Briggs & Stratton 589447 Handleiding

Categorie
Motor
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

63
nl
Algemene informatie
Noteer ten behoeve van vervangingsonderdelen of technische ondersteuning hieronder
het motormodel, het type en de codenummers, evenals de aanschafdatum. Zie voor de
locatie van deze nummers de pagina Kenmerken en bedieningsfuncties.
Aanschafdatum:
Motor model:
MM/DD/JJJJ
Model: Code:Type:
Motor Vermogenklassering Informatie
Voor 3/LC motoren zijn de bruto vermogenswaarden gebaseerd op de criteria van SAE
J1995 en de netto vermogenswaarden op de criteria van SAE J1349. Het werkelijk
geproduceerde vermogen van productiemotoren die in toepassingen zijn geïnstalleerd
kan variëren en is afhankelijk van een aantal factoren, zoals de toerentalbegrenzing van
de motor in de toepassing, omgevingsomstandigheden, het onderhoud van de motor /
het apparaat en andere variabelen.
Gebrui
k
er veiligheid
Explosie
Giftige DampenBewegende Delen
Schok
Heet
Oppervlak
Terugslag
Brand
Brandstofkraan
Lees de
gebruiksaanwijzing
Choke
Olie
Brandstof
Aan Uit
Draag
Oogbescherming
Langzaam
Snel
VEILIGHEID EN BEDIENINGSSYMBOLEN
Gevaarlijke
chemische stof
Bevriezing
Hete vloeistof
of stoom
Stop
Het veiligheid waarschuwingssymbool wordt gebruikt om veiligheidsinformatie te
identificeren over gevaren die kunnen resulteren in persoonlijk letsel. Een signaalwoord
(GEVAAR, WAARSCHUWING, of OPGEPAST) wordt met het waarschuwingssymbool
gebruikt om de waarschijnlijkheid en de potentiële ernst van het letsel aan te geven. Daarbij
kan een gevarensymbool gebruikt worden om het soort gevaar aan te geven.
GEVAAR duidt op een gevaar dat, indien niet voorkomen, zal resulteren in
de dood of ernstig letsel.
WAARSCHUWING duidt op een gevaar dat, indien niet voorkomen, kan
leiden tot de dood of ernstig letsel.
VOORZICHTIG duidt op een gevaar dat, indien niet voorkomen, kan
resulteren in licht of minder ernstig letsel.
OPGEPAST duidt op een situatie die kan resulteren in schade aan het
product.
WAARSCHUWING
Bepaalde componenten in dit product en zijn bijbehorende accessoires bevatten
chemicaliën waarvan bekend is dat ze kanker kunnen veroorzaken, alsmede
geboorteafwijkingen en schade aan de voortplantingsorganen. Was uw handen als
u ze hebt aangeraakt.
WAARSCHUWING
De uitlaatgassen van dit product bevatten chemicaliën die in de Staat Californië
bekend staan kanker, geboorteafwijkingen of andere reproductieve schade te
kunnen veroorzaken.
WAARSCHUWING
Briggs & Stratton keurt het gebruik niet goed of autoriseert het gebruik van deze
motor niet voor toepassing op 3-wielige “Alle Terrein Voertuigen” (ATV’s),
motorfietsen, plezier/vrijetijds-go-karts, vliegtuigproducten of voertuigen die bedoeld
zijn voor wedstrijden. Het gebruik van deze motoren voor zulke toepassingen kan
resulteren in beschadiging van eigendommen, ernstig letsel (inclusief verlamming) of
zelfs de dood.
OPGEPAST: Deze motor is door Briggs & Stratton zonder olie verzonden. Zorg er
voordat u de motor start voor dat olie wordt bijgevuld volgens de instructies in deze
handleiding. Wanneer U de motor zonder olie start, zal deze onherstelbaar beschadigen
en dit zal niet door garantie gedekt zijn.
WAARSCHUWING
Benzine en haar dampen zijn uiterst brandbaar en explosief.
Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood
veroorzaken.
Bij het toevoegen van brandstof
Zet de motor uit en laat deze tenminste 2 minuten afkoelen voordat de
tankdop verwijderd wordt.
Vul de brandstoftank buitenshuis of in een goed geventileerde omgeving.
De brandstoftank niet overvullen. Vul niet tot boven de bodem van de
brandstoftanknek om uitzetting van de benzine te compenseren.
Houd benzine weg van vonken, open vlammen, waakvlammen, hitte en
andere ontstekingsbronnen.
Controleer brandstofslangen, tank, dop en fittingen regelmatig op barsten of
lekken. Zonodig vervangen.
Indien brandstof gemorst wordt, wachten tot deze verdampt is voordat de motor
gestart wordt.
Bij het starten van de motor
Zorg ervoor dat bougie, uitlaat, tankdop en luchtfilter (indien de motor hiermee is
uitgerust) op hun plaats zitten en stevig vast zitten.
Torn de motor niet indien de bougie verwijderd is.
Wanneer de motor “verzopen” is, plaats de choke (indien hiermee uitgerust) in
de stand OPEN/”RUN”(=aan), beweeg de toerentalbediening (indien hiermee
uitgerust) naar de “fast” (=volgas) positie en torn tot de motor start.
Bij het gebruik van de machine
De motor of machine niet kantelen tot een hoek die veroorzaakt dat benzine
gemorst wordt.
De carburateur niet choken om de motor te stoppen.
Start of gebruik de motor nooit met verwijderde luchtreiniger (indien de motor
hiermee is uitgerust) of verwijderd luchtfilter (indien de motor hiermee is
uitgerust).
Bij olie verversen
Als u de olie aftapt uit de olievulbuis boven, dan moet de brandstoftank leeg zijn,
anders kan er brandstof uitlekken wat kan leiden tot brand en explosie.
Bij het transporteren van de machine
Transporteren met LEGE brandstoftank of met de benzinekraan in de stand
“OFF” (=uit).
Bij het opslaan van benzine of de machine met brandstof in de tank
Opslaan uit de buurt van fornuizen, kachels, geisers of boilers of andere
apparaten die een waakvlam bevatten of andere ontstekingsbronnen, omdat
deze benzinedampen kunnen doen ontbranden.
Het starten van de motor creëert vonken.
Vonken kunnen brandbare gassen ontsteken die zich in de
buurt bevinden.
Explosie en brand kunnen het resultaat zijn.
WAARSCHUWING
Indien zich aardgas of LPG lekkage in de buurt bevindt, de motor niet starten.
Gebruik geen onder druk staande startvloeistoffen omdat de dampen brandbaar
zijn.
Not for Reproduction
64 BRIGGSandSTRATTON.COM
Motoren geven koolmonoxide af, een reukloos, kleurloos, gifgas.
Het inademen van koolmonoxide kan misselijkheid, flauwvallen of de
dood veroorzaken.
WAARSCHUWING
Start en gebruik de motor buiten.
De motor niet in een afgesloten ruimte starten of gebruiken, zelfs niet met open
deuren of ramen.
Handen, voeten, haar, kleren, of accessoires kunnen in aanraking
komen met- en verstrikt raken in draaiende onderdelen.
Tr aumatische amputatie of ernstige verscheuring kan het resultaat
zijn.
WAARSCHUWING
De machine gebruiken met afschermingen op hun plaats.
Houd handen en voeten weg van draaiende delen.
Bind lang haar op en verwijder sierraden.
Draag geen loszittende kleding, hangende koorden of zaken die verstrikt
kunnen raken.
Draaiende motoren produceren hitte. Motoronderdelen, vooral de
uitlaat, worden uiterst heet.
Ernstige brandwonden kunnen optreden bij contact.
Brandbaar vuil, zoals bladeren, gras, hout, enz., kan in brand geraken.
WAARSCHUWING
Laat uitlaat, motorcilinder en vinnen afkoelen voordat deze aangeraakt worden.
Verwijder opgehoopt vuil van het uitlaat- en cilindergebied.
Conform artikel 4442 van het wetboek in Californië is het verboden om deze
motor te gebruiken of te bedienen in gebieden met bos, met struikgewas of in
grasland zonder een vonkenvanger -- zoals gedefinieerd in artikel 4442 -- in
goede, werkende staat op het uitlaatsysteem. De wetgeving in andere staten of
landen kan soortgelijke verordeningen hebben. Neem contact op met de
fabrikant, de wederverkoper of de dealer voor de aanschaf van een
vonkenvanger voor het uitlaatsysteem dat op deze motor is geïnstalleerd.
Ontsnappende stoom of heet koelmiddel kunnen ernstige
brandwonden veroorzaken.
WAARSCHUWING
De radiatordop of de dop van het reservoir NIET verwijderen als de motor warm
is of draait.
Zet de motor uit en laat hem afkoelen voordat u de radiatordop of de dop van
het reservoir verwijdert en voordat u koelmiddel ververst of bijvoegt.
Per ongeluk vonken kan resulteren in brand of een elektrische schok.
Per ongeluk starten kan resulteren in verwarring, traumatische
amputatie, of verscheuring.
Brandgevaar
WAARSCHUWING
Voordat afstellingen of reparaties worden uitgevoerd:
Ontkoppel de bougiekabel en houd deze weg van de bougie.
Ontkoppel de accu bij de negatieve aansluiting (alleen motoren met
elektrostart).
Gebruik uitsluitend de juiste gereedschappen.
Verander niets aan regulateurveren, verbindingsstangen of andere onderdelen
om het motortoerental te verhogen.
Vervangingsonderdelen voor de uitlaat moeten hetzelfde zijn en op dezelfde
manier geïnstalleerd worden als de originele onderdelen.
Sla niet met een hamer of hard voorwerp tegen het vliegwiel omdat het vliegwiel
anders later uit elkaar kan vliegen tijdens bedrijf.
Bij het controleren op vonken:
Gebruik een goedgekeurde vonktester.
Controleer niet op vonken met de bougie verwijderd.
Not for Reproduction
65
nl
Kenmer
k
en en bedieningen
Vergelijk de afbeelding
1
met uw motor om Uzelf vertrouwd te maken met de plaats
van de diverse kenmerken en bedieningen.
A. Motoridentificatie
Model Type Code
B. Bougie
C. Peilstok
D. Olievulopening
E. Oliefilter
F. Olie aftapplug
G. Oliedruksensor
H. Elektrische Starter
I. Carburateur
J. Thermostaat
K. Ontstekingsspoel
L. Oliepan
M. Dynamo
N. Koelvloeistoftemperatuurzender
O. Datumcode motor
Wer
k
ing
Oliecapaciteit (zie het Specificaties hoofdstuk)
Olie Aanbevelingen
Wij raden voor de beste prestaties het gebruik aan van Briggs & Stratton
garantiegecertificeerde olie. Andere hoge kwaliteit olie is aanvaardbaar wanneer deze
geclassificeerd is “for service SF, SG, SH, SJ” of hoger. Gebruik geen speciale
toevoegingen.
De buitentemperaturen bepalen de juiste olieviscositeit voor de motor. Gebruik de kaart
om de beste viscositeit te bepalen voor het verwachte buitentemperatuurbereik.
SAE 30
10W-30
Synthetisch 5W-30
5W-30
°F °C
* Wordt SAE 30 olie gebruikt bij temperaturen onder 4°C, dan leidt dat tot slecht
starten.
** Het gebruik van 10W-30 bij temperaturen boven 27°C zal resulteren in hoger
olieverbruik. Controleer het oliepeil vaker.
Olie controleren/bijvullen - Fig.
2 3
Voordat de olie bijgevuld of gecontroleerd wordt
Plaats de motor waterpas.
Reinig rond de olievulopening.
1. Verwijder de peilstok (A) en veeg deze af met een schone doek (Fig. 2).
2. Steek de peilstok er volledig in.
3. Verwijder de peilstok en controleer het oliepeil. Het moet tot de “FULL” (=vol)
markering (B) op de peilstok zijn.
4. Als het peil laag is, vul dan langzaam olie bij via de olievulbuis (C). Niet overvullen.
Belangrijk: Tijdens het bijvullen van olie is afdoende ventilatie als volgt nodig:
Verwijder de peilstok.
Zorg ervoor dat er voldoende afstand (D) is tussen datgene waarmee olie gevuld
wordt (E) en de olievulopening van de motor (C). Zie Fig. 3.
5. Installeer de peilstok nadat olie is bijgevuld. Start motor en laat deze vijf minuten
stationair draaien. Zet de motor uit. Wacht drie minuten en controleer het oliepeil. Vul
zonodig olie bij om het peil tot de ”FULL” (=vol) markering (B) op de peilstok te
brengen (Fig. 2).
