANDS 8.1 Inschakeling van het systeem 8.3.3 Regeling en bevestiging • Roep de functie Status van de ingangen op door op de knop P2 te drukken (fig. 28 en par. 8.4). F 8.2 Diagnostiek De led "P" (zie fig. 18), alleen zichtbaar vanaf de binnenzijde van de houder, heeft de diagnostiekfunctie. De led kent 3 statussen, zoals blijkt uit onderstaande tabel. V A B C D 1 2 3 4 Tab. 4 - Beschrijving status led P Geeft aan dat er netspanning is en de kaart gereed is voor gebruik. Geeft aan dat de thermische beveiliging Snel knipperen (eens geactiveerd is. acht minstens 2 minuten voordat er een cyclus kan worden per 250 msec.) uitgevoerd. Geeft aan dat er geen netspanning is. Uit Tijdens deze fase functioneert het automatische systeem niet. Permanent aan led 1 E P1 F P2 V ! Nadat alle eerder beschreven bekabelingen zijn aangebracht, moet de installatie worden gevoed om de diagnostiek te kunnen verrichten, de eindaanslagmagneten te plaatsen, de status van de ingangen te verifiëren en de aandrijving te programmeren. Fig.28 • Breng de poort met de hand in geopende positie, op 2 cm afstand tot de mechanische eindaanslag. • Verschuif de magneet over de tandheugel (fig. 29) totdat u ziet dat led 1 op de elektronische kaart uitgaat (fig. 28). • Haal de bevestigingsschroeven van de magneet aan. 8.3 Plaatsing van de eindaanslagmagneten 8.3.1 Voorbereiding De STEP-T aandrijving is voorzien van een sensor, die de poort in geopende of gesloten positie laat stoppen wanneer hij de passage van twee magneten waarneemt, die bevestigd zijn aan de bovenkant van de tandheugel. Ga als volgt te werk om de bijgeleverde magneten correct te plaatsen: • Monteer de magneten afhankelijk van de tandheugel die gebruikt wordt: 1) Verzinkte tandheugel 30x6 module 4 (fig. 26 - ref. 1) 2) Verzinkte tandheugel 30x12 module 4 (fig. 26 - ref. 2) 3) Verstevigde nylon tandheugel 30x20 module 4 (fig. 26 - ref. 3) Fig.29 2 1 • Breng de poort met de hand in gesloten positie, op 2 cm afstand tot de mechanische eindaanslag. • Verschuif de magneet over de tandheugel (fig. 30) totdat u ziet dat led 1 op de elektronische kaart uitgaat (fig. 28). • Haal de bevestigingsschroeven van de magneet aan. 3 Fig.26 8.3.2 Plaatsing • Plaats de magneten op de tandheugel zoals aangegeven op fig. 27 ref. 1. Ga na of de afstand tussen de magneet en het huis van de aandrijving maximaal 5 mm bedraagt (fig. 27, ref. 2). • Haal de bevestigingsschroeven van de aandrijving definitief aan (fig. 10). max 5mm 1 2 Fig.30 Fig.27 74 NEDERLANDS 8.5.1 Bedrijfslogica Status alle led’s uit: druk op de knop P1. De led A en de led 4 gaan branden. P1 P2 ! 8.3.4 Vergrendeling van de aandrijving • Verzeker u ervan dat de poort gesloten is. • Draai de ontgrendelsleutel tegen de klok in (fig. 31). • Haal de ontgrendelsleutel weg en berg hem op zijn plaats op; sluit het beschermluikje weer. • Beweeg de poort totdat de ontgrendeling aangrijpt. Door op de knop P2 te drukken kan gekozen worden uit 4 verschillende bedrijfslogica’s. A1 A2 A3 A4 automatisch veiligheid automatisch stap voor stap halfautomatisch stap voor stap (default) P1 P2 ! 8.4 Status van de ingangen De kaart heeft een functie waarmee de status van de ingangen op het klemmenbord kan worden nagegaan. Bij de status met alle led’s uit (zowel die met letters als die met cijfers) drukt u op de knop P2. De inschakeling van de led’s signaleert de status van de ingangen zoals beschreven in Tab. 5. 2 3 4 F V P2 Tab. 5 - Beschrijving led’s status ingangen LED A=Open A B=Open B C=Stop D=Fsw op E=Fsw cl 1= Sensor Aa n (gesloten contact) Commando actief Commando actief Commando niet actief Veiligheden niet geactiveerd Veiligheden niet geactiveerd Sensor niet geactiveerd P2 Door op de knop P2 te drukken kan gekozen worden uit 4 verschillende pauzetijden. Uit (geopend contact) Commando niet actief Commando niet actief Commando actief B1 B2 B3 B4 Veiligheden geactiveerd P1 Veiligheden geactiveerd ! Sensor geactiveerd Opmerkingen: • zwartgedrukt zijn de condities van de led’s met de poort gesloten in ruststand. • In de functie status van de ingangen geeft de knop P1 het commando voor OPEN A. Na afloop van de controles drukt u opnieuw op de knop P2 om de functie status van de ingangen te verlaten. P2 8.5.3 Omvang van de gedeeltelijke opening Wanneer u nogmaals op de knop P1 drukt, gaan de led C en de led 2 branden. 