Garmin GST 43 nopeutta ja lampotilaa mittaava lapivientikaikuanturi Installatie gids

Type
Installatie gids
GST
43 DOOR-DE-HUID
TRANSDUCER
INSTALLATIE-INSTRUCTIES
Belangrijke veiligheidsinformatie
WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
VOORZICHTIG
Het niet in overeenstemming met deze instructies installeren en
onderhouden van dit toestel kan leiden tot schade of letsel.
Draag altijd een veiligheidsbril, oorbeschermers en een
stofmasker tijdens het boren, zagen en schuren.
LET OP
Controleer voordat u gaat boren of zagen wat zich aan de
andere kant van het oppervlak bevindt.
Deze apparatuur dient te worden geïnstalleerd door een
gekwalificeerde nautische installateur.
Om de beste prestaties te garanderen en schade aan uw boot te
voorkomen, moet u de Garmin
®
transducer aan de hand van de
volgende instructies installeren.
Lees alle installatie-instructies zorgvuldig door voordat u met de
installatie begint. Neem contact op met Garmin Product Support
als u problemen ondervindt tijdens het installeren.
Aandachtspunten voor de montageplek
Op boten met een vinkiel moet de transducer meer dan
25 cm (10 in) en minder dan 75 cm (30 in) vóór de kiel en
minder dan 10 cm (4 in) opzij van de middenlijn worden
gemonteerd.
Op boten met een volledige kiel moet de transducer onder
een kleine hoek in de richting van de boeg worden geplaatst,
niet volledig parallel aan de middenlijn.
Op motorboten en bootrompen met richels moet de
transducer niet worden gemonteerd nabij de rand van
scherpe richels in de huid.
Op boten met één schroef moet de transducer niet worden
gemonteerd in het pad van de schroef.
Op boten met twee schroeven moet de transducer zo
mogelijk worden gemonteerd tussen de beide schroeven.
De transducer moet parallel aan de as van de boeg naar de
achtersteven van uw schip worden gemonteerd.
De transducer moet worden bevestigd op een plaats die
toegang tot de transducer biedt vanaf de binnenzijde van de
boot.
Plaats de transducer niet achter planken, stijlen, beslag, de
waterinlaat of uitlaatpoort, of op plaatsen waar luchtbellen of
waterturbulenties ontstaan.
De transducer moet niet worden gemonteerd op een plaats
waar deze beschadigd kan raken bij het te water laten of
binnenhalen van de boot.
De transducer kan cavitatie veroorzaken, wat een negatieve
invloed kan hebben op de prestaties van de boot en de
schroef kan beschadigen.
De transducer moet zich in schoon (niet-turbulent) water
bevinden voor optimale prestaties.
Als u vragen hebt over de juiste locatie van de door-de-huid
transducer, neem dan voor advies contact op met de bouwer
van uw boot of met eigenaren van soortgelijke boten.
Benodigd gereedschap
Boormachine
Gatenzaag van 43 mm (1
11
/
16
in.)
Gatenzaag van 52 tot 55 mm (2
1
/
16
tot 2
3
/
16
in.) (installatie
in glasvezelromp met een kern)
Watervaste kit
Siliconenvet
Kabelsnijder
Metaalvijl (installatie in metalen romp)
Glasvezeldoek en hars (optie voor afdichten van een
glasvezelromp met kern)
Cilinder van 43 mm (1
11
/
16
in.), was , tape en epoxyhars
(optie voor afdichten van een glasvezelromp met kern)
De door-de-huid transducer installeren
Als u de transducer in een glasvezelromp met kern installeert,
moet u eerst de romp voorbereiden (Een glasvezelromp met
kern voorbereiden, pagina 2).
1
Gebruik een gatenzaag van 43 mm (1
11
/
16
in.) om een gat in
de romp te maken op de bevestigingslocatie.
2
Plaats de door-de-huid fitting in de romp.
3
Bevestig watervaste kit op de buitenrand van de door-de-huid
fitting en draai de moer met de hand vast.
4
Schuif beide rubberen O-ringen op de plug.
5
Breng siliconenvet aan op de buitenzijde van de plug.
6
Draai de plug met een langzame beweging in de door-de
huid fitting.
GUID-463E9E73-26EF-4741-B7F5-BED8437AE72F v4Januari 2021
7
Controleer of de plug goed in de fitting zit.
8
Bevestig de fitting met de pin onder een hoek van 90 graden
op de middenlijn van de boot.
9
Nadat de in stap 3 aangebrachte watervaste kit is uitgehard,
verwijdert u de moer en bevestigt u afdichtkit op de fitting aan
de binnenkant van de romp.
