AZ1316

Philips AZ1316, AZ1316/00C Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Philips AZ1316 Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
Nederlands TOETSEN
STROOMVOORZIENING
Wilt u de batterijen sparen, gebruik dan zo vaak als u
kunt de netvoeding. Let erop dat u het netsnoer uit
het apparaat en het stopcontact haalt voor u de bat-
terijen in het apparaat plaatst.
Batterijen (niet bijgeleverd)
Hoofdtoestel (Zie 1)
Plaats 6 batterijen, type R-14, UM-2 of C, (bij
voorkeur alkaline) met de juiste polariteit.
Afstandsbediening (Zie A)
Plaats 2 batterijen, type AAA, R03 of UM4 (bij
voorkeur alkaline).
Door verkeerd gebruik kunnen batterijen gaan lekken
waardoor roest ontstaat in het batterijvak of waar-
door de batterijen kunnen openbarsten.
Gebruik geen verschillende types batterijen door
elkaar, bijvoorbeeld alkaline met zink-koolstof.
Gebruik voor het apparaat enkel batterijen van het-
zelfde type.
Als u de batterijen vervangt, gebruik dan geen
oude en nieuwe batterijen door elkaar.
Batterijen bevatten chemicaliën en moeten
daarom op de juiste manier ingeleverd wor-
den.
Gebruiken van de netvoeding
1 Controleer of de netspanning op het typeplaatje
op de onderkant van het apparaat overeenkomt
met de plaatselijke netspanning. Is dit niet het
geval, neem dan contact op met uw leverancier of
serviceorganisatie.
2 Heeft het apparaat een netspanningskiezer, zet
deze dan op de plaatselijke netspanning.
3 Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact.
4 Trek de stekker uit het stopcontact als u de
netvoeding helemaal uit wilt schakelen.
Het typeplaatje vindt u op de onderkant van het
apparaat.
Nuttige tips:
Of u nu gebruik maakt van de netvoeding of van
de batterijen, u vermijdt onnodig energieverbruik
als u de bronkeuze-schakelaar altijd op
TAPE/OFF
zet en ervoor zorgt dat geen enkele cassettetoets
ingedrukt is.
BASISFUNCTIES
In- en uitschakelen en kiezen van een functie
1 Zet de bronkeuzeschakelaar op CD/MP3, MW,
FM of TAPE/OFF om de gewenste geluidsbron te
kiezen.
2 Het apparaat staat uit wanneer de
bronkeuzeschakelaar op TAPE/OFF staat en de
toetsen van de cassetterecorder ontgrendeld zijn.
Nuttige tips:
Om van TAPE naar FM, MW of CD/MP3 te gaan,
of als u het apparaat uit wilt schakelen, moet u
eerst op de cassettetoets
0 9
drukken om het
afspelen te beëindigen en moeten alle cassette-
toetsen ontgrendeld zijn.
De geluidsinstellingen, de geprogrammeerde zen-
ders en het volumeniveau (tot een volumeniveau
van maximaal 20) blijven bewaard in het geheugen
van het apparaat.
Instellen van het volume en het geluid
1 Stel het volume in met de
VOL 3,4
-knop (VOL-
UME +,
op de afstandsbediening
)
In het display wordt het volumeniveau
weergegeven en een cijfer van 0 tot 32.
2 Druk op DBB om het versterken van de lage tonen
(Dynamic Bass Boost) in en uit te schakelen.
wordt aangegeven, als de versterking van
de bassen geactiveerd is.
DIGITAL TUNER
Afstemmen op een radiozender
1 Zet de bronkeuzeschakelaar op MW of FM.
– In het display verschijnt kort en vervolgens
worden de frequentie van de radiozender, het
golfgebied en, indien geprogrammeerd, het zen-
dernummer weergegeven. (Zie 2)
2 Houd of § ingedrukt tot de frequenties op het
display beginnen te lopen.
De radio stemt automatisch af op een zender die
sterk genoeg is. Tijdens het automatisch afstem-
men verschijnt in het display .
BIJGELEVERDE ACCESSOIRES
– stroomkabel
– Afstandsbediening
BOVEN- EN VOORKANT (Zie 1)
1 PUSH TO OPEN - druk op deur om te openen/
sluiten
2 PROG -
CD/MP3:
om nummers te programmeren en het
programma te controleren;
MW/FM:
om voorkeurzenders te programmeren
3 MODE -
om de verschillende manieren van afspe-
len te kiezen: bijv. REP of SHUF in
willekeurige volgorde
4 VOL 3,4 -
om het volumeniveau in te stellen
ALBUM/PRESET + ,- (
omhoog, omlaag
)
alleen bij MP3:
om het album te kiezen
MW/FM:
om een geprogrammeerde zender te
kiezen
.
