1
Weergaveknoppen
Afspelen
Start het afspelen van de media. Als het afspelen is gepauzeerd en u op
deze knop drukt, wordt het afspelen hervat vanaf de huidige positie.
Pauzeren
Pauzeert de mediaweergave op de huidige positie.
Stoppen
Stopt het afspelen van media op de huidige positie.
Opnemen
Het tv-programma opnemen op schijf. Als u op deze knop drukt terwijl
Live TV is ingeschakeld, wordt het huidige programma opgenomen. Als
u hierop drukt vanaf het EPG-scherm, wordt een tv-programma of -serie
opgenomen op schijf.
Snel vooruitspoelen
Versnelt de weergave van het mediabestand naar de eerste voorwaartse
waarde (3X).
Terugspoelen
Keert de richting van de weergave om en versnelt de tijdbasis naar de
eerste terugspoelwaarde (3X).
Vooruitspringen
Wanneer u op deze knop drukt, springt u één stap vooruit.
Achteruitspringen
Wanneer u op deze knop drukt, springt u één stap achteruit.
2
Navigatietoetsen
Druk op de toetsen omhoog/omlaag om door de menubalk in een
submenu te navigeren.
Druk op de toetsen omhoog/omlaag om een numerieke waarde te
verlagen/verhogen.
Druk op de toetsen naar links/rechts om door de hoofdmenu's van het
startscherm te navigeren.
Druk op de toetsen naar links/rechts om door items in een submenu te
navigeren.
Druk op OK om de selectie te bevestigen.
3
Start*
Neemt de gebruiker mee naar het menu Start van het Windows Media Center.
*Deze knop is alleen beschikbaar voor alles-in-één pc's waarop Windows Media
Center is geïnstalleerd.