Samsung SGH-E800 Handleiding

Categorie
Mobieltjes
Type
Handleiding
GPRS TELEFOON
SGH-E800
ELECTRONICS
* Mogelijk is niet alle informatie in deze gebruiksaanwijzing
van toepassing op uw telefoon. Sommige functies zijn afhankelijk
van de software of de provider. Drukfouten voorbehouden.
Printed in Korea
Code No.: GH68-05207A
Dutch. 11/2004. Rev. 1.2
World Wide Web
http://www.samsungmobile.com
2
3
Inhoud
Belangrijke veiligheidsinformatie ............ 7
Uitpakken ................................................ 9
Uw telefoon ............................................. 10
Onderdelen..................................................... 10
Display........................................................... 14
Verlichting...................................................... 17
Service display................................................ 17
Startmenu ..................................................... 17
Camera.......................................................... 18
Ingebouwde antenne ....................................... 18
Aan de slag .............................................. 19
SIM-kaart plaatsen/verwijderen......................... 19
Batterij plaatsen/verwijderen/opladen................ 20
Telefoon aan- of uitzetten................................. 24
Functies en opties selecteren ............................ 25
Toetsen blokkeren en deblokkeren..................... 27
Telefoneren.............................................. 28
Zelf bellen...................................................... 28
Oproep beëindigen .......................................... 31
Oproep beantwoorden...................................... 31
Oproep weigeren............................................. 31
Volume aanpassen........................................... 32
Tijdens gesprek beschikbare opties.................... 32
Oortelefoon gebruiken...................................... 41
Tekst intoetsen ........................................ 42
Tekstinvoerstand wijzigen................................. 43
T9 stand (Ned)................................................ 44
ABC stand invoerstand ..................................... 46
Speciale tekens intoetsen ................................. 49
Cijfers............................................................ 49
Menu’s gebruiken..................................... 50
Menu openen.................................................. 50
Wegwijzer menukeuzes.................................... 51
Inhoud
4
Menu Contacten ....................................... 57
Naam zoeken.................................................. 57
Nummer toevoegen ......................................... 60
Snelkeuzelijst ................................................. 61
Alles naar telefoon kopiëren.............................. 63
Alles via infrarood verzenden ............................ 64
Alles wissen.................................................... 66
Eigen nummer ................................................ 67
Groep instellen................................................ 68
Geheugenstatus .............................................. 69
Nummers diensten .......................................... 69
Oproepen ................................................. 70
Gemiste oproepen ........................................... 70
Ontvangen oproepen........................................ 70
Uitgaande oproepen......................................... 71
Alles wissen.................................................... 71
Gespreksduur ................................................. 72
Gesprekskosten............................................... 72
Spelletjes
.............................................. 74
Spelletjes ...................................................... 74
Meer spelletjes................................................ 77
Internetinstelling............................................. 77
Geheugenstatus .............................................. 78
Telefoon................................................... 79
Geluidsinstellingen........................................... 79
Display........................................................... 83
Taal............................................................... 85
Beveiliging...................................................... 85
Netwerkdiensten ............................................. 88
Overige.......................................................... 95
Reset instellingen ............................................ 99
Camera .................................................... 100
Foto maken en versturen.................................. 100
Foto’s ............................................................ 106
Albums .......................................................... 106
Alles wissen.................................................... 107
Instellingen .................................................... 107
Geheugenstatus .............................................. 108
Inhoud
5
Berichten ................................................. 109
SMS .............................................................. 109
MMS.............................................................. 116
Bericht ophalen............................................... 127
Standaardberichten ......................................... 128
Voice mail ...................................................... 128
Infoberichten .................................................. 129
Instellingen .................................................... 131
Geheugenstatus .............................................. 134
WAP......................................................... 135
Startpagina .................................................... 135
Favoriet ......................................................... 138
Ga naar adres................................................. 139
Buffer leegmaken ............................................ 139
Proxy instelling ............................................... 139
Huidige proxy ................................................. 141
SIM AT MENU (SIM Application Toolkit)... 142
Media-album ............................................ 143
Foto’s ............................................................ 143
Afbeeldingen................................................... 144
Melodieën....................................................... 144
Alles wissen.................................................... 145
Geheugenstatus .............................................. 146
Agenda..................................................... 147
Nieuwe notitie................................................. 147
Kalender ........................................................ 149
Actielijst ........................................................ 152
Klok............................................................... 153
Alarm ............................................................ 155
Calculator....................................................... 157
Omrekenen..................................................... 158
Timer............................................................. 159
Stopwatch...................................................... 160
Inhoud
6
De functie ALS (Alternate Line Service)
gebruiken................................................. 161
Problemen oplossen................................. 163
PIN codes en wachtwoorden.................... 166
Wachtwoord voor telefoon ................................ 166
PIN................................................................ 166
PIN2.............................................................. 167
PUK............................................................... 167
PUK2 ............................................................. 168
Wachtwoord blokkeren oproepen....................... 168
Gezondheids- en veiligheidsinformatie .... 169
SAR-informatie................................................ 169
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van
batterijen ....................................................... 170
Verkeersveiligheid ........................................... 172
Gebruiksomgeving........................................... 172
Elektronische apparatuur.................................. 173
Omgeving waar explosiegevaar is...................... 174
Telefoneren in geval van nood .......................... 175
Overige belangrijke veiligheidsinformatie............ 176
Verzorging en onderhoud.................................. 177
Verklarende woordenlijst......................... 179
Index ....................................................... 183
Naslagkaart ............................................. 187
7
Belangrijke
veiligheidsinformatie
Lees, voordat u de telefoon in gebruik neemt, deze
eenvoudige veiligheidsrichtlijnen door. Wanneer u
zich er niet aan houdt, is dit gevaarlijk en mogelijk
illegaal.
Verkeersveiligheid gaat voor alles
Houd de telefoon tijdens het rijden niet in de hand,
maar plaats hem in een hands-free carkit of stop
eerst op een parkeerplaats.
Zet de telefoon uit tijdens het tanken
Gebruik de telefoon niet bij een benzinestation of in
de buurt van plaatsen waar andere brandstoffen of
chemicaliën zijn opgeslagen.
Zet de telefoon uit aan boord van een vliegtuig
Draadloze telefoons kunnen storingen veroorzaken.
Aanzetten van deze telefoon in een vliegtuig is
gevaarlijk en verboden.
Zet de telefoon uit in het ziekenhuis
Zet de telefoon uit als u zich in de buurt van
medische apparatuur bevindt. Volg de aangegeven
regels op.
Storingen
Alle mobiele telefoons zijn gevoelig voor
interferentie, wat de werking ervan kan beïnvloeden.
Houd u aan specifieke regels en richtlijnen
Gelden in een bepaalde omgeving speciale regels
voor het gebruik van mobiele telefoons, volg deze
dan altijd op. Zet de telefoon altijd uit wanneer
gebruik ervan niet is toegestaan, storingen kan
veroorzaken of gevaar kan opleveren (bijvoorbeeld
in een ziekenhuis).
Belangrijke veiligheidsinformatie
8
Gebruik de telefoon op de juiste wijze
Gebruik de telefoon alleen in de normale stand (bij
het oor). Vermijd onnodig contact met de antenne
wanneer de telefoon aan staat, met name wanneer
u ermee belt.
Telefoneren in geval van nood
Controleer of de telefoon aan staat en verbinding met
het netwerk heeft. Geef het alarmnummer in
(112 of een ander officieel alarmnummer) en druk op
de toets . Als bepaalde functies ingeschakeld zijn,
zoals blokkering uitgaande gesprekken, moet u deze
eerst uitschakelen. Geef alle benodigde informatie zo
accuraat mogelijk door. Verbreek de verbinding pas
als u daartoe opdracht heeft gekregen.
Waterdichtheid
Uw telefoon is niet waterdicht. Zorg dus dat hij
droog blijft.
Accessoires en batterijen
Gebruik uitsluitend door Samsung aanbevolen
batterijen en accessoires.
Deskundige technische service
Laat de telefoon alleen repareren door een
vakbekwame technicus.
Uitgebreide veiligheidsinformatie vindt u in het
hoofdstuk "Gezondheids- en veiligheidsinformatie"
op pagina 169.
VOORZICHTIG
VERVANGING VAN DE BATTERIJ DOOR EEN
ONJUIST TYPE KAN TOT EEN EXPLOSIE LEIDEN.
GOOI OUDE BATTERIJEN VOLGENS DE
RICHTLIJNEN WEG.
9
Uitpakken
In de doos vindt u de volgende onderdelen:
Opmerking
: De bij de telefoon geleverde accessoires
kunnen per land verschillen.
Daarnaast zijn bij uw Samsung dealer de volgende
extra accessoires voor uw telefoon verkrijgbaar:
Geavanceerde handsfree carkit
Eenvoudige handsfree carkit
PC datalink kit
•Headset
Telefoon
Adapter
Batterij
Gebruiksaanwijzing
10
Uw telefoon
Onderdelen
De volgende illustraties geven een overzicht van de
belangrijkste onderdelen van uw telefoon:
Luidspreker
Display
Functietoets
(rechts)
Startmenu
Alfanumerieke
toetsen
Functietoets
(links)
Bellen/bevestigen
menukeuze
Microfoon
Annuleren/terug/
correctietoets
Stuurtoetsen
(Omhoog/
Omlaag/Links/
Rechts)
Volumetoetsen
Aansluiting
oortelefoon
Toetsen voor
speciale functies
Aan/Uit/Menu
verlaten
Infrarood poort
Camera
Cameratoets
Flitser
(Achterkant)
Spiegel
Uw telefoon
11
Toets Beschrijving
(functie-
toetsen)
Hiermee voert u de functie uit die
erboven (op de onderste regel van het
display) staat aangegeven.
In menu’s kunt u hiermee door de
menuopties bladeren.
In de standby-stand opent u met de
stuurtoetsen Links en Rechts het
Startmenu (pagina 17) onderin het
scherm. Met de stuurtoets Omhoog en
Omlaag opent u het scherm
Naam
zoeken
in het menu
Contacten
.
In het Startmenu kunt u met de
stuurtoetsen Links en Rechts door de
menuopties bladeren. Met de stuurtoets
Omhoog en Omlaag opent u het scherm
Naam zoeken
in het menu
Contacten
.
Als u in de standby-stand kort op deze
toets drukt, opent u het Startmenu
(pagina 17). Als u deze toets ingedrukt
houdt, wordt direct de WAP
(Wireless
Application Protocol) browser gestart.
Vanuit het Startmenu krijgt u hiermee
toegang tot de diverse menuopties.
Zelf bellen of oproep beantwoorden.
In de standby-stand opent u met deze
toets de Oproepenlijst. In menu’s kunt
u met deze toets een menufunctie
kiezen of door u ingegeven informatie
(bijv. een naam) in het telefoon- of
SIM-geheugen opslaan.
Uw telefoon
12
Verwijdert ingetoetste tekens.
Wanneer u deze toets in de standby-
stand ingedrukt houdt, komt u snel in
het menu
Nieuwe notitie
.
Als u in de menustand op deze toets
drukt, gaat u
terug naar het vorige
menu.
Hiermee beëindigt u een gesprek of
oproep.
Door deze toets ingedrukt te houden,
kunt u de telefoon aan- en uitzetten.
In menu’s annuleert u hiermee de
ingevoerde informatie en gaat u terug
naar de standby-stand.
Als u deze toets in de standby-stand
ingedrukt houdt, wordt uw voice mail
geopend.
Voor het ingeven van cijfers, letters en
diverse speciale tekens en symbolen.
Deze toetsen worden voor diverse
functies en doeleinden gebruikt.
Toets ingedrukt houden tijdens
intoetsen nummer: voegt een pauze in.
Toets ingedrukt houden in standby-
stand: schakelt stille modus in of uit.
Toets Beschrijving
(vervolg)
Uw telefoon
13
(aan linkerzijkant van de telefoon)
Tijdens gesprek: luidsprekervolume
aanpassen.
In de standby-stand kunt u hiermee het
toetsvolume aanpassen.
In de opnamestand kunt u met de
volume omhoog-toets de foto
verticaal
draaien en met de volume omlaag-toets
horizontaal.
(aan rechterzijkant van de telefoon)
Als u deze toets ingedrukt houdt, wordt
de camera ingeschakeld. In de
opnamestand vervult deze toets de
sluiterfunctie.
Toets Beschrijving
(vervolg)
Uw telefoon
14
Display
Overzicht display
Het display bestaat uit drie gedeelten:
Gedeelte Beschrijving
Bovenste regel Toont diverse pictogrammen. Zie
pagina 15.
Midden Hier worden meldingen,
instructies en ingevoerde
informatie (bijv. telefoon-
nummer) weergegeven.
Onderste regel Toont de functies die op dat
moment aan de functietoetsen
zijn toegewezen.
Menu Contacts
Pictogrammen
Tekst en
afbeeldingen
Indicatie
functietoetsen
Uw telefoon
15
Pictogrammen
Picto-
gram
Beschrijving
Geeft de sterkte van het ontvangen
signaal aan. Hoe meer balkjes, hoe beter
het signaal.
Verschijnt tijdens een oproep.
Verschijnt wanneer u buiten het bereik
van uw netwerk bent. U kunt op dat
moment niet bellen of gebeld worden.
Verschijnt wanneer u een nieuw of niet
afgeluisterd voice-mail bericht heeft. Als
uw SIM-kaart de functie ALS (Alternate
Line Service) ondersteunt, kan bij dit
pictogram het cijfer 1, 2 of beide staan,
bijvoorbeeld: , , .
Verschijnt wanneer u een nieuw of
ongelezen bericht heeft.
Verschijnt wanneer u een nieuw of niet
bekeken of afgeluisterd multimediabericht
heeft.
Verschijnt wanneer u een multimedia-
bericht ophaalt.
Verschijnt wanneer u een multimedia-
bericht verzendt.
Verschijnt wanneer u een alarm heeft
ingesteld.
Verschijnt wanneer de infraroodpoort is
ingeschakeld. Kijk voor meer informatie
op pagina 98.
Verschijnt wanneer u de telefoon via de
infraroodpoort op de computer aansluit.
Uw telefoon
16
Verschijnt wanneer u verbinding heeft
met het GPRS netwerk.
Verschijnt wanneer uw SIM-kaart de
statusmelding Oproepen doorschakelen
ondersteunt en wanneer de functie
Oproepen doorschakelen aan staat. Als
uw SIM-kaart de functie ALS (Alternate
Line Service) ondersteunt, kan bij dit
pictogram het cijfer 1, 2 of beide staan,
bijvoorbeeld: , , .
Verschijnt wanneer u zich thuis bevindt
(
wordt alleen getoond wanneer uw provider
dit ondersteunt).
Verschijnt wanneer u zich op kantoor
bevindt (
wordt alleen getoond wanneer uw
provider dit ondersteunt).
Verschijnt wanneer u het belsignaal voor
inkomende oproepen instelt op
Trillen
of
Eerst trillen dan melodie
. Kijk voor
meer informatie op pagina 80.
Verschijnt wanneer de Stille modus is
ingeschakeld.
Batterijstatus: geeft de lading van uw
batterij aan. Hoe meer balkjes, hoe voller
de batterij.
Picto-
gram
Beschrijving
(vervolg)
Uw telefoon
17
Verlichting
Het hoofddisplay en het toetsenbord worden
verlicht via de achtergrondverlichting. Wanneer u
op een willekeurige toets drukt, wordt de verlichting
ingeschakeld. Via de menukeuze
Verlichting
kunt
u instellen hoe lang de verlichting aan moet blijven.
Kijk voor meer informatie op pagina 84.
Service display
Het service display wordt ingeschakeld wanneer de
verlichting uit is en u zich binnen het
dekkingsgebied van uw provider bevindt. De
werking van het servicelampje, dat aangeeft of u
verbinding heeft met het netwerk, kunt u instellen
via de menuoptie
Service display
. Zie pagina 84.
Startmenu
Het Startmenu verschijnt onderin het scherm van
de standby-stand. U kunt het Startmenu openen
door op de stuurtoets Links of Rechts of een van de
Startpagina menutoetsen te drukken. U krijgt
toegang tot de diverse menu’s door op de
Startmenutoets te drukken. Het Startmenu bevat
de menuopties WAP browser, oproepinfo, SMS-
berichten schrijven en foto’s maken.
Uw telefoon
18
Camera
Met de in uw telefoon ingebouwde camera kunt u,
waar u maar wilt, foto’s nemen van personen of
gebeurtenissen.
Meer informatie over de camera vindt u op
pagina 100.
Ingebouwde antenne
Uw telefoon beschikt over een ingebouwde antenne.
Net als bij andere mobiele apparatuur die
radiogolven uitzendt, moet u voorkomen dat u de
antenne onnodig aanraakt wanneer de telefoon is
ingeschakeld. Dit kan tot gevolg hebben dat de
gesprekskwaliteit lager wordt en de telefoon meer
stroom gebruikt dan nodig is.
(Achterkant)
19
Aan de slag
SIM-kaart plaatsen/verwijderen
Wanneer u een prepaid GSM-kaart koopt of een GSM
abonnement afsluit, ontvangt u een SIM-kaartje dat
al uw gegevens bevat (PIN code, extra diensten,
beltegoed, enzovoort).
Houd SIM-kaarten altijd buiten bereik van kleine
kinderen.
De SIM-kaart en de contacten kunnen
gemakkelijk beschadigen door krassen of buigen.
Wees dus voorzichtig wanneer u de kaart in de
telefoon doet of eruit haalt.
Voordat u de SIM-kaart plaatst, moet u eerst de
telefoon uitzetten en de batterij verwijderen.
SIM-kaart plaatsen
1. Verwijder zo nodig de batterij. Zie pagina 21.
2. Schuif de SIM-kaart onder de twee uitsteekseltjes.
Zorg ervoor dat de hoek met de schuine rand links
boven zit en de gouden contacten naar de telefoon
gericht zijn.
Aan de slag
20
SIM-kaart verwijderen
U kunt de SIM-kaart verwijderen, door de kaart uit
de houder te schuiven (zie illustratie):
Batterij plaatsen/verwijderen/
opladen
Uw telefoon wordt van stroom voorzien door een
oplaadbare Li-ion batterij. Gebruik alleen door
Samsung goedgekeurde batterijen en laders. Voor
meer informatie kunt u terecht bij uw leverancier.
Opmerking
: Voordat u de telefoon voor het eerst in
gebruik neemt, moet u ervoor zorgen
dat de batterij geheel is opgeladen. Dit
duurt bij een lege standaard batterij
ongeveer 130 minuten.
Batterij plaatsen
1. Schuif de nokjes onderaan de batterij in de
uitsparingen van de telefoon.
Aan de slag
21
2. Druk de batterij tegen de achterkant van de
telefoon tot deze op zijn plaats klikt.
Batterij verwijderen
1. Schakel de telefoon uit door de toets
ingedrukt te houden.
2. U kunt de batterij verwijderen door het nokje
van de batterij naar boven te duwen en in die
stand te houden. Nu kunt u de batterij van de
telefoon afhalen.
Aan de slag
22
Batterij opladen met de adapter
Opmerking
: Terwijl de batterij wordt opgeladen,
kunt u de telefoon gewoon gebruiken.
De batterij laadt echter sneller op
wanneer de telefoon is uitgeschakeld.
1. Steek het uiteinde van de adapter in de
aansluiting aan de onderkant van de telefoon.
De pijl op de adapter moet in de richting van de
telefoon wijzen.
2. Sluit de adapter aan op een normaal
stopcontact.
Tijdens het opladen van de batterij worden de
balkjes van het batterijpictogram rechtsboven in
het hoofddisplay een voor een gevuld.
Aan de slag
23
3. Als de batterij is opgeladen, haalt u de stekker
uit het stopcontact en de batterij van de telefoon
af door de grijze knopjes aan de zijkant van de
connector in te drukken en de connector uit de
telefoon te trekken.
Indicatie batterij bijna leeg
Als de batterij bijna leeg is en u nog maar een paar
minuten kunt bellen, wordt u op diverse manieren
gewaarschuwd: in het display gaat het batterij-
pictogram knipperen ( ), u hoort een
waarschuwingssignaal en in het display verschijnt
regelmatig een melding.
Als de batterij zo leeg is dat de telefoon niet meer
kan werken, schakelt de telefoon zichzelf uit.
Aan de slag
24
Telefoon aan- of uitzetten
Telefoon aanzetten:
1. Om de telefoon aan te zetten, houdt u de
toets ingedrukt tot de telefoon aan is.
2. Als de telefoon om de PIN code vraagt, geeft u
deze in en drukt u op de functietoets
OK
. Kijk
voor meer informatie op pagina 166.
De telefoon zoekt uw netwerk; de huidige datum
en tijd worden in het display getoond. Zodra het
netwerk gevonden is, kunt u bellen en gebeld
worden.
Opmerking
: Om de taal te wijzigen, gaat u naar
de menuoptie
Taal
.
Kijk voor meer
informatie op pagina 85.
U zet de telefoon als volgt uit:
Houd de toets ingedrukt tot het afsluitfilmpje
wordt getoond.
Aan de slag
25
Functies en opties selecteren
Uw telefoon heeft veel functies die u aan uw eigen
voorkeur kunt aanpassen. U kunt deze instellingen
via menu's en submenu's benaderen met behulp
van de twee functietoetsen en . In ieder
menu en submenu kunt u de instellingen van een
bepaalde functie bekijken en wijzigen.
De rol van de functietoetsen is afhankelijk van de
plaats binnen het menu waar ze worden gebruikt.
Op de onderste regel van het display, direct boven
de betreffende toets, kunt u zien welke functie hij
op dat moment heeft.
Voorbeeld
:
Druk op de linker
functietoets om naar
het menu te gaan.
Druk op de rechter
functietoets om naar
uw Contacten te gaan.
Aan de slag
26
Om de diverse beschikbare functies en opties te
bekijken en te selecteren, doet u het volgende:
1. Druk op de juiste functietoets.
Bij sommige functies moet u een wachtwoord of PIN
code invoeren. Geef de code in en druk op de
functietoets
OK
.
2.
Om... Drukt u op…
• de getoonde functie
• de gemarkeerde optie
te selecteren
de functietoets
Kies
.
naar de volgende functie
te gaan of de volgende
optie in de lijst te
selecteren
de stuurtoets
Omlaag.
terug te gaan naar de
vorige functie of optie in
de lijst
de stuurtoets
Omhoog.
een niveau in de menu-
structuur terug te gaan
de functietoets (of
Terug
) of de
toets
C
.
terug te gaan naar de
standby-stand
de toets .
Aan de slag
27
Toetsen blokkeren en deblokkeren
U kunt de functietoetsen, stuurtoetsen,
startmenutoets, volumetoetsen en cameratoets
blokkeren. Hiermee voorkomt u dat u een van deze
toetsen per ongeluk indrukt.
Om de toetsen te blokkeren, schuift u de klep
omlaag. Wanneer u in het menu
Klep omlaag
de
optie
Bewerking stoppen
selecteert, blokkeert de
telefoon automatisch de toetsen bij het omlaag
schuiven van de klep (zie pagina 97).
Wanneer u echter in het menu
Klep omlaag
de
optie
Bewerking voortzetten
selecteert, wordt
om een bevestiging gevraagd wanneer u de klep
omlaag schuift (zie pagina 97). Daarna kunt u de
toetsen blokkeren door op de functietoets
Ja
te
drukken. Als u niet op een van de functietoetsen
Ja
of
Nee
drukt, blokkeert de telefoon de toetsen na
enkele minuten.
U kunt de toetsen weer ontgrendelen door
achtereenvolgens op de functietoets
Ontgr.
en de
functietoets
OK
te drukken.
Opmerking
: Wanneer u de functietoets
Ontgr.
ingedrukt houdt, worden de gemiste
oproepen of berichten getoond.
28
Telefoneren
Zelf bellen
Met de cijfertoetsen
Als de telefoon standby staat, toetst u het
netnummer en telefoonnummer in en drukt u op de
toets .
Opmerking
: Als u de functie
Autom. herhalen
op
Aan
heeft gezet en de persoon die u
wilt bellen neemt niet op of is in
gesprek, wordt het nummer
automatisch maximaal tien keer
opnieuw gekozen. Kijk voor meer
informatie op pagina 96.
Nummer corrigeren
U wilt wissen... Dan doet u het volgende…
het laatste cijfer druk op de toets
C
.
een ander cijfer druk op de stuurtoetsen
totdat de cursor (|) rechts
naast het cijfer staat dat u
wilt wissen. Druk dan op de
toets
C
. Om een cijfer tussen
te voegen, zet u de cursor op
de gewenste plaats en drukt
u op de juiste cijfertoets.
alle tekens houd de toets
C
ruim een
seconde ingedrukt.
Telefoneren
29
Internationaal bellen
1. Houd voor de internationale toegangscode de
toets
0
ingedrukt. Het + teken verschijnt in het
display.
2. Geef het landnummer, netnummer en het
abonneenummer in en druk op de toets .
Nummer uit Contacten bellen
Namen en telefoonnummers van personen of
bedrijven die u regelmatig belt, kunt u opslaan in
het geheugen van de SIM-kaart of van de telefoon.
Deze geheugens vormen tezamen de Contacten. U
hoeft alleen maar de gewenste naam te kiezen om
het bijbehorende nummer te bellen.
Meer informatie over Contacten vindt u op
pagina 57.
Oproepenlijsten gebruiken
Uw telefoon bewaart op chronologische wijze de
nummers van de laatste 20 ontvangen, uitgaande
en gemiste oproepen. De laatste oproep staat
bovenaan de lijst. Als een nummer meer dan
eenmaal voorkomt, wordt alleen de laatste oproep
bewaard.
U kunt deze nummers als volgt (terug) bellen:
1. Druk in de standby-stand op de toets om de
Oproepenlijst te openen.
2. Blader met de stuurtoetsen Omhoog en Omlaag
door de lijst tot het nummer dat u wilt bellen
gemarkeerd wordt weergegeven.
In de Oproepenlijst worden de volgende
pictogrammen gebruikt:
• : Uitgaande oproepen
• : Ontvangen oproepen
• : Gemiste oproepen
Telefoneren
30
3. Om het nummer te bellen, drukt u op .
U kunt de verschillende oproepenlijsten ook apart
bekijken. Zie "Oproepen" op pagina 70.
Gemiste oproepen bekijken
Als u een oproep niet hebt beantwoord, kunt u, als
uw provider deze dienst levert, zien wie heeft
geprobeerd u te bellen. Desgewenst kunt u de
betreffende persoon dan terugbellen.
Als u een of meer oproepen heeft gemist, wordt het
aantal gemiste oproepen aangegeven.
Via de volgende stappen kunt u een of meer
gemiste oproepen direct bekijken:
1. Druk op de
functietoets
Gemist
.
Nu wordt de lijst met gemiste oproepen
getoond.
2. Blader zo nodig met de stuurtoets Omhoog of
Omlaag naar het gewenste nummer.
3. Om het nummer te bellen, drukt u op .
Meer informatie over de diverse mogelijkheden
vindt u onder "Gemiste oproepen" op pagina 70.
Opmerking
: U kunt de melding over de gemiste
oproepen van het display verwijderen,
door op de toets te drukken. Heeft
u ook voice mails, tekstberichten,
multimediaberichten en/of infoberichten
ontvangen, dan wijzigt de rechter
functietoets in de volgende volgorde:
Gemist
,
Verbind
,
Tonen
,
CB
(Infobericht) en
Contacts
.
Telefoneren
31
Snel en eenvoudig nummers uit
Contacten bellen
Zodra u telefoonnummers hebt opgeslagen, kunt u
deze snel en eenvoudig bellen door slechts een of
twee toetsen in te drukken. Kijk voor meer
informatie op pagina 61.
Oproep beëindigen
Om een gesprek te beëindigen, drukt u kort op de
toets of sluit u de telefoon.
Oproep beantwoorden
Als u gebeld wordt, gaat de telefoon over en wordt
het animatiefilmpje voor een inkomende oproep
getoond.
Als de gegevens van de beller bekend zijn, wordt
zijn/haar telefoonnummer of de naam (wanneer
deze in Contacten is opgeslagen) getoond.
Om een oproep te beantwoorden, drukt u op de
toets of de functietoets
Opnemen
. Als de optie
Klep actie
is ingeschakeld, kunt u de oproep ook
aannemen door de klep omhoog te schuiven.
Opmerking
: Ook tijdens het gebruik van de
telefoonlijst of menufuncties kunt u
oproepen beantwoorden. De handeling
waar u op dat moment mee bezig bent,
wordt dan beëindigd.
Oproep weigeren
U kunt een oproep weigeren door op de toets
of de functietoets
Weiger
te drukken, of door de
klep omlaag te schuiven.
Telefoneren
32
Volume aanpassen
Met de toetsen aan de zijkant van de telefoon kunt
u tijdens het telefoneren het luidsprekervolume
aanpassen.