5
Display – geeft informatie over het apparaat
weer
6 2; -
om het afspelen van een cd te starten of te
onderbreken
.
9
– om het afspelen van een CD te beëindigen;
– om een CD-programma te wissen
, § TUNING DOWN, TUNING UP -
CD/MP3: -
om binnen een nummer achteruit of
vooruit te zoeken;
-
om naar het begin van het huidige
nummer/ vorige/ volgende nummer te
gaan
MW/FM: -
om af te stemmen op een radiozender
7 DBB (DYNAMIC BASS BOOST) -
schakelt de lageto-
nenversterking aan en uit.
8
Cassetterecorder-toetsen
RECORD 0 -
opnemen starten
.
PLAY 1 -
afspelen starten
.
SEARCH 5 / 6 -
cassette versneld vooruit/
terugspoelen
.
STOP
OPEN 0 9
om het cassettevak te openen
– om de cassette te stoppen
PAUSE ;
– afspelen of opnemen tijdelijk onder-
breken.
9
Bronkeuzeschakelaar
: CD/MP3,
MW, FM
,
TAPE/OFF
om de geluidsbron CD/MP3-CD, voor de radio of
de geluidsbron cassette te kiezen
aan-/uit-schakelaar
ACHTERKANT
0 Telescoopantenne – om de FM-ontvangst te
verbeteren
! Batterijvak – voor 6 batterijen, type R-14, UM2 of
C.
@ AC MAINS – aansluitbus voor het netsnoer.
AFSTANDSBEDIENING
1 VOLUME
+, – om het volumeniveau in te
stellen (harder, zachter)
2 SHUFFLE – om alle nummers van een CD in
willekeurige volgorde af te spelen
3 2; – om het afspelen van een CD te starten/
te onderbreken
4 SEARCH 5, 6 – om binnen een nummer
achteruit/ vooruit te zoeken
5
ALBUM/
PRESET 3,4
alleen bij MP3-CD:
om het album te kiezen
MW/FM:
om een geprogrammeerde zender te
kiezen
.
(harder, zachter)
6 TUNING , § – om af te stemmen op een
radiozender
7 9 – om het afspelen van een CD te beëindigen;
– om een CD-programma te wissen
8 ¡, – om naar het begin van het huidige num-
mer/ vorige/ volgende nummer te gaan
9 REPEAT – om een nummer/ programma/ hele CD
te herhalen
LET OP
Het gebruik van de toetsen en regelingen of het
toepassen van de aanwijzingen anders dan hier
beschreven, kan leiden tot blootstelling aan gevaar-
lijke straling of tot onveilige werking.
Dit apparaat voldoet aan de radio-ontstoring-
seisen van de Europese Unie.
STROOMVOORZIENING BASISFUNCTIES/DIGITAL TUNER
Batterijen niet weggooien,
maar inleveren als KCA.
3 Herhaal indien nodig stap 2 tot u de gewenste zen-
der gevonden heeft.
Om af te stemmen op een zwakke zender: druk her-
haaldelijk kort op of § tot de ontvangst opti-
maal is.
Verbeteren van de radio-ontvangst:
•Voor FM, moet u de telescoopantenne uittrekken,
neerklappen en draaien. Als het signaal te sterk is,
schuif dan de antenne in elkaar.
•Voor MW, heeft het apparaat een ingebouwde
antenne. Richt de antenne door het hele apparaat
te draaien.
Programmeren van radiozenders
U kunt in het totaal 20 radiozenders (10FM en
10MW), handmatig of automatisch (Autostore) in het
geheugen opslaan.
Handmatig programmeren
1 Stem af op de gewenste zender (zie Afstemmen op
een radiozender).
2 Druk op PROG om te beginnen met programmeren.
Display: PROG knipperen.
3 Druk één of meerdere keren op
-, +
(
op de afstands-
bediening
3 of 4) om een nummer van 1 tot 10
4 Druk op PROG om te bevestigen.
5 Herhaal de stappen 1 tot 4 om nog meer zenders
op te slaan.
Nuttige tips:
U kunt een geprogrammeerde zender
wissen door een andere frequentie op dezelfde plaats
op te slaan.