6. Installeer de peilstok.
Oliedruk
Indien de oliedruk te laag is, dan zal een drukschakelaar (indien hiermee uitgerust) de
motor stoppen of een waarschuwing op de machine activeren. Stop wanneer dit optreedt
de motor en controleer het oliepeil met de peilstok.
Indien het oliepeil zich onder de “ADD” (=bijvullen) markering bevindt, voeg dan olie bij
tot deze de “FULL” markering bereikt Start de motor en controleer op een juiste druk
voordat de machine weer gebruikt wordt.
Indien het oliepeil zich bevindt tussen de markeringen “ADD” (=bijvullen) en “FULL”
(=vol), de motor niet starten. Raadpleeg een geautoriseerde Briggs & Stratton 3/LC
Dealer om het probleem met de oliedruk te verhelpen.
Brandstof Aanbevelingen
Brandstof moet aan deze voorwaarden voldoen:
Schone, verse, loodvrije benzine.
Een minimum octaangetal van 87/87 AKI (91 RON). Zie hieronder voor gebruik op
grote hoogten.
Benzine met tot 10% ethanol (gasohol) of tot 15% MTBE (methyl tertiary butyl
ether), is acceptabel.
OPGEPAST: Gebruik geen niet-goedgekeurde benzine zoals E85. Meng geen olie door
de benzine of modificeer de motor niet voor gebruik op alternatieve brandstoffen. Dit zal
motorcomponenten beschadigen en de motorgarantie ongeldig doen maken.
Meng om het brandstofsysteem tegen het vormen van gom te beschermen een
brandstofstabilisator door de brandstof. Zie Opslag. Alle brandstof is niet hetzelfde.
Wanneer start- of prestatieproblemen optreden, verander dan van brandstofleverancier
of --merk. Deze motor is gecertificeerd om te werken op benzine. Het emissie
beheersingsysteem van deze motor is EM (Engine Modifications).
Grote Hoogten
Bij hoogten boven 900 meter is een minimum 85 octaan/85 AKI (89 RON) benzine
acceptabel. Om te blijven voldoen aan emissievoorschriften, is een afstelling voor grote
hoogten noodzakelijk. Gebruik zonder deze afstelling veroorzaakt slechtere prestaties,
hoger brandstofverbruik en toegenomen emissies. Raadpleeg een geautoriseerde Briggs
& Stratton 3/LC dealer voor informatie over afstelling voor grote hoogten.
Gebruik van de motor onder 750 meter met een grote hoogten kit wordt niet aanbevolen.
Brandstof bijvullen - Fig.
4
WAARSCHUWING
Benzine en haar dampen zijn uiterst brandbaar en explosief.
Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood
veroorzaken.
Bij het toevoegen van brandstof
Zet de motor uit en laat deze tenminste 2 minuten afkoelen voordat de
tankdop verwijderd wordt.
Vul de brandstoftank buitenshuis of in een goed geventileerde omgeving.
De brandstoftank niet overvullen. Vul niet tot boven de bodem van de
brandstoftanknek om uitzetting van de benzine te compenseren.
Houd benzine weg van vonken, open vlammen, waakvlammen, hitte en
andere ontstekingsbronnen.
Controleer brandstofslangen, tank, dop en fittingen regelmatig op barsten of
lekken. Zonodig vervangen.
Indien brandstof gemorst wordt, wachten tot deze verdampt is voordat de motor
gestart wordt.
1. Reinig het gebied rond de tankdop. Verwijder de tankdop (A,Fig.4).
2. Vul de brandstoftank (B) met benzine. Vul niet tot boven de bodem van de
brandstoftanknek om uitzetting van de benzine te compenseren (C).
3. Installeer de tankdop weer.
Koelvloeistof Aanbevelingen
Koelvloeistofcapaciteit (raadpleeg de handleiding van de machinefabrikant)
OPGEPAST: Dit is een vloeistofgekoelde motor. Een 50/50% mengsel van fosfaatvrije
anti-vries en kraan water is nodig voor koelen, roestpreventie en smering van de
waterpomp.
Koelvloeistof controleren/bijvullen
Ontsnappende stoom of heet koelmiddel kunnen ernstige
brandwonden veroorzaken.
WAARSCHUWING
De radiatordop of de dop van het reservoir NIET verwijderen als de motor warm
is of draait.
Zet de motor uit en laat hem afkoelen voordat u de radiatordop of de dop van
het reservoir verwijdert en voordat u koelmiddel ververst of bijvoegt.
1. Controleer voor gebruik het koelvloeistofniveau. De koelvloeistof moet zich bevinden
tussen de ”FULL” (=vol) en de ”LOW” (=laag)/”ADD” (=bijvullen) markeringen op het
koelvloeistofreservoir bevinden. Als het koelvloeistofniveau te laag is, vul het
reservoir dan bij met een 50/50% mengsel van fosfaatvrije anti-vries en kraan water.
Not for Reproduction
66 BRIGGSandSTRATTON.COM
2. Plaats om de reservoirdop nadat de motor is afgekoeld te verwijderen, een dikke
doek over de reservoirdop. Draai de reservoirdop langzaam linksom om te
verwijderen.
3. Als het reservoir droog is, vul dan koelvloeistof bij in zowel het reservoir als de
radiateur. Raadpleeg de handleiding van de machinefabrikant voor de plaats,
werking en onderhoud van het koelvloeistofreservoir en de radiateur.
4. Plaats, nadat de motor is afgekoeld, een dikke doek over de radiateurdop om deze te
verwijderen. Draai de radiateurdop langzaam linksom tot de eerste aanslag.
Wanneer stoom onder druk ontsnapt, stap dan achteruit om verwondingen te
voorkomen. Druk, nadat alle druk ontsnapt is, naar beneden en draai de
radiateurdop linksom om deze te verwijderen.
Meters en lampjes
De getoonde meter en lampjes zijn generiek en representeren verscheidene opties die
gebruikt kunnen zijn. Raadpleeg de handleiding van de machine voor de plaats en
werking van meters en lampjes.
Koelvloeistoftemperatuur meter
Geeft de temperatuur van de koelvloeistof aan wanneer het
startslot zich in de positie ”ON” (=aan) bevindt.
Normaal bereik 80º -- 9 0 º C
Gevaarlijk bereik boven 105º C
Urenteller
Geeft het totaal aantal bedrijfsuren aan.
Brandstofmeter
Geeft de hoeveelheid brandstof aan die zich nog in de brandstoftank
bevindt. Houd, om condensatie te voorkomen, de brandstoftank vol.
Temperatuurlampje
Indien het temperatuurlampje aan gaat, dan raakt de motor oververhit.
Stop de motor en controleer het koelvloeistofniveau (raadpleeg het
hoofdstuk Koelvloeistof controleren). Controleer de radiateur op
vervuiling waardoor de luchtstroom belemmerd kan worden.
Ontstekinglampje
Wanneer het startslot naar de stand ”ON” (=aan) wordt gedraaid, moet het
ontstekinglampje gaan branden. Wanneer de motor draait, moet het lampje
uitgaan. Wanneer het ontstekinglampje uit is wanneer het contactslot naar ”ON”
gedraaid is, controleer dan op een opgeblazen zekering.
Oliedruklampje
Wanneer het startslot naar de stand ”ON” (=aan) wordt gedraaid, moet het
oliedruklampje gaan branden. Wanneer de motor draait, moet het lampje
uitgaan. Wanneer het oliedruklampje aangaat wanneer de motor draait, stop dan
onmiddellijk de motor. Controleer eerst het oliepeil (zie het hoofdstuk Olie
controleren/bijvullen). Controleer vervolgens het elektrische systeem.
Laadstroomlampje
Wanneer het startslot naar de stand ”ON” (=aan) wordt gedraaid, moet het
laadstroomlampje gaan branden. Wanneer de motor draait, moet het
lampje uitgaan. Wanneer het laadstroomlampje aangaat wanneer de motor draait,
controleer dan het elektrische systeem.
De Motor Starten - Fig.
5
WAARSCHUWING
Benzine en haar dampen zijn uiterst brandbaar en explosief.
Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood
veroorzaken.
Bij het starten van de motor
Zorg ervoor dat bougie, uitlaat, tankdop en luchtfilter (indien de motor hiermee is
uitgerust) op hun plaats zitten en stevig vast zitten.
Torn de motor niet indien de bougie verwijderd is.
Wanneer de motor “verzopen” is, plaats de choke (indien hiermee uitgerust) in
de stand OPEN/”RUN”(=aan), beweeg de toerentalbediening (indien hiermee
uitgerust) naar de “fast” (=volgas) positie en torn tot de motor start.
Het starten van de motor creëert vonken.
Vonken kunnen brandbare gassen ontsteken die zich in de
buurt bevinden.
Explosie en brand kunnen het resultaat zijn.
WAARSCHUWING
Indien zich aardgas of LPG lekkage in de buurt bevindt, de motor niet starten.
Gebruik geen onder druk staande startvloeistoffen omdat de dampen brandbaar
zijn.
Motoren geven koolmonoxide af, een reukloos, kleurloos, gifgas.
Het inademen van koolmonoxide kan misselijkheid, flauwvallen of de
dood veroorzaken.
WAARSCHUWING
Start en gebruik de motor buiten.
De motor niet in een afgesloten ruimte starten of gebruiken, zelfs niet met open
deuren of ramen.
OPGEPAST: Deze motor is door Briggs & Stratton zonder olie verzonden. Zorg er
voordat U de motor start voor dat olie volgens de instructies in deze handleiding wordt
bijgevuld. Wanneer U de motor zonder olie start, zal deze onherstelbaar beschadigen en
dit zal niet door garantie gedekt zijn.
Noot: Sommige motoren en machines hebben afstandsbediening. Kijk in de betreffende
handleiding voor de locatie en de bediening van de afstandsbediening.
1. Controleer het oliepeil. Zie het Olie controleren/toevoegen hoofdstuk.
2. Zorg ervoor dat aandrijvingbedieningen, indien hiermee uitgerust, zijn ontkoppeld.
3. Draai de brandstofkraan (A), indien hiermee uitgerust open (Fig. 5).
4. Zet de toerentalbediening (C) een beetje voorbij de stand langzaam
.
5. Draai het contactslot (D) naar de stand ”on” (=aan)/”start” (Fig. 5).
OPGEPAST: Start, voor een optimale levensduur van de startmotor, steeds
kortstondig, niet meer dan 15 seconden per minuut. Door langer starten kan de
startmotor beschadigen.
6. Trek, wanneer de motor niet onmiddellijk start, de chokebediening (C) uit, indien
hiermee uitgerust, naar de stand ”choke”
.
Noot: Over het algemeen hoeft u de choke niet te gebruiken bij het herstarten van
een warme motor.
7. Beweeg wanneer de motor opwarmt de chokebediening (C) naar de “run” (=aan)
positie.
De motor stoppen - Fig.
5
WAARSCHUWING
Benzine en haar dampen zijn uiterst brandbaar en explosief.
Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood
veroorzaken.
De carburateur niet choken om de motor te stoppen.
1. Beweeg de toerentalbediening (B) naar de stand “SLOW” (=langzaam)
. Draai
het contactslot (D) naar de stand “OFF” (=uit) (Fig. 5). Verwijder de sleutel en bewaar
deze op een veilige plaats buiten het bereik van kinderen.
2. Draai nadat de motor stopt de brandstofkraan (A), indien hiermee uitgerust, dicht.
Onderhoud
Gebruik uitsluitend originele onderdelen. Andere onderdelen kunnen mogelijk niet
zo goed presteren, schade aan de machine veroorzaken of resulteren in
persoonlijk letsel. Ook kan het gebruik van andere onderdelen uw garantie ongeldig
doen maken.
Wij adviseren dat U voor al het onderhoud en alle onderhoud en service aan de motor en
de motoronderdelen een geautoriseerde Briggs & Stratton 3/LC servicedealer
raadpleegt.
OPGEPAST: Alle componenten die zijn gebruikt om deze motor te bouwen moeten op
hun plaats blijven voor een juiste werking.
Not for Reproduction
67
nl
Emissie Beheersing
Onderhoud, vervanging of reparatie van emissiebeheersing voorzieningen en
systemen kunnen uitgevoerd worden door elke reparatie-inrichting of --individu
voor “non-road” motoren. Echter, voor het verkrijgen van gratis emissiebeheersing
service moet het werk worden uitgevoerd door een door de fabriek geautoriseerde
dealer. Zie de Emissies Garantie.