Ook wanneer u een melodie of beltoon hoort, kunt u
het volume van de luidspreker tijdelijk aanpassen.
Opmerking
: Wanneer de klep dicht is terwijl u een
oproep ontvangt, kunt u de beltoon
uitschakelen door een van de
volumetoetsen ingedrukt te houden.
Tijdens gesprek beschikbare opties
Uw telefoon heeft een aantal functies die u ook
tijdens een gesprek kunt gebruiken.
Luidspreker gebruiken
U kunt vanaf een afstandje, zonder de telefoon
tegen uw oor aan te houden, spreken en luisteren
naar de telefoon.
Luidspreker in-/ en uitschakelen
1. Druk op de functietoets
Opties
.
2. Druk op de stuurtoets Omhoog of Omlaag om de
optie
Luidspreker aan
/
Luidspreker uit
te
selecteren. Druk daarna op de functietoets
Kies
.
Opmerking
: U kunt de luidspreker niet inschakelen
wanneer op de telefoon een headset is
aangesloten.
VOORZICHTIG
: Houd de telefoon niet vlakbij uw
oor wanneer de luidspreker is ingeschakeld. Het
geluid kan erg hard zijn!
Telefoneren
33
Microfoon uitschakelen
U kunt de microfoon van uw telefoon tijdelijk
uitschakelen, zodat de persoon met wie u belt u niet
meer kan horen.
Voorbeeld
: U wilt iets zeggen tegen iemand die bij u
in de kamer staat, zonder dat de
persoon die u aan de lijn hebt het hoort.
1. Druk op de functietoets
Opties
.
2. Wanneer
Microfoon uit
gemarkeerd wordt
weergegeven, drukt u op de functietoets
Kies
.
Onderin het display verschijnt het pictogram
voor Microfoon uit ( ) en de persoon die u aan
de lijn hebt kan u nu niet meer horen.
Zo zet u de microfoon weer aan:
1. Druk op de functietoets
Opties
.
2. Wanneer
Microfoon aan
gemarkeerd wordt
weergegeven, drukt u op de functietoets
Kies
.
Het pictogram voor Microfoon uit verdwijnt en
de persoon met wie u belt kan u nu weer horen.
Nummer in Contacten opzoeken en bellen
Tijdens uw gesprek kunt u in Contacten een ander
nummer opzoeken.
1. Druk op de functietoets
Opties
.
2. Druk zonodig op de stuurtoets Omhoog of
Omlaag om de optie
Contacts
te selecteren.
Druk vervolgens op de functietoets
Kies
.
Telefoneren
34
3. Selecteer de optie
Naam zoeken
en druk op de
functietoets
Kies
.
U ziet nu een overzicht van uw contacten,
gesorteerd op alfabet.
4. Geef de eerste letters van de naam die u zoekt in.
De contacten worden nu getoond vanaf de
eerste naam of nummer dat begint met de door
u ingegeven letter(s) of cijfer(s).
Opmerking
:Met de
stuurtoets Omhoog of
Omlaag
kunt u ook vanaf het begin
door de contacten bladeren.
5. Om de gemarkeerde naam te bekijken, drukt u
op de functietoets
OK
.
Meer informatie over SMS-berichten vindt u op
pagina 57.
Toetstonen in- en uitschakelen
Tijdens een gesprek kunt u de toetstonen in- of
uitschakelen. Als de optie
Toetstonen uit
is
geselecteerd, worden de toetstonen niet
doorgegeven. Op die manier hoort u geen storende
piepjes wanneer u tijdens een gesprek toetsen
indrukt.
Als u verbinding maakt met een antwoordapparaat
of computergestuurd telefoonsysteem, moet u de
optie
Toetstonen aan
selecteren.
DTMF tonen verzenden
Tijdens een gesprek kunt u de DTMF (Dual Tone
Multi Frequency) tonen verzenden van het nummer
dat op dat moment in het display wordt getoond.
Telefoneren
35
Deze optie is handig wanneer u een wachtwoord of
rekeningnummer door wilt geven aan een
geautomatiseerd systeem, bijvoorbeeld bij
telebankieren.
Het verzenden van de DTMF tonen stelt u als volgt in:
1. Wanneer u bent verbonden met de teledienst
drukt u op de functietoets
Opties
.
2. Druk op de stuurtoets Omlaag of Omhoog om de
optie
DTMF zenden
te selecteren. Druk op de
functietoets
Kies
.
3. Geef het nummer in dat u wilt verzenden en druk
op de functietoets
OK
.
De tonen van het nummer in het display worden
nu verzonden.
Tijdens een gesprek een bericht lezen of
schrijven
Ook tijdens een telefoongesprek kunt u een nieuw
bericht lezen of schrijven.
1. Druk op de functietoets
Opties
.
2. Druk op de stuurtoets Omhoog of Omlaag om de
optie
Bericht
te selecteren. Druk vervolgens op
de functietoets
Kies
.
3. Al u een ontvangen bericht wilt lezen, selecteert
u
Postvak IN
en bladert u naar het bericht dat u
wilt lezen.
Wilt u een bericht schrijven, selecteer dan de
optie
Nieuw
.
4. Druk vervolgens op de functietoets
Kies
.
Meer informatie over SMS-berichten vindt u op
pagina 109.
Telefoneren
36
Functie Helderheid stem gebruiken
Met de functie Helderheid stem kunt u tijdens een
gesprek het geluid helderder en harder weergeven.
Dit is handig wanneer u zich op een rumoerige
locatie bevindt.
Wanneer de functie Helderheid stem is ingeschakeld,
zet uw telefoon deze na enige tijd automatisch aan
wanneer u op een rumoerige plaats bent.
Helderheid stem in- of uitschakelen
1. Druk op de functietoets
Opties
.
2. Druk op de stuurtoets Omhoog of Omlaag om de
optie
Helderheid stem aan
of
Helderheid
stem uit
te selecteren. Druk vervolgens op de
functietoets
Kies
.
Opmerking
: U kunt de functie Helderheid stem niet
inschakelen wanneer u de luidspreker
aan heeft staan of een handsfree carkit
op de telefoon heeft aangesloten.
SAT (SIM Application Toolkit)
Als u gebruik maakt van een SAT-kaart met
aanvullende diensten, wordt het SAT-menu
getoond. Meer informatie hierover vindt u in de
instructies bij de SIM-kaart.
Gesprek in de wacht zetten
U kunt een gesprek op elk gewenst moment in de
wacht zetten. Als uw provider die dienst aanbiedt,
kunt u tijdens een gesprek een ander gesprek gaan
voeren. Eén van beide gesprekken is actief en het
tweede staat in de wacht. Desgewenst kunt u
tussen beide gesprekken heen en weer schakelen.
Druk op de functietoets
Wacht
als u een gesprek in
de wacht wilt zetten. U kunt het gesprek op ieder
willekeurig moment weer uit de wacht halen door
op de functietoets
Ophalen
te drukken.
Telefoneren
37
Op de volgende wijze kunt u, terwijl u al met iemand
in gesprek bent, een tweede persoon bellen:
1. Geef het telefoonnummer in van degene die u
wilt bellen of zoek dit op in Contacten.
2. Druk op de toets om het nummer te bellen.
Het eerste gesprek wordt automatisch in de
wacht gezet.
Of:
1. Zet het huidige gesprek in de wacht door op de
functietoets
Wacht
te drukken.
2. Bel op de gebruikelijke wijze het nummer van de
persoon die u tegelijkertijd wilt spreken.
Druk op de functietoets
Wissel
om tussen beide
gesprekken te switchen.
Het huidige gesprek wordt dan in de wacht gezet;
tegelijkertijd wordt het tweede gesprek uit de wacht
gehaald, zodat u dit kunt voortzetten.
U kunt het gesprek dat in de wacht staat beëindigen
door op de functietoets
Opties
te drukken en de
optie
Gesprek in wacht beëindigen
te selecteren.
U kunt beide gesprekken beëindigen door op
de toetste drukken. Als u alle oproepen tegelijk
wilt beëindigen, kunt u de klep omlaag schuiven.
Tweede oproep aannemen
(wisselgesprek)
Als uw provider deze dienst levert en als u de optie
Wisselgesprek
heeft ingeschakeld (zie pagina 93),
kunt u tijdens een gesprek een tweede
binnenkomend gesprek beantwoorden. U hoort dat
er een gesprek binnenkomt door een
waarschuwingstoontje voor een wachtend gesprek.
U kunt het binnenkomende gesprek aannemen door
de volgende stappen uit te voeren:
1. Druk op de toets om het tweede gesprek
aan
te nemen. Het eerste gesprek wordt
automatisch in de wacht gezet.
Telefoneren
38
2. Druk op de functietoets
Wissel
om tussen beide
gesprekken te switchen.
3. U kunt het gesprek dat in de wacht staat
beëindigen door op de functietoets
Opties
te
drukken en de optie
Gesprek in wacht
beëindigen
te selecteren.
Druk op de toets als u het huidige gesprek
wilt beëindigen. Het gesprek dat in de wacht stond
kunt u nu voortzetten.
Een oproep doorverbinden
Als uw provider deze dienst ondersteunt, kunt u het
huidige gesprek doorverbinden naar het gesprek dat
in de wacht staat, zodat beide bellers met elkaar
kunnen spreken. U bent op dat moment met geen
van beide meer verbonden.
1. Beantwoord terwijl u al met iemand in gesprek
bent een oproep of plaats op de normale wijze een
oproep en druk op de functietoets
Opties
.
2. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
de optie
Doorverbinden
en druk op de
functietoets
Kies
.
De twee personen staan nu met elkaar in
verbinding.
Multipartygesprekken (telefonisch
vergaderen)
"Multiparty" (ook wel telefonisch vergaderen
genoemd) is een dienst die door diverse providers
geboden wordt, waarbij maximaal zes personen
tegelijkertijd aan een telefoongesprek kunnen
deelnemen. Voor meer informatie kunt u contact
opnemen met uw provider.
Een multipartygesprek starten
1. Bel op de normale wijze de eerste gespreks-
deelnemer.
2. Bel op dezelfde wijze ook de tweede gespreks-
deelnemer. Het eerste gesprek wordt dan
automatisch in de wacht gezet.
Telefoneren
39
3. Om de eerste deelnemer in het multipartygesprek
op te nemen, drukt u op de functietoets
Opties
en selecteert u de optie
Deelnemen
. Druk
vervolgens op de functietoets
Kies
.
4. Om een nieuwe deelnemer aan het Multiparty-
gesprek toe te voegen, belt u deze op de
gebruikelijke wijze. Daarna drukt u op de
functietoets
Opties
en selecteert u de optie
Deelnemen
. Druk vervolgens op de functietoets
Kies
.
Ook personen die u bellen kunt u aan het
multipartygesprek toevoegen door de oproep aan te
nemen en de optie
Deelnemen
te selecteren.
Herhaal deze procedure voor eventuele volgende
binnenkomende oproepen.
Tijdens een multipartygesprek een volgende
oproep aannemen of zelf iemand bellen
Ook tijdens een Multipartygesprek kunt u een oproep
aannemen of zelf iemand bellen:
1. Druk op de toets om het tweede gesprek aan
te nemen. Het eerste gesprek wordt automatisch
in de wacht gezet.
2. Druk op de functietoets
Wissel
om tussen beide
gesprekken te switchen.
3. U kunt het gesprek dat in de wacht staat
beëindigen door op de functietoets
Opties
te
drukken en de optie
Gesprek in wacht
beëindigen
te selecteren.
Druk op de toets als u het huidige gesprek
wilt beëindigen. Het gesprek dat in de wacht
stond kunt u nu voortzetten.
Ook tijdens een multipartygesprek kunt u een
oproep aannemen of zelf iemand bellen. Zie
pagina 37.
Telefoneren
40
Bent u bezig met een multipartygesprek en heeft u
een ander gesprek in de wacht staan, dan kunt u
als volgt een inkomende oproep beantwoorden:
1. Druk op de functietoets
Opnemen
.
2. Selecteer de optie
Gesprek in wacht
beëindigen
om het gesprek dat in de wacht
staat te beëindigen.
Of selecteer de optie
Huidig gesprek
beëindigen
om het gesprek dat niet in de
wacht staat te beëindigen.
Nu kunt u de nieuwe oproep beantwoorden.
Met een van de deelnemers een privégesprek
voeren
1. Druk op de functietoets
Opties
en selecteer de
optie
Uit Mpty
. Druk vervolgens op de
functietoets
Kies
.
2. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
de gewenste deelnemer en druk op de
functietoets
Kies
.
Nu kunt u een privégesprek met de gekozen
deelnemer voeren. De andere deelnemers
kunnen intussen hun conversatie gewoon
voortzetten.
3. Druk op de functietoets
Opties
en kies daarna
Deelnemen
als u terug wilt naar het
multipartygesprek.
4. Druk vervolgens op de functietoets
Kies
.
Alle deelnemers aan het Multiparty gesprek
kunnen elkaar nu weer horen.
Telefoneren
41
Gesprek met één deelnemer beëindigen
1. Druk op de functietoets
Opties
en kies de optie
Verwijder
.
2. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
de gewenste deelnemer en druk op de
functietoets
Kies
.
Het gesprek met deze deelnemer wordt
beëindigd, terwijl het gesprek met de andere
deelnemers gewoon kan worden voortgezet.
3. Beëindig het multipartygesprek door op de
toets te drukken.
Oortelefoon gebruiken
Met behulp van de oortelefoon kunt u telefoneren
zonder dat u de telefoon vast hoeft te houden.
Wanneer u de oortelefoon rechts op de telefoon
aansluit, werkt de knop van de oortelefoon als
volgt:
Om... Doet u het volgende...
het laatste
nummer herhalen
druk in de standby-stand de
knop twee keer in.
een oproep
beantwoorden
houd de knop bij een
inkomende oproep ingedrukt.
een gesprek
beëindigen
houd de knop ingedrukt.
42
Tekst intoetsen
U zult regelmatig tekst willen intoetsen,
bijvoorbeeld als u een naam in Contacten wilt
opnemen, een bericht wilt schrijven, uw eigen
welkomtekst wilt maken of afspraken in de agenda
wilt zetten. Daarom kunt u met de toetsen van de
telefoon ook letters en andere tekens ingeven.
Uw telefoon beschikt over een aantal
tekstinvoerstanden waarmee u tekst in kunt
voeren:
T9 stand
*
In deze stand hoeft u vaak maar één keer op een
toets te drukken voor de gewenste letter. Iedere
toets op het toetsenbord is toegewezen aan een
aantal letters. Met de toets
5
kunt u bijvoorbeeld
de letters J, K en L maken. De T9 functie
vergelijkt uw toetsaanslagen met een
ingebouwde woordenlijst om te bepalen wat het
juiste woord is.
ABC stand
In deze stand
kunt u letters intoetsen door de toets
waarop de gewenste letter staat aangegeven één,
twee, drie of vier keer in te drukken tot de gewenste
letter wordt getoond.
Cijfers
In deze stand kunt u cijfers intoetsen.
Invoerstand tekens
In deze stand kunt u speciale tekens intoetsen.
*
is een geregistreerd handelsmerk van Tegic
Communications, Inc. en in de VS gepatenteerd onder
nummer 5,818,437/ 5,953,541/ 6,011,554.
Tekst intoetsen
43
Tekstinvoerstand wijzigen
Wanneer u in een veld staat waar u letters in kunt
voeren, ziet u onderin het display de huidige
tekstinvoerstand.
Voorbeeld
: In Contacten een naam intoetsen
De tekstinvoerstand kunt u als volgt wijzigen:
1. Druk op de rechter functietoets, die de huidige
tekstinvoerstand aangeeft.
2. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
naar de gewenste tekstinvoerstand.
Via de optie
Taal kiezen
kunt u de bij de
tekstinvoerstand T9 gebruikte taal wijzigen.
Met de optie
Woord toevoegen
kunt u nieuwe
woorden aan de T9 woordenlijst toevoegen. Zie
pagina 45.
Opmerking
: Als u dit menu wilt verlaten zonder
wijzigingen door te voeren, drukt u
op de functietoets of de
toets .
3. Druk op de functietoets
Kies
om de
gemarkeerde tekstinvoerstand te selecteren.
Geef naam
OK
20
Ned
Indicatie tekstinvoerstand:
T9 Nederlands
Tekst intoetsen
44
Snel de tekstinvoerstand wijzigen
T9 stand (Ned)
Het intoetsen van een woord in de voorspellende
T9 stand doet u als volgt:
1. Begin met de toetsen
2
t/m
9
het woord in te
toetsen. Voor iedere letter hoeft u de toets maar
één keer aan te slaan.
Voorbeeld
: Om in de T9 stand "hallo" in te
toetsen, drukt u op de
4
,
2
,
5
,
5
en
6
.
Het geraden woord verschijnt in het display.
Het kan bij iedere volgende toetsaanslag
veranderen.
2. Wijzig of verwijder pas letters wanneer u klaar
bent met het woord.
3. Is het woord juist, toets dan een spatie in en ga
verder met het volgende woord. Als het woord
niet juist is, drukt u zo vaak als nodig op de
toets
0
voor alternatieve woorden met de door u
gebruikte toetsen.
Voorbeeld
: Zowel "of" en "me" worden gemaakt
met de toetsen
6
en
3
. Het meest
gebruikte woord wordt eerst
getoond.
4. Sluit ieder woord af met een spatie ( ).
5. Geef het volgende woord in.
Wisselen tussen de
standen...
Houd de volgende
toets ingedrukt...
cijfers en de vorige stand toets .
tekens en de vorige stand toets .
ABC en T9 rechter functietoets.
Tekst intoetsen
45
Als tijdens het intoetsen van tekst boven de linker
functietoets
Nieuw
verschijnt, komt het woord niet
in het T9 woordenboek voor. Om woorden in te
toetsen die niet in het woordenboek voorkomen,
wijzigt u de tekstinvoerstand in de ABC stand:
1. Druk op de functietoets
Nieuw
of op de rechter
functietoets en selecteer
Woord toevoegen
.
2. Geef in de ABC stand het woord in dat u wilt
toevoegen (zie pagina 46) en druk op de
functietoets
OK
.
Het woord wordt in het T9 woordenboek
opgeslagen en in uw scherm ingevoegd.
3. U kunt nu verdergaan met het invoeren van
tekst in de T9 stand.
De juiste leestekens
Voor het invoegen van een punt, verbindings-
streepje of apostrof, drukt u op de toets
1
. De T9
stand past zelf grammaticaregels toe en plaatst het
juiste leesteken.
Wisselen tussen hoofdletters/kleine letters
Om van hoofdletters over te schakelen naar kleine
letters en omgekeerd, drukt u op de toets . Er zijn
drie standen:
Kleine letters (geen aanduiding)
Beginhoofdletter ( )
Alles in hoofdletters ( )
Spatie invoegen
Door op de toets te drukken, kunt u tussen twee
woorden een spatie invoegen.
Direct een cijfer invoegen
Om een cijfer in te voegen, houdt u de betreffende
cijfertoets ingedrukt.
Tekst intoetsen
46
Cursor verplaatsen
Met de stuurtoets Links of Rechts kunt u de cursor
binnen de tekst naar links of rechts verplaatsen.
Letters of woorden wissen
Om de letter links van de cursor wissen, drukt u op
de toets
C
. U kunt alle letters in het display wissen,
door de toets
C
ingedrukt te houden.
Terug naar het vorige scherm
Als het invoerveld leeg is, kunt u terug naar het
vorige scherm door de toets
C
ingedrukt te houden.
ABC stand invoerstand
Als u in de ABC stand letters wilt intoetsen, drukt u
op de toets waarop de gewenste letter staat
aangegeven:
- Eenmaal voor de eerste letter
- Tweemaal voor de tweede letter
- Enzovoort
Voorbeeld
: Voor de letter "C" drukt u drie keer kort
op de toets
2
. Voor de letter "K" drukt u
twee keer op de toets
5
.
Opmerking
: Wanneer u een volgende toets indrukt,
verschuift de cursor mee naar rechts.
Als u twee keer dezelfde toets nodig
heeft (de volgende letter staat op
dezelfde toets), wacht dan even totdat
de cursor automatisch naar rechts is
geschoven en toets dan pas de volgende
letter in.
Tekst intoetsen
47
In onderstaande tabel vindt u meer informatie over
de beschikbare tekens. Deze zijn afhankelijk van de
voor de tekstinvoerstand gekozen taal. De taal kunt
u als volgt instellen:
Taal kiezen
; zie pagina 43
Invoerstand
; zie pagina 85
Overzicht met beschikbare tekens
(Hoofdletterstand
)
Toets Tekst in de weergegeven volgorde
1.,-?!@:1
2 A B C Ç Ä Á À Â 2
3 D E F Ë É È Ê 3
4 G H I Ï Í Ì Î 4
5 J K L 5
6 M N O Ö Ó Ò Ô 6
7 P Q R S 7
8 T U V Ü Ú Û Ù 8
9 W X Y Z 9
00
Tekst intoetsen
48
Wisselen tussen hoofdletters/kleine letters
Om van hoofdletters over te schakelen naar kleine
letters en omgekeerd, drukt u op de toets . Er zijn
drie standen:
Kleine letters (geen aanduiding)
Beginhoofdletter ( )
Alles in hoofdletters ( )
Spatie invoegen
Door op de toets te drukken, kunt u tussen twee
woorden een spatie invoegen.
Direct een cijfer invoegen
Om een cijfer in te voegen, houdt u de betreffende
cijfertoets ingedrukt.
Cursor verplaatsen
Met de stuurtoets Links of Rechts kunt u de cursor
binnen de tekst naar links of rechts verplaatsen.
Letters of woorden wissen
Om de letter links van de cursor wissen, drukt u op
de toets
C
. U kunt alle letters in het display wissen,
door de toets
C
ingedrukt te houden.
Terug naar het vorige scherm
Als het invoerveld leeg is, kunt u terug naar het
vorige scherm door de toets
C
ingedrukt te houden.
Tekst intoetsen
49
Speciale tekens intoetsen
Met de stand Tekens kunt u speciale tekens en
symbolen in uw tekst opnemen
.
Cijfers
In de cijferstand kunt u in uw tekst cijfers opnemen
.
Druk op de toetsen waarop de door u gewenste cijfers
voorkomen
.
Om... Drukt u op …
meer symbolen
weergeven
de stuurtoets Omhoog
of Omlaag.
een symbool invoegen de juiste cijfertoets.
terug naar de vorige
tekstinvoerstand met
ingegeven symbool/
symbolen
de functietoets
OK
.
terug naar de vorige
tekstinvoerstand zonder
symbool/symbolen in te
voegen
de functietoets .
50
Menu’s gebruiken
Uw telefoon biedt u een groot aantal functies
waarmee u de telefoon op uw eisen en wensen kunt
afstemmen. Deze functies zijn ondergebracht in
menu’s en submenu’s.
Menu openen
U krijgt toegang tot de menu’s en submenu’s door
in de standby-stand op de functietoets
Menu
of
Contacts
te drukken en vervolgens met de
stuurtoetsen naar het gewenste menu te bladeren.
1. In de standby-stand drukt u op de functietoets
Menu
om het hoofdmenu te openen of op de
functietoets
Contacts
om het menu Contacten
te openen.
2. Met de stuurtoetsen kunt u door de menu’s
bladeren. Druk daarna op de functietoets
Kies
om het menu te openen.
3. Met de stuurtoets Omhoog of Omlaag kunt u
naar het gewenste submenu bladeren.
4. Om toegang te krijgen tot het betreffende
submenu, drukt u op de functietoets
Kies
.
Bevat het menu dat u heeft geselecteerd ook
weer submenu's, herhaal dan de stappen 3 en 4.
5. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
naar de gewenste optie.
6. Druk op de functietoets
Kies
om deze optie te
selecteren.
Opmerking
: Door op de toets te drukken, kunt
teruggaan naar het vorige menuniveau.
U kunt ook direct naar een menu of submenu gaan,
door het betreffende menunummer in te geven.
Menu’s gebruiken
51
Voorbeeld: Het menu
Voice mail
openen.
1. Druk op de
functietoets
Menu
.
2. Druk op de
5
voor
Berichten
.
3. Druk op de
5
voor
Voice mail
.
Wegwijzer menukeuzes
Via de diverse menu's kunt u de instellingen van de
telefoon controleren of wijzigen. De volgende lijst
toont de menustructuur.
Het is mogelijk dat de bij de menu's vermelde
nummers niet overeenstemmen met die van uw
telefoon. Deze zijn namelijk afhankelijk van de
diensten die door uw SIM-kaart worden
ondersteund.
Menu Contacten
1. Contacten
(zie pagina 57)
1. Naam zoeken
2. Nummer toevoegen
3. Snelkeuzelijst
4. Alles naar telefoon kopiëren
5. Alles via infrarood verzenden
6. Alles wissen
2. Beheer
(zie pagina 67)
1. Eigen nummer
2. Groep instellen
3. Geheugenstatus
3. Diensten
(zie pagina 69)
1. Nummers diensten
Menu’s gebruiken
52
Hoofdmenu
1. Oproepen
(zie pagina 70)
1. Gemiste oproepen
2. Ontvangen oproepen
3. Uitgaande oproepen
4. Alles wissen
5. Gespreksduur
1. Duur laatste gesprek
2. Totaal uitgaand
3. Totaal ontvangen
4. Tijdtellers op nul zetten
6. Gesprekskosten
1. Kosten laatste gesprek
2. Totale kosten
3. Maximumkosten
4. Kostentellers op nul zetten
5. Maximumkosten instellen
6. Tarief
2. Spelletjes
(zie pagina 74)
1. Spelletjes
2. Meer spelletjes
3. Internetinstelling
1. APN
2. Gebruikersnaam
3. Wachtwoord
4. DNS instelling
4. Geheugenstatus
3. Telefoon
(zie pagina 79)
1. Geluidsinstellingen
1. Inkomende oproepen
2. Berichten
3. Beltoon aan/uit
4. Verbindingstoon
5. Toetstoon
6. Minutenteller
7. Stille modus
8. Klepsignaal
9. Waarschuwing tijdens oproep
Menu’s gebruiken
53
3. Telefoon
(vervolg)
2. Display
1. Achtergrond
2. Kleur
3. Verlichting
4. Helderheid display
5. Service display
3. Taal
1. Taal display
2. Invoerstand
4. Beveiliging
1. PIN controle
2. PIN wijzigen
3. Telefoonblokkering
4. Wachtwoord wijzigen
5. Privacy
6. SIM blokkeren
7. FDN-modus
*
8. PIN2 wijzigen*
5. Netwerkdiensten
1. Oproepen doorschakelen
2. Oproepen blokkeren
3. Wisselgesprek
4. Netwerk kiezen
5. Nummerweergave
6. Actieve lijn*
6. Overige
1. Welkomtekst
2. Autom. herhalen
3. Klep omlaag
4. Klep actie
5. Elke toets antwoorden
6. Fax stand
7. Infrarood activeren
7. Reset instellingen
* Verschijnt alleen als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt.
Menu’s gebruiken
54
4. Camera
(zie
pagina 100
)
1. Foto maken en versturen
2. Foto’s
3. Albums
4. Alles wissen
5. Instellingen
6. Geheugenstatus
5. Berichten
(zie pagina 109)
1. SMS
1. Nieuw
2. Postvak IN
3. Postvak UIT
4. Alles wissen
2. MMS
1. Nieuw
2. Postvak IN
3. Postvak UIT
4. Concepten
5. Map
6. Alles wissen
3. Bericht ophalen
1. Postvak IN
2. Instelling
3. Alles wissen
4. Standaardberichten
5. Voice mail
1. Verbinden met voice mail
2. Voice server nummer
6. Infoberichten
1. Lezen
2. Ontvangen
3. Kanaal
4. Taal
7. Instellingen
1. SMS
2. MMS
8. Geheugenstatus
1. SMS
2. MMS
Menu’s gebruiken
55
6. WAP
*
(zie pagina 135)
1. Startpagina
2. Favoriet
3. Ga naar adres
4. Buffer leegmaken
5. Proxy instelling
6. Huidige proxy
7. SIM-AT MENU
(SIM Application Toolkit)
**
(zie pagina 142)
8. Media-album
(zie pagina 143)
1. Foto’s
1. Foto’s
2. Album1
3. Album2
2. Afbeeldingen
3. Melodieën
1. Stemmen
2. Melodieën
4. Alles wissen
1. Foto’s
2. Afbeeldingen
3. Melodieën
5. Geheugenstatus
* Het is mogelijk dat deze menuoptie niet getoond wordt c.q. niet
ondersteund wordt door uw provider.