Autostore - automatisch programmeren
De Autostore-functie programmeert automatisch
vanaf nummer 1. Alle eerder geprogrammeerde zen-
ders, bijvoorbeeld handmatig, worden gewist.
1 Kies de
golfgebied,
FM of MW.
2 Druk op PROG tot de in het display ver-
schijnt.
Als alle zenders opgeslagen zijn, begint de eerste
geprogrammeerde zender automatisch te spelen.
Om te luisteren naar een (automatisch) gepro-
grammeerde zender
Druk één of meerdere keren op de toetsen
ALBUM/PRESET
-, +
(
op de afstandsbediening
3 of
4) tot de gewenste geprogrammeerde zender in het
display verschijnt.
Afspelen van een CD
INFORMATIE OVER MP3
De techniek voor muziekcompressie MP3 (MPEG Audio
Layer 3) verkleint de digitale gegevens van een audio-cd
aanzienlijk, terwijl het geluid van cd-kwaliteit blijft.
Hoe krijgt u muziekbestanden:
U kunt legale
muziekbestanden van het internet naar de harde schijf van
uw computer downloaden of ze van uw eigen audio-cd’s
maken. Plaats hiertoe een audio-cd in de cd-romdrive van
uw computer en converteer de muziek met daarvoor geschik-
te codeersoftware. Voor een goede geluidskwaliteit wordt
bij MP3 muziekbestanden een bitsnelheid van 128 kbps of
hoger aanbevolen.
Hoe maakt u een cd-rom met MP3-bestanden
Gebruik de cd-brander van uw computer om de
muziekbestanden van uw harde schijf op een cd-rom op
te nemen („branden”)
Nuttige tips:
Zorg dat de bestandsnamen van de MP3-bestanden eindi-
gen op .mp3.
Totaal aantal muziekbestanden en albums: ongeveer 350
(bij bestandsnamen met een standaardlengte van 20
tekens)
Het aantal muziekbestanden dat kan worden afge-
speeld is afhankelijk van de lengte van de bestand-
snamen.Bij korte bestandsnamen worden meer
bestanden ondersteund.
Afspelen van een CD
Op deze CD-speler kunnen audiodisks afgespeeld
worden inclusief CD-R(W)s, en MP3’s. CD-ROM’s,
CD-I’s, CDV’s, VCD’s, DVD’s of computer-CD’s kunnen
niet afgespeeld worden.
BELANGRIJK!
CDs, die mit Kopierschutztechnologien einiger
Hersteller verschlüsselt wurden, können
möglicherweise von diesem Produkt nicht
wiedergegeben werden.
Wanneer op een disk cd-audiotracks en
MP3-bestanden voor de weergave van MP3-
bestanden is encodingssoftware nodig.
Voor MP3, het totaal aantal muziekstukken +
albums: max. 500
1 Zet de bronkeuzeschakelaar op CD/MP3.
2 Plaats een CD met de bedrukte kant naar boven en
sluit het CD-vak.
In het display verschijnt terwijl de cd-
speler de inhoud van de cd scant.
Audio-CD: het totale aantal nummers en de totale
afspeeltijd van de CD worden weergegeven.
MP3: het totaal aantal muziekstukken en albums
worden achtereenvolgens weergegeven (Zie 3)
3 Druk op 2; om het afspelen te starten.
4 Wilt u het afspelen tijdelijk onderbreken, druk dan
op 2;. Druk opnieuw op 2; om verder te gaan
met afspelen.
5 Druk op 9 om het afspelen van de CD te beëindi-
gen.
Nuttige tips: het afspelen van de CD stopt ook:
– wanneer u de CD-deur opent;
– aan het eind van de CD;
– wanneer u tape of tuner kiest.
Kiezen van een ander nummer
•Druk één of meerdere keren op
of §
(
¡ of
op de afstandsbediening
) op het apparaat om te
kiezen.
alleen bij MP3: drukken op
-, +
(
op de afstands-
bediening
3 of 4)
tom de gewenste album te
selecteren.
Druk, terwijl de speler (tijdelijk) stilstaat, op 2;
om het afspelen te starten.
Zoeken naar een passage binnen een nummer
1 Houd of § ingedrukt (SEARCH 5, 6
op de
afstandsbediening
).
De CD wordt dan zachtjes en versneld afgespeeld.