10
Plaats de moer terug en draai deze met de hand vast.
11
Vervang na installatie van de fitting de plug door de
transducer.
OPMERKING: Het wordt aangeraden om de plug te
bewaren, zodat u die kunt gebruiken tijdens reiniging of
onderhoud van de transducer.
12
Installeer het draadvergrendelingsmechanisme op de
transducer.
Een glasvezelromp met kern voorbereiden
LET OP
Als de kern van een glasvezelromp met kern niet goed is
afgedicht, kan water binnendringen in de kern en ernstige
schade aan de boot veroorzaken.
Glasvezel of epoxyhars (niet meegeleverd)
Cilindervormige afstandhouder (niet meegeleverd)
Binnenste glasvezelhuid
Kern
Buitenste glasvezelhuid
1
Boor het gat door de romp.
2
Dicht de kern in de romp af met glasvezel (De romp afdichten
met glasvezel, pagina 2) of epoxyhars (De kern afdichten
met epoxyhars, pagina 2).
Een gat boren in een glasvezelromp met kern
1
Boor vanaf de binnenkant van de boot een voorboorgat van
3 mm (
1
/
8
in.) volledig door de romp heen.
2
Bekijk het voorboorgat aan de buitenzijde van de boot en
kies een optie:
Als het voorboorgat niet op de juiste plaats zit, vul het gat
dan met epoxyhars en herhaal stap 1.
Als het voorboorgat op de juiste plaats zit, gebruikt u een
gatenzaag van 43 mm (1
11
/
16
in.) om vanaf de buitenkant
van de boot een gat te zagen door alleen de buitenste
glasvezelhuid. Zaag NIET helemaal door de romp.
3
Maak aan de binnenkant van de boot op de plaats van het
voorboorgat met een gatenzaag een gat dat 9 tot 12 mm (
3
/
8
tot
1
/
2
in.) groter is dan het gat dat u aan de buitenkant van
de boot hebt gemaakt in stap 2.
Zaag door de binnenste glasvezelhuid en het grootste deel
van de kern, zonder door de buitenste huid te zagen.
OPMERKING: Pas bij het zagen door de binnenste
glasvezelhuid op dat u niet door de buitenste glasvezelhuid
zaagt, anders kunt u de romp niet goed afdichten.
4
Verwijder de binnenste glasvezelhuid en de kern die u in stap
3 hebt uitgezaagd.
U moet de binnenzijde van de buitenste glasvezelhuid nu
kunnen zien.
5
Schuur de binnenkant van het gat en de omgeving rond het
gat in de binnenste en buitenste glasvezelhuid.
6
Maak het gebied schoon met een zacht schoonmaakmiddel
of oplosmiddel, zoals isopropylalcohol, om stof en vuil te
verwijderen.
De romp afdichten met glasvezel
1
Bestrijk een laag glasvezeldoek met glasvezelhars en plaats
deze vanaf de binnenkant van de boot in het gat om de kern
af te dichten.
2
Voeg lagen glasvezeldoek en hars toe totdat het gat de juiste
diameter heeft van 43 mm (1
11
/
16
in.).
3
Nadat het glasvezelhars is uitgehard, schuurt en reinigt u de
binnenzijde en de omgeving van het gat.
De glasvezelromp met kern is nu voorbereid, en u kunt de
installatie van de transducer nu uitvoeren.
De kern afdichten met epoxyhars
Om de kern goed te kunnen afdichten met epoxyhars, moet u
een cilinder maken met een diameter of 43 mm (1
11
/
16
in.) die
dient als afstandhouder terwijl de epoxy uithardt.
1
Breng was aan op een cilinder van 43 mm (1
11
/
16
in.).
2
Plaats de cilinder in het gat in de buitenste huid en maak
deze met tape vast op de juiste plaats op de buitenkant van
de boot.
3
Vul de ruimte tussen de cilinder en de kern met epoxyhars.
4
Verwijder nadat de epoxy is uitgehard de cilinder en schuur
en reinig het gat en de ruimte eromheen.
De glasvezelromp met kern is nu voorbereid, en u kunt de
installatie van de transducer nu uitvoeren.
NMEA 2000
®
verbinding
De transducer wordt verbonden met het netwerk op uw boot. De
GST 43 wordt verbonden met het NMEA 2000 netwerk via het
GST 10 toestel.
GST 10 adapter
GST 43 transducer
NMEA 2000 toestel
2
Netwerkkabel
T-connector
Bestaand NMEA 2000 netwerk
Bedrading van Nexus
®
netwerk
Wanneer u de GST 43 aansluit op een Nexus systeem, moet u
de GST 43 kabel op de gewenste lengte maken en de draden
van de kabel verbinden met de draden van het Nexus systeem.