Per ongeluk vonken kan resulteren in brand of een elektrische schok.
Per ongeluk starten kan resulteren in verwarring, traumatische
amputatie, of verscheuring.
Brandgevaar
WAARSCHUWING
Voordat afstellingen of reparaties worden uitgevoerd:
Ontkoppel de bougiekabel en houd deze weg van de bougie.
Ontkoppel de accu bij de negatieve aansluiting (alleen motoren met
elektrostart).
Gebruik uitsluitend de juiste gereedschappen.
Verander niets aan regulateurveren, verbindingsstangen of andere onderdelen
om het motortoerental te verhogen.
Vervangingsonderdelen voor de uitlaat moeten hetzelfde zijn en op dezelfde
manier geïnstalleerd worden als de originele onderdelen.
Sla niet met een hamer of hard voorwerp tegen het vliegwiel omdat het vliegwiel
anders later uit elkaar kan vliegen tijdens bedrijf.
Bij het controleren op vonken:
Gebruik een goedgekeurde vonktester.
Controleer niet op vonken met de bougie verwijderd.
Onderhoudskaart
Iedere 8 uur of dagelijks
Motoroliepeil controleren
Koelvloeistofniveau controleren
Eerste 50 uur (Eerste inloopperiode)
Motorolie verversen *
Iedere 100 uur of jaarlijks
Spanning ventilatorriem controleren
Radiateur reinigen
Luchtfilter reinigen
Uitlaat controleren en vonkenvanger reinigen (indien hiermee uitgerust)
Iedere 150 uur of jaarlijks
\ Motorolie verversen *
Oliefilter vervangen
Iedere 600 uur of jaarlijks
Luchtfilter vervangen
Klepspeling controleren H
Brandstoffilter vervangen
Bougies vervangen
Jaarlijks
Koelvloeistof vervangen
* Vaker onderhoud uitvoeren bij bedrijf onder zware belasting of hoge temperaturen.
H Niet nodig tenzij zich prestatieproblemen van de motor voordoen.
Carburateur Afstelling
Voer nooit afstellingen aan de carburateur uit. De carburateur was op de fabriek
afgesteld om efficiënt te werken onder de meeste omstandigheden. Als echter afstelling
noodzakelijk is, raadpleeg dan een geautoriseerde Briggs & Stratton 3/LC dealer voor
service.
OPGEPAST: De fabrikant van de machine waarop deze motor is geïnstalleerd
specificeert het maximum toerental waarop de motor gebruikt zal worden. Overtref dit
toerental niet.
De bougie vervangen - Fig.
6
Controleer de elektrodeafstand (A, Fig. 6) met een draadvoeler (B). Verstel zonodig de
opening. Installeer de bougie en draai deze vast met het aanbevolen aanhaalkoppel. Zie
voor afstelling van de opening of het aanhaalkoppel het Specificaties hoofdstuk.
Noot: In sommige gebieden schrijven plaatselijke wetten het gebruik voor van een
weerstandsbougie om ontstekingssignalen te onderdrukken. Indien deze motor origineel
was uitgerust met een weerstandsbougie, gebruik dan voor vervanging hetzelfde type
bougie.
Uitlaat en Vonkenvanger Inspecteren
Draaiende motoren produceren hitte. Motoronderdelen, vooral de
uitlaat, worden uiterst heet.
Ernstige brandwonden kunnen optreden bij contact.
Brandbaar vuil, zoals bladeren, gras, hout, enz., kan in brand geraken.
WAARSCHUWING
Laat uitlaat, motorcilinder en vinnen afkoelen voordat deze aangeraakt worden.
Verwijder opgehoopt vuil van het uitlaat- en cilindergebied.
Conform artikel 4442 van het wetboek in Californië is het verboden om deze
motor te gebruiken of te bedienen in gebieden met bos, met struikgewas of in
grasland zonder een vonkenvanger -- zoals gedefinieerd in artikel 4442 -- in
goede, werkende staat op het uitlaatsysteem. De wetgeving in andere staten of
landen kan soortgelijke verordeningen hebben. Neem contact op met de
fabrikant, de wederverkoper of de dealer voor de aanschaf van een
vonkenvanger voor het uitlaatsysteem dat op deze motor is geïnstalleerd.
Inspecteer de uitlaat op barsten, corrosie of andere beschadiging. Verwijder de
vonkenvanger, als de machine hiermee is uitgerust en inspecteer deze op beschadiging
of koolverstopping. Gebruik bij vervanging uitsluitend originele vervangingsonderdelen.
WAARSCHUWING: Vervangingsonderdelen moeten origineel zijn en
op dezelfde manier gemonteerd worden als de oorspronkelijke onderdelen, anders
kan brand optreden.
Koelvloeistof controleren
OPGEPAST: Dit is een vloeistofgekoelde motor. Een 50/50% koelvloeistofmengsel van
fosfaatvrije anti-vries en kraan water is nodig voor koelen, roestpreventie en smering van
de waterpomp.
Ontsnappende stoom of heet koelmiddel kunnen ernstige
brandwonden veroorzaken.
WAARSCHUWING
De radiatordop of de dop van het reservoir NIET verwijderen als de motor warm
is of draait.
Zet de motor uit en laat hem afkoelen voordat u de radiatordop of de dop van
het reservoir verwijdert en voordat u koelmiddel ververst of bijvoegt.
1. Controleer het koelvloeistofniveau. Het koelvloeistofniveau moet zich bevinden
tussen de ”FULL” (=vol) en ”LOW” (=laag), of ”ADD” (=bijvullen) markeringen op het
koelvloeistofreservoir. Als het niveau laag is, vul dan het reservoir bij met een
50/50% koelvloeistofmengsel van fosfaatvrije anti-vries en kraan water.
2. Plaats om de reservoirdop nadat de motor is afgekoeld te verwijderen, een dikke
doek over de reservoirdop. Draai de reservoirdop langzaam linksom om te
verwijderen.
3. Als het reservoir droog is, vul dan zowel het reservoir als de radiateur bij. Raadpleeg
de handleiding van de machinefabrikant voor locatie, werking en onderhoud van het
koelvloeistofreservoir en de radiateur.
4. Plaats, om de radiateurdop te verwijderen nadat de motor is afgekoeld, een dikke
doek over de radiateurdop. Draai de radiateurdop langzaam linksom tot de eerste
aanslag. Als stoom onder druk uit de dop ontsnapt, stap dan terug om verwondingen
te voorkomen. Druk, nadat alle druk ontsnapt is, naar beneden en draai de
radiateurdop linksom om deze te verwijderen.
Olie verversen - Fig.
2 7
Gebruikte olie is gevaarlijk afval en moet op de juiste manier weggegooid worden. Niet
met huishoudelijk afval weggooien. Raadpleeg de plaatselijke instanties, het
servicecentrum of de dealer voor veilige manieren om weg te gooien/te recyclen.
Olie verwijderen
1. Ontkoppel, met uitgezette, maar nog warme motor, de bougiekabels (F,Fig.2)en
houd deze weg van de bougies.
2. Verwijder de olieaftapplug (G, Fig. 7). Tap de olie af in een goedgekeurde
opvangbak.
3. Installeer nadat de olie is afgetapt de olie aftapplug en draai deze vast.
Oliefilter vervangen
Zie voor vervangingsintervallen de Onderhoud kaart.
1. Tap de olie uit de motor af. Zie de Olie Verwijderen sectie.
2. Verwijder het oliefilter (H, Fig. 7) en gooi deze op de juiste manier weg.
3. Smeer, voordat U het nieuwe oliefilter installeert, de filterpakking in met verse,
schone olie.
4. Installeer het oliefilter met de hand tot de pakking de oliefilteradapter raakt, draai het
oliefilter dan nog 1/2 tot 3/4 slag vast.
5. Vul olie bij. Zie het hoofdstuk Olie bijvullen.
Not for Reproduction
68
BRIGGSandSTRATTON.COM
Olie bijvullen
Plaats de motor waterpas.
Reinig rond de olievulopening.
Raadpleeg het hoofdstuk Specificaties voor de oliecapaciteit.
1. Verwijder de peilstok (A,Fig.2).
2. Giet de olie langzaam in de olievulopening van de motor (C). Niet overvullen.
Belangrijk: Tijdens het bijvullen van olie is afdoende ventilatie als volgt nodig:
Verwijder de peilstok.
Zorg ervoor dat er voldoende afstand (D) is tussen datgene waarmee olie gevuld
wordt (E) en de olievulopening van de motor (C). Zie Fig. 3.
3. Installeer de peilstok na het bijvullen van de olie. Start de motor en laat deze vijf
minuten stationair draaien. Zet de motor uit. Wacht drie minuten en controleer het
oliepeil. Vul zonodig olie bij om het peil tot de ”FULL” (=vol) markering (B)opde
peilstok te brengen (Fig. 2).
4. Installeer de peilstok.
Luchtfilter onderhouden - Fig.
8
WAARSCHUWING
Benzine en haar dampen zijn uiterst brandbaar en explosief.
Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood
veroorzaken.
Start of gebruik de motor nooit met verwijderde luchtfilter.
OPGEPAST: Gebruik geen perslucht of oplosmiddelen om de luchtfilter te reinigen.
Perslucht kan de filter beschadigen en oplosmiddelen zullen de filter oplossen.
Raadpleeg de Onderhoud kaart voor de benodigde service.
1. Open de vergrendelingen (A) en verwijder het deksel (B). Zie Fig., 8.
2. Verwijder het luchtfilter (C).
3. Tik om vuil los te maken de luchtfilter zachtjes tegen een hard oppervlak. Vervang de
luchtfilter door een nieuwe wanneer dit erg vuil is.
4. Installeer het luchtfilter.
5. Installeer het deksel en sluit de vergrendelingen.
Brandstoffilter vervangen - Fig.
9
WAARSCHUWING
Benzine en haar dampen zijn uiterst brandbaar en explosief.
Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood
veroorzaken.
Houd benzine weg van vonken, open vlammen, waakvlammen, hitte en
andere ontstekingsbronnen.
Controleer brandstofslangen, tank, dop en nippels regelmatig op barsten of
lekkages. Zonodig vervangen.
Tap voordat u de brandstoffilter reinigt of vervangt eerst de brandstoftank af of
draai de brandstofkraan dicht.
Vervangingsonderdelen voor de uitlaat moeten hetzelfde zijn en op dezelfde
manier geïnstalleerd worden als de originele onderdelen.
Indien brandstof gemorst wordt, wachten tot deze verdampt is voordat de motor
gestart wordt.
1. Voordat U de brandstoffilter vervangt (A, Fig. 9), indien hiermee uitgerust, eerst de
brandstoftank aftappen of de brandstofkraan dichtdraaien. Anders kan er brandstof
lekken en brand of explosie veroorzaken.
2. Druk de lipjes (B)opdeklemmen(C) samen met een tang en schuif de klemmen
daarna weg van de brandstoffilter. Trek de brandstofleidingen (D) draaiend van de
brandstoffilter af.
3. Controleer de brandstofleidingen en -aansluitingen regelmatig op scheurtjes of
lekkage. Zonodig vervangen.
4. Vervang de brandstoffilter door een origineel (OEM) vervangingsfilter
5. Zet de brandstofleidingen vast met de klemmen zoals op de afbeelding te zien is.
Ventilatorriem controleren/afstellen - Fig.
10
Ventilator V-snaar controleren
1. Controleer de conditie van de ventilatorriem (A, Fig. 10). Wanneer de ventilatorriem
gebarsten of beschadigd is, vervang deze dan door een nieuwe.
2. Controleer de spanning (B) van de ventilatorriem. Druk op het midden (C) van de
ventilatorriem. Wanneer de spanning correct is, dan zal de riem 10 -- 12 mm
bewegen indien een kracht van 10 kg op het midden van de riem wordt uitgeoefend.
Als de spanning onvoldoende is, stel deze dan als volgt af.
Ventilatorriemspanning afstellen
1. Draai de bevestigingsbouten van de dynamo los (D)en(E). Zie Fig. 10).
2. Houd een breekijzer (F) tegen de dynamo (G) en de zijkant van het motorblok. Trek
om de ventilatorriem op spanning te krijgen aan het breekijzer. Draai de
bevestigingsbouten van de dynamo tijdelijk vast.
3. Controleer de spanning van de ventilatorriem. Zie het hoofdstuk
Ventilatorriemspanning controleren. Herhaal de procedure zonodig.
4. Draai de bevestigingsbouten van de dynamo vast.
Draai bout vast (D)op19Nm.
Draai bout vast (E)op61Nm.
