32
TIPS VOOR EEN OPTIMAAL ROOSTERRESULTAAT
1. Het vochtgehalte van broden is verschillend.
Daarom kan het resultaat bij dezelfde roost-
ergraadinstelling verschillend uitvallen.
2. Bij een ietwat droog brood een lagere
roostergraad kiezen.
3. Bij vers brood of volkorenbrood een hogere
roostergraad kiezen.
4. Voor brood met een onregelmatig oppervlak
is een hogere roostergraad nodig.
5. Dikke sneden brood hebben meer tijd nodig
voor het roosteren, evt. moet de broodrooster
twee keer worden bediend.
6. Bij het roosteren van krentenbrood alle losse
krenten van het oppervlak verwijderen omdat
deze anders zouden kunnen verbranden.
7. Broodjes vóór het roosteren halveren.
8. Wanneer u maar één snede roostert, kies
een lage roostergraad.
9. Wanneer u meermaals achter elkaar roostert,
wordt het brood bij dezelfde instelling van
het roostergraad iets donkerder.
10. Gebruik voor het roosteren van bevroren
brood, wafels enz. de ontdooien-toets.
11. Gebruik voor het opbakken van broodjes
enz. het opzetelement voor broodjes.
VÓÓR HET EERSTE GEBRUIK
1. Verwijder alle verpakkingsmaterialen en
eventuele transportbeveiligingen.
2. Controleer of alle genoemde toebehoren
voorhanden zijn.
3. Reinig de broodrooster met een vochtige
doek zoals beschreven in het hoofdstuk
“Reiniging en onderhoud”.
4. Controleer of alle onderdelen correct zijn
gemonteerd en of het apparaat stabiel staat.
Let op voldoende afstand t.o.v. wanden en
andere apparatuur omdat de broodrooster
tijdens het gebruik heet wordt.
5. Sluit het apparaat met het snoer op het
stroomnet aan (220–240 V~, 50 Hz).
6. Voer, voordat u voor de eerste keer brood
roostert, een roosterprocedure zonder brood
door. Druk hiervoor de hendel naar beneden
totdat deze inklikt.
7. Wanneer het roosteren beëindigd is, springt
de hendel automatisch omhoog. U kunt nu
met het roosteren van brood beginnen.
LET OP:
Het apparaat wordt tijdens de werking
heel heet!
BEDIENING - ROOSTEREN
1. Bereid de broodrooster voor zoals beschre-
ven in “Vóór het eerste gebruik”.
2. Plaats de sneden brood in de sleuven van de
roosterkamer.
3. Stel met de roostergraadcontrole de
gewenste roostergraad in. U kunt kiezen uit
5 instellingen, waarbij stand 1 zeer licht
brood tot resultaat heeft en stand 5 zeer
donker brood. U verkrijgt goudbruin geroos-
terd brood als u de hendel in het midden
positioneert.
4. Druk de hendel naar beneden totdat deze
inklikt. Het controlelampje voor “Stopp”
gaat branden en het roosteren begint.
5. U kunt het roosteren altijd onderbreken door
op de toets “Stopp” te drukken.