GST 43 Nexus
Groen Groen
Geel Geel
Wit Wit
Scherm Scherm
Blauw Niet gebruiken
Kalibratie
U moet de GST 43 transducer kalibreren voordat u deze kunt
gebruiken in een NMEA 2000 netwerk of een Nexus systeem.
NMEA 2000 Transducer kalibreren
Als u verbinding hebt met het NMEA 2000 netwerk, moet u de
watersnelheid kalibreren. Dit kunt u doen op een Garmin
kaartplotter of watersporttoestel dat is aangesloten op hetzelfde
netwerk. Als u de watersnelheid niet kalibreert, geven
aangesloten toestellen mogelijk geen snelheidsinformatie weer.
De GST 43 maakt verbinding met het NMEA 2000 netwerk via
de GST 10 adapter. Op aangesloten toestellen wordt de GST 10
adapter weergegeven in plaats van de GST 43.
De watersnelheid kalibreren
Als u het GST 43 toestel wilt gebruiken, moet u de
watersnelheid kalibreren.
1
Selecteer een actie:
Op een Garmin kaartplotter, selecteert u Instellingen >
Communicatie > NMEA 2000-instelling >
Toestellenlijst.
Op een Garmin GMI
instrument, selecteert u >
Instellen > NMEA 2000-instelling > Toestellenlijst.
Op een Garmin GNX
toestel, selecteert u > STEL IN
> GEGEVENSBRONNEN > BOOTSNELHEID.
2
Selecteer het GST 10 toestel.
OPMERKING: Op een GNX toestel wordt de GST 10
weergegeven door een negen-cijferig nummer in de
toestellijst.
3
Selecteer een actie:
Selecteer op een kaartplotter Bekijk > Vaarsnelheid
kalibreren.
Op een GMI instrument, selecteert u Configureer >
Vaarsnelheid kalibreren.
Op een GNX toestel, selecteert u BOOTSNELHEID
KALIBREREN.
4
Volg de instructies op het scherm.
OPMERKING: U moet de topsnelheid opgeven zoals die
door een externe bron, bijvoorbeeld een GPS, wordt
gemeten. Voer niet de watersnelheid van een aangesloten
transducer met snelheidswiel in.
Als de boot te traag is of als de snelheidssensor niets
registreert, verschijnt een melding.
5
Selecteer OK, en verhoog geleidelijk de snelheid van de
boot.
6
Als het bericht weer wordt weergegeven, stop dan de boot en
controleer of het wieltje met de sensor niet is vastgelopen.
7
Als het wieltje zonder problemen draait, controleer dan de
kabelverbindingen.
8
Als de melding zich blijft voordoen, neem dan contact op met
Garmin Product Support.
De temperatuurcorrectie configureren
Als de temperatuurgegevens van de GST 43 op een
aangesloten Garmin toestel niet hetzelfde zijn als de
temperatuurgegevens die op andere toestellen worden
weergegeven, kunt u de temperatuurcorrectie configureren om
de temperatuurmeting aan te passen.
1
Selecteer een actie:
Op een Garmin kaartplotter, selecteert u Instellingen >
Communicatie > NMEA 2000-instelling >
Toestellenlijst.
Op een Garmin GMI toestel, selecteert u > Instellen >
NMEA 2000-instelling > Toestellenlijst.
Op een Garmin GNX toestel, selecteert u > STEL IN >
GEGEVENSBRONNEN > WATERTEMPERATUUR.
2
Selecteer het GST 10 toestel.
OPMERKING: Op een GNX toestel wordt de GST 10
weergegeven door een negen-cijferig nummer in de
toestellijst.
3
Selecteer Bekijk of Configureer.
4
Selecteer Temp.correctie.
5
Voer een waarde in graden in.
OPMERKING: Voer de temperatuurcorrectiewaarde in als
een positief getal als de op de kaartplotter aangesloten
sensor een lagere watertemperatuur aangeeft dan in
werkelijkheid het geval is. Voer de
temperatuurcorrectiewaarde in als een negatief getal als de
op de kaartplotter aangesloten sensor een hogere
watertemperatuur aangeeft dan in werkelijkheid het geval is.
6
Selecteer OK of .
De GST 43 als de NMEA 2000 temperatuurbron selecteren
Als er meer dan één temperatuursensor op het NMEA 2000
netwerk is aangesloten, moet u de GST 43 selecteren als de
NMEA 2000 temperatuurbron om deze op uw Garmin toestel te
kunnen bekijken.