Opslag
WAARSCHUWING
Benzine en haar dampen zijn uiterst brandbaar en explosief.
Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood
veroorzaken.
Bij het opslaan van benzine of de machine met brandstof in de tank
Opslaan uit de buurt van fornuizen, kachels, geisers of boilers of andere
apparaten die een waakvlam bevatten of andere ontstekingsbronnen, omdat
deze benzinedampen kunnen doen ontbranden.
Brandstofsysteem
Brandstof kan verouderen indien deze langer wordt bewaard dan 30 dagen. Verouderde
brandstof veroorzaakt dat zich zuur- en gomafzettingen vormen in het brandstofsysteem
en op essentiële carburateurdelen. Gebruik om de brandstof vers te houden Briggs &
Stratton FRESH START
®
brandstofstabilisator, verkrijgbaar als vloeibare toevoeging of
een geconcentreerde druppelpatroon.
De brandstof hoeft niet afgetapt te worden indien een brandstofstabilisator volgens de
instructies is toegevoegd. Laat de motor 2 minuten draaien om de stabilisator door het
brandstofsysteem te laten circuleren. De motor en brandstof kunnen dan tot 24 maanden
worden opgeslagen.
Wanneer de benzine in de motor niet is behandeld met een brandstofstabilisator, dan
moet deze afgetapt worden in een geschikte container. Laat de motor draaien tot deze
stopt door brandstofgebrek. Het gebruik van een brandstofstabilisator in de jerrycan
wordt aanbevolen om versheid te verzekeren.
Motorolie
Ververs, terwijl de motor nog warm is, de motorolie.
Storingzoeken
Hulp nodig? Ga naar BRIGGSandSTRATTON.COM of raadpleeg de website van de
importeur 1-800-233-3723.
Specificaties
Motor Specificaties
Model 580000
Cilinderinhoud 58,16 ci (953 cc)
Boring 2,835 in (72 mm)
Slag 3,071 in (78 mm)
Oliecapaciteit 3,5 qt (3,3 L)
Onderhoud specificaties *
Model 580000
Bougie elektrodeafstand 0,030 in (0,76 mm)
Bougie aanhaalkoppel 180 lb-in (20 Nm)
Inlaatklepspeling
Y
0,007 in (0,18 mm)
Uitlaatklepspeling
Y
0,007 in (0,18 mm)
* Het motorvermogen zal afnemen met 3,5% voor elke 300 meter boven zeeniveau en
1% voor iedere 5,6° C boven 25° C. De motor zal bevredigend functioneren onder een
hoek tot 15°. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de machine voor maximum veilige
toegestane hellingshoeken.
Y
Controleren bij koude motor.
Algemene service onderdelen n
Serviceonderdeel Onderdeelnummer
Luchtfilter 820263
Oliefilter 491056
Brandstoffilter 821026
Benzinetoevoeging 5041
Weerstandsbougie 496055, 5066
Bougiesleutel 19374
Vonktester 19400
V-snaar (940 mm) 821075
V-snaar (970 mm) 820893
n Wij adviseren dat U voor al het onderhoud en alle service aan de motor en de
motoronderdelen een geautoriseerde Briggs & Stratton 3/LC servicedealer raadpleegt.
Gebruik uitsluitend originele Briggs & Stratton onderdelen.
Not for Reproduction
69
nl
BRIGGS & STRATTON 3/LC MOTOR GARANTIEBELEID VOOR DE EIGENAAR
Mei 2008
De Briggs & Stratton Corporation zal elk onderdeel gratis repareren of vervangen dat een defect vertoont in materiaal of bewerking of beide. Transportkosten voor
onderdelen die zijn ingezonden voor reparatie of vervanging onder deze garantie komen ten laste van de koper. Deze garantie is geldig voor- en onderhavig aan de
onderstaande periodes en voorwaarden. Raadpleeg voor garantieservice de dichtstbijzijnde Geautoriseerde Briggs & Stratton 3/LC Service Dealer in onze “dealer
locator map” op BRIGGSandSTRATTON.COM, of kijk in de ‘Gouden Gids’.
Er is geen andere expliciete garantie. Impliciete garanties als verkoopbaarheid en geschiktheid voor een bepaald doel zijn beperkt tot één jaar vanaf aankoop, of
tot mate die door de wet is toegestaan. Alle impliciete garanties zijn uitgesloten. Aansprakelijkheid voor incidentele of gevolgschades zijn uitgesloten voor
zover deze uitsluiting wettelijk is toegestaan. Sommige rechtsgebieden staan geen beperkingen toe met betrekking tot de lengte van impliciete garantie, en sommige
rechtsgebieden staan geen beperking toe met betrekking tot gevolgschades, dus de bovenvermelde beperkingen kunnen mogelijk niet op U van toepassing zijn. Deze
garantie geeft U bepaalde specifieke wettelijke rechten en U kunt mogelijk andere rechten hebben die van rechtsgebied tot rechtsgebied variëren.
GARANTIEBEPALINGEN
ONS PRODUCT
Garantieperiode
Vanguardt 3/LC
Garantie op belangrijke onderdelen* Onderdelen en arbeidsloon*
Consumentengebruik of commercieel gebruik 2 jaar 3 jaar 2 jaar
* Let op de volgende speciale garantieperiodes: Onder deze garantiepolitiek zijn onderdelen en arbeidsloon gedurende 2 jaar gedekt. De dekking van
belangrijke onderdelen loopt door tot en met het derde gebruiksjaar. De Belangrijke Onderdelen Garantie (M.P.W.) dekt maar is niet beperkt tot of geldt niet
exclusief voor cilinderblok, cilinderkop, krukas, nokkenas, tandwielen, zuigers, drijfstangen, vliegwiel, vliegwielbehuizing, oliepomp, ventilator, poelies,
mechanische regulateur, inlaatspruitstuk en carterpan. Onder M.P.W. is onder andere niet gedekt en is niet beperkt tot zuigerveren, vervangbare lagers,
waterpomp, alle elektrische componenten, klepcomponenten, accessoire onderdelen, dichtingen, pakkingen, carburateurs, uitlaatspruitstuk, slangen, alle
componenten van het brandstofsysteem, injectoren, injectiepomp, turbolader, uitlaat, alle filters, radiateur, thermostaat, bougies, gloeibougies, brandstofpompen.
De garantieperiode begint op de dag van aankoop door de eerste detailhandelconsument of commerciële eindgebruiker en gaat door voor de tijdsperiode in
bovenstaande tabel.
Er is geen garantieregistratie nodig om garantie te verkrijgen op Briggs & Stratton producten. Bewaar uw aankoopnota. Indien u geen bewijs van de eerste
aankoopdatum kunt overleggen op het moment dat om garantieservice verzocht wordt, dan zal de fabricagedatum van het product gebruikt worden om de
garantieperiode te bepalen.
Over uw garantie
B&S verwelkomt garantiereparatie en verontschuldigt zich voor het ongemak. Elke
geautoriseerde Briggs & Stratton 3/LC servicedealer kan garantiereparaties uitvoeren.
De meeste garantie zal routinematig afgehandeld worden, maar soms zijn verzoeken om
garantieservice niet billijk. Garantie is bijvoorbeeld niet van toepassing indien de
motorschade is ontstaan door misbruik, gebrek aan normaal onderhoud, transport,
behandeling, opslag of verkeerde installatie. Evenzo is garantie niet meer geldig als het
serienummer van de motor verwijderd is of wanneer de motor veranderd of
gemodificeerd is.
Indien een klant het niet eens is met de beslissing van de Service Dealer, zal een
onderzoek worden uitgevoerd om te bepalen of garantie van toepassing is. Vraag de
Service Dealer om alle ondersteunende feiten naar de fabriek of diens
vertegenwoordigende importeur te sturen voor onderzoek. Als de Importeur of de
Fabriek besluit dat de claim gerechtvaardigd is, zal de klant volledig vergoed worden
voor die onderdelen die defect zijn. Om misverstanden, die kunnen optreden tussen de
klant en de Dealer, te voorkomen, zijn hieronder sommige oorzaken van motorstoring
afgedrukt die de garantie niet dekt.
Normale slijtage: Net als alle andere mechanische apparaten hebben motoren
periodiek onderhoud nodig en moeten bepaalde onderdelen om de zoveel tijd worden
onderhouden of vervangen om goed te presteren. De garantie is niet van toepassing als
de motorschade het gevolg is van verkeerd gebruik, gebrek aan routineonderhoud,
verzending, verkeerde behandeling of opslag of onjuiste installatie. Ook vervalt het recht
op garantie als het serienummer van de motor is verwijderd of als er iets aan de motor is
gewijzigd of aangepast.
Verkeerd onderhoud: De levensduur van een motor is afhankelijk van de
omstandigheden waaronder hij wordt gebruikt en de mate van zorg voor de motor.
Bepaalde toepassingen, zoals grondfrezen, vuilwaterpompen of cirkelmaaiers moeten
vaak werken onder stoffige en vuile omstandigheden, die kunnen leiden tot wat lijkt op
voortijdige slijtage. Zulke slijtage, indien veroorzaakt door vuil, stof, bougiereinigergrit of
ander schurend materiaal dat de motor is binnengedrongen door verkeerd onderhoud,
wordt niet door garantie gedekt.
Deze garantie dekt uitsluitend
aan de motor gerelateerde defecte materialen en/of
bewerkingen, en niet vervanging of vergoeding van de machine waarop de motor
gemonteerd kan zijn. Noch strekt de garantie zich uit tot reparaties die nodig zijn
door:
1 Motoren die niet op de juiste wijze zijn aangebracht op de machine. Het wordt ten
sterkste aanbevolen dat contact wordt opgenomen met de fabriek voordat een B&S
3/LC motor wordt aangebracht op een machine waarop van origine geen B&S
3/LC motor wordt gebruikt.
2 Problemen veroorzaakt door onderdelen die geen originele Briggs & Stratton
onderdelen zijn.
3 Bedieningsonderdelen of -installaties waardoor de motor niet start, die slechte
motorprestaties veroorzaken of de levensduur van de motor bekorten. (Neem
contact op met de machinefabrikant.)
4 Lekkende carburateurs, verstopte brandstofleidingen of injectoren, vastzittende
kleppen, vervuilde injectiepompen en andere schaden die worden veroorzaakt door
het gebruik van vervuilde of oude brandstof. Gebruik schone, verse brandstof
(loodvrije benzine, diesel) en Briggs & Stratton brandstofstabilisator, onderdeelnr.
5041.
5 Onderdelen die ingelopen of defect zijn doordat de motor werd gebruikt met
onvoldoende, verkeerde of vuile smeerolie, of een verkeerde viscositeit smeerolie.
Gebruik een goede schone olie van de juiste viscositeit (controleer het oliepeil
dagelijks of na iedere 8 bedrijfsuren. Zonodig bijvullen en de olie verversen en het
oliefilter vervangen conform de aanbevolen intervallen). OIL GARD kan mogelijk
niet een draaiende motor doen afslaan. Motorschade kan optreden als het
olieniveau niet correct op peil gehouden wordt. Lees de gebruiksaanwijzing.
6 Reparatie of afstelling van bijbehorende onderdelen en samenstellen zoals
koppelingen, aandrijvingen, afstandbedieningen enz. die geen Briggs &
Stratton-fabricaat zijn.
7 Schade of slijtage die veroorzaakt is door het binnendringen van vuil doordat de
luchtfilter verkeerd is onderhouden of weer gemonteerd, of wanneer een
niet-origineel luchtfilterelement of -patroon wordt gebruikt. Reinig en/of vervang de
filter als aangegeven in de gebruiksaanwijzing.
8 Onderdelen die beschadigd zijn door te hoge toerentallen of oververhitting
veroorzaakt door gras of vuil dat de radiateur of de luchtkoelingsopening verstopt, of
schade veroorzaakt door gebruik van de motor in een afgesloten ruimte zonder
voldoende ventilatie. Motorschade veroorzaakt door het gebruik van een niet
nauwkeurig samengesteld mengsel van antivries en kraanwater, of water dat in de
motor doordringt om wat voor reden dan ook.
9 Motor- of machineonderdelen die kapot zijn gegaan door overmatig trillen als gevolg
van te losse motorbevestiging, losse maaimessen, niet uitbalanceerde messen of
losse of niet uitbalanceerde waaiers, verkeerde bevestiging van de machine aan de
motorkrukas, over toeren draaien of ander verkeerd gebruik als de motor in bedrijf
is.