8.5 Programmering De kaart heeft de volgende basisinstellingen: Bedrijfslogica: Pauzetijden: Omvang gedeeltelijke opening: Statische kracht: Snelheid: 5 seconden (default) 10 seconden 20 seconden 30 seconden A4 B1 C2 D3 E3 P1 P2 Als men een op de individuele wensen afgestemd programma wil uitvoeren (zie par. 8.5.1 tot en met 8.5.5) en om de tijden te leren (zie par. 8.5.6), moeten de volgende stappen worden uitgevoerd. 75 ! 1 P1 P1 E ! D ! C ! V B 8.5.2 Pauzetijden Wanneer u nogmaals op de knop P1 drukt, gaan de led B en de led 1 branden. ! F A ! ! Fig.31 NEDERLANDS Door op de toets P2 te drukken kunnen 4 verschillende gedeeltelijke openingen worden gekozen. 90 cm 120 cm (default) 150 cm 180 cm P1 P1 P2 P2 ! ! ! C1 C2 C3 C4 8.5.6 Eenvoudige zelfleerprocedure Wanneer u nogmaals op de knop P1 drukt, gaan alle 5 de led’s, van A tot E branden. (controleer of de poort gesloten is en de aandrijving vergrendeld). Door de toets P2 1 seconde ingedrukt te houden, begint de poort te bewegen totdat de magneet, die de eindaanslag bij opening geeft, de sensor op de aandrijving in werking stelt. Gedurende deze fase knipperen de 5 led’s. Na afloop van de zelfleerprocedure blijven de 5 led’s vast branden. ! 8.5.4 Statische kracht Wanneer u nogmaals op de knop P1 drukt, gaan de led D en de led 3 branden. P1 ! Druk nogmaals op de knop P1 om af te sluiten (alle led’s uit). Geef een impuls OPEN A met de radio-afstandsbediening of met de sleutelschakelaar, om de poort weer te sluiten. Door op de knop P2 te drukken kan gekozen worden uit 4 verschillende statische krachten. D1 D2 D3 D4 laag middellaag middelhoog (default) hoog P1 P2 P1 P2 8.6 Status controlelamp ! ! Voor een controlelamp van 12V-0,5W (klem 9 - 11 op J1, zie fig. 18) wordt in de volgende tabel de status van deze lamp beschreven naar gelang van de stand van de poort. ! 8.5.5 Snelheid Wanneer u nogmaals op de knop P1 drukt, gaan de led E en de led 3 branden. Tab. 6 - Status van de controlelamp Status controlelamp P1 ! P2 laag middellaag middelhoog (default) hoog ! P2 Gesloten A an Open - Open in pauze Knippert In sluiting A an In opening A an Geblokkeerd Na afloop van de programmering moet de werking van het automatische systeem en van alle ermee verbonden accessoires, met name de veiligheidsvoorzieningen, nauwkeurig worden gecontroleerd. P1 ! Status poort Uit 8.7 Test der automatische systeem Door op de knop P2 te drukken kan gekozen worden uit 4 verschillende snelheden. E1 E2 E3 E4 ! P2 P2 ! P1 76 ! NEDERLANDS 9. HANDBEDIENDE WERKING 10. HERSTEL VAN DE NORMALE WERKING Als het nodig is de poort met de hand te bedienen omdat het automatische systeem niet goed werkt, dient u het ontgrendelsysteem als volgt te gebruiken: • Open het beschermluikje met een munt. • Haal de bijgeleverde sleutel die achter het luikje zit weg; steek deze in het ontgrendelsysteem en draai hem met de klok mee tot de mechanische aanslag (fig. 32). • Voer de manoeuvre voor opening of sluiting met de hand uit. Als men de poort weer wil vergrendelen, moet de inrichting voor ontgrendeling/vergrendeling als volgt worden bediend: • Breng de poort met de hand terug in gesloten positie. • Draai de ontgrendelsleutel tegen de klok in tot aan de mechanische aanslag (fig. 32). • Haal de ontgrendelsleutel weg en berg hem op zijn plaats op; sluit het beschermluikje weer. • Beweeg de poort totdat de ontgrendeling aangrijpt. 11. ONDERHOUD Verricht de volgende werkzaamheden minstens eenmaal per zes maanden: • Controle van de juiste afstelling van de beveiliging tegen inklemming. • Controle van de werking van het ontgrendelsysteem. • Controle van de werking van de veiligheidsvoorzieningen en van de accessoires. 12. REPARATIES Neem voor eventuele reparaties contact op met erkende reparatiecentra. DEBLOKKEREN BLOKKEREN Fig.32 RICHTSNOER VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN Storing Mogelijke oorzaken Oplossing De poort blijft geblokkeerd totdat de netspanning teruggekeerd is. Automatisch systeem geblokkeerd.Led P op Geen netspanning. de kaart uit. Klemmen voor STOP (3) en FSW (4 en 5) niet Automatisch systeem geblokkeerd.Beweegt aangesloten. zich met geen enkel commando (afstandbediening of sleutelschakelaar) Zekering kaart kapot. Controleer de bekabelingen zoals aangegeven in de instructies en controleer of de led's C, D, E correct aangaan in de status van de ingangen. De zekering controleren en eventueel vervangen (F20A). Afstandbediening defect. Controleer