** Verschijnt alleen als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt.
Menu’s gebruiken
56
9. Agenda
(zie pagina 147)
1. Nieuwe notitie
2. Kalender
3. Actielijst
4. Klok
1. Tijd instellen
2. Datum instellen
3. Wereldtijd instellen
4. Indeling instellen
5. Alarm
6. Calculator
7. Omrekenen
1. Munteenheid
2. Lengte
3. Gewicht
4. Inhoudsmaat
5. Oppervlakte
6. Temperatuur
8. Timer
9. Stopwatch
57
Menu Contacten
Het menu Contacten biedt de volgende
mogelijkheden:
Contacten
: hier kunt u namen en nummers
toevoegen of opzoeken, sneltoetsen toewijzen en
uw contacten beheren.
Beheer
: hiermee kunt u uw eigen nummer
ingeven of verwijderen, belgroepen instellen en
de geheugenstatus controleren.
Diensten
: hier kunt u, afhankelijk van uw
SIM-kaart, de servicenummers van uw provider
bellen.
Naam zoeken
Het opzoeken van een naam of nummer in
Contacten doet u als volgt:
1. Geef de eerste letter(s) in van de naam die u
zoekt.
U ziet nu een overzicht van de namen waarvan de
beginletters met uw ingave overeenstemmen.
2. Blader zo nodig met de stuurtoets Omhoog of
Omlaag naar de door u gezochte naam.
3. Zodra u de gewenste naam heeft gevonden,
drukt u op de functietoets
OK
.
4.
Om... Drukt u op…
het getoonde
nummer te bellen
de toets .
het getoonde
nummer te wijzigen
de functietoets
Opties
.
Kijk voor meer
informatie op
pagina 58.
Menu Contacten
58
Namen/nummers in het geheugen van
de telefoon wijzigen
Blader met de stuurtoets Links of Rechts naar de
categorie die u wilt wijzigen. U kunt kiezen uit
onderstaande categorieën. U kunt de informatie in
de betreffende categorie wijzigen door op de
functietoets
Opties
te drukken.
Categorie Procedure
Mobiel
Privé
Kantoor
Fax
Overig
Selecteer een van de volgende opties.
Een beschrijving van de diverse opties
treft u hieronder aan pagina 59.
Nummer wijzigen
Naam wijzigen
Berichten verzenden
(wordt getoond
wanneer de categorie een nummer
bevat)
Kopiëren
(wordt getoond wanneer de
categorie een nummer bevat)
Via infrarood verzenden
(wordt
getoond wanneer de categorie een
nummer bevat)
Contactpersoon wissen
E-mail E-mail adres ingeven of wijzigen.
Notitie Een notitie ingeven of wijzigen.
Groep Al dan niet een groep instellen.
Afbeelding Al dan niet een afbeelding instellen.
Melodie Al dan niet een melodie toewijzen.
Menu Contacten
59
Nummer of naam in SIM-geheugen
wijzigen
Om de informatie in het SIM-geheugen te wijzigen,
drukt u op de functietoets
Opties
.
U kunt kiezen uit de volgende opties:
Nummer wijzigen
Via deze optie kunt u het nummer wijzigen. U kunt
ook een nieuw nummer toevoegen als voor de
geselecteerde categorie nog geen nummer is
opgeslagen.
Naam wijzigen
Via deze optie kunt u de naam wijzigen.
U kunt de oude naam wissen door de toets
C
in te
drukken. Meer informatie over het intoetsen van
tekst vindt u op pagina 42.
Berichten verzenden
Via deze optie kunt u een bericht naar het
betreffende nummer sturen. Meer informatie over
het sturen van tekstberichten vindt u op
pagina 111.
Kopiëren
Via deze optie kunt u de contactpersoon van het
telefoongeheugen naar de SIM-kaart kopiëren en
omgekeerd.
Via infrarood verzenden
Hiermee kunt u de contactpersoon kopiëren van uw
telefoon naar een andere telefoon of apparaat
waarmee via de infraroodpoort verbinding is.
Contactpersoon wissen
Via deze optie kunt u de contactpersoon
verwijderen. Om dit te bevestigen, drukt u op de
functietoets
Ja
.
Wilt u dit niet, druk dan op de functietoets
Nee
.
Menu Contacten
60
Nummer toevoegen
U kunt telefoonnummers en de bijbehorende
namen
in het geheugen van uw SIM-kaart opslaan.
Daarnaast biedt het geheugen van uw telefoon
ruimte aan 1000 namen en bij iedere naam kunnen
maximaal 5 nummers worden vastgelegd.
1. Geef het nummer in dat u wilt opslaan.
Opmerkingen
:
Heeft u bij het intoetsen van een nummer een
fout gemaakt, dan kunt u dit met de toets
C
verbeteren. Kijk voor meer informatie op
pagina 28.
Voor bepaalde diensten zoals telebankieren, is
het nodig een pauze in het nummer in te voegen.
Dit doet u door de toets ingedrukt te houden.
De "P" geeft de pauze aan.
2. Als u er zeker van bent dat het nummer juist is,
drukt u op de functietoets
Opslaan
.
3. Selecteer het geheugen waarin u het nummer
wilt opslaan (
Telefoon
of
SIM
) en druk op de
functietoets
Kies
.
Opmerking
: Als u van telefoon verandert, gaan
de nummers die u op de SIM-kaart
hebt opgeslagen automatisch mee
naar uw nieuwe telefoon. De in de
telefoon opgeslagen nummers zult u
opnieuw in moeten geven.
4. Heeft u bij stap 3
SIM
geselecteerd, ga dan
verder met stap 5.
Heeft u bij stap 3
Telefoon
geselecteerd, kies
dan nu met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
welk soort nummer het betreft en druk op de
functietoets
Kies
.
5. Geef de bijbehorende naam in.
Meer informatie over het intoetsen van tekst
vindt u op pagina 42.
Menu Contacten
61
6. Als u tevreden bent over uw invoer, drukt u op de
functietoets
OK
.
7. Heeft u bij stap 3
Telefoon
geselecteerd, ga dan
verder met stap 8.
Heeft u bij stap 3
SIM
geselecteerd, geef dan het
locatienummer in en druk op de functietoets
OK
.
8. Wilt u de gegevens wijzigen, kijk dan op
pagina 58.
Om terug te gaan naar de standby-stand, drukt u
op de functietoets of de toets .
Een nummer opslaan in de standby-stand
Zodra u begint met het intoetsen van een nummer,
verschijnt boven de linker functietoets
Opslaan
. U
kunt het nummer in Contacten opslaan door op deze
functietoets te drukken.
Om het nummer op te slaan, volgt u de procedure
vanaf stap 1 zoals vermeld op pagina 60.
Snelkeuzelijst
U kunt 8 nummers selecteren die u snel en
eenvoudig wilt kunnen bellen door slechts één toets
in te drukken.
Nummers selecteren voor de
snelkeuzelijst
1. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
naar een lege locatie en druk op de functietoets
Kies
.
2. Als de optie
Nummer wijzigen
gemarkeerd
wordt weergegeven, drukt u op de functietoets
Kies
.
Menu Contacten
62
3. Geef een telefoonnummer in en druk op de
functietoets
OK
.
U kunt ook een nummer uit Contacten ophalen
door op de functietoets
Contacts
te drukken.
Kies de gewenste naam of nummer en druk op
de functietoets
OK
. Druk op de functietoets
OK
om de gegevens op te slaan.
4. U kunt deze functie verlaten door op de
functietoets of de toets te drukken.
Contactpersoon in snelkeuzelijst
wijzigen
1. Selecteer de contactpersoon die u wilt wijzigen
en druk op de functietoets
Kies
.
2. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
een van de volgende menuopties en druk op de
functietoets
Kies
:
Nummer wijzigen
: hiermee kunt u het
nummer wijzigen.
Naam wijzigen
: hiermee kunt u de naam van
de contactpersoon wijzigen.
Wissen
: hiermee verwijdert u het aan de
toets toegewezen telefoonnummer.
3. U kunt deze functie verlaten door op de
functietoets of de toets te drukken.
Snelkeuzelijst gebruiken
In de standby-stand drukt u op de cijfertoets
(
2
t/m
9
) die aan de betreffende contactpersoon is
toegewezen en vervolgens op de toets . U kunt
ook de betreffende cijfertoets ingedrukt houden.
Opmerking
:
1
is
gereserveerd voor het nummer van
uw Voice Mail server.
Menu Contacten
63
Een nummer bellen dat op de SIM-kaart
is opgeslagen
Zodra u telefoonnummers op uw SIM-kaart hebt
opgeslagen, kunt u deze snel en eenvoudig bellen.
Dit doet u als volgt:
1. Geeft het locatienummer op de SIM-kaart in
waar het nummer is opgeslagen.
2. Druk op de toets .
In het display verschijnen de naam en het
nummer dat op de betreffende geheugenplaats
is opgeslagen.
3. Druk op de functietoets
Kies nr
of op de toets .
Alles naar telefoon kopiëren
U kunt alle gegevens die op de SIM-kaart zijn
opgeslagen naar het geheugen van de telefoon
kopiëren.
1. Druk ter bevestiging op de functietoets
Ja
.
De nummers worden naar het telefoongeheugen
gekopieerd, waarbij standaard
Mobiel
wordt
aangehouden.
Wilt u dit niet, druk dan op de functietoets
Nee
.
2. U kunt deze functie verlaten door op de
functietoets of de toets te drukken.
Menu Contacten
64
Alles via infrarood verzenden
Via de infraroodverbinding kunt uw contact-
personen naar een ander apparaat met infrarood
versturen en vice versa.
Opmerking
: De beschikbaarheid van deze functie is
afhankelijk van uw SIM-kaart.
Contacten verzenden
1. Zorg ervoor dat de infraroodpoorten van de twee
toestellen in één lijn liggen.
2. Open in het menu
Alles via infrarood
verzenden
de optie
Contacten
en selecteer
een van de volgende opties. Druk daarna op de
functietoets
Kies
:
Alle
: hiermee kunt u alle contactpersonen
vanaf de geselecteerde contactpersoon tot en
met de laatste op de SIM-kaart of telefoonlijst
in een keer versturen.
SIM
: hiermee kunt u alle contactpersonen
vanaf de geselecteerde contactpersoon tot en
met de laatste op de SIM-kaart in een keer
versturen.
Telefoon
: hiermee kunt u alle
contactpersonen vanaf de geselecteerde
contactpersoon tot en met de laatste in de
telefoonlijst in een keer versturen.
3. Als u
Alle
selecteert en op de functietoets
OK
drukt, worden alle contactpersonen getoond.
Selecteert u
SIM
of
Telefoon
en druk op de
functietoets
OK
, dan worden de contactpersonen
getoond die in het betreffende geheugen zijn
opgeslagen.
4. Blader naar de contactperso(o)n(en) die u wilt
versturen en druk op de functietoets
OK
.
Menu Contacten
65
Uw telefoon begint met het versturen van de
contactperso(o)n(en).
Contacten van een ander apparaat/toestel
ontvangen
1. Zorg ervoor dat de infraroodpoorten van de twee
toestellen in één lijn liggen.
2. Open het menu
Infrarood activeren
(zie
pagina 98) en selecteer
Aan
om de poort in te
schakelen.
3. Als uw telefoon gegevens van het andere toestel
ontvangt:
Als u één contact van de andere telefoon
ontvangt, ziet u in het display de naam en het
telefoonnummer. U kunt aangeven of u dit wilt
opslaan. Ga verder bij stap 4.
Als u de gegevens via de keuze
Alle, SIM,
Telefoon
ontvangt, kunt u een geheugen
selecteren (SIM- of telefoongeheugen). Ga
verder bij stap 5.
4. Druk op de functietoets
Opslaan
om de
contactpersoon in Contacten op te slaan.
U kunt de gegevens ook verwijderen door op de
functietoets
Annul.
te drukken.
5. Druk op de functietoets
SIM
of
Tel.
.
De gegevens worden in het geselecteerde
geheugen opgeslagen.
Infrarood poort
Infrarood poort
Menu Contacten
66
Alles wissen
U kunt de contactpersonen afzonderlijk of allemaal
in een keer verwijderen.
1. Ga naar het gewenste geheugen en plaats er
een vinkje voor door op de functietoets
Kies
te
drukken.
Wanneer u
Alle
selecteert, worden alle
geheugens aangekruist.
2. Herhaal eventueel stap 1 voor het selecteren
van een ander geheugen.
3. Als u de geheugens waaruit u de
contactpersonen wilt verwijderen heeft
aangekruist, drukt u op de functietoets
OK
.
4. Nu wordt om een bevestiging gevraagd. Weet u
zeker dat u alle contactpersonen in het (de)
geheugen(s) wilt verwijderen, druk dan op de
functietoets
Ja
. Geef vervolgens het
wachtwoord van de telefoon in en druk op de
functietoets
OK
.
Het wachtwoord is standaard ingesteld op
"00000000". Op pagina 87 kunt u lezen hoe u
dit kunt wijzigen.
Wilt u dit niet, druk dan op de functietoets
Nee
.
Menu Contacten
67
Eigen nummer
U kunt uw eigen telefoonnummer(s) onder een
naam opslaan.
1. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
naar een vrije locatie en druk op de functietoets
Kies
.
2. Wanneer
Nummer wijzigen
is geselecteerd,
drukt u op de functietoets
Kies
.
3. Geef uw nummer in en druk op de functietoets
OK
.
4. Om een naam toe te wijzen, gaat u met de
stuurtoets Omlaag naar
Naam wijzigen
en
drukt u op de functietoets
Kies
.
5. Geef een naam in en druk op de
functietoets
OK
.
6. U kunt deze functie verlaten door op de
functietoets of de toets te drukken.
U kunt een of meer eigen nummers als volgt
verwijderen:
1. Selecteer in de lijst met Eigen nummer het
nummer dat u wilt verwijderen en druk op de
functietoets
Kies
.
2. Blader met de stuurtoets Omlaag of Omhoog
naar
Wissen
en druk op de functietoets
Kies
.
3. Weet u zeker dat u het nummer wilt
verwijderen, druk dan op de functietoets
Ja
.
Wilt u dit niet, druk dan op de functietoets
Nee
.
4. U kunt deze functie verlaten door op de
functietoets of de toets te drukken.
Menu Contacten
68
Groep instellen
U kunt de instellingen van de vijf standaard
belgroepen aanpassen.
1. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
een belgroep en druk op de functietoets
Kies
.
2. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
naar de gewenste optie en druk op de
functietoets
Kies
.
U kunt kiezen uit de volgende opties:
Melodie
: wanneer u door iemand die tot die
groep behoort wordt gebeld, kunt u dat horen
aan de melodie.
Naam wijzigen
: hier kunt u de naam van de
groep wijzigen. Meer informatie over het
intoetsen van letters vindt u op pagina 42.
Afbeelding tonen
: hier kunt u de afbeelding
kiezen die wordt getoond wanneer u wordt
gebeld door iemand die tot de groep behoort.
3. Pas de instelling aan uw voorkeur aan druk op
de functietoets
Kies
.
4. Herhaal de stappen 2 en 3 voor eventuele
andere instellingen die u wilt wijzigen.
U kunt deze functie verlaten door op de
functietoets of de toets te drukken.
Menu Contacten
69
Geheugenstatus
U kunt nagaan hoeveel namen er op de SIM-kaart
en in het geheugen van de telefoon zijn opgeslagen.
U kunt deze functie verlaten door op de
functietoets of de toets te drukken.
Nummers diensten
Opmerking
: De beschikbaarheid van deze functie is
afhankelijk van uw SIM-kaart.
In het display verschijnt een overzicht met de
beschikbare servicenummers.
Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag naar
het gewenste nummer en druk op de toets om
het nummer te bellen.
70
Oproepen
Met dit menu kunt u de volgende oproepen
bekijken:
Gemiste, ontvangen of uitgaande oproepen.
De gesprekskosten.
De gespreksduur.
Opmerking
: Door in de standby-stand op
te
drukken, krijgt u toegang tot alle drie
de soorten oproepen.
Gemiste oproepen
Met deze optie kunt u de laatste 20 onbeantwoorde
oproepen bekijken.
Het nummer en de naam worden, indien
beschikbaar, getoond, samen met de datum en tijd
waarop de oproep werd gedaan.
Door op de functietoets
Opties
te drukken, kunt u:
De huidige oproep uit de lijst verwijderen.
Alle oproepen uit de lijst verwijderen.
Het nummer aan uw telefoonlijst toevoegen.
Ontvangen oproepen
Met deze optie kunt u de laatste 20 ontvangen
oproepen bekijken.
Het nummer of de naam worden, indien
beschikbaar, getoond, samen met de datum en tijd
waarop de oproep werd gedaan.
Oproepen
71
Door op de functietoets
Opties
te drukken, kunt u:
De huidige oproep uit de lijst verwijderen.
Alle oproepen uit de lijst verwijderen.
Het nummer aan uw telefoonlijst toevoegen.
Uitgaande oproepen
Met deze optie kunt u de laatste 20 gebelde
nummers bekijken.
Het nummer of de naam worden, indien
beschikbaar, getoond, samen met de datum en tijd
waarop de oproep werd gedaan.
Door op de functietoets
Opties
te drukken, kunt u:
De huidige oproep uit de lijst verwijderen.
Alle oproepen uit de lijst verwijderen.
Het nummer aan Contacten toevoegen.
Alles wissen
U kunt alle nummers die tot een bepaalde soort
oproepen behoren in één keer verwijderen.
Als om een bevestiging wordt gevraagd, drukt u op
de functietoets
Ja
.
Wilt u dit niet, druk dan op de functietoets
Nee
.
Oproepen
72
Gespreksduur
Met deze optie kunt u de tijdsduur van gevoerde en
binnengekomen gesprekken bekijken.
Opmerkingen:
Als uw SIM-kaart de functie ALS (Alternate Line
Service) ondersteunt, moet u eerst de gewenste lijn
selecteren.
De werkelijke duur van uw gesprekken op de
rekening van uw provider kan iets afwijken,
afhankelijk van de netwerkdiensten, afronding van
kosten enz.
U kunt kiezen uit de volgende opties:
Duur laatste gesprek
: duur van het laatste
gesprek.
Totaal uitgaand
: duur van alle gevoerde
gesprekken sinds de teller voor het laatst op nul is
gezet.
Totaal ontvangen
: duur van alle binnengekomen
gesprekken sinds de teller voor het laatst op nul is
gezet.
Tijdtellers op nul zetten
: met deze optie kunt u
de gesprekstellers op nul zetten. Vervolgens geeft u
het wachtwoord van de telefoon in en drukt u op de
functietoets
OK
.
Gesprekskosten
Met deze functie kunt u de gesprekskosten
bekijken.
Opmerkingen
:
Deze functie is niet bedoeld voor
factureerdoeleinden.
Afhankelijk van uw SIM-kaart of provider, kan in de
standby-stand informatie over de kosten worden
weergegeven.
Oproepen
73
U kunt kiezen uit de volgende opties:
Kosten laatste gesprek
: kosten van het laatste
telefoongesprek dat gevoerd is.
Totale kosten
: totale kosten sinds de teller voor
het laatst op nul is gezet. Als de totale kosten de
maximumkosten, instelbaar met de optie
Maximumkosten instellen
, overschrijden, kunt u
geen gesprekken meer voeren tot de teller op nul is
gezet.
Maximumkosten
: maximale kosten zoals
ingesteld bij
Maximumkosten
instellen
.
Kostentellers op nul zetten
: optie voor het op
nul zetten van de kostenteller. U moet eerst uw
PIN2 invoeren (zie pagina 167). Daarna drukt u op
de functietoets
OK
.
Maximumkosten instellen
: optie om de
maximale kosten voor uw gesprekken in te stellen.
U moet eerst uw PIN2 invoeren (zie pagina 167).
Daarna drukt u op de functietoets
OK
.
Tarief
: voor het instellen van de prijs per tik. Op
basis hiervan worden de gesprekskosten berekend.
U moet eerst uw PIN2 invoeren (zie pagina 167).
Daarna drukt u op de functietoets
OK
.
74
Spelletjes
U kunt met de WAP browser vanaf diverse bronnen
zogenaamde MIDlets (Java toepassingen die
geschikt zijn voor mobiele telefoons) downloaden
en in uw telefoon opslaan.
Spelletjes
Getoond wordt de lijst met Java spelletjes. Met uw
telefoon zijn twee MIDlets (Java spelletjes)
meegeleverd. Als de lijst leeg is, verschijnt er een
melding waarin u wordt uitgenodigd een nieuw spel
te downloaden. U kunt nieuwe spelletjes aan de lijst
toevoegen door met behulp van de WAP browser
MIDlets van WAP sites te downloaden.
SnowBallFight (Sneeuwbalgevecht)
Doel van dit spel is om de sneeuwballengooiers van
vier verschillende teams uit te dagen en te
verslaan.
Spel starten
Als het spel geladen is, drukt u tweemaal op een
willekeurige toets om het startscherm te openen. In
het eerste scherm drukt u op de toets om het
spel te starten of op de toets om naar het
hoofdmenu van het spel te gaan.
Om... Drukt u op…
een spel te
selecteren
de stuurtoets Omhoog of
Omlaag.
een spel te starten
de functietoets
Start.
informatie over
het spel te bekijken
de functietoets
Info
.
een spel te
verwijderen
de functietoets
Wissen
in het
informatiescherm.
Spelletjes
75
Play
: hiermee kunt u een nieuw of eerder
opgeslagen spel starten. Bij een opgeslagen spel gaat
u verder bij het begin van het laatst gespeelde
niveau.
Instructions
: geeft uitleg over de stuurtoets en de
items waarmee u kunt verdedigen en aanvullen.
Configuration
: hiermee kunt u het geluid en de
trilfunctie in- en uitschakelen en de speelsnelheid
instellen, waarbij u kunt kiezen tussen 1 - 5.
Quit
: hiermee wordt het spel afgesloten en gaat u
terug naar het menu Spelletjes.
Uitleg van het spel
Verplaats de speler met behulp van de stuurtoetsen
over de straat. Als u over voldoende goudstukken
beschikt (deze kunt u tijdens een gevecht
verdienen), kunt u bij de drogist verdedig-items
kopen en bij de itemwinkel aanval-items. Verplaats
de speler naar het team van het huidige niveau en
druk op de toets om dit te selecteren. Als het
sneeuwballengevecht start, probeert u de kinderen
van de tegenpartij met sneeuwballen te raken en hun
sneeuwballen te ontwijken. Tijdens het gevecht kunt
u gebruik maken van uw verdedig- en aanval- items.
Als u voldoende energie heeft verzameld, kunt u een
speciale aanvalstechniek gebruiken. U moet alle
gevechten van vier niveaus winnen om het op te
kunnen nemen tegen de kampioen-
sneeuwballengooiers.
Toetscommando’s
4, 6 of Links/Rechts: naar links of rechts verplaatsen.
2,5 of Omhoog, : eerste keer dat u de toets
indrukt: afstand instellen; volgende toetsdruk: de
sneeuwbal gooien.
8 of Omlaag: afhankelijk van uw hoeveelheid energie
kunt u een speciale aanvalstechniek gebruiken.
3: hiermee komt u in het scherm waarin u items kunt
gebruiken. Selecteer met de stuurtoets 2, 5, Omhoog
of het gewenste item.
Spelletjes
76
Speciale aanvalstechnieken
Niveau 1: Aurora; alle vijanden worden door een
sneeuwbal geraakt.
Niveau 2: IJspilaar; alle vijanden worden door een
sneeuwbal geraakt en 8 seconden bevroren.
Niveau 3: IJspegelstorm; alle vijanden worden 10
seconden lang met dubbel zo krachtige
sneeuwballen bekogeld, terwijl de precisie van de
aanval van de vijand afneemt.
BubbleSmile
Het arcadespel BubbleSmile bestaat uit een puzzel.
Spel starten
Na het spel geladen te hebben, ziet u de volgende
opties. U kunt een optie selecteren door op de
toets te drukken:
Start Game
: hiermee start u een nieuw spel,
waarbij u kunt kiezen uit de "timed mode" en de
"skilled mode":
Timed mode: u moet binnen de beschikbare tijd
de hoogst mogelijke score halen. Als u een
luchtbel in eenzelfde kleur samenstelt, loopt de
tijdbalk terug.
Skilled mode: u moet meer dan 4 luchtbellen
tegelijk laten verdwijnen om de meter op te laten
lopen. Als er 3 of geen luchtbellen verdwijnen,
loopt de meter omlaag.
Continue
: hiermee kunt u een spel voortzetten.
Deze optie wordt alleen getoond als u een spel al
eerder gespeeld heeft.
High Score
: toont de tabel met de hoogste scores.
How to play
: toont de spelregels.
Options
: hier kunt u het geluid in- en uitschakelen.
Spelletjes
77
Uitleg van het spel
Uw score wordt hoger wanneer u luchtbellen laat
verdwijnen. Alleen 3 luchtbellen van dezelfde kleur
die in een horizontale of verticale lijn liggen,
kunnen verdwijnen. U kunt de luchtbellen op een
lijn krijgen, door de band om drie luchtbellen heen
te verplaatsen en te draaien. Als het spel afgelopen
is, wordt uw score in de scorelijst opgenomen
wanneer deze tot de 3 hoogste behoort.
Toetscommando’s
2, 4, 6, 8 of stuurtoetsen: de band omhoog,
omlaag, naar links of naar rechts verplaatsen.
1: de luchtbellen in de band tegen de wijzer van de
klok in draaien.
3: de luchtbellen in de band met de wijzers van de
kok mee draaien.
Meer spelletjes
Met deze menuoptie kunt u via WAP Java-spelletjes
naar uw telefoon downloaden en waar u ook bent
spelen.
Internetinstelling
Via deze menuoptie kunt u de gegevens voor
verbinding met de Java server instellen. Deze
gegevens worden automatisch door de provider
verstrekt, maar u kunt deze handmatig aanpassen.
APN
: geef hier de APN (Access Point Name/ naam
toegangspunt) in die voor het adres van de GPRS
netwerkgateway wordt gebruikt.
Gebruikersnaam
: geef hier de gebruikersnaam voor
verbinding met het GPRS netwerk in.
Spelletjes
78
Wachtwoord: hier geeft u het wachtwoord in dat
nodig is voor de verbinding met het GPRS netwerk.
DNS instelling
: geef hier het DNS adres in. Het DNS
(Domain Name Server) adres voor verbinding met
de Java server wordt automatisch ingesteld.
Geheugenstatus
Hier kunt u nagaan hoeveel geheugen nog vrij is
voor Java downloads.
In het display ziet u het totale geheugen en het
gebruikte geheugen.
79
Telefoon
Via het menu
Telefoon
kunt u een groot aantal
functies aan uw eigen voorkeur aanpassen.
Geluidsinstellingen
Via dit menu kunt u allerlei geluidopties aan uw
wensen aanpassen, bijvoorbeeld:
Beltoon, belvolume en type belsignaal voor
inkomende oproepen of berichten
Geluid tijdens het verbinden of wanneer een toets
wordt ingedrukt
Stille modus waarnaar wordt overgeschakeld
wanneer u de toets ingedrukt houdt.
Inkomende oproepen
Hier stelt u het belgeluid voor binnenkomende
oproepen in.
Opmerking
:
• Als uw SIM-kaart de functie ALS ondersteunt,
moet u eerst de lijn selecteren waarvoor u de
wijzigingen door wilt voeren.
U kunt kiezen uit de volgende opties:
Steeds wanneer u een melodie selecteert, wordt
deze afgespeeld.
Standaard melodieën
: hier kunt u een van de
standaard melodieën selecteren.
Meer beltonen
: hiermee kunt u via WAP
melodieën downloaden.
Melodieën
: hier kunt u een van de geluiden
selecteren die u via andere bronnen, bijvoorbeeld
WAP sites, de EasyStudio PC software of
multimediaberichten heeft ontvangen.
Telefoon
80
Belvolume
: voor het aanpassen van het volume
waarmee de melodie wordt afgespeeld. Dit doet u
met de stuurtoetsen Omhoog en Omlaag of de
volumetoetsen links op de telefoon. Hoe meer
staafjes, hoe hoger het volume.
Type belsignaal
: hiermee kunt u het signaal voor
binnenkomende oproepen kiezen.
Melodie: de telefoon gaat over en u hoort de bij
menuoptie
Standaard melodieën
en
Melodieën
gekozen melodie. Zie hierboven.
Trillen
: de telefoon trilt, maar gaat niet over.
Eerst trillen dan melodie
: de telefoon trilt eerst
even en gaat daarna pas over.
Berichten
Hier kunt u instellen welk geluid de telefoon moet
geven wanneer u een SMS- of multimediabericht
ontvangt.
SMS / MMS
: u kunt kiezen uit de volgende opties:
Beltoon
: u kunt uit een groot aantal verschillende
melodieën kiezen. Steeds wanneer u een melodie
selecteert, wordt deze afgespeeld.
Type belsignaal
: hier kunt u instellen hoe de
telefoon u waarschuwt dat er een bericht is
ontvangen.