10 Normaal onderhoud of afstelling van de motor.
11 Defect raken van de motor of een motoronderdeel, zoals verbrandingskamer,
kleppen, klepzetels, klepgeleiders, of verbrande startmotorwikkelingen, veroorzaakt
door het gebruik van alternatieve brandstoffen, zoals LPG, aardgas, veranderde
benzines, etc.
Garantieservice is uitsluitend beschikbaar via Servicedealers die zijn geautoriseerd
door Briggs & Stratton Corporation. U vindt uw dichtstbijzijnde Geautoriseerde
Briggs & Stratton 3/LC Service Dealer in onze “dealer locator” kaart op
www.BRIGGSsandSTRATTON.com of bel de importeur , of als genoemd in de
‘Gouden Gids’.
Not for Reproduction

Documenttranscriptie

Algemene informatie Noteer ten behoeve van vervangingsonderdelen of technische ondersteuning hieronder het motormodel, het type en de codenummers, evenals de aanschafdatum. Zie voor de locatie van deze nummers de pagina Kenmerken en bedieningsfuncties. Aanschafdatum: MM/DD/JJJJ Type: Code: Motor Vermogenklassering Informatie Voor 3/LC motoren zijn de bruto vermogenswaarden gebaseerd op de criteria van SAE J1995 en de netto vermogenswaarden op de criteria van SAE J1349. Het werkelijk geproduceerde vermogen van productiemotoren die in toepassingen zijn geïnstalleerd kan variëren en is afhankelijk van een aantal factoren, zoals de toerentalbegrenzing van de motor in de toepassing, omgevingsomstandigheden, het onderhoud van de motor / het apparaat en andere variabelen. WAARSCHUWING Briggs & Stratton keurt het gebruik niet goed of autoriseert het gebruik van deze motor niet voor toepassing op 3-wielige “Alle Terrein Voertuigen” (ATV’s), motorfietsen, plezier/vrijetijds-go-karts, vliegtuigproducten of voertuigen die bedoeld zijn voor wedstrijden. Het gebruik van deze motoren voor zulke toepassingen kan resulteren in beschadiging van eigendommen, ernstig letsel (inclusief verlamming) of zelfs de dood. n Model: OPGEPAST: Deze motor is door Briggs & Stratton zonder olie verzonden. Zorg er voordat u de motor start voor dat olie wordt bijgevuld volgens de instructies in deze handleiding. Wanneer U de motor zonder olie start, zal deze onherstelbaar beschadigen en dit zal niet door garantie gedekt zijn. tio Motor model: WAARSCHUWING De uitlaatgassen van dit product bevatten chemicaliën die in de Staat Californië bekend staan kanker, geboorteafwijkingen of andere reproductieve schade te kunnen veroorzaken. Gebruiker veiligheid uc WAARSCHUWING Benzine en haar dampen zijn uiterst brandbaar en explosief. Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood veroorzaken. VEILIGHEID EN BEDIENINGSSYMBOLEN Bewegende Delen Olie Giftige Dampen Langzaam Stop Explosie Schok Choke Aan Uit Brandstofkraan Snel ep Brandstof Draag Oogbescherming rR Terugslag Lees de gebruiksaanwijzing Heet Oppervlak Bevriezing Hete vloeistof of stoom fo Gevaarlijke chemische stof ro d Brand Bij het toevoegen van brandstof • Zet de motor uit en laat deze tenminste 2 minuten afkoelen voordat de tankdop verwijderd wordt. • Vul de brandstoftank buitenshuis of in een goed geventileerde omgeving. • De brandstoftank niet overvullen. Vul niet tot boven de bodem van de brandstoftanknek om uitzetting van de benzine te compenseren. • Houd benzine weg van vonken, open vlammen, waakvlammen, hitte en andere ontstekingsbronnen. • Controleer brandstofslangen, tank, dop en fittingen regelmatig op barsten of lekken. Zonodig vervangen. • Indien brandstof gemorst wordt, wachten tot deze verdampt is voordat de motor gestart wordt. Het veiligheid waarschuwingssymbool wordt gebruikt om veiligheidsinformatie te identificeren over gevaren die kunnen resulteren in persoonlijk letsel. Een signaalwoord (GEVAAR, WAARSCHUWING, of OPGEPAST) wordt met het waarschuwingssymbool gebruikt om de waarschijnlijkheid en de potentiële ernst van het letsel aan te geven. Daarbij kan een gevarensymbool gebruikt worden om het soort gevaar aan te geven. Bij het starten van de motor • Zorg ervoor dat bougie, uitlaat, tankdop en luchtfilter (indien de motor hiermee is uitgerust) op hun plaats zitten en stevig vast zitten. • Torn de motor niet indien de bougie verwijderd is. • Wanneer de motor “verzopen” is, plaats de choke (indien hiermee uitgerust) in de stand OPEN/”RUN”(=aan), beweeg de toerentalbediening (indien hiermee uitgerust) naar de “fast” (=volgas) positie en torn tot de motor start. Bij het gebruik van de machine • De motor of machine niet kantelen tot een hoek die veroorzaakt dat benzine gemorst wordt. • De carburateur niet choken om de motor te stoppen. • Start of gebruik de motor nooit met verwijderde luchtreiniger (indien de motor hiermee is uitgerust) of verwijderd luchtfilter (indien de motor hiermee is uitgerust). Bij olie verversen • Als u de olie aftapt uit de olievulbuis boven, dan moet de brandstoftank leeg zijn, anders kan er brandstof uitlekken wat kan leiden tot brand en explosie. Bij het transporteren van de machine • Transporteren met LEGE brandstoftank of met de benzinekraan in de stand “OFF” (=uit). WAARSCHUWING duidt op een gevaar dat, indien niet voorkomen, kan Bij het opslaan van benzine of de machine met brandstof in de tank • Opslaan uit de buurt van fornuizen, kachels, geisers of boilers of andere apparaten die een waakvlam bevatten of andere ontstekingsbronnen, omdat deze benzinedampen kunnen doen ontbranden. ot GEVAAR duidt op een gevaar dat, indien niet voorkomen, zal resulteren in de dood of ernstig letsel. N leiden tot de dood of ernstig letsel. VOORZICHTIG duidt op een gevaar dat, indien niet voorkomen, kan resulteren in licht of minder ernstig letsel. OPGEPAST duidt op een situatie die kan resulteren in schade aan het WAARSCHUWING product. Het starten van de motor creëert vonken. Vonken kunnen brandbare gassen ontsteken die zich in de buurt bevinden. Explosie en brand kunnen het resultaat zijn. WAARSCHUWING Bepaalde componenten in dit product en zijn bijbehorende accessoires bevatten chemicaliën waarvan bekend is dat ze kanker kunnen veroorzaken, alsmede geboorteafwijkingen en schade aan de voortplantingsorganen. Was uw handen als u ze hebt aangeraakt. • • Indien zich aardgas of LPG lekkage in de buurt bevindt, de motor niet starten. Gebruik geen onder druk staande startvloeistoffen omdat de dampen brandbaar zijn. nl 63 WAARSCHUWING WAARSCHUWING Motoren geven koolmonoxide af, een reukloos, kleurloos, gifgas. Het inademen van koolmonoxide kan misselijkheid, flauwvallen of de dood veroorzaken. Start en gebruik de motor buiten. De motor niet in een afgesloten ruimte starten of gebruiken, zelfs niet met open deuren of ramen. • • WAARSCHUWING Handen, voeten, haar, kleren, of accessoires kunnen in aanraking komen met- en verstrikt raken in draaiende onderdelen. Traumatische amputatie of ernstige verscheuring kan het resultaat zijn. De machine gebruiken met afschermingen op hun plaats. Houd handen en voeten weg van draaiende delen. Bind lang haar op en verwijder sierraden. Draag geen loszittende kleding, hangende koorden of zaken die verstrikt kunnen raken. Laat uitlaat, motorcilinder en vinnen afkoelen voordat deze aangeraakt worden. Verwijder opgehoopt vuil van het uitlaat- en cilindergebied. Conform artikel 4442 van het wetboek in Californië is het verboden om deze motor te gebruiken of te bedienen in gebieden met bos, met struikgewas of in grasland zonder een vonkenvanger -- zoals gedefinieerd in artikel 4442 -- in goede, werkende staat op het uitlaatsysteem. De wetgeving in andere staten of landen kan soortgelijke verordeningen hebben. Neem contact op met de fabrikant, de wederverkoper of de dealer voor de aanschaf van een vonkenvanger voor het uitlaatsysteem dat op deze motor is geïnstalleerd. Bij het controleren op vonken: • Gebruik een goedgekeurde vonktester. • Controleer niet op vonken met de bougie verwijderd. N ot fo rR ep • • • Voordat afstellingen of reparaties worden uitgevoerd: • Ontkoppel de bougiekabel en houd deze weg van de bougie. • Ontkoppel de accu bij de negatieve aansluiting (alleen motoren met elektrostart). • Gebruik uitsluitend de juiste gereedschappen. • Verander niets aan regulateurveren, verbindingsstangen of andere onderdelen om het motortoerental te verhogen. • Vervangingsonderdelen voor de uitlaat moeten hetzelfde zijn en op dezelfde manier geïnstalleerd worden als de originele onderdelen. • Sla niet met een hamer of hard voorwerp tegen het vliegwiel omdat het vliegwiel anders later uit elkaar kan vliegen tijdens bedrijf. ro d Draaiende motoren produceren hitte. Motoronderdelen, vooral de uitlaat, worden uiterst heet. Ernstige brandwonden kunnen optreden bij contact. Brandbaar vuil, zoals bladeren, gras, hout, enz., kan in brand geraken. tio WAARSCHUWING WAARSCHUWING Per ongeluk vonken kan resulteren in brand of een elektrische schok. Per ongeluk starten kan resulteren in verwarring, traumatische amputatie, of verscheuring. Brandgevaar uc • • • • De radiatordop of de dop van het reservoir NIET verwijderen als de motor warm is of draait. Zet de motor uit en laat hem afkoelen voordat u de radiatordop of de dop van het reservoir verwijdert en voordat u koelmiddel ververst of bijvoegt. n • • Ontsnappende stoom of heet koelmiddel kunnen ernstige brandwonden veroorzaken. 64 BRIGGSandSTRATTON.COM Werking Brandstof Aanbevelingen Brandstof moet aan deze voorwaarden voldoen: • Schone, verse, loodvrije benzine. • Een minimum octaangetal van 87/87 AKI (91 RON). Zie hieronder voor gebruik op grote hoogten. • Benzine met tot 10% ethanol (gasohol) of tot 15% MTBE (methyl tertiary butyl ether), is acceptabel. OPGEPAST: Gebruik geen niet-goedgekeurde benzine zoals E85. Meng geen olie door de benzine of modificeer de motor niet voor gebruik op alternatieve brandstoffen. Dit zal motorcomponenten beschadigen en de motorgarantie ongeldig doen maken. Meng om het brandstofsysteem tegen het vormen van gom te beschermen een brandstofstabilisator door de brandstof. Zie Opslag. Alle brandstof is niet hetzelfde. Wanneer start- of prestatieproblemen optreden, verander dan van brandstofleverancier of --merk. Deze motor is gecertificeerd om te werken op benzine. Het emissie beheersingsysteem van deze motor is EM (Engine Modifications). n Vergelijk de afbeelding 1 met uw motor om Uzelf vertrouwd te maken met de plaats van de diverse kenmerken en bedieningen. A. Motoridentificatie Model Type Code B. Bougie C. Peilstok D. Olievulopening E. Oliefilter F. Olie aftapplug G. Oliedruksensor H. Elektrische Starter I. Carburateur J. Thermostaat K. Ontstekingsspoel L. Oliepan M. Dynamo N. Koelvloeistoftemperatuurzender O. Datumcode motor Indien het oliepeil zich onder de “ADD” (=bijvullen) markering bevindt, voeg dan olie bij tot deze de “FULL” markering bereikt Start de motor en controleer op een juiste druk voordat de machine weer gebruikt wordt. Indien het oliepeil zich bevindt tussen de markeringen “ADD” (=bijvullen) en “FULL” (=vol), de motor niet starten. Raadpleeg een geautoriseerde Briggs & Stratton 3/LC Dealer om het probleem met de oliedruk te verhelpen. tio Kenmerken en bedieningen Grote Hoogten Olie Aanbevelingen Brandstof bijvullen - Fig. 4 ro d Wij raden voor de beste prestaties het gebruik aan van Briggs & Stratton garantiegecertificeerde olie. Andere hoge kwaliteit olie is aanvaardbaar wanneer deze geclassificeerd is “for service SF, SG, SH, SJ” of hoger. Gebruik geen speciale toevoegingen. Bij hoogten boven 900 meter is een minimum 85 octaan/85 AKI (89 RON) benzine acceptabel. Om te blijven voldoen aan emissievoorschriften, is een afstelling voor grote hoogten noodzakelijk. Gebruik zonder deze afstelling veroorzaakt slechtere prestaties, hoger brandstofverbruik en toegenomen emissies. Raadpleeg een geautoriseerde Briggs & Stratton 3/LC dealer voor informatie over afstelling voor grote hoogten. Gebruik van de motor onder 750 meter met een grote hoogten kit wordt niet aanbevolen. uc Oliecapaciteit (zie het Specificaties hoofdstuk) De buitentemperaturen bepalen de juiste olieviscositeit voor de motor. Gebruik de kaart om de beste viscositeit te bepalen voor het verwachte buitentemperatuurbereik. Wordt SAE 30 olie gebruikt bij temperaturen onder 4°C, dan leidt dat tot slecht starten. ** Het gebruik van 10W-30 bij temperaturen boven 27°C zal resulteren in hoger olieverbruik. Controleer het oliepeil vaker. fo * Olie controleren/bijvullen - Fig. 2 WAARSCHUWING Benzine en haar dampen zijn uiterst brandbaar en explosief. Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood veroorzaken. Bij het toevoegen van brandstof • Zet de motor uit en laat deze tenminste 2 minuten afkoelen voordat de tankdop verwijderd wordt. • Vul de brandstoftank buitenshuis of in een goed geventileerde omgeving. • De brandstoftank niet overvullen. Vul niet tot boven de bodem van de brandstoftanknek om uitzetting van de benzine te compenseren. • Houd benzine weg van vonken, open vlammen, waakvlammen, hitte en andere ontstekingsbronnen. • Controleer brandstofslangen, tank, dop en fittingen regelmatig op barsten of lekken. Zonodig vervangen. • Indien brandstof gemorst wordt, wachten tot deze verdampt is voordat de motor gestart wordt. ep rR 5W-30 Synthetisch 5W-30 10W-30 °C SAE 30 °F 3 ot Voordat de olie bijgevuld of gecontroleerd wordt • Plaats de motor waterpas. • Reinig rond de olievulopening. Koelvloeistof Aanbevelingen Koelvloeistofcapaciteit (raadpleeg de handleiding van de machinefabrikant) OPGEPAST: Dit is een vloeistofgekoelde motor. Een 50/50% mengsel van fosfaatvrije anti-vries en kraan water is nodig voor koelen, roestpreventie en smering van de waterpomp. Koelvloeistof controleren/bijvullen N 1. Verwijder de peilstok (A) en veeg deze af met een schone doek (Fig. 2). 2. Steek de peilstok er volledig in. 3. Verwijder de peilstok en controleer het oliepeil. Het moet tot de “FULL” (=vol) markering (B) op de peilstok zijn. 1. Reinig het gebied rond de tankdop. Verwijder de tankdop (A, Fig. 4). 2. Vul de brandstoftank (B) met benzine. Vul niet tot boven de bodem van de brandstoftanknek om uitzetting van de benzine te compenseren (C). 3. Installeer de tankdop weer. 4. Als het peil laag is, vul dan langzaam olie bij via de olievulbuis (C). Niet overvullen. Belangrijk: Tijdens het bijvullen van olie is afdoende ventilatie als volgt nodig: • Verwijder de peilstok. • Zorg ervoor dat er voldoende afstand (D) is tussen datgene waarmee olie gevuld wordt (E) en de olievulopening van de motor (C). Zie Fig. 3. 5. Installeer de peilstok nadat olie is bijgevuld. Start motor en laat deze vijf minuten stationair draaien. Zet de motor uit. Wacht drie minuten en controleer het oliepeil. Vul zonodig olie bij om het peil tot de ”FULL” (=vol) markering (B) op de peilstok te brengen (Fig. 2). 6. Installeer de peilstok. Oliedruk Indien de oliedruk te laag is, dan zal een drukschakelaar (indien hiermee uitgerust) de motor stoppen of een waarschuwing op de machine activeren. Stop wanneer dit optreedt de motor en controleer het oliepeil met de peilstok. WAARSCHUWING Ontsnappende stoom of heet koelmiddel kunnen ernstige brandwonden veroorzaken. • • De radiatordop of de dop van het reservoir NIET verwijderen als de motor warm is of draait. Zet de motor uit en laat hem afkoelen voordat u de radiatordop of de dop van het reservoir verwijdert en voordat u koelmiddel ververst of bijvoegt. 1. Controleer voor gebruik het koelvloeistofniveau. De koelvloeistof moet zich bevinden tussen de ”FULL” (=vol) en de ”LOW” (=laag)/”ADD” (=bijvullen) markeringen op het koelvloeistofreservoir bevinden. Als het koelvloeistofniveau te laag is, vul het reservoir dan bij met een 50/50% mengsel van fosfaatvrije anti-vries en kraan water. nl 65 2. Plaats om de reservoirdop nadat de motor is afgekoeld te verwijderen, een dikke doek over de reservoirdop. Draai de reservoirdop langzaam linksom om te verwijderen. 3. Als het reservoir droog is, vul dan koelvloeistof bij in zowel het reservoir als de radiateur. Raadpleeg de handleiding van de machinefabrikant voor de plaats, werking en onderhoud van het koelvloeistofreservoir en de radiateur. 4. Plaats, nadat de motor is afgekoeld, een dikke doek over de radiateurdop om deze te verwijderen. Draai de radiateurdop langzaam linksom tot de eerste aanslag. Wanneer stoom onder druk ontsnapt, stap dan achteruit om verwondingen te voorkomen. Druk, nadat alle druk ontsnapt is, naar beneden en draai de radiateurdop linksom om deze te verwijderen. WAARSCHUWING Het starten van de motor creëert vonken. Vonken kunnen brandbare gassen ontsteken die zich in de buurt bevinden. Explosie en brand kunnen het resultaat zijn. • • Indien zich aardgas of LPG lekkage in de buurt bevindt, de motor niet starten. Gebruik geen onder druk staande startvloeistoffen omdat de dampen brandbaar zijn. Meters en lampjes De getoonde meter en lampjes zijn generiek en representeren verscheidene opties die gebruikt kunnen zijn. Raadpleeg de handleiding van de machine voor de plaats en werking van meters en lampjes. OPGEPAST: Deze motor is door Briggs & Stratton zonder olie verzonden. Zorg er voordat U de motor start voor dat olie volgens de instructies in deze handleiding wordt bijgevuld. Wanneer U de motor zonder olie start, zal deze onherstelbaar beschadigen en dit zal niet door garantie gedekt zijn. Noot: Sommige motoren en machines hebben afstandsbediening. Kijk in de betreffende handleiding voor de locatie en de bediening van de afstandsbediening. 1. Controleer het oliepeil. Zie het Olie controleren/toevoegen hoofdstuk. 2. Zorg ervoor dat aandrijvingbedieningen, indien hiermee uitgerust, zijn ontkoppeld. 3. Draai de brandstofkraan (A), indien hiermee uitgerust open (Fig. 5). ro d Brandstofmeter Geeft de hoeveelheid brandstof aan die zich nog in de brandstoftank bevindt. Houd, om condensatie te voorkomen, de brandstoftank vol. Start en gebruik de motor buiten. De motor niet in een afgesloten ruimte starten of gebruiken, zelfs niet met open deuren of ramen. uc Urenteller Geeft het totaal aantal bedrijfsuren aan. n • • tio Koelvloeistoftemperatuur meter Geeft de temperatuur van de koelvloeistof aan wanneer het startslot zich in de positie ”ON” (=aan) bevindt. Normaal bereik 80º -- 90º C Gevaarlijk bereik boven 105º C WAARSCHUWING Motoren geven koolmonoxide af, een reukloos, kleurloos, gifgas. Het inademen van koolmonoxide kan misselijkheid, flauwvallen of de dood veroorzaken. . 5. Draai het contactslot (D) naar de stand ”on” (=aan)/”start” (Fig. 5). OPGEPAST: Start, voor een optimale levensduur van de startmotor, steeds kortstondig, niet meer dan 15 seconden per minuut. Door langer starten kan de startmotor beschadigen. 6. Trek, wanneer de motor niet onmiddellijk start, de chokebediening (C) uit, indien hiermee uitgerust, naar de stand ”choke” . Noot: Over het algemeen hoeft u de choke niet te gebruiken bij het herstarten van een warme motor. ep Temperatuurlampje Indien het temperatuurlampje aan gaat, dan raakt de motor oververhit. Stop de motor en controleer het koelvloeistofniveau (raadpleeg het hoofdstuk Koelvloeistof controleren). Controleer de radiateur op vervuiling waardoor de luchtstroom belemmerd kan worden. 4. Zet de toerentalbediening (C) een beetje voorbij de stand langzaam rR Ontstekinglampje Wanneer het startslot naar de stand ”ON” (=aan) wordt gedraaid, moet het ontstekinglampje gaan branden. Wanneer de motor draait, moet het lampje uitgaan. Wanneer het ontstekinglampje uit is wanneer het contactslot naar ”ON” gedraaid is, controleer dan op een opgeblazen zekering. fo Oliedruklampje Wanneer het startslot naar de stand ”ON” (=aan) wordt gedraaid, moet het oliedruklampje gaan branden. Wanneer de motor draait, moet het lampje uitgaan. Wanneer het oliedruklampje aangaat wanneer de motor draait, stop dan onmiddellijk de motor. Controleer eerst het oliepeil (zie het hoofdstuk Olie controleren/bijvullen). Controleer vervolgens het elektrische systeem. ot Laadstroomlampje Wanneer het startslot naar de stand ”ON” (=aan) wordt gedraaid, moet het laadstroomlampje gaan branden. Wanneer de motor draait, moet het lampje uitgaan. Wanneer het laadstroomlampje aangaat wanneer de motor draait, controleer dan het elektrische systeem. De motor stoppen - Fig. 5 WAARSCHUWING Benzine en haar dampen zijn uiterst brandbaar en explosief. Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood veroorzaken. • De carburateur niet choken om de motor te stoppen. . Draai 1. Beweeg de toerentalbediening (B) naar de stand “SLOW” (=langzaam) het contactslot (D) naar de stand “OFF” (=uit) (Fig. 5). Verwijder de sleutel en bewaar deze op een veilige plaats buiten het bereik van kinderen. 2. Draai nadat de motor stopt de brandstofkraan (A), indien hiermee uitgerust, dicht. N De Motor Starten - Fig. 5 7. Beweeg wanneer de motor opwarmt de chokebediening (C) naar de “run” (=aan) positie. WAARSCHUWING Benzine en haar dampen zijn uiterst brandbaar en explosief. Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood veroorzaken. Bij het starten van de motor • Zorg ervoor dat bougie, uitlaat, tankdop en luchtfilter (indien de motor hiermee is uitgerust) op hun plaats zitten en stevig vast zitten. • Torn de motor niet indien de bougie verwijderd is. • Wanneer de motor “verzopen” is, plaats de choke (indien hiermee uitgerust) in de stand OPEN/”RUN”(=aan), beweeg de toerentalbediening (indien hiermee uitgerust) naar de “fast” (=volgas) positie en torn tot de motor start. 