2 Laat de toets of § los zodra u de gewenste
passage herkent om op de normale manier verder
te gaan met afspelen.
Verschillende manieren van afspelen: SHUFFLE
en REPEAT (Zie 4, 5)
U kunt de verschillende manieren van afspelen kiezen
of wijzigen voor of tijdens het afspelen en u kunt ze
ook met PROGRAM combineren.
SHUF alle nummers van de hele CD / van het pro-
gramma worden in willekeurige volgorde afgespeeld
REP ALL – de hele CD/het hele programma wordt
herhaald
REP – het huidige (willekeurig gekozen) nummer
wordt telkens opnieuw herhaald
alleen bij MP3:
REP ALB – alle nummers van het huidige album
worden steeds opnieuw afgespeeld.
1 Druk één of meerdere keren op MODE (SHUFFLE
of REPEAT
op de afstandsbediening
) om de manier
van afspelen te kiezen.
2 Staat de speler stil, druk dan op 2; om het afspe-
len te starten.
3 Wilt u weer op de normale manier verder gaan met
afspelen, druk dan herhaaldelijk op MODE tot in
het display geen enkele van de verschillende
manieren nog aangegeven wordt.
– U kunt ook op 9 drukken om de manier van
afspelen af te sluiten.
Nuttige tips: Als u in de modus SHUF op drukt,
keert u terug naar het begin van de huidige track. (
¡
op de afstandsbediening
)
Programmeren van CD-nummers
U kunt in het totaal 20 nummers (MP3-CD: 10 num-
mers) in elke gewenste volgorde programmeren.
Indien u dat wenst, kunt u elk nummer ook meer dan
eens programmeren.
1 Kies het gewenste nummer met of § (
op de
afstandsbediening
¡ of ) op het apparaat.
alleen bij MP3: drukken op
-, +
(
op de afstands-
bediening
3 of 4)
tom de gewenste album te
selecteren.
2 Druk op PROG.
In het display wordt eerst het nummer van de
programmalocatie getoond en vervolgens het num-
mer van het muziekstuk/album dat hier is opgesla-
gen. (Zie 6, 7)
Als u probeert te programmeren zonder eerst een
nummer gekozen te hebben dan verschijnt .
3 Herhaal de stappen 1 en 2 om alle gewenste num-
mers te kiezen en te programmeren.
Display: als u meer dan 20 nummers
probeert te programmeren. (MP3-CD: 10
nummers).
Nuttige tips:
Wanneer
PROG
/
SHUF
wordt afge-
speeld, is het gebruik van de - of + toetsen uit-
geschakeld.
(
op de afstandsbediening
3 of 4)
DIGITAL TUNER CD/MP3-SPELER CD/MP3-SPELER CASSETTERECORDER
Controleren van een programma
Druk terwijl de speler stilstaat herhaaldelijk op PROG
om de nummers die u geprogrammeerd heeft te zien.
In het display wordt eerst het nummer van de pro-
grammalocatie getoond en vervolgens het nummer
van het muziekstuk/album dat hier is opgeslagen.
Wissen van een programma
U kunt de inhoud van het geheugen wissen door:
de CD-lade openen;
de geluidsbron MW, FM of TAPE te kiezen;
Door tweemaal op
9
te drukken tijdens het
afspelen of eenmaal in de stopstand.
PROG verdwijnt.
CASSETTERECORDER
Afspelen van een cassette
1 Zet de bronkeuzeschakelaar op TAPE.
2 Plaats een cassette in de houder en sluit het cas-
settedeurtje.
3 Druk op PLAY 1 om het afspelen te starten.
Display: blijft weergegeven zolang de
cassetterecorder in gebruik is.
4 Wilt u het afspelen onderbreken, druk dan op
PAUSE ;. Druk opnieuw op deze toets om verder
te gaan met afspelen.
5 Druk op STOP/OPEN 9/ om de cassette te stop-
pen.
Versneld terug-/vooruitspoelen
1 Druk op 5 of 6 tot u de gewenste passage
bereikt.
2 Druk op
9
/ om het versneld terug- of vooruit-
spoelen te beëindigen.
Nuttige tips:
Tijdens het afspelen, de toetsen worden aan het
eind van de cassette automatisch ontgrendeld en het
apparaat wordt uitgeschakeld behalve tijdens
8
.
De knoppen van de cassettespeler worden niet vri-
jgegeven nadat u de cassette versneld hebt afge-
speeld. Zorg dat de knoppen zijn vrijgegeven als u het
apparaat wilt uitschakelen.