Stille modus: er verschijnt alleen een tekst in het
display. De telefoon gaat niet over en trilt niet.
Beltoon: de telefoon gaat over en u hoort de bij
menuoptie
Beltoon
gekozen melodie. Zie
hierboven.
Trillen: de telefoon trilt, maar gaat niet over.
Eerst trillen dan beltoon: de telefoon trilt eerst
even en gaat daarna pas over.
Telefoon
81
Herhaling: hier kunt u instellen hoe vaak de
telefoon u moet informeren over de ontvangst van
een nieuw bericht. U kunt kiezen tussen
Eenmalig
en
Iedere 2 minuten
.
Beltoon aan/uit
Hier kunt u de melodie selecteren die u hoort
wanneer u de telefoon in- of uitschakelt.
U kunt kiezen tussen
Klassiek
en
Modern
.
Wanneer u geen melodie wilt horen, selecteert u
Uit
.
Verbindingstoon
Hier kunt u aangeven of de telefoon een signaal
moet geven als de telefoon verbinding heeft met
het netwerk.
U kunt kiezen uit de volgende opties:
Uit
: de telefoon geeft geen signaal.
Aan
: de telefoon geeft een signaal wanneer er
verbinding is.
Toetstoon
Hier kunt u de toon kiezen die u hoort wanneer u
een toets indrukt bij het kiezen van een
telefoonnummer.
Wanneer u geen toon wilt horen, selecteert u
Uit
.
U kunt het toetsvolume aanpassen door in de
standby-stand de volumetoetsen links op de
telefoon in te drukken.
Telefoon
82
Minutenteller
Met deze optie kunt u instellen of de telefoon
tijdens een uitgaand gesprek iedere minuut een
piepje moet geven om de gespreksduur aan te
geven.
U kunt kiezen uit de volgende opties:
Uit
: de telefoon geeft geen signaal.
Aan
: de telefoon geeft iedere minuut een signaal.
Stille modus
Als u de toets ingedrukt houdt terwijl de telefoon
in de standby-stand staat, schakelt de telefoon over
naar de Stille modus. U kunt instellen of de telefoon
in deze stand trilt of alle geluiden uitschakelt.
U kunt kiezen uit de volgende opties:
Trillen
: in de Stille modus trilt de telefoon bij een
inkomende oproep en wordt er geen melodie
afgespeeld.
Microfoon uit
: in de Stille modus worden alle
geluidsinstellingen uitgeschakeld.
Klepsignaal
Via dit menu kunt u de melodie selecteren die u
hoort wanneer u de klep van de telefoon open of
dicht schuift.
Wanneer u geen melodie wilt horen, selecteert u
Uit
.
Waarschuwing tijdens oproep
Hier kunt u instellen of een ingesteld alarm ook af
moet gaan terwijl u aan het telefoneren bent.
Wanneer u geen alarm wilt horen, selecteert u
Uit
.
Telefoon
83
Display
U kunt de afbeelding op de achtergrond en de kleur
van de onderdelen van het display aan uw voorkeur
aanpassen.
Achtergrond
Met deze optie kunt u de afbeelding die in de
standby-stand wordt getoond wijzigen.
U kunt kiezen uit de volgende opties:
Animatiefilms
: hier kunt u een van de
animatiefilmpjes selecteren.
Meer afbeeldingen
: hiermee kunt u via WAP
afbeeldingen downloaden.
Foto’s
: hier kunt u een van de foto’s selecteren die
u met de camera heeft genomen.
Afbeeldingen
: hier kunt u een van de afbeeldingen
uit de map
Afbeeldingen
van het
Media-album
selecteren, die u via internet of de EasyStudio PC
software heeft gedownload.
Stijl van tekst
: hier kunt u de stijl van de in het
standby-scherm getoonde tekst aanpassen.
Telefoon
84
Kleur
U kunt de kleur van de diverse onderdelen van het
display, zoals tekst, functietoetsindicaties,
menunamen en pictogrammen, wijzigen.
Verlichting
U kunt instellen hoe lang de verlichting van de
telefoon aan moet blijven.
Selecteer na hoeveel minuten de verlichting na de
laatste toetsaanslag moet worden uitgeschakeld.
Helderheid display
Met deze optie kunt u de helderheid van het display
verhogen of verlagen.
1. Wijzig met behulp van de stuurtoets Omhoog of
Omlaag of de volumetoetsen aan de zijkant van
de telefoon de helderheid.
2. Als u klaar bent, drukt u op de functietoets
OK
om de wijziging vast te leggen.
Service display
U kunt het service display uitschakelen of de
tijdsinterval aanpassen.
Telefoon
85
Taal
Voor de weergave van de tekst in het display en de
tekstinvoerstanden kunt u verschillende talen
selecteren. U kunt kiezen uit de volgende opties:
Taal display
: hier kunt u de taal die voor de
teksten in het display, zoals menu’s, opties en
meldingen, wordt gebruikt wijzigen.
Invoerstand
: hier kunt u de taal die standaard
voor de tekstinvoerstand (T9) wordt gebruikt
wijzigen.
Beveiliging
Met de Beveiligingsfunctie kunt u het gebruik van
uw telefoon beperken tot bepaalde personen of
oproepen.
De functies van uw telefoon kunt u via verschillende
codes en wachtwoorden beveiligen. Meer informatie
hierover vindt u op pagina 166-168.
PIN controle
Als de PIN controle is ingeschakeld, moet u bij het
aanzetten van de telefoon altijd uw PIN code
intoetsen. De telefoon kan dan alleen worden
gebruikt door mensen die uw PIN code weten.
Opmerking
: Voordat de PIN controle uitgeschakeld
kan worden, moet u uw PIN code
intoetsen.
U kunt kiezen uit de volgende opties:
Uitzetten
: na het inschakelen is er meteen contact
met het netwerk.
Telefoon
86
Aanzetten
: bij het inschakelen moet u iedere keer
uw PIN code intoetsen.
Eventueel kunt u uw PIN code via de optie
PIN
wijzigen
veranderen.
PIN wijzigen
Met deze functie kunt u uw huidige PIN code
veranderen. De PIN controle moet dan wel
ingeschakeld zijn. U moet uw huidige PIN code
intoetsen voordat u een nieuwe PIN code kunt
instellen.
Als u een nieuwe PIN code hebt ingevoerd, moet u
deze ter bevestiging nogmaals intoetsen.
Telefoonblokkering
Als de functie Telefoonblokkering is ingeschakeld,
moet u na het aanzetten van de telefoon altijd een
8-cijferig wachtwoord intoetsen.
Het wachtwoord is standaard ingesteld op
"00000000". Bij de beschrijving van de menuoptie
Wachtwoord wijzigen
(zie hieronder) leest u hoe
u dit wachtwoord kunt wijzigen.
Na het invoeren van het wachtwoord kunt u de
telefoon gebruiken tot u hem uitzet.
U kunt kiezen uit de volgende opties:
Uitzetten
: u hoeft geen wachtwoord in te toetsen
bij inschakeling van de telefoon.
Aanzetten
: u moet het wachtwoord intoetsen bij
inschakeling van de telefoon.
Telefoon
87
Wachtwoord wijzigen
Hiermee kunt u uw wachtwoord wijzigen. U moet het
huidige wachtwoord ingeven voordat u een nieuw
kunt ingeven.
Het wachtwoord is standaard ingesteld op
"00000000". Als u een nieuw wachtwoord hebt
ingevoerd, moet u dit ter bevestiging nogmaals
intoetsen.
Privacy
Met deze functie kunt u het gebruik van bijvoorbeeld
multimediaberichten, foto’s, afbeeldingen en
melodieën blokkeren en deblokkeren.
Om de privacyfunctie aan- en uit te kunnen zetten,
moet u eerst het wachtwoord van uw telefoon
ingeven.
SIM blokkeren
Om de blokkering van de SIM-kaart in te schakelen,
moet u een nieuwe SIM-blokkeercode van 4 tot 8
cijfers ingeven. Nadat u deze code hebt ingetoetst,
moet u deze ter bevestiging nogmaals ingeven.
U kunt kiezen uit de volgende opties:
Uitzetten
: uw telefoon werkt ook met andere
SIM-kaarten.
Aanzetten
: u kunt alleen een andere SIM-kaart in
uw telefoon gebruiken nadat de juiste code is
ingevoerd.
U kunt de blokkering van de SIM-kaart opheffen door
de code nogmaals in te geven.
Telefoon
88
FDN-modus
Als uw SIM-kaart de FDN (Fixed Dial Number)-
modus ondersteunt, kunt u uw uitgaande
gesprekken beperken tot een bepaald aantal
nummers.
U kunt kiezen uit de volgende opties:
Uitzetten
: u kunt elk nummer bellen.
Aanzetten
: u kunt alleen nummers bellen die in
Contacten zijn opgeslagen. U moet uw PIN2 code
intoetsen.
Opmerking
: Niet alle SIM-kaarten beschikken over
PIN2. Bij een SIM-kaart zonder PIN2
verschijnt deze optie niet.
Eventueel kunt u uw PIN2 code via de optie
PIN2
wijzigen
veranderen.
PIN2 wijzigen
Met deze functie kunt u uw PIN2 code veranderen. U
moet uw huidige PIN2 code intoetsen voordat u een
nieuwe kunt invoeren.
Als u een nieuwe PIN2 code hebt ingetoetst, moet u
deze ter bevestiging nogmaals intoetsen.
Opmerking
: Niet alle SIM-kaarten beschikken over
PIN2. Bij een SIM-kaart zonder PIN2
verschijnt deze optie niet.
Netwerkdiensten
De hieronder behandelde menufuncties zijn
netwerkdiensten. Neem eventueel contact op met
uw provider voor de beschikbaarheid en een
abonnement op deze diensten.
Telefoon
89
Oproepen doorschakelen
Opmerking
: De doorschakelopties van uw telefoon
kunnen afwijken van de beschrijving in
deze gebruiksaanwijzing. Uw telefoon
toont alleen de opties die uw SIM-kaart
ondersteunt.
Met deze netwerkdienst kunt u binnenkomende
gesprekken doorschakelen naar een ander nummer.
Voorbeeld
: U kunt zakelijke gesprekken
doorschakelen naar een collega als u op
vakantie bent.
De volgende doorschakelopties zijn beschikbaar:
Altijd doorschakelen
: alle gesprekken worden
doorgeschakeld.
In gesprek
: gesprekken worden doorgeschakeld
als u in gesprek bent.
Geen antwoord
: gesprekken worden
doorgeschakeld als u de telefoon niet opneemt.
Onbereikbaar
: gesprekken worden
doorgeschakeld als u zich buiten het bereik van uw
provider bevindt.
Alles annuleren
: alle doorschakelfuncties worden
geannuleerd.
U kunt doorschakelmogelijkheden invoeren voor de
volgende soorten gesprekken:
Alleen spraakoproepen.
Alleen faxoproepen (bij gebruik van twee lijnen
niet beschikbaar wanneer lijn 2 in gebruik is).
Alleen data oproepen (bij gebruik van twee lijnen
niet beschikbaar wanneer lijn 2 in gebruik is).
Voorbeeld
:U kunt:
• Faxoproepen systematisch
doorschakelen naar uw faxapparaat.
• Spraakoproepen doorschakelen naar
een collega wanneer u in gesprek bent.
Telefoon
90
Doorschakelopties instellen
1. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
de gewenste doorschakeloptie en druk op de
functietoets
Kies
.
2. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
welk soort oproepen u wilt doorschakelen en
druk op de functietoets
Kies
.
3. Druk op de functietoets
Aan
.
4. Geef het nummer in waarnaar u de oproepen
wilt doorschakelen.
Voor het invoeren van een internationale
toegangscode drukt u op
0
tot het teken +
verschijnt.
U kunt ook een nummer uit uw telefoonlijst of
het Voice mail server nummer selecteren. Dit
doet u door op de functietoets
Opties
te
drukken, gevolgd door
Contacts
of
Voice
server
.
5. Als u tevreden bent over uw invoer, drukt u op
de functietoets
OK
.
De telefoon stuurt uw instellingen naar uw
provider en bevestigt de ontvangst via het
display.
Doorschakelinstellingen annuleren
1. Selecteer de doorschakelinstelling die u wilt
annuleren.
2. Selecteer het soort gesprek waarvoor u het
doorschakelen wilt annuleren.
3. Druk op de functietoets
Wissen
.
De telefoon stuurt uw instellingen naar uw
provider en bevestigt de ontvangst via het
display.
U kunt alle
doorschakelinstellingen annuleren door
de optie
Alles annuleren
te kiezen.
Telefoon
91
Oproepen blokkeren
Met deze netwerkdienst kunt u uw oproepen
beperken.
Gesprekken blokkeren kan op de volgende
manieren worden ingesteld:
Alle uitgaande
: u kunt geen uitgaande
gesprekken voeren.
Internationaal
: u kunt niet naar het buitenland
bellen.
Internationaal behalve thuisland
: in het
buitenland kunt u alleen binnen dat land bellen en
naar het land van uw eigen provider.
Alle inkomende
: u kunt geen gesprekken
ontvangen.
Inkomend in buitenland
: buiten het
servicegebied van uw eigen provider kunt u geen
gesprekken ontvangen.
Alles annuleren
: u heft alle blokkeerinstellingen
op; u kunt gewoon gesprekken voeren en
ontvangen.
Wachtwoord voor blokkeren wijzigen
: hiermee
kunt u uw wachtwoord voor blokkeren wijzigen.
U kunt de blokkeeropties instellen voor de volgende
soorten gesprekken:
Alleen spraakoproepen.
Alleen faxoproepen (bij gebruik van twee lijnen
niet beschikbaar wanneer lijn 2 in gebruik is).
Alleen data oproepen (bij gebruik van twee lijnen
niet beschikbaar wanneer lijn 2 in gebruik is).
Telefoon
92
Blokkeeropties instellen
1. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
de gewenste blokkeeroptie en druk op de
functietoets
Kies
.
2. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
welk soort oproepen u wilt blokkeren en druk op
de functietoets
Kies
.
3. Druk op de functietoets
Aan
.
4. Geef het blokkeerwachtwoord in dat u van uw
provider hebt gekregen en druk op de
functietoets
OK
.
De telefoon stuurt uw instellingen naar uw
provider en bevestigt de ontvangst via het
display.
Blokkeeropties annuleren
1. Selecteer de blokkeerinstelling die u wilt
annuleren.
2. Selecteer het soort gesprek waarvoor u de
blokkering wilt annuleren.
3. Druk op de functietoets
Uit
.
4. Geef het blokkeerwachtwoord in dat u van uw
provider hebt gekregen.
De telefoon stuurt uw instellingen naar uw
provider en bevestigt de ontvangst via het
display.
U kunt desgewenst alle
blokkeerinstellingen
annuleren door de optie
Alles annuleren
te
selecteren.
Wachtwoord voor blokkeren wijzigen
Met deze optie kunt u het blokkeerwachtwoord dat
u van uw provider hebt gekregen instellen of
veranderen.
Telefoon
93
1. Selecteer in het scherm Oproepen blokkeren de
optie
Wachtwoord voor blokkeren wijzigen
en druk op de functietoets
Kies
.
2. Geef het huidige wachtwoord in en druk op de
functietoets
OK
.
3. Geef een nieuw wachtwoord in en druk op de
functietoets
OK
.
4. Geef het nieuwe wachtwoord ter bevestiging
nogmaals in en druk op de functietoets
OK
.
Wisselgesprek
Met deze netwerkdienst wordt u gewaarschuwd als
iemand probeert u te bereiken terwijl u in gesprek
bent.
Van de volgende oproeptypes kunt u de opties voor
wisselgesprek afzonderlijk instellen:
Alleen spraakoproepen.
Alleen faxoproepen (bij gebruik van twee lijnen
niet beschikbaar wanneer lijn 2 in gebruik is).
Alleen data oproepen (bij gebruik van twee lijnen
niet beschikbaar wanneer lijn 2 in gebruik is).
Wisselgesprek aanzetten
1. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
het type oproep waarvoor u wisselgesprek wilt
instellen en druk vervolgens op de functietoets
Kies
.
2. Druk op de functietoets
Aan
.
De telefoon stuurt uw instellingen naar uw
provider en bevestigt de ontvangst via het
display.
Telefoon
94
Wisselgesprek annuleren
1. Selecteer het soort oproepen waarvoor u
wisselgesprek wilt opheffen.
2. Druk op de functietoets
Uit
.
De telefoon stuurt uw instellingen naar uw
provider en bevestigt de ontvangst via het
display.
U kunt desgewenst alle
wisselgesprekinstellingen
annuleren door de optie
Alles annuleren
te
selecteren.
Netwerk kiezen
Via het menu Netwerk kiezen kunt u instellen of u
automatisch of handmatig een netwerk wilt kiezen
wanneer u buiten het dekkingsgebied van uw
provider bent.
Opmerking
: U kunt alleen netwerken kiezen die een
roaming-contract met uw eigen provider
hebben afgesloten.
De keuze voor automatisch of handmatig netwerk
kiezen kunt u als volgt instellen:
1. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
de gewenste optie en druk op de functietoets
Kies
.
Als u
Automatisch
kiest, wordt u verbonden
met het eerste beschikbare roaming-netwerk.
Als u
Handmatig
kiest, zoekt uw telefoon naar
beschikbare netwerken. Ga naar stap 2.
2. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
het gewenste netwerk en druk op de
functietoets
Kies
.
U bent dan verbonden met dat netwerk.
Telefoon
95
Nummerweergave
U kunt verhinderen dat uw telefoonnummer
verschijnt op het display van de persoon naar wie u
belt.
Opmerking
: Bij sommige providers kunt u deze
instelling niet wijzigen.
U kunt kiezen uit de volgende opties:
Standaard
: de telefoon gebruikt de standaard-
instelling van uw provider.
Nummer verbergen
: uw nummer verschijnt niet
op een andere telefoon.
Nummer weergeven
: uw nummer verschijnt wel
op een andere telefoon.
Actieve lijn
Sommige SIM-kaarten kunt u voor twee abonnee-
nummers gebruiken. Deze functie is alleen
beschikbaar wanneer uw SIM-kaart dit ondersteunt.
Via dit menu kunt u kiezen welke lijn u voor uw
uitgaande oproepen gebruikt. Welke lijn u ook kiest,
u kunt met beide lijnen oproepen beantwoorden.
Overige
Welkomtekst
Hier kunt u ingeven welke tekst uw telefoon moet
weergeven wanneer hij wordt aangezet.
Telefoon
96
Als u deze optie selecteert, wordt de huidige
welkomtekst getoond.
Meer informatie over het ingeven van tekst vindt u
op pagina 42.
Autom. herhalen
Als deze optie is ingeschakeld, probeert de telefoon
na een mislukte poging maximaal 10 keer het
laatste nummer opnieuw te bellen.
Opmerking
: De tijd tussen twee pogingen kan
variëren.
U kunt kiezen uit de volgende opties:
Uit
: het nummer wordt niet automatisch opnieuw
gebeld.
Aan
: het nummer wordt automatisch opnieuw
gebeld.
U wilt... Dan doet u het volgende…
de bestaande
begroeting wissen
houd de toets
C
ingedrukt.
een nieuwe
begroeting
invoeren
druk op de juiste
alfanumerieke toetsen.
de tekst opslaan druk op de functietoets
OK
.
uw invoer
annuleren en terug
naar de standby-
stand
druk op de toets .
Telefoon
97
Klep omlaag
U kunt selecteren wat de telefoon moet doen
wanneer de klep dicht wordt geschoven.
Bewerking stoppen
: als u de klep omlaag schuift,
wordt de huidige bewerking door de telefoon
beëindigd
en worden de toetsen automatisch
geblokkeerd.
Bewerking voortzetten
: als u de klep omlaag
schuift, gaat de telefoon door met de huidige
bewerking. In de standby-stand wordt om een
bevestiging gevraagd of u de toetsen wilt blokkeren.
Klep actie
Desgewenst kunt u de telefoon zo instellen, dat u
inkomende oproepen kunt aannemen door de klep
omhoog te schuiven.
Uit
: u kunt een inkomende oproep alleen
beantwoorden door op een toets te drukken,
afhankelijk van de instelling bij
Elke toets
antwoorden
. Zie hieronder.
Aan
: u kunt een oproep aannemen door de klep
omhoog te schuiven.
Elke toets antwoorden
Desgewenst kunt u een inkomende oproep
beantwoorden door op een willekeurige toets te
drukken.
Uit
: u kunt een inkomende oproep alleen
beantwoorden door op de toets of de functietoets
Opnemen
te drukken.
Aan
: u kunt een inkomende oproep beantwoorden
door op een willekeurige toets te drukken, met
uitzondering van de toets en de functietoets
Weiger
.
Telefoon
98
Fax stand
Wanneer u uw telefoon op een computer heeft
aangesloten, kunt u uw telefoon als modem voor
het versturen van faxberichten gebruiken. Daarvoor
heeft u wel een datakit nodig. Deze is verkrijgbaar
bij uw Samsung dealer.
Via dit menu kunt u de telefoon in de fax stand
zetten.
U kunt kiezen uit de volgende opties:
Uit
: u kunt alleen data oproepen versturen of
ontvangen.
Aan
: u kunt ook fax oproepen versturen of
ontvangen.
In beide gevallen zijn spraakoproepen mogelijk.
Nadat u de telefoon door middel van de datakabel
op uw computer heeft aangesloten, zet u deze
menuoptie
Aan
. Uw telefoon werkt nu als
faxmodem.
Voor meer informatie over de instellingen en het
versturen van faxberichten vanaf uw computer via
de telefoon, wordt u verwezen naar de handleiding
van uw computer.
Infrarood activeren
Via dit menu kunt u de infraroodpoort in- en
uitschakelen.
U kunt kiezen uit de volgende opties:
Uit
: schakelt de infraroodpoort van de telefoon uit.
Aan
: activeert de infraroodpoort van de telefoon.
Het pictogram voor de infraroodverbinding ( )
verschijnt op de bovenste regel van het display.
Als binnen 1 minuut nadat de infraroodverbinding is
geactiveerd geen communicatie tussen uw telefoon
en het andere apparaat plaatsvindt, wordt de
infraroodfunctie automatisch uitgeschakeld.
Telefoon
99
Reset instellingen
U kunt uw telefoon op eenvoudige wijze terugzetten
in de standaardinstellingen. U kunt alle instellingen
in één keer resetten.
1. Selecteer de instellingen die u wilt resetten en
druk op de functietoets
Kies
.
2. Druk ter bevestiging op de functietoets
Ja
. Geef
vervolgens het wachtwoord van de telefoon in
en druk op de functietoets
OK
.
Het wachtwoord is standaard ingesteld op
"00000000". Op pagina 87 kunt u lezen hoe u
dit kunt wijzigen.
Wilt u de instellingen ongewijzigd laten, druk
dan op de functietoets
Nee
.
100
Camera
Met de in uw telefoon ingebouwde camera kunt u,
waar, wanneer en wat u maar wilt, fotograferen.
Bovendien kunt u deze foto’s via een afbeelding-
bericht of als bijlage bij een e-mailbericht naar
anderen sturen. De afbeeldingen van deze camera
zijn in JPEG formaat.
LET OP
:
• Neem geen foto’s van personen zonder om hun
toestemming te hebben gevraagd.
• Neem geen foto’s op plaatsen waar camera’s niet zijn
toegestaan.
• Neem geen foto’s op plaatsen waar dit een inbreuk
kan vormen op de privacy van anderen.
Foto maken en versturen
Via dit menu kunt u een foto maken en deze
vervolgens als afbeeldingbericht naar een of meer
bestemmingen versturen. U kunt de foto ook als
achtergrond instellen en in een album opslaan.
Zo maakt u een foto
1. Schuif de klep omhoog.
2. Om de camera in te schakelen, houdt u de
cameratoets ( ) aan de rechter zijkant van de
telefoon ingedrukt. U kunt ook in het
Startscherm de optie voor het maken van foto’s
selecteren.
In het display ziet u hoe de foto eruit gaat zien.
De pictogrammen op de bovenste regel van het
display geven de grootte, de kwaliteit, soort
flitser en de huidige stand aan (wanneer u de
stand multi-opname of de nachtstand
selecteert).
Camera
101
3. Richt de camera op het onderwerp dat u wilt
fotograferen.
Voor meer informatie over deze functies, zie
"Gebruik maken van de camera-opties" op
pagina 103.
Om... Drukt u op...
het contrast van de foto
aan te passen
de stuurtoets Links
of Rechts.
in of uit te zoomen de stuurtoets
Omhoog of Omlaag.
het beeld omhoog of
omlaag om te klappen
de toets voor volume
omhoog.
het beeld te spiegelen de toets voor volume
omlaag.
het kader van de zoeker
in of uit te zetten
de toets
1
.
de grootte van de foto te
wijzigen
de toets
2
.
de kwaliteit te wijzigen de toets
3
.
een stand te selecteren de toets
4
.
een effect te selecteren de toets
5
.
naar het menu
Instellingen
te gaan
de toets
6
.
een kader te selecteren de toets
7
.
een vertraging te kiezen de toets
8
.
naar het menu
Foto’s
te
gaan
de toets
9
.
de flitser van de camera
in of uit te schakelen (als
u in het menu
Flitser
de
optie
Handmatig
kiest.
Zie pagina 105, 108)
de toets
0
.
Camera
102
4. Om de foto te maken, drukt u op de
functietoets of de cameratoets ( ) rechts
op de telefoon.
De foto wordt automatisch opgeslagen in de
map
Foto’s
(zie pagina 106).
Als u in stap 4 op de functietoets
Opties
drukt,
kunt u gebruik maken van de volgende
mogelijkheden. Blader met de stuurtoetsen
Omhoog en Omlaag naar de gewenste optie en druk
op de functietoets
Kies
:
Verzenden
: hiermee kunt u de foto met een
multimediabericht verzenden. Meer informatie over
het versturen van multimediaberichten vindt u op
pagina 118.
Hernoemen
: hiermee kunt u de foto een andere
naam geven.
Ga naar Foto’s
: hiermee kunt u de foto’s in de
map
Foto’s
(zie pagina 106) bekijken.
5.
Om... Drukt u op…
gebruik te maken van de
opties
de functietoets
Opties
.
Meer informatie over
de opties vindt u
hieronder.
de foto te verwijderen de functietoets
Wissen
.
terug te gaan naar de
opnamestand voor een
volgende foto
de toets
C
.
de camera uit te
schakelen en terug te
gaan naar de standby-
stand
de toets .
Camera
103
Kiezen als
: hier kunt u de foto als achtergrond
selecteren of als Foto beller instellen (zie
hieronder).
Achtergrond
: hiermee kunt u de foto als
achtergrond instellen.
Foto beller
: hiermee kunt u de foto aan een van uw
contacten koppelen. De betreffende foto wordt
getoond wanneer u door deze contactpersoon wordt
gebeld.
Wisbeveiliging
: hiermee kunt u de foto beveiligen
tegen ongewenst wissen.
Eigenschappen
: deze optie toont informatie over
de foto, zoals de naam, afmeting, datum, resolutie,
type beveiliging en formaat.
Gebruik maken van de camera-opties
Als u in de opnamestand op de functietoets
drukt, kunt u voor de huidige opname gebruik
maken van de volgende mogelijkheden:
Stand
: bij het nemen van een foto kunt u
verschillende standen gebruiken. Zodra u een
andere stand kiest, verschijnt de aanduiding
daarvan linksboven in het display.
Normale opname
: voor een opname in de normale
stand.
Multi-opname
: hiermee kunt u een aantal opnamen
achterelkaar maken. Eerst selecteert u de snelheid
en het aantal opnamen. Daarna drukt u op de
functietoets of op de cameratoets ( ) rechts
op de telefoon. Het aantal ingestelde foto’s wordt
automatisch gemaakt en opgeslagen. Standaard
wordt het formaat Mobiel (128*120) gekozen.
Opmerking
: De balken voor in/uitzoomen en contrast
zijn in de multi-opname stand niet
zichtbaar.
Camera
104
Nachtstand: u kunt in het donker een zo goed
mogelijke foto maken.
Alleen foto’s maken
: hierbij maakt u foto’s zonder
ze daarna weer te geven.
Kader
: u kunt een kader rond de foto plaatsen. Met
de stuurtoetsen kunt u het gewenste kaderformaat
selecteren. Als u op de functietoets
Voorbld
drukt,
krijgt u een voorbeeld van de foto met het gekozen
kader te zien. Standaard wordt het formaat Mobiel
(128*120) gekozen.
Opmerking
:De balken voor in-/uitzoomen en contrast
zijn niet zichtbaar wanneer u een kader
gebruikt.
Effecten
: u kunt een aantal speciale effecten op de
foto loslaten. Met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
kunt u een van de volgende effecten selecteren:
Grijs
,
Negatief
,
Sepia-effect
,
Reli
ëf
en
Schets
.