met een andere afstandbediening of het systeem correct werkt en vervang eventueel de defecte afstandbediening. Ontvangerkaart defect. Indien het automatische systeem geblokkeerd blijft en men zich ervan overtuigd heeft dat de afstandbediening niet defect is, de ontvangerkaart vervangen. Automatisch systeem geblokkeerd.Beweegt zich alleen via sleutelbediening. Automatisch systeem vergrendeld.De motor De motor heeft de mechanische wordt ingeschakeld, maar de poort eindaanslag bereikt. beweegt niet. Plaats de eindaanslagmagneten volgens de instructie. Gedurende de beweging keert het Te lage kracht (ontmoeting met automatische systeem de beweging zonder denkbeeldig obstakel). reden om. Controleer of er geen obstakels, stenen of oneffen asfalt op de route van de poort zijn, en verhoog de statische kracht van de motor. Het automatische systeem voert de hele beweging voor opening/sluiting vertraagd uit,of stopt op de eindaanslag zonder vertraging. Zelfleren niet correct uitgevoerd. Voer het zelfleren uit volgens de instructies. De positie van de eindaanslagmagneet is niet correct. Controleer de positie van de eindaanslagen volgens de instructie, en voer het zelfleren opnieuw uit. De poort komt met volle snelheid tegen de mechanische aanslag. De positie van de eindaanslagmagneet is niet correct. Controleer de positie van de eindaanslagen volgens de instructie, en voer het zelfleren opnieuw uit. 77 78 Opent de poort Sluit de poort onmiddellijk weer Blokkeert de werking Blokkeert de werking Na OPEN: Hervat de beweging in omgekeerde richting Na STOP: Sluit de poort onmiddellijk weer OPEN BIJ SLUITING BIJ OPENING GEBLOKKEERD OPEN B GESLOTEN OPEN-A Sluit de poort GEBLOKKEERD LOGICA "A4" STATUS POORT Blokkeert de werking BIJ OPENING IMPULSEN VEILIGHEDEN OPENING Geen effect (Open onderdrukt) Blokkeert de werking Keert onmiddellijk om en sluit Geen effect (als hij moet openen, verhindert hij OPEN) Geen effect Geen effect (Open onderdrukt) STOP Tab. 7/d Geen effect Keert onmiddellijk om en sluit Geen effect Geen effect Opent de poort onmiddellijk weer BIJ SLUITING Blokkeert de werking Geen effect Blokkeert de werking OPEN in PAUZE IMPULSEN VEILIGHEDEN OPENING Geen effect (Open onderdrukt) STOP Opent de poort, en sluit weer na de pauzetijd OPEN B Tab. 7/c Geen effect GESLOTEN OPEN-A Sluit de poort GEBLOKKEERD LOGICA "A3" STATUS POORT Sluit de poort onmiddellijk weer BIJ OPENING Keert onmiddellijk om en sluit Geen effect Geen effect Opent de poort onmiddellijk weer BIJ SLUITING Blokkeert de werking Geen effect Sluit de poort onmiddellijk weer OPEN in PAUZE IMPULSEN VEILIGHEDEN OPENING Geen effect (Open onderdrukt) STOP Opent de poort, en sluit weer na de pauzetijd OPEN B Tab. 7/b Geen effect GESLOTEN OPEN-A Sluit de poort GEBLOKKEERD LOGICA "A2" STATUS POORT Geen effect BIJ OPENING Keert onmiddellijk om en sluit Geen effect Geen effect Opent de poort onmiddellijk weer BIJ SLUITING Blokkeert de werking Geen effect Herlaadt de pauzetijd IMPULSEN VEILIGHEDEN OPENING Geen effect (Open onderdrukt) STOP OPEN in PAUZE OPEN B Opent de poort, en sluit weer na de pauzetijd OPEN-A GESLOTEN LOGICA "A1" STATUS POORT Tab. 7/a Geen effect (Open onderdrukt) VEILIGHEDEN OP/SL Geen effect (Open Geen effect onderdrukt) Geen effect (Open onderdrukt) Keert onmiddellijk om en Blokkeert en keert om in gaat open opening bij deactivering Blokkeert en gaat door met Geen effect openen bij deactivering VEILIGHEDEN SLUITING VEILIGHEDEN OP/SL Geen effect (Open Geen effect onderdrukt) Herlaadt de pauzetijd Keert onmiddellijk om en Blokkeert en keert om in gaat open opening bij deactivering Blokkeert en gaat door met Geen effect openen bij deactivering Geen effect (Open onderdrukt) VEILIGHEDEN SLUITING VEILIGHEDEN OP/SL Geen effect (Open Geen effect onderdrukt) Sluit na 5" (OPEN onderdrukt) bij deactivering Blokkeert en keert om in Keert onmiddellijk om en opening bij deactivering gaat open Blokkeert en gaat door met Geen effect openen bij deactivering Geen effect (Open onderdrukt) VEILIGHEDEN SLUITING VEILIGHEDEN OP/SL Geen effect Geen effect (Open onderdrukt) Herlaadt de pauzetijd Keert onmiddellijk om en Blokkeert en keert om in gaat open opening bij deactivering Blokkeert en gaat door met Geen effect openen bij deactivering Geen effect (Open onderdrukt) VEILIGHEDEN SLUITING NEDERLANDS ADVERTENCIAS PARA EL INSTALADOR REGLAS GENERALES PARA LA SEGURIDAD 1) 