1
Selecteer een actie:
Op een Garmin kaartplotter, selecteert u Instellingen >
Communicatie > NMEA 2000-instelling >
Toestellenlijst.
Op een Garmin GMI toestel, selecteert u > Instellen >
NMEA 2000-instelling > Toestellenlijst.
Op een Garmin GNX toestel, selecteert u > STEL IN >
GEGEVENSBRONNEN > WATERTEMPERATUUR.
2
Selecteer het GST 10 toestel.
OPMERKING: Op een GNX toestel wordt de GST 10
weergegeven door een negen-cijferig nummer in de
toestellijst.
3
Selecteer Bekijk of Configureer.
4
Selecteer Bron van temp..
5
Selecteer de locatie van de temperatuursensor.
Nexus Transducer kalibreren
Wanneer deze is aangesloten op een Nexus systeem, moet u
de GST 43 transducer kalibreren met behulp van een Nexus NX
display of de NexusRace
software. U kunt de NexusRace
software downloaden op garmin.com/NexusRace.
3
Onderhoud
De installatie testen
LET OP
U moet controleren of uw boot lekt voordat u deze gedurende
een langere periode in het water laat.
Het scheprad in de transducer meet de waterstroming en de
transducer moet zich dan ook in het water bevinden om goed te
kunnen werken. De transducer geeft geen
waterstromingsgegevens als de transducer zich niet in het water
bevindt.
1
Controleer wanneer uw boot in het water ligt of er lekkages
zijn rond de installatieplek van de transducer.
2
Als u lekkages vindt, breng dan watervaste kit aan rond de
installatieplek, laat de kit uitharden en herhaal stap 1.
De transducer schoonmaken
Vuil en aangroei kan zich snel ophopen en de prestaties van uw
toestel verminderen.
1
Verwijder het vuil met een zachte doek en milde reiniger.
2
Gebruik bij hardnekkig vuil een schuursponsje of
plamuurmes om de aangroei te verwijderen.
3
Veeg het toestel vervolgens droog.
Specificaties
GST 43 specificaties
Afmetingen (B x L) 42 x 86 mm (1,65 x 3,38 in.)
Huiddikte Min. 6 mm (0,24 in.)
Max. 42 mm (1,65 in.)
Ingangsspanning 12 V gelijkstroom (van 10 tot 16 V gelijk-
stroom)
Stroomverbruik 0,06 W
Bedrijfstemperatuurbereik Van -10 tot 70°C (van 14 tot 158°F)
Bereik opslagtemperatuur Van -35 tot 70°C (van -31 tot 158°F)
Snelheidsbereik Van 0,2 tot 30 knopen
Afhankelijk van transducertype: Max. 90 kn
Nauwkeurigheid snelheid ± 1%
Lengte transducerkabel 6 m (19,7 ft.)
GST 10-specificaties
Afmetingen (B×H×L) 24,7 x 17,0 x 78,6 mm (31/32 x 43/64 x 3
3/32 in.)
Gewicht 380 g (13,33 oz.)
Ingangsspanning Van 9 tot 16 V gelijkstroom
Max. vermogen 0,9 W
Kompasveilige afstand 5 cm (2 in.)
Temperatuurbereik Van -15 tot 70°C (van 5 tot 158°F)
Materiaal PCB overmold: Thermoplastisch rubber
Kabelmantel: PVC
Overmold connectors en trekontlastingen: PVC
Waterbestendigheid IEC 60529 IPX7
Totale kabellengte 4,9 m (16 ft.)
NMEA 2000 (LEN) 1 (50 mA)
NMEA 2000 PGN informatie
Zenden en ontvangen
PGN Beschrijving
005932 ISO bevestiging
059904 ISO-aanvraag
060928 ISO adresreservering
PGN Beschrijving
126208 NMEA
®
: Opdracht, aanvraag en bevestiging groepfunctie
126464 PGN-lijst verzenden en ontvangen (groepsfunctie)
Zenden
PGN Beschrijving
126996 Productinformatie
128259 Snelheid: Ten opzichte van water
130312 Temperatuur
© 2015 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
Garmin
®
, het Garmin logo en Nexus
®
zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar
dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen.
GMI
,
GNX
, GST
en NexusRace
zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar
dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder
uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
NMEA 2000
®
en het NMEA 2000 logo zijn geregistreerde handelsmerken van de
National Marine Electronics Association.
© 2015 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
support.garmin.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4

Garmin GST 43 nopeutta ja lampotilaa mittaava lapivientikaikuanturi Installatie gids

Type
Installatie gids