Om een effect uit te schakelen, selecteert u
Uit
.
Rotatie
: u kunt de foto verticaal omklappen of
gespiegeld weergeven.
Timer
: hier kunt u een vertragingstijd selecteren.
Nadat u op de betreffende toets heeft gedrukt,
wordt de foto na het ingestelde aantal seconden
gemaakt. De timer wordt uitgeschakeld zodra u het
cameramenu verlaat of in het
Timer
menu
Uit
selecteert.
Instellingen
: u kunt de instellingen voor de
opname wijzigen. Instellingen die u hier aanbrengt
worden ook doorgevoerd in menu
Instellingen
(
Menu 4.5
).
Fotoformaat
: u kunt kiezen uit de formaten
VGA
(640*480)
,
QVGA (320*240)
,
QQVGA
(160*120)
en
Mobiel (128*120)
. Het gekozen
formaat wordt in het opnamescherm getoond.
Camera
105
Fotokwaliteit: hier kunt u de kwaliteit van de foto
instellen. U kunt kiezen uit
Superfijn
,
Fijn
,
Normaal
en
Spaarstand
. De gekozen instelling
wordt bovenin het display getoond.
Geluid sluiter
: hier kunt u het geluid kiezen dat u
hoort wanneer u op de sluiter drukt (de
functietoets of de cameratoets ( ) rechts op
de telefoon).
Opmerking
: Deze instelling is niet van toepassing op
het geluid van de multi-opname
wanneer.
Flitser: hier kunt u instellen of de flitser van de
camera automatisch of handmatig ingeschakeld
moet worden.
Handmatig: u kunt de flitser van de camera in- en
uitschakelen door in de opnamestand op de
toets
0
te drukken.
Automatisch: zodra u op de sluitertoets drukt (de
functietoets of de cameratoets ( ) aan de
rechterzijkant van de telefoon) gaat de flitslamp
aan. Na enkele seconden wordt de foto genomen
en gaat de flitslamp weer uit.
Standaardnaam
: met deze optie kunt u de
standaard naamgeving voor de foto’s wijzigen.
Help
: deze optie toont de functie van de stuur- en
volumetoetsen in de opnamestand.
Camera
106
Foto’s
Via dit menu kunt u foto’s bekijken die u met de
camera heeft gemaakt.
Albums
U kunt de foto’s in albums opslaan. Selecteer eerst
het gewenste album. Vervolgens worden de foto’s
getoond die in het betreffende album zijn
opgeslagen. Meer informatie over het bekijken en
gebruiken van foto’s vindt u op pagina 106.
Om... Drukt u op…
door de foto’s te bladeren de stuurtoetsen.
de foto’s een voor een te
bekijken
de
functietoets
Lees
.
meer foto’s tegelijk te
bekijken
de functietoets
Multi
.
gebruik te maken van de
opties
de functietoets
Opties
. Kijk voor
meer informatie op
pagina 102.
de camera uit te schakelen
en terug te gaan naar de
standby-stand
de toets .
Camera
107
Alles wissen
U kunt alle foto’s in een keer uit een album
verwijderen.
1. Ga naar het gewenste album en plaats door op
de functietoets
Kies
te drukken een vinkje voor
het album waaruit u de foto’s wilt verwijderen.
Wanneer u
Alle
selecteert, worden alle albums
aangekruist. Als u ook tegen wissen beveiligde
foto’s en foto’s die aan contacten zijn gekoppeld
wilt wissen, selecteert u de optie
Incl.
beveiligde foto’s
respectievelijk
Incl. foto’s
bellers
.
2. Herhaal eventueel stap 1 voor het selecteren
van een ander album.
3. Als u de albums waaruit u de fotos wilt
verwijderen heeft aangekruist, drukt u op de
functietoets
OK
.
4. Nu wordt om een bevestiging gevraagd. Weet u
zeker dat u de foto’s wilt verwijderen, druk dan
op de functietoets
Ja
.
Wilt u dit niet, druk dan op de functietoets
Nee
.
Instellingen
Met deze menuoptie kunt u de standaard
instellingen van de opties voor de camerafunctie
wijzigen.
U kunt kiezen uit de volgende opties:
Fotoformaat
: u kunt kiezen uit de formaten
VGA
(640*480)
,
QVGA (320*240)
,
QQVGA
(160*120)
en
Mobiel (128*120)
. Het gekozen
formaat wordt in het opnamescherm getoond.
Camera
108
Fotokwaliteit
: hier kunt u de kwaliteit van de foto
instellen. U kunt kiezen uit
Superfijn
,
Fijn
,
Normaal
en
Spaarstand
. De gekozen instelling
wordt bovenin het display getoond.
Geluid sluiter
: hier kunt u het geluid kiezen dat u
hoort wanneer u op de sluiter drukt (de
functietoets of de cameratoets ( ) rechts op
de telefoon).
Opmerking
: Deze instelling is niet van toepassing op
het geluid van de multi-opname
wanneer.
Flitser
: hier kunt u instellen of de flitser van de
camera automatisch of handmatig ingeschakeld
moet worden.
Handmatig
: hier kunt u de flitser van de camera in-
en uitschakelen door in de opnamestand op de
toets
0
te drukken.
Automatisch
: zodra u op de sluitertoets drukt (de
functietoets of de cameratoets ( ) aan de
rechterzijkant van de telefoon) gaat de flitslamp
aan. Na enkele seconden wordt de foto genomen en
gaat de flitslamp weer uit.
Standaardnaam
: met deze optie kunt u de
standaard naamgeving voor de foto’s wijzigen.
Geheugenstatus
De camera, het media-album en de
multimediapostvakken gebruiken samen een
bepaald gedeelte van het geheugen van uw
telefoon.
In het display wordt weergegeven hoeveel
geheugen er nog vrij is en hoeveel geheugen
gebruikt is.
Door op de stuurtoets Links of Rechts te drukken,
kunt u controleren hoeveel geheugen de camera,
het media-album en de multimediapostvakken
afzonderlijk in beslag nemen.
109
Berichten
Via dit menu kunt u SMS tekstberichten, EMS
berichten (berichten met een eenvoudige
afbeelding, filmpje of melodie) en
multimediaberichten samenstellen, verzenden,
ontvangen en opslaan. MMS berichten kunnen
bestaan uit diverse typen media, zoals afbeeldingen
in kleur en polyfone beltonen. Ook
voice-mailberichten worden ondersteund.
Opmerking
: Deze functie is alleen beschikbaar
wanneer het netwerk van uw provider
deze ondersteunt. Neem voor meer
informatie contact op met uw provider.
SMS
Via SMS (Short Message Service) is het mogelijk
korte tekstberichten naar en van andere
GSM- telefoons te verzenden en te ontvangen. Uw
telefoon ondersteunt ook EMS (Enhanced
Messaging Service) berichten, waarmee u korte
berichten met eenvoudige afbeeldingen, melodieën,
animatiefilmpjes en opgemaakte tekst kunt
verzenden en ontvangen.
Om via uw mobiele telefoon tekstberichten te
kunnen versturen, heeft u het nummer van de
SMS-centrale van uw provider nodig.
Een bericht ontvangen
Zodra u een nieuw bericht ontvangt, verschijnt het
pictogram en een melding met het aantal
nieuwe berichten in het display. Afhankelijk van de
gekozen geluidsinstelling, hoort u ook een signaal
(zie pagina 80).
Als u een nieuw bericht direct wilt lezen, drukt u op
de functietoets
Tonen
. Vervolgens wordt een
berichtenlijst getoond.
Berichten
110
Opmerking
: U kunt de melding inzake het nieuwe
bericht van uw display verwijderen door
op de toets te drukken. Wanneer u
ook voice mails, SMS berichten,
multimediaberichten en/of infoberichten
heeft ontvangen, wijzigt de rechter
functietoets in de volgende volgorde:
Gemist
,
Verbind
,
Tonen
,
CB
(infobericht) en
Contacts
.
Geheugenbeheer
De Postvakken IN en UIT nemen samen een
bepaald gedeelte van het geheugen van uw telefoon
of SIM-kaart in beslag. Als dit bericht-geheugen vol
is, gaat het pictogram voor een nieuw bericht ( )
knipperen en wordt een foutmelding getoond (deze
verdwijnt als u op de toets drukt, maar wordt
opnieuw getoond als u geen oude berichten
verwijdert). In dat geval kunt u pas nieuwe
berichten ontvangen nadat u geheugen vrij heeft
gemaakt door een of meer oude berichten te
verwijderen. Dit doet u met de optie
Wissen
in
Postvak IN of UIT of via de optie
Alles wissen
. Kijk
voor meer informatie op pagina 115.
Nieuw
Via dit menu kunt u berichten maken die tekst,
afbeeldingen en/of melodieën bevatten.
1. Een bericht samenstellen.
Op de eerste regel van het display ziet u hoeveel
tekens u nog in kunt geven, het nummer van
het huidige bericht, het totaal aantal berichten
dat u kunt samenstellen en de lettertypestijl
zoals u die bij de optie
Tekst
heeft ingesteld.
Opmerking
: Informatie over het ingeven van
tekst vindt u op pagina 42.
Berichten
111
2. Wanneer u tijdens het samenstellen van een
bericht op de functietoets
Opties
drukt, kunt u
gebruik maken van een aantal berichtopties:
Verzenden
: om een geselecteerd bericht te
verzenden. Zie de volgende stap.
Tekst
: hiermee kunt u de tekst formatteren. U
kunt de volgende instellingen wijzigen en de
diverse opties ook gecombineerd gebruiken:
Tekstgrootte
: Klein/Middel/Groot
Tekststand
: Normaal/Onderstrepen/Doorhalen
Vet
: Uit/Aan
Cursief
: Uit/Aan
Uitlijnen
: Links/Centreren/Rechts
Media toevoegen
: hiermee kunt u
afbeeldingen, filmpjes en/of melodieën aan uw
bericht toevoegen. Selecteer eerst een
categorie. U kunt kiezen uit
Afbeelding
toevoegen
,
Film toevoegen
en
Melodie
toevoegen
. Daarna kunt u een standaard
object kiezen of een object dat u uit een
andere bron heeft ontvangen en in uw media-
album heeft opgeslagen. Zie pagina 143.
Standaardberichten
: hiermee kunt u een
standaardbericht aan uw tekst toevoegen.
Selecteer daartoe een van de negen berichten
die u bij de menukeuze
Standaardberichten
heeft opgeslagen. Zie pagina 128.
Bericht opslaan
: hiermee kunt u het bericht
desgewenst alleen opslaan en op een later
tijdstip versturen. Het bericht wordt
opgeslagen in Postvak UIT.
3. Wanneer u klaar bent met het ingeven van uw
bericht, selecteert u de optie
Verzenden
.
4. Geef in het Adresscherm het nummer van de
bestemming in.
Eventueel kunt u het nummer in de telefoonlijst
opzoeken door op de functietoets
Contacts
te
drukken.
Berichten
112
Opmerking
: U kunt alle tekens wissen door de toets
C
ingedrukt te houden. Om terug te gaan
naar het vorige scherm drukt u, terwijl
het display leeg is, op de toets
C
.
Wilt u het bericht naar meer bestemmingen
sturen (het maximum is 5), druk dan op de
functietoets
Toevoeg
en herhaal de procedure
vanaf stap 4.
5. Als u alle nummers heeft ingegeven, drukt u op
de functietoets
OK
.
6. Geef wanneer daarom wordt gevraagd het
nummer van de SMS centrale in en druk op de
functietoets
OK
.
Het nummer van de SMS centrale kunt u opslaan.
Kijk voor meer informatie op pagina 131.
Opmerking
: Wanneer uw telefoon het bericht niet kan
verzenden, kunt u dit door op de
functietoets
Opnieuw
te drukken
nogmaals proberen. Wilt u dit niet, druk
dan op de functietoets
Nee
en
Opslaan
.
U kunt het menu verlaten door op de
functietoets
Nee
te drukken.
Postvak IN
In dit postvak worden binnengekomen berichten
bewaard. SMS berichten worden meestal op de
SIM-kaart opgeslagen. Als het SIM-geheugen vol is,
worden ontvangen berichten in het geheugen van de
telefoon opgeslagen.
Als de menukeuze
Postvak IN
is geselecteerd,
wordt een overzicht met ontvangen berichten
getoond met de volgende informatie:
Telefoonnummer van de afzender of zijn/haar
naam wanneer deze in Contacten is opgeslagen.
Berichtstatus: voor een gelezen bericht,
voor een bericht dat nog gelezen moet worden
en voor een onvolledig bericht.
Berichten
113
U kunt een bericht inzien door er naartoe te
bladeren en op de functietoets
Kies
te drukken. In
het display ziet u de volgende informatie:
Datum en tijd waarop het bericht ontvangen is.
De locatie waar het bericht is opgeslagen;
voor de SIM-kaart en voor het
telefoongeheugen.
De inhoud van het bericht.
Met de stuurtoets Links of Rechts kunt u naar het
volgende of vorige bericht bladeren.
Met de stuurtoets Omhoog of Omlaag kunt u door de
tekst van het bericht bladeren. Als u een bericht
selecteert dat een melodie bevat, wordt de melodie
afgespeeld.
Wanneer u op de functietoets
Opties
drukt, kunt u
kiezen uit de volgende mogelijkheden:
Wissen
: hiermee kunt u het bericht wissen.
Antwoordtekst
:
hiermee kunt u een bericht
beantwoorden door een tekstbericht te sturen.
Terugbellen
: om de afzender terug te bellen.
Adres overnemen
:
voor het overnemen van een
telefoonnummer, e-mail adres of URL adres dat in de
tekst voorkomt, zodat u het nummer kunt bellen,
een bericht kunt sturen of het in Contacten kunt
opslaan.
Verzenden
: hiermee kunt u het bericht naar
iemand anders sturen.
Wijzigen
:
hiermee kunt u het bericht aanpassen.
Media ophalen
: u kunt media (met uitzondering
van de standaard EMS filmpjes en melodieën) van
het bericht naar het media-album van uw telefoon
overbrengen. Deze kunt u vervolgens zelf aan een
bericht toevoegen. Kijk voor meer informatie op
pagina 111.
Verplaatsen
:
hiermee kunt u het bericht
overbrengen van SIM-kaart geheugen naar
telefoongeheugen.
Berichten
114
Postvak UIT
In dit postvak worden berichten bewaard die
verzonden zijn of nog verzonden moeten worden.
Als u de menukeuze
Postvak UIT
selecteert, wordt
de berichtenlijst getoond met verzonden en
opgeslagen berichten, met daarbij informatie over:
Telefoonnummer van de afzender of zijn/haar
naam wanneer deze in Contacten is opgeslagen.
Status; voor een verzonden bericht en
voor een nog te verzenden bericht.
U kunt een bericht inzien door er naartoe te
bladeren en op de functietoets
Kies
te drukken. In
het display ziet u de volgende informatie:
Status; voor een verzonden bericht en
voor een nog te verzenden bericht.
De locatie waar het bericht is opgeslagen;
voor de SIM-kaart en voor het
telefoongeheugen.
De inhoud van het bericht.
Met de stuurtoets Links of Rechts kunt u naar het
volgende of vorige bericht bladeren.
Met de stuurtoets Omhoog of Omlaag kunt u door
de tekst van het bericht bladeren.
Wanneer u op de functietoets
Opties
drukt, kunt u
kiezen uit de volgende mogelijkheden:
Wissen
: hiermee kunt u het bericht wissen.
Adres overnemen
:
voor het overnemen van een
telefoonnummer, e-mail adres of URL adres dat in
de tekst voorkomt, zodat u het nummer kunt
bellen, een bericht kunt sturen of het in Contacten
kunt opslaan.
Berichten
115
Verzenden
: hiermee kunt u het bericht naar
iemand anders sturen.
Wijzigen
: hiermee kunt u het bericht aanpassen.
Verplaatsen
:
hiermee kunt u het bericht
overbrengen van SIM-kaart geheugen naar
telefoongeheugen.
Alles wissen
U kunt de berichten die op uw SIM-kaart en in het
telefoongeheugen zijn opgeslagen per postvak of
allemaal in een keer wissen.
1. Daarna drukt u op de functietoets
Kies
.
Wanneer u
Alle
selecteert, worden alle
postvakken aangekruist.
2. Herhaal eventueel stap 1 voor het selecteren
van een ander album.
3. Als u de postvakken waarvan u de berichten wilt
verwijderen heeft aangekruist, drukt u op de
functietoets
OK
.
4. Nu wordt om een bevestiging gevraagd. Weet u
zeker dat u de berichten wilt verwijderen, druk
dan op de functietoets
Ja
.
Wilt u dit niet, druk dan op de functietoets
Nee
.
Berichten
116
MMS
De Multimedia Message Service (MMS) is een
berichtendienst die veel lijkt op de Short Message
Service (SMS). Het biedt de mogelijkheid tot
asynchrone aflevering van persoonlijke multimedia-
berichten tussen telefoons onderling, telefoon en
e-mail en telefoon en internet (via het URL adres).
Naast de gebruikelijke tekstuele inhoud van SMS
berichten, kunnen multimediaberichten
afbeeldingen, grafische informatie, stemgeluid en
audioclips bevatten. Bij een MMS bericht is het
multimedia-item in het bericht ingesloten. Het is
dus geen tekstbestand met bijlagen.
Via de MMS functie kan uw telefoon multimedia-
berichten ontvangen. U kunt ook zelf berichten met
afbeeldingen versturen. Dit kan echter alleen
wanneer deze functie door uw provider wordt
ondersteund. Alleen telefoons die geschikt zijn voor
afbeeldingberichten kunnen dit soort berichten
ontvangen en weergeven.
Een nieuw bericht ophalen
Tijdens het ophalen van een nieuw bericht,
verschijnt het pictogram in het display. Als het
bericht is opgehaald, wordt het pictogram
getoond, alsmede een melding met het aantal
nieuwe berichten. Afhankelijk van de gekozen
geluidsinstelling, hoort u ook een signaal (zie
pagina 80).
Als u een nieuw bericht direct wilt lezen, drukt u op
de functietoets
Tonen
. Vervolgens ziet u de lijst
met berichten in Postvak IN. Zodra u een bericht
selecteert, kunt u het lezen.
Berichten
117
Opmerkingen
:
Tijdens het ophalen van een nieuw bericht kunt u
geen WAP sites openen. Ook het menu Spelletjes
kunt u dan niet gebruiken (zie pagina 74).
U kunt de melding inzake het nieuwe bericht van uw
display verwijderen door op de toets te
drukken. Wanneer u ook voice mails, SMS berichten,
multimediaberichten en/of infoberichten heeft
ontvangen, wijzigt de rechter functietoets in de
volgende volgorde:
Gemist
,
Verbind
,
Tonen
,
CB
(infobericht) en
Contacts
.
Als de
Ontvangst van berichten
is ingesteld op
Handmatig
(zie pagina 132), kunt u wanneer het
pictogram voor een nieuw bericht ( ) in het
display verschijnt, de berichten in Postvak IN
ophalen. Selecteer in Postvak IN een bericht met
pictogram , of . Selecteer vervolgens via de
functietoets
Opties
of u het bericht wilt ophalen of
verwijderen.
Geheugenbeheer
Als het geheugen vol is, gaat het pictogram voor
een nieuw bericht ( ) knipperen en verschijnt er
een foutmelding (deze verdwijnt als u op de
toets
drukt, maar wordt opnieuw getoond als u
geen oude berichten verwijdert).
In dat geval kunt u
pas nieuwe berichten ontvangen nadat u geheugen
vrij heeft gemaakt door een of meer oude berichten
te verwijderen. Dit doet u met de optie
Wissen
in
Postvak IN of UIT of via de optie
Alles wissen
. Kijk
voor meer informatie op pagina 126.
Berichten
118
Opmerkingen
:
U kunt maximaal 150 berichten ontvangen.
De postvakken voor multimediaberichten, de camera
en het media-album delen een bepaalde hoeveelheid
geheugen van uw telefoon. U kunt ook geheugen
vrijmaken door met de optie
Wissen
of
Alles
wissen
melodieën, foto’s of items uit het media-
album verwijderen.
Nieuw
Via deze menuoptie kunt u een nieuw multimedia-
bericht samenstellen en naar een of meer
bestemmingen verzenden.
1. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
een van de volgende items en druk op de
functietoets
Toev.
:
Item Procedure om toe te voegen
Onder-
werp
1. Geef het onderwerp van uw bericht
in. Meer informatie over het
intoetsen van tekst vindt u op
pagina 42.
2. Druk op de functietoets
OK
.
Opmerking
: U kunt tijdens het ingeven
van het bericht terug naar
een vorig scherm door de
toets
C
enige tijd
ingedrukt te houden.
Afbeel-
ding
Een nieuwe foto toevoegen:
1. Selecteer de optie
Nieuwe
maken
.
2. Neem met de camerafunctie een
foto. Meer informatie over de
camera vindt u op pagina 100.
Berichten
119
Afbeel-
ding
(vervolg)
3. Selecteer de afbeelding die u wilt
toevoegen. De afbeelding wordt
getoond.
4. Druk op de functietoets
Toevoe.
.
Een afbeelding uit het Media-album
toevoegen:
1. Selecteer een van de categorieën
met afbeeldingen. De lijst met
afbeeldingen uit de gekozen
categorie wordt getoond.
2. Selecteer de afbeelding die u wilt
toevoegen. De afbeelding wordt
getoond.
3. Druk op de functietoets
Toevoe.
.
Melodie Een nieuwe melodie of geluid
toevoegen:
1. Selecteer de optie
Opnemen
nieuw
.
2. Druk om de opname te starten op
de functietoets
Opnemen
.
3. U kunt de opname stoppen door op
de functietoets
Stop
te drukken.
4. U kunt het geluid afspelen door op
de functietoets
Afsp.
te drukken.
Druk op de functietoets
Toevoeg
om het geluid toe te voegen. Geef
een naam voor de opname in en
druk op de functietoets
OK
. De
opname wordt aan het bericht
toegevoegd en automatisch in het
media-album opgeslagen.
Item Procedure om toe te voegen
Berichten
120
2. Als u op de functietoets
Opt.
drukt, kunt u uit
de volgende opties kiezen:
Voorbeeld
: toont hoe uw bericht er op de
telefoon van de ontvanger uit zal zien. Om
terug te gaan naar het berichtscherm, drukt u
op de functietoets
Wijzig
. Om het bericht te
versturen, drukt u op de functietoets
Verze.
en gaat u verder bij stap 4.
Melodie
(vervolg)
Een melodie/geluid uit het media-
album toevoegen:
1. Selecteer een van de categorieën
met melodieën/geluiden.
Vervolgens wordt het overzicht
getoond.
2. Selecteer de melodie of het geluid
dat u wilt toevoegen.
3. Druk op de functietoets
Kies
om dit
toe te voegen.
Bericht
1. Geef een nieuw bericht in of
selecteer een van de
standaardberichten.
Als u een standaardbericht wilt
gebruiken, doet u het volgende:
• Druk op de functietoets
Opt.
en
selecteer
Standaardberichten
.
• Selecteer een van de standaard-
berichten.
2. Druk op de functietoets
Opt.
en
selecteer de optie
Uitgevoerd
om
het bericht toe te voegen.
Opmerking
: U kunt tijdens het ingeven
van het bericht terug naar
een vorig scherm door de
toets
C
enige tijd
ingedrukt te houden.
Item Procedure om toe te voegen
Berichten
121
Verzenden
: hiermee kunt u het bericht naar
iemand anders sturen. Zie de volgende stap.
Pagina toevoegen
: hiermee kunt u
maximaal 10 pagina’s toevoegen. Met de
stuurtoetsen Links en Rechts kunt u naar
andere pagina’s bladeren.
Paginatiming
: hier kunt u instellen hoe lang
een ontvangen pagina moet worden
weergegeven. Daarna wordt automatisch de
volgende pagina getoond.
Teksteffect
: hier kunt u de kleur, grootte en
stijl van de tekst van het bericht instellen.
Onderwerp
/
Afbeelding
/
Geluid
/
Bericht
wissen
: hiermee kunt u het onderwerp, de
geselecteerde afbeelding, melodie of het
bericht verwijderen.
Pagina wissen
: hiermee kunt u de huidige
pagina verwijderen.
Bericht opslaan
: hiermee kunt u het bericht
opslaan in
Concepten
(zie pagina 125) of
Map
(zie pagina 126).
Opmerking
: U kunt terug naar het scherm
Wijzigen door op de functietoets
of de toets
C
te drukken.
3. Wanneer u klaar bent met het samenstellen van
het bericht, selecteert u de optie
Verzenden
.
4. Selecteer in het scherm Verzenden naar wie u
het bericht wilt versturen.
Als dit leeg is, geeft u een bestemming in:
Tel.nummer
: het nummer waarnaar u het
bericht wilt sturen.
E-mail adres
: hier kunt u een e-mail adres
ingeven.
Contacten
: hier kunt u als bestemming één van
uw contacten kiezen.
Nadat u de bestemming heeft ingegeven, drukt
u op de functietoets
OK
.
Berichten
122
Als een bestemming wordt getoond, kunt u het
volgende doen:
Adres wijzigen
: het geselecteerde adres
aanpassen.
Adres wissen
: het geselecteerde adres
verwijderen.
Opmerking
: U kunt alle tekens wissen door de toets
C
ingedrukt te houden. Om terug te gaan
naar het vorige scherm drukt u, terwijl
het display leeg is, op de toets
C
.
5. U kunt het bericht naar maximaal 20 verschillende
bestemmingen versturen door stap 4 te herhalen.
6. Als u klaar bent met het ingeven van de
bestemmingen, drukt u op de functietoets
Verz.
.
Als u de verzending van een bericht wilt annuleren of
een nog niet verzonden bericht alsnog wilt
verzenden, gaat u naar
Postvak UIT
. Daar
selecteert u het juiste bericht en de gewenste optie.
Kijk voor meer informatie op pagina 124.
Postvak IN
In dit postvak worden binnengekomen berichten
opgeslagen.
Als de menukeuze
Postvak IN
is geselecteerd, wordt
een overzicht met ontvangen berichten getoond met
de volgende informatie:
Onderwerp van het bericht of Geen onderwerp als
het geen onderwerp heeft.
Telefoonnummer van de afzender of zijn/haar
naam wanneer die in Contacten is opgeslagen.
Berichtstatus; voor een nieuwe bericht, voor
een gelezen bericht, voor een ongelezen
bericht, voor een leesbevestiging en voor en
ongelezen leesbevestiging.
Opmerking
: Het pictogram dat de berichtstatus
aangeeft, kan er, afhankelijk van de
door de afzender ingestelde prioriteit,
verschillend uitzien: ,
of (zie
pagina 132).
Berichten
123
U kunt een bericht bekijken door er naar toe te
bladeren en op de functietoets
Kies
te drukken. U
kunt het bericht dat op dat moment wordt
opgehaald echter niet bekijken.
Met de stuurtoets Omhoog of Omlaag kunt u door
de tekst van het bericht bladeren. Als het bericht uit
meer pagina’s bestaat, kunt u met de stuurtoets
Links of Rechts door de pagina’s bladeren. Het is
ook mogelijk dat u automatisch na verloop van tijd
naar de volgende pagina gaat als de afzender dat zo
heeft ingesteld.
Opmerkingen
:
• Bepaalde soorten geluiden en afbeeldingen kunnen
niet worden afgespeeld of weergegeven.
• Als een bericht als bijlage bijvoorbeeld een videoclip
bevat, verschijnt in de regel met de titel het
bijlagepictogram ( ). U kunt de bijlage niet afspelen
of uit het bericht halen.
Wanneer u op de functietoets
Opties
drukt, kunt u
kiezen uit de volgende mogelijkheden:
Wissen
: hiermee kunt u het bericht verwijderen.
Herhalen
: geeft het bericht opnieuw weer.
Antwoorden
: hiermee beantwoordt u de afzender
met een tekstbericht.
Doorsturen
: om het bericht naar iemand anders
door te sturen.
Terugbellen
: hiermee kunt u de afzender
terugbellen
Media overnemen
: neemt de afbeelding of
melodie uit het bericht over, zodat u dit als
achtergrond of beltoon in kunt stellen of als
multimediabericht kunt versturen.
Adres overnemen
: voor het overnemen van een
telefoonnummer, e-mail adres of URL adres dat in
de tekst voorkomt, zodat u het nummer kunt
bellen, een bericht kunt sturen of het in Contacten
kunt opslaan.
Details
: toont gedetailleerde informatie over het
bericht.
Berichten
124
Verplaatsen naar Map
: verplaatst het bericht
naar de map voor eventueel later gebruik.
Postvak UIT
In Postvak UIT worden berichten opgeslagen die
verzonden zijn, die niet verzonden konden worden
en berichten waarvan de verzending door u is
geannuleerd.