2) 3) 4) 5) 6) 7) 8) 9) 10) 11) 12) 13) 14) 15) 16) 17) 18) 19) 20) 21) 22) 23) 24) 25) 26) 27) 28) ¡ATENCION! Es sumamente importante para la seguridad de las personas seguir atentamente las presentes instrucciones. Una instalación incorrecta o un uso impropio del producto puede causar graves daños a las personas. Lean detenidamente las instrucciones antes de instalar el producto. Los materiales del embalaje (plástico, poliestireno, etc.) no deben dejarse al alcance de los niños, ya que constituyen fuentes potenciales de peligro. Guarden las instrucciones para futuras consultas. Este producto ha sido proyectado y fabricado exclusivamente para la utilización indicada en el presente manual. Cualquier uso diverso del previsto podría perjudicar el funcionamiento del producto y/o representar fuente de peligro. GENIUS declina cualquier responsabilidad derivada de un uso impropio o diverso del previsto. No instalen el aparato en atmósfera explosiva: la presencia de gas o humos inflamables constituye un grave peligro para la seguridad. Los elementos constructivos mecánicos deben estar de acuerdo con lo establecido en las Normas EN 12604 y EN 12605. Para los países no pertenecientes a la CEE, además de las referencias normativas nacionales, para obtener un nivel de seguridad adecuado, deben seguirse las Normas arriba indicadas. GENIUS no es responsable del incumplimiento de las buenas técnicas de fabricación de los cierres que se han de motorizar, así como de las deformaciones que pudieran intervenir en la utilización. La instalación debe ser realizada de conformidad con las Normas EN 12453 y EN 12445. E l nivel de seguridad de la automación debe ser C+D. Quiten la alimentación eléctrica y desconecten las baterías antes de efectuar cualquier intervención en la instalación. Coloquen en la red de alimentación de la automación un interruptor omnipolar con distancia de apertura de los contactos igual o superior a 3 mm. Se aconseja usar un magnetotérmico de 6A con interrupción omnipolar. Comprueben que la instalación disponga línea arriba de un interruptor diferencial con umbral de 0,03 A. Verifiquen que la instalación de tierra esté correctamente realizada y conecten las partes metálicas del cierre. La automación dispone de un dispositivo de seguridad antiaplastamiento constituido por un control de par. No obstante, es necesario comprobar el umbral de intervención según lo previsto en las Normas indicadas en el punto 10. Los dispositivos de seguridad (norma EN 12978) permiten proteger posibles áreas de peligro de Riesgos mecánicos de movimiento, como por ej. aplastamiento, arrastre, corte. Para cada equipo se aconseja usar por lo menos una señalización luminosa así como un cartel de señalización adecuadamente fijado a la estructura del bastidor, además de los dispositivos indicados en el “16”. GENIUS declina toda responsabilidad relativa a la seguridad y al buen funcionamiento de la automación si se utilizan componentes de la instalación que no sean de producción GENIUS. Para el mantenimiento utilicen exclusivamente piezas originales GENIUS No efectúen ninguna modificación en los componentes que forman parte del sistema de automación. El instalador debe proporcionar todas las informaciones relativas al funcionamiento del sistema en caso de emergencia y entregar al usuario del equipo el manual de advertencias que se adjunta al producto. No permitan que niños o personas se detengan en proximidad del producto durante su funcionamiento. Mantengan lejos del alcance los niños los telemandos o cualquier otro emisor de impulso, para evitar que la automación pueda ser accionada involuntariamente. Sólo puede transitarse entre las hojas si la cancela está completamente abierta. El usuario no debe por ningún motivo intentar reparar o modificar el producto, debe siempre dirigirse a personal cualificado. No pongan en cortocircuito los polos de las baterías y no intenten recargarlas con alimentadores diferentes de las tarjetas Master o Slave. No abandonen las baterías agotadas en el ambiente, hay que eliminarlas utilizando los específicos contenedores para permitir el reciclaje de las mismas. Los costes de eliminación ya han sido pagados por el fabricante. Todo lo que no esté previsto expresamente en las presentes instrucciones debe entenderse como no permitido 15) 16) 17) 18) 19) 20) 21) 22) 23) 24) 25) 26) 27) 28) WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 1) 2) 3) 4) 5) 6) 7) 8) 9) 10) 11) HINWEISE FÜR DEN INSTALLATIONSTECHNIKER ALLGEMEINE SICHERHEITSVORSCHRIFTEN 1) 2) 3) 4) 5) 6) 7) 8) 9) 10) 11) 12) 13) 14) ACHTUNG! Um die Sicherheit von Personen zu gewährleisten, sollte die Anleitung aufmerksam befolgt werden. Eine falsche Installation oder ein fehlerhafter Betrieb des Produktes können zu schwerwiegenden Personenschäden führen. Bevor mit der Installation des Produktes begonnen wird, sollten die Anleitungen aufmerksam gelesen werden. Das Verpackungsmaterial (Kunststoff, Styropor, usw.) sollte nicht in Reichweite von Kindern aufbewahrt werden, da es eine potentielle Gefahrenquelle darstellt. Die Anleitung sollte aufbewahrt werden, um auch in Zukunft Bezug auf sie nehmen zu können. Dieses Produkt wurde ausschließlich für den in diesen Unterlagen angegebenen Gebrauch entwickelt und hergestellt. Jeder andere Gebrauch, der nicht ausdrücklich angegeben ist, könnte die Unversehrtheit des Produktes beeinträchtigen und/oder eine Gefahrenquelle darstellen. Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung für Schäden, die durch unsachgemäßen oder nicht bestimmungsgemäßen Gebrauch der Automatik verursacht werden, ab. Das Gerät sollte nicht in explosionsgefährdeten Umgebungen installiert werden: das Vorhandensein von entflammbaren Gasen oder Rauch stellt ein schwerwiegendes Sicherheitsrisiko dar. Die mechanischen Bauelemente müssen den Anforderungen der Normen EN 12604 und EN 12605 entsprechen. Für Länder, die nicht der Europäischen Union angehören, sind für die Gewährleistung eines entsprechenden Sicherheitsniveaus neben den nationalen gesetzlichen Bezugsvorschriften die oben aufgeführten Normen zu beachten. Die Firma GENIUS übernimmt keine Haftung im Falle von nicht fachgerechten Ausführungen bei der Herstellung der anzutreibenden Schließvorrichtungen sowie bei Deformationen, die eventuell beim Betrieb entstehen. Die Installation muß unter Beachtung der Normen EN 12453 und EN 12445 erfolgen. Die Sicherheitsstufe der Automatik sollte C+D sein. Vor der Ausführung jeglicher Eingriffe auf der Anlage sind die elektrische Versorgung und die Batterie abzunehmen. Auf dem Versorgungsnetz der Automatik ist ein omnipolarer Schalter mit Öffnungsabstand der Kontakte von über oder gleich 3 mm einzubauen. Darüber hinaus wird der Einsatz eines Magnetschutzschalters mit 6A mit omnipolarer Abschaltung empfohlen. Es sollte überprüft werden, ob vor der Anlage ein Differentialschalter mit einer Auslöseschwelle von 0,03 A zwischengeschaltet ist. Es sollte überprüft werden, ob die Erdungsanlage fachgerecht ausgeführt wurde. Die Metallteile der Schließung sollten an diese Anlage angeschlossen werden. Die Automation verfügt über eine eingebaute Sicherheitsvorrichtung für den Quetschschutz, die aus einer Drehmomentkontrolle besteht. Es ist in jedem Falle erforderlich, deren Eingriffsschwelle gemäß der Vorgaben der unter Punkt 10 angegebenen Vorschriften zu überprüfen. Die Sicherheitsvorrichtungen (Norm EN 12978) ermöglichen den Schutz eventueller Gefahrenbereiche vor mechanischen Bewegungsrisiken, wie zum Beispiel Quetschungen, Mitschleifen oder Schnittverletzungen. FürjedeAnlagewirdderEinsatzvonmindestenseinemLeuchtsignalempfohlensowieeinesHinweisschildes, das über eine entsprechende Befestigung mit dem Aufbau des Tors verbunden wird. Darüber hinaus sind die unter Punkt “16” erwähnten Vorrichtungen einzusetzen. Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung hinsichtlich der Sicherheit und des störungsfreien Betriebs der Automatik ab, soweit Komponenten auf der Anlage eingesetzt werden, die nicht im Hause GENIUS hergestellt wurden. Bei der Instandhaltung sollten ausschließlich Originalteile der Firma GENIUS verwendet werden. Auf den Komponenten, die Teil des Automationssystems sind, sollten keine Veränderungen vorgenommen werden. Der Installateur sollte alle Informationen hinsichtlich des manuellen Betriebs des Systems in Notfällen liefern und dem Betreiber der Anlage das Anleitungsbuch, das dem Produkt beigelegt ist, übergeben. Weder Kinder noch Erwachsene sollten sich während des Betriebs in der unmittelbaren Nähe der Automation aufhalten. Die Funksteuerungen und alle anderen Impulsgeber sollten außerhalb der Reichweite von Kindern aufbewahrt werden, um ein versehentliches Aktivieren der Automation zu vermeiden. Der Durchgang oder die Durchfahrt