ALGEMENE INFORMATIE OVER HET OPNEMEN
Opnemen is slechts geoorloofd als geen inbreuk
wordt gemaakt op auteursrechten of andere recht-
en van derden.
Gebruik voor opnames enkel NORMAL-cassettes
(IEC I) waarvan de nokjes niet uitgebroken zijn. Dit
apparaat is niet geschikt voor opnames op
CHROME- (IEC II) of METAL-cassettes (IEC IV).
Het optimale opnameniveau wordt automatisch
ingesteld. De toetsen VOLUME en DBB hebben
geen invloed op de opname.
Om te voorkomen dat een cassette per ongeluk
gewist wordt, moet u de nokjes uitbreken. Als u
weer wilt kunnen opnemen, plak dan een stukje
plakband over de openingen.
Synchroon starten bij opnemen van een CD
1 Kies de CD/MP3-speler.
2 Plaats een CD in de speler en stel, indien gewenst,
een programma samen.
3 Open het cassettevak.
4 Plaats een geschikte cassette in de recorder en
sluit het cassettedeurtje.
5 Druk op RECORD 0 om de opname te starten.
Het CD-programma begint automatisch te spelen
vanaf het begin van het programma. U hoeft de
CD-speler niet zelf te starten.
In het display verschijnt kort .
6 Druk op PAUSE ; om het opnemen tijdelijk te
onderbreken. Druk opnieuw op PAUSE ; om
verder te gaan met opnemen.
7 Druk STOP/OPEN 9/ om het opnemen te
beëindigen.
Opnemen van de radio
1 Stem af op de gewenste radiozender (zie
Afstemmen op een radiozender).
2 Herhaal de stappen 3 tot 7 onder Synchroon
starten bij opnemen van een CD.
TAPE
CD/MP3-SPELER CASSETTERECORDER
ONDERHOUD & VEILIGHEID
ONDERHOUD & VEILIGHEID (Zie 8, 9)
Onderhoud van de CD-speler en de CD’s (Zie 8)
Als de CD-speler de CD’s niet op de juiste manier
kan lezen, gebruik dan een schoonmaak-CD om de
lens schoon te maken voor u het apparaat ter
reparatie aanbiedt.
Raak de lens van de CD-speler nooit aan!
Bij plotse temperatuurveranderingen kan er con-
dens ontstaan en kan de lens van de CD-speler
beslaan. Het afspelen van een CD is dan niet
mogelijk. Probeer niet de lens schoon te maken
maar laat de CD-speler enige tijd acclimatiseren in
een warme omgeving tot de condens verdwenen is.
Sluit altijd het CD-vak om te voorkomen dat er stof
op de lens komt.
Maak de CD schoon door met een zachte, pluisvrije
doek vanuit het midden in een rechte lijn naar de
rand te wrijven. Gebruik geen schoonmaakmiddelen
want deze kunnen de CD beschadigen.
Schrijf nooit op een CD en plak er geen stickers op.
Veiligheidsvoorschriften
Zet het apparaat op een harde, vlakke ondergrond
zodat het niet om kan vallen.
Bescherm het apparaat, de batterijen, de cd’s en
cassettes tegen vocht, regen, zand of extreem
hoge temperaturen zoals bij verwarmingsappa-
ratuur of in felle zon.
Apparaat mag niet worden blootgesteld aan spat-
water.
Leg niets op het apparaat. Er moet voldoende venti-
latieruimte (minimaal 15 cm) zijn bij de venti-
latieopeningen om te voorkomen dat het apparaat
te warm wordt.
De ventilatie mag niet worden gehinderd door het
afsluiten van de ventilatieopeningen met voorw-
erpen, zoals kranten, tafelkleden, gordijnen enz.
Er mogen geen voorwerpen met een open vlam,
zoals aangestoken kaarsen op het
apparaat worden geplaatst.
Geen voorwerpen met vloeistoffen, zoals vazen,
mogen op het apparaat worden geplaatst.
De mechanische delen van het apparaat zijn
voorzien van zelfsmerende lagers en mogen dus
niet gesmeerd of geolied worden.
•U kunt het apparaat schoonmaken met een licht
bevochtigde zeemlap. Gebruik geen schoonmaak-
middelen die alcohol, spiritus, ammonia of schu-
urmiddel bevatten want die kunnen het apparaat
beschadigen.