Als u de menukeuze
Postvak UIT
selecteert, wordt
de berichtenlijst getoond met verzonden en
opgeslagen berichten, met daarbij informatie over:
Onderwerp van het bericht of Geen onderwerp als
het geen onderwerp heeft.
Telefoonnummer van de ontvanger.
Berichtstatus; voor een verzonden bericht,
voor een bericht dat niet verzonden kon
worden of waarvan u de verzending geannuleerd
heeft , voor een ontvangstbevestiging.
Wanneer een ontvanger een door u verzonden
bericht ophaalt en u heeft de optie
Ontvangstbevestiging
ingeschakeld (zie
pagina 132), wijzigt de status in .
U kunt een bericht bekijken door er naar toe te
bladeren en op de functietoets
Kies
te drukken. U
kunt het bericht dat op dat moment verzonden
wordt echter niet bekijken.
Als u de verzending van een bericht wilt annuleren,
bladert u met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
naar het juiste bericht en drukt u op de functietoets
Kies
. Vervolgens wordt om een bevestiging
gevraagd. U kunt het verzenden annuleren door op
de functietoets
Ja
te drukken.
Als u een nog niet verzonden bericht alsnog wilt
verzenden, bladert
u met de stuurtoets Omhoog of
Omlaag naar het juiste bericht en drukt u op de
functietoets
Kies
. Daarna drukt u op de functietoets
Opties
en selecteert u de optie
Verzenden
.
Berichten
125
Met de stuurtoets Omhoog of Omlaag kunt u door
de tekst van het bericht bladeren. Als het bericht uit
meer pagina’s bestaat, kunt u met de stuurtoets
Links of Rechts door de pagina’s bladeren. Het is
ook mogelijk dat u automatisch naar de volgende
pagina gaat, wanneer dat zo is ingesteld.
Wanneer u op de functietoets
Opties
drukt, kunt u
kiezen uit de volgende mogelijkheden:
Wissen
: hiermee kunt u het bericht verwijderen.
Herhalen
: geeft het bericht opnieuw weer.
Verzenden
: het bericht wordt verzonden.
Details
: toont gedetailleerde informatie over het
bericht.
Verplaatsen naar Map
: verplaatst het bericht
voor eventueel later gebruik naar de
Map.
Concepten
In dit postvak bevinden zich berichten die u hier zelf
heeft opgeslagen en berichten die door een
inkomende oproep of bericht zijn onderbroken.
Opmerking
: Berichten die niet verzonden kunnen
worden, worden in Postvak UIT
opgeslagen.
U kunt een bericht inzien door er naartoe te
bladeren en op de functietoets
Kies
te drukken.
Wanneer u op de functietoets
Opties
drukt, kunt u
kiezen uit de volgende mogelijkheden:
Verzenden
: hiermee beantwoordt u de afzender
met een tekstbericht.
Herhalen
: geeft het bericht opnieuw weer.
Wissen
: verwijdert het bericht.
Details
: toont gedetailleerde informatie over het
bericht.
Berichten
126
Map
U kunt berichten die in Postvak IN of UIT zijn
opgeslagen met de optie
Verplaatsen naar Map
naar deze map verplaatsen. Als u een nieuw bericht
samenstelt, kunt u dit met de optie
Bericht
opslaan
ook in deze map opslaan.
U kunt een bericht inzien door er naartoe te
bladeren en op de functietoets
Kies
te drukken.
Wanneer u op de functietoets
Opties
drukt, kunt u
kiezen uit de volgende mogelijkheden:
Wissen
: hiermee kunt u het bericht verwijderen.
Herhalen
: geeft het bericht opnieuw weer.
Verzenden
: het bericht wordt verzonden.
Media overnemen
: neemt de afbeelding of
melodie uit het bericht over, zodat u dit als
achtergrond of beltoon in kunt stellen of als
multimediabericht kunt versturen.
Adres overnemen
: voor het overnemen van een
telefoonnummer, e-mail adres of URL adres dat in
de tekst voorkomt, zodat u het nummer kunt
bellen, een bericht kunt sturen of het in Contacten
kunt opslaan.
Details
: toont gedetailleerde informatie over het
bericht.
Alles wissen
Via deze menuoptie kunt alle berichten in een
bepaald postvak of in beide postvakken in een keer
wissen. Blader naar het gewenste postvak en
selecteer dit door het aan te kruisen.
1. Daarna drukt u op de functietoets
Kies
.
Wanneer u
Alle
selecteert, worden alle
postvakken aangekruist.
Berichten
127
2. Herhaal eventueel stap 1 voor het selecteren
van een ander album.
3. Als u de postvakken waarvan u de berichten wilt
verwijderen heeft aangekruist, drukt u op de
functietoets
OK
.
4. Nu wordt om een bevestiging gevraagd. Weet u
zeker dat u de berichten wilt verwijderen, druk
dan op de functietoets
Ja
.
Wilt u dit niet, druk dan op de functietoets
Nee
.
Bericht ophalen
Via dit menu kunt u het ontvangen en lezen van
berichten van de server instellen.
U kunt kiezen uit de volgende opties:
Postvak IN
: uw telefoon ontvangt berichten van
de server en slaat deze op in Postvak IN. Daar kunt
u de berichten ook lezen.
Instelling
: via deze optie kunt u de instellingen
voor het ontvangen van berichten van de server
wijzigen.
Altijd
: altijd berichten van de server ophalen.
Nooit
: nooit berichten van de server ophalen.
Facultatief
: alleen berichten waarvan de instelling
overeenstemt met het hier vermelde nummer
worden opgehaald. Het standaard nummer is dat
van de SMS centrale. Dit nummer kunt u wijzigen.
Alles wissen
: verwijdert alle serverberichten.
Berichten
128
Standaardberichten
Via dit menu kunt u negen berichten invoeren die u
vaak gebruikt. Als u in dit menu komt, wordt het
eerste standaardbericht getoond.
1. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
naar een standaardbericht of een leeg veld.
2. Druk op de functietoets
Kies
en geef een nieuw
bericht in of wijzig een bestaand bericht.
Meer informatie over het intoetsen van tekst
vindt u op pagina 42.
3. Om het bericht op te slaan, drukt u op de
functietoets
OK
.
Voice mail
Als u een voice mail-bericht ontvangt, ziet u in het
display het pictogram en hoort u een signaal.
Verbinden met voice mail
Wanneer u terwijl de telefoon in de standby-stand
staat een nieuw voice mail bericht ontvangt,
drukt u op de functietoets
Verbind
en volgt u de
instructies op.
U kunt ook naar uw voice mail server gaan door
in de standby-stand de toets
1
ingedrukt te
houden en de getoonde instructies op te volgen.
Een derde manier om uw voice mail server te
bellen is via het menu
Verbinden met voice
mail
en de instructies op te volgen.
Berichten
129
Voice server nummer
Voordat u van de voice mail service gebruik kunt
maken, moet u het nummer van de voice mail
server opslaan. Dit nummer heeft u ontvangen van
uw provider.
Wanneer u dit selecteert, kunt u kiezen uit de
volgende opties:
Nummer wijzigen
: geef het voice mail
servernummer in of druk op de functietoets
Contacts
om een nummer uit de telefoonlijst over
te nemen. Druk vervolgens op de functietoets
OK
.
Naam wijzigen
: geeft een servernaam in en druk
op de functietoets
OK
om dit op te slaan.
Wissen
: als om een bevestiging wordt gevraagd,
drukt u op de functietoets
Ja
. Wilt u uw ingave
annuleren, druk dan op de functietoets
Nee
.
Infoberichten
Dit is een netwerkservice voor het ontvangen van
berichten over verschillende onderwerpen, zoals
weer of verkeer. Berichten verschijnen meteen
nadat ze ontvangen zijn, mits:
De telefoon in de standby-stand staat.
•De optie
Ontvangen
(zie pagina 130)
Aan
staat.
Het berichtkanaal op dat moment actief is in de
kanaallijst.
Wanneer u een infobericht ontvangt terwijl de
telefoon in de standby-stand staat, kunt u dit in het
display zien. Is het een kort bericht, dan wordt dit
direct getoond.
Voor langere berichten drukt u om deze te lezen op
de functietoets
CB
.
Berichten
130
Het menu
Infoberichten
biedt de volgende opties:
Lezen
: om het ontvangen infobericht te lezen.
Opgeslagen berichten
: toont een overzicht met
opgeslagen berichten.
Huidige berichten
: toont de laatste berichten. Deze
berichten gaan verloren wanneer de telefoon wordt
uitgezet, tenzij ze alsnog worden opgeslagen.
Om een langer bericht te lezen, drukt u op de
stuurtoets Omhoog of Omlaag.
Tijdens het lezen van een bericht kunt u op de
functietoets
Opties
drukken, waarmee u toegang
krijgt u tot de volgende mogelijkheden:
Tel.nummer
: toont de nummers die in het bericht
voorkomen.
Opslaan
: hiermee kunt u het bericht (tijdelijk) in
het archief opslaan.
Wissen
: om het bericht te verwijderen.
Alles wissen
: om alle berichten uit de lijst te
verwijderen.
Ontvangen
: hiermee kunt u de ontvangst van
informatieberichten in- en uitschakelen.
Kanaal
: het vinkje bij
Alle
geeft aan dat het kanaal
is ingeschakeld.
Om een kanaal in- of uit te schakelen, drukt u op de
functietoets
Kies
en selecteert u
Aanzetten
of
Uitzetten
.
Met de optie
Aan lijst toevoegen
kunt u een
nieuw kanaal aan de lijst toevoegen. Geef het
kanaal ID in dat u van uw provider heeft ontvangen
en een naam voor het kanaal.
Taal
: hier kunt u een taal selecteren. U ontvangt
dan alleen infoberichten in de betreffende taal.
Berichten
131
Instellingen
SMS
Via dit menu kunt u de standaard SMS informatie
instellen. U kunt kiezen uit de volgende opties:
SMS centrale
: hier kunt u het SMS nummer voor
het versturen van berichten opslaan of wijzigen. U
krijgt dit nummer van uw provider.
Geldigheidsperiode
: hier kunt u instellen hoe lang
uw provider het bericht moet bewaren als hij het
niet meteen kan afleveren.
Soort bericht
: hier kunt u het type bericht
instellen. U kunt kiezen uit
Tekst
,
Fax
,
Spraak
,
ERMES
,
X400
en
E-mail
. De provider zet de
berichten om in het gekozen formaat.
Antwoordverzoek
: de ontvanger van uw
SMS bericht kan u een antwoord sturen via de
SMS centrale, als deze optie door het netwerk
wordt aangeboden.
Ontvangstbevestiging
: dit kunt u in- en
uitschakelen. Als deze functie is ingeschakeld, krijgt
u van de provider te horen of uw bericht verstuurd
is.
Ondersteunde tekenset
: hiermee kunt u de
tekenset selecteren die u wilt gebruiken voor het
samenstellen en verzenden van berichten.
GSM-alfabet
: hiermee kunt u alleen GSM-tekens
gebruiken voor het verzenden van een bericht.
Unicode
: hiermee kunt u Unicode-tekens, inclusief
GSM-tekens gebruiken voor verzending van het
bericht. Het maximum aantal tekens per bericht
wordt met deze optie echter wel twee maal zo klein.
Berichten
132
Automatisch: als u
Automatisch
selecteert, kiest de
telefoon de tekenset zelf. Deze keuze hangt af van
het gebruik van Unicode-tekens in de tekst.
MMS
Via dit menu kunt u de standaardinstellingen voor
het verzenden en ontvangen van MMS/Multimedia-
berichten instellen. U kunt kiezen uit de volgende
opties:
Instellingen voor verzenden
:
u kunt kiezen uit de
volgende opties:
Prioriteit:
hier kunt u de berichtprioriteit instellen.
Geldigheidsperiode
: hier kunt u instellen hoe lang uw
provider het bericht moet bewaren als hij het niet
meteen kan afleveren.
Afleveren na
: hier kunt u instellen met welke
vertraging de telefoon uw bericht(en) moet
verzenden.
Adres verbergen
: als deze optie
Aan
staat, wordt uw
telefoonnummer niet weergegeven op de telefoon
van de ontvanger.
Ontvangstbevestiging
: als deze functie is
ingeschakeld, krijgt u van de provider te horen of uw
bericht verstuurd is.
Leesbevestiging
: als deze optie
Aan
staat, stuurt de
telefoon van de ontvanger een bevestiging wanneer
het bericht door hem/haar gelezen is.
Instellingen voor ontvangen
: u kunt kiezen uit de
volgende opties:
Berichtontvangst
: hier kunt u instellen hoe u een
nieuw bericht wilt ontvangen: via het eigen netwerk
of via het
roamingnetwerk.
Eigen netwerk / Roamingnetwerk: u kunt kiezen
uit
Handmatig
,
Automatisch
en
Weigeren
.
Anoniem weigeren
: als deze optie
Aan
staat, weigert
uw telefoon berichten zonder telefoon-nummer.
Berichten
133
Reclame weigeren: als deze optie
Aan
staat, wordt
reclame die u van de provider ontvangt geweigerd.
Bevestiging toestaan
: als deze optie
Uit
staat, stuurt
uw telefoon geen bevestiging naar de ontvanger, ook
niet als deze om een bevestiging heeft gevraagd.
MMS profielen
: in dit menu kunt u de MMS
profielinstellingen die nodig zijn voor het verzenden
en ontvangen van multimediaberichten vastleggen.
Huidige server
: hier kunt u het profiel kiezen dat u op
dat moment wilt gebruiken.
Instellingen server
: hier kunt u vijf verschillende
profielen vastleggen.
Profielnaam: geef hier de naam van het profiel in.
URL server: geef hier het adres van de server in.
GSM instelling: hier kunt u de proxy instellingen
voor het GSM netwerk aanpassen:
- Gateway: geef hier het IP adres en de IP poort
in.
- Type data-oproep: kies het gewenste type
netwerkverbinding: ISDN of Analoog.
- Inbelnummer: geef hier het telefoonnummer
van de server in.
- Gebruikersnaam: geef hier uw gebruikersnaam
in.
- Wachtwoord: geef hier het wachtwoord voor de
server in.
GPRS instelling: hier kunt u de proxy instellingen
voor het GPRS netwerk aanpassen:
- Gateway: geef hier het IP adres en de IP poort
in.
- APN: geef hier de APN (Access Point Name/
naam toegangspunt) in die voor het adres van
de GPRS netwerkgateway wordt gebruikt.
- Gebruikersnaam: geef hier de gebruikersnaam
in voor verbinding met het GPRS netwerk.
- Wachtwoord: geef hier het wachtwoord in dat
nodig is voor verbinding met het GPRS netwerk.
Berichten
134
Drager: selecteer de drager die wordt gebruikt
wanneer toegang tot een type netwerk wordt
gezocht.
- Alleen GPRS: werkt alleen binnen het GPRS
netwerk.
- Alleen GSM: werkt alleen binnen het GSM
netwerk.
Geheugenstatus
U kunt controleren hoeveel geheugen er nog voor
berichten vrij.
SMS
Hier kunt u nagaan hoeveel berichten op de
SIM-kaart en in het telefoongeheugen zijn
opgeslagen.
U kunt deze functie verlaten door op de
functietoets of de toets te drukken.
MMS
De multimediapostvakken, de camera en het
media-album delen gezamenlijk een bepaalde
hoeveelheid geheugen van de telefoon.
In het display wordt weergegeven hoeveel
geheugen er nog vrij is en hoeveel geheugen
gebruikt is.
Met de stuurtoets Links of Rechts kunt u zien
hoeveel geheugen wordt ingenomen door de
multimediapostvakken, de camera en het media-
album afzonderlijk.
135
WAP
Uw telefoon beschikt over een ingebouwde WAP
browser, waarmee u toegang heeft tot het
draadloze web.
Iedere keer dat u de WAP browser start, maakt de
telefoon verbinding met het draadloze internet en
verschijnt het pictogram of in het display,
zodat u weet dat u kosten kunt verwachten. De
tarieven zijn afhankelijk van de geboden service.
De WAP browser verbreekt de netwerkverbinding
nadat deze een bepaalde periode niet actief is
geweest en maakt zo nodig automatisch opnieuw
verbinding. Het is dus mogelijk dat u een aantal
korte gesprekken op uw telefoonrekening vindt,
terwijl u de browser rond die tijd maar één keer
hebt gestart. Dit is normaal; de bedoeling hiervan is
uw telefoonrekening zo laag mogelijk te houden.
Startpagina
Als u deze menukeuze selecteert, zoekt de telefoon
verbinding met het netwerk en wordt de startpagina
van uw provider geladen.
Zodra er verbinding is, wordt de startpagina
weergegeven. De inhoud hiervan is per provider
verschillend.
Opmerking
: U kunt de WAP browser direct starten,
door in de standby-stand op de toets
te drukken.
Met de stuurtoetsen Omhoog en Omlaag kunt u het
hele scherm bekijken.
U kunt de browser op ieder willekeurig moment
afsluiten, door op de toets te drukken. De
telefoon gaat dan terug naar de standby-stand.
WAP
136
Gebruik van de toetsen bij de browser
Tekst invoeren in de WAP browser
Als u tekst in kunt toetsen, ziet u boven de rechter
functietoets de huidige tekstinvoerstand.
Meer informatie over het ingeven van tekst vindt u
op pagina 42.
WAP browser menu gebruiken
U kunt uit verschillende menuopties kiezen wanneer
u met de browser over het draadloze web surft.
Zo komt u in het browser menu:
1. Druk op de toets of blader naar het logo links
bovenaan de WAP pagina’s en druk vervolgens
op de functietoets .
De beschikbare menuopties van de browser
worden getoond.
2. Markeer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
de gewenste menuoptie.
Om... Drukt u op…
door de opties van
de browser te
bladeren en deze
te selecteren
de stuurtoets Omhoog of
Omlaag tot de gewenste optie
gemarkeerd wordt
weergegeven en drukt u op
de functietoets .
een genummerde
optie te kiezen
de juiste cijfertoetsen.
een pagina terug te
gaan
de functietoets of de
toets
C
.
terug te gaan naar
uw startpagina
de toets en selecteert u de
browser optie
Homepagina
.
Kijk voor meer informatie op
pagina 137.
WAP
137
3. Bevestig uw keuze door op de functietoets te
drukken.
4. Kies zo nodig met de stuurtoets Omhoog of
Omlaag een vervolgoptie en druk ter bevestiging
op de functietoets .
Opmerking
: De inhoud van de menu's hangt af
van uw versie van de browser.
U heeft de beschikking over de volgende WAP
Browser menu’s:
Terug
: hiermee gaat u terug naar de vorige
pagina.
Homepagina
: hiermee gaat u terug naar de
startpagina van uw provider.
Afsluiten
: hiermee sluit u de browser af.
Opnieuw laden
: haalt de geopende pagina
opnieuw op.
URL tonen
: toont het URL adres van de webpagina
die u op dat moment bezoekt.
Info
: toont informatie over de browser.
WAP browser opties kiezen
Terwijl u over het draadloze web surft, staan u
diverse opties ter beschikking. Door terwijl u met
het web verbonden bent één keer op de toets te
drukken, krijgt u toegang tot deze opties.
Ga naar adres
: hiermee kunt u handmatig het
adres ingeven van de site die u wilt bezoeken.
Favoriet
: hiermee kunt u naar een van de onder
Favoriet
opgeslagen sites gaan. Kijk voor meer
informatie op pagina 138.
Berichten
: hiermee kunt u een SMS tekstbericht
lezen of schrijven. Kijk voor meer informatie op
pagina 109.
Mediabox
: hiermee kunt u uw media-album
bekijken. Kijk voor meer informatie op pagina 143.
WAP
138
Tijdens gebruik van de WAP browser een
oproep aannemen
Terwijl u met de WAP browser over het draadloze
web surft, kunt u op de normale wijze een oproep
aannemen.
Neem het gesprek aan door op de toets te
drukken. Nadat u het gesprek beëindigd heeft, gaat
u weer terug naar de webpagina die u bezocht toen
u de oproep aannam.
Favoriet
Hier kunt u maximaal tien URL adressen van uw
favoriete WAP pagina's vastleggen.
Zo legt u een URL adres vast:
1. Selecteer een lege regel en druk op de
functietoets
Kies
.
2. Geef het URL adres van de website in en druk op
de functietoets
OK
om dit op te slaan.
3. Geef een naam voor de favoriet in en druk op de
functietoets
OK
.
Meer informatie over het ingeven van tekst vindt
u op pagina 42.
Zodra u een adres als favoriet heeft opgeslagen,
kunt u de volgende opties selecteren:
Start
: hiermee kunt u direct naar de site gaan.
Wijzigen
: hiermee kunt u de naam en het URL
adres van de favoriet wijzigen.
Wissen
: hiermee kunt u de favoriet wissen.
WAP
139
Ga naar adres
Via deze menukeuze kunt u het adres van de
website die u wilt bezoeken handmatig ingeven.
Geef het URL adres van de website in en druk op de
functietoets
OK
.
Meer informatie over het ingeven van tekst vindt u
op pagina 42.
Buffer leegmaken
Via deze menukeuze kunt u het buffergeheugen
(tijdelijk geheugen waarin de telefoon recent
bezochte internet pagina's bewaart) leegmaken.
Proxy instelling
Via deze menukeuze kunt u maximaal vijf proxy
servers instellen.
Opmerking
: In het algemeen kunt u de
browserinstellingen ongewijzigd laten.
Wijzig deze instellingen alleen als uw
provider u daartoe opdracht geeft.
Voor iedere proxy kunt u de volgende gegevens
vastleggen:
Naam proxy
: geef hier de naam van de HTTP
proxy server in.
GSM instelling
: u kunt de proxy instellingen voor
het GSM netwerk aanpassen.
Gateway
: geef hier het IP adres en de IP poort in.
WAP
140
Type data-oproep: selecteer het type
netwerkverbinding;
ISDN
of
Analoog
.
Inbelnummer
: geef hier het telefoonnummer van
de PPP server in.
Gebruikersnaam
: geef hier uw gebruikersnaam van
de PPP server in.
Wachtwoord
: geef hier het wachtwoord voor de PPP
server in.
GPRS instelling
: u kunt de proxy instellingen voor
het GPRS netwerk aanpassen.
Gatewa
y: geef hier het IP adres en de IP poort in.
APN
: geef hier de naam van het toegangspunt in
dat wordt gebruikt voor het adres van de GPRS
netwerk-gateway.
Gebruikersnaam
: geef hier de gebruikersnaam voor
verbinding met het GPRS netwerk in.
Wachtwoord
: geef hier het wachtwoord voor
verbinding met het GPRS netwerk in.
URL startpagina
: hier kunt u het adres van de site
die u als startpagina wilt gebruiken ingeven.
De standaard startpagina kunt u met de toets
C
verwijderen, waarna u de startpagina van uw keuze
in kunt geven. Speciale tekens (/ bijvoorbeeld) kunt
u in de stand voor Tekens ingeven (zie pagina 49).
Drager
: hier kunt u de drager selecteren die wordt
gebruikt wanneer toegang tot een type netwerk
wordt gezocht.
Eerst GPRS
: eerst zoekt uw telefoon naar het GPRS
netwerk. Als dit niet beschikbaar is, kunt u tijdelijk
kiezen voor GSM.
Alleen GPRS
: werkt alleen binnen het GPRS
netwerk.
Alleen GSM
: werkt alleen binnen het GSM netwerk.
WAP
141
Huidige proxy
Via deze menukeuze kunt u een van de eerder
ingestelde proxy´s voor de WAP verbinding
selecteren.
142
SIM AT MENU (SIM
Application Toolkit)
Als u gebruik maakt van een SIM-AT-kaart die
aanvullende diensten biedt, worden deze in dit
menu getoond. Meer informatie hierover vindt u in
de instructies van uw SIM-kaart.
Dit menu verschijnt alleen als uw SIM-kaart deze
functie ondersteunt.
143
Media-album
Onder deze menuoptie worden items opgeslagen
die u via multimediaberichten heeft ontvangen of
die u van andere bronnen heeft gedownload,
bijvoorbeeld via WAP sites of de EasyStudio PC
software.
Foto’s
Via deze optie kunt u de met de camera gemaakte
foto’s bekijken.
Foto’s
: toont de met de camera gemaakte foto’s.
Album 1 / Album 2
: toont de foto’s in het
geselecteerde album.
Als u tijdens het bekijken van een foto op de
functietoets
Opties
drukt, kunt u gebruik maken
van de volgende opties:
Verzenden
: hiermee kunt u de foto via een bericht
verzenden.
Hernoemen
: hiermee kunt u de foto een andere
naam geven.
Wissen
: hiermee kunt u de foto verwijderen.
Veerplaatsen naar album
: hiermee kunt u de
foto naar een van de albums verplaatsen.
Kiezen als
: hiermee kunt u de foto als achtergrond
selecteren of als foto beller instellen:
Achtergrond
: hiermee kunt u de foto als
achtergrond instellen.
Foto beller
: hiermee kunt u de foto aan een van uw
contacten koppelen.
Wisbeveiliging
: hiermee kunt u de foto tegen
wissen beveiligen.
Eigenschappen
: toont detailinformatie over de
foto.
Media-album
144
Afbeeldingen
Met deze optie kunt u de afbeeldingen bekijken die
u van andere bronnen heeft ontvangen,
bijvoorbeeld via een WAP site of een
multimediabericht.
Als u tijdens het bekijken van een afbeelding op de
functietoets
Opties
drukt, kunt u de afbeelding
verzenden, een andere naam geven, wissen, als
achtergrond instellen of informatie over de
afbeelding bekijken.
Meer informatie over deze opties vindt u bij de
beschrijving van het menu
Foto’s
. Zie pagina 143.
Melodieën
Via deze optie kunt u opgenomen stemgeluiden en
melodieën beluisteren die u van andere bronnen
heeft ontvangen, bijvoorbeeld via WAP sites of
multimediaberichten.
Stemmen
: hiermee kunt u de opgenomen
stemgeluiden beluisteren.
Melodieën
: hiermee kunt u de diverse melodieën
beluisteren.
Als u tijdens het beluisteren van een stemgeluid of
melodie op de functietoets
Opties
drukt, kunt u
deze verzenden, een andere naam geven, wissen,
als beltoon instellen (alleen van toepassing op
melodieën) en de eigenschappen bekijken.
Meer informatie over deze opties vindt u bij de
beschrijving van het menu
Foto’s
. Zie pagina 143.
Media-album
145
Alles wissen
Deze optie verwijdert alle foto’s, afbeeldingen en
melodieën uit het media-album.
Foto’s
:
1. Blader naar het gewenste album en plaats er
een vinkje voor door op de functietoets
Kies
te
drukken.
Wanneer u
Alle
selecteert, worden alle vakken
aangekruist. Als u ook beveiligde foto’s en aan
contacten gekoppelde foto’s wilt wissen,
selecteert u de optie
Incl. beveiligde foto’s
respectievelijk
Incl. foto’s bellers
.
2. Herhaal eventueel stap 1 voor het selecteren
van een ander album.
3. Als u de postvakken waarvan u de berichten wilt
verwijderen heeft aangekruist, drukt u op de
functietoets
OK
.
4. Nu wordt om een bevestiging gevraagd. Weet u
zeker dat u de foto’s wilt verwijderen, druk dan
op de functietoets
Ja
.
Wilt u dit niet, druk dan op de functietoets
Nee
.
Afbeeldingen
:
Als om een bevestiging wordt gevraagd, drukt u op
de functietoets
Ja
, waarna de afbeeldingen worden
verwijderd.
Wilt u dit niet, druk dan op de functietoets
Nee
.
Melodieën
:
1. Blader naar de map waaruit u de melodieën wilt
verwijderen en plaats er een vinkje voor door op
de functietoets
Kies
te drukken.
Wanneer u
Alle
selecteert, worden alle vakken
aangekruist.
Media-album
146
2. Herhaal eventueel stap 1 voor het selecteren
van een ander album.
3. Als u de postvakken waarvan u de berichten wilt
verwijderen heeft aangekruist, drukt u op de
functietoets
OK
.
4. Nu wordt om een bevestiging gevraagd. Weet u
zeker dat u de melodieën wilt verwijderen, druk
dan op de functietoets
Ja
.
Wilt u de melodieën toch bewaren, druk dan op
de functietoets
Nee
.
Geheugenstatus
Het media-album, de camera en de multimedia-
postvakken delen gezamenlijk een bepaald gedeelte
van het geheugen van uw telefoon.
In het display wordt weergegeven hoeveel
geheugen er nog vrij is en hoeveel geheugen
gebruikt is.
U kunt zien hoeveel geheugen het media-album, de
camera en de multimediapostvakken afzonderlijk in
beslag nemen, door op de stuurtoets Links of
Rechts te drukken.
147
Agenda
Met het menu Agenda kunt u:
De kalender bekijken, notities maken en een
actielijst bijhouden.
De huidige datum en tijd veranderen en nagaan
hoe laat het is in andere wereldsteden.
Het alarm instellen, zodat de telefoon op een
bepaalde tijd overgaat.
De telefoon gebruiken als rekenmachine, timer of
stopwatch en voor het omrekenen van valuta,
maten, gewichten, enz.
Nieuwe notitie
Met deze optie kunt u een nieuwe notitie ingeven.
Opmerking
: U komt direct in deze menukeuze door
de toets
C
in de standby-stand
ingedrukt te houden.
1. Toets uw notitie in (max. 100 posities) en druk
op de functietoets
OK
.
Meer informatie over het ingeven van tekst vindt
u op pagina 42.
2. Selecteer de categorie waartoe de notitie
behoort en druk op de functietoets
Kies
.
U kunt kiezen uit de volgende categorieën:
Agenda
: afspraken, vergaderingen, enz.
Actielijst
: actiepunten en taken die u moet
uitvoeren. Deze worden opgenomen in de
actielijst.
Oproep
: telefoontjes die u moet plegen.
Verjaardag
: verjaardagen, trouwdagen of
andere speciale gebeurtenissen die u niet mag
vergeten.
Opmerking
: Per categorie kunt u 25 notities
opnemen, dus 100 in totaal.
Agenda
148
3. Blader met de stuurtoetsen naar de gewenste
kalenderdatum. Druk vervolgens op de
functietoets
Kies
.
4. Indien van toepassing, geeft u de juiste tijd in
en drukt u op de functietoets
OK
.
5. Maakt u gebruik van de 12-uurs indeling (zie
pagina 154), dan kunt u nu met de stuurtoets
Omhoog of Omlaag
am
of
pm
selecteren.
Daarna drukt u op de functietoets
Kies
.
6. Als u een alarm voor de notitie in wilt stellen,
drukt u op de functietoets
Ja
.
Wilt u dit niet, druk dan op de functietoets
Nee
.
De notitie wordt in dat geval direct opgeslagen.
Ga naar stap 10.
7. Geef de tijd in waarop het alarm af moet gaan
en druk op de functietoets
OK
.
8. Maakt u gebruik van de 12-uurs indeling (zie
pagina 154), dan kunt u nu met de stuurtoets
Omhoog of Omlaag
am
of
pm
selecteren.
Daarna drukt u op de functietoets
Kies
.
9. Selecteer de gewenste melodie voor het alarm
en druk op de functietoets
Kies
.
De notitie wordt opgeslagen en in het display
getoond.
Agenda
149
10. Wanneer u op de functietoets
Opties
drukt,
kunt u kiezen uit de volgende mogelijkheden:
Toevoeg
: hier kunt u een nieuwe notitie
toevoegen voor de geselecteerde datum.
Wissen
: hiermee kunt u de notitie
verwijderen.
Wijzigen
: hiermee kunt u de notitie wijzigen.
Verplaatsen
: hiermee kunt u de huidige
notitie naar een andere datum verplaatsen.
Kopiëren
: hiermee kunt u de notitie naar een
andere datum kopiëren.
11. U kunt deze functie verlaten door op de
functietoets of de toets te drukken.
Kalender
De kalender helpt u bij het bijhouden van uw
afspraken, telefoontjes die u moet plegen,
actiepunten die u moet uitvoeren en verjaardagen
die u niet mag vergeten. Desgewenst kunt u op de
betreffende datum het alarm af laten gaan.
De kalender raadplegen
Om... Doet u het volgende…
naar een andere
dag te gaan
druk op de stuurtoets Links
of Rechts.
naar een andere
week te gaan
druk op de stuurtoets
Omhoog of Omlaag.
naar de vorige of
volgende maand
te gaan
houd de stuurtoets Omhoog
of Omlaag ingedrukt.
naar het vorige of
volgende jaar te
gaan
houd de stuurtoets Links of
Rechts ingedrukt.
Agenda
150
Als u in de kalender op de functietoets
Opties
drukt, kunt u de volgende opties kiezen:
Notitie toevoegen
: hier kunt u een nieuwe notitie
toevoegen voor de geselecteerde datum.
Ga naar datum
: hiermee kunt u naar een
bepaalde datum gaan en voor die datum
bijvoorbeeld een afspraak ingeven.
Alles tonen
: toont alle ingegeven afspraken.
Dag wissen
: wist de voor die dag ingegeven
afspraken.
Alles wissen
: wist alle ingegeven afspraken.
Een nieuwe notitie maken
1. Blader naar de juiste datum in de kalender (zie
pagina 149) en druk op de functietoets
Kies
.
2. Geef de notitie in en druk op de functietoets
OK
.
Meer informatie over het ingeven van tekst vindt
u op pagina 42.
3. Selecteer de categorie waartoe de notitie
behoort en druk op de functietoets
Kies
.
U kunt kiezen uit de volgende categorieën:
Agenda
: afspraken, vergaderingen, enz.
Actielijst
: uit te voeren taken of actiepunten.
Oproep
: telefoontjes die u moet plegen.
Verjaardag
: verjaardagen, trouwdagen of
andere speciale gebeurtenissen die u niet mag
vergeten.
4. Om de notitie op te slaan, volgt u de procedure
vanaf stap 4 op pagina 148.
Agenda
151
Notities bekijken
Een datum waaraan een notitie gekoppeld is, wordt
gemarkeerd weergegeven. Als u een datum
selecteert waarvoor al notities zijn ingegeven, ziet u
onderin de kalender het aantal notities per
categorie:
: Algemene agendanotities
: Actielijst
•: Oproepen
: Verjaardagen
Druk op de functietoets
Kies
om de notitie te lezen.
Zijn er voor een bepaalde datum meer notities, dan
kunt u met de stuurtoets Links of Rechts naar de
notitie bladeren.
Als u op de functietoets
Opties
drukt, kunt u kiezen
uit de volgende mogelijkheden:
Toevoeg
: hiermee kunt u een nieuwe notitie
toevoegen. Meer informatie over het ingeven van
een notitie vindt u op pagina 147.
Wissen
: hiermee kunt u de notitie verwijderen.
Wijzigen
: hiermee kunt u de notitie wijzigen.
Verplaatsen
: hiermee kunt u de huidige notitie
naar een andere datum verplaatsen.
Kopiëren
: hiermee kunt u de notitie naar een
andere datum kopiëren.
Agenda
152
Actielijst
Met dit menu kunt u uw actielijst bekijken.
Een nieuw actiepunt toevoegen doet u als volgt:
1. Geef de omschrijving van het actiepunt in en
druk op de functietoets
OK
.
Meer informatie over het intoetsen van tekst
vindt u op pagina 42.
2. Blader naar de juiste datum in de kalender (zie
pagina 149) en druk op de functietoets
Kies
.
3. Sla de notitie op (zie vanaf stap 4 op
pagina 148).
Zodra u de actiepunten heeft ingegeven, worden
deze met een statusmarkering ( voor
Afgehandeld en voor Niet afgehandeld) in de
Actielijst
opgenomen.
Met de stuurtoets Omhoog of Omlaag kunt u naar
het gewenste actiepunt bladeren; vervolgens drukt
u op de functietoets
Kies
. U ziet nu de omschrijving
van het actiepunt, met daarbij de datum waarop
het actiepunt afgehandeld moet zijn, de alarm
instelling en de status van afhandeling.
Met de stuurtoetsen Links en Rechts kunt u naar
een vorig of volgend actiepunt bladeren.
Als u op de functietoets
Opties
drukt, kunt u kiezen
uit de volgende mogelijkheden:
Toevoeg
: hiermee kunt u een nieuw actiepunt
toevoegen. Meer informatie over het toevoegen van
notities als actiepunt vindt u op pagina 147.
Markeren
: hiermee kunt u de status van
afhandeling wijzigen.
Wijzigen
: hiermee kunt u de omschrijving van het
huidige actiepunt wijzigen.
Verplaatsen
: hiermee kunt u het actiepunt naar
een andere datum verplaatsen.
Agenda
153
Kopiëren
: hiermee kunt u het actiepunt naar een
andere datum kopiëren.
Wissen
: hiermee kunt u het actiepunt verwijderen.
Alles wissen
: hiermee kunt u alle actiepunten uit
de lijst verwijderen.
Klok
Met deze optie kunt u de tijd en datum op het
display wijzigen. U kunt ook de huidige Greenwich
Mean Time (GMT) en de tijd in 22 grote steden
bekijken.
U kunt kiezen uit de volgende opties:
Tijd instellen
: hier kunt u de huidige tijd instellen.
Met de menuoptie
Indeling instellen
kunt u de
gewenste indeling (12- of 24-uurs) kiezen. Meer
informatie hierover vindt u op pagina 154.
Opmerking
: Voordat u de tijd instelt, moet u via de
menukeuze
Wereldtijd instellen
de
tijdzone waar u zich bevindt instellen.
Datum instellen
: hier kunt u dag, maand en jaar
invoeren. De wijze waarop de datum wordt
weergegeven kunt u wijzigen via de menukeuze
Indeling instellen
(zie pagina 154).
Wereldtijd instellen
: hier kunt de huidige tijd in
GMT en 22 verschillende wereldsteden bekijken.
Met de stuurtoetsen Links en Rechts kunt u door de
steden bladeren.
In het display ziet u de volgende informatie:
Naam van de stad.
Huidige datum en tijd.
Het tijdsverschil tussen de geselecteerde stad en
de lokale tijd (mits u deze heeft ingesteld, zie
hieronder) of de Greenwich Mean Time
(standaard).
Agenda
154
U kunt uw tijdzone als volgt selecteren:
1. Selecteer met de stuurtoets Links of Rechts de
stad die correspondeert met uw tijdzone (voor
Nederland kiest u Parijs).
U ziet nu de lokale datum en tijd.
2. Druk op de functietoets
Inst.
.
4. U kunt deze functie verlaten door op de
functietoets of de toets te drukken.
Indeling instellen
: hier kunt u de indeling van de
datum en de tijd wijzigen.
Indeling tijd
: 24-uurs
12-uurs
Indeling datum
:DD/MM/JJJJ (dag/maand/jaar)
JJJJ/MM/DD (jaar/maand/dag)
3.
U wilt... Dan selecteert u...
de huidige datum
en tijd vervangen
door de nieuwe
instelling
Lokaal kiezen
.
aangeven dat het in
de betreffende
tijdzone zomertijd is
Zomertijd
. Naast het
tijdverschil verschijnt het
pictogram .
aangeven dat het in
deze tijdzone
wintertijd is
Wintertijd
(kan alleen
geselecteerd worden als
naast het tijdverschil het
pictogram staat).
Agenda
155
Alarm
Met deze optie kunt u een alarm instellen, zodat deze
op een bepaalde tijd afgaat. U kunt maximaal
3 alarms instellen en de telefoon zo instellen dat het
alarm ook afgaat wanneer de telefoon uit staat.
Het instellen van een alarm doet u als volgt:
1. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
Wekker
,
Alarm 1
of
Alarm 2
.
Het pictogram geeft aan dat er op dat moment
geen alarm is ingesteld. Het pictogram geeft
aan dat er al een alarm is ingesteld.
2. Druk vervolgens op de functietoets
Kies
.
3. Druk op de functietoets
Opties
.
4. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag naar
de gewenste optie en druk op de functietoets
Kies
. Pas de instelling aan uw wensen aan.
Alarm voor dag
: selecteer door op de
functietoets
Kies
te drukken, de dag(en) van
de week waarop het alarm af moet gaan. Wilt u
dat het alarm elke dag afgaat, selecteer dan
Dagelijks
. Geldt het alarm voor een bepaalde
datum, selecteer dan
Eenmalig alarm
. Daarna
drukt u op de functietoets
OK
. Vervolgens kunt
u het volgende instellen:
Alarmtijd
: de tijd waarop het alarm af moet
gaan.
Alarmtoon
: hier kunt u selecteren welke
melodie u als alarm wilt horen.
Alarm wissen
: verwijdert de alarminstelling.
Opmerking
: Het type belsignaal van Alarm 1 en 2 is
hetzelfde als het belsignaal voor
inkomende oproepen. Het belsignaal van
de wekker is altijd een melodie.
5. Herhaal eventueel stap 4 voor de andere
alarminstellingen.
Agenda
156
6. U kunt deze functie verlaten door op de
functietoets of de toets te drukken.
Zodra het alarm is ingesteld, verschijnt het Alarm
pictogram ( ) bovenin het display. Als het alarm
afgaat, kunt u dit stoppen door op een willekeurige
toets te drukken.
Opmerking
: Als de Stille modus is ingeschakeld,
kunt u het alarmsignaal niet horen. Dit
geldt echter niet voor de wekker. Die is
altijd hoorbaar, dus ook als de Stille
modus is ingeschakeld.
U kunt de telefoon zo instellen dat het alarm ook
afgaat als de telefoon is uitgeschakeld:
1. Blader in de lijst Alarm naar Automatisch aan en
druk op de functietoets
Kies
.
2. Selecteer zo nodig met de toets Omhoog of
Omlaag
Aan
.
Om de functie Automatisch aan uit te schakelen,
selecteert u
Uit
.
3. Druk op de functietoets
Kies
om de instelling op
te slaan.
4. U kunt deze functie verlaten door op de
functietoets of de toets te drukken.
Zodra u deze functie hebt ingeschakeld, verschijnt
voor
Automatisch aan
een vinkje. Als de telefoon
op het moment dat het alarm afgaat is
uitgeschakeld, gaat de telefoon automatisch aan en
gaat het alarm af. Daarna wordt het toestel weer
uitgeschakeld.
U kunt het alarm als volgt uitschakelen:
•Druk op de
functietoets
Bevest.
.
Als de wekker afgaat, kunt u het alarm stoppen
door op een willekeurige toets drukken of op de
functietoets
Snooze
. Het alarm gaat in dat geval
na 5 minuten opnieuw af (maximaal 5 keer).
Agenda
157
Het snooze alarm gaat ook af wanneer de telefoon uit
staat terwijl de optie
Automatisch aan
is
geselecteerd en ook wanneer de Stille modus is
ingeschakeld. Als u de wekker op een andere tijd
instelt of de wekker uitschakelt, wordt het snooze
alarm geannuleerd.
Calculator
U kunt de telefoon ook als calculator gebruiken. De
calculator biedt de basisrekenfuncties optellen,
aftrekken, vermenigvuldigen, delen en percentages
berekenen.
Het uitvoeren van een berekening doet u als volgt:
1. Geef met de cijfertoetsen het eerste getal in.
Opmerking
: Om een onjuiste invoer te wissen of
het display leeg te maken, drukt u op
de toets
C
.
2. Met de toets kunt u een decimale punt (
.
)
invoegen. Door op de toets te drukken kunt u
het gewenste rekenkundige symbool ingeven:
+
(optellen),
-
(aftrekken),
(vermenigvuldigen),
/
(delen),
%
(percentage
berekenen),
(
of
)
.
3. Toets het tweede getal in.
4. Herhaal zo nodig de stappen 2 en 3.
5. Druk op de functietoets
Is
om de berekening uit
te voeren.
Het resultaat wordt getoond in het kader
Antwoord
.
Opmerking
: De uitkomst wordt tot op zes
decimalen afgerond.
6. U kunt deze functie verlaten door op de
functietoets of de toets te drukken.
Agenda
158
Omrekenen
Met deze menuoptie kunt u diverse eenheden
omrekenen.
Het omrekenen van een waarde doet u als volgt:
1. U kunt kiezen uit
Munteenheid
,
Lengte
,
Gewicht,
Inhoudsmaat,
Oppervlakte
en
Temperatuur
. Druk vervolgens op de
functietoets
Kies
.
2. Geef de waarde in die u wilt omrekenen en ga
met de stuurtoets Omlaag naar het veld
Van
.
Met de toets kunt u een decimale punt (.)
invoegen. Bij
Temperatuur
kunt u met de
toets het min-teken (-) invoegen.
3. Selecteer met de stuurtoets Links of Rechts de
oorspronkelijke eenheid en ga met de stuurtoets
Omlaag naar het veld
Naar
.
Op de volgende pagina vindt u een overzicht
met de beschikbare eenheden.
4. Selecteer door op de stuurtoets Links of Rechts
te drukken de eenheid waarnaar u wilt
omrekenen.
5. Druk op de functietoets
OK
of de toets om
het resultaat te bekijken.
Het resultaat wordt getoond in het vakje
Antwoord
.
6. U kunt deze functie verlaten door op de
functietoets of de toets te drukken.
Agenda
159
Beschikbare eenheden
Timer
Met de Timer kunt u de telefoon af laten tellen. Als
de tijd om is, gaat het alarm af.
1. Druk op de functietoets
Inst.
.
2. Geef in uren en minuten de af te tellen tijdsduur
in en druk op de functietoets
OK
.
3. Het aftellen begint zodra u op de functietoets
Start
drukt.
Soort Eenheden
Munteenheid EURO DEM ITL
FRF ESP NLG
ATS BEF FIM
PTE GRD IEP
LUF
Lengte mm cm m
km in ft
yard mijl
Gewicht g kg ton
grain oz pound
Inhoudsmaat cm
3
m
3
l
in
3
ft
3
yd
3
gal
Oppervlakte cm
2
m
2
a
in
2
ft
2
yd
2
acre
Temperatuur °C °F
Agenda
160
Ook als u dit scherm verlaat, gaat de timer door
met aftellen. Als de ingestelde tijd om is, laat de
telefoon een melodie horen en ziet u in het display
een melding.
U kunt de melodie van de timer stoppen door op
een willekeurige toets te drukken.
Door in het Timer-scherm op de functietoets
Stop
te drukken, kunt u de Timer stoppen voordat de
ingestelde tijd om is.
Opmerkingen
:
• Bij gebruik van de Timer raakt de batterij sneller
leeg.
• Als de Stille modus aan staat, hoort u geen signaal.
Stopwatch
De stopwatch kunt u gebruiken voor het opnemen
van de tijd bij wedstrijden.
Bijvoorbeeld
: een zwem- of atletiekwedstrijd.
U kunt maximaal vier stopwatches tegelijk instellen.
De precisie van de stopwatch is een honderdste
seconde. De maximumtijd is 10 uur.
1. Om de stopwatch(es) te starten, drukt u op de
functietoets
OK
.
2. U kunt de eerste stopwatch stoppen, door op de
functietoets
OK
te drukken. Herhaal deze
procedure eventueel voor de andere
stopwatch(es).
3. Druk op de functietoets
Op nul
om de
stopwatch(es) weer op nul in te stellen.
4. Om dit menu te verlaten, drukt u op de toets
C
of .
161
De functie ALS
(Alternate Line
Service) gebruiken
De ALS functie maakt het mogelijk op dezelfde
SIM-kaart twee lijnen te combineren. Uiteraard
kunt u met beide lijnen bellen of gebeld worden.
Wanneer u zich op deze netwerkdienst abonneert,
verschijnen enkele extra menuopties waarmee u
deze functie kunt instellen.
Opmerking
: Informeer bij uw GSM provider of deze
dienst geleverd wordt en hoe u zich
hierop kunt abonneren.
Lijn selecteren
Via het menu
Actieve lijn
kunt u instellen welke
lijn u voor welk type oproep wilt gebruiken. Kijk
voor meer informatie op pagina 95.
Naam van de lijn wijzigen
Via het menu
Eigen nummer
kunt u de namen van
de lijnen wijzigen.
Wanneer u de naam van een lijn wijzigt, wordt in
ieder menu waar eerder "Lijn 1" of "Lijn 2" stond,
nu de door u gekozen naam vermeld. Kijk voor
meer informatie op pagina 67.
Type belsignaal per lijn instellen
Om onderscheid te kunnen maken tussen de
oproepen die voor de twee lijnen binnenkomen,
kunt u per lijn een verschillend belgeluid instellen.
Dit doet u via de menukeuze
Inkomende
oproepen
. Kijk voor meer informatie op pagina 79.
De functie ALS (Alternate Line Service) gebruiken
162
Doorschakelopties instellen
Via de menukeuze
Oproepen doorschakelen
kunt
u de doorschakelopties voor één of beide lijnen
instellen. Daarbij worden inkomende oproepen die
op de geselecteerde lijn binnenkomen
doorgeschakeld naar een ander telefoonnummer.
Kijk voor meer informatie op pagina 89.
Gespreksinformatie bekijken
Van beide lijnen kunt u de gesprekskosten en -duur
bekijken. Kijk voor meer informatie op pagina 72.
163
Problemen oplossen
Voer de volgende controles uit alvorens contact op
te nemen met de klantenservice. Daarmee kunt u
de kosten en de tijd van een onnodig gesprek
voorkomen.
Wanneer u de telefoon aanzet, kunnen
de volgende boodschappen verschijnen
Geen SIM-kaart
Controleer of de SIM-kaart op de juiste wijze is
geplaatst.
Toestel geblokkeerd Geef wachtwoord
Het toestel is geblokkeerd. U moet het wachtwoord
van de telefoon ingeven voordat u de telefoon kunt
gebruiken.
Geef PIN in
U gebruikt uw telefoon voor de eerste keer. U
moet de PIN code ingeven die u bij de SIM-kaart
hebt ontvangen.
De functie PIN controle is ingeschakeld. Iedere
keer dat u de telefoon aanzet, moet u uw PIN
code intoetsen. U kunt deze functie uitschakelen
via de menukeuze
PIN controle
. Zie pagina 85.
Geef PUK in
U hebt drie keer achter elkaar een onjuiste PIN code
ingegeven, zodat de telefoon geblokkeerd is. Geef
de PUK code in die u van uw GSM provider hebt
ontvangen.
Problemen oplossen
164
Melding "Geen netwerk"
De verbinding met het netwerk is verbroken.
Misschien bevindt u zich op een locatie waar de
ontvangst te zwak is (bijvoorbeeld in een tunnel
of tussen veel gebouwen). Ga naar een andere
plaats en probeer het nog een keer.
U probeert een optie te gebruiken waarvoor u bij
uw GSM provider geen abonnement hebt
afgesloten. Neem contact op met uw provider
voor meer informatie.
U heeft een telefoonnummer ingegeven,
maar er gebeurt niets
Heeft u op gedrukt?
Heef u het juiste netwerk gekozen?
Misschien heeft u uitgaande gesprekken
geblokkeerd.
U bent niet bereikbaar
Staat uw telefoon aan? (heeft u de toets
ruim een seconde ingedrukt?)
Heef u het juiste netwerk gekozen?
Misschien heeft u inkomende oproepen
geblokkeerd.
De persoon met wie u belt hoort u niet
Staat de microfoon misschien uit? (u ziet dan
Microfoon uit
in het display)?
Houdt u de telefoon misschien te ver van uw
mond? de microfoon zit aan de onderkant van de
telefoon.
Problemen oplossen
165
De telefoon gaat piepen en in het display
knippert de melding **Batterij bijna
leeg**
De batterij is bijna leeg. Plaats een volle batterij en
laad de batterij op.
Slechte ontvangst/geluidskwaliteit
Controleer in het display de signaalsterkte
indicatie ( ). Het aantal balkjes geeft aan of
het signaal sterk ( ) of zwak ( ) is.
Houd de telefoon in een iets andere stand of ga
dichter bij een raam staan als u zich in een
gebouw bevindt.
Een in Contacten gekozen nummer wordt
niet gebeld
Zoek de betreffende naam op in Contacten en
kijk of het bijbehorende nummer klopt.
Sla het nummer zonodig opnieuw op.
Kunt u met behulp van de bovengenoemde
richtlijnen het probleem niet oplossen, zorg dan
voor:
Het type en serienummer van uw telefoon.
Uw garantie-informatie.
Een goede beschrijving van het probleem.
Neem vervolgens contact op met uw leverancier
of het Samsung service center.
166
PIN codes en
wachtwoorden
Uw telefoon en de SIM-kaart hebben verschillende
toegangscodes om ervoor te zorgen dat ze niet door
onbevoegden gebruikt kunnen worden.
Enkele toegangscodes kunt u wijzigen via de
menukeuze
Beveiliging
. Meer informatie hierover
vindt u op pagina 85.
Wachtwoord voor telefoon
De functie telefoonblokkering (zie pagina 85)
gebruikt een wachtwoord om de telefoon te
beschermen tegen onbevoegd gebruik.
Het telefoonwachtwoord is in de fabriek ingesteld
op "00000000". U kunt dit wachtwoord wijzigen via
de menuoptie
Wachtwoord wijzigen
. Zie
pagina 85.
PIN
De PIN (Persoonlijk Identificatie Nummer) code
beschermt uw SIM-kaart tegen gebruik door
onbevoegden. Normaal gesproken wordt de PIN bij
de SIM-kaart geleverd. Als de functie PIN controle
is ingeschakeld (zie pagina 85) moet u elke keer dat
u uw telefoon aanzet de PIN code intoetsen.
Als u drie keer na elkaar een foute PIN code invoert,
kunt u de telefoon pas gebruiken nadat u de PUK
code hebt ingevoerd en op de functietoets
OK
hebt
gedrukt. De telefoon wordt nu weer vrijgegeven.
Geef een nieuwe PIN code in en druk op de
functietoets
OK
. Geef de nieuwe PIN code nogmaals
in en druk op de functietoets
OK
.
PIN codes en wachtwoorden
167
PIN2
Bij sommige SIM-kaarten wordt een PIN2 code
verstrekt. Deze code is nodig voor bepaalde
functies, bijvoorbeeld het opladen van het
beltegoed. Deze functies zijn alleen beschikbaar
indien uw SIM-kaart ze ondersteunt.
Als u drie keer na elkaar een foute PIN code invoert,
wordt de PIN2 code opgeheven. De telefoon kan
pas opnieuw worden gebruikt, nadat u de PUK2
code hebt ingevoerd en op de functietoets
OK
hebt
gedrukt. De telefoon wordt nu weer vrijgegeven.
Geef een nieuwe PIN2 code in en druk op de
functietoets
OK
. Geef de nieuwe PIN2 code
nogmaals in en druk op de functietoets
OK
.
PUK
U heeft de PUK (PIN Unblocking Key) code nodig om
een geblokkeerde PIN code te kunnen opheffen. In
het algemeen wordt de PUK code bij de SIM-kaart
verstrekt. Heeft u geen PUK code ontvangen, neem
dan contact op met uw provider.
Geeft u tien keer na elkaar een onjuiste PUK code
in, dan kunt u de SIM-kaart niet meer gebruiken.
Neem in dat geval contact op met uw provider.
U kunt de PUK code niet wijzigen. Bent u de code
kwijt, neem dan contact op met uw provider.
PIN codes en wachtwoorden
168
PUK2
De PUK2 code die bij sommige SIM-kaarten
verstrekt wordt, is nodig om een geblokkeerde PIN2
code te kunnen wijzigen.
Geeft u tien keer na elkaar een onjuiste PUK2 code
in, dan kunt u de functies waarvoor de PIN2 code
nodig is, niet meer gebruiken. Neem in dat geval
contact op met uw provider.
U kunt de PUK2 code niet wijzigen. Bent u de code
kwijt, neem dan contact op met uw provider.
Wachtwoord blokkeren oproepen
Wanneer u de functie Oproepen blokkeren gebruikt,
heeft u dit 4-cijferige wachtwoord nodig. Als u zich
op deze dienst abonneert, ontvangt u dit
wachtwoord van uw GSM provider.
U kunt dit wachtwoord wijzigen via de menuoptie
Wachtwoord voor blokkeren wijzigen
. Kijk voor
meer informatie op pagina 92.
169
Gezondheids- en
veiligheidsinformatie
SAR-informatie
Dit type telefoon voldoet aan de eisen van de EU
met betrekking tot de blootstelling aan radiogolven.
Uw mobiele telefoon zendt en ontvangt radio-
signalen. De telefoon is zodanig ontworpen en
gefabriceerd dat daarbij de limieten die gelden voor
de blootstelling aan radiogolven, zoals die zijn
aanbevolen door de EU, niet worden overschreden.
Deze limieten maken deel uit van uitgebreide
richtlijnen waarin de toegestane niveaus voor
radiogolven zijn vastgelegd. Deze richtlijnen zijn
vastgesteld door onafhankelijke wetenschappelijke
organisaties aan de hand van periodieke
onderzoeken en evaluatie van wetenschappelijke
onderzoeken. Bij deze limieten is sprake van een
ruime veiligheidsmarge, zodat de veiligheid van
iedereen, ongeacht de leeftijd of de gezondheid,
gewaarborgd is.
Voor de blootstellingsnorm voor mobiele telefoons
wordt een meeteenheid gehanteerd die bekend
staat onder de naam SAR (Specific Absorption
Rate). De door de EU aanbevolen SAR limiet is
vastgesteld op 2,0 W/kg.
*
De hoogste SAR-waarde die voor dit type telefoon
gemeten is, bedroeg 0,357 W/kg.