zwischen den Flügeln darf lediglich bei vollständig geöffnetem Tor erfolgen. Der Betreiber sollte keinerlei Reparaturen oder direkte Eingriffe auf der Automation ausführen, sondern sich hierfür ausschließlich an qualifiziertes Fachpersonal wenden. Die Pole der Batterien sollten nicht kurzgeschlossen werden. Die Batterien sollten nicht mit Speisegeräten geladen werden, die von den Karten Master oder Slave abweichen. Leere Batterien gehören nicht in den Hausmüll, sondern sind über die entsprechenden Behälter zu entsorgen, damit sie dem Recycling zugeführt werden können. Die Entsorgungskosten wurden bereits vom Hersteller bezahlt. Alle Vorgehensweisen, die nicht ausdrücklich in der vorliegenden Anleitung vorgesehen sind, sind nicht zulässig 12) 13) 14) 15) 16) 17) 18) 19) 20) 21) 22) 23) 24) 25) 26) 27) 28) LET OP! Het is belangrijk voor de veiligheid dat deze hele instructie zorgvuldig wordt opgevolgd. Een onjuiste installatie of foutief gebruik van het product kunnen ernstig persoonlijk letsel veroorzaken. Lees de instructies aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het product. De verpakkingsmaterialen (plastic, polystyreen, enz.) mogen niet binnen het bereik van kinderen worden gelaten, want zij vormen een mogelijke bron van gevaar. Bewaar de instructies voor raadpleging in de toekomst. Dit product is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het doel dat in deze documentatie wordt aangegeven. Elk ander gebruik, dat niet uitdrukkelijk wordt vermeld, zou het product kunnen beschadigen en/of een bron van gevaar kunnen vormen. GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die ontstaat uit oneigenlijk gebruik of ander gebruik dan waarvoor het automatische systeem is bedoeld. Installeer het apparaat niet in een explosiegevaarlijke omgeving: de aanwezigheid van ontvlambare gassen of dampen vormt een ernstig gevaar voor de veiligheid. De mechanische bouwelementen moeten in overeenstemming zijn met de bepalingen van de normen EN 12604 en EN 12605. Voor niet-EEG landen moeten, om een goed veiligheidsniveau te bereiken, behalve de nationale voorschriften ook de bovenstaande normen in acht worden genomen. GENIUS is niet aansprakelijk als de regels der goede techniek niet in acht genomen zijn bij de bouw van het sluitwerk dat gemotoriseerd moet worden, noch voor vervormingen die zouden kunnen ontstaan bij het gebruik. De installatie dient te geschieden in overeenstemming met de normen EN 12453 en EN 12445. Het veiligheidsniveau van het automatische systeem moet C+D zijn. Alvorens ingrepen te gaan verrichten op de installatie moet de elektrische voeding worden weggenomen en moeten de batterijen worden afgekoppeld. Zorg op het voedingsnet van het automatische systeem voor een meerpolige schakelaar met een opening tussen de contacten van 3 mm of meer. Het wordt geadviseerd een magnetothermische schakelaar van 6A te gebruiken met meerpolige onderbreking. Controleer of er bovenstrooms van de installatie een differentieelschakelaar is geplaatst met een limiet van 0,03 A. Controleer of de aardingsinstallatie vakkundig is aangelegd en sluit er de metalen delen van het sluitsysteem op aan. Het automatische systeem beschikt over een intrinsieke beveiliging tegen inklemming, bestaande uit een controle van het koppel. De inschakellimiet hiervan dient echter te worden gecontroleerd volgens de bepalingen van de normen die worden vermeld onder punt 10. De veiligheidsvoorzieningen (norm EN 12978) maken het mogelijk eventuele gevaarlijke gebieden te beschermen tegen Mechanische gevaren door beweging, zoals bijvoorbeeld inklemming, meesleuren of amputatie. Het wordt voor elke installatie geadviseerd minstens één lichtsignaal te gebruiken alsook een waarschuwingsbord dat goed op de constructie van het hang- en sluitwerk dient te worden bevestigd, afgezien nog van de voorzieningen die genoemd zijn onder punt “16”. GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor wat betreft de veiligheid en de goede werking van het automatische systeem, als er in de installatie gebruik gemaakt wordt van componenten die niet door GENIUS zijn geproduceerd. Gebruik voor het onderhoud uitsluitend originele GENIUS-onderdelen. Verricht geen wijzigingen op componenten die deel uitmaken van het automatische systeem. De installateur dient alle informatie te verstrekken over de handbediening van het systeem in noodgevallen, en moet de