66 Onderhoud Gebruik uitsluitend originele onderdelen. Andere onderdelen kunnen mogelijk niet zo goed presteren, schade aan de machine veroorzaken of resulteren in persoonlijk letsel. Ook kan het gebruik van andere onderdelen uw garantie ongeldig doen maken. Wij adviseren dat U voor al het onderhoud en alle onderhoud en service aan de motor en de motoronderdelen een geautoriseerde Briggs & Stratton 3/LC servicedealer raadpleegt. OPGEPAST: Alle componenten die zijn gebruikt om deze motor te bouwen moeten op hun plaats blijven voor een juiste werking. BRIGGSandSTRATTON.COM Emissie Beheersing Uitlaat en Vonkenvanger Inspecteren Onderhoud, vervanging of reparatie van emissiebeheersing voorzieningen en systemen kunnen uitgevoerd worden door elke reparatie-inrichting of --individu voor “non-road” motoren. Echter, voor het verkrijgen van gratis emissiebeheersing service moet het werk worden uitgevoerd door een door de fabriek geautoriseerde dealer. Zie de Emissies Garantie. WAARSCHUWING Draaiende motoren produceren hitte. Motoronderdelen, vooral de uitlaat, worden uiterst heet. Ernstige brandwonden kunnen optreden bij contact. Brandbaar vuil, zoals bladeren, gras, hout, enz., kan in brand geraken. WAARSCHUWING Bij het controleren op vonken: • Gebruik een goedgekeurde vonktester. • Controleer niet op vonken met de bougie verwijderd. Ontsnappende stoom of heet koelmiddel kunnen ernstige brandwonden veroorzaken. Motoroliepeil controleren Koelvloeistofniveau controleren ep Motorolie verversen * • Iedere 100 uur of jaarlijks Spanning ventilatorriem controleren Radiateur reinigen Luchtfilter reinigen Uitlaat controleren en vonkenvanger reinigen (indien hiermee uitgerust) Olie verversen - Fig. 2 Iedere 600 uur of jaarlijks • ot Jaarlijks fo Luchtfilter vervangen Klepspeling controleren H Brandstoffilter vervangen Bougies vervangen rR Koelvloeistof vervangen Vaker onderhoud uitvoeren bij bedrijf onder zware belasting of hoge temperaturen. Niet nodig tenzij zich prestatieproblemen van de motor voordoen. •\ Motorolie verversen * • Oliefilter vervangen * H • De radiatordop of de dop van het reservoir NIET verwijderen als de motor warm is of draait. Zet de motor uit en laat hem afkoelen voordat u de radiatordop of de dop van het reservoir verwijdert en voordat u koelmiddel ververst of bijvoegt. 1. Controleer het koelvloeistofniveau. Het koelvloeistofniveau moet zich bevinden tussen de ”FULL” (=vol) en ”LOW” (=laag), of ”ADD” (=bijvullen) markeringen op het koelvloeistofreservoir. Als het niveau laag is, vul dan het reservoir bij met een 50/50% koelvloeistofmengsel van fosfaatvrije anti-vries en kraan water. 2. Plaats om de reservoirdop nadat de motor is afgekoeld te verwijderen, een dikke doek over de reservoirdop. Draai de reservoirdop langzaam linksom om te verwijderen. 3. Als het reservoir droog is, vul dan zowel het reservoir als de radiateur bij. Raadpleeg de handleiding van de machinefabrikant voor locatie, werking en onderhoud van het koelvloeistofreservoir en de radiateur. 4. Plaats, om de radiateurdop te verwijderen nadat de motor is afgekoeld, een dikke doek over de radiateurdop. Draai de radiateurdop langzaam linksom tot de eerste aanslag. Als stoom onder druk uit de dop ontsnapt, stap dan terug om verwondingen te voorkomen. Druk, nadat alle druk ontsnapt is, naar beneden en draai de radiateurdop linksom om deze te verwijderen. Iedere 150 uur of jaarlijks • • • • n ro d WAARSCHUWING Eerste 50 uur (Eerste inloopperiode) • • • • WAARSCHUWING: Vervangingsonderdelen moeten origineel zijn en op dezelfde manier gemonteerd worden als de oorspronkelijke onderdelen, anders kan brand optreden. OPGEPAST: Dit is een vloeistofgekoelde motor. Een 50/50% koelvloeistofmengsel van fosfaatvrije anti-vries en kraan water is nodig voor koelen, roestpreventie en smering van de waterpomp. Iedere 8 uur of dagelijks • Inspecteer de uitlaat op barsten, corrosie of andere beschadiging. Verwijder de vonkenvanger, als de machine hiermee is uitgerust en inspecteer deze op beschadiging of koolverstopping. Gebruik bij vervanging uitsluitend originele vervangingsonderdelen. Koelvloeistof controleren Onderhoudskaart • • Laat uitlaat, motorcilinder en vinnen afkoelen voordat deze aangeraakt worden. Verwijder opgehoopt vuil van het uitlaat- en cilindergebied. Conform artikel 4442 van het wetboek in Californië is het verboden om deze motor te gebruiken of te bedienen in gebieden met bos, met struikgewas of in grasland zonder een vonkenvanger -- zoals gedefinieerd in artikel 4442 -- in goede, werkende staat op het uitlaatsysteem. De wetgeving in andere staten of landen kan soortgelijke verordeningen hebben. Neem contact op met de fabrikant, de wederverkoper of de dealer voor de aanschaf van een vonkenvanger voor het uitlaatsysteem dat op deze motor is geïnstalleerd. tio Voordat afstellingen of reparaties worden uitgevoerd: • Ontkoppel de bougiekabel en houd deze weg van de bougie. • Ontkoppel de accu bij de negatieve aansluiting (alleen motoren met elektrostart). • Gebruik uitsluitend de juiste gereedschappen. • Verander niets aan regulateurveren, verbindingsstangen of andere onderdelen om het motortoerental te verhogen. • Vervangingsonderdelen voor de uitlaat moeten hetzelfde zijn en op dezelfde manier geïnstalleerd worden als de originele onderdelen. • Sla niet met een hamer of hard voorwerp tegen het vliegwiel omdat het vliegwiel anders later uit elkaar kan vliegen tijdens bedrijf. • • • uc Per ongeluk vonken kan resulteren in brand of een elektrische schok. Per ongeluk starten kan resulteren in verwarring, traumatische amputatie, of verscheuring. Brandgevaar Carburateur Afstelling N Voer nooit afstellingen aan de carburateur uit. De carburateur was op de fabriek afgesteld om efficiënt te werken onder de meeste omstandigheden. Als echter afstelling noodzakelijk is, raadpleeg dan een geautoriseerde Briggs & Stratton 3/LC dealer voor service. OPGEPAST: De fabrikant van de machine waarop deze motor is geïnstalleerd specificeert het maximum toerental waarop de motor gebruikt zal worden. Overtref dit toerental niet. 7 Gebruikte olie is gevaarlijk afval en moet op de juiste manier weggegooid worden. Niet met huishoudelijk afval weggooien. Raadpleeg de plaatselijke instanties, het servicecentrum of de dealer voor veilige manieren om weg te gooien/te recyclen. Olie verwijderen 1. Ontkoppel, met uitgezette, maar nog warme motor, de bougiekabels (F, Fig. 2) en houd deze weg van de bougies. 2. Verwijder de olieaftapplug (G, Fig. 7). Tap de olie af in een goedgekeurde opvangbak. 3. Installeer nadat de olie is afgetapt de olie aftapplug en draai deze vast. Oliefilter vervangen De bougie vervangen - Fig. 6 Controleer de elektrodeafstand (A, Fig. 6) met een draadvoeler (B). Verstel zonodig de opening. Installeer de bougie en draai deze vast met het aanbevolen aanhaalkoppel. Zie voor afstelling van de opening of het aanhaalkoppel het Specificaties hoofdstuk. Noot: In sommige gebieden schrijven plaatselijke wetten het gebruik voor van een weerstandsbougie om ontstekingssignalen te onderdrukken. Indien deze motor origineel was uitgerust met een weerstandsbougie, gebruik dan voor vervanging hetzelfde type bougie. Zie voor vervangingsintervallen de Onderhoud kaart. 1. Tap de olie uit de motor af. Zie de Olie Verwijderen sectie. 2. Verwijder het oliefilter (H, Fig. 7) en gooi deze op de juiste manier weg. 3. Smeer, voordat U het nieuwe oliefilter installeert, de filterpakking in met verse, schone olie. 4. Installeer het oliefilter met de hand tot de pakking de oliefilteradapter raakt, draai het oliefilter dan nog 1/2 tot 3/4 slag vast. 5. Vul olie bij. Zie het hoofdstuk Olie bijvullen. nl 67 Plaats de motor waterpas. Reinig rond de olievulopening. Raadpleeg het hoofdstuk Specificaties voor de oliecapaciteit. Verwijder de peilstok (A, Fig. 2). Giet de olie langzaam in de olievulopening van de motor (C). Niet overvullen. Belangrijk: Tijdens het bijvullen van olie is afdoende ventilatie als volgt nodig: • Verwijder de peilstok. • Zorg ervoor dat er voldoende afstand (D) is tussen datgene waarmee olie gevuld wordt (E) en de olievulopening van de motor (C). Zie Fig. 3. 3. Installeer de peilstok na het bijvullen van de olie. Start de motor en laat deze vijf minuten stationair draaien. Zet de motor uit. Wacht drie minuten en controleer het oliepeil. Vul zonodig olie bij om het peil tot de ”FULL” (=vol) markering (B) op de peilstok te brengen (Fig. 2). 4. Installeer de peilstok. • • • 1. 2. Luchtfilter onderhouden - Fig. 8 Opslag WAARSCHUWING Benzine en haar dampen zijn uiterst brandbaar en explosief. Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood veroorzaken. tio Bij het opslaan van benzine of de machine met brandstof in de tank • Opslaan uit de buurt van fornuizen, kachels, geisers of boilers of andere apparaten die een waakvlam bevatten of andere ontstekingsbronnen, omdat deze benzinedampen kunnen doen ontbranden. Start of gebruik de motor nooit met verwijderde luchtfilter. ro d OPGEPAST: Gebruik geen perslucht of oplosmiddelen om de luchtfilter te reinigen. Perslucht kan de filter beschadigen en oplosmiddelen zullen de filter oplossen. Raadpleeg de Onderhoud kaart voor de benodigde service. 1. Open de vergrendelingen (A) en verwijder het deksel (B). Zie Fig., 8. 2. Verwijder het luchtfilter (C). 3. Tik om vuil los te maken de luchtfilter zachtjes tegen een hard oppervlak. Vervang de luchtfilter door een nieuwe wanneer dit erg vuil is. 4. Installeer het luchtfilter. 5. Installeer het deksel en sluit de vergrendelingen. Brandstofsysteem Brandstof kan verouderen indien deze langer wordt bewaard dan 30 dagen. Verouderde brandstof veroorzaakt dat zich zuur- en gomafzettingen vormen in het brandstofsysteem en op essentiële carburateurdelen. Gebruik om de brandstof vers te houden Briggs & Stratton FRESH START® brandstofstabilisator, verkrijgbaar als vloeibare toevoeging of een geconcentreerde druppelpatroon. De brandstof hoeft niet afgetapt te worden indien een brandstofstabilisator volgens de instructies is toegevoegd. Laat de motor 2 minuten draaien om de stabilisator door het brandstofsysteem te laten circuleren. De motor en brandstof kunnen dan tot 24 maanden worden opgeslagen. Wanneer de benzine in de motor niet is behandeld met een brandstofstabilisator, dan moet deze afgetapt worden in een geschikte container. Laat de motor draaien tot deze stopt door brandstofgebrek. Het gebruik van een brandstofstabilisator in de jerrycan wordt aanbevolen om versheid te verzekeren. Motorolie Ververs, terwijl de motor nog warm is, de motorolie. uc WAARSCHUWING Benzine en haar dampen zijn uiterst brandbaar en explosief. Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood veroorzaken. • Ventilatorriemspanning afstellen 1. Draai de bevestigingsbouten van de dynamo los (D) en (E). Zie Fig. 10). 2. Houd een breekijzer (F) tegen de dynamo (G) en de zijkant van het motorblok. Trek om de ventilatorriem op spanning te krijgen aan het breekijzer. Draai de bevestigingsbouten van de dynamo tijdelijk vast. 3. Controleer de spanning van de ventilatorriem. Zie het hoofdstuk Ventilatorriemspanning controleren. Herhaal de procedure zonodig. 4. Draai de bevestigingsbouten van de dynamo vast. Draai bout vast (D) op 19 Nm. Draai bout vast (E) op 61 Nm. n Olie bijvullen ep Storingzoeken Brandstoffilter vervangen - Fig. 9 Specificaties WAARSCHUWING • • ot • Houd benzine weg van vonken, open vlammen, waakvlammen, hitte en andere ontstekingsbronnen. Controleer brandstofslangen, tank, dop en nippels regelmatig op barsten of lekkages. Zonodig vervangen. Tap voordat u de brandstoffilter reinigt of vervangt eerst de brandstoftank af of draai de brandstofkraan dicht. Vervangingsonderdelen voor de uitlaat moeten hetzelfde zijn en op dezelfde manier geïnstalleerd worden als de originele onderdelen. Indien brandstof gemorst wordt, wachten tot deze verdampt is voordat de motor gestart wordt. fo • rR Benzine en haar dampen zijn uiterst brandbaar en explosief. Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood veroorzaken. • N 1. Voordat U de brandstoffilter vervangt (A, Fig. 9), indien hiermee uitgerust, eerst de brandstoftank aftappen of de brandstofkraan dichtdraaien. Anders kan er brandstof lekken en brand of explosie veroorzaken. 