* De SAR limiet voor normale mobiele telefoons is
gemiddeld 2,0 W/Kg per 10 gram lichaamsweefsel. Bij
deze limiet is, i.v.m. eventuele afwijkingen in de
metingen, rekening gehouden met een ruime
veiligheidsmarge, die de gebruikers extra veiligheid
biedt. De SAR waarden kunnen variëren, afhanklelijk
van landelijke eisen en de bandbreedte.
Gezondheids- en veiligheidsinformatie
170
De SAR tests worden uitgevoerd in voorgeschreven
situaties waarbij de telefoon met het maximaal
toegestane vermogen wordt gebruikt op alle
geteste bandbreedtes. Hoewel de SAR is
vastgesteld op basis van het maximaal toegestane
vermogen, kan het werkelijke SAR niveau tijdens
gebruik in ruime mate onder de maximumwaarde
liggen. Dit komt omdat bij het ontwerp van de
telefoon rekening is gehouden met meerdere
vermogenniveaus, terwijl alleen het vermogen dat
nodig is om het netwerk te bereiken wordt gebruikt.
In het algemeen geldt dat hoe dichter u bij een
basisstation van het netwerk bent, hoe lager het
vermogen is.
Voordat een nieuw type telefoon verkocht mag
worden, moet aangetoond worden dat deze voldoet
aan de Europese R&TTE Richtlijnen. Een van de
belangrijkste eisen hiervan heeft betrekking op de
bescherming van de gezondheid en de veiligheid
van de gebruiker en andere personen.
Voorzorgsmaatregelen bij het
gebruik van batterijen
Gebruik nooit batterijen of batterijladers die
beschadigd zijn.
Gebruik batterijen niet voor andere doeleinden
dan waarvoor ze bedoeld zijn.
Wanneer u de telefoon dicht bij een basisstation
van het netwerk gebruikt, gebruikt hij minder
stroom. De spreek- en standbytijden zijn sterk
afhankelijk van de signaalsterkte en instellingen
van het netwerk.
De oplaadtijd van de batterij is afhankelijk van de
resterende batterijlading en het gebruikte type
batterij en oplader. De batterij kan honderden
keren worden ontladen en opgeladen, maar na
verloop van tijd gaat de kwaliteit van de batterij
achteruit. Wordt de gebruikstijd (spreek- en
standbytijden) aanmerkelijk korter, dan is het tijd
om een nieuwe batterij te kopen.
Gezondheids- en veiligheidsinformatie
171
Een batterij die niet wordt gebruikt, ontlaadt
zichzelf na verloop van tijd.
Gebruik alleen batterijen en opladers die
Samsung heeft goedgekeurd. Gebruikt u de
batterijlader niet, haal dan de stekker uit het
stopcontact. Laat een batterij niet langer dan een
week in de oplader zitten. Dit verkort de
levensduur van de batterij.
Extreem hoge en lage temperaturen hebben
invloed op de capaciteit van uw batterij. Het kan
nodig zijn de batterij eerst te laten afkoelen of op
te warmen voor u met opladen begint.
Leg de batterij nooit in een zeer warme of koude
ruimte, bijvoorbeeld in de auto als het erg warm
of koud is. Daardoor gaan de capaciteit en de
levensduur achteruit. Probeer de batterij zoveel
mogelijk op kamertemperatuur te houden. Het
kan zijn dat uw telefoon met een zeer warme of
koude batterij tijdelijk niet werkt, zelfs als de
batterij volledig is opgeladen. Li-ion batterijen
werken met name niet goed bij temperaturen
onder de 0 °C.
Maak geen kortsluiting tussen de contacten van
de batterij. Er kan kortsluiting ontstaan wanneer
een metalen voorwerp (bijv. een paperclip, de clip
van een pen of een sleutel) direct contact maakt
tussen de + en - polen van de batterij (metalen
strips aan de achterzijde van de batterij). Dit kan
bijvoorbeeld gebeuren wanneer u een
reservebatterij in uw zak of tas bewaart.
Kortsluiting tussen de contacten kan de batterij
(maar ook het voorwerp dat de kortsluiting
veroorzaakt) beschadigen of vernielen. Lever
oude batterijen in bij een innamepunt voor
gebruikte batterijen. Laat ze altijd recyclen en
gooi ze nooit bij het normale afval, laat staan in
het vuur.
Gezondheids- en veiligheidsinformatie
172
Verkeersveiligheid
Uw mobiele telefoon biedt u de mogelijkheid bijna
altijd en overal mondeling te communiceren. Deze
mogelijkheid die de mobiele telefoon biedt gaat
echter gepaard met een belangrijke
verantwoordelijkheid. Een verantwoordelijkheid die
iedere gebruiker serieus moet nemen.
Als u de telefoon gebruikt terwijl u een voertuig
bestuurt, dient u zich aan de regels te houden die
daarvoor binnen het betreffende gebied of land
gelden.
Gebruiksomgeving
Houd u altijd aan de voorschriften voor mobiele
telefoons op plaatsen waar deze gelden. Zet uw
telefoon altijd uit op plaatsen waar het gebruik van
mobiele telefoons verboden is, of als dit storingen
in apparatuur kan veroorzaken of gevaar kan
opleveren (zoals in een ziekenhuis).
Wilt u de telefoon op een ander apparaat
aansluiten, kijk dan eerst in de gebruiksaanwijzing
hoe het met de veiligheidsvoorschriften zit. Sluit
geen incompatibele producten op elkaar aan.
Net als voor andere mobiele apparatuur die
radiosignalen uitzendt, geldt dat u deze telefoon
voor een juiste werking en uw persoonlijke
veiligheid alleen in de normale stand mag gebruiken
(tegen uw oor, waarbij de antenne over uw
schouder wijst).
Gezondheids- en veiligheidsinformatie
173
Elektronische apparatuur
De meeste moderne elektronische apparaten zijn
afgeschermd tegen radiogolven. Het kan echter
voorkomen dat bepaalde elektronische apparatuur
niet afgeschermd is tegen signalen die uw mobiele
telefoon uitzendt. Neem in dat geval contact op met
de fabrikant voor een alternatieve oplossing.
Pacemakers
Om interferentie met de pacemaker te voorkomen,
adviseren fabrikanten van pacemakers tussen de
telefoon en de pacemaker een afstand van
minimaal 15 cm aan te houden. Deze aanbeveling
stemt overeen met onafhankelijk onderzoek door
en aanbevelingen van Wireless Technology
Research.
Gebruikers met een pacemaker:
Moeten de telefoon als deze aan staat minimaal
15 cm van hun pacemaker vandaan houden.
Mogen de telefoon niet in hun borstzakje dragen.
Moeten om het risico van interferentie te
beperken de telefoon bij het oor houden dat het
verst van de pacemaker vandaan zit.
Heeft u het idee dat er toch sprake is van
interferentie, zet uw telefoon dan onmiddellijk uit.
Gehoorapparaten
Bij sommige draadloze digitale telefoons is sprake
van interferentie met bepaalde gehoorapparaten.
Neem in dat geval contact op met de fabrikant van
uw gehoorapparaat voor een andere oplossing.
Gezondheids- en veiligheidsinformatie
174
Andere medische apparatuur
Gebruikt u een ander medisch apparaat of
hulpmiddel, neem dan contact op met de fabrikant
van dat apparaat om na te gaan of het afdoende
beschermd is tegen radiosignalen. Eventueel kan
uw huisarts of specialist u hierbij van dienst zijn.
Houd u altijd aan de voorschriften voor mobiele
telefoons op plaatsen waar deze gelden. Zet uw
telefoon altijd uit in gezondheidszorginstellingen,
zoals ziekenhuizen en verpleeghuizen. In deze
instellingen kan apparatuur worden gebruikt die
gevoelig is voor radiogolven.
Voertuigen
Radiogolven kunnen invloed hebben op onjuist
geïnstalleerde of niet voldoende afgeschermde
elektronische systemen in motorvoertuigen. Ga dit
na bij de fabrikant of dealer van de auto.
U kunt ook de fabrikant of leverancier van de in uw
auto geïnstalleerde apparatuur raadplegen.
Verbod op mobiel telefoneren
Zet uw mobiele telefoon direct uit op plaatsen waar
een verbod op mobiel telefoneren geldt.
Omgeving waar explosiegevaar is
Zet uw telefoon altijd uit wanneer u in een
omgeving bent waar met explosieven wordt
gewerkt. Houd u aan alle ter plaatse gelden
veiligheidsvoorschriften. Vonken kunnen in zo'n
omgeving tot een ontploffing leiden, met lichamelijk
letsel en zelfs de dood tot gevolg.
Gezondheids- en veiligheidsinformatie
175
Gebruik de telefoon niet bij een benzinestation. Zet
uw telefoon altijd uit bij een tankstation. We wijzen
u nogmaals op de noodzaak om u in
brandstofdepots (opslag en distributie), chemische
fabrieken en andere plaatsen waar met explosieve
materialen wordt gewerkt altijd te houden aan de
voorschriften en verboden voor het gebruik van
radioapparatuur.
Omgevingen en situaties waar kans bestaat op
ontploffingen zijn niet altijd duidelijk aangegeven.
Hiertoe behoren o.a. het benedendek van schepen,
plaatsen waar overslag en opslag van chemicaliën
plaatsvindt, voertuigen die rijden op LPG, plaatsen
waar chemicaliën of kleine deeltjes in de lucht
zitten, bijvoorbeeld graan, stof of metaalpoeder, en
ieder ander gebied waar u normaalgesproken de
motor van uw auto uit zou moeten zetten.
Telefoneren in geval van nood
Deze telefoon maakt gebruik van radiosignalen,
mobiele en vaste netwerken en
voorgeprogrammeerde functies, waarbij er geen
garantie is dat er onder alle omstandigheden
verbinding mogelijk is. Vertrouw daarom in een
noodgeval (bijvoorbeeld voor medische assistentie)
nooit alleen op uw mobiele telefoon.
Om te bellen of gebeld te kunnen worden, moet uw
telefoon zijn ingeschakeld in een omgeving met
voldoende signaalsterkte van een netwerk voor
mobiele telefonie. Telefoneren in geval van nood is
niet altijd mogelijk binnen alle mobiele netwerken
of als bepaalde netwerkdiensten en functies van de
telefoon in gebruik zijn. Ga dit eventueel na bij uw
provider.
Een alarmnummer bellen doet u als volgt:
1. Als de telefoon uitstaat, zet u hem aan.
Gezondheids- en veiligheidsinformatie
176
2. Geef het alarmnummer in (112 of een ander
officieel alarmnummer). Alarmnummers kunnen
per land verschillen.
3. Druk op de toets .
Als u bepaalde functies aan heeft staan
(wachtwoord telefoon, blokkeren oproepen, enz.)
moet u deze functies misschien eerst uitzetten
voordat u het alarmnummer kunt bellen. Raadpleeg
daarvoor deze gebruiksaanwijzing of neem contact
op met uw provider.
Als u een alarmnummer belt, moet u eraan denken
alle benodigde informatie zo accuraat mogelijk door
te geven. Bedenk dat uw mobiele telefoon op dat
moment misschien het enige beschikbare
communicatiemiddel is. Verbreek de verbinding pas
nadat u daartoe opdracht hebt gekregen.
Overige belangrijke
veiligheidsinformatie
Alleen gekwalificeerde technici mogen de telefoon
in een voertuig installeren of repareren. Onjuiste
installatie of onderhoud kan gevaar opleveren en
ertoe leiden dat de garantie op uw telefoon
vervalt.
Controleer ingebouwde telefoonapparatuur
regelmatig op correcte montage en werking.
Bewaar of vervoer licht ontvlambare vloeistoffen,
gassen en ander brandbaar of explosief materiaal
niet samen met de telefoon, onderdelen ervan of
accessoires.
Gezondheids- en veiligheidsinformatie
177
Beschikt uw auto over een airbag, denk er dan
aan dat deze met grote kracht wordt opgeblazen.
Plaats boven en rondom het gedeelte waar de
airbag terecht kan komen geen voorwerpen, dus
ook geen vaste of draagbare draadloze
apparatuur. Bij een onjuiste installatie van
draadloze apparatuur kan ernstig letsel ontstaan
wanneer de airbag wordt opgeblazen.
Zet uw mobiele telefoon aan boord van een
vliegtuig altijd uit. Het gebruik van een mobiele
telefoon in een vliegtuig is verboden en gevaarlijk
voor de besturingselektronica van het vliegtuig.
Bovendien kan het het mobiele netwerk
verstoren. Bij het overtreden van deze
voorschriften kan u het gebruik van mobiele
diensten worden ontzegd of u kunt strafrechtelijk
worden vervolgd.
Verzorging en onderhoud
Houd de telefoon en toebehoren buiten het bereik
van kleine kinderen.
Houd de telefoon droog. Regen, vocht en
mineraalhoudende vloeistoffen tasten de
elektronica aan.
Pak de telefoon nooit met natte handen vast. Dit
kan een elektrische schok of schade aan de
telefoon tot gevolg hebben.
Gebruik of bewaar de telefoon niet in een
stoffige, vuile ruimte. De componenten kunnen
daardoor beschadigen.
Bewaar uw telefoon niet op een plaats met
extreem hoge temperaturen. Dit verkort de
levensduur van de elektronica, beschadigt de
batterijen en doet het plastic kromtrekken of
smelten.
Gezondheids- en veiligheidsinformatie
178
Bewaar uw telefoon niet op een koude plaats. Bij
verplaatsing naar een warmere plaats kan er
condens ontstaan die de elektronica aantast.
Zorg dat de telefoon niet valt of ergens tegen
stoot. Door ruw met de telefoon om te gaan,
kunnen de onderdelen in de telefoon
beschadigen.
Maak uw telefoon nooit schoon met bijtende
schoonmaak- of oplosmiddelen. Gebruik alleen
een in een mild sopje gedrenkte doek.
Verf de telefoon niet. Door de verf kunnen de
beweegbare delen van het toestel verstopt raken,
wat ertoe kan leiden dat de telefoon niet meer
goed werkt.
Leg de telefoon niet in of op verwarmings-
apparatuur, zoals een magnetron, een radiator
van de verwarming of een kachel. De telefoon
kan exploderen wanneer deze te heet wordt.
Gebruik alleen de meegeleverde of een andere
goedgekeurde antenne. Niet-goedgekeurde
antennes, wijzigingen of toevoegingen daarop
kunnen de telefoon beschadigen en ertoe leiden
dat de telefoon niet meer voldoet aan de
wettelijke eisen voor apparatuur die radiosignalen
uitzendt.
Als de telefoon, de batterijen, de oplader of een
andere accessoire niet goed werkt, breng dit dan bij
het dichtstbijzijnde geautoriseerde service center.
Daar zorgt men voor technische ondersteuning en
indien nodig voor deskundige reparatie.
179
Verklarende
woordenlijst
Hieronder vindt u de uitleg van diverse technische
termen en afkortingen die in deze
gebruiksaanwijzing voorkomen, zodat u optimaal
gebruik kunt maken van de mogelijkheden van uw
mobiele telefoon.
ALS (Alternate Line Service)
Mogelijkheid om op een enkele SIM-kaart twee
lijnen te gebruiken. U kunt op beide lijnen bellen en
gebeld worden.
EMS (Enhanced Message Service)
Via de netwerkdienst EMS (Enhanced Message
Service) kunnen berichten die afbeeldingen,
beltonen en animatiefilmpjes bevatten van de ene
naar de andere gebruiker worden gestuurd zonder
voorafgaand telefonisch overleg.
Functietoetsen
Toetsen en op de telefoon, waarvan het doel:
Afhankelijk is van de functie die op dat moment
wordt gebruikt.
Op de onderste regel van het display, boven de
betreffende toets is aangegeven.
Gesprek in de wacht zetten
Mogelijkheid om een gesprek in de wacht te zetten,
terwijl u een tweede oproep beantwoordt of zelf
iemand belt. U kunt tussen de twee gesprekken
heen en weer schakelen.
GPRS (General Packet Radio Service)
Nieuwe service waarbij via het mobiele
telefoonnetwerk informatie (data) verzonden en
ontvangen kan worden. GPRS garandeert
gebruikers van mobiele telefoons en computers een
continu verbinding met Internet. Het is gebaseerd
op GSM (Global System for Mobile Communication)
verbindingen en SMS (Short Message Service).
Verklarende woordenlijst
180
GSM (Global System for Mobile
Communication)
Deze internationale standaard voor mobiele
telefonie garandeert compatibiliteit tussen de vele
netwerk operators. Naast grote delen van Europa is
GSM ook in veel andere landen de standaard.
Irda (Infrared Data Association)
Een door het IrDA consortium gedefinieerde
standaard voor draadloze gegevensoverdracht via
infrarood. Hierin is gespecificeerd op welke wijze
draadloze gegevensoverdracht via infraroodstraling
plaatsvindt. In de IrDA specificaties zijn de
standaards voor zowel de fysieke apparaten als de
protocollen die voor de communicatie worden
gebruikt opgenomen.
MMS (Multimedia Message Service)
Berichtendienst voor mobiele telefoon,
gestandaardiseerd door het WAP forum en het 3rd
Generation Partnership Program (3GPP). Voor de
gebruiker lijkt MMS veel op SMS (Short Message
Service): het zorgt voor een automatische en
directe aflevering van door de gebruiker
samengestelde berichten tussen telefoons. In het
algemeen wordt voor de adressering gebruik
gemaakt van telefoonnummers, waarbij het bericht
van de ene naar de andere mobiele telefoon wordt
gestuurd. Het is echter ook mogelijk om het bericht
per e-mail te versturen door een e-mailadres in te
geven.
Naast de tekstuele inhoud van SMS berichten,
kunnen MMS berichten ook afbeeldingen,
stemgeluid of audioclips bevatten, en in de
toekomst zelfs videoclips en presentaties.
Multiparty (telefonisch vergaderen)
Mogelijkheid om met maximaal vijf andere
personen telefonisch te vergaderen.
Verklarende woordenlijst
181
Nummerweergave
U kunt hiermee het nummer van bellers bekijken
en/of uw eigen nummer onzichtbaar maken.
Oproepen blokkeren
Beperkt uitgaande en inkomende oproepen tot
bepaalde telefoonnummers.
Oproepen doorschakelen
Inkomende oproepen worden naar een ander
nummer doorgeschakeld.
PIN (Persoonlijk Identificatie Nummer)
Code waarmee de SIM-kaart beveiligd is tegen
gebruik door onbevoegden. De PIN code wordt
tegelijk met de SIM-kaart door de provider
verstrekt. Meestal bestaat deze uit 4 tot 8 letters
en/of cijfers. U kunt de PIN code wijzigen.
PUK (PIN Unblocking Key)
Beveiligingscode die nodig is om de telefoon te
deblokkeren nadat drie keer na elkaar een onjuiste
PIN code is ingevoerd. Deze code bestaat uit 8
cijfers en/of letters en wordt tegelijk met de
SIM-kaart door de provider verstrekt.
Roaming
Gebruik van uw telefoon buiten het bereik van uw
provider (met name in het buitenland).
SDN (Nummers diensten)
Telefoonnummers van uw provider waarmee u
toegang heeft tot speciale diensten, zoals voice
mail, opvragen van telefoonnummers,
ondersteuning en alarmdiensten.
Verklarende woordenlijst
182
SIM (Subscriber Identification Module)
Een kaartje met een chip die alle informatie bevat
die nodig is om de telefoon te gebruiken (netwerk-
en geheugeninformatie en persoonlijke gegevens
van de eigenaar). De SIM-kaart past in een kleine
opening aan de achterkant van de telefoon en wordt
beschermd door de batterij die erop wordt
geplaatst.
SMS (Short Message Service)
Een netwerkdienst waarmee kleine tekstberichten
kunnen worden uitgewisseld tussen mobiele
telefoons. U kunt berichten ontvangen, lezen,
bewerken en verzenden.
Voice mail
Geautomatiseerde antwoorddienst die uw
inkomende oproepen aanneemt wanneer u niet
beschikbaar bent. Er wordt een (desgewenst met
uw eigen stem ingesproken) boodschap afgespeeld
waarna de beller een boodschap kan inspreken die
u later kunt afluisteren.
Wisselgesprek
Mogelijkheid om gebruikers tijdens een telefoon-
gesprek te informeren dat er (nog) een oproep is.
183
Index
A
ABC stand
• 42
,
46
Accessoires
• 9
Achtergrond instellen
• 83
Actielijst
• 152
Actieve lijn
• 95
Actieve lijn bij ALS
• 161
Adapter
• 22
Agenda
• 147
Alarm instellen
• 155
Albums
• 106
ALS
• 161
Automatisch
aan bij alarm
• 156
B
Batterij
batterij bijna leeg
• 23
opladen
• 22
plaatsen
• 20
verwijderen
• 21
voorzorgsmaatregelen
• 170
Belgroep
• 68
Bellen
• 28
Beltoon bij in-/
uitschakelen
• 81
Belvolume
• 80
Berichten
• 109
beltoon
• 80
infoberichten
• 129
lezen
• 112
MMS
• 116
Postvak IN
• 112
,
122
Postvak UIT
• 114
,
124
schrijven
• 110
SMS
• 109
standaard
• 128
type belsignaal
• 80
voice mail
• 128
wissen
• 115
,
126
Berichttoon
• 80
Beveiliging instellingen
• 85
Blokkeren
oproepen
• 91
Browser, WAP
• 135
C
Calculator
• 157
Camera
• 100
Cijfers intoetsen
• 42
Contacten
berichten
verzenden
• 59
geheugenstatus
• 69
nummer wijzigen
• 59
nummers kopieren
• 59
nummers wissen
• 59
toevoegen
• 60
verwijderen
• 59
via infrarood
verzenden
• 59
D
Datum instellen
• 153
Display
helderheid
• 84
pictogrammen
• 15
taal
• 85
welkomtekst
• 95
Displayinstellingen
• 83
Draadloze web
• 135
F
Fax stand
• 98
FDN-modus
• 88
Fixed Dial Number
• 88
Flitser
• 105
,
108
Foto maken
• 100
Foto-albums
• 106
Functies selecteren
• 25
Functietoetsen
• 25
G
Geheugenstatus
• 108
contacten
• 69
Geluid sluiter
• 105
Geluidsinstellingen
• 79
Gemiste oproepen
• 30
,
70
Gespreksduur
• 72
,
82
Gesprekskosten
• 72
Index
184
G
(vervolg)
Gesprekstellers
• 72
Groep instellen
• 68
H
Helderheid display
• 84
Helderheid stem
• 36
Herhalen
automatisch
• 96
I
In-/ uitschakelen
microfoon
• 33
telefoon
• 24
Indicatie batterij
bijna leeg
• 23
Infoberichten
• 129
Instellingen
alarm
• 155
beveiliging
• 85
datum
• 153
display
• 83
geluid
• 79
netwerk
• 88
resetten
• 99
taal display
• 85
telefoon
• 79
tijd
• 153
Internationaal bellen
• 29
Internetdiensten
• 135
Intoetsen
tekens
• 42
Invoerstand
cijfers
• 49
speciale tekens
• 49
K
Kalender
• 149
Kleptoon
• 82
Klok
• 153
L
Letters intoetsen
• 42
Luidspreker
• 32
Luidsprekervolume
• 32
M
Media-album
• 143
Melodie inkomende
berichten
• 80
oproepen
• 79
Menu
openen
• 50
overzicht
• 51
Microfoon uitschakelen
• 33
Minutenteller
• 82
MMS berichten
• 116
Multipartygesprek
privegesprek
• 40
starten
• 38
N
Namen
ingeven
• 42
toevoegen
• 59
Netwerk kiezen
• 94
Netwerkdiensten
• 88
Noodoproepen
• 175
Notities
bekijken
• 151
nieuwe
ingeven
• 147
,
150
Nummers
corrigeren
• 28
diensten
• 69
op SIM-kaart bellen
• 63
toevoegen
• 60
Nummerweergave
• 95
O
Omrekenen
• 158
Onderhoud
• 177
Ontvangen oproepen
• 70
Oortelefoon
• 41
Index
185
O
(vervolg)
Oproepen
automatisch
herhalen
• 96
beantwoorden
• 31
beeindigen
• 31
beltoon
• 79
blokkeren
• 91
doorschakelen
• 89
gemist
• 30
,
70
in de wacht zetten
• 36
internationaal
• 29
kosten
• 72
lijsten
• 70
multipartygesprek
• 38
ontvangen
• 70
oproepenlijsten
• 29
terugbellen
• 29
tweede gesprek
• 37
uitgaand
• 71
weigeren
• 31
wisselgesprek
• 93
wisselgesprek
aannemen
• 37
zelf bellen
• 28
Opties selecteren
• 25
P
Pictogrammen
• 15
PIN
• 166
PIN controle
• 85
PIN wijzigen
• 86
PIN2
• 167
PIN2 wijzigen
• 88
Plaatsen
SIM-kaart
• 19
Postvak IN
• 112
,
122
Postvak UIT
• 114
,
124
Problemen oplossen
• 163
R
Reset instellingen
• 99
S
SAT
• 142
SIM-kaart
blokkeren
• 87
nummers bellen
• 63
plaatsen
• 19
verwijderen
• 20
SMS berichten
• 109
Snelkeuzelijst
• 61
Spelletjes
• 74
Standaardberichten
• 128
Stille modus
• 82
Stopwatch
• 160
T
T9 stand
• 42
,
44
Taal
display
• 85
selecteren
• 85
teksten display
• 85
Tekstinvoerstanden
• 42
Telefonisch vergaderen
• 38
Telefoon
in-/ uitschakelen
• 24
overzicht
• 10
Telefooninstellingen
• 79
Tijd
instellen
• 153
wereldtijd
• 153
Timer
• 159
Toets
plaats
• 10
Toetstonen
volume
• 32
Toetstoon
• 81
Toon
bij aan/uitzetten
• 81
toetsen
• 81
verbinding
• 81
Type belsignaal
berichten
• 80
Index
186
U
Uitgaande oproepen
• 71
V
Veiligheid
batterijen
• 170
elektronische
apparatuur
• 173
gebruiksomgeving
• 172
medische
apparatuur
• 174
omgeving met
explosiegevaar
• 174
verkeer
• 172
Veiligheidsinformatie
• 7
,
169
,
176
Verbindingstoon
• 81
Verkeersveiligheid
• 172
Verkort kiezen
• 61
Verlichting
• 17
Verwijderen
SIM-kaart
• 20
Verzorging
• 177
Volume
luidspreker
• 32
toetsvolume
• 32
W
Wachtwoord
blokkeren
• 92
,
168
telefoon
• 87
,
166
WAP browser
• 135
Wegwijzer menukeuzes
• 51
Welkomtekst
• 95
Wereldtijd
• 153
Wijzigen
tekstinvoerstand
• 43
Wireless Web
• 135
Wisselgesprek
• 37
,
93
aannemen
• 37
187
Menu's
openen
Druk in de standbystand
op de functietoets
Menu
.
Ga met de stuurtoetsen
naar het gewenste menu
en druk op de functietoets
Kies
.
Ga met de stuurtoets
Omhoog of Omlaag naar
de gewenste menukeuze.
Druk op de functietoets
Kies
om uw keuze te
bevestigen.
• De functietoetsen ( en ) hebben
de functie die er direct boven staat (op
de onderste regel van het display).
Aan/uitzetten Houd de toets
ingedrukt.
Zelf bellen
Geef het nummer in.
Druk op de toets .
Oproep
beëindigen
Druk op de toets .
Oproep
beantwoorden
Druk op de toets .
Volume
aanpassen
Druk op de volume-
toetsen aan de zijkant van
de telefoon.
SGH-E800 GPRS TELEFOON
Naslagkaart
Laatste
nummer
herhalen
Druk twee keer op de
toets .
Verkort
kiezen
Houd in de standby-stand de
juiste toets (
2
-
9
) ingedrukt.
Of druk op de juiste toets en
daarna op de toets .
Nummer
op SIM-
kaart
bellen
Geef de SIM geheugen-
plaats in, druk op de toets
en daarna op de toets .
Voice mail
afluisteren
Houd de toets
1
ingedrukt.
Nummer in
Contacten
opslaan
Geef het nummer in.
Druk op de functietoets
Opslaan
.
Selecteer een geheugen en
druk op de functietoets
Kies
.
Koos u voor
Telefoon
, kies
dan de categorie en druk
op de functietoets
Kies
.
Geef de naam in en druk op
de functietoets
OK
.
Koos u voor
SIM
, geef dan
het locatienummer in en
druk op de functietoets
OK
.
Nummer in
Contacten
opzoeken
Druk in de standbystand op
de functietoets
Contacts
.
Selecteer
Naam zoeken
.
Geef de eerste letter(s) van
de naam in.
Druk op de functietoets
OK
.
Druk zonodig op de toets
Links of Rechts.
Om het nummer te bellen,
drukt u op de toets .
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99

Samsung SGH-E800 Handleiding

Categorie
Mobieltjes
Type
Handleiding