gebruiker van de installatie het bij het product geleverde boekje met aanwijzingen overhandigen. Sta het niet toe dat kinderen of volwassenen zich ophouden in de buurt van het product terwijl dit in werking is. Houd radio-afstandsbedieningen of alle andere impulsgevers buiten het bereik van kinderen, om te voorkomen dat het automatische systeem onopzettelijk kan worden aangedreven. Ga alleen tussen de vleugels door als het hek helemaal geopend is. De gebruiker mag geen pogingen tot reparatie doen of directe ingrepen plegen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd personeel. Breng de polen van de batterijen niet in kortsluiting en probeer niet de batterijen op te laden met andere voeders dan de Master- of Slave-kaarten. Gooi lege batterijen niet weg bij het gewone afval, maar maak gebruik van de speciale verzamelbakken om recycling mogelijk te maken. De kosten voor afvalverwerking zijn al betaald door de fabrikant. Alles wat niet uitdrukkelijk in deze instructies wordt aangegeven, is niet toegestaan Automatisierung, der Sicherheitsvorrichtungen und des Zubehörs durch qualifiziertes Fachpersonal prüfen lassen. aangedreven. • Sta het kinderen niet toe met het automatische systeem te spelen. • Houd de beweging van de poort niet opzettelijk tegen. • Voorkom dat takken of struiken de beweging van de poort kunnen hinderen. • Houd de lichtsignaleringssystemen efficiënt en goed zichtbaar. • Probeer de poort niet met de hand te bewegen als deze niet eerst ontgrendeld is. • Bij storingen moet de motorvertraging worden ontgrendeld om binnen te kunnen en moet een technische ingreep door gekwalificeerd personeel worden afgewacht. • De batterijen moeten worden afgekoppeld voordat de handbediende ontgrendeling wordt gebruikt. • Breng geen wijzigingen aan op componenten die deel uitmaken van het automatische systeem. • Doe geen pogingen tot reparaties of directe ingrepen, en wendt u zich alleen tot gekwalificeerd personeel. • Laat de werking van het automatische systeem, de veiligheidsvoorzieningen en de accessoires minstens eenmaal per half jaar controleren door gekwalificeerd personeel. BESCHREIBUNG Die vorliegenden Anweisungen gelten für das folgende Modell: GENIUS STEP-T Die Automation STEP-T für Schiebetore für Wohngebäude besteht aus einem elektromechanischen irreversiblen Antrieb, der mit 12 Vdc versorgt wird und an ein elektronisches Gerät mit Betriebsbatterie (es handelt sicht nicht um eine Black out-Batterie) angeschlossen ist, das den Betrieb der Automation auch bei Ausfall der Netzspannung gewährleistet. Das irreversible System gewährleistet die mechanische Sperre des Tors bei ausgeschaltetem Motor. Eine manuelle Entriegelung ermöglicht die Bewegung des Tors bei Betriebsstörungen. Der Betrieb der Antriebe wird über eine elektronische Steuerzentrale gesteuert, die im Getriebemotor mit entsprechender Schutzart für den Schutz vor Witterungseinflüssen untergebracht ist . Das Tor befindet sich normalerweise in der Schließposition. Empfängt die elektronische Steuerzentrale ein Öffnungsbefehl über die Funksteuerung oder einen anderen Impulsgeber, so startet sie den Getriebemotor und es erfolgt die Bewegung des Tors, bis die Öffnungsposition erreicht ist, die die Zufahrt ermöglicht. Steht das Steuergerät auf Automatikbetrieb, schließen die Flügel das Tor automatisch nach Ablauf der eingestellten Pausenzeit. Wurde der halbautomatische Betrieb eingestellt, muß ein zweiter Impuls gegeben werden, um das Tor erneut zu schließen. Durch einen Stoppimpuls (soweit vorgesehen) wird die Bewegung grundsätzlich gestoppt. Hinsichtlich des genauen Verhaltens der Automation in den verschiedenen Betriebssteuerungen ist auf den Installateur Bezug zu nehmen. Auf den Automatisierungen befinden sich Sicherheitsvorrichtungen, die die Bewegung des Tors verhindern, soweit sich ein Hindernis im von ihnen überwachten Bereich befindet. Die Automation STEP-T ist mit einer regulierbaren Quetschschutzvorrichtung ausgestattet, die bei Berührung eines Hindernisses die Bewegung des Tors umkehrt. Die Leuchtsignale zeigen die jeweils ablaufende Bewegung des Tors an. BESCHRIJVING Deze aanwijzingen zijn geldig voor het volgende model: GENIUS STEP-T Het automatische systeem STEP-T voor schuifpoorten bij woonhuizen bestaat uit een onomkeerbare elektromechanische aandrijving die wordt gevoed op 12 V dc, en gecombineerd is met elektronische apparatuur met een werkbatterij (dus geen black-out batterij), die de werking van het automatische systeem ook garandeert als de netspanning uitvalt. Het onomkeerbare systeem garandeert de mechanische blokkering van de poort wanneer de motor niet in werking is. Een handbediende deblokkering maakt het mogelijk de poort ook te manoeuvreren als het automatische systeem niet goed werkt. De werking van de motorvertraging wordt bestuurd door een elektronische besturingsunit die is ondergebracht in de motorvertraging, en voldoende beschermd is tegen weersinvloeden. De poort bevindt zich gewoonlijk in gesloten positie. Wanneer de elektronische unit een commando tot opening ontvangt via de radio-afstandsbediening of een willekeurige andere impulsgever, drijft hij de motorvertraging aan die de deur in geopende positie brengt waardoor toegang mogelijk wordt. Als het automatische bedrijf is ingesteld, gaan de vleugels na de ingestelde pauzetijd weer uit zichzelf dicht. Als de halfautomatische werking is ingesteld, moet een tweede impuls worden gegeven om de poort weer te sluiten. Een stop-impuls (indien voorzien) laat de beweging altijd stoppen. Voor het gedetailleerde gedrag van het automatische systeem met de verschillende logica's, vraag de installatietechnicus. Bij automatische systemen zijn veiligheidsvoorzieningen aanwezig die de beweging van de deur verhinderen wanneer er zich een obstakel in het door hun beschermde gebied bevindt. Het automatische systeem STEP-T is voorzien van een regelbare beveiliging tegen inklemming, die de beweging van de poort omkeert indien hij in contact komt met een obstakel. De lichtsignalering geeft aan dat de poort een beweging aan het maken is. MANUELLER BETRIEB Sollte eine manuelle Bewegung des Tors aufgrund einer Betriebsstörung der Automation erforderlich werden, so ist die Entriegelungseinrichtung wie folgt zu bedienen: • Die Schutzklappe unter Verwendung einer Münze öffnen. • Den mitgelieferten Schlüssel, der hinter der Klappe untergebracht ist, herausnehmen. Den Schlüssel in das Entriegelungssystem stecken und im Uhrzeigersinn bis zum mechanischen Anschlag drehen (Abb. 1). • Manuell den Öffnungs- und den Schließvorgang ausführen. WIEDERHERSTELLUNG DES NORMALEN BETRIEBS • Das Tor manuell in die Schließposition bringen. • Den Entriegelungsschlüssel im Gegenuhrzeigersinn bis zum mechanischen Anschlag drehen (Abb. 2). • Den Entriegelungsschlüssel abnehmen und an den entsprechenden Platz legen. Die Schutzklappe schließen. • Das Tor bewegen, bis die Entriegelung eingreift. HANDBEDIENDE WERKING NEDERLANDS Als het nodig is de poort met de hand te bedienen omdat het automatische systeem buiten werking is, dient u als volgt de ontgrendeling te gebruiken: • Open het beschermluikje met een munt. • Haal de bijgeleverde sleutel die achter het luikje zit weg; steek deze in het ontgrendelsysteem en draai hem met de klok mee tot de mechanische aanslag (fig. 1). • Voer de manoeuvre voor opening of sluiting met de hand uit. Lees deze instructies aandachtig door alvorens het product te gebruiken, en bewaar hen voor eventueel gebruik in de toekomst ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Als het automatische systeem STEP-T correct geïnstalleerd en gebruikt wordt, garandeert het een hoge veiligheidsgraad. Enkele eenvoudige gedragsnormen kunnen verder ongewenste ongemakken vermijden: • Passeer de poort niet wanneer deze in beweging is. Wacht tot de poort helemaal geopend is, alvorens te passeren. • Blijf beslist niet stilstaan op de route waarover de poort zich verplaatst. • Blijf niet in de buurt van het automatische systeem staan en sta het niet toe dat kinderen, volwassenen en voorwerpen in de buurt van het systeem blijven staan; dit geldt nog des te meer wanneer het systeem in werking is. • Houd de radio-afstandsbediening of alle andere impulsgevers die de deur kunnen aandrijven buiten bereik van kinderen, om te voorkomen dat het automatische systeem ongewenst wordt HERVATTING VAN DE NORMALE WERKING • Breng de poort met de hand terug in gesloten positie. • Draai de ontgrendelsleutel tegen de klok in tot aan de mechanische aanslag (fig. 2). • Beweeg de poort totdat de ontgrendeling aangrijpt. • Haal de ontgrendelsleutel weg en berg hem op zijn plaats op; sluit het beschermluikje weer. 4
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22

Genius STEP T Handleiding

Type
Handleiding

Andere documenten