Onderhoud van de cassetterecorder
Om verzekerd te zijn van een goede geluidskwaliteit
bij het opnemen en afspelen, moet u de aangegeven
delen A, B en C één keer per maand schoonmak-
en. Gebruik een wattenstaafje met een beetje alcohol
of speciale reinigingsvloeistof voor het schoonmaken
van het deck.
1 Open het cassettevak.
2 Druk op PLAY 1 en maak de aandrukrol C schoon.
3 Druk op PAUSE ; en maak de koppen A en de
toonas B schoon.
4 Druk na het schoonmaken op STOP/OPEN 9/.
Met het oog op het milieu
Wij hebben de hoeveelheid verpakkingsmateriaal zoveel mogelijk beperkt en ervoor
gezorgd dat de verpakking gemakkelijk in 3 materialen te scheiden is: karton, poly-
styreenschuim en polyethyleen.
Uw apparaat bestaat uit materialen die door een gespecialiseerd bedrijf gerecycled
kunnen worden. Informeer waar u verpakkingsmateriaal, lege batterijen en oude appa-
ratuur voor recycling kunt inleveren.
De afstandsbediening werkt niet zoals het hoort
De batterijen zijn leeg/ verkeerd geplaatst
Plaats (nieuwe) batterijen op de juiste manier
–U zit te ver van/ niet goed recht voor het apparaat
Ga dichterbij/ recht voor het apparaat zitten
Geen geluid/voeding
Het volume staat te zacht
Zet het VOLUME harder
Het netsnoer is niet goed aangesloten
Sluit het netsnoer op de juiste manier aan
De batterijen zijn leeg/ verkeerd geplaatst
Plaats (nieuwe) batterijen op de juiste manier
De hoofdtelefoon is aangesloten
Haal de stekker van de hoofdtelefoon uit het appa-
raat
Veel ruis of brom
Elektrische interferentie: het apparaat staat te
dicht bij een tv, videorecorder of computer
Zet ze verder van elkaar af.
Slechte radio-ontvangst
Zwak radiosignaal
FM: richt de FM-telescoopantenne
in het display
Krassen of vuil op de CD
•Vervang de CD/ maak deze schoon, zie Onderhoud
De lens van de laser is beslagen
•Wacht tot de lens geacclimatiseerd is
De CD-R(W) is leeg of niet afgesloten
Gebruik een afgesloten CD-R(W)
–U heeft een CD-rom geplaatst/ er staan niet-audio-
files op de CD
Gebruik enkel CD-audio/MP3-disks/ druk één of
meerdere keren op of § om naar een
CD-audionummer te gaan in plaats van de datafiles
Anmerkung:
CDs, die mit Kopierschutztechnologien
einiger Hersteller verschlüsselt wurden, können
möglicherweise von diesem Produkt nicht
wiedergegeben werden.
De cd-speler slaat nummers over
De cd is beschadigd of vuil
•Vervang de cd of maak deze schoon
shuffle of program is ingeschakeld
Zet shuffle / program uit
Anmerkung:
Wanneer op een disk cd-audiotracks en MP3-
bestanden voor de weergave van MP3-
bestanden is encodingssoftware nodig.
Het geluid wordt onderbroken tijdens MP3-weer-
gave
–De MP3-file is gemaakt aan een
compressiesnelheid die hoger is dan 320 kbps
Gebruik een lagere compressie-snelheid om CD-
nummers in MP3-formaat op te nemen
De CD is beschadigd of vuil
•Vervang de CD of maak deze schoon
Slecht cassettegeluid
Stof en vuil op de koppen, enz.
•Maak cassetterecorderonderdelen schoon, zie
Onderhoud
Het cassettetype dat u gebruikt, is niet geschikt
(METAL of CHROME)
Gebruik voor opnames een NORMAL-cassette (IEC I)
Het opnemen lukt niet
De cassettenokjes zijn uitgebroken
Plak een stukje plakband over de opening heen
WAARSCHUWING
Maak het apparaat niet open want dan loopt u het risico een elektrische schok te krijgen! Probeer
in geen geval zelf het apparaat te repareren want dan vervalt de garantie.
Als zich een probleem voordoet, controleer dan eerst de punten op de onderstaande lijst voor u het apparaat
ter reparatie aanbiedt. Kunt u het probleem niet oplossen aan de hand van deze aanwijzingen, raadpleeg dan
uw leverancier of serviceorganisatie.
VERHELPEN VAN STORINGEN
1/6