2. Druk de lipjes (B) op de klemmen (C) samen met een tang en schuif de klemmen daarna weg van de brandstoffilter. Trek de brandstofleidingen (D) draaiend van de brandstoffilter af. 3. Controleer de brandstofleidingen en -aansluitingen regelmatig op scheurtjes of lekkage. Zonodig vervangen. 4. Vervang de brandstoffilter door een origineel (OEM) vervangingsfilter 5. Zet de brandstofleidingen vast met de klemmen zoals op de afbeelding te zien is. Ventilatorriem controleren/afstellen - Fig. 10 Ventilator V-snaar controleren 1. Controleer de conditie van de ventilatorriem (A, Fig. 10). Wanneer de ventilatorriem gebarsten of beschadigd is, vervang deze dan door een nieuwe. 2. Controleer de spanning (B) van de ventilatorriem. Druk op het midden (C) van de ventilatorriem. Wanneer de spanning correct is, dan zal de riem 10 -- 12 mm bewegen indien een kracht van 10 kg op het midden van de riem wordt uitgeoefend. Als de spanning onvoldoende is, stel deze dan als volgt af. 68 Hulp nodig? Ga naar BRIGGSandSTRATTON.COM of raadpleeg de website van de importeur 1-800-233-3723. Motor Specificaties Model Cilinderinhoud Boring Slag Oliecapaciteit 580000 58,16 ci (953 cc) 2,835 in (72 mm) 3,071 in (78 mm) 3,5 qt (3,3 L) Onderhoud specificaties * Model Bougie elektrodeafstand Bougie aanhaalkoppel Inlaatklepspeling Y Uitlaatklepspeling Y 580000 0,030 in (0,76 mm) 180 lb-in (20 Nm) 0,007 in (0,18 mm) 0,007 in (0,18 mm) * Het motorvermogen zal afnemen met 3,5% voor elke 300 meter boven zeeniveau en 1% voor iedere 5,6° C boven 25° C. De motor zal bevredigend functioneren onder een hoek tot 15°. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de machine voor maximum veilige toegestane hellingshoeken. Y Controleren bij koude motor. Algemene service onderdelen n Serviceonderdeel Luchtfilter Oliefilter Brandstoffilter Benzinetoevoeging Weerstandsbougie Bougiesleutel Vonktester V-snaar (940 mm) V-snaar (970 mm) Onderdeelnummer 820263 491056 821026 5041 496055, 5066 19374 19400 821075 820893 n Wij adviseren dat U voor al het onderhoud en alle service aan de motor en de motoronderdelen een geautoriseerde Briggs & Stratton 3/LC servicedealer raadpleegt. Gebruik uitsluitend originele Briggs & Stratton onderdelen. BRIGGSandSTRATTON.COM BRIGGS & STRATTON 3/LC MOTOR GARANTIEBELEID VOOR DE EIGENAAR Mei 2008 GARANTIEBEPALINGEN De Briggs & Stratton Corporation zal elk onderdeel gratis repareren of vervangen dat een defect vertoont in materiaal of bewerking of beide. Transportkosten voor onderdelen die zijn ingezonden voor reparatie of vervanging onder deze garantie komen ten laste van de koper. Deze garantie is geldig voor- en onderhavig aan de onderstaande periodes en voorwaarden. Raadpleeg voor garantieservice de dichtstbijzijnde Geautoriseerde Briggs & Stratton 3/LC Service Dealer in onze “dealer locator map” op BRIGGSandSTRATTON.COM, of kijk in de ‘Gouden Gids’. tio n Er is geen andere expliciete garantie. Impliciete garanties als verkoopbaarheid en geschiktheid voor een bepaald doel zijn beperkt tot één jaar vanaf aankoop, of tot mate die door de wet is toegestaan. Alle impliciete garanties zijn uitgesloten. Aansprakelijkheid voor incidentele of gevolgschades zijn uitgesloten voor zover deze uitsluiting wettelijk is toegestaan. Sommige rechtsgebieden staan geen beperkingen toe met betrekking tot de lengte van impliciete garantie, en sommige rechtsgebieden staan geen beperking toe met betrekking tot gevolgschades, dus de bovenvermelde beperkingen kunnen mogelijk niet op U van toepassing zijn. Deze garantie geeft U bepaalde specifieke wettelijke rechten en U kunt mogelijk andere rechten hebben die van rechtsgebied tot rechtsgebied variëren. ONS PRODUCT Vanguardt 3/LC Garantie op belangrijke onderdelen* Onderdelen en arbeidsloon* Consumentengebruik of commercieel gebruik 2 jaar 3 jaar 2 jaar Let op de volgende speciale garantieperiodes: Onder deze garantiepolitiek zijn onderdelen en arbeidsloon gedurende 2 jaar gedekt. De dekking van belangrijke onderdelen loopt door tot en met het derde gebruiksjaar. De Belangrijke Onderdelen Garantie (M.P.W.) dekt maar is niet beperkt tot of geldt niet exclusief voor cilinderblok, cilinderkop, krukas, nokkenas, tandwielen, zuigers, drijfstangen, vliegwiel, vliegwielbehuizing, oliepomp, ventilator, poelies, mechanische regulateur, inlaatspruitstuk en carterpan. Onder M.P.W. is onder andere niet gedekt en is niet beperkt tot zuigerveren, vervangbare lagers, waterpomp, alle elektrische componenten, klepcomponenten, accessoire onderdelen, dichtingen, pakkingen, carburateurs, uitlaatspruitstuk, slangen, alle componenten van het brandstofsysteem, injectoren, injectiepomp, turbolader, uitlaat, alle filters, radiateur, thermostaat, bougies, gloeibougies, brandstofpompen. De garantieperiode begint op de dag van aankoop door de eerste detailhandelconsument of commerciële eindgebruiker en gaat door voor de tijdsperiode in bovenstaande tabel. ro d * uc Garantieperiode Er is geen garantieregistratie nodig om garantie te verkrijgen op Briggs & Stratton producten. Bewaar uw aankoopnota. Indien u geen bewijs van de eerste aankoopdatum kunt overleggen op het moment dat om garantieservice verzocht wordt, dan zal de fabricagedatum van het product gebruikt worden om de garantieperiode te bepalen. 3 Bedieningsonderdelen of -installaties waardoor de motor niet start, die slechte motorprestaties veroorzaken of de levensduur van de motor bekorten. (Neem contact op met de machinefabrikant.) ep Over uw garantie rR B&S verwelkomt garantiereparatie en verontschuldigt zich voor het ongemak. Elke geautoriseerde Briggs & Stratton 3/LC servicedealer kan garantiereparaties uitvoeren. De meeste garantie zal routinematig afgehandeld worden, maar soms zijn verzoeken om garantieservice niet billijk. Garantie is bijvoorbeeld niet van toepassing indien de motorschade is ontstaan door misbruik, gebrek aan normaal onderhoud, transport, behandeling, opslag of verkeerde installatie. Evenzo is garantie niet meer geldig als het serienummer van de motor verwijderd is of wanneer de motor veranderd of gemodificeerd is. fo Indien een klant het niet eens is met de beslissing van de Service Dealer, zal een onderzoek worden uitgevoerd om te bepalen of garantie van toepassing is. Vraag de Service Dealer om alle ondersteunende feiten naar de fabriek of diens vertegenwoordigende importeur te sturen voor onderzoek. Als de Importeur of de Fabriek besluit dat de claim gerechtvaardigd is, zal de klant volledig vergoed worden voor die onderdelen die defect zijn. Om misverstanden, die kunnen optreden tussen de klant en de Dealer, te voorkomen, zijn hieronder sommige oorzaken van motorstoring afgedrukt die de garantie niet dekt. ot Normale slijtage: Net als alle andere mechanische apparaten hebben motoren periodiek onderhoud nodig en moeten bepaalde onderdelen om de zoveel tijd worden onderhouden of vervangen om goed te presteren. De garantie is niet van toepassing als de motorschade het gevolg is van verkeerd gebruik, gebrek aan routineonderhoud, verzending, verkeerde behandeling of opslag of onjuiste installatie. Ook vervalt het recht op garantie als het serienummer van de motor is verwijderd of als er iets aan de motor is gewijzigd of aangepast. N Verkeerd onderhoud: De levensduur van een motor is afhankelijk van de omstandigheden waaronder hij wordt gebruikt en de mate van zorg voor de motor. Bepaalde toepassingen, zoals grondfrezen, vuilwaterpompen of cirkelmaaiers moeten vaak werken onder stoffige en vuile omstandigheden, die kunnen leiden tot wat lijkt op voortijdige slijtage. Zulke slijtage, indien veroorzaakt door vuil, stof, bougiereinigergrit of ander schurend materiaal dat de motor is binnengedrongen door verkeerd onderhoud, wordt niet door garantie gedekt. Deze garantie dekt uitsluitend aan de motor gerelateerde defecte materialen en/of bewerkingen, en niet vervanging of vergoeding van de machine waarop de motor gemonteerd kan zijn. Noch strekt de garantie zich uit tot reparaties die nodig zijn door: 1 2 Motoren die niet op de juiste wijze zijn aangebracht op de machine. Het wordt ten sterkste aanbevolen dat contact wordt opgenomen met de fabriek voordat een B&S 3/LC motor wordt aangebracht op een machine waarop van origine geen B&S 3/LC motor wordt gebruikt. Problemen veroorzaakt door onderdelen die geen originele Briggs & Stratton onderdelen zijn. 4 Lekkende carburateurs, verstopte brandstofleidingen of injectoren, vastzittende kleppen, vervuilde injectiepompen en andere schaden die worden veroorzaakt door het gebruik van vervuilde of oude brandstof. Gebruik schone, verse brandstof (loodvrije benzine, diesel) en Briggs & Stratton brandstofstabilisator, onderdeelnr. 5041. 5 Onderdelen die ingelopen of defect zijn doordat de motor werd gebruikt met onvoldoende, verkeerde of vuile smeerolie, of een verkeerde viscositeit smeerolie. Gebruik een goede schone olie van de juiste viscositeit (controleer het oliepeil dagelijks of na iedere 8 bedrijfsuren. Zonodig bijvullen en de olie verversen en het oliefilter vervangen conform de aanbevolen intervallen). OIL GARD kan mogelijk niet een draaiende motor doen afslaan. Motorschade kan optreden als het olieniveau niet correct op peil gehouden wordt. Lees de gebruiksaanwijzing. 6 Reparatie of afstelling van bijbehorende onderdelen en samenstellen zoals koppelingen, aandrijvingen, afstandbedieningen enz. die geen Briggs & Stratton-fabricaat zijn. 7 Schade of slijtage die veroorzaakt is door het binnendringen van vuil doordat de luchtfilter verkeerd is onderhouden of weer gemonteerd, of wanneer een niet-origineel luchtfilterelement of -patroon wordt gebruikt. Reinig en/of vervang de filter als aangegeven in de gebruiksaanwijzing. 8 Onderdelen die beschadigd zijn door te hoge toerentallen of oververhitting veroorzaakt door gras of vuil dat de radiateur of de luchtkoelingsopening verstopt, of schade veroorzaakt door gebruik van de motor in een afgesloten ruimte zonder voldoende ventilatie. Motorschade veroorzaakt door het gebruik van een niet nauwkeurig samengesteld mengsel van antivries en kraanwater, of water dat in de motor doordringt om wat voor reden dan ook. 9 Motor- of machineonderdelen die kapot zijn gegaan door overmatig trillen als gevolg van te losse motorbevestiging, losse maaimessen, niet uitbalanceerde messen of losse of niet uitbalanceerde waaiers, verkeerde bevestiging van de machine aan de motorkrukas, over toeren draaien of ander verkeerd gebruik als de motor in bedrijf is. 10 Normaal onderhoud of afstelling van de motor. 11 Defect raken van de motor of een motoronderdeel, zoals verbrandingskamer, kleppen, klepzetels, klepgeleiders, of verbrande startmotorwikkelingen, veroorzaakt door het gebruik van alternatieve brandstoffen, zoals LPG, aardgas, veranderde benzines, etc. Garantieservice is uitsluitend beschikbaar via Servicedealers die zijn geautoriseerd door Briggs & Stratton Corporation. U vindt uw dichtstbijzijnde Geautoriseerde Briggs & Stratton 3/LC Service Dealer in onze “dealer locator” kaart op www.BRIGGSsandSTRATTON.com of bel de importeur, of als genoemd in de ‘Gouden Gids’. nl 69
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92

Briggs & Stratton 589447 Handleiding

Categorie
Motor
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor